De Oranjebruid kan komen DONDERDAG 7 J AN ART 1937 TWEEDE RT AD PAG Vtff minuten later. In de Graven straat wordt de kop van de vorstelijke Brui loftstoet ziohtbaar: politiemotor en politie ruiters gevolgd door marechaussees. Rijders en huzaren komen achter hen aan. Terzijde van de weg presenteert het militaire cordon de geweren. Nog vijf minuten en de gouden kroon op de gouden koets komt in zicht. Inmiddels zijn de calèches, de „roode bok ken", voor de kerk aangekomen. Bruids meisjes stappen twee aan twee uit met de haar toegevoegde Bruidsjonkers. De japon nen in lichte teere kleuren van groen, blauw en rose trekken de bewonderende aandacht. Voor het stadhuis is intusschen het Bruids paar uitgestegen en ook allen die getuige rullen zijn van de Burgerlijke huwelijks sluiting. De ledige koetsen passeeren, rijden om de kerk heen en stellen zich weer op om straks aan het Raadhuis de aanwezige leden van het gezelschap weer op te nemen. Per radio volgen we de plechtigheid ten stadhaiize. Jhr. Verheyen, de opperstalmeester in hel- roode jas en wit zeemlederen pantalon in specteert nog eens het traject tot aan de kerkingang. Onderwijl draaien de wijzers van het groote uurwerk verder. Tien uur veertig. Baron van Geen en baron van Lijnden, Bruidsmeisjes en Bruidsjonkers worden zichtbaar in het kerk portaal in de deuropening tegenover ons. Ze wachten het hooge gezelschap. Er komt spanning over allen die hier de komst van de Vorstelijke stoet verbeiden. Maar het blijft nog even wachten. Het is alsof de minuten heel lang duren. Eindelijk zien we van verre dat het portier van de glazen koets open draait. En dan. dan schrijden Prinses en Prins stevig gearmd naar buiten. Voor de wet zijn ze man vrouw. Geweren en sabels worden gepresenteerd. De stoet komt weer in beweging en terwijl de sonore klanken der zware kerkklokken het luchtruim ingolven. arriveeren slechts enkele minuten later de hoofdpersonen van de stoet voor de kerk. Plechtig speelt de Marinekapel het Wilhel mus. Daverend gejuich breekt los als de gelukkige Prinses uitstapt gevolgd door Haar Prins wiens gelaat straalt van blijheid. In het portaal ordent zich de stoet. De lange sleep van het ivoorkleurig wit satijnen bruidsgewaad wordt opgenomen, reeds om- huift de prachtige kanten bruidssluier het Prinsesselijk hoofd, Prins Bernhard treedt aan Juliana's rechterzijde en dan gaan allen langzaam naar binnen. Ook als H.M. de Koningin en Prinses Arm gard de wagen verlaten schalt het enthousiast gejuich krachtig op. Nog even en het geheele gezelschap is uitgestegen en verdwijnt achter de kerk- kamer. De kerkelijke huwelijksinzegening gaat be ginnen. De plechtige kerkdienst Even twaalf uur worden de kerkdeuren gesloten en dan neemt de dienst een aan vang. Op het Marktplein breken thans wat eentonige oogenblikken aan, doch men kort zich de tijd door het luisteren naar de radio, welke uitstekend weergeeft wat er in de kerk gebeurt. Eerst weerklinkt orgel muziek, kort daaapp gevolgd door het „Dankt, dankt nu allen God." Het zijn ont roerende oogenblikken en er heerscht groote stilte. Ook de predikatie en wat er verder in de Kerk geschiedt is vrij goed te .volgen. Ruim een half uur nadat de dienst is aangevangen weerklinkt de Zegenbede „U zeegne God", welke de aanwezigen in de Kerk het Vorstelijk Paar toezingen. Dan hoort men het „Halleluja, eeuwig dank en eere". waarna de predikant het „Onze Vader"' uitspreekt. Met de melodie van Ps 138 wordt de dienst beëindigd en dan slaat het van den toren juist één uur. Intusschen zijn de deuren van de ingang der Kerk weer opengegaan en de lakeien komen te voorschijn. Zij stellen zich on ter rechterzijde van de Kerk. Dan worden zicht baar een aantal gele rijders, groene jagers en blauwe grenadiers, die onder het donker bruine baldakijn een eerehaag vormen. Het is oen magnifiek gezicht. Op het donker .van de uniformen glanst het goud met blijde schittering en de blinkende sabels weerkaatsen de zonnestralen. Een groot aantal blauwe huzaren verlaten Vervolgens de Kerk, bestijgen hun paarden en stellen zich op recht tegenover de ingang evenals een aantal hoogwaardigheidsbe- kleeders in prachtige unifoimen. Dan rijdt de eerste koels voor, gevolgd door twee andere, waarin de bruidsmeisjes en de bruidsjonkers plaats nemen. Van de hooge toren beginnen de klokken te luiden en de fcestjubel g?,lmt over de Residentie. Temidden van het kleurig beweeg op de Markt weerklinken korte bevelen. De gou den koets rijdt langzaam voor: het Vorste lijk echtpaar is in aantocht. Op het „Geef acht" staag de geweren met een ruk aan de ..voet. Dan volgt het „Presenteer het ge weer." Alles staat stram in de houding. Een onvergetelijk oogenblik volgt. Tegen de donkere achtergrond worden de figuren zichtbaar van H.K.H. Prinses Juliana en 7.K.H. Prins Bernhard. De marinekapel zet zacht het Wilhelmus in en velen blijven thans hun ontroering niet meester. De vorstelijke jonggehuwden loopen lang zaam voort lot onder het baldakijn. De hu zaren en de gele rijders heffen de blanke sabels omhoog en onder een eereboog door begeeft het vorstelijk paar zich naar de koets. Prinses Juliana en Prins Bernhard zijn nog merkbaar onder de Indruk van de plechtigheid in de kerk. Toch: even voor dat Prinses Juliana instijgt komt er een glimlach op het gezicht van den Prins. De vorstelijke geliefden zien eikander een on deelbaar oogenblik in de oogen en daarin straalt het is voor ieder zichtbaar het geluk der liefde. Van alle kanten barst het gejuich los. Eerst stijgt Prinses Juliana in. Dan ook Prins Bernhard. Als de deur van de koets is gesloten, zetten de acht statige paarden zich langzaam in beweging en onder do daverende toejuichingen van het publiek rijden de jonggehuwden in de richting van de Torenstraat, waar zij om de hoek van de kerk verdwijnen. Dan rijdt de glazen koets naar voren. Het oogenblik is geko men dat ook H. M. de Koningin zelf in stijgt. Zij is thans vergezeld van den Her tog van Meckelenburg, die aan haar lin kerzijde plaats neemt. Ook onze vorstin wordt luide toegejuicht als de koets zich in beweging zet. Daarna rijden de andere berlines voor en het gevolg stijgt in. Als dat is geschied sluit het militaire gedeelte van de stoet zich hierbij aan en door de Torenstraat vangt de rijtoer door de Residentie aan. Onmiddellijk na het vertrek van de stoet rijden tal van auto's voor de ingang van de kerk, waarmede de genoodigden afge haald worden. De plechtigheid was ten einde. Nog lange tijd werd de aandacht van het publiek beziggehouden door het aimarcheeren van de eerefronten en de militaire afzetting langs de weg. Ook tijdens deze oogenblikken bereikte de vreugde van het publiek meerdere ma len hoogtepunten en was het gejuich niet van de lucht. Terug bij het Paleis Aanvankelijk was de toegang tot het pa leis voor het publiek rfgesloten. Later is toegestaan dat het publiek tot aan de hoek van den rechterpaleisvleugel mocht nade ren tot de touwen. Vier minuten voor twee reden de politieruiters die aan de stoet vooraf gingen, het voorplein op en vanuit de Parkstraat klonk het gejuich van de menigte, dat aanzwol naarmate de stoet naderde. Het publiek was uitgelaten van vreugde en drong zoo sterk op, dat de poli tie met groote moeite de afzetting kon handhaven. Onder het spelen van het Wil helmus reed de gouden koets voor. De Vorstelijke Jonggehuwden bleven nog even op de trappen van het bordes staan, totdat de Koningin was voorgereden. Zij namen intusschen luide ovaties van het publiek in ontvangst Wat velen gehoopt hadden en waarop de batterij van filmtoe stellen was ingesteld, geschiedde: de Jong gehuwden vertoonden zich eerst achter de vensters van het balcon en daarna eenige oogenblikken op het balcon zelf. Het spreekt wel vanzelf, dat toen de vreugde van het publiek geen grenzen meer kende. Het mag wel een wonder worden ge noemd zoo goed als het weer zich vandaag gehouden heeft Het onwankelbaar geloof van het publiek in het traditioneele Oranje- zonnetje is niet beschaamd geworden Ge durende de geheele plechtigheid straalde de zon met gouden glans en het mag wei een zeer merkwaardige omstandigheid wor den genoemd, dat kort na de terugkeer m het paleis de lucht betrok en het zich liet aanzien dat spoedig de regenvlagen weer zouden neerstriemen. Op het oogenblik aat wij dit schrijven is dat gehikkig nog niet Lafen we hopen, dat ook in het verdere van deze dag de weersomstandigheden nog zullen medewerken, opdat het slot even goed en vreugdevol zij als het begin. Men meldt ons van andere zijde: Een vol uur te laat kwam de schitterende Bruidsstoet aan het paleis. Hier was de af zetting zoo ver uitgestrekt dat practisoh al leen de bezetting van de tribune der Neder landsche Bank het publiek vormde. Nadat de Koninklijke Familie zich naar de balcon- zaal van het paleis had begeven werd uit het Noordeinde een deel van het publiek toegelaten, zoodat bij het verschijnen van het Bruidspaar op het paleisbaloon eenparig het Wilhelmus werd aangeheven. Onder da verend gejuich begaf het Bruidspaar zich naar binnen, evenals de Koningin en de Prins van Lippe, die ook op het balcon wa ren verschenen, terwijl alle gasten zich voor de ramen van het paleis vertoonden. Herstel van het verkeer Kort nadat de begeleidende troepen onder muziek het Paleisplein verlaten hadden is men begonnen met het organiseeren van het eenrichtingsverkeer ih de binnenstad, zoodat men in een groot aantal straten al leen circuleeren kon in de richting van het paleis enz. Door deze organisatie kwam pas uit welk een enorme menschenmassa in den Haag aanwezig was want uit alle deelen der stad stroomde men nu naar de city, waar zich al spoedig een niet alleen druk. maar ook luidruchtig rijverkeer ontwikkelde. Om kwart, voor drie begon de lucht ietwat te betrekken, maar men kan met groote blijdschap constateeren dat de huwelijksdag wat het weer betreft, tot volledige tevreden heid is verloopen. Iets anders is dat de politioneele maat regelen zoo verstrekkend zijn geweest, dat blijkbaar duizenden ervoor teruggeschrikt zijn naar Den Haag te komen, terwijl er toch voor hen volop plaats was geweest Een andere schaduwzijde is, dat de militaire macht dermate was opgesteld, dat het pu bliek bijzonder zonder uitzondering óf één óf twee paar ruggen van soldaten te zien kreeg. In aficachting in de St. Jacobskerk Flonkering van goud en uweelen Van onsen specialen verslaggever. De historische dag ook in onze journalis tieke loopbaan is aangebroken. Wij zitten op onze plaats in de groote of St. Jacobskerk. Alle talen der wereld omgonzen onzt- oor en, want van alle windstreken van de aardbol zijn de collega's gekomen om te zien het sprookje van vorstenhuwelij'k, in het kleine aan traditie rijke Holland en natuurlijk con centreerde de belangstelling zich op de plech tige huwelijksinzegening in de eerbiedwaar dige St. Jacob. De groote blauwe uiitnoodigingskaart heeft is toegang verschaft tot de plaats waarheen op het oogenblik dat wij ddt schrijven de ge dachten uitgaan van alle man van Neerlands stam en wij zijn in staat in betrekkelijke rust de indrukken te verwerken die op ons aan stormen. Hoewel het nog bijna twee uur zal duren voor de bruidsstoet zal aankomen is er in de kerk reeds zooveel te zien dat men oogen te kort komt. De „gewone" genoodigden hebben reeds vroeg hun plaatsen in het gebouw ingenomen. Hier is een groote op- loopende tribune gebouwd en over het koor hek heen kan men in het schip van de kerk zien. Het is een tamelijk eenvormige massa waartusschen slechts hier en daar e form schittert. Maar rondom de preekstoel en in de luifelbaniken is het een schittering kleuren, één flonkering van goud en juwee- len, in ons vaderland ongekend. Links tegenover de preekstoel is een aan eengesloten blok van zwart en goud. Het zijn de kamerheeren van H.M. de Koningin. Met hun stijlvolle uniformen, waarop gouden tres sen, gouden epauletten en gouden kragen glansen. Aan de andere zijde zitten de opper- offioieren van het leger en de vloot in gala uniform. De roode kragen soigneeren zwarte uniform: de witte haneveeren van de kepi en de oranje bandelieren geven ondanks de kleurigheid ook aan deze groep een zeker eenvormig fond. Daarnaast en daarachter vindt het oog evenwel in de kleurvaxiatie geen rust. Hier zitten de ridders van de Jo- hanniterorde, dragende hun witte cape met puntig zwart kruis, die van de Maltheserorde in fel rood met zwarte capes en wit kruis. Prachtig is ook de kleine groep van groot meesters van het hof die in de Koninklijke bank zitting hebben genomen. Een buitengewoon interessante groep is die van het corps diplomatique. De Engelsche gezant is In scharlaken roode kleed ij. De Turksche herkent men onmiddellijk aan zijn donkerroode fez; het meest valt echter op de pauselijke nuntius in zijn wijd afhangen de paarse cape. Eenvoudig maar waardig zit in het midden de Zuid-Afrikaansche ge zant met zijn sprekende leeuwenkop. Aan de andere zijde van het schip van het kerkge bouw nemen in oploopende banken de mi nisters met hun echtgenoot-en de voor hen bestemde plaatsen in. Op de voorste rij zitten de Ministers van Staat en de minister-president Dr. H. Co- 1 ij n, Z.Exc. draagt voor het eerst het prach tige blauwgouden ordeteeken van Grootkruis van den Nederlandschen Leeuw. Alle buitenlandsche journalisten rekken de halzen om den „Grand Old Man of Hol land" te zien; en zij vertellen elkaar hot verhaal van Mevr. Colijn, die door de Ko ningin werd opgebeld met de waarschuwing dat zij haar man noodzakelijk met vacantie moest sturen omdat hij er op dat oogenblik zoo vermoeid en overwerkt uitzag. Achter Dr. Colijn rijen zich de andere ministers in ambtsgewaad, de meesten ge tooid met een breed rood en wit ridderlint Achteraan zitten de aartsbisschoppen Utrecht en Haarlem een paarse noot tegen de bruine achtergrond. In zwarte toga met witte beffen zien de rij van professoren en de voorzitters van de synoden der verschillende protestantsohe kerkgenootschappen. Een kleine exquise groep is die van de Indische prinsen met hun dames. Prachtig van stemming schildpadzilver engoud op de zwarte klee- ding der Javaansche vorsten; de twee Prin sen uit Deli zijn kleuriger gekleed in hun bont gegarneerd gewaad in paarse tinten, dragende de kunstig gewonden slendangs. Achter de kamerheeren van H. M. de Ko ningin zit de groote groep van parlements leden. Alle partijen zijn vertegenwoordigd, behalve die der Communisten. Jammer ge noeg is de altijd sohitterende groep van de Raad van State van onze plaats af niet zichtbaar. Op de galerij tegenover de preekstoel zit een groote groep van meest zeer eenvoudige menschenhet is het personeel van H.M. hofhouding uit het Loo. De houtvesters her kent men aan hun grijsgroene uniformen. Verder ziet men stalknechts, lakeien en anderen. De meesten van hen hebben Prin- Juliama als kleuter temidden van de Geldersche bossohen zien opgroeien en zijn thans op haar hoogtijdag genoodigd. Een fijne attentie! Vorsten komen Tegen half elf komen de eerste vorstelijke gasten die niet met de bruidsstoet mee komen, binnen. De Hertog van Kent, in •uniform, dragende het grootkruislint van de orde van den Nederlandschen Leeuw is een der eersten. Men wijst elkaar met een hoofdknik dezen hoogen gast aan. maar needs komen nieuwe vorsten en vor stinnen het kerkgebouw binnen. Prinsen en prinsessen van Lippe en andere Duitsche vorstendommen, later ook de Hertog van Mecklenburg, de broer van wijlen Prins Hendrik. De gelijkenis met onzen betreur den Prins-gemaal is treffend. Er zal veel in hem omgaan op deze dag, nu hij den nieuwen Prins der Nederlanden zal zien in huldigen. De opperceremoniemeester met zijn gekroonde staf wijst steeids nieuwe hooge gasten hun plaats achter de gereed staande zetels van het prinselijk bruidspaar De Entourage Het is thans het oogenblik om iets te zeg gen over de kerk zelf. Niet zooals bij vorste lijke huwelijken in vroeger eeuwen dragen de pilaren de last der wapenschilden van de adel. De groote revolutie heeft ze verwij derd. Van een ontluistering is echter nau welijks sprake, want in hun blanke onge reptheid rijzen thans de trotsche zuilen tot de kerke koe peJ omhoog. Vain een bijzondere versiering van het kerkgebouw is amper sprake. Het prinse lijk paar heeft er prijs op gesteld dat de kerk hetzelfde beeld zou kiezen als bij de inzegening van het huwelijk van H.M Koningin. Bij de preekstoel is slechts ampele tooi van palmen, varens en witte lelies aangebracht Recht tegenover de preekstoel staan d© twee zetels van het bruidspaar, stemmig bronskleurig met de wapens van Oranje Nassau en Lippe Bies- terfeld op de rugleuningen geborduurd. Een ongewone verschijning op de Korenbeurs te Groningen vormde gisteren het strijkje, dat- in verband met het Oranje- feest, vaderlandsche liederen op de beurs heeft gespeeld, V. oorzitter Hackema (rechts) spreekt de beursbezoekers toe. Voorbereidingen Een gegons van gedempte stemmen volgt onder de hooge bogen. Het lange wachten noodt tot een gesprek. Om tien uur heft echter Sem Dresden den dirigeerstaf op en plechtig ruischt het „Wilt heden nu treden' uitgevoerd door de Madrigaalvereeniging door de gewijde ruimte. Later rijst het groote koor van Excelsior, dat op een der galerijen zit, op, en zingt een gedenkklank. Het duurt niet lang of heerlijk komt d( door de gebrandschilderde ruimte van het koor breken. Hoe flonkeren nu de diaman ten van de hooge gasten. Hoe golft hel goud en lichten alle kleuren. De Oranjezon is er, de Oranjebruid kan komen! En zij komt! Onvergetelijke oogenblikken Het is twaalf uur. Aan het stemmengezoem is langzaam afgeëbt tot de stilte van de spanning. Dan rijst ineens het blok der kamerheeren op en staat heel de kerk. Het orgel zet zacht het bruidskoor uit Lohengrin in, dan heel langzaam, zeer statig Komt het eerste paar bruidsmeisjes en bruidsjonkers onder de galerij te voorschijn. Het is of een wisselende lichtval uit de kerkramen op het toilet der bruidsmeisjes speelt en fijne groene rose en blauwe astraltinten daarop toovert. Het is slechts schijn. Elk der overigens vol komen gelijke bruidstoiletten heeft andere tint, te zamen vormen zij het volle kleurengamma van den regenboog. De bruids jonkers zijn meest in schitterende uniformen en dragen flonkerende ondersoheidingstee- kenen. Een kostelijk tafereel, dat binnenschrijden van die gansche rij terwijl het orgel daar boven jubileerend zijn klanken door de kerk weerklinken doet. Even hebben we de tijd het in ons op te nemen, maar dan komt reeds het groote moment. Prinses Juliana treedt aan den arm van haar gemaal de kerk bin nen. Een koninklijke bruid, in koninklijke tooi. En voortgaande in koninklijke houding. Lichtwendingen spelen op het in wijde plooien afhangende bruidstoilet van zijde. En op de lange sleep, die door kleine bruidsjon kers en bruidsmeisjes wordt gedragen. Daar boven golft als een luchte wolk de ragfijne bruidssluier. Het is een gelukkige, eer. uiterst gelukkige bruid, die hier binnenkomt, man nelijk geschraagd door den in fiere houding naast haar schrijdenden Prins-gemaal, den chevalier noble. Maar er is ook een stralende koningin, Wilhelmina der Nederlanden die aan de arm van prins A»:hwin het bruids paar volgt en nog een gelukkige moedci, prinses Armgard, die, teer en zwak noj na haar ziekte, dezen hoogtijdag In haar algc?n leven en dat van haar zoon niet wilde ver zuimen. Een rij van vorsten en vorstinnen uit de naaste familie volgt paarsgewijs en allen nemen de voor hen bestemde plaatsen tegenover den preekstoel in. Direct achter de vorstelijke bruid zit H.M. de Koningin, ge kleed in een glanzend donkergrijs toilet en met een veeren hoed. Naast haar Prinses Armgard in een robe van grisperle met een fijne toque, zorgzaam heeft prins Bernhard zijn bruid geholpen bij hd plaats nemen, wat bij haar bruidstoilet met langen sleep ook zorg vraagt. Prinses Juliana is merk baar onder de indruk van het gewicht van het oogenblik: het is een zedige en zoo men- schelijk bescheiden bruid, die opziet naar den dienaar des Woords, die straks haar huwelijk zal wijden door het inroepen van den zegen des Almachtigen. De inzegening Het goud en de schittering der juweelen, de veelkleurigheid der uniformen, het zinkt alles weg als Prof. Obbink den dienst der Ned, Herv. Gemeente op dezen dag opent met het: „Onze hulpe is in den naam des He eren" Na het votum juicht het door de kerkgewelven „Dankt, dankt nu allen God" en er is een dankbaar bruidspaar dat met luider stemme meezingt. Hoog heft zich h- hoofd van onze prinses en haar oog zoekt den wijden hemel bij het jubelend: Drieëendge, Gij regeert! Gij, Vader, Zoon en Geest, Gij blijft dezelfde altijd. Die Gij steeds zijt geweest". Prins Bernhard zingt mee. Nu in de taal van zijn nieuwe vaderland. In een treffend gebed richt zich dan de voorganger tot Gods troon en vraagt wijsheid, kracht en geloof voor deze twee jonge menschen, die op him hooge plaats der eer. zulk een gewichtige taak hebben te vervullen. Dan gaat zijn gebed uit naar onze geliefde Koningin, dat zij de volle vreugde en het geluk van haar kinderen mag beleven en er vernieuwde kracht en levenslust uit mag putten voor haar hooge taak. Met gebogen hoofd heeft de bruid meegebeden en er speelt een sfeer innige overgave om haar hoofd als het amen verklinkt. Na het gebed richt Prof. Obbink. de hofprediker zich met de volgende toespraak tot het koninklijk echtpaar. Toespraak Tijdens de toespraak heerscht in de kerk een buitengewone rust Zelfs het geklik van de fototoestellen der officieele fotogra fen is nu niot meer toegestaan. Prinses Juliana luistert met diepe aandacht en volgt met haar expressief gelaat elke wending van de toespraak. Het valt op, dat zij, zoo als steeds, onder de indruk komt van de plaats, die haar door Gods bestel is toe bedeeld, als de hofprediker schildert hoe de millioenen Nederlandsche onderdanen uit alle gewesten op dit oogenblik hun ge beden voor Haar en voor den Prins op zenden. Het wachten op straat 'ff™ ter «MM* ncn T 'ilit Langs de route die de pas gehuwde stenkinderen na het verlaten van de ke\ zouden passeeren was het een rustig wachten. Diep gehuld in de kragen dl jassen en mantels, bontkragen en bint fantes, wachtte men geduldig af. Dich rijen menschen hadden zich samengepal\ Al maar wachtendwachtend. De tribun zijn overal in de Torenstraat allengs gevul Alleen de voorste rijen en de duurste plad sen waren niet bezet. Op de trottoirs het hoofd aan hoofd wat men zag. U\ wachten maakte de massa stil. Het weer was wel mooi droog en xonn doch koud was de wind. In de huizen klonken door de luidspr kers de stemmen der reporters en luister men aandachtig en met inspanning wat er elders geschiedde. Op straat was het bont beweeg der mi'S tairen met de witte en groene pluimen de kepïs, die wild wapperden in de whi Een enkele veer, die wat los zat, ging xefï de lucht in de stoet tegemoet, als werd ongeduldig. Op het dak van ons bureau in de Toref straat had zich iemand geposteerd, die ptq had de feeststemming er bij voorbaat in j brengen. land< En dat plan gelukte prachtig. ordt Hij zette uit volle borst een Vaderlands ID e i lied in en dirigeerde verder. Vroolijke graat, zichten naar omhoog, geumif met Tiandfaat en hoeden. Men nam het gezang over weldra schalden door de Torenstraat fWl Vaderlandsche zangen. De stemming tnP"s in--- ssek Een humoristische noot ontbrak Plotseling gejuich bij een deel van het pjanp bliek. Er kwam deining in de massa, m|ZOn drong op en juichte reeds bij voorbaat mt al wist men niet wat er nog te juichen wd De Bruidsstoet kon het nog niet zijn, etqUJ wist men. cat< Ineens weerklonk een uitbundig gelach. Het was een zandauto, die de straat tioBov< de zooveelste maal langs kwam om zand ond strooien. Qg Nu maar weer wachten. ïere! De luidspreker had intusschen meegedcien^ dat het Vorstelijk Paar in de kerk was pj gekomeru |}mn Hoe meer het moment waarop de Bruine stoet verwacht tverd naderde, hoe meer feeli spanning zich afteekende bij de wachten\ ha massa. n ir Eindelijk het liep tegen éénen zas het lange wachten beloond worden. Mtn voelde het als het ware aan. Alles verstrakÊ8* zich. Niets van wat er te zien zal zijn men missen. De huzaren die de stoet V007lteri zouden gaan en deze voor ons bureau JL wachtten zetten zich in de zadel. jor(: De sabels werden getrokken. De meo3C< schen kijken en kijken alleen in één richtiijfcke Komen ze? Komen ze haast? do Wat een spanning! Wat een spanning! a vi Het duurde toch nog lang, meende me ze Men hief alweer Vaderlandsche liedenn o aan. Plotseling treedt een stilte in, Evl d.f maar. En daar komt de stoet. Eerst de bfi lines met de bruidsmeisjes en daarna... adem wordt ingehoudenhet pas gehuw!^? Paar. Vriendelijk neigend passeeren zij JL enthousiast juichende menigte. Het is voorbij 111 OOK IN STILTE KAN VREUGDE ZIJN... Rotterdam in de vroege morgen Men meldt ons uit Rotterdam; Dat was nog eens een aangename vei sing vanmorgen, toen ik heel in de vroegte de deur uitstapte. Een heerlijk drooggewaaide straat lag voor me en een frisch windje, dat me even deed huiveren, deed de vlaggen en wimpels vroolij'k klapperen. Een heldere lucht met sterren en een klare maansikkel, geen wolkje aan het firmament, neen n dat had ik vannacht niet kunnen droomen! Heerlijk, in de vroege morgen van een zoo groote feestdag, dde voor ons soort menschen uit den aard der zaak een groote drukte met zich brengt, je fce kunnen verlustigen in het fijne en gezonde van de natuur. Naarmate ik de stad meer naderde en looze halfvolle of bijna leege trams zag voortsnellen, herinnerde ik mij de reden, waarom ik zoo vroeg uit de veeren was ge komen: er moest een artikel geschreven over de drukte, die er ongetwijfeld in de vroege morgen zou heerschen in onze altijd zoo gehaaste stad. Tallooze menschen zouden zich immers naar de Bruidsstad begeven, om daar getuige te kunnen zijn van de Huwelijks plechtigheid onzer geliefde Kroonprinses. Be gonnen de trams niet om reeds vier uur te rijden, en gingen de deuren van de stations niet omstreeks diezelfde tijd open? Er ston den groote dingen te gebeuren, zoo verwacht te men. Wat,ik echter ook zag, geen drukte. Geen volle trams, geen lange rissen auto's, geen dringende menschen. Overal heerschte rust, diepe rust, zooals men die anders alleen des Zondags maar vindt in onze bedrijvige stad. Was ik nu nóg te laat uit m'n bed gekomen, had ik nóg eerder op pad moeten gaan? Zes uur is tooh voor een stedeling een alleszins ongewoon uur! Hoe kleiner de afstand werd. die me van de stad scheidde, des fce groofcer werd m'n ongerustheid. Zou ik nu zoo laat zjjn, dat ik de heele drukte gemist had? Dat zou geen kleine strop zijn. Daar was de Beurs. Bij het station: geen sterveling te zien. Slechts één politie-agent, die een file van één man in bedwang te houden had Nog kon ik me troosten met de gedachte, dat de meêste menschen wel naar het Hof plein en naar D.P. gegaan zouden zijn. Maar ook op het Stationsplein: groote hekken en vele politie-agenten, geen publiek. Rotterdam sliep nog, ofalles was al naar Den Haag. Tramconducteurs geeuwden verveeld, waren aan hun tweede ontbijt bezig. Mijn aarzelen de vraag (als het eens waar was, wat Ik vreesde!) of het vanmorgen niet erg druk geweest was, werd een beetje gemelijk ont vangen. Gelukkig bleek hel tooh niet zóó kalm geweest te zijn. Slechts waren de maat regelen zoo afdoende dat alles heel kalm en rustig verliep. Zoo bleek ook op het perron van D.P. de vork in de steel te zitten. Alle treinen waren behoorlijk bezet en zorgden voor een regelmatige afvoer. Toen dan ook Hofplein nog bezocht was, wezen de mij ve strekte cijfers uit, dat er toch wel een respe^1 tabel aantal Rotterdammers naar de reside-?! tie getogen was. J^c Merkwaardig todh, zoo rustig als het h^n was. Langzamerhand begon het dag te w<Na den. De hemel ging geleidelijk lichter watw den, nam een strakke, blauw-grijze tint aite een heerlijke bruidsdag was op komst, ijhei een symbool van het blij gebeuren van dej?- dag verschenen er in het Oosten wat ij^a oranje-kleurige strepen aan de lucht. De zff] zond reeds haar voorboden om ons te do weten dat zij met haar heerlijke stralen de dag tot een grootsch en waar Oranje-fest; zou helpen maken. Blij en dankbaar werd A' gestemd door dit onverwacht schoone weer, Er kwam nu al wat meer leven in de s'jEI maar eerst kwam er nog een fijn moment^ dat het hart zoo eclvt goed deed. Hoog v^® dm trans van de Stadhuistoren klonk^n plechtig en toch zoo vroolij'k de tonen vfod het Wilhelmus, door Ferd. Timmermans aids de klokken van het carillon ontlokt Jubelehg stortten de heldere klanken zich uit over Prl daken der stille, vredige stad-in-Zondagsrifi? di er zich nauwelijks van bewust sche^ welk een groot feest er stond te gebeuren. Ppe na het Wilhelmus kwamen er nog veel m<en andere, schoone melodieën, bij het beluistenov waarvan we onze plicht dreigden te v&S geteng® Het was stil in de stad, vanmorgen vrO^ Maar ook in de stilte kan een intense vreug j liggen. Zoo was het op deze schoone. fees'?. lijke Januari-morgeii in Rotterdam. ad tai In Bruidsstemming in Rotterdam g£ Klokgelui en concert voor het Raadhuis ge Half twee. Zoo juist zijn de laatste tont der vele kerkklokken, die van een uur P* half twee hun vroolijk en plechtig geiiiN1 over de stad hebben uitgestort, in de ijal ruimte verstorven. Dat was een recht feeslt lijk gehoor, ai die verschillende bronzra stemmen met hun tallooze nuanceer!ngtzf in een wonderlijke mengeling te hooren zip gen van de vreugde, die er alom in ons lartnf en zeker ook in Rotterdam, heerschte ovin het huwelijk, dat zoojuist een feit is gewon de.n. Wel een heel ander geluid, dan vo< hier gewend zijn te hooren op de drukfis werkdagen, als auto's en treinen door til stad daveren, als schepen op de rivier hiot zware signalen geven! ei Drie uur. Er is hier in de loop van de dan niet veel te beleven. Zeer vele menschq^ zijn immers toch naar Den Haag om dat]( feest te vieren, en men is zoo maar niet tj ruggekeerd. Toch is de eenzaamheid en <<tt verlatenheid, die het stadsbeeld vanmoreftt vertoonde, thans wel verdwenen Zooeven Ogj de C.oolsingel was het al weer een druk£} vnn belane. wat natuurlijk mede te dank^ is aan het fpit dat de Pol'fin-muztekvernet]] „Hermandad", onder leiding van Tho\r Adee, een rnnrert cepoven beefl op hel '-n'j des van hef Raadhuis. Waflr muziek is daffc vindt men Rotterdammers Dat is nltiid h(L ceval. maar toch wel in hii<nnderp mate nig een dag als deze. De politiemannen hehhnP een aantal nationale liederen en vroo'iilfc, marschen ten gehoore gebracht, die zeer it+ den smaak van het vrij talrijke publief vielen,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1937 | | pagina 6