Leliei'kundiqe Rubriek'
7 Januari 1879
Zoek maar
Een nieuwe dichtbundel
van Hélène Swarth
Wijdinggedichten van Hélène Swarth.
Met autobiographische aantcekeningen
Uitg. La Rivière en Voorhoeve, Zwolle.
Zij werd onlangs 77 jaar, In October, de herfst-,
de wijnmaand.
Onlangs las ik een karakteristiek van Quérido be
treffende haar.
„y.p is een herfet-ziel," schreef hij. „Het goudrood,
de vlammen van den herfst, ze spelen en tril-
tongen wijd en ver uit haar liederen. De zomer
slaat zijn gloed laaiend neer en schroeit; de heriét
weeft ze uit, speelt en keert zijn kleuren om en
om en verlicht er den hemel mee. Vele van haar
schoonste verzon hébben dat lichte en wevende
klourengoheiin in de taal".
Zij is op haar ouden dag nog bewonderenswaar-
dig-vitaal als dichteres.
En zij zong de laatste jaren van uit een heel an
dere sfeer dan haar verzen die recihtstreoks stam
men uit de school der tachtigers.
*k Herinner me nog dat er in Christelijke kringen
gewaarschuwd werd vocht de „zwarte ziel" van
«loze vrouw, waarmee bedoeld werd het pessi
misme van haar levensvisie, zooals dat beleden
■werd in ons allen bekende regels als: „En die
afgrond zoo donker daaronder". En wie heeft niet
gereciteerd haar vers #>Sterren":
O, die heilige onsterflijke sterren, hoog boven mijn
sterflijk hoofd.
met die donkere regels:
Lief, eens zullen wij stierven, wij heiden, "wij samen
of ieder alleen,
En het graf is zoo diep en de hemel zoo hoog
en of God leeft weet geen.
En 'k heb niets dan de stem van mijn hart,
die mij 't eeuwige leven belooft,
En de heilige onsterflijke sten-en, hoog boven mijn
sterflijk hoofd.
Maar deze toon is niet meer de grondtoon van
baar zang. Nu noemt zij haar bundel: Wijding,
d.w.z. zij wijdt haar verzen aan God, niet don
Onbekende, maar den God van het Evangelie, Die
baar te machtig is geworden.
Zij heeft den kunstenaarstrots die haar vroegere
poczie bewoog, leeren verloochenen orn alleen te
mogen zingen van Hem# mot Wien zij alleen
achterbleef op den &1 eenzamer wordenden weg
naar 't graf.
„Wie Christus volgt kan zingend verder gaan"
Zij heeft in het „Wintorvuur" geworpen haar
laatsten lauwer en haar laatste palm.
„De dorre hlaadren knettren Moede en kaïn».
Sta 'k bij den haard, kruis de armen stil en treur
Was dit mijn buit van levens avontuur
En rest mij lelie, roos noch korenhalm?
De storm versloeg de rozen in mijn tuin;
Een bliksemflits lei de arme schuur in puin
Naar palm en lauwer heeft de tijd gegrist.
0 tccdrc Heiland, die mijn liefde vroeg,
Ik zie Uw oogen door mijn tranenmist.
Word ik voor U nu eindlijk arm genoeg?"
Wie doze diohteres volgde ook in haar vroegere
zangtijd, zal opmerken, dat ze nog buitengewoon
sterk is in het boheerschen van de vorm; „met
„strophen-gang", zegt Quérido, „is haar gedach-
tcnlcven geboren".
Het sonnet koert ook in deze bundel telkens woer;
't gaat haar, zou men zoo zeggen, nog even ge
makkelijk af als in huar eerste tijd.
Wonderlijk is het, al die bekende welluidende
klanken, al dat woordsolioon, dat onhodriogelijk
lióAr persoonlijk merk draagt, hior telkens terug
te vinden, maar nu gedoojit in den blijden glans
van haar jong geloof. Zeker, ook hior is niet alles
goud, wat blinkt: zij, virtuoze als weinigen,
wordt telkens weer gedreigd door 't gevaar van
*gn. woordkunst, die bedriegelijk veel gelijkt op 't
levend schoon van het doorleefde vers. En als dit
gevaar in deze religieuse verzen werkelijkheid
wordt, valt het te eerder op; 't gaat hier immers
om zulke geweldige dingen, die 't niet kunnen
lijden, dat er slechts >,over" gezongen wordt, hoe
veel klnnkcnschoon er dan ook verspild wordt,
't Komt me voor dat deze bundel een vooruitgang
beteekent hij de daarvoor verschenen roligicuse
poëzie; er is groei bespeunbnar in geestelijk op
zicht, zich bewijzend in menig tear, ontroerend-
doamocdig lied.
Zij bidt:
Zegen mijn hand,
Scilirijvcnd mij avondlied,
Tot ik bezaligd vlied
Heer, naar Uw Land.
De dichteres denkt veel over, zingt vaak van uit
het naderend levenseinde
Zij heeft haar leven Lang zich geroepen geweten
tot zang en £e zegt:
Hoe droef benijdde ik, die geheel mijn leven,
Door God gedrongen, wijdde aan zoet gezing,
De Moeder, blij wanneer zij al kan geven
't Geliefde kind, dat zij ven liefde ontving
De grijze weduw, die, met teedor beven,
't Verleden kust in d' ouden liefdering.
De kalme Wijze, boven 't lot verheven
De in vrome vreugd geknielde Kloosterling!
Mijn Heiland, leer in deemoed mij berusten,
In 't lijdenslevcn, dat me Uw Vader gaf.
Van verre al zie ik blinken blauwe kusten,
Aan de ovenzij van 't lijf verslindend graf.
't Is of mijn lang verloren lippen kusten,
Of de aardcawaarte al van mijn ziel viel af.
En hoezeer zij nog altoos de natuur beziet met het
verliefde oog van den impressionnist, blijkt uit
een vers: Dank, waarin zij zich op haar best als
geboren dioh teres laat hooren: dankend vooir al
't aarde-schoon,
Voor wolken, parelgrijze en blanke als room.
Die smelten zaaht in suizend rcgqnlokcn,
Voor storm en ruisohwind. vaar 'k U in hoor
spreken,
Voor avondschemer en voor mamedroom.
En hoe eerlijk is haar zelfbelijdenis in:
Hij is de Weg, de Waarheid en het Leven,
Hij is de Weg hoe kon zoo ver ik dwalen,
Gelokt, verdoold in wanhoops donkre daleil,
Waar 'k eenzaam leefde en de avondzon verdween,
Tot parelblank, Zijn lichtpad zag ik stralen?
Hij is de Weg en Hij alleen.
Hij is de Waarheid zoekend heb ik logen
Uit duizend boeken, duizlcnd, ingezogen.
*t Bleef duister tot Zijn klaarheid mij bescheen,
En 'k lavend dronk de liefde van Zijn oogen
Hij is de Waarheid, Hij alleen.
Uw belangstelling wou cd
Het wonder der osmose
Hoe zuigt een plant water op? Hoe kunnen de
bladeren van een hoogen boom het water met de
daarin opgeloste voedingsstoffen uit den grond tot
zich trekken? Een gewone zuigpomp kan het wa
ter niet meer dan 10 M. omhoog stuwen: een wa
terkolom van die hoogte komt nl. overeen met
den normalen druk van den dampkring. Doch dc
groote boomen in onze stroken moeten hot water
misschien 30 M. hoog opzuigen en de Califomi-
sohe reuzenboomen wel 140 M. Dit kan alleen door
middel van dc z.g. osmose.
Het verschijnsel, dat wij osmose noemen, kunnen
wij het best demonstreeren door een glazen buis
aan het eene uiteinde met een stuk vaihciislnaas
te overtrekken en vervolgens te vullen niet oen
(blauwe) oplossing van kopcrsulfaat. Als wij do
buis nu ia> een bak water plaatsen, zien wij de
blauwe vloeistofkolom langzaam maar zeker hoo-
ger worden. Door de varkensblaas heen komt er
van buitenaf water binnen.
Zoo zuigen ook dc fijne h&arwarteltjes, die als een
mantel de groote wortels van den boom omgeven,
het water uit den grond op. Elk wortel haartje is
een microscopisch kleine „varkensblaas" en door
osmose wordt het water omhoog gedreven.
Bijenvergif als geneesmiddel
Het. is een bekend feit, dat. het gif van de honigbij
een voortreffelijk geneesmiddel is tegen nhouinati-
sche aandoeningen van spieren cn gewrichten,
jiolit en neuralgieën. Het gebruik ervan neemt
snel toe seder t het in ampullen in zilver verkrijg
baar is.
Ovor de werking van het gif schrijft Dr Ednard
Mader in dc Mflnchener mod. Wochcasohrift. Hij
stelt voorop dat het bijengif veel overeenkomst
heeft met slangengif en zegt dan: „De stock van
©cn bij wekt een locaio ontsteking en oen aigc-
mecne reactie van het lichaam, die soms het
karakter van een vergiftiging met storingen in
het zenuwstelsol en den bloedsomloop aanneemt.
Wordt een mcnsch zeer dikwijls gestoken, gelijk
bij imkers het geval is, dan gaat het lichaam
Hij is het Loven Waar dc sterren vielen,
Waar de Englen zingend voor Zijn liefde knielen1,
Ontroerde Hem de roep van ons geween,
Hij daalde néor ter heeling aller zielen
Hij is het Leven, Hij alleen.
Wc zeiden zooevcn: hier ligt telkens het gevaar
op de loer, dat het mooie woord te gemakkelijk
glijdt op gladde rhythmen; ik kan ook niet
zoggen, dat zoo'n vers me bepaald ontroert. In 'n
dergelijke zelf-belijdenis verwacht ge moer span-,
ning; desnoods minder gave, evenwichtige vorm.
Maar: aan de zuiverheid der gevoelens twijfelen
we niet. Er is in deze verzen een monotone weer-,
keer van dezelfde rijmwoorden: vroom, (heel dik«
wijls), aroom, ook meervoudig: aromen, droom, he
melblauw, wolkengrauw enz.; niet altoos ontkomt
de lezar aan de gedachte dat het „cliché's" zijn
geworden, al te gemakkelijk gehanteerd. Het sen-
timentcele, <Li. oppervlakkige jongleeren met groo
te woorden vind ik b.v. in een vers: Adoratie,
waar Christus aangesproken wordt als: Zoon der
Jonkvrouwroos vol hemelhoning, vlamme-
kern van Gods genadezon, Doornbekroonde, enz.
De mystieke toon is hior een luidruchtige en dus
on-diepe woord-aaneenrijging geworden.
We willen zoo niet eindigen. De dichteres 'had
selectie moeten toepassen op deze te vele verzen,
Br is oen afdeeling: Gestalten, die, naast veel
zwaks, prachtige plastiek geeft. In „De Buit" b.v,
zot ze de dobbelaars bij het Kruis zóó voor ons
neer:
Zij buigen saam de koppen ruig en rood,
Begeerig loerend, grissend de arme klecren.
Die grijs en blank als lichte vogelveercn,
Hun erfdeel zijn van dien rebclschen Jood.
Doei» om dien rok, die mee niet kan gedeeld,
Die witte wade, nade-loos geweven,
Met toerlingworp wordt, sohcldcnd fel, gespeeld.
Wie won, bedreigen vuisten, boos geheven,
Dezelfde vuisten, die do nagels dreven
ln hande' en voeten van Gods evenbeeld.
Hier is de dichteres, woordkunstenares uit de
school van tachtig op haar best. Maar we geloovcn
haar in de bode van haar eenzaam hart tot Hem,
Die haar het loven werd:
Drink mee aan mijn eenzamen disch
Den wijn van mijn droefenis.
Gij beloofde 't, nu zit met mij aan
Mijn hart zal Uw liefde verstaan.
De bundel werd artistiek verzorgd door den uit
gever, de band niet het minst, in vooroamen
eenvoud.
A. W,
anders reagccren: het wordt allergisch en wel
positief allergisch. Zoowel do locale als de alge
meen© reactie wondt zwakker, daar het verweer
van het lichaam sterk genoeg is om het gif dade
lijk onschadelijk te maken. Er bestaat ook een
(negatieve) allergie, d.w.z. dat het verweer van
het lichaam tegen het gif zwak is of geheel ont
breekt. Dit is met name bij lijders aan rheunia-
tiek het geval. Bij hen treden noch noemens
waarde locale, noch algomeene reacties van bijen
steken op. Wordt nu een rheumaticus stelselmatig
met bijengift behandeld, dan krijgt hij langzamer
hand de normale reacties en bij verdere behande
ling neemt het verweer in het lichaam steeds toe,
zoodat hij ton slotte tot eon jxeitieve allergie
komt, waarbij de mcnsch gelijk de imker
aan dien bijensteek .gewoon" is. In dit stadium is
de rhoumatiek genezen.
Het is doeltreffender zich door bijen te lalen
stoken dan zich met het bijeng.if te laten inspuiten
of inwrijven. Dc bijensteek werkt sterker en duur
zamer en is natuurlijk ook voel goedkooper dan
een behandeling door een medicus. Het beste is de
bijen aan dc strokzijde van de spieren te lalen
stoken, zoo dicht mogelijk bij de pijnlijke plaatsen
Een boom lange dwerg
Telkens weer vertoont de natuur de zonderlingste
grillen, waarvoor wij bij al onzo geleerdheid geen
venklaring weten. In Spanje woont sinds goruim?n
tijd een dwergenfamilie die als Lilliputtere op
treden.
Dc man is 78 cM. lang, de vrouw 76. Het echtpaar
heeft eeij' zoon, die thans 15 jaar is en de onge
wone lichaamslengte van bijna 2 M. heeft. Vanaf
zijn zeVcntle jaar begon liet kind op verbazing
wekkende wijze te groeien en was op 10-jarigen
jarigen leeftijd al J/2 M. langer dan zijn ouders.
Hij groeide en groeide, tot l»ij nu bijna aan oo
twee motor gekomen is.
In medische kringen heeft men zich roods inten
sief met het zonderling geval bezig gehouden en
hot „wonderkind" nauwkeurig ondei-zocht. Men is
daarbij tot dc conclusie gekomen, dat bij deze
dweagcnfomilic een opvallend aantal storingen,
der sectie-organen aanwezig is. De artsen ver
wachten dut uo knaap nog zal blijven groeien en
sullet} het govgl van een „boom langen dwerg" dat
in de geneestyjihde tot nog toe ternauwernood be
kend was, verder obsorveeren.
518
Wat er tóén gol>eurd is?
Ja, wat er op 7 Januari 1937, naar wc allen vurig
hopen, zdl gebeuren,
dat weten onze jon
gens en meisjes wel
en dat weet heel ons
Nederlandse volk.
Maar 7 Januari
1879?
Tóch zijn er wel on
der jullie, die óók
weten wat toen ge
beurd is.
Op dc dag, dat Prin
ses Juliana en Prins
Bernhard hun trouw
dag hopen te vieren,
zal 't precies 58 jaar
geleden zijn, dat Ko
ning Willem III in
't huwelijk trad met
de later zo bekend geworden Koningin Emma,
die ons Nederlandse volk als een echte moeder
liefhad. Dat bleek wel bij haar sterven in 1934.
Er zijn nog mensen, maar die zijn natuurlijk al
héél oud, die zich de tijd no? herinneren, dat
Koningin Emma als jonge Vorstin naar ons
land kwam. Dót was een vreugde bij de honderd
duizenden in ons goede landje, die zo heel veel
van 't oude Oranjehuis hielden.
In 't einde van 1878 ging 't gerucht door 't land,
dat Koning Willem III, die een jaar tovoren zijn
gemalin door de dood verloren had, opnieuw in
't huwelijk zou treden. En dit gerucht bleek
spoedig waarheid.
Wie zou Neerlands nieuwe Koningin zijn?
Door heel 't land was 't weldra bekend: Adelhoid
Emma Wilhelmina Thercsia, Prinses van Wal-
deck-Pyrmont.
Er moest echter nog heel wat gebeuren eer 't zo
ver was. Dat begreep dc toekomstige Koningin
zelf wel 't best. Daar ginds in 't Westen wachtte
een land op haar, waarover zij Koningin zou
moeten zijn. Maar zou zij dat waarlijk künnei»
zijn, dan moest zij zich met de taal, met de ge
schiedenis en met de gebruiken van dat land
zoveel mogelijk vertrouwd maken.
Om baar daarbij leiding te geven vertoefde Dr
L. R. Bcynen enkele maanden op Arolsen, het
mooie slot van de vorsten van Waldeck-Pyrmont.
Prinses Emma kon geen beteren leermeester bob
ben, want Dr Bcynen gaf zich met grote toewij
ding aan zijn verantwoordelijke taak. Met geest
drift vertelde hij do Prinses van onze wonder
schone geschiedenis, waarin Gods leiding zo dui
delijk is op te merken.
En de leermeester kon tevreden zijn over zijn
leerlinge, die niet alleen blijk gaf van een helder
verstand, maar tevens grote belangstelling en
liefde betoonde voor 't land, waar zij weldra
zulk een plaats van betekenis zou innemen.
Er is die laatste maanden van 1878 op 't slot to
Arolsen hard gewerkt, zowel door leraar als leer
linge. Maar toen die voorbereidingstijd voorbij
was, waren beiden heel tevreden.
Stel je voor, zo maar weg te blijven, terwijl de
baas tot over ®"n oren in het werk zit en Hannes
•r ook niet meer ia Mijnheer Hasselman zou
woedend zijn.
„Ja hoor moe, houdt u hem maar thuis," zei Mien
bezorgd. „Jc kunt aan hem zien, dat hij echt
ziek is."
Ze plaagt haar broertje altijd graag, maar als
het er op aankomt, blijkt het wel hoeveel ze
met hem op heeft.
Joop zei maar niet veel terug. Morgen ga ik ge
woon naar het werk, dacht hij bij zichzelf.
Maar hij is vanmorgen niet gegaan. Hij is wel op
tijd opgestaan, maar hij had zo'n hoofdpijn en
•voelde zich zo akelig, dat moeder niet lang hoefde
te praten, of hij lag weer onder de dekens. Moe
der heeft de dokter laten komen, en voor ze naar
haar dienst ging, is Koba even bij „Dc Globe"
aangelopen, oin te zeggen dat Joop ziek is. Jet
heeft do boodschap aangenomen.
Nu ligt Joop in z n bed en kan niet slapen. Het
Het, Koninklijk Bruidspaar van 1819.
Prinses Emma is haar bekwamen leermeester
immer dankbaar gebleven voor zijn uitnemend
onderwijs. En Dr Beynen kende later geen groter
genoegen dan te spreken over de tijd op 't slot
Arolsen doorgebracht.
Zo naderde 7 Januari 1879: de dag, waarop Prinses
Emma gemalin van Koning Willem III en daar
door Koningin der Nederlanden worden zou.
Nadat het huwelijk in het ouderlijk paleis der
Prinses voltrokken was, begaf het Koninklijk
echtpaar zich naar de kapel van 't slot Arolsen,
waar de kerkelijke inzegening zou plaats hebben.
Behalve talrijke familieleden van het Bruidsjxiar
waren daar aanwezig vertegenwoordigers van den
Duitsen Keizer, van den Koning van Zweden, van
den Hertog van Nassau en den Vorst van Roe
menië. Natuurlijk waren er ook vele voorname
mannen uit Nederland tegenwoordig, zoals dc
Minister van Buitenlandse Zaken, de vice-president
van de Raad van State, de Voorzitters van onze
Eerste en Tweede Kamer, do directeur van het
Kabinet des Konings en nog meer anderen.
De hofprediker Scipio, die een schone rede hield
naar aanleiding van Psalm 121, sprak op aan
grijpende wijze de Koninklijke Bruid toe. „Gij
geniet het voorrecht zo zei hij dat gij om
geven zijt door uw Vorstelijke ouders, broeder en
zustors, die trouw en liefdevol u herwaarts naar
het altaar en ook op uw ver
dere levensweg met de bede
begeleiden, dat Gods liefde
uw deel moge zijn uw hele
leven lang, cn dat gij aan de
zijde van uw Koninklijken
gemaal ton zegen moogt zijn
voor zijn waardig en edel
volk, opdat gij daarginds met
geheel uw gemoed zeggen
kunt; Uw volk is mijn volk."
Die blijde feestdagen van 1879
liggen nu reeds 58 jaar achter
ons.
En nóg eens heeft ons volk
een Oranje-bruidspaar met
grote geestdrift begroet
Dat was toen onze Koningin
Wilhelmina in 1901 in 't hu
welijk trad met Hertog Hen
drik van Mecklenburg.
Maar daar vertel ik later nog
wel wat meer van.
kloppen in z'n hoofd houdt steeds aan en hij ligt
maar te woelen. Zo blijft het de eerste dagen.
Dan komen er uren van rustige slaap. De hoofd
pijn wordt minder en blijft spoedig zo goed als
helemaal weg. Joop begint op te knappen, maar
voelt zich nog moe. Hij heeft nog geen zin om
op te staan en vindt het heerlijk zo languit cn
lui te kunnen liggen.
Moeder, die hem in deze tijd een beetje verwent,
vindt hot wel goed dat hij er nog een paar dagen
in blijft. En dan wil ze hem nog minstens een
week thuishouden.
Joop heeft "veel nagedacht in deze gedwongen
rusttijd. Af en toe fobt hij er over, hoe do baas
het zonder hem stellen zal. Want al kan hij het
werk van een grote knecht niet doen, er zijn toch
een heleboel karweitjes, waar de baas geen lijd
voor heeft, e»i die toch gedaan moeten worden.
Jammer, dat hij nu juist ziek moet worden in
zoo'n drukke tijd en dan nog wel terwijl Hannes
juist zijn ontslag heeft gehad.
Onze Opstel-Wedstrijd
Sommige jongens en meisjes schijnen te menen,
dat het opstel 80 regels groot moet zijn. Maar dat
is helemaal de bedoeling niet, hoor! Ken je een
mooi opstelletje maken van 40 of 60 regels, dan
is dat ook best.
Maar in geen geval mag 't groter zijn dan 80 re
gels. Deze voorwaarde hebben we gestold, omdat
er misschien wol schrijvers onder jullie schuilen,
die een halve Kinderkrant zouden willen vullen.
En dót mag niet. We harhalen hier dus nog eens
wat wij vorige week schreven: hot opstel mag
hoogstens 80 regels van onze Kinderkrant beslaan,
dat is ongeveer 3000 letters.
Een andere medodeeling over dc Opstel-wedstrijd
vindt je indc Raadselrubriek.
RAADSELS
L Mededeling aan de deelnemers
Opstel-wedstrijd
De jongens en meisjes, tlie hun opstel al inzonden
of die het nog willen doen (je weet dat kan tot
1 December) zijn naar deze mededeling zeker wal
nieuwsgierig. Maar ik geef deze mededeling in
raadselvorm; je moet ze dus zelf opzoeken.
De mededeling beslaat uit 30 lettere.
Het verhaal van den schrijver 12, 24, 15, "9 28, 2,
5, 16, 15, 39, 27 over den schoolmeester van 21, 32,
3, 33, 26, 20, 19, 6 wordt door allo lezers met span
ning gevolgd.
6, 15, 16, 19, 5, 35, 10 was de hoofdstad van hoC
rijk van koning Achab.
In de krant van elke dag ziet men een of mecaj
berichten over Prins 34, 8, 5, 18, 15, 5, 1 staan.
De stad 1, 38, 21, 29, 36, 7, 4, 5 is bekend om haar
koek en tapijten.
Duizenden lezers hebben een 9, 11 23, 13, 19, 34,
25, 37, 18, 10, 16. 17, 33, 28 op ons blad.
12, 14, 22, 30, 31, 3, 18 is een ander woord voor
plagen.
II. Voor ;ongere lezers
Wie kan een hert maken van DEN AL?
Welke kleine vorst vliegt het meest?
OPLOSSING
Van het raadsel „Een welgemeende
opwekking" uit het vorige nummer.
'k Hoop, dat jullie er uit wijs kon worden, want
de cijfers in de 27 hokjes waren heel slecht afge
drukt. Maar 't was nog al gemakkelijk te begrij
pen: dc hokjes waren achter elkaar van 1—27
genummerd.
De onderdeelcn zijn: Meppol, Strijp, Parijs, Zaan
dam, Dordt, Woerden, Locncn.
En het geheel is: Doe mee aan onze OpsicU
wedstrijd!
.Waar is de mandarijn?
4
OPLOSSING
van de Rebus uit het vorige nummer
Hot baat ons weinig, dat het lot oa»s rijk maakt,
als onze wensclien en begeerten ons toch ween
armer maken.
Maar Joop tobt nog veel meer over andere din
gen. Nu zijn moeder zo goed en hartelijk vooc
hem is, voelt hij het van binnen al onrustiger
worden. Ilij denkt telkens aan de gulden, die hij
stilletjes voor zichzelf gehouden heeft, en aan het
bioscoopbezoek, dat niet alleen vader en moeder
bedroeven zou als ze het wisten, maar dat ook
zonde was geweest tegen God.
(Wordt vervolgd.)]
Prinses Emma
als jong meisje.
527