De Grondwetsherziening
in de Tweede Kamer
AKKERTJES
WOENSDAG 3 FEBRUARI 1937
DERDE BLAD PAG. 0
WAT ZIJN REVOLUTIONAIRE
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
Heden zal Minister De Wilde
het woord voeren
Vergadering van 2 Februari 1937
Overzicht
Wat zijn revolutionaire volksvertegen
woordigers?
Een eenvoudige vraag en het antwoord
schijnt niet minder eenvoudig dan het aan
wijzen van de middelen om hun optreden
en spreken onmogelijk te maken.
Zoo denken velen.
O.a. het Kamerlid, dat zonder bewijs ver
klaarde, dat de Regeering beschikt over de
rechts- en machtsmiddelen om het bestaan
van z.g. revolutionaire partijen te verbie
den.
Deze wijze afgevaardigde vergat, dat het
geen hij gratuit beweerde ook bewezen be
hoort te worden. En daarbij kan niet wor
den geredeneerd uit dictatoriale theorieën,
maar zal het bestaande positieve recht
grondslag moeten zijn.
Wie dat doet, zal ontdekken, dat de ge
stelde vraag niet zoo eenvoudig is als ze er
uitziet en het debat van gisteren kan hem
leeren, dat deze uitspraak inderdaad juist is.
Wat zijn revolutionaire volksvertegen
woordigers?
Voor den anti-rev. is het parlement de
representatie van de rechten des volks te
genover de overheid, historisch aangevuld
in dezen zin, dat in het parlement de plaats
is gegeven, waar de overheid het contact
vindt met de in de natie levende overtui
gingen.
Revolutie is opgevat in den zm. waar-
ji dit begrip voorkomt in den naam der
anti-rev. partij de toepassing der begin
selen van hot ongeloof op het staatsrecht in
theorie en practijk. Of om het met de
omschrijving van Groen te zeggen: Revolutie
i de stelselmatige omkeer van beginselen
a ontplooiing van bet ongeloof in weten
schap en practijk.
Groen zag de losmaking van den band
tusschen Staat en God in het denken en
het bewustzijnsleven der menschen, het
omzetten der geestelijke waarden, die de
levensvisie en de levenspractijk bepalen, als
de Revolutie.
Daarnaast sprak hij echter ook van revo
lutie als hij doelde op verplaatsing van het
gezag of wijziging van den regeeringsvorm.
Dit nastreven van een andere orde van za
ken langs den weg der bestaande rechts
orde maakt het woord „revolutie" tot een
begrip, dat ook ons historisch niet onbe
kend is. Aan 17S9 denken we daarbij niet.
Tegen dezulken heeft Groen nooit onder
drukking van hun gevoelen met mechani
sche machtsmiddelen bepleit. Groen voerde
den geestelijken strijd met-de wapenen des
geestes. i.
Intusschen wordt met het woord revolutie
formeel -nog een derde begrip aangeduid,
waarbij gedacht wordt aan een breken met
de positieve rechtsorde en het hanteeren
van illegale middelen.
Wanneer we spreken van „revolutionaire
volksvertegenwoordigers" denken we aan
zulke vertegenwoordigers, die de rechtsorde
■willen omkeeren, maar desnoods met ge
bruikmaking van middelen, die vreemd zijn
aan de bestaande rechtsorde.
Buitenparlementaire, ondemocratische dus,
om in den modernen stijl te spreken.
Of een vertegenwoordiger des volks revo
lutionair te noemen is, hangt dus samen
met zijn houding met betrekking tot de re
volutie-begrippen, meer in 't bijzonder zoo
als ze in den laatstelijk aangegeven zin zich
openbaren.
Zou men een volksvertegenwoordiger re
volutionair noemen als hij in het parlement
zijn overtuiging principieel uiteenzet, maar
verklaart zich op legale wegen te willen be
wegen, althans niet verklaart buiten-parle
mentaire middelen te willen gebruiken om
zoo noodig zijn doel te bereiken?
Het antwoord op deze vraag wordtwel
[verschillend gegeven.
Overeenstemming is er echter hierover,
dat het onduldbaar is, dat in de Volksver-
tegenwoordi<ring de stem zou weerklinken,
die revolutie predikt in den zin, dat aange
spoord wordt tot actueele revolutie.
Hoe daartegen op te treden?
Door middel van de middelen, welke het
parlement als zoodanig huishoudelijk ten
dienste staan in het Reglement van orde.
Dat is h e t middel der repressie, der onder
drukking, zeggen velen. En voorts kan men
de Strafwet aanvullen.
Anderen wenschen echter ook preventieve
maatregelen. Daarbij zijn er wier wen
schen in zeer radicale richting gaan, al be
seffen ze misschien zelf niet ten volle hoe
moeilijk hun verlangen verwezenlijkbaar is
in een rechtsstaat, waarin de geestelijke
vrijheid niet door dictatuur is onderdrukt.
De hier bedoelde radicale opvattingen
werden door de Regeering niet gedeeld.
Niettemin achtte ze maatregelen noodig en
tracht men deze door middel van Grond
wetsherziening, zulks in de lijn, welke in
dertijd door de staatscommissie-Kooien is
aangegeven, in ons staatsbestel opgenomen
te krijgen.
Zij wil de mogelijkheid openen, dat leden
an vertegenwoordigende lichamen, die een
streven tot uitdrukking brengen, gericht op
verandering van de bestaande rechtsorde
met toepassing of bevordering van onwet
tige middelen van hun lidmaatschap ver
vallen kunnen worden verklaard.
Die vervallen-verklaring moet worden
uitgesproken door twee-derden van het aan
tal leden, waaruit de betrokken colleges
bestaan. De wet regelt rechtspleging en ge
volgen van vervallenverklaring. De gevolgen
kunnen mede het lidmaatschap betreffen
van de andere vertegenwoordigende licha
men, in de Grondwet genoemd. De plaats
van het vervallen verklaarde lid blijft gedu
rende de loopende periode onbezet
Voor een lid van een Gemeenteraad staat
beroep op Gedeputeerde Staten open en
eventueel op de Kroon.
Soc.- en vrijz.-dem. in de Grondwets
commissie hadden tegen deze regeling
bezwaar.
Er was dus nu een concreet voorstel, dat
later nog zal worden aangevuld door een
bepaling die later aan de orde komt
dat opruiing in een vertegenwoordigend
lichaam leiden kan tot opheffing van de
onschendbaarheid.
Het ging om de revolutionaire volksver
tegenwoordigers.
Het verzet er tegen bleek groot.
Zoo groot, dat er nog heel wat zal moeten
gebeuren eer de door de Regeering voorge
stelde bepaling een plaats krijgt in
Grondwet, Zooals de zaak thans staat, lijkt
het vrijwel uitgesloten, dat er ten slotte de
grondwettelijke meerderheid voor te vinden
zal zijn. Tenzij in de nieuwe Kamer een
aantal tegenstanders door voorstanders zal
worden vervangen.
Zal dat gebeuren? We vreezen te meer,
omdat in het koor der bestrijders ook mee
zong iemand als de heer Westerman, die in
een weerzinwekkend-critische boutade tegen
de Regeering tekeer ging. Voor 100 pet naar
fascistisch recept uit de dagbladlectuur der
N.S.B. gereed gemaakt, werd in deze rede
de vrees uitgesproken, dat ook „wij" ken
nelijk waren de aanhangers van de N.S.B.
bedoeld, die minder juist als aanhangers
van een, nationaal réveil werden vermomd
van het voorstel der Regeering wel eens
de dupe zouden kunnen worden. De heer
Westérman redeneerde blijkbaar zoo: „wij"
zouden zulke machtsmiddelen hanteeren om
onze tegenstanders te vernietigen gelijk
„wij" elders hebben gedaan en de Russische
marxisten op hun gebied doen het is dus
begrijpelijk, dat de tegenwoordige macht
hebbers in omgekeerde'situatie ons bedrei
gen.
Zoo redeneerde ook de heer De Visser
voor dè communisten en de heer v. Dis voor
de S.G.P., aan welker leider de heer De Vis-
eens tijdens een onbehoorlijke critiek
op het beleid der Regeering, de woorden
toevoegde: en dan gaan wij samen den boer
op!
Ook nu was deze eenheid van tegendeelen
weer, welk -front in het nette versterkt
werd door de 60c.-dem. en de vrijz.-dem.
Bij de soc.-dem. werkten kennelijk ook het
oude revolutionaire sentiment en valsch-
democratische opvattingen.
De vrijz.-dem. hadden beter deze ..eenheid
in de democratie" kunnen laten varen. De
angst van mr. Joekes achten we schromelijk
overdreven.
Slechts de partijen der rechterzijde en de
liberalen stelden zich zonder reserve ach
ter het denkbeeld der Regeering. al was er
omtrent de uitwerking wei eenige divergen
tie. Deze is echter van secondair belang.
Over deze zaak is den ganschen middag
gesproken.
Minister De Wilde kwam even aan het
woord; hij zal heden zijn rede voortzetten.
ingeschikt als i
rit de corps" v
De Tweede Kaï
?r. dat 't
de heer De G<
klaagden en
De heer DONKER (s.d.) acht het nieuwe
rtlkel te vaag omschreven; dat is In strüd met
et wezen van den democratischen rechtsstaat.
Verslag
Grondwetsherziening
behandeling van de Grondwetsherziening
Jt voortgezet
it wetsontwerp, dat aan de orde is, geldt de
van leden van vertegenwoordigende licha
men, die een streven tot uitdrukking bren
gen, gericht op verandering van de be
staande rechtsorde met toepassing of be
vordering van onwettige middelen.
de Tweede Kamer, waarin dit Tweede Kamer
lid betoogde, dat de schending van den
irtegen woord ïgers tot ambt!
:steldi
hU beantwoordt
leeft en wat geëischt
gezag
treffend amendei
•at onder het voil
ter wille van he
rdigheid der vertegenwoordi-
De heer ALBARDA (s.d.) meent, dat
igelen tegen hen, die de democratie bedreigen
mogen wordi
politiek onrecht d(
MTiooratie zelf gt...
De Regcerlng acht hU
iat hier niet om tucht, maar om
ren van de hechtheid van het par-
■e stelsel en van den grondslag
'ertegenwoordigende lichamen.
lafhankelükheld
worden beïnvloed,
in. West-Europa
Alle
in een democr
ylaJete komen.
fer,treB'
GOSELING (r.k.) he
Thorbecke's uitspraak, dat verlceei
3 niet in de Tweede Kaï
ivoordigd te zijn. Maar al
vil nemen, dan moet het
Ier alsof men een tüger
il voeren. (VrooUJkheld).
Do vraag doet zich voorts voor
gebeuren met de opengevallen i
kOm* *-~* ----* ',ot
door zal de vrUheld e
iet Parlement kunne
lfs de samenstelling c
dat geleerd,
het volksleven moete
atsbestel aan de opper-
lutionalre groepen
heer De Vis:
spraken.
de Kroon is benoem
om politieke stroorr
de Hooge Raad moe
heer Goseling heeft
jrklare
an State, welke door
it Is niet een lichaam
n te beoordeelen.
•den uitgeschakeld
keur voor het vei
door het college zelf. De Tw
Het ontmoet geen bezwaar, dat Iemand uit
de Tweede Kamer wordt gezet en dan tevens
het lidmaatschap van Provinciale en (of) Ge
meenteraad verliest, Indien hü daarvan tege-
lijk deel uitmaakt.
Hier wordt geen geestelüke vrUheld aan
getast. Voorkomen moet worden, dat de
grondslagen van de Staat systematisch
ondergraven worden.
De infectiehaarden voor het revolutionair op
treden liggen in het politieke leven. Daarteger
Is de Regeering ln het verleden te passief op-
Mag niet meer worden lng
rechtsregelen, zooals b.v.
Dultschland het geval Is? Mag wel instemmlr
orden betuigd met een beweging van h\
nbtseed geschonden hebbende generaals? W
blijft er over van het recht?
Een STEM: Dan moet je het recht in Ruslai
ebben.
De heer DE VISSER: Dat la een recht vi
itstekenden aard.
De heer STE1NMETZ: Moordenaars.
De heer DE VISSER: Terugnemen moet
deze interrupt!»
ïeer DE VISSER: Hoe moet het gaan r
er Kersten, die opruide tegen regeerin;
ïgelen en dat doet op een
puntjj k
schade lüden.
mislukte poging
n een moellük vraagstuk op te lossen.
Onjuist ls het om een door de Kroon Inge-
eld college de Raad van State met d«
chtspraak ln deze belangrüke aangelegenheid
belasten, gelUk de heer Schouten wil. In dit
college waarin nog niet alle richtingen in het
volksleven zün doorgedrongen, zouden politieKe
rweglngen niet uitgesloten zün. De heer
Coops wil den Hoogen Raad laten beslissen,
aar dan lcomen de volksvertegenwoordigers
ider voortdurend toezicht van den procureur-
ïneraal. Al ls dit minder slecht dan wat de
;er Schouten wil. als het onjuiste toch ge-
ïuren moet, ls het het beste, dat de Kamer
zaak ln de hand houdt
ZU kan elgenlük door haar Reglement van
Orde voldoende preventief optreden. Voor wat
een Kamerlid bulten de Kamer zegt heeft de
strafrechter te handelen. Indien daartoe aan
leiding bestaat
In tüden van spanning kan gemakkei Uk aan
leiding worden gevonden tot een toepassing,
welke tot scherpe critiek stof biedt. Op aller
lei wüzen kan dan gevaar ontstaan voor uit
latingen over en betuigingen van Instemming
met een zeker streven, dat als opruiing kan
worden gekwalificeerd.
De bezwaren zün te ernstiger,
plaats ook onbezet blüft.
vastgesteld. Juridisc
rthode kan
Ook
:elfs
ivüderd.
heele fractie uit de
ondergrondsche
ivloéd op
jrgelöke
Gemeenteraden
jpallng gevaarlük. Haar toepassing kan
Intusschen ook een stimuleTenden
roerige bewegingen --•*--*-
bewegingen
Men moet deze dingen aan het gezonde volks
oordeel overlaten. De democratie kan zelf Bet
kwaad uitbannen.
Met aanneming van dit voorstel doen we
een stap achteruit. Het voorstel moet om
ai deze redenen worden verworpen.
1 wlist er op, dat
mlssle-Koo-
n de makt
rekking
ettlge r
HÜ9 -- en daarmee
deiT'door hën'afgelegd'en eed schenden.
De meening. dat de thans bestaande mlddi
len ter bestrüdlng voldoende zün. ls eenzüdlg
enzuaadi<o°0z°oWredeneerent vergeten, dat het
dulden van revolutionair optredende vertegen
woordigers ln een College, dat zich stelt op de
basis der bestaande rechtsorde, het parlemen
taire stelsel ondermünt. ZU tasten
en karakter, grondslag en doei as
In dagen van volksbeweging
maatregelen nemen, ls bovendien gevaarlüker
dan hetzelfde doen In rustlgen tüd.
kan het bestrijden
ïstltutie zelf i
ti-rov. fractie
riften
rien'jelf. De
Vrees voor misbruik koestert de heei
Schouten niet We zün zelfs ln deze dingen
nog al vrü lankmoedig. Wat de heer Al-
barda op dit punt aan vrees uitte, is on
denkbaar en niet te gelooven.
Het nieuwe voorschrift i
tlef werken. De ervaring r
len heeft
■al pre
:ds geleerd. Wie de
-hrlften overtreedt, staat zelf vooi
volgen. Als één
richting heilz!
De consekw
plaatsen
heeh
lischt dat opengevallen
i de Regeering
itaatkundlge
Een geordende staatsgem
geen revolutionairen In he
moet ook niet organlsatoi
kunnen worden ondergrave
raarborgd. Vreemdelingen,
e zün. moeten geen lid
igingen kunnen zün.
enschap duldt
parlement en
sch-methodlscb
heer JOEKES (V.D.) acht het aanprü'zen
onwettige middelen ontoelaatbaar, in de
te plaats door leien van openbare lichamen,
m nieuwe grondslag ln onze Grondt
deze zaak niet noodig. Zij. die Illegal»
ielen aanbevelen, zon buiten
1 men de Strafwet wüzlgen om bepaalde
uitingen nader strafbaar te stellen, dan valt
laarover te spreken. B.v. over vervallenverkla
ring van actief en passief kiesrecht.
Wat de Regeering wil, Ls echter onjuist.
Het rechtstreeks uitkomen voor onwet
tige middelen zal wel niet voorkomen;
de beschuldiging zal wel meestal moeten
worden geconstrueerd uit een combinatie
vaa uitlatingen. En dal
gevaarlijk.
Vóór basllsrfngen ls de Raad van State niet
iet aangewezen college. Ambtenai
liet tegen volksvertegenwoordlgei
jptreden; daarbij bestaat het geva
welgevallige politieke personen of richtingen
worden weggewerkt
Opdracht van de beslissing aan den Hoogen
Raad betrekt onze rechterlijke macht in poi
tieke geschillen. Ook dat- Ls niet aanbevelen!
irdlg.
Voor Gemeenteraden klemt dit bezwaar nog
in sterker mate. omdat de werkzaamheden
de Kamer veel meer in het openbare geschil,
den dan ln vele. vooral kleine gemeenteraden.
Het allerergste ls. dat dt vrijkomende plaats
niet wordt vervuld. Men treft de heele richting
van hem, die wordt gestraft
De heer DE VISSER (Comm.) zag ln
het voorstel een succes van de reactionai
re politieke scherpslüpers. Die willen niet
een feit. maar een streven straffen. Waar
uit blükt de noodzaak van dit voorstel?
Nooit ls in ons paxlement iets gebeurd,
dat zoo'n hyper-reactionair voorstel
reohtvaardigt.
Opruien is nergens verboden. Te bewüzen
zün, dat tot strafrechtelüke feiten is opgeru
Na de wijziging van het Reglement van Or
is er nog minder aanleiding om tot dit vo<
stel te komen. Wie tot strafrechtelijke feit
zou willen opruien, krijgt geen kans in
Kamer.
Geestverwanten van dezen minister hebbel
zich aan strafrechtelüke feiten schuldig ge
maakt. waaraan de heer De Visser
gaarne zou schuldig maken. Hü bedoelde
de zgn. „paneelzagerij".
De voorgestelde bepaling ls zeei
en dat Ls hoogst gevaarlijk, vooral
tüd als in het parlement de partüen fel
die va go bepalingen
het ls voorgekomen,
veroordeelde, aldus
De koorts daalt onmiddellijk,
De besmetting wordt gestuit,
De ziekte-duur word! ingekort,
Steeds goede resultaten meti
Volgens recept van Apotheker Dumont
Overal verkrijgbaar. Per 12 stuks 52 cent.
(Adv.)
Deze Regeerlrig neemt het
met de rechten van sommige
tegenstanders en het pariemei
met welgevallen.
De fatsoenlüke democratie.
kleine coterie de dingen beslist. 1
del gezocht om zivJi van haar
tan.'ers te ontdoen,
hebben hlen
ls tegen het best
jlksgenooten.
..We" begrijpen i
ijziglng 1
hoogere mü vrij-
geUik ^zegd Is?
■orden opgekomen tegen or
ht? B.v. tegen de dwangwetten van 1903
,g men niet meer instemmen met het oi
den van Willem de Zwijger, dat tegen d
ttelijke machten inging? Als we hetzelfd
ïn. loopen we gevaar uit het parlement t
rden verwüderd. Moet de arbeidersbewegin
de illegaliteit worden gedreven? Dat doet c
igeering met haar voorstellen. Maar we li
i ons niet provoceeren. We weten den juli
Dit voorstel moet vierkant worden terugge-
zen. Het brengt ons op het hellend vlak.
Set voorstel is gericht tegen ons, maar
lukt niet.
De MINISTER: Een goed
>rden. B.v. volgelinger
heerschen. Dan zegt men: kip. ik heb je! Voor
chting-Kersten geldt hetzelfde. Ook de
gezellige kwartiertjes v.n den heer Lingbeek
ergste van alles ls, dat niet alleen
getroffen worden, maar ook
e partü.-de richting, welke de Grond-
et echter niet kent. Het grofste onrecht
ordt hleT begaan.
iar dit voorstel zal bü tweede lezing ln
we Kamer als een baksteen vallen. Dat ve
t het Want het leidt tot de bruutste will
Het ontklezert groote groepen en kan e
kunstmatige meerderheid kweeken. Het pari
ent zal echter geen rompparlement kunn
■orden.
Raad van State noch Hooge Raad zijn te aa
aarden als beoordeelaars van handelingen
ent. Het parlement zelf moet daar-
iver oordeelei
>rdeel uitspreken, dat niet
neest reactionaire uitingen over
tak zün gekomen van den heer Goseling, die
>k al de wet van 1855 wil verscherpen.
De heer WESTERMAN meende, dat pai
-mentaire regeeringen niet oorzaken bestrüdei
aar alleen hinderlijke plooien gladstrrijkei
56 oök In' dit geval.
Het is niet gemakkelük het begTlp revolu-
onair vast te stellen. Dat ondervond de
missie-Kooien.
Men kan op den grondslag van üe Christelij
ke beginseelen en de nationale traditie*
itaatsbestel willen reconstrueeren. Voor dt
nunisten staat het anders; die begeerer
radicale omkeering.
WIc door uiterlijk geweld tot een verander-
len toestand wil koir.on, ls door de commissie-
Kooien als revolutionair gekwalificeerd.
Regeering nu wil is een wanhoops-
oplossing, die alle objectiviteit en begr
'-uitdrukkingen
sr toe lelden kan. dat
i de willekeur an deze
anhangers kan worden
:gen het
het i
xisin
Vier Jaar geleden had de heer Wes
terman neg vertrouwen, maar nu begrüpt
hü. dat van een Nederlandsche rechtsorde
niet gesproken kan worden. Men la er
slechts op uit nieuw opkomende stroomin
gen er onder te houden.
De heer VLIEGEN S.D.) begrijpt niet. wat
in ons land aan de hand is om een voorstel
te doen als waarover nu gesproken wordt. Het
een blamage. Een bepaling als deze bestaat
•gens. Er is niet voldoende aanleld'ng voor
ook is ze niet doelmatig. Mede op pra
gronden is z
i aanvaarden.
Mond vrü en handen thuis, dat moet het
standpunt der overheid ztjn tegenover
revolutionaire strooralngen.
De heer VAN DIS (S.G.P.) meent, dat door
>i voorstel niet veel veranderen zal. De com-
unlsten hebben zich reeds lang bekeerd van
^toelaatbare uitdrukkingen, al blüven ze aan
hangers "an de wereldrevolutie. Ze zullen dus
rustig ln de openbare colleges zitting kunnen
blijven houder
i heeft het
volle instemming van de S.G.P. ZU voelt ér
>k daarom weinig voor. omdat het ln staat
-' stellen tegen leden der S.G.P. op te treden,
s zij critilek op den bestaanden toestand
Alleen wat revolutionair Is. behoort niet In
3 vertegenwoordigende lichamen te worden
(gelaten. De revolutionaire partijen moeten
orden verboden. De rechts- en machtsmidde
len zün er voor.
De houding f
Daniël Goedkoop" teruggekeerd
De ijsbreker .Daniël Goedkoop", die Maan
dagavond van Schel lingwoude was vertrok
ken om een geladen dekschuit naar Huizen
te vervoeren, en gistermorgen nog steeds
niet was teruggekeerd, is gistermorgen hij
de Oranjesluizen aangekomen. Het schip
kon het vele ijs heel moeilijk verwerken.
De aanvaring op de
Westerschelde
Het Zweedsche motorschip „Bullaren",
hetwelk gisteren bij een aanvaring op de
Westersi."-elde ernstige schade aan het voor
schip boven de waterlijn heeft gekregen. \s
in den namiddag teruggekeerd naar Ant
werpen.
De „Condé" is, zooals gemeld, op een zand
plaat gezet Sleepbooten blijven in de nabij
heid.
OPONTHOUD VAN EEN SNELTREIN
Gisterochtend heeft de sneltrein Den
Haag—Groningen tusschen Oude water
en Woerden eenig oponthoud gehad. De
machine kwam nl. in aanraking met een
kelderwinoh. daar gebruikt door eenige ar
beiders van Weg en Werken. Er ontstond
een defect aan de reminstallatie. Na onge
veer acht minuten was het euvel verhol
pen. Met ruim twintig minuten vertraging
is de trein te Utrecht binnengeloopen.
DE AVONTUREN VAN PIEPNEUS EN BIBBERSNOET
97. Ik keer op mijn schreden terug en ca
naast hem loopen. „Heb je er soms wat op
tegen?" zeg ik dreigend. „Man. ga weg",
zegt hij, „je stinkt heelemaal naar de verf.
Akkeba, ga naast me vandaan met dat vieze
luchtje! Ik hoef lekker geen verver te wor
den!" En meteen wil hij weer doorloopen.
98. Nou, ik word wild. dat vat je. Tk b*n
trotsch op mijn vak en ik laat me door zoo n
aap niet beleedigen „Ik vind die verf wat
lekker ruiken!" zeg jk, „hier. ruik maar eens
goed!" En meteen duw ik hem de verfkwast
in zijn gezicht, zoodat zijn neus er heele
maal in uerdwijnt.
(Wordt vervolgd)
^^^^^^^TTHollandsohe
BoeacNLGveu
BCSt
HOOFDSTUK I
Hij kwam uit een vreemde streek. Piet Bruining. De wo
ning van zijn vader stond breed en plat aan de voet van een
hooge rivierdijk, de nok van het dak stak er nauwelijks
boven uit. De oude boer was een kolossale vent, pezig en
taai, die er de wind onder had bij zijn jongens, welke in het
bedrijf opgroeiden. Huis en land werden krachtig onder
houden. Van de vijf jongens, pootige kerels met breede werk
handen en helder hoofd, was Piet de tweede. In de mobili
satie, toen veel jonge boeren dienst moesten nemen, kwamen
zij zeer onthand te zitten. De oudste, die vroeger gediend
had, trok mee naar de grens, en diens werk kwam voor reke
ning van de nog jonge Piet. In dien tijd heeft hij dat stugge,
taaie, nergens voor wijkende werken geleerd, waarmee hij
later ziin eigen bedrijf zoo stoer onderhouden zou. Hij had
durf, en door op het juiste oogenblik te handelen, gelukte
hem veel van wat hij aanpakte.
Ook Piet moest later naar dienst, maar toen beide broers
aan het eind van de mobilisatie terugkeerden, kon hij zich
moeilijk meer onder de leiding van zijn broer schikken.
En onder vaders leiding vlotte het evenmin. Er was telkens
geharrewar. Voor vader had hij altijd de kinds-eerbied gehad,
toch botsten alle drie de zelfstandige karakters tegen elkander
op, zoodat zij dikwijl^ met harde koppen elkaar voorbij
liepen.
„Piet mot maar de deur uit", zei de oudste toen tegen den
vader. Die maakte zich kwaad. „Dat zal ik het beste weten",
zei hij, „het is een schande, dat broers mekaar niet verstaan",
„Hij verstaat zijn vader ook niet".
„Zwijg!" beval de oude, zijn oogen vonkten. De groote
kerel draaide zich om en droop af. Hij heeft gelijk, dacht
de vader. Piet moet zelf gaan boeren. Maar waar? En met
wie?
„Piet, het gaat niet goed hier", zei hij een paar dagen
later, toen ze samen aan 't hout kappen waren, 't Was
winter. Piet antwoordde niet; hij stond op, met het hakmes
in de hand. ,,'t Is beter dat je op je eigen gaat."
„Ja vader".
„Had je daar zelf ook al over gedacht?" vroeg de vader,
verwonderd over de gelaten houding en de kalme woorden
van zijn zoon.
„Jaa...'t," antwoordde de ander, opgelucht, ,,'k Had er
zelf over willen spreken''.
„Dat treft dan", zei de vader, ook opgelucht. „Heb je
ergens kijk op?"
„Op een woning niet".
„Op een vrouw", begreep de vader. „Heb je 'n meid?'*
„Hébben nog niet, maar dat komt wel". Piet zei het
overtuigd, ,,'k Heb er een op 't oog".
De oude man vroeg niets, maar bleef wachtend staan. Zijn
zoon zou wel verder vertellen.
,,'k Ga Zondag naar d'r vader Verkoren", lichtte hij
in. „Neeltje Verkoren". Hij moest een raar gevoel weg
slikken, nu hij haar naam noemde.
De vader antwoordde niet dadelijk. O diedacht hij.
Nou, moet je zelf weten. Veel geld zit er niet. Maar dan zei
hij: „Nou. de zegen d'r op".
Ze gingen weer aan 'twerk, sloegen de messen in de
takken.
„Naar een woning kijk je alvast maar eens uit," zei de
vader, even ophoudend. „Moeders deel ligt voor je klaar."
Piet knikte. „Goed". En kapte met het vlijmscherpe mes
de takken van de wilgekop die voor hem lag.
Een week later zei hij zijn vader dat Verkoren hem ver
wachtte. 't Was in orde gekomen met Neeltje.
De Verkorens waren kerksch, dat wil zeggen dat ze zich
niet alleen 's Zondags met de kerk bemoeiden. De boer zelf
was vroeger ouderling geweest, doch moest dit ambt wegens
ziekte neerleggen. Na deze ziekte, een leverkwaal, was hij
sukkelend gebleven. Hij moest zich voor alles in acht nemen
en mocht geen zwaar werk doen. Gelukkig was de oudste
zoon toen in staat om dit voor zijn rekening te nemen, met
een boerenarbeider die het geheele jaar door in dienst bleef,
kon nu al het werk behoorlijk gedaan worden.
De jongens bezochten de jongelingsvereeniging. de meisjes
de hunne. Hoe druk het soms was. de boer stond er op dat
zij geen vergadering verzuimden. „Het werk is wel een
middel om te leven", zei hij, als er een mopperde omdat nog
zooveel werk gedaan moest worden, „maar je moet oppassen
dat het niet je leven-zelf wordt, of dat het je niet in zijn
macht krijgt. Het leven is meer dan het voedsel. Dat zegt de
Schrift". En in een zeer vertrouwelijk oogenblik voegde hij
er bij: „Het doel van je leven is de Heere."
Alleen wie de boer in de kracht van zijn leven gekend had.
kon begrijpen wat deze woorden voor hemzelf beteekenden.
Midden in de drukte van het zomerseizoen was hij ziek
geworden. In de kracht van zijn leven toen het hem als
hoogste eer gold zijn kinderen een bloeiend bedrijf na te
laten en een erfdeel waarvan zij een onbezwaarde woning
konden koopen, werd hij krachteloos gemaakt. En de
maanden in de schemerige bedstede doorleden waren de
crisistijd van zijn leven geworden. Later was het hem of
God hem uit zijn wereldsche zorgen gerukt en hem voor zich
geplaatst had. En pas toen hij zijn ambt van ouderling had
moeten loslaten had hij zijn geloof het diepst leeren beleven.
In die zware maanden heeft hij God leeren danken voor zijn
ziekte. Nu gingen zijn oogen open voor veel wat hij altijd
zonder zien voorbijgegaan was. Hij bemerkte de warme
zorgen van zijn vrouw voor wie hij zijn heele leven niet
anders dan de boer gebleven was. Een hechter band bond
hen toen, en er ontstond een liefde tusschen hen die zij nog
nooit, ook in de eerste jaren van hun huwelijk niet, hadden
gekend.
Neeltje had heel haar leven van haar vader gehouden. Als
kind. toen zij nog niet naar school ging, was zij het liefst bij
hem in de stal of op het land- En later, toen zij van school
gekomen was, en mee hielp werken, had de aard van het
huishoudelijk werk haar wel veel bij hem vandaan gehouden,
maar altijd was zij blij geweest als zij bij het eten of 's avonds
op de bank voor het huis zijn vriendelijk gezicht met de
zachte oogen zag.
.(Wordt vervolgd^ j