DE FEESTDAGEN INGELUID! Ons Jaareinde-nummer 1 ZATERDAG 19 DECEMBER 1936 EERSTE BLAD PAG. Op het stadhuis te 's-Gravenhage is het Vorstelijk Paar hedenmorgen aangeteekend Wapperende Vlaggen, een stralende Oranjezon en oplaaiende geestdrift Yaandelgroet en kinder-zanghulde Nederland viert feest! Met een stralende Oranjezon wie had daarop in de donkere dagen voor Kerstmis nog gerekend? zijn de Bruidsdagen van H. K. H. Prinses Juliana en Z. D. H. Prins Bernhard aangevangen. De Residentie is bruidsstad geworden en staat gereed het Bruidspaar on vergetelijke dagen te bezorgen. De straten zijn versierd met slingers van groen, oranjewimpels, wapenschilden en andere versieringsattributen. De nationale driekleur wappert van de huizen en het Oranje domineert overal! Om half elf hedenmorgen is ten stadhuize te 's-Gravenhage het Vorstelijk Paar in ondertrouw opgenomen en onmiddellijk daarna heeft bazuingeschal den volke kond gedaan van deze heuglijke nationale gebeurtenis. Kiokkeklanken verspreidden zich over de Hofstad, het carillon van den Haagschen Toren zong zijn hoogste lied en temidden van een jubelende menigte reed het Bruidspaar terug naar het Palels. Daar werd om elf uur aan het Vorstelijk Bruidspaar de cassette aangeboden, waarin pl.m. 34000 handteekeningen van besturen en leden van de 424 bij het Feestcomité aangesloten vereenigingen. Vervolgens vond de vaandel- groet en de kinderzanghulde plaats waarna de kinderen een korte marsch door de stad maakten, voorafgegaan door twee muziekcorpsen. De Bruidsdagen zijn aangevangen. Nederland viert drie weken feest! (Van onzen eigen verslaggever) Hel sprankje hoop, dat in ons aller harte leefde, wat het weer betreft, is zoowaar ten volle in \ervulLing gegaan. Dagen achter een hadden donkere wolken en regenbuien aan de Residentie een karakter gegeven, dat wel heel moeilijk viel te rijmen met wat nnen onder een bruidstad pleegt te verstaan. Triest en somber hingen gisteravond nog de duizenden vlaggen en Omnjpbanen, en zie, de dag der aanteekening is aangebroken en. daar breekt tegelijkertijd onder een milde wintertemperatuur het Oranjezonnetje door! Niet zoo heel vroeg, am half negen onge veer. namen de eerste Oranjeklanten hun zitplaatsen in bij het Paleis en het stadhuis, waarvoor zij klapstoeltjes hadden meegeno men. Voor ile Koninklijke veste werd al ten deele gebruik gemaakt van de tribunes voor den trouwdag terwijl in de omgeving van het stadhuis, vensterbanken en raamkozij nen eveneens met dankbaarheid als plaat een werden aanvaard. Tegen tien uur werd het voller en voller in de binnenstad. Langs de route die het Paar na afloop van de korte plechtigheid op het stadhuis zou afleggen, had zich ook heel veel publiek opgesteld. Van gedrang kon echter geenszins worden gesproken. Als steeds bij bijzondere gebeurtenissen was voor het Paleis ook nu weer een legertje journalisten, persfotografen en filmopera- tours op de been.-De reportagewagen van de N.C.R.V. was eveneens present Zelfs deze lieden maakten het de politie niet al te lastig, zoodat op dit uur aan de sterke arm geen al te hooge eisohen werden gesteld. Ook wat het verdere deel van den dag betreft zou blijken dat alles een heel rustig verloop zou hebben. Hoe dichter inmiddels het tijdstip der aanteekening naderde, dit vormde geen be letsel voor een forsch gebouwde werkster om nog even de glazen deuren van het bal kon een extra beurt te geven, terwijl de de corateurs van enkele naburige gebouwen eveneens zoo lang mogelijk in tempo bleven doorwerken, daar zij eigenlijk geen minuut te verliezen hadden. De route vrij Om tien uur was de route vrij ge maakt en onder het neuriën van het Wilhemus en het volkslied van Lippe kortten de langs den weg geschoarden den tijd. Men kon het hen kennelijk aanzien dat de vriendelijke zonnestralen er niet weinig toe bijdroegen' om de vreugdestemming te verhoogen. Inspecteurs en agenten gaven nog enkele aanwijzingen en toen werd het voor het Paleis voortdurend stiller. Deze stilte werd slechts af en toe onderbroken wanneer en kele autoriteiten werden voorgereden. Fier en zelfbewust wapperde de Koninklijke Standaard op het Paleis, waarop zich aller oogen concentreerden. Het Comité voor de luisterrijke vie ring bestaande uit 160 dames ern heeren, nam zijn plaats in onder de colonnade, waarna twee padvinders de zilveren cassette met 31000 handteekeningen naar binnen droegen, afkomstig van besturen en leden der 424 bij het Comité aange sloten vereenigingen. Straks na de terugkeer van het onder trouwde paar zal dit herinneringsgeschenk aan de gelukkigen worden overhandigd. De Padvinders waren vergezeld van een paar afgevaardigden van het Comité, waaronder de voorzitter en de secretaris resp. de hee ren generaal J. C. Wagner en L. P. van der Heijden. Klokslag half elf gingen de stati ge paleisdeuren open en een luid gejuich steeg op toen de Verloofden in de ondertus- schen gearriveerde auto plaats namen. Bei den waren op dat moment blootshoofds. De Prinses was gekleed in blauw groen fluweelen mantelpak. Het man teltje was met zwart bont aan den hals afgezet. Zwarte peau de suede handschoenen en schoenen voltooiden het toilet. De Prinses droeg een cor sage van prachtige orchideeën. Prins Bernhard droeg een donkere jas en de witte anjer in het knoopsgat, een dikke witwollen das om den hals. Dit deed denken aan het gerucht dat de Prins de laatste dagen eenigszins last zou hebben gehad van griep. Gelukkig lachend keken zij even naar de menigte, waaruit eenige hooge meis jesstemmen het Wilhelmus inzetten. Toen wipten beiden vlug in de gereed staande gesloten auto, welke slechts voorafgegaan en gevolgd door motorrij ders der verkeerspolitie langs het Noord- einde in de richting van het Stadhuis vertrok. Door de Hoogstraat. Halstraat, tusschen Stadhuis en Groote Kerk door werd gere den naar den hoofdingang van het Stad huis aan de Groenmarkt. Overal langs de eg stond het zwart van menschen. De aankomst bij het stadhuis Bij het Stadhuis had zich lang van te vo ren een ontzaglijke menschenmenigte verza meld en een leger van agerten was noodig om alle belangstellenden op de voor het pu bliek aangewezen plaatsen te houden. Een driehoekige ruimte tusschen de Groote Kerk en het Stadhuis was voor verslaggi- vers, persfotografen en filmoperateurs vrij gehouden eq een waar bataljon foto-en film toestellen was opgesteld. Nauwelijks had de klok half elf gesila- gen, of aan het gejuich, dat in de verte reeds werd vernomen, hoorde men, dat Het vorstelijk bruidspaar verlaat het stadhuis te Den De acte van ondertrouw De acte van ondertrouw, welke door de Prinses en de Prins en Burgemeester De Monchy, als ambtenaar van den burgerlijken stand is onderteekend, luidt als volgt: Heden, den negentienden De cember negentienhonderd zes en dertig verschenen voor mij. ambte naar van den burgerlijken stand der gemeente 's Gravenhage. Zijne Doorluchtige Hoogheid Prins Bernhard Leopold Frederik Ever- hard Julius Koert Karei Godfried Pieter van Lippe-Biesterfeld. oud vijf en twintig jaren en Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Juliana Louise Emma Marie Wil- helmina der Nederlanden. Prinses van Oranje Nassau. Hertogin van Mecklenburg, enzoovoorts, enzoo- voorts, oud zeven en twintig jaren, beiden wonende alhier, hun voor nemen te kennen gevend om met elkander een huwelijk aan te gaan. Hiervan is deze akte opgemaakt, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen. het Prinselijk Paar in aantocht was. Eenige momenten later reed de sierlijke limousine, voorafgegaan door een motor van de politie, langzaam den hoek om tot voor den ingang. Het portier van de koninklijke auto werd geopend en rustig stapte eerst Prins Bernhard uit, die zijn toekomstige bruid bij het verlaten van de auto be hulpzaam was. Na een moment op het bordes te heb ben stilgestaan en de wach'end? menigte te hebben toegewuifd, 1 erdween het Prinselijk Paar naar binnen. Twintig minuten lang moest de men- schenmassa geduldig afwachten, voor dat zij weer iets van het Prinselijk Bruidspaar kon waarnemen. Toch bleef er gedurende dien tijd een spanning tusschen het publiek bestaan, die er voor zorgde, dat het wachten geen mo ment te lang werd. Het beste hadden nog zij het, die op het kerkplein stonden en door de ruiten van het Stadhuis een glimp konden opvangen van hetgeen er binnen gebeurde. Zij konden ook het moment bepalen, dat de Prinses en de Prins weer het stadhuis zouden verlaten en op dat oogenblik werd eerst zwak, daarna sterker, het Wilhelmus aangeheven. Het duurde evenwel nog eenigen tijd voor burgemeester De Monchy op het bordes ver scheen en het Prinselijk Paar naar de auto begeleidde. Op dat momen', werd het aange heven Wilhelmus luide overstemd door over weldigend gejuich der menigte. In het stadhuis Enkele minuten over half elf verschijnt de 'burgemeester van Den Haag, Mr. S. J. R. de Monchy, in de hall van het stadhuis, om zich naar het bordes te begeven voor de ontvangst van het jonge paar. Weinige oogeniblikken later kondigt het gejuich, dat uit de menigte, buiten verza meld, opstijgt, de aankomst van Prinses en Prins aan. De Prinses straalt van geluk. Prins Bern- hard heeft een donkere overjas aan en een witte foulard. Hij draagt den hoogen hoed in de hand. In de hall is in de oude schouw een blik- kenvuur aangemaakt. Boven den schouw hangt een schilderij van den grooten Zwijger een copie naar het bekende werk van van Mierevelt. Enkele fotografen die hier een plaats heb ben gevonden, alsook een vertegenwoordiger van de Haagsche amateur-filmclub, nemen dan opnamen van het jonge paar. De smalfilm die de Haagsche amateur- filmclub van deze plechtigheid heeft ge maakt, zal het jonge paar worden aange boden. Er komen geen copieën van. Nadat dfe filmopname is geschied gaat de burgemeester, die een gekleede jas draagt en zijn ambtsketen om heeft, het jonge paar voor naar zijn kamer, waar de plechtigheid van den Vorste- lijken ondertrouw zal geschieden. NadatMr. de Monchy de Prinses en den Prins met enkele woorden welkom heeft ge- heeten, stelt hij aan het paar voor den heer P. C. Wesseling, chef van de afdeeling be volking, verkiezingen en burgerlijken stand, die als assistent-ambtenaar van den burger lijken stand zal optreden. Voordat de plechtigheid een aanvang neemt, heeft het Vorstelijk paar, onder ge leide van den burgemeester, de trouwkamer bezichtigd, waar op 7 Januari de plechtig heid van de huwelijks voltrekking zal plaats vinden. Dan geleidt de burgemeester de Prinses en den Prins weer naar zijn werkkamer, waar de plechtigheid een aanvang neemt. Nadat aan de ver- eischte formaliteiten zijn voldaan, overhandigt de burgemeester in zijn hoedanigheid van eere-voorzitter van het Comité voor de Luisterrijke Vie ring van het Vorstelijk huwelijk te 's-Gravenhage, het geschenk van dit comité, den gouden veder, waar mede de acte van ondertrouw zal onderteekend worden. De prinses teekent dan: ..Juliana, princes der Nederlanden, van Oranje Nassau, van Mecklenburg" en de prins: ..Bernhard Leopold Prinz zur Lippe-Biesterfeld"* Vervolgens bood de burgemeester de eerste gelukwenschen aan het Bruidspaar aan. hij deed dit verge zeld gaan van een oorkonde van den gemeenteraad, die het volgende opschrift draagt: „Aan Prinses Juliana en Prins Bernhard bieden wij, voorzitter, leden en secretaris van den ge meenteraad van 's-Gravenhage, verheugd, dat wij de eersten z«d». die tot Bruid en Bruidegom het woord mogen richten, eerbiedig onze hartelijke gelukwenschen aan met de bede, dat U beiden lang voor elkaar en voor het vaderland gespaard moge blijven". Twee kleinkinderen van den burgemeester, Albert Hijmans van den Bergh en Beppie de Kanter, boden vervolgens de eerste bloe men aan, een bouquet, bestaande uit phale- nopsis, lelietjes van dalen en Oranjebloemen. De klokken luiden Als dit gebeurd is, beginnen de klokken te luiden en treden de heeren J. T. Terburgh, oud-hoofdinspecteur van de volksgezondheid, cr. A. J. G. P. Septer. ambtenaar van den buigerlijken stand, beiden uit Amsterdam, de werkkamer binnen om in hun hoedam jheid van voorzitter en secretaris-penningmeeste: van de stichting „Het Nederlandsch Gezins beek", een exemplaar in prachtband van dit werk het jonge paar aan te bieden. De voorzitter van deze stichting sprak hierbij de volgende woorden: Koninklijke Hoogheid. Doorluchtige HoogheidVorstelijk Bruidspaar, Het zij mij vergund, met de laatste zoo inhoudrijke woorden, Uwe Hoogheden toe te spreken, wanneer wij namens de stich ting „Het Nederlandsch Gezinsboek" een exemplaar daarvan aanbieden, tevens zen hartelijken dank betuigende voor de daartoe geschonken gelegenheid. Het ge zinsboek beoogt aan hen, die in den ouder- trouw worden opgenomen, raadgevingen te verstrekken, ten einde het huwelijksgeluk te bevorderen. Zoo moge de aanbieding ten bewijze strekken van onze hartgrondigen wensch, dat ook uwe hoogheden een groot huwelijksgeluk ten deel moge vallen. Mij zou de in het gezinsboek voorkomen de raadgevingen bij een Vorstelijk huwe lijk als overbodig kunnen beschouwen. Wij weten uwe hoogheden omringd door tal van deskundige adviseurs, die te allen tijde en onder alle omstandigheden steun zullen verleenen. Toch achtter wij het niet uit- gesloten, dat het aan te bieden boekwerk in stille uren welke qp de blijde, maar te vens inspannende bruidsdagen mogen vol gen, ter hand zal worden genomen. Zoo mogelijk ter bevordering van eigen geluk, doch tevens ter verkrijging van inzicht in het streven van de stichting om het Nederlandsch gezin, als hoeksteen van onze nationale samenleving, tot krachtige ontwikkeling te brengen". Hiermede was de plechtigheid vani den ondertrouw ten einde. Vergezeld! van den burgemeester betrad het jonge paar andermaal de hall van' hét stad huis, om enkele oogenblikken te po seeren voor de fotografen. Vervolgens betraden zy het bordes. Bliten het Stadhuis Zoodra het ondertrouwde Prinselijk Paar op het bordes verscheen, brachten de belang stellenden, die in grooten getale in de omge ving van het stadhuis waren opgesteld, de Prinses en den Prins een ovatie. De klanken van het volkslied waren welijks hoorbaar, zoo juichte en jubelde de menigte. De terugrit ging tusschen dichte hagen van belangstellenden door langs Groenmarkt, Groote Halstraat, Prinsenstraat, .Prinsesse- wal, Hoogewal en door het Noordeinde naar het paleis. Nadat het bruidspaar was vertrokken stel den de herauten met trompetters zich op achter het stadhuis. Een schetterende fanfare weerklonk, terwijl vroolijke zonneschijn de stad overstroomde en de kleurige trompetva nen in den wind wapperden, door de wijde en hooge luchten. Een der herauten las daar na de oorkunde voor, welke van het feit van den ondertrouw den volke kond deed. Deze proclamatie, uitgaande van het Comité voor de Luisterrijke Vie ring te 's-Gravenhage van het Vor stelijk Huwelijk, luidde als volgt: Stadgenooten, Wij vervullen de blijde taak, u te mogen melden, dat heden ne gentien December negentienhon derd zes en dertig in ondertrouw zijn opgenomen: Zijne doorluchtige Hoogheid Prins Bernhard, Leopold, Frederik, Everhard, Julius, Curt, Karei, Godfried, Pieter van Lippe Biesterfeld. en Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Juliana, Louise, Emma, Marie, Wilhelmina der Nederlan den, Prinses van Oranje Nassau, Hertogin van Mecklenburg, enz. enz. Het Vorstel ij k Bruids paar h e il. Daarna togen de herauten, elk vergezeld van twee trompetters, langs zes verschillende wegen de stad in om het blijde nieuws te gaan uitbazuinen. Zij trokken alom veel be langstelling. De menschenmenigte in de binnenstad ver spreidde zich geleidelijk. Van stonde aan heerschte in alle straten en op alle pleinen een stevige drukte, die voortdurend1 toenam. De afkondiging van het voorgenomen huwelijk De afkondiging van het voorgenomen huwelijk van Prinses Juliana en Prins Bernhard, welke hedenochtend om 12 uur, aan het Stadhuis is aangeplakt, luidt als olgt: De ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente 's-Gravenhage ver klaart, dat door aanplakking vaai dit ge schrift aan het huis der gemeente, op, van ons ZONDAGSBLAD, dat de lezers heden ontvangen, is naar inhoud en vorm keurig verzorgd, 't Kan een vergelijking met alle z.g.n. „Kerstnummers" met glans doorstaan. Dit nummer vormt een goed slot van een mooien jaargang. Van den inhoud noemen we: Eenige oude Kerstliederen, door A. J. de Weerdt. Over Dordt, Rome en een Ruïne, door J. Schipper Jr. Het onderwijs in de Nederlandsche literatuurdoor M. J. Leendertse. Het Kasteel te Dussen wordt Raadhuis, door Ph. J. G. Roest. Herinneringen aan Februari 1901. Bijzonderheden van de groote plechtigheden bij het huwelijk van H. M. de Koningin. Als ijzer en staal, een mooie Kerstvertelling door H. W. Aalders. Kort Verhaal: Toch Kerstfeest, door S. W. Williams. Verder de gewone rubrieken: Meditatie en gedichten. Binnen- en Buitenlandsch Overzicht, Vervolgverhalen, Damrubriek, Ruilbeurs enz. Dit keurig gedrukte nummer bevat vele illustraties. Ook de Kinderkrant met Kleuter-bijvoegsel zal door onze jongens en meisjes weer gretig worden gelezen. Banden Zondagsblad Hebt u al een band besteld? Zoo niet, doe 't dan nog heden en maak daarvoor gebruik van de bon, die wij in de krant van heden weer afdrukken. heden, Zaterdag den 19den December 1936, des middags te 12 uur., afkondiging ge schiedt van het voorgenomen huwelijk van Z.D.H. Prins Bernhard Leopold Frederik Everhard Julius Curt Karei Godfried Pieter van Lippe-Biesterfeld, oud 25 jaren en H.K.H. Prinses Juliana Loui«e Emma Marie Wilhelmina der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, Hertogin vam Mecklenburg, enz. enz., oud 27 jaren, beiden wonende alhier. De ambtenaar van den Burgerlijken Stand voornoemd: De Monchy. ONTROERENDE ZANGHULDE KINDEREN BIEDEN BLOEMHULDE AAN Eindelooze rij van vaandels Terwijl de ondertrouwplechtigheid op het Stadhuis voltrokken werd, bracht een aan tal zusters van de Scheveningsche vereeni- ging tot Uitzending van particuliere ver pleegsters nog een fraai, groot bloemstuk met de letters J. en B. in het Palei6. Doch niet. alvorens zij er op minzame wijze het publiek kennis van hadden doen nemen. Doordat de eenige klanken in deze oogen blikken gevormd werden door de beierende klokken hadden we dier met een heel teer momentje te doen. Om kwart voor elf marcheeren een aantal dames van de Princevlag het Voorplein on, voorzien van wapperende dundoeken, óm de noodige luister bij te zetten. Als zij goed en wel zijn opgesteld voor het bordes krijgen we nog een tooneeltje te aanschouwen, dat even grappig is als paradoxaal. De bevallige Princevlag-dames komen namelijk juist te genover de tw'èe diep ontzag inboezemende soldaten te staan, die met hun bajonetten op het geweer uiteraard niet van wijken weten. Al gauw maken vervolgens de ruim 500 leerlingen van bijzondere en openbare Haag sche scholen hun entree om zich voor de zanghulde in gereedheid te brengen. Allen zien er even frisch en opgewekt uit, ja sommigen zijn zoo dartel als veulens in de weide. Ook de deputaties der 424 vereenigingen nemen geleidelijk hun plaatsen in, zich op stellend in eon kring achter de scholieren, die rondom het podiuni van den dirigent den heer J. D. van Ramshorst zijn ge schaard. Dan opeens, wat later dan het pro gramma aangeeft, om elf uur twintig, wor den de groote glazen deuren van het balkon geopend. Daar zijn ze dan, de lang verbeide Vorstenkinderen die 't Paleis door de tuinpoort aan de Prinsessewal hebben betreden. De muziek van de Posthar- monie laat het Wilhelmus weerklin ken en uit ontelbare kelen stijgen de zoo vertrouwde klanken met een zekere devotie op. Na het eerste couplet nog het voor ons volkskarakter zoo sterk sprekende: Mijn Schilt ende betrouwen Zijt Gij, o God, mijn Heer. Na gaan bij het standbeeld van Wil- F lem de Zwijger eenige groote borden omhoog, waarop voor het publiek in l suggestieve letters te lezen staat; Stil- j. te, stilte, stilte. Er wordt prachtig op gereageerd, fj zoodat men wel een speld kan u hooren vallen. Weer volgt er thans I een fijn momentje, wanneer Anges Loocks, leerlinge van de Bijzondere School aan de Brandt6traat, en Hans r1 Stein van de Openbare school aam de Koningin Sophiestraat onder leiding van Drs; D. G. G. van Ringelestein en Dr. W. J. Goslinga, namens de zingen den het blijde paar keurige bloemen aanbieden. Het betreft hier een mand met witte seringen, waaromheen linten in Oranje en Lippe-kleuren, die als opschrift dragen: „De Haagsche Schooljeugd." B Iets dergelijks geschiedt door Ansje zing en Didv Blok, die een fraai gecalligB feerd programma overhandigen, dat met xè kunstzin is vervaardierd door de heeren W.l Calliber, hoofd der Bijzondere School arx het Westeinde en D. Blok, hoofd der Bijzife dere School aan de Zuid-Oost-Buitensing^, De vier scholieren krijgen daarna efe plaatsje links en rechts van het vorstel# Paar en dan zetten de 500 kinderen li Bruidslied in „Jong Nederland viert feest® Het wordt onberispelijk vertolkt, zoowel do£ de kinderen als door de musici en het Pa»l toont zich na afloop uitermate dankbaajt Het geeft daarvan blijk door een langdurfc wuiven in de allerbeste stemming. Vervolgems klinkt van alle kanten hoer. geroep. De vaandels nijgen zich en het ovP rige deel van het Zangprogramma bestaamr uit nog enkele liederen wordt even enthoP siast uitgevoerd. Bepaald ontroerend is hè slot: de Zegenbede .uit Psalm 134. h Opnieuw wuiven de Vorstenkinderen zotc der ophouden, waarna het publiek onveL vachts uiting geeft aan zijn Oranjelief L door het „Lang zalilen ze laven" aan te lier fen. Hiep, hiep, Hoera! besluit deze zanf hulde, nadat het „Lang zullen ae leven" mf een3 uit volle borat is herhaald. Marsch door de stad j Zwaar tromgeroffel van de Padvinders I dan het sein voor de opstelling van de stoet die een korte marsch door de stad gaat of dernemen. De Padvinders starten als eeï sten, daarachter de Postharmonie en o Princevlag. J Het gaat de Heulstraat in en onder 4 tonen van het Lippe-lied huppelen de schf lieren er achter aan. Hierna volgt een eiifc delooze rij van vaandels, die door de depf taties der ruim 400 vereenigingen twee air twee naast elkaar worden gedragen. Het I een prachtig schouwspel, al die kleurige dol ken aan het oog te zien voorbijtrekken Wanneer de laatste gepasseerd zijn stornji het publiek er achter aan, en zoo verdwijn de geestdriftige stoet uit ons gezichtsveli cwn langs len Kneuterdijk naar het Binnef te trekken, waar de stoet, na een toespraal' van generaal Wagner, die namens hl Bruidspaar en de Koningin allen die aair de hulde hadden deelgenomen, bedank» werd onthbonden. F Herauten doen den volke kond. dat Prinses Juliana en Prins Bernhard in ondef' trouw zijn opgenomenp

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1936 | | pagina 2