MO
DE
RN TOURISME
RHODOS EEN MIDDELEEUWSCHE VESTING HOE DE JOHANNITERS ER
WOONDE BRUGGEN, MUREN EN BASTIONS IN ONGEREPTEN STAAT
Een middeleeuwsche verstingbrug,
met poort en bastion.
XI. Wij zijn weder op de thuisreis. Egypte en
Pa'estina, die twee wonderlijke oude landen, met
hun eeuwenoude historie, hebben wij achter ons
gelaten, doch thans bevaren wij een zee, die niet
minder vermaard is. De Phoeniciërs doorploegden
haar met hun nog primitieve koopvaardij-schepcn;
de Helleensche stammen zwermden over haar uit;
herinneringen worden gewekt aan de vermaarde
Homerische verhalen. Wie denkt niet aan het
tienjarig beleg van Troje; aan den tocht der Argo-
nauten; aan de omzwervingen van den veelgc-
plaagden Odysseus? Wij varen; het vertrouwde,
rhythmische stampen van het schip begeleidt
weder dc gesprekken; de maaltijden; de wande
lingen langs het dek. Het is het laatste ook wat
wij hooren, 's avonds op de sma'le kooien, als de
honderden touristcn met iets dat bijna zorgeloos
heid is zich aan den slaap overgeven, in het veilige
weten dat in de stookruimen, aan het roerrad en
in de kaartenkamer op de brug iedere man op
zijn post staat en zijn plicht doet.
Maar op een morgen, bij het ontwaken, is er
iets vreemds; de vertrouwde schcepsgeluiden ont
breken; wij liggen voor anker. Wie vroeg uit de
veeren is heeft thans een ongestoord uitzicht van
het hooge sloependek over het land voor den
boeg: Rhodos. Altijd weder interessant is dit, de
aanblik van een eiland, zooals het in al zijn over-
zichte'ijkheid zich voordoet temidden van het dei
nende blauw van de zee, die een fijne kruiving van
wit schuim rond zijn uiterste oeverlijn trekt.
Rhodos ziet er van het hooge dek bekeken zeer
weerl>aair uit, met zijn middeleeuwsche vesting
wallen, die het naar de zeezijde voor een aanval
schijnen af te sluiten, terwijl de ingangen van
zijn haven eveneens door militaire werken, torens
en bastions, worden boheerscht Achter al dit
ouderwetsoh-soldateske, dat zoo sterk op den
(voougrond treedt, vertellen spitsen van kerktorens
en slanke, peperbus-achtige minarets van mos
keeën iets over het niet zoo onmiddellijk toegan
kelijke binnenland, dat voor tachtig procent
Gtrieksoh is, al vindt men er ook nog enkele dui
zenden Turken, en is het geloof van den Islam
er geenszins uitgeblusalit
Die aanwezigheid van Mohammeds Halve Maan
doet dc gedachten teruggaan naar hen, die oudtijds
Rhodos tot een schier onneembare sterkte maak
ten, namelijk de Johanniter Ridders. De Johan-
niters, hun orde werd in 1099 door oen Proven-
^aal gesticht en stelde zich ten doel, de Heilig
land-pelgrims te besohutten, zijn de taaie tegen
standers geweest, de eeuwen door, van de Islamie-
tisohe heerscherB, die in Palestina van tijd tot tijd
de christelijke beêgangers benauwden. In 1121 nam
de orde op initiatief van Raymond Dupuy do
verdediging van Jeruzalem op zich; in 1187, toen
de heilige stad in handen viel van Saladyn, ver
legde zij haar zetel naar Akko, en in 1291, toen
ook deze laatste sterkte op den gewijden grond
niet meer te houden was, was Cyprus de voorpost
der Christenheid, welke deze ridders zonder vrees
of blaam onder hun sterke hoede namen. Zij kon-
het niet langer dan achttien jaren behouden; de
aandrang van de aanhangers van het nieuwe ge
loof bleek opnieuw tc sterk. Zoo weken zij dan
nogmaals terug, de krijgshaftige broeders, ditmaal
(1309) naar Rhodos, dat zij sterk maakten volgens
alle regelen dor toenmaa's geldende krijgskunst.
Als we Rhodos doorwandelen treffen wij overal
de overduidelijke sporen aan van dit krijgshaftig
verleden. Dicht bij de haven, terzijde van een fraai
kerkje, 6taan in een rij geschaard een aantal
zware sarcofagen, sommige zoodanig verweerd,
dat de uitgehouwen wapens en de sonore namen
der oude edelen sohier niet maar ontcijferbaar
zijn. Van overal kwamen zij, doze kampioenen der
christenheid, uit Frankrijk, uit Vlaanderen, uit de
Nederlanden en Engeland; natuurlijk eveneens
uit de destijds zoo verdeelde, doch nog steeds
trotsche en vermaarde Italiaanschc gebieden.
Achter deze sterke wallen, met hun grachten, val
bruggen en zware poorten, welke door buikige
bastions worden beschermd, liggen de middeleeuw
sche straten, waaraaan zij hun woningen hadden,
gegroepeerd in tehuizen naar gelang van hun
landaard, het huis der Provencaaalsohe, der Fran-
sche, der Engelsche ridders, enz.
Merkwaardig zijn deze straten, met hun strenge
behuizingen, opgetrokken veelal in verweerd na
tuursteen. Heele reeksen gelijksoortige ronde poor
ten volgen het verloop van dc in blakerende zonne
schijn liggende, haast door geen voet meer betre
den trottoirs. De entree is in den regel door
ijzeren hekwerk afgesloten; "daarachter heeft men
niets te zoeken. Soms ook bemerkt men plotseling
bloemen, wat wapperend waschgocd aan een lijn
tje; een oudje zittend op een stoel, beschaduwd
door de wijd uithangende takken van een vijge
boom. Een brokje frisch hedendaaesch leven in
een sfeer van middeleeuwsche ouderdom, die naar
verlatenheid neigt.
Italiaansch is Rhodos sinds het in 1911 door troe
pen van Victor Emanuel in bezit werd genomen.
Wij zagen c? de bekende fascistische wapenpraal,
die ook reeds op Sicilië en op het Italiaanscho
schiereiland zelf ons in het oog viel Hier was het
een perfecct uitgeruste colonne militaire motor
rijders, die met luide davering door het nieuwe
deel der stad snorde; alle zelfbewuste kerels in
goedgesneden uinformen. Als eertijds voor de
Johanniters zoo is het eiland thans voor de Ita
lianen een waardevol bazit, vaste basis als het is
voor alle militaire bedrijvigheid, welke het nieuwe
keizerrijk in het oosten der Middellandscho Zeo
zal wenschen te ontwikkelen. De Grioksche bevol
king is met deze Italiaansche suprematie in het
geheel niet ingenomen. Zij wil, evenals de bewo
ners van de overige eilanden der Dodekanesos, zich
opgenomen zien in het Grieksche koninkrijk,
waanbij zij zich thuis gevoelt. Wij spraken een
Griekschen ingenieur, die met duisteren blik de
verdwijnende colonne naoogde, en vroegen he>m
enkele inlichtingen. Zoo ontspon zich een gesprek,
waarin vele grieven tot uiting kwamen. Zij cir
kelden alle om dit eene: wij zijn Grieken en willen
dat blijven. Daarom vertrouwt Italië ons niet en
kunnen wij geen aandeel in de leidende functies
krijgen. Wij zijn in eigen land vervallen tot den
rang van tweedehandsch buijens; de vreemden
voeren den boventoon.
Onze zegsman uitte zich met veel omzichtigheid.
De aanwezigheid van menschen uit het hooge
noorden, als van onpartijdigen in het geschil tus-
schen ingeborenen en overheerschers, noopte tot
confidenties. Doch deze werden fluisterend geuit,
ondanks het stralende heldere zonlicht op de open
weg, waar men tusschen de overdaad van bougain-
villia's en een menigte van andere heerlijke bloe
men voortging. Blijkbaar was het spreiden een
risico, zelfs daar waar men buiten degenen tot
wie men sprak in het geheel niemand «n de om
geving ontwaarde.
Toen wij met onzen Griekschen begeleider al pra
tende het middeleeuwsche stadsdeel hadden door
wandeld, belandden wij tenslotte achter den
hoogen gekanteel'den ringmuur, welke aan het
De ingang van 'een oude Johanniter-kerk
eiland reeds bij eerste nadering zulk een barscK
voorkomen verleent. Steenen kogels lagen in de
hoeken tot pyramiden gestapeld; wat werklui her
stelden met trage bewegingen een waterafvoer;
boomen ruischten ijl in de zeebries.
Het blauwe zeewater strekte zich eindeloos ver
uit, daar beneden ons. Als een mooi stuk speel
goed, uitstekend nagebootst, maar miniem klein,
lag ons schip daar voor zijn trossen, een vleugje
rook of stoom aan de schoorsteenen, als een ver*>
maning, dat het tijd werd tot verder trekken.
Langs een schilderachtige havenwijk met zeemang-
kroegjes uit stallingen van vruchten en groen be
reikten wij dan weder den landingssteiger. Met
een wijden boog zich voortspoedend door het
prachtig getinte water bracht de snelle motorsloep
ons terug aan de valreep.
De „Via dei Cavalieri", of op sijn H ollandsch de Ridderweg.
522
Drie typische molens op den havenwal van de stad Rhodos.
Pionierswerk in een donkere hoek van Drente
Tusschen Socialisme en Communisme
De anno F r i o s c h o heide maar dat is al
een vervagend beeld geworden in de geschiedenis
van het toegepast Christendom. De arme Drent-
s c h e heide echter, dat is nog een nieuw beeld,
óók vaag, maar dan vaag omdat het nog in 't
volle licht komen moet. En dat wordt tijd! Wij
hebben nl. van een voor-werker in dien geeste
lijk en stoffelijk armen hoek een en ander ver
nomen, dat vervult met eerbied voor het daar
onder zóó moeilijke omstandigheden begonnen en
voortgezette werk, maar ook mot pijnlijke verba
zing over zóó dorre akkers, die omgeploegd en
bezaaid moeten worden om Gods will
<T
Laten wij onzen zegsman maar een? het woord
geven. „Toen ik er kwam het is in de gemeente
V 1 e d d e r en omliggende dorpen, dat deze pre
dikant-evangelist zijn taak heeft gezien en ge
grepen vond ik een kleine, zwaar hulpbehoe
vende gemeente, verzame'd in een allerjammer-
lijkst kerkgebouwtje. Wat in de naaste om
geving van het kerkje woonde, was nog min
of meer trouw, doch vrijwel slapend, zielloos
en futloos. Wat verder af woonde was weggezakt.
Bij mijn zoeken naar allen, die tot do Kerk be
hoorden, al waren zij zich dat niet meer bewust,
kwam ik zoo met van alles in aanraking, en zoo
stippelde het werk zich vanzelf uit. Het gebied
van mijn gemeente is ongeveer net zoo groot als
het eiland Walcheren. Van de zes Hervormde
kerken, die er staan, zijn er vier puur modern.
In Noordwolde staat een predikant, die vurig
propagandist voor hot socialisme is.
De absolute Godsdienstloosheid is hier schrik
barend, terwijl het voortwoekeren van socialisme,
communisme en revolutionair-socialismc almeer
een geest van besliste vijandschap doet groeien.
De jeugd is al voor een groot deel ongedoopt,
er wordt op de openbare scholen stelse'matig ge
drenkt in een Godo-vijandigen geest. De ellende
biervan teekent zich nu reeds duidelijk af."
<T
Gegeven dezen stand van zaken, heeft de predikant
rond gezien naar eerste middelen, om althans
„ecnigen iets" te mogen zijn. Een brik werd het
eerste middel in den dienst van het Evangelie;
men kon er menschen, die in geen tien jaren ter
kerk waren geweest, weer mee ondor het gehoor
des Woords brengen. Maar die brik kreeg ruimer
emplooi:
„Toen kwam de gedachte, met dat rijtuig de
doopleden onzer Kerk, die nu noodgedwongen aan
het openbaar onderwijs waren overgeleverd, dat al
meerderen in de armen van het revolutionair-
80cialisme gevoerd had, speciaal in Noordwolde,
wat een centrum van Sneevliet is, naar onze
kleine, kwijnende Christelijke school in Nijcnsleek
te brengen.
Er staan op ons arbeidsterrein veertien openbare
scholen tegen één kleine Christelijke. Van die
openbare' zijn er verleden jaar, mede door het
werk van den brik, drie gesloten, terwijl er ver
schillende een leerkracht kwijt raakten. Onze
school kwam tot bloei en heeft nu reeds tachtig
leerlingen.
De feiten bewijzen het, dat onder Gods zegen de
brik velen ten zegen is geweest Voorts groeide
daaruit voort de noodzaak van een nieuw, rui
mer kerkgebouw, wat wij door Gods wondere
genade ook verkregen, en 16 Januari 1934 onder
diepe ontroering in gebruik konden nemen.
Ondertusschen was ik in Noordwolde een Bijbel
lezing begonnen met aanvankelijk zeven hoorders.
Door het werk van den brik nam dit langzamer
hand toe, en kwam het na allerlei wederwaardig
heden tot dc noodzaak van een Evangelisatie
gebouw. Ook dit verkregen wij door Gods goede
gunst over ons, en zoo konden wij 18 Februari
1933 ons gebouw te Noordwolde in gebruik nemen.
Daar wordt eiken Zondagavond kerkdienst ge
houden, vooiis cateahisaties, Zondagsschool, Jeugd
verenigingen, enz., terwijl wij er sinds Maart jt
door het Comité Grosheide-Schouten een hulp
prediker hebben."
<3-
In dit voorjaar werd de brik vervangen uoor
eer. autobus, die onscadeau werd gedaan.
Een pracht cadeau. Maar een cadeau dat de zor
gen ontzaglijk verzwaart. Eerst hebben wij wer
kelijk geaarzeld af wij het wel konden aanvaar
den. Het was met den brik vaak al zoo moeilijk
gegaan en de autobus zou meer dan tweemaal
zooveel vragen. Het bleek echter, dat wij belang
rijk meer kinderen konden krijgen en ook kerk
gangers. Toen meenden wij, dat wij moesten, in
geloofsvertrouwen, dat God zorgen zou. Momen-
tee rijden er 37 kinderen mee, terwijl de bus
Zondags ook vol zit met menschen, van wie ver-
sclieidenen anders nooit in een kerk kwamen.
Waar de bus van zoo groot belang voor den
arbeid in Gods Koninkrijk hier in deze heiden-
eche omgeving blijkt, daar moeten wij toch aan
nemen, dat dit door God gewild is en wij mogen
niet als menschen zeggen: het kan niet! al is
het nog zoo zwaar. En het is soms ontzettend
zwaar. Zoo nog voor enkele weken. Aan wegen
belasting moet betaald worden 465 per jaar.
Het benzineverbruik is ongeveer 15 per week.
1 October moest weer voor drie maanden wegen
belasting betaald worden, terwijl er voor kleine
reparaties en benzine ook een 100 moest betaald.
Voorts was door den keuringsdienst geëischt, dat
er twee stel nieuwe banden werd aangeschaft en
moesten er nieuw accu's komen met het oog op
de verlichting bij het rijden' in het donker. Er
was totaal geen geld meer, terwijl van mijn
tractement al een deel was opgeslorpt. Enkelo
noodkreten, die ik in zee zond hielpen niet. Juist
kreeg ik echter de driemaandelijksche bijdrage uit
de provinciale kas voor hulpbehoevende kerken,
groot 200. De steun, dien wij van buiten krijgen,
vormt van mijn tractement en is eigenlijk het
eenige vaste, waar ik op rekenen kan. Geld hebben
wij niet, zoodat wij van ons tractement moeten
loven.
Toen stond ik voor de zeer moeilijke keuze wat
te doen. W«,rd de wegenbelasting niet betaald,
dan mocht de bus niet meer rijden en vervielen
die kinderen wee raan het openbaar onderwijs.
Wij meenden toen niet anders te mogen doen, dan
met mijn binnengekomen 200 tractement zooveel
mogelijk te betalen. Eerst natuurlijk wegenbelas
ting. dan de garagehouder iets, enkele beslist
noodzakelijke kleine reparaties, en een busje olie,
waarvan de betaling ook geëischt werd. Toen was
het op. Banden koopen kon nog niet, hoewel do
keuringsdienst de goedkeuring slechts afgaf op
voorwaarde, dat die banden werden aangeschaft.
Het kan nu nog wel met de oude banden, hoewel
het gevaar van springen steeds dreigender wordt
en het straks, wanneer de wegen glad worden
absolute vereischte wordt met het oog op het
slipgevaar, dat hier toch altijd groot is.
De brikkoetsier werd chauffeur, doch heeft, zoo
lang de bus rijdt, nog geenerlei vergoeding kun
nen krijgen. Dat is dus vanaf 1 Mei. Hij heeft al
tijd gezegd: „De bus moet rijden en wij moeten
maar zien, wat er binnen komt. Dan kunnen wij
«zien, of er voor mij ook wat is."
Doch nu wórdt het voor hem uiterst penibeL Met
1 November moet hij de pacht voor zijn boederij-
tje betalen. De opbrengst der Drentsche boerde
rijtjes is toch al uiterst miniem, terwijl hij, door
dat hij zooveel tijd kwijt is met den bus, er ook
niet alles aan kan doen. Hij moet dan geld hei*
De autobus, waarmede thans schoolkinderen
en kerkgangers worden vervoerd.
ben, daar hij anders ook van zijn boerderijtje
wordt afgezet Zoo ziet u wel, dat de toestand nu
uiterst zorgvol is. De bus moet per dag 80 K.M«
rijden.
Hoe moest dat nu? Om zooveel mogelijk een go-
regelden gang van zaken te kunnen krijgen liehi
ik de volgende plannen ontworpen.
Door een werkloos evangelisatie-klantje te Noord
wolde heb ik spaarpotjes laten maken in den "orm
van den autobus. Hierin kan men voor het werk
sparen. De kostprijs van deze busjes, zoo laag
mogelijk gesteld, is 1. Hieraan hebben wij zelf
niets, daar die wcrklooze dat er beslist voor moet
bobben. Zoo wordt hij, die ontstellende armoede
leed, ook een beetje geholpen. Wie een busje
neemt, om daar in te sparen voor het werk in
Gods Koninkrijk hier, helpt dus tevens dien broe
der, die om Christus' wil zijn broodwinning
moest laten varen. Hij speelde nl. harmonica in
de café's bij het dansen. Momenteel zijn er ruim
dertig geplaatst. Dit kan nog wel opgevoerd.
Voorts zagen wij graag, dat zooveel mogelijk
broeders en zusters in Christus, wien natuurlijk
Jezus dierbaar is, het werk hier steunden met een
vaste jaarlijksche bijdrage. Ieder oen kleinigheid
en de bus loopt gesmeerd. Ieder b.v. 8 liter ben
zine per jaar cn het werk kan prachtig door
gaan en groeien.
Per jaar zal, wanneer wij geen enrstige manke,
menicn krijgen, ongeveer 2000 noodig zijn. Dan
kan de chauffeur ook een kleine vergoeding krij
gen en verkeert hij, wiens komen tot Christus
hem ook op belangrijke offers kwam te staan,
hem in armoede bracht, ook niet steeds in nijpen
den nood. De wegenbelasting en .de dure prijs der
benzine vragen het meeste.
Allen, die op een of andere wijze het werk steu
nen ontvangen ook een hoekje, waarin een mij
bevriende schilder jn teekeningen den gang en do
beteokenis en vooral het door God opgelegd ziju
van het werk hief voor oogen stelt."
<5
De oude brik voor
het vervoer van
schoolkinderen en
kerkgangers.
Totzoover onze zegsman. Wij willen hem nu -vjlc
even noemen, ofschoon hij liefst achter de scher
men bleef. Het is Ds J. D. van G i n h o v e re,
Geref. predikant te Vledder. En als we er nu nog
even aan toe voegen dat reeds bereikt is: een
nieuw kerkgebouw, een Zondagsschool met 70
kinderen, Bijbellezingen met 100 hoorders, Christe
lijk onderwijs aan rijen kinderen, die thuis \an
God noch gebod hoorden, en twee Evangelisatie-
gebouwen, dan durven we er wel bijna zeker van
tzijn, dat onze lezers dezen dapperen voortrekker,
die in den letterlijken zin doet wat de Franschen
zoo raak zeggen: „payer de sa porsonne", niet *on
zijn lot zullen overlaten. Om dat te toonen geven
wij hier zijn gironummer op: 175969 (post Frede-
riksoord).
Draagt benzine aan voor de autobus! Helpt de
Drentsche kleinen aan een vroolijk Kerstfeest!
Helpt meebouwen aan 's Konings huis ln dien
armen Drentschcn hoek!
523