Leliei'kundiqe Rubriek' 7 Januari 1879 Zoek maar Een nieuwe dichtbundel van Hélène Swarth Wijdinggedichten van Hélène Swarth. Met autobiographische aantcekeningen Uitg. La Rivière en Voorhoeve, Zwolle. Zij werd onlangs 77 jaar, In October, de herfst-, de wijnmaand. Onlangs las ik een karakteristiek van Quérido be treffende haar. „y.p is een herfet-ziel," schreef hij. „Het goudrood, de vlammen van den herfst, ze spelen en tril- tongen wijd en ver uit haar liederen. De zomer slaat zijn gloed laaiend neer en schroeit; de heriét weeft ze uit, speelt en keert zijn kleuren om en om en verlicht er den hemel mee. Vele van haar schoonste verzon hébben dat lichte en wevende klourengoheiin in de taal". Zij is op haar ouden dag nog bewonderenswaar- dig-vitaal als dichteres. En zij zong de laatste jaren van uit een heel an dere sfeer dan haar verzen die recihtstreoks stam men uit de school der tachtigers. *k Herinner me nog dat er in Christelijke kringen gewaarschuwd werd vocht de „zwarte ziel" van «loze vrouw, waarmee bedoeld werd het pessi misme van haar levensvisie, zooals dat beleden ■werd in ons allen bekende regels als: „En die afgrond zoo donker daaronder". En wie heeft niet gereciteerd haar vers #>Sterren": O, die heilige onsterflijke sterren, hoog boven mijn sterflijk hoofd. met die donkere regels: Lief, eens zullen wij stierven, wij heiden, "wij samen of ieder alleen, En het graf is zoo diep en de hemel zoo hoog en of God leeft weet geen. En 'k heb niets dan de stem van mijn hart, die mij 't eeuwige leven belooft, En de heilige onsterflijke sten-en, hoog boven mijn sterflijk hoofd. Maar deze toon is niet meer de grondtoon van baar zang. Nu noemt zij haar bundel: Wijding, d.w.z. zij wijdt haar verzen aan God, niet don Onbekende, maar den God van het Evangelie, Die baar te machtig is geworden. Zij heeft den kunstenaarstrots die haar vroegere poczie bewoog, leeren verloochenen orn alleen te mogen zingen van Hem# mot Wien zij alleen achterbleef op den &1 eenzamer wordenden weg naar 't graf. „Wie Christus volgt kan zingend verder gaan" Zij heeft in het „Wintorvuur" geworpen haar laatsten lauwer en haar laatste palm. „De dorre hlaadren knettren Moede en kaïn». Sta 'k bij den haard, kruis de armen stil en treur Was dit mijn buit van levens avontuur En rest mij lelie, roos noch korenhalm? De storm versloeg de rozen in mijn tuin; Een bliksemflits lei de arme schuur in puin Naar palm en lauwer heeft de tijd gegrist. 0 tccdrc Heiland, die mijn liefde vroeg, Ik zie Uw oogen door mijn tranenmist. Word ik voor U nu eindlijk arm genoeg?" Wie doze diohteres volgde ook in haar vroegere zangtijd, zal opmerken, dat ze nog buitengewoon sterk is in het boheerschen van de vorm; „met „strophen-gang", zegt Quérido, „is haar gedach- tcnlcven geboren". Het sonnet koert ook in deze bundel telkens woer; 't gaat haar, zou men zoo zeggen, nog even ge makkelijk af als in huar eerste tijd. Wonderlijk is het, al die bekende welluidende klanken, al dat woordsolioon, dat onhodriogelijk lióAr persoonlijk merk draagt, hior telkens terug te vinden, maar nu gedoojit in den blijden glans van haar jong geloof. Zeker, ook hior is niet alles goud, wat blinkt: zij, virtuoze als weinigen, wordt telkens weer gedreigd door 't gevaar van *gn. woordkunst, die bedriegelijk veel gelijkt op 't levend schoon van het doorleefde vers. En als dit gevaar in deze religieuse verzen werkelijkheid wordt, valt het te eerder op; 't gaat hier immers om zulke geweldige dingen, die 't niet kunnen lijden, dat er slechts >,over" gezongen wordt, hoe veel klnnkcnschoon er dan ook verspild wordt, 't Komt me voor dat deze bundel een vooruitgang beteekent hij de daarvoor verschenen roligicuse poëzie; er is groei bespeunbnar in geestelijk op zicht, zich bewijzend in menig tear, ontroerend- doamocdig lied. Zij bidt: Zegen mijn hand, Scilirijvcnd mij avondlied, Tot ik bezaligd vlied Heer, naar Uw Land. De dichteres denkt veel over, zingt vaak van uit het naderend levenseinde Zij heeft haar leven Lang zich geroepen geweten tot zang en £e zegt: Hoe droef benijdde ik, die geheel mijn leven, Door God gedrongen, wijdde aan zoet gezing, De Moeder, blij wanneer zij al kan geven 't Geliefde kind, dat zij ven liefde ontving De grijze weduw, die, met teedor beven, 't Verleden kust in d' ouden liefdering. De kalme Wijze, boven 't lot verheven De in vrome vreugd geknielde Kloosterling! Mijn Heiland, leer in deemoed mij berusten, In 't lijdenslevcn, dat me Uw Vader gaf. Van verre al zie ik blinken blauwe kusten, Aan de ovenzij van 't lijf verslindend graf. 't Is of mijn lang verloren lippen kusten, Of de aardcawaarte al van mijn ziel viel af. En hoezeer zij nog altoos de natuur beziet met het verliefde oog van den impressionnist, blijkt uit een vers: Dank, waarin zij zich op haar best als geboren dioh teres laat hooren: dankend vooir al 't aarde-schoon, Voor wolken, parelgrijze en blanke als room. Die smelten zaaht in suizend rcgqnlokcn, Voor storm en ruisohwind. vaar 'k U in hoor spreken, Voor avondschemer en voor mamedroom. En hoe eerlijk is haar zelfbelijdenis in: Hij is de Weg, de Waarheid en het Leven, Hij is de Weg hoe kon zoo ver ik dwalen, Gelokt, verdoold in wanhoops donkre daleil, Waar 'k eenzaam leefde en de avondzon verdween, Tot parelblank, Zijn lichtpad zag ik stralen? Hij is de Weg en Hij alleen. Hij is de Waarheid zoekend heb ik logen Uit duizend boeken, duizlcnd, ingezogen. *t Bleef duister tot Zijn klaarheid mij bescheen, En 'k lavend dronk de liefde van Zijn oogen Hij is de Waarheid, Hij alleen. Uw belangstelling wou cd Het wonder der osmose Hoe zuigt een plant water op? Hoe kunnen de bladeren van een hoogen boom het water met de daarin opgeloste voedingsstoffen uit den grond tot zich trekken? Een gewone zuigpomp kan het wa ter niet meer dan 10 M. omhoog stuwen: een wa terkolom van die hoogte komt nl. overeen met den normalen druk van den dampkring. Doch dc groote boomen in onze stroken moeten hot water misschien 30 M. hoog opzuigen en de Califomi- sohe reuzenboomen wel 140 M. Dit kan alleen door middel van dc z.g. osmose. Het verschijnsel, dat wij osmose noemen, kunnen wij het best demonstreeren door een glazen buis aan het eene uiteinde met een stuk vaihciislnaas te overtrekken en vervolgens te vullen niet oen (blauwe) oplossing van kopcrsulfaat. Als wij do buis nu ia> een bak water plaatsen, zien wij de blauwe vloeistofkolom langzaam maar zeker hoo- ger worden. Door de varkensblaas heen komt er van buitenaf water binnen. Zoo zuigen ook dc fijne h&arwarteltjes, die als een mantel de groote wortels van den boom omgeven, het water uit den grond op. Elk wortel haartje is een microscopisch kleine „varkensblaas" en door osmose wordt het water omhoog gedreven. Bijenvergif als geneesmiddel Het. is een bekend feit, dat. het gif van de honigbij een voortreffelijk geneesmiddel is tegen nhouinati- sche aandoeningen van spieren cn gewrichten, jiolit en neuralgieën. Het gebruik ervan neemt snel toe seder t het in ampullen in zilver verkrijg baar is. Ovor de werking van het gif schrijft Dr Ednard Mader in dc Mflnchener mod. Wochcasohrift. Hij stelt voorop dat het bijengif veel overeenkomst heeft met slangengif en zegt dan: „De stock van ©cn bij wekt een locaio ontsteking en oen aigc- mecne reactie van het lichaam, die soms het karakter van een vergiftiging met storingen in het zenuwstelsol en den bloedsomloop aanneemt. Wordt een mcnsch zeer dikwijls gestoken, gelijk bij imkers het geval is, dan gaat het lichaam Hij is het Loven Waar dc sterren vielen, Waar de Englen zingend voor Zijn liefde knielen1, Ontroerde Hem de roep van ons geween, Hij daalde néor ter heeling aller zielen Hij is het Leven, Hij alleen. Wc zeiden zooevcn: hier ligt telkens het gevaar op de loer, dat het mooie woord te gemakkelijk glijdt op gladde rhythmen; ik kan ook niet zoggen, dat zoo'n vers me bepaald ontroert. In 'n dergelijke zelf-belijdenis verwacht ge moer span-, ning; desnoods minder gave, evenwichtige vorm. Maar: aan de zuiverheid der gevoelens twijfelen we niet. Er is in deze verzen een monotone weer-, keer van dezelfde rijmwoorden: vroom, (heel dik« wijls), aroom, ook meervoudig: aromen, droom, he melblauw, wolkengrauw enz.; niet altoos ontkomt de lezar aan de gedachte dat het „cliché's" zijn geworden, al te gemakkelijk gehanteerd. Het sen- timentcele, <Li. oppervlakkige jongleeren met groo te woorden vind ik b.v. in een vers: Adoratie, waar Christus aangesproken wordt als: Zoon der Jonkvrouwroos vol hemelhoning, vlamme- kern van Gods genadezon, Doornbekroonde, enz. De mystieke toon is hior een luidruchtige en dus on-diepe woord-aaneenrijging geworden. We willen zoo niet eindigen. De dichteres 'had selectie moeten toepassen op deze te vele verzen, Br is oen afdeeling: Gestalten, die, naast veel zwaks, prachtige plastiek geeft. In „De Buit" b.v, zot ze de dobbelaars bij het Kruis zóó voor ons neer: Zij buigen saam de koppen ruig en rood, Begeerig loerend, grissend de arme klecren. Die grijs en blank als lichte vogelveercn, Hun erfdeel zijn van dien rebclschen Jood. Doei» om dien rok, die mee niet kan gedeeld, Die witte wade, nade-loos geweven, Met toerlingworp wordt, sohcldcnd fel, gespeeld. Wie won, bedreigen vuisten, boos geheven, Dezelfde vuisten, die do nagels dreven ln hande' en voeten van Gods evenbeeld. Hier is de dichteres, woordkunstenares uit de school van tachtig op haar best. Maar we geloovcn haar in de bode van haar eenzaam hart tot Hem, Die haar het loven werd: Drink mee aan mijn eenzamen disch Den wijn van mijn droefenis. Gij beloofde 't, nu zit met mij aan Mijn hart zal Uw liefde verstaan. De bundel werd artistiek verzorgd door den uit gever, de band niet het minst, in vooroamen eenvoud. A. W, anders reagccren: het wordt allergisch en wel positief allergisch. Zoowel do locale als de alge meen© reactie wondt zwakker, daar het verweer van het lichaam sterk genoeg is om het gif dade lijk onschadelijk te maken. Er bestaat ook een (negatieve) allergie, d.w.z. dat het verweer van het lichaam tegen het gif zwak is of geheel ont breekt. Dit is met name bij lijders aan rheunia- tiek het geval. Bij hen treden noch noemens waarde locale, noch algomeene reacties van bijen steken op. Wordt nu een rheumaticus stelselmatig met bijengift behandeld, dan krijgt hij langzamer hand de normale reacties en bij verdere behande ling neemt het verweer in het lichaam steeds toe, zoodat hij ton slotte tot eon jxeitieve allergie komt, waarbij de mcnsch gelijk de imker aan dien bijensteek .gewoon" is. In dit stadium is de rhoumatiek genezen. Het is doeltreffender zich door bijen te lalen stoken dan zich met het bijeng.if te laten inspuiten of inwrijven. Dc bijensteek werkt sterker en duur zamer en is natuurlijk ook voel goedkooper dan een behandeling door een medicus. Het beste is de bijen aan dc strokzijde van de spieren te lalen stoken, zoo dicht mogelijk bij de pijnlijke plaatsen Een boom lange dwerg Telkens weer vertoont de natuur de zonderlingste grillen, waarvoor wij bij al onzo geleerdheid geen venklaring weten. In Spanje woont sinds goruim?n tijd een dwergenfamilie die als Lilliputtere op treden. Dc man is 78 cM. lang, de vrouw 76. Het echtpaar heeft eeij' zoon, die thans 15 jaar is en de onge wone lichaamslengte van bijna 2 M. heeft. Vanaf zijn zeVcntle jaar begon liet kind op verbazing wekkende wijze te groeien en was op 10-jarigen jarigen leeftijd al J/2 M. langer dan zijn ouders. Hij groeide en groeide, tot l»ij nu bijna aan oo twee motor gekomen is. In medische kringen heeft men zich roods inten sief met het zonderling geval bezig gehouden en hot „wonderkind" nauwkeurig ondei-zocht. Men is daarbij tot dc conclusie gekomen, dat bij deze dweagcnfomilic een opvallend aantal storingen, der sectie-organen aanwezig is. De artsen ver wachten dut uo knaap nog zal blijven groeien en sullet} het govgl van een „boom langen dwerg" dat in de geneestyjihde tot nog toe ternauwernood be kend was, verder obsorveeren. 518 Wat er tóén gol>eurd is? Ja, wat er op 7 Januari 1937, naar wc allen vurig hopen, zdl gebeuren, dat weten onze jon gens en meisjes wel en dat weet heel ons Nederlandse volk. Maar 7 Januari 1879? Tóch zijn er wel on der jullie, die óók weten wat toen ge beurd is. Op dc dag, dat Prin ses Juliana en Prins Bernhard hun trouw dag hopen te vieren, zal 't precies 58 jaar geleden zijn, dat Ko ning Willem III in 't huwelijk trad met de later zo bekend geworden Koningin Emma, die ons Nederlandse volk als een echte moeder liefhad. Dat bleek wel bij haar sterven in 1934. Er zijn nog mensen, maar die zijn natuurlijk al héél oud, die zich de tijd no? herinneren, dat Koningin Emma als jonge Vorstin naar ons land kwam. Dót was een vreugde bij de honderd duizenden in ons goede landje, die zo heel veel van 't oude Oranjehuis hielden. In 't einde van 1878 ging 't gerucht door 't land, dat Koning Willem III, die een jaar tovoren zijn gemalin door de dood verloren had, opnieuw in 't huwelijk zou treden. En dit gerucht bleek spoedig waarheid. Wie zou Neerlands nieuwe Koningin zijn? Door heel 't land was 't weldra bekend: Adelhoid Emma Wilhelmina Thercsia, Prinses van Wal- deck-Pyrmont. Er moest echter nog heel wat gebeuren eer 't zo ver was. Dat begreep dc toekomstige Koningin zelf wel 't best. Daar ginds in 't Westen wachtte een land op haar, waarover zij Koningin zou moeten zijn. Maar zou zij dat waarlijk künnei» zijn, dan moest zij zich met de taal, met de ge schiedenis en met de gebruiken van dat land zoveel mogelijk vertrouwd maken. Om baar daarbij leiding te geven vertoefde Dr L. R. Bcynen enkele maanden op Arolsen, het mooie slot van de vorsten van Waldeck-Pyrmont. Prinses Emma kon geen beteren leermeester bob ben, want Dr Bcynen gaf zich met grote toewij ding aan zijn verantwoordelijke taak. Met geest drift vertelde hij do Prinses van onze wonder schone geschiedenis, waarin Gods leiding zo dui delijk is op te merken. En de leermeester kon tevreden zijn over zijn leerlinge, die niet alleen blijk gaf van een helder verstand, maar tevens grote belangstelling en liefde betoonde voor 't land, waar zij weldra zulk een plaats van betekenis zou innemen. Er is die laatste maanden van 1878 op 't slot to Arolsen hard gewerkt, zowel door leraar als leer linge. Maar toen die voorbereidingstijd voorbij was, waren beiden heel tevreden. Stel je voor, zo maar weg te blijven, terwijl de baas tot over ®"n oren in het werk zit en Hannes •r ook niet meer ia Mijnheer Hasselman zou woedend zijn. „Ja hoor moe, houdt u hem maar thuis," zei Mien bezorgd. „Jc kunt aan hem zien, dat hij echt ziek is." Ze plaagt haar broertje altijd graag, maar als het er op aankomt, blijkt het wel hoeveel ze met hem op heeft. Joop zei maar niet veel terug. Morgen ga ik ge woon naar het werk, dacht hij bij zichzelf. Maar hij is vanmorgen niet gegaan. Hij is wel op tijd opgestaan, maar hij had zo'n hoofdpijn en •voelde zich zo akelig, dat moeder niet lang hoefde te praten, of hij lag weer onder de dekens. Moe der heeft de dokter laten komen, en voor ze naar haar dienst ging, is Koba even bij „Dc Globe" aangelopen, oin te zeggen dat Joop ziek is. Jet heeft do boodschap aangenomen. Nu ligt Joop in z n bed en kan niet slapen. Het Het, Koninklijk Bruidspaar van 1819. Prinses Emma is haar bekwamen leermeester immer dankbaar gebleven voor zijn uitnemend onderwijs. En Dr Beynen kende later geen groter genoegen dan te spreken over de tijd op 't slot Arolsen doorgebracht. Zo naderde 7 Januari 1879: de dag, waarop Prinses Emma gemalin van Koning Willem III en daar door Koningin der Nederlanden worden zou. Nadat het huwelijk in het ouderlijk paleis der Prinses voltrokken was, begaf het Koninklijk echtpaar zich naar de kapel van 't slot Arolsen, waar de kerkelijke inzegening zou plaats hebben. Behalve talrijke familieleden van het Bruidsjxiar waren daar aanwezig vertegenwoordigers van den Duitsen Keizer, van den Koning van Zweden, van den Hertog van Nassau en den Vorst van Roe menië. Natuurlijk waren er ook vele voorname mannen uit Nederland tegenwoordig, zoals dc Minister van Buitenlandse Zaken, de vice-president van de Raad van State, de Voorzitters van onze Eerste en Tweede Kamer, do directeur van het Kabinet des Konings en nog meer anderen. De hofprediker Scipio, die een schone rede hield naar aanleiding van Psalm 121, sprak op aan grijpende wijze de Koninklijke Bruid toe. „Gij geniet het voorrecht zo zei hij dat gij om geven zijt door uw Vorstelijke ouders, broeder en zustors, die trouw en liefdevol u herwaarts naar het altaar en ook op uw ver dere levensweg met de bede begeleiden, dat Gods liefde uw deel moge zijn uw hele leven lang, cn dat gij aan de zijde van uw Koninklijken gemaal ton zegen moogt zijn voor zijn waardig en edel volk, opdat gij daarginds met geheel uw gemoed zeggen kunt; Uw volk is mijn volk." Die blijde feestdagen van 1879 liggen nu reeds 58 jaar achter ons. En nóg eens heeft ons volk een Oranje-bruidspaar met grote geestdrift begroet Dat was toen onze Koningin Wilhelmina in 1901 in 't hu welijk trad met Hertog Hen drik van Mecklenburg. Maar daar vertel ik later nog wel wat meer van. kloppen in z'n hoofd houdt steeds aan en hij ligt maar te woelen. Zo blijft het de eerste dagen. Dan komen er uren van rustige slaap. De hoofd pijn wordt minder en blijft spoedig zo goed als helemaal weg. Joop begint op te knappen, maar voelt zich nog moe. Hij heeft nog geen zin om op te staan en vindt het heerlijk zo languit cn lui te kunnen liggen. Moeder, die hem in deze tijd een beetje verwent, vindt hot wel goed dat hij er nog een paar dagen in blijft. En dan wil ze hem nog minstens een week thuishouden. Joop heeft "veel nagedacht in deze gedwongen rusttijd. Af en toe fobt hij er over, hoe do baas het zonder hem stellen zal. Want al kan hij het werk van een grote knecht niet doen, er zijn toch een heleboel karweitjes, waar de baas geen lijd voor heeft, e»i die toch gedaan moeten worden. Jammer, dat hij nu juist ziek moet worden in zoo'n drukke tijd en dan nog wel terwijl Hannes juist zijn ontslag heeft gehad. Onze Opstel-Wedstrijd Sommige jongens en meisjes schijnen te menen, dat het opstel 80 regels groot moet zijn. Maar dat is helemaal de bedoeling niet, hoor! Ken je een mooi opstelletje maken van 40 of 60 regels, dan is dat ook best. Maar in geen geval mag 't groter zijn dan 80 re gels. Deze voorwaarde hebben we gestold, omdat er misschien wol schrijvers onder jullie schuilen, die een halve Kinderkrant zouden willen vullen. En dót mag niet. We harhalen hier dus nog eens wat wij vorige week schreven: hot opstel mag hoogstens 80 regels van onze Kinderkrant beslaan, dat is ongeveer 3000 letters. Een andere medodeeling over dc Opstel-wedstrijd vindt je indc Raadselrubriek. RAADSELS L Mededeling aan de deelnemers Opstel-wedstrijd De jongens en meisjes, tlie hun opstel al inzonden of die het nog willen doen (je weet dat kan tot 1 December) zijn naar deze mededeling zeker wal nieuwsgierig. Maar ik geef deze mededeling in raadselvorm; je moet ze dus zelf opzoeken. De mededeling beslaat uit 30 lettere. Het verhaal van den schrijver 12, 24, 15, "9 28, 2, 5, 16, 15, 39, 27 over den schoolmeester van 21, 32, 3, 33, 26, 20, 19, 6 wordt door allo lezers met span ning gevolgd. 6, 15, 16, 19, 5, 35, 10 was de hoofdstad van hoC rijk van koning Achab. In de krant van elke dag ziet men een of mecaj berichten over Prins 34, 8, 5, 18, 15, 5, 1 staan. De stad 1, 38, 21, 29, 36, 7, 4, 5 is bekend om haar koek en tapijten. Duizenden lezers hebben een 9, 11 23, 13, 19, 34, 25, 37, 18, 10, 16. 17, 33, 28 op ons blad. 12, 14, 22, 30, 31, 3, 18 is een ander woord voor plagen. II. Voor ;ongere lezers Wie kan een hert maken van DEN AL? Welke kleine vorst vliegt het meest? OPLOSSING Van het raadsel „Een welgemeende opwekking" uit het vorige nummer. 'k Hoop, dat jullie er uit wijs kon worden, want de cijfers in de 27 hokjes waren heel slecht afge drukt. Maar 't was nog al gemakkelijk te begrij pen: dc hokjes waren achter elkaar van 1—27 genummerd. De onderdeelcn zijn: Meppol, Strijp, Parijs, Zaan dam, Dordt, Woerden, Locncn. En het geheel is: Doe mee aan onze OpsicU wedstrijd! .Waar is de mandarijn? 4 OPLOSSING van de Rebus uit het vorige nummer Hot baat ons weinig, dat het lot oa»s rijk maakt, als onze wensclien en begeerten ons toch ween armer maken. Maar Joop tobt nog veel meer over andere din gen. Nu zijn moeder zo goed en hartelijk vooc hem is, voelt hij het van binnen al onrustiger worden. Ilij denkt telkens aan de gulden, die hij stilletjes voor zichzelf gehouden heeft, en aan het bioscoopbezoek, dat niet alleen vader en moeder bedroeven zou als ze het wisten, maar dat ook zonde was geweest tegen God. (Wordt vervolgd.)] Prinses Emma als jong meisje. 527

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1936 | | pagina 14