Lelt e rku nd Iq e i\u b lie k
Een schrijfster met humor
Nel van der VHs:
Een zomer van Let Verhage.
Uitgave van J. H. Kok N.V., Kampen,
Het is een verheugend verschijnsel, dat Nel van
der Vlis zich tot nu toe nog niet heeft laten
Hel van der Vlis
verleiden tot het schrijven van een roman, doch
het genre, dat zij ook met dit nieuwe, frisse
boek voor oudere meisjes, blijkt te beheersen,
trouw blijft. Zij geeft daarmee blijk, doelbewust
haar arbeidsveld te hebben gevonden. Immers het
mankeert ons geenszins aan middelmatige dames
romans, doch maar al te zeeer aan goede lectuur
voor de rijpere jeugd. Het ware dan ook te wen
sen, dat meerdere jonge christelijke schrijfsters
zich toelegden op dit genre, inplaats van zich te
vertillen aan de zoveel meer „indruk" makende
„roman".
Zeker, het lijkt een bescheiden taak voor een jong
auteur, doch ook dit genre lectuur stelt zijn
eisen, die niet minder afwendbaar zijn dan voor
de romanvorm. De jongere schrijfsters hebben hier
echter dit voor, dat zij in verhouding tot een
oudere generatie auteurs, nog veel dichter bij het
leven en de gedachtcnsfoer hunner personages
staan.
Hoe de hedendaagschc rijpere jeugd nu eigenlijk
is, valt voor wie niet als vertrouwde met deze
generatie omgaat, moeilijk te peilen. De zuiver
heid van beeld dat een niet-christelijke schrijfster
als Diet Kramer ons in haar beide boeken bood,
werd dezer dagen door een onderwijsman als Dr
'C. P. Gunning, in het Alg. Weekblad sterk ia
twijfel getrokken.
Hier ziet men weer eens te meer, hoe „gevaarlijk"
literatuur eigenlijk is.
Wanneer wij een goed geschreven boek lezen,
ondergaan wij het dan toch maar.
Er blijft iets van hangen. Onze kijk op het leven
wordt er mede door bepaald. Wij.hebben gedacht,
bij het lezen van Diet Kramer's werk, dat de
jongelui der openbare gymnasia zó waren, althans
een groot deel van hen. En wij hebben bij ons
zelf gedacht: wat een ellendig beeld is dat.
Wij zullen er echter, bij het lezen van romans,
goed aan doen, het beeld dat ons daarin gegeven
wordt niet te generaliseren.
Het l'gt "iet in mijn bedoeling, hier het werk
van Diet Kramer met dit van Nel van der Vlis
te vergelijken. Immers ik wees er reeds eerder op,
dat de een óver en de andere vóór de rijpere jeugd
schrijft, doch met dat al leidt hun beider werk
ons dan toch binnen in de sfeer der hedendaagse
jonge mensen.
Deeds vroeger wees ik er op. dat Diet Kramer
het zich moeilijker had kunnen maken, door het
geven van een boek over jonge mensen van
orthodox-christelijke huize.
Het lijkt er thans op, dat Nel van der Vlis deze
richting uitgaat, al bedoelt haar lectuur dus ook
allereerst vóór de generatie te zijn waarover zij
schrijft.
„Een zomer van Lot Verhage", dat bedoeld is
voor oudere meisjes, sluit aan op het enkels
jaren geleden verschenen „Herrie-Let". Dit frisse
meisjesboek, voor de leeftijd van 12—16 jaar, eaf
ons Herrie Let ten voeten uit. Een pittig meisje,
vol parate humor. Wij herinneren ons haar
schooljaren, haar vriendinnenkring, en, aan het
slot, de teleurstelling, dat zij niet kon doorstu
deren, omdat de verminderde inkomsten het met
toelieten.
In „Een zomer" ontmoeten we Herrie-Let, als
„Let Verhage" op het burenu van een flinke
provinciale courant, waar zij jongste bcdienda-
werk doet voor 20.per maand, doch al spoedig
promotie maakt en correctrice wordt.
Let maakt kennis met het leven ze ontmoet
in haar vrouwelijke collega's allerlei typen
ook een meisje als Tilly, een van die armoo-
vlindertjes.
Wanneer een van haar vriendinnen in Amsterdam
gaat wonen, krijgen we het be-zoek aan de
„matten-étage". In deze bladzijden, waarin de
schrijfster het kamerleven van do Aonsterdamso
meisjes beschrijft, komen ook ontmoetingen met
studenten voor, binnenshuis.
Dat de vonken er dan afvliegen is logisch; toch
eijn het juist dergelijke scènetjes waardoor de
geest van het boek bepaald wordt.
De auteur verliest zich niet in erotische „com
plexen", doch slaagt er volkomen in, ons een kijk
<e geven op het omgangsleven dezer jongemensci,
die zonder „duf" te zijn, hun belijdenis beleven.
Dan rijpt het plan om met oen motorboot vier
dagen door Nederland te zwalken.
De beschrijving van doze glorieuze tocht vormt
de hoofdschotel van het boek.
Het is een allervrolijkst relaas van een vacantie,
boordevol genoegen.
Hier wordt nog eens bewezen hoe een christelijk
meisjesboek moet en kèn zijn. Zeker, de sfeer
5s die van de generatie n& de oorlog: er is vrij
heid; véél meer vrijheid dan door de voor-oorlogse
'jongere generatie van chr. huize werd genoten.
Doch dat deze vrijheid niet tot ongebondenheid
behoeft te ontaarden, bewijst dit boek mode.
En, wat organisch uit het verhaal groeit: de liefde
tussen de student-in-de-reclitcn Koos van Kampen,
en Herrie-Let, is door de schrijfster op oen bizon
der gelukkige fijne manier bcsohrevcn.
„Nun musz 6ich èllcs èillcs, wenden" is het mo
tief van deze gezonde, van levenslust doorstraalde
vacantiedagen.
Kan men zich iets schonere voorstellen dan een
tocht met een motorboot over Hollands' rivieren?
'Aan avonturen en hachelijke ogenblikken ont
breekt het geenszins. Ik waag mij er niet &an de
bumor van deze bladzijden na te vertellen. Het
ïou ook niet doenlijk zijn omdat de humor van
dit werk niet bestaat in anecdotcn, doch in een
manier van schrijven.
'Al lezende voelt ge het: de humor is een gdve.
'(Men moet er ook niet tè kwistig mee zijn!)
'Ik geloof ongetwijfeld, dat er van dit book, een
De tocht met de „Kraai"
levensstepkende invloed uitgaat op jongeren èn
ouderen.
Het is de geest, die het karakter van een bock
bepaalt. Na de desolate sfeer der boeken van Diet
Kramer, is het een genot, zich te dompelen in
de sfeer van een boek als dit.
Zo lang er zulke jonge mensen zijn, behoeft men
niet te wanhopen aan het „opgroeiend geslacht".
En dat, ten slotte, de zegenende invloed van het
waarachtig christelijk familieloven hier van ae
eerste tot de laatste bladzijde voelbaar is, moge
ons dankbaar stommen.
Intussen hopen we, dat de schrijfster, na dit'
„epi6ode"boek, de reeds in dit werk aangeduide
moeilijkheden van deze tijd, in een volgend boek
zal uitwerken. Haar taak zal er niet gemakkelij
ker op worden en voortdurende zelf-critische arbeid,
waarvan zij reeds hooft blijk gegeven, zal haar
werk zoals tot nu toe, zuiver kunnen houden.
P. J. RISSEEUW.
Uw belangstelling waard;)
Beroemde mannen, die ook
verzamelaars waren
Cicero, advocaat, staatsman en groot „lettró" van
zijn tijd: minnaar van boeken en fijnzinnig kenner
van schrifturen en schrijvers, was als vele lettré's,
een verwoed verzamelaar. Op deze fde wijze als
Anatole France, kunstenaar en lettró en Louis
Barthou, staatsman en lettré, ook verwoede collec-
tionneurs waren.
Cicero verzamelde Grieksche vazenen zoo ver*
zot was hij op het t>ezit van deze vazen geworden,
Burgeroorlog in Spanje
„Over den toestand te Malaga meldt
de radiozender Tenrriffe, dat de stad
een troostelooze aunblik biedt. In alle
straten staan de huizen in lichter
laaie."
Bericht van Dinsdag 9 Februari.
Zij gaan te gronde aan hun haat;
Granaten scheuren straat aan straat,
En elk ontviel zelfs 't klein geluk
Dat 't leven draaglijk maakt in druk.
Op schoonheid die den tijd verduurd',
Wordt rauwelings en rank gevuurd;
Cultuur van eeuwen gaat te loor:
Waar wrochten z' al die schoonheid voor?
God schiep de wereld goed en schoon,
Zij branden er een hel tot woon.
En broedermoord is het program
Waartoe dit volk in massa kwam.
God gaf hen over aan hun waan;
Nu kunnen zij elkaar verslaan;
Een hel van God-verlatenheid
Heeft zich dit volk zelf toebereid.
Gods Liefde werd geopenbaard
In Christus, tastbaar hier op aard.
Hij deed den hemel opengaan;
Zij steken zelf de hel hier aan.
God schiep de wereld goed en schoon,
Een Kruisdood vond er eens Zijn Zoon.
Als dat aan 't groene hout^ geschiedt,
O God, wat wacht dan 't dorre nietl
Zoo moét de wereld wel vergaan;
Zoo wentelt z' op 't oordeel aan;
O God, herschep haar dan weer schoon,
Opdat als Koning hcerech' Uw Zoon.
Blusch, Heer, dien zelfontstoken brand;
Gij draagt de wereld in Uw hand;
Elk die iets kent van Uwen vreê
Bidt voor dat volk; hoor onze beê.
Heel Spanje brandt nu van den haat;
De lijken vullen straat aan straat.
En elk ontviel zelfs 't klein geluk
Dat 't leven draaglijk maakt in druk.
Zw. 10-2-'37. A. WAPENAAR.
dat hij niet zoo nauw meoer er oplette, of de vazen,
welke hij verzamelde, wel allo zeer mooi waren.
De waarde van de voorwerpen, die men ver-
lamelt, heeft hij eens tot een mede-senator gezegd,
wordt bepaald door den graad van hartstocht
om ze te bezitten, en wie dien hartstocht niet
kent, kan moeilijk meespreken.
Zoo is het inderdaad. Wij kennen althans bij
name Nederlandsche rechters, die vaak óver
jaren levensgeluk van menschcn beschikken kun
nen, dokters, die de verantwoordelijkheid dragen
voor dood en leven, huisvaders, die niet weten
rond te komen en multi-milliohairs, die met hun
geld geen raad weten, die allen, de een zoo good
als de ander, postzegels verzamelen
Postzegels. Wilt gij hen afleiden van een of ander
idee, dat u onwelgevallig is? Spreek hen dan over
een of anderen zcldzamcn postzegel, die hun nog
ontbreekt
Louis Barthou verzamelde waaiers. Hij bezat
waaiers van la Pompadour, hij bezat waaiers
waarmee Romeinsche matrones, Scandinaafsche
koninginnen, Syrische favorieten zich eeuwen ge
leden koelte hebben toegewuifd. Maar, modern en
kunstzinnig mensch als hij was, verzamelde hij
ook waaiers van jongen datum, waarop Rodin,
Steinlen, Willettc, te zamen met hem bij een ban
ket aangezeten, iets op zijn verzoek hadden ge-
teekend.
Maar wie met Barthou tafelde wachtte al niet
meer tot hem zulk een verzoek gewerd. Gabriele
d'Annunzio, Pierre Loti cn Edmond Rostand ver
sierden met hun drieën op een beroemd gebleven
diner (2 Juni 1910) een door Bnrthou meegebrach-
ten zijden waaier, door er in hun sierlijk en be
haagziek schrift galante en vriendelijke zinnetjes
op te schilderen. Gij maakt een Japanner van
mij, zei Loti, den waaier over de wijnglazen aan
reikend. Maar Loti meende tóch al reeds lang
een gedistingeerd Oosterling te zijn.
Louis Barthou's waaierverzameling was dan ook
algemeen bekend in diplomatieke kringen. Gezan
ten vergaten nooit bij een twepdc, soms reeds bij
©en eerste bezoek, hem natuurlijk, om te beginnen,
naar zijn rijke bibliotheek, maar daarna naar zijn
waaiers te vragen. Saint Saëns, Maurice Barrès,
Maeterlinck, Anatole France. Louis Blériot, Mas-
sent. de vier maarschalken Pétain, Joffre, Foch en
Lyautey, allen hadden zij hun namen op waaiers
voor hem gepenseeld, of er een melodie of een
devies op neergeschreven.
George V liet gaarne andere menschcn zijn uniek©
collectie postzegels bewonderen. Hij heeft er dage
lijks over laten correspondeercn door zijn privó-
postzegel-secretarissen; naar alle landen, ook dik
wijls naar Nederland. De koning was beroemd bij
'de Nederlandsahe philatclistcn.
86
VOOR KNUTSELAARS
Is do linnenkast voor de poppenkamer (waarvan
we in onze vorige kinderkrant een beschrijving
gaven) al klaar? En is je dit werkje nog al mee
gevallen?
Zoals beloofd guan we nu ccp ledikantje maken.
Daarvoor nemen we een sigarenkistje van honderd.
Eeret weer alle plankjes voorzichtig losmaken en
schoonmaken. Spijkertjes bewaren! Die kunnen
wocr gobruikt worden.
De tekening wijst je dc weg voor het uitzagen
van do plankjes. Langs de onderrand van de
lange zijden, spijker je een smal latje, waarop
de onderlagen komen te liggen. Deze haal je uit
het deksel.
Denk er om, dat de draad van het hout in de
lengte moet lopen.
Log voor stevigheid een paar brede onderlagen
aan beide uiteinden. De achterkant is wat lager
dan dc voorkant. Zie de stippellijntjes op de
tekening.
Een aardig spelletje
III. Waf zou dat zijn
Mot a druk ik menigwerf zeer
Mot i gobruikt men me vaak u t tegenweer,.
Met u verlangt men van mij meer
IV. Nog zo'n raadsel.
Met e vindt ge mij in huis; met o met aan ieder
maar toch ain vele huizen; met o moet gij mij
in de buurt van Turkije zoeken.
OPLOSSING
"au de raadsels In het vorige nummer.
I. Zeeland.
II. Konstantinopel.
III. Wesp esp.
IV. Nachtwacht
Moeder en kind in de diergaarde
95
Vroeger werden olifanten in de Romeinse legere
gebruikt als lastdieren, ook wel als rij en trek
dieren.
Tegenwoordig wordt er alleen jacht op gemaakt
om liet ivoor van de slagtanden. Deze tanden zijn
soms 3 meter lang en 90 k.g. zwaar. Dat ivoor
heeft a' heel wat olifanten 't leven gekost Van
1879—1883 werd gemiddeld per jaar 868.000 kilo
ivoor ingevoerd, dat geleverd was door ongeveer..,
55.000 olifanten.
Hierboven zie je een gezelschap Afrikaanse olifan
ten bij het bad.
Nee, niet voor de woestijn. Die durven ze wel
aan, hoe gevaarlijk de tochten daardoor ook zijn.
Maar wèlvoor de nietigste dingen. Daar
schrikken ze soms van, en als één kameel van
een karavaan van streek raakt, steekt hij al ne
andere kamelen aan. Zo gebeurt het dat op een
gegeven moment eensklaps alle kamelen als dol
door elkaar heen rennen cn op de vlucht slaan-
Waarvoor? Soms voor niets anders dan voor een
grillige hoop stenen, of een paar irtgebleekte
beenderen, die terzijde van de karavaanweg lig
gen. Het kleinste diertje kan dikwijls een ka
meel zó'n schrik geven, dat hij begint te schreeu
wen cn te spuwen van angst, 't Gebeurt ook, dat
hij al schichtig wordt als de last, die hij draagt,
of zijn zadel, een beetje begint af te glijden. Als je
die grote, kalme dieren in de dierentuin zo waar
dig zi t kauwen of peinzen, zou je niet zoggen,
dat ze het gemoed van een juffershondje hebbent
Nóg iets vun de kamelen is eigenaardig. Terwijl
de mec6te dieren uit instinct weten, welk voedsel
goed voor hen js en welk niet, heeft de kameel daar
niet dc minste „kijk" op. Het eet alles meWlezelfde
gelijkmoedigheid, als 't maar een beetje groen
ziet. Zo krijgt hij soms vergiftige planten naar
binnen, die hem cn zijn meestere heel wat last en
oponthoud bezorgen. De herders, die de kamelen-
kudden weiden, moeten dan ook voortdurend op
passen, dat de dieren geen schadelijk voedsel nut
tigen. Zo zie je, kamelenheixler is ook al geen
gemakkelijk baantje!
OPLOSSING
Van de rebus uit het vorige nummer
Slechts weinig mcnschenliarten is het ingeplant
den vrind die rijk gezegend is zonder afgunst te
behandelen.
Een olifant hobben jullie zoker allemaal wel eens
gezien. In elke dierentuin stappen er een of meer
van d«ze geweldige beesten rond.
Kwaad zijn ze niet (als ze tenminste niet ge
plaagd worden) en met 't luiden van een bel,
waarvan ze 't touw met hun slurf vastgrijpen,
hebben ze al heel wat kinderen vermaakt.
De olifant is geweldig sterk. Door him lichaams
bouw zijn ze zeer geschikt voor het leven in de
oerbossen. Zij weten zich gemakkelijk een weg
te banen en de dikke huid maakt, dat ze geen
last hebben van de dorens en takken, die hun
de weg versperren.
Bekijk deze driehoek eens goed. Zo je ziet staan
er enige cijfers om heen. Tel ze eens op. Je krijgt
dan 6 3 6 5 6 4 en dan nog binnenin
16 maakt totaal zes en veertig! In orde. Maar
wie kan door vier keer wat van deze getallen
weg to vegen, maken, dat de som niet zes er
veertig maar achttien is?
Wie pas met dit spelletje begint, is geneigd te zeg
gen: dat kan nooit!
Maar 't kan wèl, gelijk ik je volgende week hoop
te laten zien.
Doe je be6t maar eens. En veel plezier.
Kamelen ziin bang
Goede morgen, baas! Goed geslapen?
RAADSELS
-I. Twee namen
Met a bon ik de naam van een man uit het Oude
Testament; met o de naam van een bekende Ame
rikaanse staaL
II. Gemakkelijk te raden
Hoe vaak verkwik ik de aard,
Wanneer zij naar mij dorst;
Leest gij mij achterwaarts, zo noem ik één,-
Die kcet'ncn heeft getorst