/^^pLHMKT Begrooting van Financien goedgekeurd Vijf en Zestig Jaar Getrouwd PUROL<$^ RAÉB J?f^OJVERMEE.& iKNSDAG 3 MAART 1937 Eerste Kamer Gevraagd wordt om verlaging van accijns op bier en gedistilleerd Begrooting Werkloosheids- stibsidiefonds goedgekeurd Vergadering van 2 Maart 1937 De heffing is zoo hoog. dat de op brengst daalt. Het café-restaurantbedrüf moet dezer zomer nog van de verlaging profiteeren. De heer FLESKENS (r.-k.) betoogt dat door het in sterke mate deelnemen van Rijksfondsen aan conversieleenlngen het rentepercentage wordt gedrukt. Dat brc stigêr voorwaarden in dan particulieren, meent de heer Fleskens. De drang naar verlaging van den bieraccijns werd krachtig ondersteund. De heer KNOTTENBELT (11b.) wenscht even eens verlaging van den bier- en gedistllleerd- aC(Jehoopt wordt, dat eerlang omtrent stich ting van een representatief gebouw op Sorgh- vliet in Den Haag een beslissing wordt ge- :nlang het RLik heeft gediend. Hö is ook zonder eenige uitkeerlng weggezonden, hoewel de gelegenheid er voor aanwezig was. Wat nu gebeurd is kwetst het billiJkhelds- ^De6 heer SERRARENS (r.k.) bespreekt de zaak-Vrijman. Het gewenschte slot aan deze zaak ls nog niet gekomen. Wel ls getracht een oplossing te vinden voor dezen man. die op formeele gronden wel bevoordeeld ls, maar materieel zich niet bevoordeeld heeft. Hem ls een bouwwerk opgedragen, als be wijs voor zün rehabilitatie. Dit gebouw, het postkantoor te Vlaardingen, was echter geen „belangrijk" gebouw. En daarover toch waren minister en Tweede Kamer het eens gewor den. Wil of kan de Regeering g' werk opdragen. _jPH| ;rleende on eervol ontslag worden Ingetrokken. De heer v. CITTERS (ar.) 1s van meening, dat de heer Vrijman slachtoffer ls geworden van destijds in juridischen zin ongeschreven recht OP het gebied van het comptabel bene— des Rijki wikkelde zich ihrlftt.- om mee te werken. Er practtjk ,die formeel niet ju.oc 'ieel niet was te ontgaan. De heer Vrijman heeft zich aan overtreding schuldig gemaakt, maar niet zich zelf bevoor deeld. Oneervol ontslag kreeg hb voor het vonnis was gevallen. In dat vonnis stond ech ter, dat de heer Vrijman zich zelf niet had be voordeeld Er was voor eerherstel, na 't onder- trane moreele leed. alle reden. Tot nu toe is dat steeds uitgebleven. Minister De Geer stond er indertijd volkomen afwijzend tegenover. Dit Kabinet toont zich minder star. Maar wil men eerherstel, dan moet ook het oneervol ontslag worden ingetrokken en daarna kan opdracht band minder toe. m minister make nu ook het formeele eer- berstel ln orde. nu hö het materieele heeft aanvaard en uitgevoerd. De heer DE ZEEUW (s.d.) dringt - verlaging van accijnzen en de heer VES- SEM (n.s.b.) op verlaging van las rend bezit. Hij ls onverstaanbai dien buiten de orde. zegt, aat nei on J* hehandeld en Indi. JJH schriftelijk voorbereidt." zaï de voorzitter hem het woord Denbeer v^VESSEM wil over de verlaging van den gouden standaard spreken. De VOORZITTER: Ook dat staat piet in het 'V<Deaheer v. VESSEM wil dan trachten een ander onderwerp te behandelen en praat Iets over een rede van minister Oud voor vrijzin nige jongeren. Ten slotte verklaart hU niet .voor de begrooting te kunnen stemmen. De heer POLLEMA (c.h.) ls van meening, dat het Egalisatiefonds in zijn eigen munt specu leert Het aangenomen devaluatiepercentage ls vrii willekeurig. De speculaties gaan door en saheppen he± gevaar van te groote geldcircu latie. Die ls er eigenlijk al. De vraag ie: kunnen we met net egalisatie fonds op denzelfden voet voortgaan en ls het riet beter om op andere wijze de 20 pCt. deva luatie te bereiken, bfl voorkeur door meer Invoer van grondstoffen. Daardoor kunnen we de handelsbalans ln evenwicht houden, nu de betalingsbalans reeds ln evenvrcht ls. opstapeling v«n_|W ■we arm, oiiiu»t het goud 1—- kracht voortdurend vermindert. Vooral voor onze defensie hebben grondstoffen en voorraden noodlg. Koopan dle, dan krUgen we credletlnflatie. die er reeds ls, nu ons geld zoo g De VOORZITTER: U temeene beschouwingen. De heer POLLEMA erkent dat en nog OP. dat de resultaten van de aanpassing MINISTER OUD ANTWOORDT De MINISTER VAN FINANCIËN zegt dat om financieel» redenen afschaffing van de Grondbelasting niet mogelijk ls. Tusschen gedistilleerd- en sulkeracctjns moet men geen valsche vergelijking maken. Van de opcenten op de suiker- accijns zUn er S Jaar geleden reeds 20 afgeschaft. We moeten nog verder, maar de verantwoordelijkheid voor do finan ciën belet zulks. De verlaging van den gedistilleerd-accijns s ook om andere redenen noodig, o.a. met het «og op do smokkeijarij. De minister wijst er voorts op, dat hö reeds len gedistilleerd-accijns heeft willen verlagen, chter met verhooging van de omzetbelasting loor opcenten. De Tweede Kamer wilde dat udeerd. Ztf zal Bij de conversie maken de fondsen de zelfde rente als vrije Inschrijvingen. Ze worden niet bevoorrecht. Alleen wordt de provisie toegekend, die uitgespaard wordt, omdat de fondsen nle.t door be middeling van de bankiers leenen. Wat over deze dingen door Dr. Posthuma ls beweerd, is volslagen onjuist. Beleggers verliezen door conversie een de« an hun inkomsten. Dat is Jammer. Maar oo nderen gaan in inkomsten achteruit. Er i rnskai nt de luntdej .roken. o 11 tusschen Regeering rlandsche Bank. De Regeering is volledig irantwoordeljjk, ook voor het al of niet ult- Dat de Regeering het devaluatie percentage 20 wil houden, is een bewering, die op geen ikele medcdeeling van de zijde van den Getracht wordt groote schommelingen van den gulden te voorkomen en dat lukt aardig. er nieuw geld noodig. dan wordt het goud tnd en krijgt het fonds weer betaalmid delen. Met de rente- en dlscontopolitlek wordt ts het noodige gedaan om het beoogde doel te bereiken. Het ontslag aan den thesaurier-generaal ver leend steunt op ongeschiktheid voor zijn ambt en niet op de onmogelijkheid tot samenwer king. Daarom is ontslag verleend op den eer sten grond en op een wijze, waardoor de weg tot den administratieven rechter open bleef. Een dankbetuiging zou ln de gegeven om standigheden een wonderlijke figuur zijn ge- Voor de bekwaamheid van den vroe- geren thesaurier-generaal heeft de mi nister de grootste waardeering. Hö heeft groote diensten aan het land be wezen. De schorsing van dezen ambte naar dupeerde den minister buitenge woon. Het ontslag ls dan ook niet met genoegen verleend, maar uit harde plicht, hoe zwaar het vervullen daarvan ook ylel. De ontslagene ls een der voortreffelijk ste ambtenaren geweest, die de minister gehad heeft. De zaak-Vröman vond de minister bö *tJn optreden als afgedane zaak. Als lid van de Tweede Kamer was hö Inder tijd voorstander v$n eervol ontslag. Minister de Geer dacht er echter anders over. Er door hem een accoord getroffen met den Vrijman, waarbij deze had verklaard zich van verdere actie te zullen onthouden. De minister acht het aangeboden werk belangrijk bouwwerk. al kwam ln de spronkelöke toezegging het woord „belang- rök" niet voor. Tot 't accoord behoorde lntua- hen zoo'n opdracht niet. Ten slotte heeft de minister als werk gevon- >n het bouwen van het postkantoor te Vlaar dingen. dat 1% 2 ton zou kosten. Dat was het bewijs van hersteld vertrouwen, van reha bilitatie Het oneervol ontslag is en blijft af gedaan. Zulks was ook met den heer Vrijman ,-ereengekomen. De heer Vrijman heeft echter in de opdracht •n verdere vergoeding voor geleden schade willen vinden. Maar dat had er niets mee te aken Een schadevergoeding van ruim f 60 000 as reeds eerder uitgekeerd: het ging alleen >g maar om de rehabilitatie. Er komt nu nog Iets onaangenaams bö. De indruk ls gewekt, dat de heer Vrij man uit de ..Oude Haagsche" 30.000 had getrokken als vergoeding voor zün aan- deelen. Maar zoo is het niet precies. Hö heeft tweemaal 30.000 ontvangen plus 18.000 voor nog 6 andere aandeelen en bovendien 62.000 voor het verlies van zijn commissariaat Samen 130.000. Van een Dreyfua-zaak heeft deze zaak niets. De begrooting van het Werkloosheidssubsidlefonds die daarna aan de orde was, gaf aanleiding tot het gebruikelijk debatje tusschen den heer DE ZEEUW (s.d.) en den MINISTER. De be grooting werd z. h. s. goedgekeurd. De vergadering werd daarna verdaagd tot hedenmorgen 11 uur. Dan is Justitie aan de UIT DE A.R. PARTIJ Anti-revolutionaire Staatkunde Het Februari-nummer van dit tijdschrift is met belangrijke en actueele lectuur gevuld. Immers Dr. W. J. Kolkert Jr. schrijft een eerste artikel over het Middelbaar Onderwijs (en bezuiniging)Mr. J. Terpstra behandelt de Ontwerp-pachtwet, waar hij zich als na der Kamercommissie bijzonder ingewerkt heeft; terwijl Mr. J. J. Hangelbroek de be- teekenis »an het Rapport der Concentratie- commissie uiteenzet. Dat de Adviezen-rubriek, verzorgd door Mr. J. W. Noteboom, als altijd interessant is, behoeven we natuurlijk niet te zeggen. HET VERSCHE KADETJE Minister heeft zijn standpunt nog niet bepaald Regeeringsenquête bij de ondersteunden In de Memorie van Antwoord aan de Eerste Kamer over de Begrooting van Sociale Zaken deelt de Minister mede dat hij nog geen beslissing heelt kunnen nemen over de kwestie „versch brood aan het ontbijt", hetgeen mede het ge volg is hiervan, dat deze materie is te bezien in verband met het geheele vraagstuk van den toestand in het bakkersbedrijf; een vraagstuk, waar ook andere departementen bij betrok ken zijn. Tot dusver zijn opgericht twaalf bedrijfs- raden. Verwacht mag worden, dat andere bedrijven zullen volgen. Instelling van een bedrijfsraad voor het bouwbedrijf is reeds in overweging. Voor toekenning van ver ordenende bevoegdheid acht de Minister den tijd nog niet gekomen. In beginsel is de Minister gaarne bereid te voldoen aan het verzoek om de spoedige totstandkoming van een wettelijke regeling ten aanzien van de particuliere pensioen fondsen te bevorderen. Zooals men weet, is dit onderwerp bij den Hoogen Raad van Arbeid in studie. Zoodra diens rapport den Minister bereikt heeft en dit zal niet lang meer behoeven te duren zal hij zijn standpunt definitief bepalen. De commissie drinkwatervoorziening westen des lands heeft een uitvoerig onder zoek moeten instellen naar de bronnen, welke voor de drinkwatervoorziening in aanmerking komen, waarbij de metingen en berekeningen o.m. aan de ervaring met be trekking tot de ontzilting van het IJssel- meer moesten worden getoetst. Het onder zoek is thans voltooid en het eindrapport kan binnenkort worden tegemoet gezien. Het deed den Minister goed te vernemen, dat er belangstelling- en waardeering be staat voor het boekwerk: „Het werkende land". De regeering heeft voor een bedrag van t 7.100 in de uitgaven van dit boek bijge dragen. De huidige steunnormen De huidige steunnormen moeten, mede gelet op de verbeteringen, die zijn aange bracht, voldoende worden geacht om eenige erhooging van de kosten van levensonder houd te kunnen opvangen. Deze overweging geldt ook ten aanzien van meer hulp als gevolg van den langen duur der crisis. Voorts zij opgemerkt, dat door de distri butie van levensmiddelen den ondersteun den een niet onbelangrijke aanvullende hulp wordt geboden. Ten einde de betrokkenen zooveel als eenigszins mogelijk is, te kunnen tege moetkomen in de behoefte aan kleeding, schoeisel en dekking, is een begin ge maakt met centralen inkoop van goede ren, waarvoor de beschikbare gelden zoo effectief mogelijk worden besteed en een zoo ruim mogelijke verstrekking van goederen plaats heeft. In verband met een desbetreffende opmerking, moge er de aandacht op worden gevestigd, dat de vraag of in derdaad van onvoldoende voeding bij de ondersteunden sprake is, van regee- ringswege zelf wordt onderzocht Zooals bekend mag worden verondersteld, is hiertoe een commissie van onderzoek ingesteld. Alvorens terzake een oordeel uit te spreken, meent de Minister het resultaat van dit onderzoek te moeten afwachten. Verkorting van de werkweek De Minister zegt niet de meening te kun nen onderschrijven van de leden, die ver korting van den arbeidstijd al een der voor naamste middelen beschouwden om tot een verdeeling van den arbeid over zooveel mo gelijk personen te geraken. In bepaalde ge vallen zou het aantal arbeiders, dat zeker werk verricht, wel vergroot kunnen worden Bijzondere bruiloft in Hilversum Rotterdamsch echtpaar herdenkt dit feest in het Gooi De levensgang van twee menschen. Vijftig jaar de gouden bruiloft, zestig jaar het diamanten feest. Wat moet dan wel een vijf en zestigjarig huwelijksfeest zijn? Dat mag /oen zeker wel de platina bruiloft genoemd worden. In Hilversum hoopt het echt- paar J. Hoogwerff-Weida op 29 Maart den dag te herdenken, waar op het vijf en zestig jaar geleden iri den echt verbonden werd. Dat behoort tot de hooge zeldzaamheden en daarom zijn we eens maar de aanstaande bruid en bruidegom toegestapt am een praatje en het blijkt, dat ook de bruid nog de woning van hun jongste dochter m do Nachtegaalstraat 5 te Hilversum, waar ze sinds Juli van het vorige jaar iawonen. De oude heer is direct bereid tot een praatje en het blijkt, dia took die bruid nog raag een woordje meespreekt. Zoo zitten •e direct midden in het verledten. De aanstaande bruid en bruidegom zijn afkomstig uit Strijen. Ze hebben daar de eerste vijftig jaar van hun leven gewoond. De eerste vijftig jaar, het lijkt zonderling als we dit schrijven, maar de oude heer hoopt spoedig negentig jaar te worden en zijn vrouw is 86 jaar oud. Dan mag men wel van de „eerste vijftig jaar" spreken. „Dat was werken" Hij was metselaar, en vertelt van de zware dagtaak. „Werken meneer, dat was toen nog eens werken. Tegenwoordig praten ze van wer ken, maar dat is niets niemendal vergele ken bij toen. Vam 's morgens vijf uur tol s avonds zeven uur, en dat begon zoo toen ik tien jaar oud was. En het loon? Een gul den twintig per dag. En dat was voor die tijd gerekend veel, want een boreenknecht verdiende zestig cent per dag. Toen wij gin gen trouwen, zeiden ze: met die hoef je geen meelij te hebben, die verdienen zooveel. Er trekt een glimlach over het gelaat van dien gr ij zien baas als hij dlit vertelt Hij komt wat naar voren uit zijn makke lijken stoel om verder te kunnen vertellen. „Uit Strijen vandaan ben ik naar Dordt gegaan en uit Dordrecht ben ik naar Rot terdam getrokken. Dertig jaar achter elkaar heeft het Jubileerende echtpaar in Rotterdam gewoond, steeds in dezelfde woning aan de Bloklandstraat Daar waren ze dan ook zeer bekend en gezlien Moeder de vrouw vertelt „Ja", vertelt daarover de vrouw, „dat hart u eens moeten zien, toen we verleden jaar weggingen, met de auto. Ben menschen, dat er kwamen kijken om ons gedag te zeggen. We hadden daar een lieve woning, maar het ging miiet meer. Nu gaat het veel beter met me, dan in Rotterdam. Ja, er kwam heel wat kijken, meneer, zoo vervolgt ze. Tvvaa'l kinderen, dan is er wat te doen. En als mijn man dan buitenaf werkte, dan stond tk 's morgens heel vroeg op om de groote tuiin om te spitten. Niieit alles op één dag, dat kon ik niet volhouden, maar geregeld een stukje. En dan moest ik verdier ook de heele tuin doen, spitten, en zaaien en ook het vuil eruit hou dien. Maar dat was onze winner, dat we die tuin hadden". „En iik ginjg nog wel eens visschen, 's nachts, peuren zoo gereid", zoo gaat dan koogwerff weer verder. „Overdag werkte ik dan, maar 's naohts ging ik visschen. en als ik paling gevangen had, dam verkocht mijn vrouw ze". „Ja, dat is zoo". Het vrouwtje leeft weer op bij de herininiering. „Ik ging dan eerst met de levende paling bij de mensohen langs om te vragen of ze ze hebben wilden en dan ging ik naar huis om ze schoon to maken, en dam bracht ik ze weg. Wat ik e' voor kreeg, was iaën extraatje. Dat ging niet zoo maar in het huishouden! Neen, ik moest er wat vam hebben voor de kinderen, een schortje of zoo. Want altijd kwam er wal wat te pas, in zoo'n groot gezin". Lezers van de V.C.P. De oude baas vertelt dan weer, dat hij ge regeld oog buiten komt. Als het maar eventjes goed weer is. dan is hij buiten. Hij houdt er niet van om in huis te zitten. Naar de kerk gaan ze niet meer. Het is te ver weg In Rotterdam zijn ze verleden jaar nog wel geweest, daar was de kerk vlakbij, maar hier in Hilversum kan dat niet. Wel lezen ze altijd nog trouw de Rotter dammer, die spellen ze van het begin tot het einde. „Ach meneer, het ls zoo'n poosje, als Je er op terugziet" zegt de bruid. „Het is zoo om geweest, voor je gedachten, als je achterom kijkt. En dan vragen de menschen wel eens. of we nooit ruzie gehad hadden. Ik zei dan. natuurlijk wel eens, over de kinderen, als mijn man vond, dat ik ze te veel toegaf. Maar dat hoort erbij om weer goed op elkaar te worden, zeg ik altijd maar. Maar in die vijf en zestig jaar hebben we toch nooit erge woordlen gehad". Als we dan het vriendelijke gezichtje zien, dat zoo trouwhartg naar den ouden echt vriend opkijkt, dan begrijpen we er iets van, dat twee menschen vijf en zestig jaar lang, door Gods goedheid zoo zien ze het ook zelf samen hebben geleefd en gewerkt voor de kinderen, en nu in hun hoogen ouderdom elkaar niet missen kunnen... Stil verbeiden „Het is zoo om", zoo verklaart ook 3e bruidegom. „Die wekien, het is net of omvliegen, en of het hoe langer hoe harder gaat." Misschien heeft hij daaraan wel gelijk, de oude baas. Onze tijd met sneltreinvaart en vliegtuigjacht zweept voort, meer dan vroe ger toen dit eohtpaar begon in het jonge huishouden. Nu hebben ze hun leven achter den rug. Acht kinderen zijn er over uit het huwelijk, en die zullen straks met vader en moeder het schoone feest mogen herdenken. Mogen ze ook van vele zijden buiten den familiekring belangstelling ondervinden. Gods genade, anders niets, het is de grond toon van het gesprek, dat daarom temeer ontroert door de stille vroomheid van twee stille oude menschen. Geen Kunstmatig m« van «en gave, gezon. de huid. dank zij de ge regelde behandeling mei de heilzame, genee»- krachtige PUROL Dezr voedt.versterkten zuiver de huidweefsels en houdt j handen en gelaat zacht l als fluweel. Naost goud gele is thons ook witte Purol verkrijgbaar. Deze boor uit en is daarom voor Dames en Meisjes soo aangenaam bij de verzorg, ging van handen en gelaat zuivert verzacht geneest Doos 30,Tube A5ct. Bij Apoth.en Drogisten rijft onzichM De grootste moeilijkheid leveren hierbij de loonen op; zoolang daarom trent geen oplossing verkregen is, valt aan verplichte werktijdverkorting niet te denken. Ook de vrijwillige toepassing van de ver* korte werkweek in eenige bedrijven, welke zich daartoe, naar het'scheen. het best lee* nen (het bouwbedrijf, het lithografisch be* drijf en het chemigrafisch bedrijf), is tot mi toe op deze loonbezwaren afgestuit. BffiRIQU DONDERDAG 4 MAART HILVERSUM I 1875 M. AVRO-Uitzending, 8.00 Gram.pl. 10.00 Morgen-wijding. 10.15 Gewijde muziek. 10.30 Het Omroeporkest en soliste. (In de pauze: Pianospel). 12.30 Kovacs Lajos' orkest. 2.15 Het Lyra-Trio. 3.00 Naaicursus. 3.45 Gram.pl. 4.00 Voor zieken en thuiszittenden. 4.30 Orgelcon cert. 4.50 Voor de kinderen. 5.35 Het Aeolian-orkest. 7.00 Voor de kinderen. 7.06 Pianovoordracht. 7.30 Engelsche les. 8.00 Berichten ANP. Hierna: „Euryanthe" opera in concertvonn. In de pauze: „Werü loosheid en Welvaart", causerie. 11.00 Berichten ANP. HILVERSUM n 301 M. 8.00—9.15 KRO. 10.00 NCRV. 11.00 KRO. 2.00—11.30 NCRV. 8.00—9.15 en 10.00 Gram.pl. 10.30 Morgendienst. 10.45 Gram.pl. 11.30 Godsd. halfuur. 12.00 Berichten. 12.15 KRO- orkest en Gram.pl. 2.00 Handwerkcursus. 3.00 Gram.pl. 3.454.45 Bijbellezing. 5.00 Handenarbeid v. d. jeugd. 5.30 Trio-con cert. 6.45 C-N.V.-kwartiertje. 7.00 Berich ten. 7.15 „Naar zonnig Italië", causerie 7.35 Berichten ANP. 7.45 Matthaus-pas- sion. (Om 9.05 Religieuze causerie). 10.45 Berichten ANP. 10.5011.30 Gram.pl. Hierna: Schriftlezing. DROITWICH 1500 M. 12.10 BBC-orkest mmv solist. 1.05 Alt en tenor. 1.35 Orkest mmv soliste. 3.35 Sted. orkest. 5.35 Band. 6.40 Boekbespreking. 7.50 BBC-Harmonie orkest. 8.20 Ensemble. 8.45 Zang. 9.0Ó Dialoog over Shakespeare. 9.40 Orgelcon cert. 10.20 Kerkdienst. 10.40 Kwintet mmv soliste. BRUSSEL 322 en 484 M. 322 M.: 1.00 Salon orkest. 1.30 Kleinorkest. 5.20 Omroepor kest. 8.20 St. Romboutskoor m.m.v. solist. 9.20 Symphonieorkest. 484 M.: 12.50 Kleinorkest. 1.30 Salon orkest. 5.30 Salonorkest. 6.50 Zang. 8.20 Omroeporkest. 9.35 Omroeporkest. DEUTSCHLANDSENDER 1571 M. 7.30 We- genbouw-programma. 9.50 Kwartet-con cert. de nieuwste. RIJKEN^ LANGE GeftBNNENROTTE ISA ROTTERDAM (25 Voor hem draaft fier en jeugdig-sterk het paard: het werpt de pooten hoog op, de ijzers slaan krachtig op het pad. „Prachtig dier'*, bewondert de boer, „je bent jong en levendig; nee, jij voelt geen schuld, je bent een dier, en voor zichtigheid wordt niet van je geëischt. Maar je baas had beter moeten weten; die had voorzichtig moeten zijn". „Je baasineens ziet hij het dwingend duidelijk, „je baas is de priester of de leviet, hij zou een barmhartige Samaritaan moeten wezen". „Heere, Heere", zucht hij. „ik ben een zondig mensch"* Bij een dam voor een inrijlaan springt hij van de wagen, grijpt het paard bij de halster. „We gaan terug, wit", zegt hij, cn laat het paard dat bang trappelt, keeren. Als hij bij de eikbocht van Piet Bruining komt, staan de koeien er op een hoop, maar de melkers zijn weg. „Gelukkig", zucht hij. En denkend aan de smart van een vader om zijn stervend kind, rijdt hij naar zijn eigen land terug. Zij waren gaan melken, Piet Bruining en Gijs. Ze hadden bet paard aan het hek vastgebonden in de schaduw van de aan weerskanten van de dam staande olmen. Terwijl de boer de wagen uitlaadde, was zijn broer het land ingeloopen om de koeien in de bocht te drijven. Toen hij roepend en jagend achter de laatste onwillige de bocht binnenkwam, zag hij Aaltje wild en onstuimig langs de weg aanfietsen. Snel, razend gingen haar beenen op en neer. „D'r is wat'', riep hij aan zijn broer die met melken be gonnen was. „Daar komt Aaltje". Piet keek langs zijn koe, maar kon niets zien. Hij bleef, de melkemmer tusschen de knieën klemmend, op het melkblok zitten, maar hield op met melken. Aaltje remde zoo plotseling en sterk, toen ze bij het hek was. dat zij viel. Zij sprong dadelijk weer op en liet de fiets midden op de weg liggen. „D'r is een ongeluk gebeurd", riep zij al voor het hek. Zij hijgde. „Een ongeluk", riep ze nog eens, toen ze in de bocht stond. „Arie is overgereden''. Piet sprong op. De emmer viel om en de melk vloeide op de harde grond van de bocht uit. „Is 't erg?" vroeg hij. Het was een schreeuw. „Over z'n buik", antwoordde de meid bezorgd. „Hij is nog naar huis komen loopen''. De boer hoorde de laatste woorden niet meer. Hij was weg- geloopen en sprong op de wagen. „Neem mijn fiets", riep Aaltje. Maar het paard sprong al ïn een woeste galop over de weg. De boer stond op de bok, het bange dier tot wild wordens met zweep en schreeuwen aanvurend, aanhitsend. Aaltje ging weer terug, fietste de wagen achterna. HulgeJopSf de; achtergootea aaa elkaar gef>oaden, stond de koe die Piet gemolken had, en loeide. Gijs maakte de touwen los, zette de emmer in een hoek, en draafde de weg langs, Van de beide anderen was niets meer te zien. Toen'hij hijgend op de woning kwam, was het stil op de werf; in huis was het donker. Het was hem of de vlammen uit zijn gezicht zouden slaan; zijn bloed bonsde en brandde. Hij ging in de kamer en zag zijn broer bij de bedstede staan. Nog nooit had hij diens gezicht zóó wit gezien, ook niet in de felste drift. Hij merkte hoe zijn onderlip .trilde. Het scheen, dat hij op hem gewacht had, want hij keek hem dadelijk aan toen hij binnenkwam. Oogen vol smart waren het. „De dokter", wenkte hij. Gijs kon enkel van ver naar het kind zien, dat lang uitge strekt op het bed lag. De moeder zat er naast; zij bewoog niet, doch zat strak in de bedstee te staren. „Is dat Arie?" schrok hij. De jongen was bleek blauw, en tusschen de dikke, donkere lippen, schuimde bloed. „Dood?" mompelde hij ontzet. Piet kromp ineen, schudde het hoofd. „De dokter", klaag den zijn oogen. Gijs ging, wisselde zijn kiel voor een jasje, en sprong op de fiets, die Aaltje al voor hem uit de schuur gehaald had. Hij vond den dokter thuis; zijn auto stond voor. Dadelijk reed hij naar „Nooit Volmaakt". Toen Gijs op de open grintweg kwam, zag hij nog slechts in de verte de hoog op dwarrelende stofwolken. De dokter was al weer weg. naar het ziekenhuis in de stad, toen hij thuiskwam. Een half uur later komt een ziekenauto het kind halen. De vader rijdt mee, langzaam wiegelt de auto de werf af. Een zware stilte ligt plotseling over de woning. Een be klemming en drukking die er is in de nabijheid van den dood. Gijs gaat melken,. Aaltje die hem svil komen heigen, laat hij thuis: Neeltje ïs alleen, ze zit zoo wezenloos op haar stoel bij het leege bed, dat hij de meid raadt op haar te letten* De moeder ïs ïn de kamer blijven zitten, verslagen, schreiend, met oogen, die de zegen der tranen missen. Haar handen rusten in haar schoot en frommelen zenuwachtig aaq een zakdoek. Zij kan niet anders dan denken, mijmerend den ken, aan haar kind, dat zij zoo bleek en met bebloede mond voor zich blijft zien. Heel haar lichaam siddert en trilt, maar haar gezicht is bleek en marmerstrak. De bevende hand veegt nu en dan langs de oogen, die niet weenen kunnen. Aldoor blijft zij de schrik voelen, die haar vlijmend ïn haar hart trof. toen zij Arie zag komen aanstrompelen. Die schrik siddert nog in haar; ze kan niet anders dan telkens dat oogenblik weer beleven in al zijn diepe pijn, al zijn steeds diepere pijn. Zoo zit zij daar bij het bed, dat nu leeg ïs, smartelijk leeg* Ze wil er niet vandaan, hoe Gijs haar er van weg wil leiden. Ze zit daar maar te schreien, en kan niet weenen, te mijmeren en kan niet denken. En de eenige beweging is die van haar vermoeide hand, om met de zakdoek langs het bleeke, strakke gezicht te vegen. Zij mijmert en weet slechts dit eene, dat zij zooveel van haar kind houdt, zooveel Even later komt de vader terug. Hij heeft een fiets van deil portier van het ziekenhuis geleend. „We mogen komen hooren", zegt hij, als Hij ïn de kamer komt, een groote man met zware vermoeide bewegingen en woorden. „We mogen dadelijk bij hem". (Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1937 | | pagina 8