Herinneringen aan Februari 1901
Bijzonderheden van de groote plechtigheden
bij het huwelijk van Hare Majesteit de Koningin
Het vorstelijk paar in den verlovingstijd*
Links: Koningin Emma; rechts: Groothertogin Marie*,
ale Opper-ceremoniemeester, de Ceremoniemeester
en de beide Kamerheer-Ceremoniemeesters van
H. M. dc Koningin.
In de kerk
Het hooge echtpaar en de vorstelijke genoodigden
traden dc kerk binnen door den meest Oostelijk
gelegen ingang aan de zijde der Riviervischm&rkt
Die ingang was versierd met een marquise, waar
van het afhangende gedeelte van de bedekking
van grijs laken rondom versierd was, en in het
middengedeelte het Nederlandsohc wapen voor-
kwam.
Aan de deur dor kerk bevond zich medo de com
missie van kerkvoogden, welke hot Echtpaar be
groette en aan de koets ontving en Hen naar do
ontvangkamer geleidde, om Hen ook na afloop
der kerkelijke Huwelijksinzegening naar do
Staatsiekoets terug te geleiden.
II. M. was geheel in het wit gekleed; de trouw
japon was van wit drap d' argant, in de Kunst
naald werksoh ooi te Amsterdam geborduurd met
zilver en paarlen, die schitterden en glansden irt
het daglicht. De devant was van witte tule met
slingers van oranjebloesem. Hierbij behoorde ook
een sortie van drap d'argent met witte tule
gegarneerd. II. M. droeg hierbij op die corsage
briljanten en een diadeem van briljanten met een
krans van oranjebloesem en een tulen sluier.
Reeds vóór den aanvang van den dienst droeg de
organist der kerk, de heer Koopman, pleohtiga
omgelnummers voor van Corellii, Guilaunt, Merkel,
Handel e. a. Bij het binnentreden van het Vor
stelijk Echtpaar ruischte het „Sanc/tus" van Handel
dooir de kerkgewelven.
De dienst begint
Het orgel zwoeg, zooclra de hooge echtelieden had
den plaats genomen. Het gemengd koor, onder
leiding van Arnold Spoel, hief (zesstemmig a
capella) den zang aan, compositie van Eugcn
Hildaeh:
Waar gij heengaat, daar wil ook iik, ook ik
heengaan.
En waar gij zijt, waar gij zijt, daar wijl ook ik*
Uw volk is mijn volk, en Uw God is mijn God.
Waar gij sterft, daar siterv' ook ik, en waar,
gij rust
Moog ook mijn rustplaats zijn en slechts dc,
dood zal ons scheiden.
Waar gij heengaat, daar wil ook ik heengaan*
De zetels van liet Paai' waren geplaatst tegenover,
den preekstoel.
Voor den kansel, die dien dag niet door den voor
ganger bok loan men werd, stond do Hofprediker
Dr. van der Flier tusschcn Mr. T. P. baa-on Mackay
en den heer L. J. Wijsman, die als onderling
fungeerden.
Het tapijt door de Nederlandsohc jonkvrouwen
als huwelijksgeschenk aangeboden, lag voor do
voeten van hot echtpaar gespreid. Op een tafeltje,
dicht bij den predikant, Lagen de Bijbel en op,
een gouden schaaltje de trouwringen.
De vorstelijke eohtgenooten waren ter weerszijden
De Bruidsstoet verlaat het Koninklijk paleis aan het Noordeinde.
Een van de vele feestplaten uit 1901.
De gebeurtenissen van de week van 1 tol 7
Februari 1901 zullen binnenkort herleven. Bijna
zes en dertig jaren zal het geleden zijn, cat ons
volk in groote eensgezindheid, feest vierde, en
'dat de Residentie een kleurig en fleurig aanzien
len een ongekende drukte had, als nadien met
zoo dikwijls meer is voorgekomen.
Zes en derlig jaren nadat het huwelijkvan
BI. M. de Koningin mot wijlen Z. K. H. 1 rins
[Hendrik te 's-Gravenhage werd voltrokken, aal
ook thans dc Hofslad getuige zijn van een^vor
stelijk huwelijk: de echtverbintenis van H k li,
Prinses Juliana en Z. D. H. Prins Bomhard. Den
Jlaag zal de eerste weok van het nieuwe jaar in
Jeesttooi prijken, en duizenden en nog eens dui
zenden zullen in die dogen niet ophouden, het
prinselijk paar toe te juichen, zooals dit óók het
geval was in 1901.
jVelen van de ouderen onder onze lezers zullen
zich aie dagen nog goed herinneren; zij zullen
zich Den Haag (en andere plaatsen) voor oogen
kunnen halen, toon op Donderdag 7 Februari 1901
het huwelijk voltrokken werd tusschcn H. M.
Koningin Wilhehnina cn Z. K. H. Prins Hendrik.
De gehcele Residentie sohitterde in een pracht
van kleuren, bloemen- en vlaggcntooi; ook in do
'allerarmste buurten had men zich beijverd zijn
Vreugde aan den dag te leggen. Groote magazijnen
'cn officieele goliouwen waren prachtig versierd.
[Vooral aan de paleizen van H. M. dc Koningin-
Moeder en van den Prins en de Prinses von Wiech
'cn aan de woning van den Commissaris der Ko
ningin was bijzonder veel zorg besteed.
Voltrekking van het burgerlijk huwelijk
't Was een dag van ongekende vreugde en zonuc*
schijn, de dag van 7 Februari 1901. De trouwdag
van H. M. de Koningin kwam met stralender*
hemel; een dag vol blijheid, een feestdag met
glanzend aangezicht.
Met de bruidsbouquet bijna geheel uit orchi
deeën bestaande, door den kweeker H. Homsveld
te Baam voor dit bijzonder doel verzameld,
in de hand, trad do Koningin omstreeks elf uur
de Witte Zaal van het Paleis binnen. De Koningin-
Moeder begroette als eerste Haar dochter en bege
leidde Haar naar de groote roode antichambre,
waar de Hertog, In groot tenue van Schout-bij-
Nacht gekleed, met zijn Moeder, de Groot-Herto
gin Marie van Mecklemburg-Scbweriin, Hertog
Adolf Friedrich en de Vorst van Waldeck en,
Pyrmont zioh bevonden.
Gevolgd door eenige hofdignitarisscn, toog de
kleine 6toet naar de Witite Zaal. Daar waren de
minister van Justitie, Mr. P. W. A. Cort van der,
Linden en de heer E. Evers, secretaris van 's-Gra-
ivenihage, die bij de voltrekking van het huwelijk
zijn bijstand zon verleenen, met de zes hoogge
plaatste personen, die als getuigen zouden fun-
geeren, en Dr. Langfeld, Landes-Gerichts-Presi-
denit te Schwerin, reeds aanwezig.
Nadat minister Cort van der Linden eerst aan do
moeder van den Prins en daarna aan de moeder,
der Koningin gevraagd had of zij toestemming
gaven tot deze echtverbintenis, verzocht hij het
[Vorstelijk Bruidspaar van hun zetels op te staan
en elkander dc rcc-htorhana te geven.
Op de vraag van den minister, eerst aan den Prins
cn daarna aan de Koningin: „of zij getrouwelijk
alle plichten zouden vervullen welke door de wet
aan den huwelijken staat vakbonden zijn", ant
woordden Koningin en Hertog, hand in hand, met
een volmondig „ja". Toen zeide de minister: „Dan
.verklaar ik, minister van Justitie, ambtenaar van
den burgerlijken stand, in den naam der wet U
door het huwelijk verbonden."
De eohtgenooten namen daarop de gelukwensclicn
van bloedverwanten in ontvangst. Vervolgens
werd de bruidstoet gevormd voor de Groote Kerk,
rvoor dc voltrekking van het kerkelijk huwelijk*
De kerkelijke plechtigheid
Dc rit van het paleis naar het kerkgebouw was
treffend schoon. In dikke rijen stonden de men-
schen op de stoepen, voor de ramen, in de straten
bij het paleis een bonte zoom, zooals overal langs
de straten tot dc kerk.
Even voor twaalf uur reden de statierijtuigen
,voor; sprookjesachtig deden de uniformen cn
toiletten aan. Eindelijk stapten het hooge paar,
en de Koninklijke Moeder in.
De gouden koets bad een en al bewondering. Dit
prachtige statierijtuig was bespannen mot acht
paauxien, aan de teugels geleid door koetsiers, aan
weerszijden van het statierijtuig vier gegalon
neerde lakeien. II. M. de Koningin-Moeder zat
tegenover haar kinderen.
Een commando van de veld-artillerie sloot den
stoet als eere-escorte.
Aan dc derur van de kerk op de Riviorvisoh-
markt het dichtst bij d<j Schoolstraat stonden
van hun zetels omgeven door den stoet van vor
stelijke genoodigden. Rechts was o.a. de plaats
van den groothertog-troonopvolger van Mecklen-
burg-ScJhwerin en van H. M. de Koningin-Moeder.
Links waren gezeten de Moeder van Hertog Hen
drik met Grootvorst Wladimir, de hoogston in
rang der verwanten. De 26 overige vorsten en
vorstinnen waren in twee rijen daarachter genang-
schikt. Aan weerszijden van den preekstoel strek
ten zich de plaatsen uit van de Dames du Palais
en de Grootofficieren der Kroon. Met de vorstelijke
personen bevond zich een gevolg tot een getal
van 85 leden in dc kerk, die verder geheel gevuld
was met de 1632 genoodigden, die het gebouw kon
bevatten.
De vea-siering der kerk was eenvoudig. Groen en
palmen vormden de hoofdelementen, zoowel do
afsluiting van de banken als boven de kap van
de bekende Stadllioudersbankvoorts ter weers
zijden van het orgel en tegen do pilaren. Het
basement van don preekstoel, gevormd door' een
zware steenen kolom, maakte hierop een uitzon
dering; dit gedeelte was getooid met kasplanten,
groote varens, uitgezochte witte bloemen, zooals
lelies en aronskelken. Een rand van wolriekendo
oranjebloesems liep langs den voet van deze
groep. Dc boogvulling en het schip van het kerkge
bouw was gedecoreerd met een rand op blauwen
achtergrond, waarop in gothisehc lettors een
bijbeltekst: „Mijn oog zal op U zijn", Ps. 32 vers 8.
Ook boven dc I-Iofibank was een bed van groen
aangebracht. Dc gchee-le in- en uitwendige inrich
ting dor kerk was opgedragen aan den Intendant
dor koninklijiko paleizen, Jhr. Iloeufft van Velzen.
De inzegening van het huwelijk
Dr. G. J. van der Fliier leidde den dienst.
Na het plechtig gebod hief de gemeente aan
Gezang 224 .1:
Gezegend d' echt
Die U veabindt; zijn handen,
Zijn bloomen en zijn juk, de trouwe handen.
Door God ineen gelegd.
Daarop hield Dr. van der Flier een toespraak naar
aanleiding van dc woorden uit Psalm 4:7:
De huwelijksinze
gening in de Sint
Jacobskerk te Den
Haag. Op de
voorste rij het Ko
ninklijk Echtpaar
met familie. Daar
achter de vele vor
stelijke personen,
die voor deze bui
tengewone plech
tigheid naar Den
Haag waren geko-
„Verhef Gij over ons het licht Uws aanstihijns,
o Heerel"
Na de predikatie geschiedde de edgenlijke inzege
ning van het 'huwelijk.
De hofprediker las een gedeelte voor van het
huwelijksformulier, deed de gebruikelijke vragen,
terwijl na do beantwoording 'hiervan de verwis
seling der trouwringen het gesloten verbond be
zegelde.
Toen knielde het Vorstelijk Paair en sprak de
[voorganger die eigenlijke inzegening uit, waarop
de geheele gemeente staande de vier laatste regels
van Gezang 96 aanhief:
Vader, sla hen steeds in liefde gade;
Zoon des Vaders, schenk hun Uw genade;
Uw gemeenschap, Geest van God!
Amen! zij hun eeuwig lot!
Nadat deze handeling was volbracht, werd met een
korte toespraak aan de gehuwden een Bijbel aan
geboden.
Een eveneens korte gelukwensch volgde hierop,
medo een woord tot de Koningin-Moeder en de
Groothertogin van Mecklenburg-Sohwerin, waarna
ten slotte door allen gezongen werd Ps. 133 3;
Waar liefde woont gebiedt de Heer den zegen;
Daar woont Hij zelf, daar wordt Zijn heil verkregen
En 't leven tot in eeuwigheid.
Het gebruikelijke dankgebed, door den leeraar
met groote ontroering uitgesproken, maakte diepen
indruk. Ten besluite werd het „Onze Vader"
gebeden.
Met een hartelijken handdruk en een voor allen
luid hoorbaar woord van innige erkentelijkheid,
dankten de Koningin en Haar Gemaal den hof
prediker.
Onmiddellijk viel daarop het koor in, terwijl de
jonggehuwden opstonden om het kerkgebouw te
Verlaten, met de Hymne van Glück, vierstemmig
met orgel, woorden van P. A. M. Boele van Hens-
broek, waarvan het laatste couplet luidde*
Leen, o God! zoo hoog verheven,
Leen aan Uwer kind'ren koor,
Leen aan ons gebed gehoor!
Heer! wil, wat wij vragen, geven!
Wilhelmina, Koningin bij de Gratie Gods en Prins
Hendrik der Nederlanden, hadden op Hun echt
verbintenis de kerkelijke wijding ontvangen.
Een koniniklij'k saluut van 101 kanonschoten ver
kondigde den volke, dat deze plechtige gebeurte
nis volbracht was. Tot het einde van de plechtig
heid klonk op het oigel de „Marche Pontificale"
van L. Lemmens, en onder het zingen van het
koor begaf het Hooge Echtpaar, gevolgd door do
familieleaen, zich op dezelfde plechtstatige wijzo
naar de ontvangkamer.
De terugtocht naar het Paleis werd in omgekeerdo
volgorde afgelegd; dezelfde weg werd gevolgd.
De jonggehuwden reden aan de spits van den
stoet. H. M. de Koningin-Moeder had niet in de
gouden koets haar plaats hernomen, maar voegde
zich in het rijtuig bij dc Groothertogin van
Mecklenburg, zoodat de wederzijdsche Moeders van
het ingezegende paar gezamenlijk naar het Paleis
terugkeerden.
Op den terugtocht was de geestdrift van dc dui
zendkoppige menigte, dicht opeengepakt langs do
straten, nog warmer dan bij den'heenweg.
De blijde dag van 7 Februari 1901 ligt bijna at
weer 36 jaar achter ons.
Hoe veel is sinds, ook in ons goede vaderland,
veranderd.
Maar de liefde van ons volk voor zijn oude
Oranjehuis is dezelfde gebleven; de band werd
zelfs vaster dan ooit.
Het Koninklijk Bruidspaar dankt den leider van de
zanghulde, die door talrijke vereenigingen werd ge
bracht op het achterplein van het paleis Noordeinde
Dat is op ontroerende wijze gebleken, toen dc ver-
loving van Prinses Juliana bekend werd.
En dat zal op 7 Januari nog duidelijker aan het
licht treden.
De vurigste wenschen van een geheel volk zullen
het Vorstelijke Echtpaar vergezellen.
Kort na de huwelijksvoltrekking werd door het Koninklijk Echtpaar een bezoek gebract1 aan Schwerin
Het inspecteeren van de eerewacht (links de Groothertog van Schwerin).
Het Koninklijk Echtpaar in rijcostuum