Jlieuiur geiitsrljr CL'imraut
De Conferentie der Oslo-Staten
Vlaggen
e0ven¥aa61
Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken
Een onbetrouwbare gids
MANDEI»
abonnementsprijs:
Per kwartaal in Leiden en in plaatsen
waar een agentschap gevestigd is 235
Franco per post 2.35 portokosten
Per week0.18
Voor het Buitenland bij wekelijksche I
zending430
Bij dagelijksche zending530
Alles bij vooruitbetaling
Losse nummers 5 ct. met Zondagsblad 7'/> ct
1 Zondagsblad niet afzonderlijk verkrijgbaar
NO. 6026
Bureau: Breestraat 123 Telefoon 2710 (na 6 uur 3166) Postbox 20 Postgiro 58936
WOENSDAG 3 MAART 1937 17e Jaargang
atrtjertentfeprtprn:
Van I tot 5 regels 1.17'/»
Elke regel meer 0.22'/»
Ihgezonden Mededeelingen
van 1—5 regels 230
EJke regel meer 0-45
Voor het bevragen aan 't bureau
V wordt berekend 0.10
ADVIES AAN COLIJN
Onze Minister-president is een. wijs m
Vrees niet, dat hier de vleiende lip aan
woord komt. We hebben slechts één ding
op het oog en dat houdt zelfs heelemaal
geen verband met de staatkunde. Maar hij
is waarlijk een wijs man, want zónder
plicht tot geheimhouding op te leggen,
deelt hij openhartig mee: „Dèt blad lees
ik nimmer".
Gelukkige man, die dat kan zeggen; wij
deelen niet steeds in dat voorrecht Want
al zijn er bladen, welke wij nimmer verkie
zen te lezen en waarvan wij de toezending
dus niet op prijs stellen, ze komen soms
tegen onze zin op onze lessenaar te liggen.
En meestal wordt het ons dan nog gemak
kelijk gemaakt ook, want blauwe of roodo
strepen maken ons attent op wat extra...
goor en laag is.
Dat was Zaterdagmorgen weer het geval
met een schendblad, „Zwart Front" gehee-
ten en gedateerd 20 Februari 1937; een oud
nummer dus reeds. Tot onze stichting heb
ben wij nog nooit iets in dit blad gevon
den: ook in het aangeduide nummer niet.
Noch de A. M. van deze, noch de A. M. van
een andere beweging zullen ons „de weg
kunnen wijzen", al staat het ook met
schreeuwende letters op de voorpagina's
van hun bladen.
Daarop werd onze aandacht dan ook niet
gevestigd; echter wel op een tweetal arti
kelen, aangeduid met de opschriften: „de
„held" Colijn" en „Colijn als jeugdleider"
en in 't bizonder op „de Zwarte" Week";
hoewel de rest van het blad navenant is.
Wij citeeren niet; er is immers yuilschrij
verij, welke men op eerbiedige afstand
voorbijgaat. Slechts wijzen wij er op, dat de
basis van het geschrijf de conclusie van
den „Kameraad-Leider*' is, „dat Colijn nooit
of te nimmer mag terugkeeren; dat alles in
het werk gesteld moet worden om dezen
man onmogelijk te maken". En deze aan
sporing wordt zóó letterlijk opgevolgd, de
lasterpraat is zóó grof persoonlijk, zoo vuil-
kwaadaardig, zóó duivelsch gemeen, dat
een der schrijvers terecht spreekt van „een
voor Veenhuizen voorbestemd krantenman,
die zich ^an allerlei kwalificaties en onbe
schaamdheden te huiten mag gaan".
Natuurlijk bedoelt hij daarmee noch zich
zelf, noch zijn zwartroode kornuiten, want
zooveel zelfkennis mag men niet veronder
stellen; doch wanneer de onbevooroordeel
de rechter over dit schaamtelooze geschrijf
te oordeelen kreeg, dan zou hij zeker zeg
gen: gij hebt uw eigen vonnis geveld.
En wij vragen: wordt het geen tijd, dat
de rechter zich hiermee bemoeit?
We veroorloven ons een bescheiden ad
vies aan Dr. Colijn. Niet om dit gore ge
schrijf te lezen, dat. dient nergens toe. Maar
wel om de justitie op dit nummer opmerk
zaam te maken. En wanneer hij zulks voor
zijn persoon overbodig mocht achten
wat wij kunnen beamen dan geschiede
het toch ter beschermingvan de goede
zeden in ons land, welke door deze schrij
verij ondermijnd en vernietigd worden.
Wanneer men dit kwaad, deze haat-schrij
verij niet keert, waar is dan de grens?
Hedenmorgen zij'n te 's-Gravenhage de
besprekingen aangevangen
Openingsrede van Dr. H. Colijn
Boeiende kluisters moeten worden geslaakt
„We wenschen slechts wat meer welvaart
en anders niets"
Hedenochtend om elf uur is in de Trèveszaal in het Depar
tement van W at er staat te 's-G raven h age de bijeenkomst
geopend van experts der Oslo-Statenwelke op uitnoodiging
der Nederlandsche Regeering te 's Gravenhage wordt gehouden
De conferentie wordt geopend door den Minister-P resident Dr
H. Colijndie daarbij een rede uitsprak in de Engelsche taal.
Een hartelijk welkom werd toegeroepen aan de vertegenwoor
digers van de Regeeringen van België, Luxemburg, Denemarken
Noorwegen, Zweden en Finland, die aan de conferentie deel
nemen.
Uitvoerig stelde daarna Dr. H. Colijn de beteekenis van deze
conferentie in het licht, waarbij hij betoogde, dat groote resul
taten thans nog niet te verwachten zijn, omdat de besprekingen
ten voorloopig karakter dragen. Later zal wellicht de laatste
hand kunnen worden gelegd aan het thans begonnen werk.
Op 22 De-c. 1930 werd het z.g. tractaat
van Oslo gesloten. Het was een verdrag
tot economische toenadering.
Contra cteerende landen waren Noorwe
gen, Zweden, Denemarken, België en Neder
land.
Het verdrag was van een bescheiden in
houd. Slechts verbonden oe verdragsluitende
staten zich den volgenden regel in acht te
nemen: er zal niet worden overgegaan tot
verhooging van bestaande rechten of invoe
ring van nieuwe rechten zonder de andere
staten kennis te geven van de ontwerpen of
beslissingen, die daarop betrekking hebben,
minstens 15 dagen voor de inwerkingtre
ding.
De anderen konden dan binnen tien dage a
beveiligingsmaatregelen nemen, maar de
gene tegen wie de bedenkingen zich richt
ten, bleef in zijn handelen geheel vrij.
Bij de parlementaire behandeling van het
traktaat werd vooral op „den nieuwen
geest", die ei- uit sprak de naaruk gelegd,
nl. om zooveel mogelijk met de wederzijd-
sche belangen rekening te houden. Het ver
drag had vooral moreel' beteekenis.
We zouden niet durven beweren, dat de
„geest van Oslo" het na 1930 tot-grootsche
'dingen gebracht heeft. Er heeft zich sinds
dien tijd' heel wat in de wereld voltrokken,
dat met Oslo moeilijk viel te rijmen, ook al
werd meer en meer gevoeld, dat men toch
eigenlijk op den weg was, die voor gezonde
internationale economische verhoudingen
allerminst bevorderlijk kon worden geacht
Dit verleden kunnen we echter gevoegelijk
laten rusten, omdat thans een gebeurtenis
in het heden de aandacht vraagt.
Zonder er iets geweldigs in te zien. zon
der te spreken van het aanbreken van een
nieuwe aera, mogen we toch onze belang
stelling wel schenken aan de conferentie,
waartoe op initiatief van onzen minister
president besloten is en die heden in Den
Haag haar eerste bijeenkomst heeft gehou
Konsekwent zijn geeft bevrediging, zoo schreven we een dezer
dagen. Maar het is ook plicht. Plicht is, goed beschouwd, niet
iets hards, dat ons vastgrijpt met ijzeren vuist en brengt waar we
niet willen zijn, neen, onze plichten, goed bezien, stuwen ons leven
in de goede richting.
En nu de krant. Door de zonde dwaalt de mensch steeds verder
van de goede weg. Maar als hij, onverdiend, op die goede weg
wordt teruggebracht, moet hij dan niet dankbaar in alles die
rechte weg blijven volgen
Is het dan niet zijn plicht om daarin konsekwent te zijn? Gaat
het dan wel aan, dat gij dagelijks een bepaalde gids in Uw woning
noodigt, die U zelf en vooral ook Uw kinderen naar allerlei
heenwijst, dat van de rechte weg afvoert? Voelt ge nu, hoe
scheef dat is Ja, hoe ongeoorloofd? Het is temeer erg, omdat
er een Christelijke dagbladpers bestaat, die U bij het houden van
de goede weg door het leven een steun wil zijn.
Kom, wees konsekwent, haal die krant in Uw huis, door het
in teekenbiljet elders in dit nummer, ons ingevuld toe te zenden.
Wie zich heden als abonné opgeeft, ontvangt al de
nummers tot I April a.s. gratis.
Wij hebben besloten ook thans nog voort te gaan met onze zoo
premies.
Wie een lezer aanbrengt voor minstens een Jaar, heeft
recht verworven op een
fraai gebonden boekwerk
Van dit boek zal men schik hebben, zoowel om de inhoud als de uit
voering. Het is vervaardigd in ons eigen bedrijf en zal een aantrekke
lijkheid wezen voor ieders boekenverzameling. Men kan desnoods
gebruik maken van de bon, elders in dit nummer voorkomend.
Abonnés op te geven aan ADM,NISTRAT,E
den. Zij wordt gevorm/1 door deskundige
verfegenwoordigers der Oslostaten, die met
elkander zullen hebben te onderzoeken of de
omstandigheden rijp zijn om iets te onder
nemen, dat ligt in de lijn van het z.g. Oslo-
verdrag. Het is een informeel, de respectieve
regeeringen niet bindend, onderzoek naar d9
op het gebied der internationale handels
politieke verhoudingen eventueel bestaande
mogelijkheden om te komen tot verzachting
van den toestand, gelijk die op 't oogenblik
tot niemands wezenlijk voordeel bestaat.
Aan de besprekingen mag dan ook slechts
een voorbereidend karakter worden toege
kend'.
I-Iet terrein, dat voorwerp van exploratie
zal zijn, is een zeer moeilijk terrein. Wijs
doet, wie aanvankelijk zich geen groote re
sultaten voorstelt. Maar kleine oorzaken
kunnen toch groote gevolgen hebben, zoodat
het allerminst ongepast mag heeten om den
arbeid der conferentie met hoopvolle be
langstelling te volgen. De verkenning om
trent mogelijkheden, die er toe zouden kun
nen leiden, dat met de medewerking van
andere, ook groote staten, bestaande voor
niemand' verholen moeilijkheden zouden
worden verminderd, heeft daarop volle aan
spraak.
Het tot stand gebrachte contact kan uit
den aard der zaak allereerst van beteekenis
worden voor de staten die reeds vroeger el
kaar vonden op dit gebied. We overschatten
evenwel op dit beperkte terrein de moge
lijkheden geenszins. Maar wat gebeuren
kan, behoort niet te worden nagelaten, ook
al zullen in dit opzicht de resultaten niet
beslissend kunnen worden geacht voor
grooter verhand.
Want het. lijkt ons alleszins aannemelijk,
dat de gedachten ook wijder strekking heb
ben. Zonder zich in te laten nvt hetgeen
voor den voet ligt, zullen allicht overwegin
gen zich laten gelden, die tot minder engen
kring zich beperken.
We ontveinzen ons niet, dat hier groote
ingewikkelde problemen de aandacht
zullen vragen, die met veel beleid en bezon
nenheid dienen te worden behandeld. Veel
daarover te spreken zou kunnen schaden;
in de intieme sfeer der binnenkamersche
besprekingen zal zoekend en tastend de
goede weg moeten worden gevonden, die er
toe zal kunnen voeren, dat ook anderen zich
met de groote vraagstukken op het terrein
der wereldeconomie zullen willen gaan oceu-
peeren. De tijd daarvoor schijnt ons in
meer dan één opzicht gekomen. Voor deze
opvatting zijn verchillende redenen aan te
voeren, voor wie nauwkeurig den interna
tionalen horizon waarneemt.
Het lijkt ons minder opportuun, zelfs min
of meer ongewenscht om op deze dingen
dieper in te gaan. Mogelijk kunnen deze za
ken het best worden gediend door er met
veel bescheidenheid over te spreken: er mag
geen kans. zelfs geen kansje verloren gaan.
En dus... leggen we ons zelfbeperking op.
We kunnen dat te gemakkelijker doen,
omdat hetgeen we nog zouden kunnen op
merken zoo voortreffelijk is vertolkt in de
rede. waarmee Dr Colijn hedenmorgen de
experts der onderscheiden landen in hun
eerste samenzijn heeft begroet.
In deze rede is de situatie naar juistheid
geteekend, terwijl zij voorts allerlei construe
tieve elementen bevat, welke door de des
kundige heeren in hun overleggingen zou
den kunnen worden betrokken, om te ko
men tot resultaten, waardoor de wereld zou
kunnen worden gezegend en de welvaart der
volken verbeterd.
Ook anderen zullen zich stellig op der
gelijke middelen hebben bezonnen.
Wij eindigen met den oprechten wensch,
dat aller samenwerking moge leiden tot een
resultaat, waardoor ten slotte kleinen en
grooten tot elkaar kunnen worden gebracht
ten bate van de wereldgemeenschap, waarin
de landen en volken hebben samen te leven
en waarin thans zoo menige dissonant ge
hoord wordt.
Het zal misschien niet in eens gaan.
Dat behoeft ook niet.
Maar de aanhouder wint Er zeker in
dien bij allen de goede wil om te overwin
nen gevonden en ingezet wordt voor het
groote doel, dat allen lokkend en bevrijdend
wenkt.
De openingsrede, die dr H. Col ij n heden
morgen ter gelegenheid van de conferen
tie der Oslo-Staten uitsprak, luidde als
volgt:
Namens de Nederlandsche Regeering wil
ik allereerst mijn oprechte dankbaarheid
jegens de regeeringen van België, Luxem
burg, Denemarken, Noorwegen- Zweden en
Finland uitspreken, dat zij op zoo harte
lijke wijze gevolg hebben gegeven aan onze
uitnoodiging om naar Den Haag te komen
ter bespreking van de handelsbetrekkingen
tusschen onze landen onderling en die met
andere staten.
Ik ben mij er ten volle van bewust dat
een samenkomst van afgevaardigden va«n
de landen, welke de zg. Oslo-groep vormen,
geen vraagstukken van wereld-beteekenis
tot oplossing kan brengen; maar anders
zins kan toch niet worden ontkent, dat er
overal een groeiend besef leeft, dat de eco
nomische moeilijkheden van verschillende
staten de grondoorzaak vormen van de
politieke spanningen, welke een groot deel
van Europa en andere deelen der wereld
verontrusten. Indien dit waar is en ik
meen, dat het juist is dan zal bevorde
ring van economische vrede, op zichzelf
reeds een noodzakelijkheid, tegelijkertijd
een middel kunnen zijn tot vermindering
van bestaande politieke spanningen.
Wat wij noodig hebben is een uitbrei
ding van de omvang van het interna
tionale handelsverkeer, waardoor de
verschillende, landen ten volle een uit
weg voor hun energie en voor hun
arbeidskrachten kunnen vinden.
De mislukte wereldconferentie
Wij weten maar al te goed, dat het eco
nomisch beleid der laatste jaren op een
heel andere koers is gericht. Het is thans
tien jaren geleden sinds de economische
eldconferentie te Genève samenkwam
ter bespreking van de moeilijkheden van 't
internationale handelsverkeer en ter be
raming van middelen om de toestand te
verbeteren. Wij weten evenzeer- dat deze
conferentie er niet in geslaagd is om de
slagboomen voor de handel op te ruimen
"at in de daarop volgende jaren de toe
stand zich van kwaad tot erger ontwik-
Het is niet zoo gemakkelijk de ware oor
zaken der mislukking van de kruistochten
voor een vrijer handelsverkeer op het spoor
te komen. Gedeeltelijk, zij het niet geheel,
Is deze mislukking zonder twijfel toe te
schrijven aan de kortzichtigheid van hen,
die zich niet genoegzaam rekenschap ervan
geven dat landen over en weer van elkan
der afhankelijk zijn met betrekking tot hun
welvaart. Men zal echter ook in rekening
hebben te brengen de wensch der regee
ringen om zorg te dragen voor een meer in
evenwicht gebrachte nationale economie
vermits door tal van oorzaken het even
wicht der wereldeconomie van vóór de
oorlog is verstoord.
Nijverhéidslanden, onder de indruk ge
komen van de bestendigheid van 't platte
landsleven, besloten hun landbouw te be
schermen tegen de goedkoopere voortbren
ging van andere landen. Landbouwstaten
waren er.niet langer tevreden mede zich
ganschelijk te verlaten op .hun landbouw
bedrijf. En daar nu samenwerking op in
dustrieel gebied met de landbouwstaten
zoomin werd aangemoedigd door de in-
dustrieelen zelf als door de economen der
meer ontwikkelde landen, is het resultaat
geweest de triumf der op de spits gedreven
bescherming in al haar verschillende vor
men instede van een matige protectie.
Er daagt nieuwe hoop
Tot eind September van verleden jaar
toe scheen er geen mogelijkheid te be
staan van een kentering in deze poli
tiek van tot het uiterste gedreven pro
tectie, doch nu er een overeenkomst
inzake het monetaire vraagstuk is be
reikt, daagt er nieuwe hoop. Met die
overeenkomst schijnt een groote moei
lijkheid ten aanzien van de verminde
ring van handelsbelemmeringen te zijn
overwonnen.
Tal van denkbeelden zijn reeds geopperd
waarvan een der radicaalste is om de
quota af te schaffen en te vervangen
door tarieven met beperking van de per
centages tot een maximum. Zonder twijfel
zult gij allen als deskundigen hiervan meer
weten dan ik en daarom wil ik bij deze
bijzonderheden niet lang stil staan. Ik kan
mij er toe bepalen u te verzoeken alle
mogelijkheden te onderzoeken, welke voe-
tot datgene wat wij allen kunnen
wenschen, te weten om zooveel mogelijk
van de boeien welke den handel kluiste
ren te slaken.
Ik besef ten volle dat er geen groot
resultaat te verwachten valt van deze
uwe eerste samenkomst. Gij zult van
gedachten wisselen. Gij zult evcntueele
mogelijkheden onderzoeken, dan zult
gij naar uwe landen terugkeeren ten
einde datgene wat gevonden hebt te
vergelijken met het oordeel van verant
woordelijke ministers en dan, zoo
vertrouw ilc, zult gij terugkomen om
aan uw werk de laatste hand te leggen.
Doch ook dan aangenomen dat gij
tot gunstige resultaten geraakt zal
nog slechts het kleinste deel van uw
werk zijn verricht.
De meestbegunstigings-clausule
Om twee redenen. Ten eerste: wat wij
onder elkander wenschen te doen raakt ook
anderen. De meestbegunstigingsclausule,
hoe heilzaam ook in vele opzichten, is
somtijds een beletsel voor het wegnemen
van handelsslagboomen tusschen landen
die zulks wenschen te doen, doch daarin
worden verhinderd door de bestaande toe
passing van deze clausule. Het kan daar
om noodzakelijk voor u zijn de mogelijk
heid van een nieuwe interpretatie der
meestbegunstigingsclausule in handelsver
dragen onder de oogen te zien, waarbij
intusschen steeds in het oog moet worden
gehouden dat elke overijlde handeling moet
worden vermeden en dat niets tastbaars
in dit opzicht kan worden gedaan zonder
de volledige instemming van die landen,
waarmede wij verdragen hebben, gebaseerd
op de bestaande toepassing van de clausule.
Ten tweede: wij moeten er van meet af
aan op bedacht zijn dat niets van eenig be
lang kan worden bereikt indien -grootere
mogendheden niet bereid zijn om onze po
gingen te steunen. Ons gemeenschappelijk
handelsverkeer is volstrekt geen te ver-
waarloozen factor, doch het handelsver
keer van elk onzer met sommige der andere
landen is belangrijker dan dat van één on
zer met alle andere leden onzer groep te
zamen.
Bijgevolg komt het mij wenschelijk
voor na te gaan hoe men tot het ont
werpen van zekere voorstellen zal kun
nen komen waarmede wij andere mo
gendheden kunnen benaderen en wel
in het bijzonder de groote mogendheden
die genegen zijn om naar onze denk
beelden te luisteren.
Het is zelfs denkbaar dat gij aan het ein
de van uwe eerste vergadering tot het re
sultaat zult komen dat het wenschelijk
ware een tweede vex'gadering reeds door af
gevaardigden van andere mogendheden te
doen bijwonen, wijl immers één enkel voor
stel, waartoe gij kunt komen, in staat zal
zijn resultaten af te werpen in overeenstem
ming met de beoogde doeleinden.
Het zal noodig zijn een aantal maatrege
len te nemen, waarvan enkele een nationaal,
maar andere buiten eenigen twijfel een in
ternationaal karakter zullen dragen. Bij
sommige van die maatregelen kan eenvor
migheid van methode worden verwacht
bij andere niet. Om deze reden zoudt gij het
wenschelijk kunnen achten de medewer
king van anderen in te roepen.
De noodzakelijkheid om tot resultaten te
komen is overweldigend. Er is overvloed
van goederen in de wereld en desniettemin
is er zooveel armoede, welke er niet behoef
de te zijn. Misschien lijdt een aanzienlijk
deel der bevolking van de aarde aan onder
voeding terwijl er toch soms voedsel ver
nietigd wordt als praktisch gevolg van een
op de spits gevoerde agrarische protectie.
Sir Frederick Leith-Ross heeft er in zijn
bekende „Memorandum on Agricultural
Protectionism" (uitgegeven door de econo
mische afdeeling van den Volkenbond) op
zoo overtuigende wijze op gewezen, dat de
inkrimping van sommige markten overvoe
ring van markten in andere landen ten ge
volge heeft gehad en tot kwantitatieve re
gelingen tot het redden van landbouw
industrieën heeft geleid. De koopkracht van
landbouwstaten was dientengevolge ern
stig aangetast en dit leidde dan omgekeerd
weder tot werkloosheid in industrieele
landen.
Dit alles is zeer ontmoedigend, doch
dit mag geen reden zijn ons aan moe
deloosheid over te geven. Integendeel,
nu er een glimp van hoop daagt, moe
ten wij het probleem opnieuw aanpak
ken zonder te Ietten op de mislukkin
gen in het verleden. Daarom doe ik ook
een beroep op u, om de vraagstukken
aan te vatten met den fennen wil om
iets te doen. Gij zijt vertegenwoordigers
der kleinere landen. Onze involed op de
wereld als geheel genomen is zeer be
perkt, doch wij beschikken over het
enorme voordeel dat wij onderling geen
politieke strijdbijlen te wetten hebben.
Wij wenschen slechts wat meer wel
vaart en anders niets.
Onze individueele stem is de stem des
roependen in de woestijn. Tezamen zullen
wij wellicht gehoord worden. Indien wij
althans in staat zullen blijken redelijke
voorstellen ter tafel te brengen, welke niet
Volg onze goedkope en volledige, schriftelijke
INSPECTEUR
LEVENSVERZEKERINGS MIJ.
Gratis plaatsingsbureau.
Vraag zonder verplichting inlichtingen bij A.S.S.O.
Nieuweplein 31, Arnhem. Telefoon 24597
HEOAlUfSl
.INSIGNES
KRANSEN
TAKKEN
VOORNAAMSTE NIEUWS
Oit Nummer bestaat uit DRIE bladen
Dr. Colijn heeft vanmorgen de Oslo-i
conferentie in Den Haag geopend. i
De Eerste Kamer heeft de begrooting
van Financiën goedgekeurd. Ook de bei
grooting van het Werkloosheids-subsi
diefonds werd aangenomen.
Verschenen is de Memorie van Ant
woord aan de Eerste Kamer over de be
grooting van Buitenlandsche Zaken.
Verschenen is de Memorie van Ant
woord aan de Eerste Kamer over de be
grooting van Sociale Zaken.
In de stand van het water komt eenige
verandering ten goede, alleen de omgeving
van Zutfen en Deventer ondervindt nog
veel last.
De Jamboree zal ook bezocht worden
door een contingent Indische padvinders*
De weekstaat van de Nederlandsche
Bank toont eenige toename van de belee
ningen.
Een echtpaar in Hilversum hoopt deze
maand 65 jaar getrouwd te zijn.
In verband de Haagsche moordzaak
is een nieuwe arrestatie verricht.
Economie en Financiën. Het jaarverslag
van de Kasvereeniging N.V.
De Wieringermeeg (XIX)
Eden heeft in het Lagerhuis een uiteen
zetting gegeven over Engelands buiten
landsche politiek.
Geruchten omtrent geheime Duitsche
leeningen in de Ver. Staten.
In de Ver. Staten breken telkenmale
nieuwe stakingen uit.
EFFICIENTE MENSCHEN
hebben de meeste kans
van slagen in de Maat
schappij.
WORDT een efficient
mensch!
Vraagt ons gratis
boekje No. 20.
Pelman Instituu'
Damrak 68 - Amsterdam
enkel en alleen beperkt behoeven te blij-
ve ntot tarieven quota en dgl. slagboo-
men van den handel. Er kunnen andere
middelen ontdekt worden welke de wel
vaart onzer volkeren en van de volkeren
van andere landen, welke tenslotte bereid
zullen zijn met ons samen te werken, ver
mogen te verbeteren. Om op een van deze
andere middelen te wijzent vestig ik b.v. da
aandacht op de mogelijkheid van een meer
geordend stelsel van export en prijsvorming
dan het huidige.
Ten besluite, mijne heeren, wensch ilc
u succes in uw werk en tevens een pret
tig verblijf in Den Haag.
De gedelegeerden ter conferentie
De gedelegeerden ter oonferentie zijn:
Voor België: de heer M. Suetcns, dir.«
gen. van den buitenl. handel van het Mi*
nisterie van Buitenlandsche Zaken.
Voor Denemarken: de heet E. Wae-
rum, hoofd van de afd. Econ. Polit'ek van;
het Departement van Buitenl. Zaken.
Voor Finland: de heer T. O. Vaher-
vuovi, hoofdambtenaar voor de handels-
accoorden van het Dep. van Buitenl. Zaken
Voor Luxemburg: de hesir Wehrer,
rogeering'-c dviseur.
Voor Noorwegen: de heeren C. F.
Smith, directeur-gen. voor de handelspolitiek
en O. Ravner, hoofd van den regeeringsraad.
voor economische aangelegenheden.
Voor Zweden: de heeren G. Sahlin, dir.,
en M. Haieggloeff, hoofdambtenaai der han
ded safd. van het Dep. van Buitenl. Zaken.
Voor Nederland :de heeren Dr. H. M.
Hirschfeld, directeur-generaal van handel
en nijverheid, Prof. J. van Gelderen, Voor
zitter van de commissie van contact voor
economische aangelegenheden van het de
partement van koloniën en de heer IT. A.
Hooft- chef van de afdeeling consulaire en
handelszaken van ,het departement van
buitenlandsche zaken.
FILMO-8
M
DUB 8 v/Kodak films mf. 3.5 lens 125.—
„8 2.5 lens ƒ187.50
Direct 8 v/Agfa 2.5 lens ƒ172.50
Imp. SCHAAP Co. Spui 8 Amsterdam
(Adv.)