De Oranjebruid kan komen
DONDERDAG 7 J AN ART 1937
TWEEDE RT AD PAG
Vtff minuten later. In de Graven
straat wordt de kop van de vorstelijke Brui
loftstoet ziohtbaar: politiemotor en politie
ruiters gevolgd door marechaussees. Rijders
en huzaren komen achter hen aan. Terzijde
van de weg presenteert het militaire cordon
de geweren. Nog vijf minuten en de
gouden kroon op de gouden koets komt in
zicht.
Inmiddels zijn de calèches, de „roode bok
ken", voor de kerk aangekomen. Bruids
meisjes stappen twee aan twee uit met de
haar toegevoegde Bruidsjonkers. De japon
nen in lichte teere kleuren van groen, blauw
en rose trekken de bewonderende aandacht.
Voor het stadhuis is intusschen het Bruids
paar uitgestegen en ook allen die getuige
rullen zijn van de Burgerlijke huwelijks
sluiting.
De ledige koetsen passeeren, rijden om de
kerk heen en stellen zich weer op om straks
aan het Raadhuis de aanwezige leden van
het gezelschap weer op te nemen. Per radio
volgen we de plechtigheid ten stadhaiize.
Jhr. Verheyen, de opperstalmeester in hel-
roode jas en wit zeemlederen pantalon in
specteert nog eens het traject tot aan de
kerkingang.
Onderwijl draaien de wijzers van het
groote uurwerk verder.
Tien uur veertig. Baron van Geen
en baron van Lijnden, Bruidsmeisjes en
Bruidsjonkers worden zichtbaar in het kerk
portaal in de deuropening tegenover ons. Ze
wachten het hooge gezelschap. Er komt
spanning over allen die hier de komst van
de Vorstelijke stoet verbeiden.
Maar het blijft nog even wachten. Het is
alsof de minuten heel lang duren. Eindelijk
zien we van verre dat het portier van de
glazen koets open draait. En dan. dan
schrijden Prinses en Prins stevig gearmd
naar buiten. Voor de wet zijn ze man
vrouw.
Geweren en sabels worden gepresenteerd.
De stoet komt weer in beweging en terwijl
de sonore klanken der zware kerkklokken
het luchtruim ingolven. arriveeren slechts
enkele minuten later de hoofdpersonen van
de stoet voor de kerk.
Plechtig speelt de Marinekapel het Wilhel
mus. Daverend gejuich breekt los als de
gelukkige Prinses uitstapt gevolgd door Haar
Prins wiens gelaat straalt van blijheid.
In het portaal ordent zich de stoet. De
lange sleep van het ivoorkleurig wit satijnen
bruidsgewaad wordt opgenomen, reeds om-
huift de prachtige kanten bruidssluier het
Prinsesselijk hoofd, Prins Bernhard treedt
aan Juliana's rechterzijde en dan gaan allen
langzaam naar binnen.
Ook als H.M. de Koningin en Prinses Arm
gard de wagen verlaten schalt het enthousiast
gejuich krachtig op.
Nog even en het geheele gezelschap is
uitgestegen en verdwijnt achter de kerk-
kamer.
De kerkelijke huwelijksinzegening gaat be
ginnen.
De plechtige kerkdienst
Even twaalf uur worden de kerkdeuren
gesloten en dan neemt de dienst een aan
vang. Op het Marktplein breken thans wat
eentonige oogenblikken aan, doch men
kort zich de tijd door het luisteren naar de
radio, welke uitstekend weergeeft wat er in
de kerk gebeurt. Eerst weerklinkt orgel
muziek, kort daaapp gevolgd door het
„Dankt, dankt nu allen God." Het zijn ont
roerende oogenblikken en er heerscht
groote stilte. Ook de predikatie en wat er
verder in de Kerk geschiedt is vrij goed te
.volgen.
Ruim een half uur nadat de dienst is
aangevangen weerklinkt de Zegenbede „U
zeegne God", welke de aanwezigen in de
Kerk het Vorstelijk Paar toezingen. Dan
hoort men het „Halleluja, eeuwig dank en
eere". waarna de predikant het „Onze
Vader"' uitspreekt. Met de melodie van
Ps 138 wordt de dienst beëindigd en dan
slaat het van den toren juist één uur.
Intusschen zijn de deuren van de ingang
der Kerk weer opengegaan en de lakeien
komen te voorschijn. Zij stellen zich on ter
rechterzijde van de Kerk. Dan worden zicht
baar een aantal gele rijders, groene jagers
en blauwe grenadiers, die onder het donker
bruine baldakijn een eerehaag vormen. Het
is oen magnifiek gezicht. Op het donker
.van de uniformen glanst het goud met
blijde schittering en de blinkende sabels
weerkaatsen de zonnestralen.
Een groot aantal blauwe huzaren verlaten
Vervolgens de Kerk, bestijgen hun paarden
en stellen zich op recht tegenover de ingang
evenals een aantal hoogwaardigheidsbe-
kleeders in prachtige unifoimen. Dan rijdt
de eerste koels voor, gevolgd door twee
andere, waarin de bruidsmeisjes en de
bruidsjonkers plaats nemen. Van de hooge
toren beginnen de klokken te luiden en de
fcestjubel g?,lmt over de Residentie.
Temidden van het kleurig beweeg op de
Markt weerklinken korte bevelen. De gou
den koets rijdt langzaam voor: het Vorste
lijk echtpaar is in aantocht. Op het „Geef
acht" staag de geweren met een ruk aan de
..voet. Dan volgt het „Presenteer het ge
weer." Alles staat stram in de houding.
Een onvergetelijk oogenblik volgt. Tegen
de donkere achtergrond worden de figuren
zichtbaar van H.K.H. Prinses Juliana en
7.K.H. Prins Bernhard. De marinekapel zet
zacht het Wilhelmus in en velen blijven
thans hun ontroering niet meester.
De vorstelijke jonggehuwden loopen lang
zaam voort lot onder het baldakijn. De hu
zaren en de gele rijders heffen de blanke
sabels omhoog en onder een eereboog door
begeeft het vorstelijk paar zich naar de
koets.
Prinses Juliana en Prins Bernhard zijn
nog merkbaar onder de Indruk van de
plechtigheid in de kerk. Toch: even voor
dat Prinses Juliana instijgt komt er een
glimlach op het gezicht van den Prins. De
vorstelijke geliefden zien eikander een on
deelbaar oogenblik in de oogen en daarin
straalt het is voor ieder zichtbaar het
geluk der liefde. Van alle kanten barst het
gejuich los.
Eerst stijgt Prinses Juliana in. Dan ook
Prins Bernhard. Als de deur van de koets
is gesloten, zetten de acht statige paarden
zich langzaam in beweging en onder do
daverende toejuichingen van het publiek
rijden de jonggehuwden in de richting van
de Torenstraat, waar zij om de hoek van
de kerk verdwijnen. Dan rijdt de glazen
koets naar voren. Het oogenblik is geko
men dat ook H. M. de Koningin zelf in
stijgt. Zij is thans vergezeld van den Her
tog van Meckelenburg, die aan haar lin
kerzijde plaats neemt. Ook onze vorstin
wordt luide toegejuicht als de koets zich
in beweging zet.
Daarna rijden de andere berlines voor en
het gevolg stijgt in. Als dat is geschied
sluit het militaire gedeelte van de stoet
zich hierbij aan en door de Torenstraat
vangt de rijtoer door de Residentie aan.
Onmiddellijk na het vertrek van de stoet
rijden tal van auto's voor de ingang van
de kerk, waarmede de genoodigden afge
haald worden. De plechtigheid was ten
einde. Nog lange tijd werd de aandacht
van het publiek beziggehouden door het
aimarcheeren van de eerefronten en de
militaire afzetting langs de weg.
Ook tijdens deze oogenblikken bereikte
de vreugde van het publiek meerdere ma
len hoogtepunten en was het gejuich niet
van de lucht.
Terug bij het Paleis
Aanvankelijk was de toegang tot het pa
leis voor het publiek rfgesloten. Later is
toegestaan dat het publiek tot aan de hoek
van den rechterpaleisvleugel mocht nade
ren tot de touwen. Vier minuten voor twee
reden de politieruiters die aan de stoet
vooraf gingen, het voorplein op en vanuit
de Parkstraat klonk het gejuich van de
menigte, dat aanzwol naarmate de stoet
naderde. Het publiek was uitgelaten van
vreugde en drong zoo sterk op, dat de poli
tie met groote moeite de afzetting kon
handhaven. Onder het spelen van het Wil
helmus reed de gouden koets voor.
De Vorstelijke Jonggehuwden bleven nog
even op de trappen van het bordes staan,
totdat de Koningin was voorgereden. Zij
namen intusschen luide ovaties van het
publiek in ontvangst Wat velen gehoopt
hadden en waarop de batterij van filmtoe
stellen was ingesteld, geschiedde: de Jong
gehuwden vertoonden zich eerst achter de
vensters van het balcon en daarna eenige
oogenblikken op het balcon zelf. Het spreekt
wel vanzelf, dat toen de vreugde van het
publiek geen grenzen meer kende.
Het mag wel een wonder worden ge
noemd zoo goed als het weer zich vandaag
gehouden heeft Het onwankelbaar geloof
van het publiek in het traditioneele Oranje-
zonnetje is niet beschaamd geworden Ge
durende de geheele plechtigheid straalde
de zon met gouden glans en het mag wei
een zeer merkwaardige omstandigheid wor
den genoemd, dat kort na de terugkeer m
het paleis de lucht betrok en het zich liet
aanzien dat spoedig de regenvlagen weer
zouden neerstriemen. Op het oogenblik aat
wij dit schrijven is dat gehikkig nog niet
Lafen we hopen, dat ook in het verdere
van deze dag de weersomstandigheden nog
zullen medewerken, opdat het slot even
goed en vreugdevol zij als het begin.
Men meldt ons van andere zijde:
Een vol uur te laat kwam de schitterende
Bruidsstoet aan het paleis. Hier was de af
zetting zoo ver uitgestrekt dat practisoh al
leen de bezetting van de tribune der Neder
landsche Bank het publiek vormde. Nadat
de Koninklijke Familie zich naar de balcon-
zaal van het paleis had begeven werd uit
het Noordeinde een deel van het publiek
toegelaten, zoodat bij het verschijnen van
het Bruidspaar op het paleisbaloon eenparig
het Wilhelmus werd aangeheven. Onder da
verend gejuich begaf het Bruidspaar zich
naar binnen, evenals de Koningin en de
Prins van Lippe, die ook op het balcon wa
ren verschenen, terwijl alle gasten zich voor
de ramen van het paleis vertoonden.
Herstel van het verkeer
Kort nadat de begeleidende troepen onder
muziek het Paleisplein verlaten hadden is
men begonnen met het organiseeren van
het eenrichtingsverkeer ih de binnenstad,
zoodat men in een groot aantal straten al
leen circuleeren kon in de richting van
het paleis enz.
Door deze organisatie kwam pas uit welk
een enorme menschenmassa in den Haag
aanwezig was want uit alle deelen der stad
stroomde men nu naar de city, waar zich
al spoedig een niet alleen druk. maar ook
luidruchtig rijverkeer ontwikkelde.
Om kwart, voor drie begon de lucht ietwat
te betrekken, maar men kan met groote
blijdschap constateeren dat de huwelijksdag
wat het weer betreft, tot volledige tevreden
heid is verloopen.
Iets anders is dat de politioneele maat
regelen zoo verstrekkend zijn geweest, dat
blijkbaar duizenden ervoor teruggeschrikt
zijn naar Den Haag te komen, terwijl er toch
voor hen volop plaats was geweest Een
andere schaduwzijde is, dat de militaire
macht dermate was opgesteld, dat het pu
bliek bijzonder zonder uitzondering óf één
óf twee paar ruggen van soldaten te zien
kreeg.
In aficachting in
de St. Jacobskerk
Flonkering van goud
en uweelen
Van onsen specialen verslaggever.
De historische dag ook in onze journalis
tieke loopbaan is aangebroken. Wij zitten op
onze plaats in de groote of St. Jacobskerk.
Alle talen der wereld omgonzen onzt- oor en,
want van alle windstreken van de aardbol
zijn de collega's gekomen om te zien het
sprookje van vorstenhuwelij'k, in het kleine
aan traditie rijke Holland en natuurlijk con
centreerde de belangstelling zich op de plech
tige huwelijksinzegening in de eerbiedwaar
dige St. Jacob.
De groote blauwe uiitnoodigingskaart heeft
is toegang verschaft tot de plaats waarheen
op het oogenblik dat wij ddt schrijven de ge
dachten uitgaan van alle man van Neerlands
stam en wij zijn in staat in betrekkelijke rust
de indrukken te verwerken die op ons aan
stormen.
Hoewel het nog bijna twee uur zal duren
voor de bruidsstoet zal aankomen is er in
de kerk reeds zooveel te zien dat men oogen
te kort komt. De „gewone" genoodigden
hebben reeds vroeg hun plaatsen in het
gebouw ingenomen. Hier is een groote op-
loopende tribune gebouwd en over het koor
hek heen kan men in het schip van de kerk
zien. Het is een tamelijk eenvormige massa
waartusschen slechts hier en daar e
form schittert. Maar rondom de preekstoel en
in de luifelbaniken is het een schittering
kleuren, één flonkering van goud en juwee-
len, in ons vaderland ongekend.
Links tegenover de preekstoel is een aan
eengesloten blok van zwart en goud. Het zijn
de kamerheeren van H.M. de Koningin. Met
hun stijlvolle uniformen, waarop gouden tres
sen, gouden epauletten en gouden kragen
glansen. Aan de andere zijde zitten de opper-
offioieren van het leger en de vloot in gala
uniform. De roode kragen soigneeren
zwarte uniform: de witte haneveeren van de
kepi en de oranje bandelieren geven ondanks
de kleurigheid ook aan deze groep een zeker
eenvormig fond. Daarnaast en daarachter
vindt het oog evenwel in de kleurvaxiatie
geen rust. Hier zitten de ridders van de Jo-
hanniterorde, dragende hun witte cape met
puntig zwart kruis, die van de Maltheserorde
in fel rood met zwarte capes en wit kruis.
Prachtig is ook de kleine groep van groot
meesters van het hof die in de Koninklijke
bank zitting hebben genomen.
Een buitengewoon interessante groep is die
van het corps diplomatique. De Engelsche
gezant is In scharlaken roode kleed ij. De
Turksche herkent men onmiddellijk aan zijn
donkerroode fez; het meest valt echter op
de pauselijke nuntius in zijn wijd afhangen
de paarse cape. Eenvoudig maar waardig
zit in het midden de Zuid-Afrikaansche ge
zant met zijn sprekende leeuwenkop. Aan de
andere zijde van het schip van het kerkge
bouw nemen in oploopende banken de mi
nisters met hun echtgenoot-en de voor hen
bestemde plaatsen in.
Op de voorste rij zitten de Ministers van
Staat en de minister-president Dr. H. Co-
1 ij n, Z.Exc. draagt voor het eerst het prach
tige blauwgouden ordeteeken van
Grootkruis van den Nederlandschen Leeuw.
Alle buitenlandsche journalisten rekken
de halzen om den „Grand Old Man of Hol
land" te zien; en zij vertellen elkaar hot
verhaal van Mevr. Colijn, die door de Ko
ningin werd opgebeld met de waarschuwing
dat zij haar man noodzakelijk met vacantie
moest sturen omdat hij er op dat oogenblik
zoo vermoeid en overwerkt uitzag.
Achter Dr. Colijn rijen zich de andere
ministers in ambtsgewaad, de meesten ge
tooid met een breed rood en wit ridderlint
Achteraan zitten de aartsbisschoppen
Utrecht en Haarlem een paarse noot tegen
de bruine achtergrond.
In zwarte toga met witte beffen zien
de rij van professoren en de voorzitters van
de synoden der verschillende protestantsohe
kerkgenootschappen. Een kleine exquise
groep is die van de Indische prinsen met
hun dames. Prachtig van stemming
schildpadzilver engoud op de zwarte klee-
ding der Javaansche vorsten; de twee Prin
sen uit Deli zijn kleuriger gekleed in hun
bont gegarneerd gewaad in paarse tinten,
dragende de kunstig gewonden slendangs.
Achter de kamerheeren van H. M. de Ko
ningin zit de groote groep van parlements
leden. Alle partijen zijn vertegenwoordigd,
behalve die der Communisten. Jammer ge
noeg is de altijd sohitterende groep van de
Raad van State van onze plaats af niet
zichtbaar.
Op de galerij tegenover de preekstoel zit
een groote groep van meest zeer eenvoudige
menschenhet is het personeel van H.M.
hofhouding uit het Loo. De houtvesters her
kent men aan hun grijsgroene uniformen.
Verder ziet men stalknechts, lakeien en
anderen. De meesten van hen hebben Prin-
Juliama als kleuter temidden van de
Geldersche bossohen zien opgroeien en zijn
thans op haar hoogtijdag genoodigd. Een
fijne attentie!
Vorsten komen
Tegen half elf komen de eerste vorstelijke
gasten die niet met de bruidsstoet mee
komen, binnen. De Hertog van Kent, in
•uniform, dragende het grootkruislint
van de orde van den Nederlandschen
Leeuw is een der eersten. Men wijst elkaar
met een hoofdknik dezen hoogen gast aan.
maar needs komen nieuwe vorsten en vor
stinnen het kerkgebouw binnen. Prinsen en
prinsessen van Lippe en andere Duitsche
vorstendommen, later ook de Hertog van
Mecklenburg, de broer van wijlen Prins
Hendrik. De gelijkenis met onzen betreur
den Prins-gemaal is treffend. Er zal veel
in hem omgaan op deze dag, nu hij den
nieuwen Prins der Nederlanden zal zien in
huldigen. De opperceremoniemeester met
zijn gekroonde staf wijst steeids nieuwe
hooge gasten hun plaats achter de gereed
staande zetels van het prinselijk bruidspaar
De Entourage
Het is thans het oogenblik om iets te zeg
gen over de kerk zelf. Niet zooals bij vorste
lijke huwelijken in vroeger eeuwen dragen
de pilaren de last der wapenschilden van
de adel. De groote revolutie heeft ze verwij
derd. Van een ontluistering is echter nau
welijks sprake, want in hun blanke onge
reptheid rijzen thans de trotsche zuilen tot
de kerke koe peJ omhoog.
Vain een bijzondere versiering van het
kerkgebouw is amper sprake. Het prinse
lijk paar heeft er prijs op gesteld dat de
kerk hetzelfde beeld zou kiezen als bij de
inzegening van het huwelijk van H.M
Koningin. Bij de preekstoel is slechts
ampele tooi van palmen, varens en witte
lelies aangebracht Recht tegenover de
preekstoel staan d© twee zetels van het
bruidspaar, stemmig bronskleurig met de
wapens van Oranje Nassau en Lippe Bies-
terfeld op de rugleuningen geborduurd.
Een ongewone verschijning op de Korenbeurs te Groningen vormde gisteren het strijkje, dat- in verband met het Oranje-
feest, vaderlandsche liederen op de beurs heeft gespeeld, V. oorzitter Hackema (rechts) spreekt de beursbezoekers toe.
Voorbereidingen
Een gegons van gedempte stemmen volgt
onder de hooge bogen. Het lange wachten
noodt tot een gesprek. Om tien uur heft
echter Sem Dresden den dirigeerstaf op en
plechtig ruischt het „Wilt heden nu treden'
uitgevoerd door de Madrigaalvereeniging
door de gewijde ruimte. Later rijst het
groote koor van Excelsior, dat op een der
galerijen zit, op, en zingt een gedenkklank.
Het duurt niet lang of heerlijk komt d(
door de gebrandschilderde ruimte van het
koor breken. Hoe flonkeren nu de diaman
ten van de hooge gasten. Hoe golft hel
goud en lichten alle kleuren. De Oranjezon
is er, de Oranjebruid kan komen! En zij
komt!
Onvergetelijke oogenblikken
Het is twaalf uur. Aan het stemmengezoem
is langzaam afgeëbt tot de stilte van de
spanning. Dan rijst ineens het blok der
kamerheeren op en staat heel de kerk. Het
orgel zet zacht het bruidskoor uit Lohengrin
in, dan heel langzaam, zeer statig Komt het
eerste paar bruidsmeisjes en bruidsjonkers
onder de galerij te voorschijn. Het is of een
wisselende lichtval uit de kerkramen op het
toilet der bruidsmeisjes speelt en fijne groene
rose en blauwe astraltinten daarop toovert.
Het is slechts schijn. Elk der overigens vol
komen gelijke bruidstoiletten heeft
andere tint, te zamen vormen zij het volle
kleurengamma van den regenboog. De bruids
jonkers zijn meest in schitterende uniformen
en dragen flonkerende ondersoheidingstee-
kenen.
Een kostelijk tafereel, dat binnenschrijden
van die gansche rij terwijl het orgel daar
boven jubileerend zijn klanken door de kerk
weerklinken doet. Even hebben we de tijd
het in ons op te nemen, maar dan komt reeds
het groote moment. Prinses Juliana treedt
aan den arm van haar gemaal de kerk bin
nen. Een koninklijke bruid, in koninklijke
tooi. En voortgaande in koninklijke houding.
Lichtwendingen spelen op het in wijde
plooien afhangende bruidstoilet van zijde. En
op de lange sleep, die door kleine bruidsjon
kers en bruidsmeisjes wordt gedragen. Daar
boven golft als een luchte wolk de ragfijne
bruidssluier. Het is een gelukkige, eer. uiterst
gelukkige bruid, die hier binnenkomt, man
nelijk geschraagd door den in fiere houding
naast haar schrijdenden Prins-gemaal, den
chevalier noble. Maar er is ook een stralende
koningin, Wilhelmina der Nederlanden die
aan de arm van prins A»:hwin het bruids
paar volgt en nog een gelukkige moedci,
prinses Armgard, die, teer en zwak noj na
haar ziekte, dezen hoogtijdag In haar algc?n
leven en dat van haar zoon niet wilde ver
zuimen. Een rij van vorsten en vorstinnen
uit de naaste familie volgt paarsgewijs en
allen nemen de voor hen bestemde plaatsen
tegenover den preekstoel in. Direct achter de
vorstelijke bruid zit H.M. de Koningin, ge
kleed in een glanzend donkergrijs toilet en
met een veeren hoed. Naast haar Prinses
Armgard in een robe van grisperle met een
fijne toque, zorgzaam heeft prins Bernhard
zijn bruid geholpen bij hd plaats nemen,
wat bij haar bruidstoilet met langen sleep
ook zorg vraagt. Prinses Juliana is merk
baar onder de indruk van het gewicht van
het oogenblik: het is een zedige en zoo men-
schelijk bescheiden bruid, die opziet naar
den dienaar des Woords, die straks haar
huwelijk zal wijden door het inroepen van
den zegen des Almachtigen.
De inzegening
Het goud en de schittering der juweelen,
de veelkleurigheid der uniformen, het zinkt
alles weg als Prof. Obbink den dienst der
Ned, Herv. Gemeente op dezen dag opent
met het: „Onze hulpe is in den naam des
He eren" Na het votum juicht het door de
kerkgewelven „Dankt, dankt nu allen God"
en er is een dankbaar bruidspaar dat met
luider stemme meezingt. Hoog heft zich h-
hoofd van onze prinses en haar oog zoekt
den wijden hemel bij het jubelend:
Drieëendge, Gij regeert!
Gij, Vader, Zoon en Geest,
Gij blijft dezelfde altijd.
Die Gij steeds zijt geweest".
Prins Bernhard zingt mee. Nu in de taal
van zijn nieuwe vaderland. In een treffend
gebed richt zich dan de voorganger tot Gods
troon en vraagt wijsheid, kracht en geloof
voor deze twee jonge menschen, die op him
hooge plaats der eer. zulk een gewichtige
taak hebben te vervullen. Dan gaat zijn
gebed uit naar onze geliefde Koningin, dat
zij de volle vreugde en het geluk van haar
kinderen mag beleven en er vernieuwde
kracht en levenslust uit mag putten voor
haar hooge taak. Met gebogen hoofd heeft
de bruid meegebeden en er speelt een sfeer
innige overgave om haar hoofd als het
amen verklinkt. Na het gebed richt Prof.
Obbink. de hofprediker zich met de volgende
toespraak tot het koninklijk echtpaar.
Toespraak
Tijdens de toespraak heerscht in de kerk
een buitengewone rust Zelfs het geklik
van de fototoestellen der officieele fotogra
fen is nu niot meer toegestaan. Prinses
Juliana luistert met diepe aandacht en volgt
met haar expressief gelaat elke wending
van de toespraak. Het valt op, dat zij, zoo
als steeds, onder de indruk komt van de
plaats, die haar door Gods bestel is toe
bedeeld, als de hofprediker schildert hoe
de millioenen Nederlandsche onderdanen
uit alle gewesten op dit oogenblik hun ge
beden voor Haar en voor den Prins op
zenden.
Het wachten op straat
'ff™
ter «MM*
ncn
T
'ilit
Langs de route die de pas gehuwde
stenkinderen na het verlaten van de ke\
zouden passeeren was het een rustig
wachten. Diep gehuld in de kragen dl
jassen en mantels, bontkragen en bint
fantes, wachtte men geduldig af. Dich
rijen menschen hadden zich samengepal\
Al maar wachtendwachtend. De tribun
zijn overal in de Torenstraat allengs gevul
Alleen de voorste rijen en de duurste plad
sen waren niet bezet. Op de trottoirs
het hoofd aan hoofd wat men zag. U\
wachten maakte de massa stil.
Het weer was wel mooi droog en xonn
doch koud was de wind.
In de huizen klonken door de luidspr
kers de stemmen der reporters en luister
men aandachtig en met inspanning
wat er elders geschiedde.
Op straat was het bont beweeg der mi'S
tairen met de witte en groene pluimen
de kepïs, die wild wapperden in de whi
Een enkele veer, die wat los zat, ging xefï
de lucht in de stoet tegemoet, als werd
ongeduldig.
Op het dak van ons bureau in de Toref
straat had zich iemand geposteerd, die ptq
had de feeststemming er bij voorbaat in j
brengen. land<
En dat plan gelukte prachtig. ordt
Hij zette uit volle borst een Vaderlands ID e i
lied in en dirigeerde verder. Vroolijke graat,
zichten naar omhoog, geumif met Tiandfaat
en hoeden. Men nam het gezang over
weldra schalden door de Torenstraat fWl
Vaderlandsche zangen. De stemming tnP"s
in--- ssek
Een humoristische noot ontbrak
Plotseling gejuich bij een deel van het pjanp
bliek. Er kwam deining in de massa, m|ZOn
drong op en juichte reeds bij voorbaat mt
al wist men niet wat er nog te juichen wd
De Bruidsstoet kon het nog niet zijn, etqUJ
wist men. cat<
Ineens weerklonk een uitbundig gelach.
Het was een zandauto, die de straat tioBov<
de zooveelste maal langs kwam om zand ond
strooien. Qg
Nu maar weer wachten. ïere!
De luidspreker had intusschen meegedcien^
dat het Vorstelijk Paar in de kerk was pj
gekomeru |}mn
Hoe meer het moment waarop de Bruine
stoet verwacht tverd naderde, hoe meer feeli
spanning zich afteekende bij de wachten\ ha
massa. n ir
Eindelijk het liep tegen éénen zas
het lange wachten beloond worden. Mtn
voelde het als het ware aan. Alles verstrakÊ8*
zich. Niets van wat er te zien zal zijn
men missen. De huzaren die de stoet V007lteri
zouden gaan en deze voor ons bureau JL
wachtten zetten zich in de zadel. jor(:
De sabels werden getrokken. De meo3C<
schen kijken en kijken alleen in één richtiijfcke
Komen ze? Komen ze haast? do
Wat een spanning! Wat een spanning! a vi
Het duurde toch nog lang, meende me ze
Men hief alweer Vaderlandsche liedenn o
aan. Plotseling treedt een stilte in, Evl d.f
maar. En daar komt de stoet. Eerst de bfi
lines met de bruidsmeisjes en daarna...
adem wordt ingehoudenhet pas gehuw!^?
Paar. Vriendelijk neigend passeeren zij JL
enthousiast juichende menigte.
Het is voorbij
111
OOK IN STILTE KAN
VREUGDE ZIJN...
Rotterdam in de vroege morgen
Men meldt ons uit Rotterdam;
Dat was nog eens een aangename vei
sing vanmorgen, toen ik heel in de vroegte
de deur uitstapte. Een heerlijk drooggewaaide
straat lag voor me en een frisch windje, dat
me even deed huiveren, deed de vlaggen en
wimpels vroolij'k klapperen. Een heldere
lucht met sterren en een klare maansikkel,
geen wolkje aan het firmament, neen n
dat had ik vannacht niet kunnen droomen!
Heerlijk, in de vroege morgen van een zoo
groote feestdag, dde voor ons soort menschen
uit den aard der zaak een groote drukte met
zich brengt, je fce kunnen verlustigen in het
fijne en gezonde van de natuur.
Naarmate ik de stad meer naderde en
looze halfvolle of bijna leege trams zag
voortsnellen, herinnerde ik mij de reden,
waarom ik zoo vroeg uit de veeren was ge
komen: er moest een artikel geschreven over
de drukte, die er ongetwijfeld in de vroege
morgen zou heerschen in onze altijd zoo
gehaaste stad. Tallooze menschen zouden zich
immers naar de Bruidsstad begeven, om daar
getuige te kunnen zijn van de Huwelijks
plechtigheid onzer geliefde Kroonprinses. Be
gonnen de trams niet om reeds vier uur te
rijden, en gingen de deuren van de stations
niet omstreeks diezelfde tijd open? Er ston
den groote dingen te gebeuren, zoo verwacht
te men.
Wat,ik echter ook zag, geen drukte. Geen
volle trams, geen lange rissen auto's, geen
dringende menschen. Overal heerschte rust,
diepe rust, zooals men die anders alleen des
Zondags maar vindt in onze bedrijvige stad.
Was ik nu nóg te laat uit m'n bed gekomen,
had ik nóg eerder op pad moeten gaan? Zes
uur is tooh voor een stedeling een alleszins
ongewoon uur! Hoe kleiner de afstand werd.
die me van de stad scheidde, des fce groofcer
werd m'n ongerustheid. Zou ik nu zoo laat
zjjn, dat ik de heele drukte gemist had? Dat
zou geen kleine strop zijn. Daar was de
Beurs. Bij het station: geen sterveling te
zien. Slechts één politie-agent, die een file
van één man in bedwang te houden had
Nog kon ik me troosten met de gedachte,
dat de meêste menschen wel naar het Hof
plein en naar D.P. gegaan zouden zijn. Maar
ook op het Stationsplein: groote hekken en
vele politie-agenten, geen publiek. Rotterdam
sliep nog, ofalles was al naar Den Haag.
Tramconducteurs geeuwden verveeld, waren
aan hun tweede ontbijt bezig. Mijn aarzelen
de vraag (als het eens waar was, wat Ik
vreesde!) of het vanmorgen niet erg druk
geweest was, werd een beetje gemelijk ont
vangen. Gelukkig bleek hel tooh niet zóó
kalm geweest te zijn. Slechts waren de maat
regelen zoo afdoende dat alles heel kalm en
rustig verliep. Zoo bleek ook op het perron
van D.P. de vork in de steel te zitten. Alle
treinen waren behoorlijk bezet en zorgden
voor een regelmatige afvoer. Toen dan ook
Hofplein nog bezocht was, wezen de mij ve
strekte cijfers uit, dat er toch wel een respe^1
tabel aantal Rotterdammers naar de reside-?!
tie getogen was. J^c
Merkwaardig todh, zoo rustig als het h^n
was. Langzamerhand begon het dag te w<Na
den. De hemel ging geleidelijk lichter watw
den, nam een strakke, blauw-grijze tint aite
een heerlijke bruidsdag was op komst, ijhei
een symbool van het blij gebeuren van dej?-
dag verschenen er in het Oosten wat ij^a
oranje-kleurige strepen aan de lucht. De zff]
zond reeds haar voorboden om ons te do
weten dat zij met haar heerlijke stralen de
dag tot een grootsch en waar Oranje-fest;
zou helpen maken. Blij en dankbaar werd A'
gestemd door dit onverwacht schoone weer,
Er kwam nu al wat meer leven in de s'jEI
maar eerst kwam er nog een fijn moment^
dat het hart zoo eclvt goed deed. Hoog v^®
dm trans van de Stadhuistoren klonk^n
plechtig en toch zoo vroolij'k de tonen vfod
het Wilhelmus, door Ferd. Timmermans aids
de klokken van het carillon ontlokt Jubelehg
stortten de heldere klanken zich uit over Prl
daken der stille, vredige stad-in-Zondagsrifi?
di er zich nauwelijks van bewust sche^
welk een groot feest er stond te gebeuren. Ppe
na het Wilhelmus kwamen er nog veel m<en
andere, schoone melodieën, bij het beluistenov
waarvan we onze plicht dreigden te v&S
geteng®
Het was stil in de stad, vanmorgen vrO^
Maar ook in de stilte kan een intense vreug j
liggen. Zoo was het op deze schoone. fees'?.
lijke Januari-morgeii in Rotterdam. ad
tai
In
Bruidsstemming in Rotterdam
g£
Klokgelui en concert voor het Raadhuis ge
Half twee. Zoo juist zijn de laatste tont
der vele kerkklokken, die van een uur P*
half twee hun vroolijk en plechtig geiiiN1
over de stad hebben uitgestort, in de ijal
ruimte verstorven. Dat was een recht feeslt
lijk gehoor, ai die verschillende bronzra
stemmen met hun tallooze nuanceer!ngtzf
in een wonderlijke mengeling te hooren zip
gen van de vreugde, die er alom in ons lartnf
en zeker ook in Rotterdam, heerschte ovin
het huwelijk, dat zoojuist een feit is gewon
de.n. Wel een heel ander geluid, dan vo<
hier gewend zijn te hooren op de drukfis
werkdagen, als auto's en treinen door til
stad daveren, als schepen op de rivier hiot
zware signalen geven! ei
Drie uur. Er is hier in de loop van de dan
niet veel te beleven. Zeer vele menschq^
zijn immers toch naar Den Haag om dat](
feest te vieren, en men is zoo maar niet tj
ruggekeerd. Toch is de eenzaamheid en <<tt
verlatenheid, die het stadsbeeld vanmoreftt
vertoonde, thans wel verdwenen Zooeven Ogj
de C.oolsingel was het al weer een druk£}
vnn belane. wat natuurlijk mede te dank^
is aan het fpit dat de Pol'fin-muztekvernet]]
„Hermandad", onder leiding van Tho\r
Adee, een rnnrert cepoven beefl op hel '-n'j
des van hef Raadhuis. Waflr muziek is daffc
vindt men Rotterdammers Dat is nltiid h(L
ceval. maar toch wel in hii<nnderp mate nig
een dag als deze. De politiemannen hehhnP
een aantal nationale liederen en vroo'iilfc,
marschen ten gehoore gebracht, die zeer it+
den smaak van het vrij talrijke publief
vielen,