/^^pLHMKT
Begrooting van Financien
goedgekeurd
Vijf en Zestig Jaar Getrouwd
PUROL<$^
RAÉB
J?f^OJVERMEE.&
iKNSDAG 3 MAART 1937
Eerste Kamer
Gevraagd wordt om verlaging
van accijns op bier en
gedistilleerd
Begrooting Werkloosheids-
stibsidiefonds goedgekeurd
Vergadering van 2 Maart 1937
De heffing is zoo hoog. dat de op
brengst daalt. Het café-restaurantbedrüf moet
dezer zomer nog van de verlaging profiteeren.
De heer FLESKENS (r.-k.) betoogt dat door
het in sterke mate deelnemen van Rijksfondsen
aan conversieleenlngen het rentepercentage
wordt gedrukt. Dat brc
stigêr voorwaarden in dan particulieren, meent
de heer Fleskens.
De drang naar verlaging van den bieraccijns
werd krachtig ondersteund.
De heer KNOTTENBELT (11b.) wenscht even
eens verlaging van den bier- en gedistllleerd-
aC(Jehoopt wordt, dat eerlang omtrent stich
ting van een representatief gebouw op Sorgh-
vliet in Den Haag een beslissing wordt ge-
:nlang het RLik heeft gediend. Hö is ook
zonder eenige uitkeerlng weggezonden, hoewel
de gelegenheid er voor aanwezig was.
Wat nu gebeurd is kwetst het billiJkhelds-
^De6 heer SERRARENS (r.k.) bespreekt de
zaak-Vrijman. Het gewenschte slot aan deze
zaak ls nog niet gekomen. Wel ls getracht een
oplossing te vinden voor dezen man. die op
formeele gronden wel bevoordeeld ls, maar
materieel zich niet bevoordeeld heeft.
Hem ls een bouwwerk opgedragen, als be
wijs voor zün rehabilitatie. Dit gebouw, het
postkantoor te Vlaardingen, was echter geen
„belangrijk" gebouw. En daarover toch waren
minister en Tweede Kamer het eens gewor
den. Wil of kan de Regeering g'
werk opdragen.
_jPH| ;rleende on
eervol ontslag worden Ingetrokken.
De heer v. CITTERS (ar.) 1s van meening,
dat de heer Vrijman slachtoffer ls geworden
van destijds in juridischen zin ongeschreven
recht OP het gebied van het comptabel bene—
des Rijki
wikkelde zich
ihrlftt.-
om mee te werken. Er
practtjk ,die formeel niet
ju.oc 'ieel niet was te ontgaan.
De heer Vrijman heeft zich aan overtreding
schuldig gemaakt, maar niet zich zelf bevoor
deeld. Oneervol ontslag kreeg hb voor het
vonnis was gevallen. In dat vonnis stond ech
ter, dat de heer Vrijman zich zelf niet had be
voordeeld Er was voor eerherstel, na 't onder-
trane moreele leed. alle reden. Tot nu toe is dat
steeds uitgebleven. Minister De Geer stond
er indertijd volkomen afwijzend tegenover. Dit
Kabinet toont zich minder star. Maar wil men
eerherstel, dan moet ook het oneervol ontslag
worden ingetrokken en daarna kan opdracht
band minder toe.
m minister make nu ook het formeele eer-
berstel ln orde. nu hö het materieele heeft
aanvaard en uitgevoerd.
De heer DE ZEEUW (s.d.) dringt -
verlaging van accijnzen en de heer VES-
SEM (n.s.b.) op verlaging van las
rend bezit. Hij ls onverstaanbai
dien buiten de orde.
zegt, aat nei on
J* hehandeld en
Indi.
JJH schriftelijk
voorbereidt." zaï de voorzitter hem het woord
Denbeer v^VESSEM wil over de verlaging
van den gouden standaard spreken.
De VOORZITTER: Ook dat staat piet in het
'V<Deaheer v. VESSEM wil dan trachten een
ander onderwerp te behandelen en praat Iets
over een rede van minister Oud voor vrijzin
nige jongeren. Ten slotte verklaart hU niet
.voor de begrooting te kunnen stemmen.
De heer POLLEMA (c.h.) ls van meening, dat
het Egalisatiefonds in zijn eigen munt specu
leert Het aangenomen devaluatiepercentage
ls vrii willekeurig. De speculaties gaan door en
saheppen he± gevaar van te groote geldcircu
latie. Die ls er eigenlijk al.
De vraag ie: kunnen we met net egalisatie
fonds op denzelfden voet voortgaan en ls het
riet beter om op andere wijze de 20 pCt. deva
luatie te bereiken,
bfl voorkeur door meer Invoer van
grondstoffen. Daardoor kunnen we de
handelsbalans ln evenwicht houden, nu
de betalingsbalans reeds ln evenvrcht ls.
opstapeling v«n_|W
■we arm, oiiiu»t het goud 1—-
kracht voortdurend vermindert.
Vooral voor onze defensie hebben
grondstoffen en voorraden noodlg. Koopan
dle, dan krUgen we credletlnflatie. die er reeds
ls, nu ons geld zoo g
De VOORZITTER: U
temeene beschouwingen.
De heer POLLEMA erkent dat en
nog OP. dat de resultaten van de aanpassing
MINISTER OUD ANTWOORDT
De MINISTER VAN FINANCIËN zegt dat
om financieel» redenen afschaffing van de
Grondbelasting niet mogelijk ls.
Tusschen gedistilleerd- en sulkeracctjns
moet men geen valsche vergelijking
maken. Van de opcenten op de suiker-
accijns zUn er S Jaar geleden reeds 20
afgeschaft. We moeten nog verder, maar
de verantwoordelijkheid voor do finan
ciën belet zulks.
De verlaging van den gedistilleerd-accijns
s ook om andere redenen noodig, o.a. met het
«og op do smokkeijarij.
De minister wijst er voorts op, dat hö reeds
len gedistilleerd-accijns heeft willen verlagen,
chter met verhooging van de omzetbelasting
loor opcenten. De Tweede Kamer wilde dat
udeerd. Ztf zal
Bij de conversie maken de fondsen de
zelfde rente als vrije Inschrijvingen. Ze
worden niet bevoorrecht. Alleen wordt
de provisie toegekend, die uitgespaard
wordt, omdat de fondsen nle.t door be
middeling van de bankiers leenen. Wat
over deze dingen door Dr. Posthuma ls
beweerd, is volslagen onjuist.
Beleggers verliezen door conversie een de«
an hun inkomsten. Dat is Jammer. Maar oo
nderen gaan in inkomsten achteruit. Er i
rnskai
nt de
luntdej
.roken.
o 11
tusschen Regeering
rlandsche Bank. De Regeering is volledig
irantwoordeljjk, ook voor het al of niet ult-
Dat de Regeering het devaluatie percentage
20 wil houden, is een bewering, die op geen
ikele medcdeeling van de zijde van den
Getracht wordt groote schommelingen
van den gulden te voorkomen en dat
lukt aardig.
er nieuw geld noodig. dan wordt het goud
tnd en krijgt het fonds weer betaalmid
delen. Met de rente- en dlscontopolitlek wordt
ts het noodige gedaan om het beoogde
doel te bereiken.
Het ontslag aan den thesaurier-generaal ver
leend steunt op ongeschiktheid voor zijn ambt
en niet op de onmogelijkheid tot samenwer
king. Daarom is ontslag verleend op den eer
sten grond en op een wijze, waardoor de weg
tot den administratieven rechter open bleef.
Een dankbetuiging zou ln de gegeven om
standigheden een wonderlijke figuur zijn ge-
Voor de bekwaamheid van den vroe-
geren thesaurier-generaal heeft de mi
nister de grootste waardeering. Hö
heeft groote diensten aan het land be
wezen. De schorsing van dezen ambte
naar dupeerde den minister buitenge
woon. Het ontslag ls dan ook niet met
genoegen verleend, maar uit harde plicht,
hoe zwaar het vervullen daarvan ook
ylel.
De ontslagene ls een der voortreffelijk
ste ambtenaren geweest, die de minister
gehad heeft.
De zaak-Vröman vond de minister bö *tJn
optreden als afgedane zaak.
Als lid van de Tweede Kamer was hö Inder
tijd voorstander v$n eervol ontslag. Minister
de Geer dacht er echter anders over. Er
door hem een accoord getroffen met den
Vrijman, waarbij deze had verklaard zich
van verdere actie te zullen onthouden.
De minister acht het aangeboden werk
belangrijk bouwwerk. al kwam ln de
spronkelöke toezegging het woord „belang-
rök" niet voor. Tot 't accoord behoorde lntua-
hen zoo'n opdracht niet.
Ten slotte heeft de minister als werk gevon-
>n het bouwen van het postkantoor te Vlaar
dingen. dat 1% 2 ton zou kosten. Dat was
het bewijs van hersteld vertrouwen, van reha
bilitatie Het oneervol ontslag is en blijft af
gedaan. Zulks was ook met den heer Vrijman
,-ereengekomen.
De heer Vrijman heeft echter in de opdracht
•n verdere vergoeding voor geleden schade
willen vinden. Maar dat had er niets mee te
aken Een schadevergoeding van ruim f 60 000
as reeds eerder uitgekeerd: het ging alleen
>g maar om de rehabilitatie.
Er komt nu nog Iets onaangenaams bö.
De indruk ls gewekt, dat de heer Vrij
man uit de ..Oude Haagsche" 30.000 had
getrokken als vergoeding voor zün aan-
deelen. Maar zoo is het niet precies. Hö
heeft tweemaal 30.000 ontvangen plus
18.000 voor nog 6 andere aandeelen en
bovendien 62.000 voor het verlies van
zijn commissariaat Samen 130.000. Van
een Dreyfua-zaak heeft deze zaak niets.
De begrooting van het
Werkloosheidssubsidlefonds
die daarna aan de orde was, gaf aanleiding
tot het gebruikelijk debatje tusschen den heer
DE ZEEUW (s.d.) en den MINISTER. De be
grooting werd z. h. s. goedgekeurd.
De vergadering werd daarna verdaagd tot
hedenmorgen 11 uur. Dan is Justitie aan de
UIT DE A.R. PARTIJ
Anti-revolutionaire Staatkunde
Het Februari-nummer van dit tijdschrift is
met belangrijke en actueele lectuur gevuld.
Immers Dr. W. J. Kolkert Jr. schrijft een
eerste artikel over het Middelbaar Onderwijs
(en bezuiniging)Mr. J. Terpstra behandelt
de Ontwerp-pachtwet, waar hij zich als na
der Kamercommissie bijzonder ingewerkt
heeft; terwijl Mr. J. J. Hangelbroek de be-
teekenis »an het Rapport der Concentratie-
commissie uiteenzet.
Dat de Adviezen-rubriek, verzorgd door
Mr. J. W. Noteboom, als altijd interessant
is, behoeven we natuurlijk niet te zeggen.
HET VERSCHE
KADETJE
Minister heeft zijn standpunt
nog niet bepaald
Regeeringsenquête bij de
ondersteunden
In de Memorie van Antwoord aan de
Eerste Kamer over de Begrooting van
Sociale Zaken deelt de Minister mede
dat hij nog geen beslissing heelt kunnen
nemen over de kwestie „versch brood
aan het ontbijt", hetgeen mede het ge
volg is hiervan, dat deze materie is te
bezien in verband met het geheele
vraagstuk van den toestand in het
bakkersbedrijf; een vraagstuk, waar
ook andere departementen bij betrok
ken zijn.
Tot dusver zijn opgericht twaalf bedrijfs-
raden. Verwacht mag worden, dat andere
bedrijven zullen volgen. Instelling van een
bedrijfsraad voor het bouwbedrijf is reeds
in overweging. Voor toekenning van ver
ordenende bevoegdheid acht de Minister
den tijd nog niet gekomen.
In beginsel is de Minister gaarne bereid
te voldoen aan het verzoek om de spoedige
totstandkoming van een wettelijke regeling
ten aanzien van de particuliere pensioen
fondsen te bevorderen. Zooals men weet, is
dit onderwerp bij den Hoogen Raad van
Arbeid in studie. Zoodra diens rapport den
Minister bereikt heeft en dit zal niet
lang meer behoeven te duren zal hij zijn
standpunt definitief bepalen.
De commissie drinkwatervoorziening
westen des lands heeft een uitvoerig onder
zoek moeten instellen naar de bronnen,
welke voor de drinkwatervoorziening in
aanmerking komen, waarbij de metingen en
berekeningen o.m. aan de ervaring met be
trekking tot de ontzilting van het IJssel-
meer moesten worden getoetst. Het onder
zoek is thans voltooid en het eindrapport
kan binnenkort worden tegemoet gezien.
Het deed den Minister goed te vernemen,
dat er belangstelling- en waardeering be
staat voor het boekwerk: „Het werkende
land".
De regeering heeft voor een bedrag van
t 7.100 in de uitgaven van dit boek bijge
dragen.
De huidige steunnormen
De huidige steunnormen moeten, mede
gelet op de verbeteringen, die zijn aange
bracht, voldoende worden geacht om eenige
erhooging van de kosten van levensonder
houd te kunnen opvangen. Deze overweging
geldt ook ten aanzien van meer hulp als
gevolg van den langen duur der crisis.
Voorts zij opgemerkt, dat door de distri
butie van levensmiddelen den ondersteun
den een niet onbelangrijke aanvullende
hulp wordt geboden.
Ten einde de betrokkenen zooveel als
eenigszins mogelijk is, te kunnen tege
moetkomen in de behoefte aan kleeding,
schoeisel en dekking, is een begin ge
maakt met centralen inkoop van goede
ren, waarvoor de beschikbare gelden zoo
effectief mogelijk worden besteed en een
zoo ruim mogelijke verstrekking van
goederen plaats heeft.
In verband met een desbetreffende
opmerking, moge er de aandacht op
worden gevestigd, dat de vraag of in
derdaad van onvoldoende voeding bij
de ondersteunden sprake is, van regee-
ringswege zelf wordt onderzocht Zooals
bekend mag worden verondersteld, is
hiertoe een commissie van onderzoek
ingesteld. Alvorens terzake een oordeel
uit te spreken, meent de Minister het
resultaat van dit onderzoek te moeten
afwachten.
Verkorting van de werkweek
De Minister zegt niet de meening te kun
nen onderschrijven van de leden, die ver
korting van den arbeidstijd al een der voor
naamste middelen beschouwden om tot een
verdeeling van den arbeid over zooveel mo
gelijk personen te geraken. In bepaalde ge
vallen zou het aantal arbeiders, dat zeker
werk verricht, wel vergroot kunnen worden
Bijzondere bruiloft in Hilversum
Rotterdamsch echtpaar
herdenkt dit feest
in het Gooi
De levensgang van twee
menschen.
Vijftig jaar de gouden bruiloft,
zestig jaar het diamanten feest. Wat
moet dan wel een vijf en zestigjarig
huwelijksfeest zijn? Dat mag /oen
zeker wel de platina bruiloft genoemd
worden. In Hilversum hoopt het echt-
paar J. Hoogwerff-Weida op 29
Maart den dag te herdenken, waar
op het vijf en zestig jaar geleden iri
den echt verbonden werd.
Dat behoort tot de hooge zeldzaamheden
en daarom zijn we eens maar de aanstaande
bruid en bruidegom toegestapt am een
praatje en het blijkt, dat ook de bruid nog
de woning van hun jongste dochter m do
Nachtegaalstraat 5 te Hilversum, waar ze
sinds Juli van het vorige jaar iawonen.
De oude heer is direct bereid tot een
praatje en het blijkt, dia took die bruid nog
raag een woordje meespreekt. Zoo zitten
•e direct midden in het verledten.
De aanstaande bruid en bruidegom zijn
afkomstig uit Strijen. Ze hebben daar de
eerste vijftig jaar van hun leven gewoond.
De eerste vijftig jaar, het lijkt zonderling
als we dit schrijven, maar de oude heer
hoopt spoedig negentig jaar te worden en
zijn vrouw is 86 jaar oud. Dan mag men wel
van de „eerste vijftig jaar" spreken.
„Dat was werken"
Hij was metselaar, en vertelt van de
zware dagtaak.
„Werken meneer, dat was toen nog eens
werken. Tegenwoordig praten ze van wer
ken, maar dat is niets niemendal vergele
ken bij toen. Vam 's morgens vijf uur tol
s avonds zeven uur, en dat begon zoo toen
ik tien jaar oud was. En het loon? Een gul
den twintig per dag. En dat was voor die
tijd gerekend veel, want een boreenknecht
verdiende zestig cent per dag. Toen wij gin
gen trouwen, zeiden ze: met die hoef je geen
meelij te hebben, die verdienen zooveel.
Er trekt een glimlach over het gelaat van
dien gr ij zien baas als hij dlit vertelt
Hij komt wat naar voren uit zijn makke
lijken stoel om verder te kunnen vertellen.
„Uit Strijen vandaan ben ik naar Dordt
gegaan en uit Dordrecht ben ik naar Rot
terdam getrokken.
Dertig jaar achter elkaar heeft het
Jubileerende echtpaar in Rotterdam
gewoond, steeds in dezelfde woning
aan de Bloklandstraat Daar waren ze
dan ook zeer bekend en gezlien
Moeder de vrouw vertelt
„Ja", vertelt daarover de vrouw, „dat hart
u eens moeten zien, toen we verleden jaar
weggingen, met de auto. Ben menschen, dat
er kwamen kijken om ons gedag te zeggen.
We hadden daar een lieve woning, maar het
ging miiet meer. Nu gaat het veel beter met
me, dan in Rotterdam. Ja, er kwam heel
wat kijken, meneer, zoo vervolgt ze. Tvvaa'l
kinderen, dan is er wat te doen. En als mijn
man dan buitenaf werkte, dan stond tk
's morgens heel vroeg op om de groote tuiin
om te spitten. Niieit alles op één dag, dat
kon ik niet volhouden, maar geregeld een
stukje. En dan moest ik verdier ook de heele
tuin doen, spitten, en zaaien en ook het vuil
eruit hou dien. Maar dat was onze winner,
dat we die tuin hadden".
„En iik ginjg nog wel eens visschen,
's nachts, peuren zoo gereid", zoo gaat dan
koogwerff weer verder. „Overdag werkte ik
dan, maar 's naohts ging ik visschen. en als
ik paling gevangen had, dam verkocht mijn
vrouw ze".
„Ja, dat is zoo". Het vrouwtje leeft weer
op bij de herininiering. „Ik ging dan eerst
met de levende paling bij de mensohen
langs om te vragen of ze ze hebben wilden
en dan ging ik naar huis om ze schoon to
maken, en dam bracht ik ze weg. Wat ik e'
voor kreeg, was iaën extraatje. Dat ging niet
zoo maar in het huishouden! Neen, ik moest
er wat vam hebben voor de kinderen, een
schortje of zoo. Want altijd kwam er wal
wat te pas, in zoo'n groot gezin".
Lezers van de V.C.P.
De oude baas vertelt dan weer, dat hij ge
regeld oog buiten komt. Als het maar
eventjes goed weer is. dan is hij buiten. Hij
houdt er niet van om in huis te zitten. Naar
de kerk gaan ze niet meer. Het is te ver weg
In Rotterdam zijn ze verleden jaar nog wel
geweest, daar was de kerk vlakbij, maar
hier in Hilversum kan dat niet.
Wel lezen ze altijd nog trouw de Rotter
dammer, die spellen ze van het begin tot het
einde.
„Ach meneer, het ls zoo'n poosje, als Je er
op terugziet" zegt de bruid. „Het is zoo om
geweest, voor je gedachten, als je achterom
kijkt. En dan vragen de menschen wel eens.
of we nooit ruzie gehad hadden. Ik zei dan.
natuurlijk wel eens, over de kinderen, als
mijn man vond, dat ik ze te veel toegaf.
Maar dat hoort erbij om weer goed op elkaar
te worden, zeg ik altijd maar. Maar in die
vijf en zestig jaar hebben we toch nooit erge
woordlen gehad".
Als we dan het vriendelijke gezichtje zien,
dat zoo trouwhartg naar den ouden echt
vriend opkijkt, dan begrijpen we er iets van,
dat twee menschen vijf en zestig jaar lang,
door Gods goedheid zoo zien ze het ook
zelf samen hebben geleefd en gewerkt
voor de kinderen, en nu in hun hoogen
ouderdom elkaar niet missen kunnen...
Stil verbeiden
„Het is zoo om", zoo verklaart ook 3e
bruidegom. „Die wekien, het is net of
omvliegen, en of het hoe langer hoe harder
gaat."
Misschien heeft hij daaraan wel gelijk, de
oude baas. Onze tijd met sneltreinvaart en
vliegtuigjacht zweept voort, meer dan vroe
ger toen dit eohtpaar begon in het jonge
huishouden. Nu hebben ze hun leven achter
den rug. Acht kinderen zijn er over uit het
huwelijk, en die zullen straks met vader en
moeder het schoone feest mogen herdenken.
Mogen ze ook van vele zijden buiten den
familiekring belangstelling ondervinden.
Gods genade, anders niets, het is de grond
toon van het gesprek, dat daarom temeer
ontroert door de stille vroomheid van twee
stille oude menschen.
Geen
Kunstmatig
m« van «en gave, gezon.
de huid. dank zij de ge
regelde behandeling mei
de heilzame, genee»-
krachtige PUROL Dezr
voedt.versterkten zuiver
de huidweefsels en houdt j
handen en gelaat zacht l
als fluweel. Naost goud
gele is thons ook witte
Purol verkrijgbaar. Deze
boor uit en is daarom voor Dames en
Meisjes soo aangenaam bij de verzorg,
ging van handen en gelaat
zuivert verzacht geneest
Doos 30,Tube A5ct. Bij Apoth.en Drogisten
rijft onzichM
De grootste moeilijkheid leveren
hierbij de loonen op; zoolang daarom
trent geen oplossing verkregen is, valt
aan verplichte werktijdverkorting niet
te denken.
Ook de vrijwillige toepassing van de ver*
korte werkweek in eenige bedrijven, welke
zich daartoe, naar het'scheen. het best lee*
nen (het bouwbedrijf, het lithografisch be*
drijf en het chemigrafisch bedrijf), is tot mi
toe op deze loonbezwaren afgestuit.
BffiRIQU
DONDERDAG 4 MAART
HILVERSUM I 1875 M. AVRO-Uitzending,
8.00 Gram.pl. 10.00 Morgen-wijding. 10.15
Gewijde muziek. 10.30 Het Omroeporkest
en soliste. (In de pauze: Pianospel). 12.30
Kovacs Lajos' orkest. 2.15 Het Lyra-Trio.
3.00 Naaicursus. 3.45 Gram.pl. 4.00 Voor
zieken en thuiszittenden. 4.30 Orgelcon
cert. 4.50 Voor de kinderen. 5.35 Het
Aeolian-orkest. 7.00 Voor de kinderen.
7.06 Pianovoordracht. 7.30 Engelsche les.
8.00 Berichten ANP. Hierna: „Euryanthe"
opera in concertvonn. In de pauze: „Werü
loosheid en Welvaart", causerie. 11.00
Berichten ANP.
HILVERSUM n 301 M. 8.00—9.15 KRO.
10.00 NCRV. 11.00 KRO. 2.00—11.30
NCRV. 8.00—9.15 en 10.00 Gram.pl. 10.30
Morgendienst. 10.45 Gram.pl. 11.30 Godsd.
halfuur. 12.00 Berichten. 12.15 KRO-
orkest en Gram.pl. 2.00 Handwerkcursus.
3.00 Gram.pl. 3.454.45 Bijbellezing. 5.00
Handenarbeid v. d. jeugd. 5.30 Trio-con
cert. 6.45 C-N.V.-kwartiertje. 7.00 Berich
ten. 7.15 „Naar zonnig Italië", causerie
7.35 Berichten ANP. 7.45 Matthaus-pas-
sion. (Om 9.05 Religieuze causerie). 10.45
Berichten ANP. 10.5011.30 Gram.pl.
Hierna: Schriftlezing.
DROITWICH 1500 M. 12.10 BBC-orkest mmv
solist. 1.05 Alt en tenor. 1.35 Orkest mmv
soliste. 3.35 Sted. orkest. 5.35 Band. 6.40
Boekbespreking. 7.50 BBC-Harmonie
orkest. 8.20 Ensemble. 8.45 Zang. 9.0Ó
Dialoog over Shakespeare. 9.40 Orgelcon
cert. 10.20 Kerkdienst. 10.40 Kwintet mmv
soliste.
BRUSSEL 322 en 484 M. 322 M.: 1.00 Salon
orkest. 1.30 Kleinorkest. 5.20 Omroepor
kest. 8.20 St. Romboutskoor m.m.v. solist.
9.20 Symphonieorkest.
484 M.: 12.50 Kleinorkest. 1.30 Salon
orkest. 5.30 Salonorkest. 6.50 Zang. 8.20
Omroeporkest. 9.35 Omroeporkest.
DEUTSCHLANDSENDER 1571 M. 7.30 We-
genbouw-programma. 9.50 Kwartet-con
cert.
de nieuwste.
RIJKEN^ LANGE
GeftBNNENROTTE ISA ROTTERDAM
(25
Voor hem draaft fier en jeugdig-sterk het paard: het werpt
de pooten hoog op, de ijzers slaan krachtig op het pad.
„Prachtig dier'*, bewondert de boer, „je bent jong en
levendig; nee, jij voelt geen schuld, je bent een dier, en voor
zichtigheid wordt niet van je geëischt. Maar je baas had
beter moeten weten; die had voorzichtig moeten zijn".
„Je baasineens ziet hij het dwingend duidelijk, „je
baas is de priester of de leviet, hij zou een barmhartige
Samaritaan moeten wezen".
„Heere, Heere", zucht hij. „ik ben een zondig mensch"*
Bij een dam voor een inrijlaan springt hij van de wagen,
grijpt het paard bij de halster. „We gaan terug, wit", zegt hij,
cn laat het paard dat bang trappelt, keeren.
Als hij bij de eikbocht van Piet Bruining komt, staan de
koeien er op een hoop, maar de melkers zijn weg.
„Gelukkig", zucht hij. En denkend aan de smart van een
vader om zijn stervend kind, rijdt hij naar zijn eigen land
terug.
Zij waren gaan melken, Piet Bruining en Gijs. Ze hadden
bet paard aan het hek vastgebonden in de schaduw van de
aan weerskanten van de dam staande olmen. Terwijl de
boer de wagen uitlaadde, was zijn broer het land ingeloopen
om de koeien in de bocht te drijven. Toen hij roepend en
jagend achter de laatste onwillige de bocht binnenkwam,
zag hij Aaltje wild en onstuimig langs de weg aanfietsen.
Snel, razend gingen haar beenen op en neer.
„D'r is wat'', riep hij aan zijn broer die met melken be
gonnen was. „Daar komt Aaltje".
Piet keek langs zijn koe, maar kon niets zien. Hij bleef, de
melkemmer tusschen de knieën klemmend, op het melkblok
zitten, maar hield op met melken.
Aaltje remde zoo plotseling en sterk, toen ze bij het hek
was. dat zij viel. Zij sprong dadelijk weer op en liet de fiets
midden op de weg liggen.
„D'r is een ongeluk gebeurd", riep zij al voor het hek. Zij
hijgde. „Een ongeluk", riep ze nog eens, toen ze in de bocht
stond. „Arie is overgereden''.
Piet sprong op. De emmer viel om en de melk vloeide op
de harde grond van de bocht uit. „Is 't erg?" vroeg hij. Het
was een schreeuw.
„Over z'n buik", antwoordde de meid bezorgd. „Hij is nog
naar huis komen loopen''.
De boer hoorde de laatste woorden niet meer. Hij was weg-
geloopen en sprong op de wagen.
„Neem mijn fiets", riep Aaltje. Maar het paard sprong al
ïn een woeste galop over de weg. De boer stond op de bok,
het bange dier tot wild wordens met zweep en schreeuwen
aanvurend, aanhitsend.
Aaltje ging weer terug, fietste de wagen achterna.
HulgeJopSf de; achtergootea aaa elkaar gef>oaden, stond de
koe die Piet gemolken had, en loeide. Gijs maakte de touwen
los, zette de emmer in een hoek, en draafde de weg langs,
Van de beide anderen was niets meer te zien.
Toen'hij hijgend op de woning kwam, was het stil op de
werf; in huis was het donker. Het was hem of de vlammen
uit zijn gezicht zouden slaan; zijn bloed bonsde en brandde.
Hij ging in de kamer en zag zijn broer bij de bedstede
staan. Nog nooit had hij diens gezicht zóó wit gezien, ook
niet in de felste drift. Hij merkte hoe zijn onderlip .trilde. Het
scheen, dat hij op hem gewacht had, want hij keek hem
dadelijk aan toen hij binnenkwam. Oogen vol smart waren het.
„De dokter", wenkte hij.
Gijs kon enkel van ver naar het kind zien, dat lang uitge
strekt op het bed lag. De moeder zat er naast; zij bewoog
niet, doch zat strak in de bedstee te staren.
„Is dat Arie?" schrok hij. De jongen was bleek blauw, en
tusschen de dikke, donkere lippen, schuimde bloed. „Dood?"
mompelde hij ontzet.
Piet kromp ineen, schudde het hoofd. „De dokter", klaag
den zijn oogen.
Gijs ging, wisselde zijn kiel voor een jasje, en sprong op
de fiets, die Aaltje al voor hem uit de schuur gehaald had.
Hij vond den dokter thuis; zijn auto stond voor. Dadelijk
reed hij naar „Nooit Volmaakt". Toen Gijs op de open
grintweg kwam, zag hij nog slechts in de verte de hoog op
dwarrelende stofwolken. De dokter was al weer weg. naar
het ziekenhuis in de stad, toen hij thuiskwam.
Een half uur later komt een ziekenauto het kind halen. De
vader rijdt mee, langzaam wiegelt de auto de werf af.
Een zware stilte ligt plotseling over de woning. Een be
klemming en drukking die er is in de nabijheid van den dood.
Gijs gaat melken,. Aaltje die hem svil komen heigen, laat
hij thuis: Neeltje ïs alleen, ze zit zoo wezenloos op haar stoel
bij het leege bed, dat hij de meid raadt op haar te letten*
De moeder ïs ïn de kamer blijven zitten, verslagen,
schreiend, met oogen, die de zegen der tranen missen. Haar
handen rusten in haar schoot en frommelen zenuwachtig aaq
een zakdoek. Zij kan niet anders dan denken, mijmerend den
ken, aan haar kind, dat zij zoo bleek en met bebloede mond
voor zich blijft zien. Heel haar lichaam siddert en trilt, maar
haar gezicht is bleek en marmerstrak. De bevende hand veegt
nu en dan langs de oogen, die niet weenen kunnen.
Aldoor blijft zij de schrik voelen, die haar vlijmend ïn haar
hart trof. toen zij Arie zag komen aanstrompelen. Die schrik
siddert nog in haar; ze kan niet anders dan telkens dat
oogenblik weer beleven in al zijn diepe pijn, al zijn steeds
diepere pijn.
Zoo zit zij daar bij het bed, dat nu leeg ïs, smartelijk leeg*
Ze wil er niet vandaan, hoe Gijs haar er van weg wil leiden.
Ze zit daar maar te schreien, en kan niet weenen, te mijmeren
en kan niet denken. En de eenige beweging is die van haar
vermoeide hand, om met de zakdoek langs het bleeke, strakke
gezicht te vegen. Zij mijmert en weet slechts dit eene, dat zij
zooveel van haar kind houdt, zooveel
Even later komt de vader terug. Hij heeft een fiets van deil
portier van het ziekenhuis geleend.
„We mogen komen hooren", zegt hij, als Hij ïn de kamer
komt, een groote man met zware vermoeide bewegingen en
woorden.
„We mogen dadelijk bij hem".
(Wordt vervolgd)