TIPTOP
MEIIf
VAM
BRE/ken/
De dag der vreugde
Interview met Prins Bernhard
GEDENKNUMMER VORSTELIJK HUWELIJK 7 JANUARI 1937
Het sprookje dat
"werkelijkheid werd
Ons dorp zyn adem haelt; de lantlien
zich vcrblyen.
't Prinsesje brengt ons weer te
voorschyn d'oude tyen.
't Is bruiloft in de wei.
VONDEL
Sprookjes beginnen doorgaans: Er was
eens een Prins of een Prinses; ze eindigen
oneestal: toen leefden „zij" lange jaren ge
lukkig en tevreden.
Van onze Prinses is al meer dan eens
zoo'n sprookje verteld. Het hoofdstuk echter
waarin een' Prins kwam om met haar te
ihuwen volgde maar niet, totdat onze Prin
ses op 8 September j.l. zelf voor de verras
sing zorgde en den Prins uit haar droomen
aan het Volk voorstelde.
En nu na vier maanden rijdt door de
stralen van de Koninklijke Residentie een
bruidsstoet, waarin de Prinses met haar
'Prins het middelpunt vormden.
Bijne zes-en-dertig jaar is het geleden,
dat Den Haag eveneens getuige was van
een Koninklijke bruidsstoet. Ook toen deel
de Nederland in de blijdschap van een Vor-
stenhuwelijk. Koningin Wilhelmina en
Prins Hendrik werden op 7 Februari 1901
in den echt verbonden. Het getal zeven
schijnt in het leven der Oranjes een be
langrijke rol te vervullen, want naar men
weet, was het ook 7 Januari, toen Koning
Willem III en Prinses Emma te Arolsen in
het huwelijk traden, nu acht-en-vijftig jaar
geleden.
De tijd gaat snel, maar nog levendig
staat bij de ouderen de dag van den 30sten
April 1909, de geboortedag van Prinses
Juliana, in het geheugen gegrift
.Na het huwelijk van onze Koningin met
Hertog Hendrik brak een tijd van beproe
ving voor de Koninklijke Familie aan. De
hoop, dat ons Vorstenhuis verrijkt zou wor
den met de geboorte van een spruit, scheen
niet in vervulling te zullen gaan. Een
zware ziekte bracht de Koningin aan den
rand van het graf en men vreesde het erg
ste. Maar God waakte over het leven van
Koningin Wilhelmina en gaf Haar aan
Haar Huis en Volk terug.
De oude Oranjeboom droeg naar Gods
bestel opnieuw vrucht en in het heerlijke
voorjaar van 1909, nog vóór Bloeimaand
daar was, ging de blijde tijding door 't land:
er is een Prinses geboren!
De blijde gebeurtenis van 30 April 1909
was van de grootste beteekenis voor de ge
schiedenis van ons volk.
Na donkere dagen en onweersbuien kwam
de zon weer door de wolken.
En alom werd gezongen:
Wees welkom! dierbaar VorstenkindI
De hoop van 't Vaderlandl
Waar 't dankb're Volk zijn liefde en trouw
U zweert met hart en handl
Deez' hulde, met den mond betuigd,
Is uit het hart geweld,
Dat vurig, blij en hoorbaar klopt
Zoodra 't Oranje geldt!
Gesproten uit dien ouden stam,
Die t schoon Oranje draagt,
Zijt gij de tak, die bovenal
Ons oog en hart behaagt
Wij zijn als klimop vastgehecht,
Geleid door trouwe hand,
Verbonden aan denzelfden stam
Als onverbreek'bre band.
7 Januari 1937 f
Een nieuw lied
op een oude wijs
Juliana van Nassouwen.
Dat klink' als een nieuw lied.
Nu Gij vandaag gaat trouwen.
De Lente in 't verschiet.
Wij gaan die blijde tegen.
Heel Holland jubelt luid,
Want, geeft de Heer Zijn Zegen,
D'Oranjeboom loopt uit
Juliana van Nassouwen,
Dat geeft zoo'n schoon- klank;
Te midden van 't benauwen
Een dag van vreugd, van dank.
Prins Bernhard is de Bruigom,
Juliana is de Bruid;
Heel Holland heet heni welkom:
Hoor, hoe 't zijn klokken luidt.
Juliana van Nassouwen,
Dit lied als bede stijg':
Uw zegen. Heer, bedauwe
De boom, zijn stam en twijg.
Wat heeft hij veel geleden.
Wat schond de storm hem fel'
Maar in dit feestlijk heden
Maakt gij het alles wel.
D'Oranjeboom herleve.
Dek hem met bloemen weer:
Wat vreugde zou dat geven!
Toon ons Uw goedheid. Heer/
Wil Gij de druk verzachten,
Waaronder 't volk nog lijdt:
Beschaam niet het verwachten
Van blijde lentetijd.
Het Prinselijk Paar betrouwe
Op U. o Godhun Heerl
Dat Zij op U maar bouwen.
Verlaat hen nimmermeer.
D'Oranjeboom moog' blijven
Uw Plant in Hollands hof;
Wil door Uw kracht hem stijven.
Doen bloeien tot Uw lof.
'A. W.
Wijze: 't Wilhelmüg.
Zoo blijv' Oranje Neerland één,
Bij wat er ook geschied',
Dit worde' thans opnieuw herhaald
In 't ongekunsteld lied.
Zij onze Kroonprinses de ster
En 't glanspunt in den nacht,
Als Neêrlands Volk in later tijd,
Van haar zijn heil verwacht.
Prinses Juliana!
Een onbezorgde en zonnige jeugd heeft
zij achter zich, omringd door haar Ouders,
Grootmoeder en heel haar Volk. Nooit is
docr de Koningin vergeten, dat zij recht had
op een eigen jeugdleven.
De Prinses van Nederland groeide voor
spoedig op en na het beëindigen van haar
studies aan de Universiteit te Leiden, de
sohenking van haar beroemden en edelen
voorvader Willem, trad ze meer en meer
op den voorgrond en nam deel aa.n het
openbare leven.
Als we onze Prinses, de waardige dochter
uit het doorluchtige Oranjehuis gadeslaan,
dan denken we aan Juliana van Stolberg,
de moeder van Prins Willem I, en Juhan
de Oude, aan Graaf Adolf, die in Friesland
bleef in den slag en aan I.odewijk en
Hendrik van Nassau, die op Mookerhei
sneuvelden.
Veel heeft Juliana van Stolberg voor ori6
land gedaan. Na haar dood schreef Maria
van Oranje van haar:
„Het was een vrome, godvruchtige vrouw.
God geve, dat wij naar haar aarden
mogen". En met haan- dochter te noemen
naar zulk een vrouw heeft onze Koningin
getoond hoe hoog Zij de stammoeder van de
Oranjes vereerde.
Was er na den dood van de Koningin-
Moeder slechts één paleis meer in ons land.
dat door een Vorstelijke familie werd be
woond, thans zullen weer twee paleizen in
het centrum van de aandacht staan.
De eohte sprookjesprins is uit Lippe tot
ons gekomen. Hij dong naar de hand van
Juliana en sneller dan ooit werd het In
richt door Nederland, ja door de hecle
wereld, verspreid: Prinses Juliana is ver
loofd met Prins Bernhard en:
Kanonschoten dreunden bij 't luiden
der klok!
Heel Nederland vloog overendl
De vlag kwam het raam uit
En golfde langs haar stok!
Zoo'n vreugd had z' in lang niet gekend.
Elk droeg toen Oranje, het werk lag
aan kant,
Voor elk was t va can tie, 't was feest
In het land -
H Was al voor de Prinses en den Prins.
Het huwelijk tusschen Prinses Juliana
en- Prins Bernhard is thans voltrokken. Hol
land heeft een bruiloft gevierd, welke eenig
in zijn geschiedenis genoemd moet worden,
't' Prinsesje met haar Prins heeft ons weer
de oude tijden voor den geest geroepen en
daarin doen meeleven.
Oranje en Neerland ééin, dat is in de af-
geloopen vier maanden weer echt gebleken
Onze Kroonprinses, de hoop en de trots
van ons Nederiandsche volk, heeft nu een
eigen huishouding.
Geve God, dat het Prinses Juliana in alle
opzichten voorspoedig moge gaan. En wan
neer zij eens zij het spade! den troon
zal moeten bestijgen, blijve zij dan t zonne
tje van Nederland, dat zij sinds den dag
van haar geboorte is geweest en niet min
der bij haar huwelijk werd.
De jonge Prins-Gemaal, die de harten
van de Nederlanders door zijn populair op
treden stormenderhand veroverde, zeide in
zijn radiotoespraak, na de verloving, dat hij
wilde trachten zich zoo spoedig mogelijk met
zijn toekomstig Vaderland vertrouwd te
maken en zijn vrouw tot een werkelijken
steun in het leven te zijn.
In zijn betrekkingen met het Nederiand
sche volk heeft hij voorgenomen zich te
laten leiden door het voorbeeld van de zoo
bijzondere verhouding, welke vanouds be
staat tusschen Nederland en het Huis van
Oranje. Ook niet-regeerende voreten kun
nen dikwijls den stoot geven tot vele nut
tige zaken. We denken bijv. aan Prins
Onze Koninklijke Familie, vóór het jaar 1934 dubbele rouw bracht over Vorstenh uis en Vaderland
Hendrik, den broeder van Koning Willem III
en aan Prins Hendrik, den vader van de
Prinses. En gezien de belangstelling van
Prins Bernhard, die uitgaat naar dingen,
welke voor het Nederiandsche volk van
waarde kunnen zijn, mogen we verwachten
dat hij zijn woord gestand zal doen.
De klokken in gansch Nederland hebben
voor Hollands Bruidspaar geluid en in de
oude St Jacobskerk te 's-Gravenhage is de
zegen van God over dit vorstelijk huwelijk
afgesmeekt.
Op den dag der vreugde is het sprookje
van een Prinses en een Prins werkelijkheid
geworden.
Moge in ons vrije en onafhankelijke vader
land en zijn overzeesche gewesten de
Oranjeboom, die door den storm der tijden
gelukkig is blijven staan, al waren er mo
menten, dat vele takken werden afgerukt,
door 's Heeren gunst zijn „tacken naer de
woleken" schieten.
Prinses Juliana met haar Vader, op den
dag van haar openbare belijdenis
Be Prins over zijn
automobilislische ervaringen
De heer Herman Levy, chef van Je redac
tie van „De Auto", het officieel orgaan van
de K.N.A.C., heeft in het koninklijk palels
aan 't Noordeinde een onderhoud gehad
met Prins Bernhard.
Hij vertelt daarvan In genoemd blad het
volgende:
In 'n grooten open haard laaien hooge
vlammen op en het knetteren van het bran
dende hout is het eenige geluid, dat in deze
rustige omgeving de juiste atmosfeer schept
Wij zijn immers in een Hollandsch huis,
de woning van onze Landsvrouwe en Haar
dochter.
Terwijl wij het vertrek binnen gaan, waar
in Prins Bernhard* ons zal vertellen van
zijn automobilistische ervaringen, zien wij
een jongen man op ons toekomen. Hij is
gekleed in het veldtenue van ritmeester der
huzaren. De begroeting is eenvoudig, pre
cies zooals wij ons dat hadden voorgesteld
van dezen Prins, die met beide beenen in
het volle actieve leven staat
Wij weten, dat de Prins een volbloed
automobilist is, maar wij zouden 't gaarne
uit zijn mond willen hooren. En natuurlijk
ook willen weten, hoe hij over óns verkeer
en over onze wegen denkt. Meer nog mis
schien zijn wij nieuwsgierig, welke beteeke
nis Z.D.H. toekent aan het moderne ver
voermiddel, dat nu eenmaal voor ons zulk
een belangrijke plaats in ons leven is gaan
innemen.
Prins Bernhard heeft tijdschriften zitten
lezen. Ze liggen nog in een hoogen stapel
voor hem op den grond. Hij sorteert ze al
pratende en legt ze dan op een bureau, dat
in den hoek van het vertrek staat en dat
rijkelijk bestrooid is met papieren en pape
rassen, welke vermoedelijk evenals de tijd
schriften op sorteering en afdoening wach
ten. En terwijl wij onze vragen stellen, ant
woordt Prins Bernhard.
Wij spreken natuurlijk Nederlandsch.
En het valt ons op, hoe uitstekend dat
Nederlandsch wordt uitgesproken. Een
enkele maal slechts komt een Duitsch
woord naar voren, waarvoor de Prins
niet zoo spoedig het Nederlandsch kan
vinden. Maar dat gebeurt tijdens heel
dit gesprek van bijna een uur slechts
zóó zelden, dat wij ons vol bewondering
afvragen, hoe het voor een vreemdeling
mogelijk is geweest om zich onze mooie
maar juist voor den buitenlander zoo
uiterst moeilijke taal, zoo spoedig eigen
te maken.
Het is voor den interviewer prettig en
gemakkelijk. Prins Bernhard heeft aan een
enkel woord, een hal ven zin reeds genoeg
om er het juiste antwoord op te geven. Zoo
wordt het feitelijk een huiselijk gesprek
over alle kanten van het automobilisme.
Sedert wanneer dateert uw kennis
making met de automobiel, Hoogheid, mee-
nen we te moeten vragen.
Prins Bernhard lacht eens.
Och, nog niet zoo heel lang. Sedert 1928,
dat is dus acht jaar. Er zijn natuurlijk
automobilisten, die heel de ontwikkeling van
den benzinemotor hebben medegemaakt en
voor wie acht jaar niet veel heeft te be-
teekenen. Maar ik heb toch een respectabel
aantal kilometers achter den rug. Zoo on
geveer 350.000—400.000.
Maar he' heeft mij dan ook in staat ge
steld om.heel wat landen te bereizen, ver
volgt onze vorstelijke gastheer. Natuurlijk
heb ik Duitschland van Noord naar Zuid en
van Oost naar West doorkruist; maar ik heb
ook heel wat kilometertjes in Centraal-
Europa liggen. Voor iemand, die van wis
selend natuurschoon houdt, is het prachtig
om daar te toeren. En het spreekt van zelf,
dat ik ook in Frankrijk en Engeland, in
Zwitserland en Spanje, tot zelfs in Noord-
Afrika toe met genoegen getoerd heb. Er is
voor den automobieltoerist zoo veel, zoo
heel veel te leeren en op te merken. Men
doet er zooveel ervaring mee op, in velerlei
opzicht en beteekenis.
Dan wordt Prins Bernhard even voor
zichtig.
Ik heb het afgeloopen jaar meer dan
50.000 K.M. afgelegd, zegt hij, maar U be
grijpt wel, dat zooiets alleen maar mogelijk
is als men veel rijdt, of liever gezegd, als
men in staat is om lange tochten te maken.
En nu vindt men hier, dat ik feitelijk
te hard rijd, klinkt het ietwat als een ver
ontschuldiging uit zijn mond. En ik weet
dus niet, of 't wel juist is om het te zeggen.
Maar, zoo vervolgde Prins Bernhard, ik
erken volkomen, dat de omstandigheden in
ons land, ten aanzien van het verkeer een
groote snelheid allerminst rechtvaardigen.
Dat is in Frankrijk en Duitschland anders.
Ik geloof dan ook zeker, dat daarin veel
verbetering zal komen als het systeem der
voorrangswegen eenmaal zal zijn ingevoerd.
Dat is een der voornaamste, zoo niet de be
langrijkste der veiligheidsmaatregelen, die
ik mij kan indenken.
Hierna liep het gesprek over het veilig
heidsvraagstuk.
Wat mij is opgevallen, zeide Prins
Bernhard o.m., is, dat in menig geval te
veel in het midden van den weg wordt ge
reden en men dus niet voldoende den rech
terkant houdt. Daaraan zal een nauwgezet
toezicht van de wegenpolitie natuurlijk veel
kunnen verbeteren.
Zou het niet mogelijk zijn, dat dit euvel
ook voor een groot deel te wijten is aan 't
feit, dat er nog zoovele tonronde wegen zijn
in ons land? wagen wij.
Ongetwijfeld is dat een oorzaak. Maar
misschien ook het gebruik van het linksche
stuur, dat vrijwel universeel is in ons land,
merkt de Prins op.
Jhr Röell blijkt van een zelfde meening
en ook dit onderwerp biedt alle aanleiding
tot een zeer geanimeerae gedachten-wisse
ling over een vraagstuk, waarover men 't
Ofschoon ik op mijn Ford en ook
andere wagens steeds met linksch sti
rijd, heb ik er toch prijs op gesteld
nieuwe 12 cylinder 210 P.K. Mayba
welke H. M. de Koningin de Prinses
mij als huwelijksgeschenk heeft toe
dacht, met rechtsch stuur te laten
rusten, aldus verklaart Prins Bernha
En met begrijpelijke trots springt
Prins van zijn stoel op en toont ons i
afbeelding van de prachtige vier p
soons Cabriolet, welke thans wordt
reed gemaakt voor het Vorstelijk Pa
Terwijl Prins Bernhard in zijn jeu
enthousiasme voortgaat over de tal
voordeelen van de automobiel te spn
dringt jubelende kinderzang van buiten,
het Paleis, tot het vertrek door. En wij
den er weer plotseling aan herinnerd,
deze jongeman, die zoo heerlijk gen
met ons over de eenvoudige dingen
den dag zit te praten, de bruidegom
ónze Prinses is, en hoe verheugd wij t
zijn, dat hij geroepen is Prinses Julian]
gelukkigste vrouw van ons land te mai
zijn de zeer handige pakjes, waarin de fijne
VAW MELLE'S biskwie-melanges en't heerlijke
bakwerk thans verkrijgbaar worden gesteld, n.L
moderne halfponds-pakketten.
Dat is inderdaad iets voor den nieuweren tijd.
Het is geweldig, hoe enthousiast deze nieuwe
verpakking ontvangen wordt zoodat het is
of ieder hier eigenlijk op gewacht heeft.
Maar, het pakje is dan ook verbazend aardig!
Feitelijk heel eenvoudig, maar toch smaakvol
en vooral zoo heel practiscb en... hygiënisch.
Er behoeft niet meer gewogen, of in zakjes
gedaan te worden: het pakje met een '/2 pond
keurig gesorteerde biskwies of bakwerk. het
geheel in een wikkel van glaspapier, kunt U
zoo in ontvangst nemen. Het zijn ook aardige
pakjes, om als kleine attentie voor iemand
mede te brengen.
GAAT MET UW TIJD MEDEl
Koopt Van Melle's bis kwie-assor timent of
gebak-assortiment d 25 cent per pukje m
de JKant en Klaarverpakking.