NATIONALE
ALLE
HEN//
Het Regeeringsbeleid verdedigd
VERZEKERING MET WINST
Echt en goed
ZATERDAG 14 NOVEMBER 1936
DERDE BLAD PAG. 9
Overzicht Tweede Kamer
ZOEKENDE NAAR
WAT VEREENT
Dr. Colijn en Mr. Oud
aan het woord
De Minister-president;
niet de partijleider
Welsprekend zwijgen
De vreugde en blijdschap die tot uitdruk
king kwamen bij het afdeelingsonderzoek
der Tweede Kamer van de beide wetsont
werpen, welke oD het a.s. huwelijk van
Prinses Juliana en Prius Bernhard getrek
king hebben, zijn bij de openbare behande
ling niet nogmaals uitgesproken.
Tweemaal is ook niet noodig. De taal der
beide voorloopige verslagen was trouwens
volkomen duidelijk en ook niet aan warmte
gespeend. Onder zulke omstandigheden is
het zonder discussie passeeren en «onder
hoofdelijke stemming goedkeuren der beide
wetsontwerpen in de openbare zitting aer
Kamer een welsprekend getuigenis van in
stemming.
De communisten en de rev. socialist had
den zich bij de behandeling teruggetrokken
en de soc.-dem., die wel aanwezig waren,
zwegen met alle anderen. Met andere woor
den: ook zij mogen geacht worden volgaar
ne mede te werken aan het verleenen van
de grondwettelijke toestemming voor deze
echtverbintenis en voor de daarvoor noodige
naturalisatie van Prins Bernhard van Lip-
pe-Biesterfeld.
Dat is een heel andere figuur damn 19U9.
toen mr. Troelstra bij de aankondiging van
de blijde verwachting in het Koninklijk Ge
zin in de Staten-Gencraal, meende te moe
ten verklaren, dat hij en de zijnen deze
mededeeling. van niet de minste nationale
heteekenis achtten. Het was z.i. een particu
liere aangelegenheid, waarmee^ de olksver-
tegenwoordiping weinig
De tijden zijn
met hen.
Verdediging van het regeeringsbeleid
De clou van den middag werd natuurlijk
gevormd door de rede van den minister-pre
sident, Dr. Colijn, welke, in de financieele
beschouwingen van Minister Oud een waar
dige aanvulling vond bij de verdediging van
het gevoerde regeeringsbeleid.
Minister Colijn deed oerst wat ,<Mem
goed" af, om daarna Iets uitvoeriger stil te
staan bij hetgeen over de defensie was ge-
7 Zijn antwoord komt hierop neer, dat bij da
Memorie van Antwoord over de begrooting
van Defensie de Regeering haar voornemens
zal meedeelen, ook omtrent die maatregelen
wel' een belangrijke verzwaring van per
soonlijke lasten zullen meebrengen. Daartoe
behooren de eventueele vergrooting der lich
tingen en de verlenging van diensttijd. De
voorbereiding voor wat noodig is gaat voort,
maar vordert geruimen tijd. zoodat zij eers.
zal zijn afgeloopen kort voor de stembus
open gaat. De minister wil de concrete
voorstellen, die er dan zijn, er niet zonder
meer doorjagen. Het is de verkiezingen op
tredend kabinet zou het veel van he.
tegenwoordige verschillen? vindt dan
alles gereed en de kiezers hebben bun ge
dachten er over kunnen laten gaan. zooals
ze dat moeten doen over zooveel andere dm-
^De noodige nieuwe maatregelen zullen
toch voor 1938 niet in werking kunnen tre
den en dus zag de minister niet in oo><
wijl de materieele defensie-verzorging, waar
de gelden voor beschikbaar zijn, doorgaat
waarom zijn summiere voorloopige mededee
ling onrust zou moeten wekken of de ge
dachte doen ontstaan, dat de Regeerlng de
leiding niet in handen zou houden.
Het kan nu duidelijk zijn.
De Regeering schenkt aan de landsver
dediging'alle vereischte zorg, bereidt voor
wat noodig wordt geacht en de Volksver
tegenwoordiging zal er over kunnen beslis
sen nadat de inzichten der Regeerlng aan 't
gansche volk duidelijk kunnen zijn gewor
den.
Over het beleid van het kabinet kon de
minister weinig daverende nieuwe dingen
meer zeggen, nu de Memorie van Antwoord
nog geen week oud was.
ONS FEUILLETON
Korte inhoud van het voorgaande
Voor nieuwe lezers
De H 130 had een moeilijke reis naar hui
gehad.
Vlak voor de kust was ze door een storm
overvallen; met groole moeite liep door
de branding langs de pieren binnen.
Maarten.'de jonge af houder, werd door
een hooge stortzee op den ijzeren overloop
neer gesmakt. Hij had een been gebroken en
moest bij aankomst in de haven aanstonds
in 't ziekenhuis worden opgenomen. Daar
door was op de H 130 een nieuwe afhouder
noodig.
Tussclien Meewis Klink en Jochem Zwart,
twee matrozen van de H 130, brak een paar
dogen later een vechtpartij uit, die door
schipper Volk werd gestuit. Meeuwis moest
gaan zien of er nog stoom op. het donkey
'stond: de andere vechtersbaas kreeg de op
dracht een kist met vloten achter te zetten,
(Zie vervolg hieronder.)
Handhaving van het gezag
Sterk stond hij in zijn betoog, dat op het
gebied van de handhaving van het gezag
belangrijke verbetering is verkregen. Wie
den toestand van voor 1933 vergelijkt met
nu en objectief oordeelt zal dat moeten toe
stemmen.
Dat reeds het volmaakte bereikt zou zijn,
zal niemand beweren. Maar de repressie
van excessen door de overheid is wel be
langrijk gevorderd, ook zonder dat tot Rus
sische of Duitsche onderdrukkingmethoden
vprdt overgegaan.
Intusschen - mocht vee1 scherper optre
den noodig worden, dan zal de Regeering
weten wat haar te doen staat.
Van heteekenis is ook, dat men ons thans
in Engeland nagevolgd is en ook Relgië
staat gereed onze bepalingen omtrent uni
formverbod enz. over te nemen.
Ten aanzien van de ambtenaren zoekt de
Regeering nog naar een betere regeling, om
dat thans de mogelijkheid bestaat, dat de
ambtenaren, die het minst voor onbetrouw
baarheid doen vreezen moeten heengaan en
de gevaarlijksten blijven, als ze zich maar
van hun organisaties losmaken.
Persoonlijke toetsing, die door mr. Joekes
was aanbevolen, zou een oplossing zijn.
maar doet gevaar voor permanente agitatie
ontstaan.
Het economisch beleid
Ten aanzien van het economisch beleid
der Regeering was de heer Albarda de
groote opponent geweest. Ook op dit punt
bracht de minister gelukkige argumenten
ter tafel, die den objectieven beoordeelaar
kunnen overtuigen, maar door de demago
gen met het plan van den arbeid wel niet
zullen worden aanvaard.
Wij leefden van het handelsverkeer, dat
in de crisisjaren voor twee-derden is weg
gevallen.
Vooral van de toestanden in Engeland en
DuitsQhland waren we afhankelijk. Door al
lerlei handelspolitieke maatregelen van het
buitenland zijn we op zeer laag niveau te
recht gekomen.
Toch was er den laatsten tijd betering,
als men in aanmerking neemt, dat door de
onmacht om te betalen Duitsehland in 1935
49 millioen minder van ons heeft betrokken;
>or 1936 zal dat ongeveer 70 millioen zijn.
Ook overigens wees dr. Colijn op allerlei
verschijnselen, die toonden dat we —-mede
dank zij de aanpassingspolitiek weer mee
kónden gaan doen en iri September de
depreciatie van den gulden zonder schok
ken .konder ondergaan.
Vergelijkingen met het buitenland kunnen
we ten volle doorstaan, althans indien men
voldoende objectief is om alle factoren te
doen gelden. En zelfs Amerika, dat iVz
milliard aan conjunctuur-activcering be
steedde, heeft per 1000 inwoners nncr bijna
twee maal zooveel werk loczen als wij!
Men klem werd gewaarschuwd tegen de
crediet-inflatie, waarop de soc.-dhm. aanstu
ren. Die moet leiden tot algemeene volks
verarming en ondermijnt het staatscrediet.
Omtrent de werkloosheid gaf de minister
een ontleding, die den ernst van het euvel
niet miskende, maar voor de verklaring er
van toch de aandacht vestigde op veel te
weinig gekende feiten. In ieder geval is nu
het percentage dalend, iets wat te meer he
teekenis heeft, wanneer men rekent met de
stage vermeerdering van het aanbod op de
arbeidsmarkt.
Over de positie van den gulden onder de
nieuwe monetaire omstandigheden kunnen
we tevreden zijn. Die is vaster dan voor-
De contingenteeringen kunnen we als
handelspolitiek wapen niet missen al wor
den. waar mogelijk, de belemmeringen voor
het bedrijfsleven opgeheven.
Belangrijke werken zullen eerlang worden
aanbesteed. Daarvan, evenals van hetgeen
door middel van het Werkfonds tot stand
komt, zal vooral het volgend kabinet profi-
teeren.
De minister besloot met enkele politieke
opmerkingen.
Politieke samenwerking
Van een parlementair kabinet gaf hij een
omschrijving, die vermoedelijk niet bij allo
staatsrechtwijzen instemming zal vinden.
We zullen er hiei niet over twisten.
Van meer belang lijki ons wat Dr. Colijn
tenslotte over de politieke samenwerking
meende te moeten oomerken.
Geestelijke verwantschap is voor gezonde
politieke samenwerking niet te ontberen en
ook dient men er van uit te gaan, dat Ne
derland een Christelijke natie is.
Wie niet tot nihilisme vervallen wil en
prijs stelt op parlementair regeeren zal de
grenzen voor hen, die daartoe samenwerken,
moeten, niet te nauw moeten trekken.
Hoe de heeren Kersten, Lingbcek en Van
Houten, die ieder zeggen d e Christelijke po
litiek te hebben, tot Kabinetsformatie kun
nen komen, is nog nimmer verklaard.
Tot de samenwerking in dezen tijd vol
levonsont.bindende krachten zullen moeien
komen allen, die de groote levenswaarheden
van het Christendom aanvaarden, ook zij,
bij wie misschien In de practijk de traditie
meer werkt dan de persoonlijke overtuiging.
Wie alleen op de menschelijke rede steunt,
past in dit gezelschap niet omdat alleen in
erkenning van de waarheden van Gods
Woord, in zijn heteekenis voor mensch,
staat en maatschappij, de voorwaarden zijn
inden voor een zoo krachtig mogelijke
eenheid en het voortbestaan van een gezon
de democratie.
We hadden gaarne in deze peroratie iets
meer verve gehad. Ons schonk in dit op
zicht de rede van den heer Schouten meer
voldoening.
Het verschil In accent dat ongetwijfeld
valt waar te nemen, kunnen we slechts hier
uit verklaren, dat de heer Schouten zich
over hetgeen na de stembus dient te ge
schieden niet concreet uitsprak, al deed hij
wel een zekere voorkeur uitkomen. Minis
ter Colijn daarentegen liet we] niet na op de
universeele heteekenis van de christelijke
ziel leven en die zich ten volle onderwerpen
aan het regiment van Christus-Koning voor
heel het leven, het er nog iets anders bij
staat in den politieken strijd en in de poli
tieke practijk, dan voor hen, die wel de
Christelijke traditie in ethischen zin aan
vaarden misschien in dezen tijd van
schipbreuk van het humanisme meer dan
ooit maar die in beginsel de essentieele
mogelijkheid van een Christelijke staat
kunde miskennen en ook nu nog de binnen
kamer als de meest waardige verblijfplaats
voor den godsdienst en het universeele
christendom, dat de eeuwige beginselen van
Gods Woord ook voor de staatkunde wenscht
te eerbiedigen, aanwijzen.
Na de rede van den Minister-President,
die anderhalf uur in beslag nam, heeft
minister Oud in een knap betoog het finan
cieel beleid van het Kabinet verdedigd.
We moeten er voor naar het verslag
verwijzen.
De replieken zullen a.s. Dinsdagmiddag
te 1 uur beginnen.
Avonds 8 uur wordt met Binnenl. Zaken
ëen begin gemaakt.
Verslag
Rede Minister Oud
Minister Oud beantwoordde de finan
cieele opmerkingen en gaf een verdediging
van den hegrootingsopzet, die niet te opti
mistisch is geweest.
Aangenomen mag worden, dat we de
catastrofale daling der middelen te boven
zijn. Voor de dividend- en tan ièmebelasting
b.v. zijn we over 10 maanden reeds 3 mil
lioen boven de raming. De deprecialie
heeft daarop weinig invloed kunnen uit-
oefenen.
Voor de kohiePbelastingen zal de invloed
der verbeterde omstandigheden langzamer
werken.
Mocht de begrooting weer sluiten, dan die
nen eerst de zwakke plekken er in te wor
den verzorgd, stortingen in fondsen te war
den hersteld enz.
De tekorten in het Werkloosheidssubsidie-
fonds kunnen niet ten laste van de Rijks
begrooting worden gebracht; dan zou het
Rijk voor de sluitende gemeente-begrootin-
gen gaan zorgen en zelf met een groot te
kort zitten. Dat kan niet.
Sommige noodlijdende gemeenten zul
len geholpen moeten worden. De Regee
DAVO
HAARDEN EN
HAARDKACHELS
Gegarandeerd
KOLENDAMPVRIJ
Zeer voordeeligl
everanci«r o' r«ch(»tr«ek» bij d
N.V. „Oavo" Haardenfabriel
Tel»<oon 14272 D.v.n<e,
LEVENSVERZEKERING-BANK rotterdam
TEGEN LAGE PREMIE
VRAAGT INLICHTINGEN!
zijn Poeders alleen, wanneer zij de hand-
teekening dragen van den fabrikant
A. Mijn hardt
(Adv.\
FELLE BRAND TE ZWOLLE
Aantal vrachtauto's
in vlammen opgegaan
Groote schade voor de betrokkenen
In een opslagplaats van db firma Mol,
gelegen aan de Assenaorperstraat to
Zwolle is gisteravond omstreeks
kwart over zeven een felle brand uitge
broken. Deze brand is ontstaan in de
middelste van de vijf opslagruimten,
waarin de loodsen zijn onderverdeeld en
de oorzaak ervan is waarschijnlijk ge
legen in het feit, dat de bakker O. uit
Zwolle, die zijn bestelauto juist had ge
stald, de tank van zijn wagen met ben
zine heeft willen bijvullen bij het licht
van een brandende petroleumlamp.
laaie stond. Toen de tank ontplofte deelde
het vuur zich aan de omgeving mede. Een
tapissière van den expediteur Hersevoort,
gevuld met huisraad, waaronder een piano,
ging dientengevolge in de vlammen op,
evenals goederen van den meubelhandelaar
van Amersfoort en een expeditie-auto van
de nieuwe coöperatieve winkelvereeniging.
Toegeschoten omwonenden wisten te ver
hinderen, dat ook een tapissière van den
expediteur Schuurhuis verloren ging. Zij
■onden deze auto in een nabijgelegen ga
rage binnenrijden. Verschillende bakfietsen
en een handwagen konaen eveneens in vei
ligheid worden gebracht
De brandweer, die het vuur aan twee kan
ten aantastte,had de brand omstreeks half
tien onder de knie. Haar krachtig optreden
leidde er toe, dat de overige opslagloodsen
behouden konden blijven al kregen de goe
deren, welke hierin waren opgeslagen en
die men niet bijtijds naar buiten had kun
nen brengen, veel waterschade.
De drie tapissière-auto's waren niet ver
zekerd, evenmin als de meubelen van de
firma van Amelsfoort. De eigenaars lijden
dan ook groote schade, al staat de totale
schade nog niet vast, toch is zij aanzienlijk.
Verschillende ruiten van de omliggende per-
ceelen zijn door de hitte gesprongen. De
burgemeester van Zwolle, Dr. J. E. baron de
Vos van Steenwijk, heeft geruimen tijd op
liet terrein van den brand vertoefd.
De brand trok groote belangstelling.
De politie heeft den bakker O. op het
hoofdbureau aan een langdurig verhoor
onderworpen.
beginselen voor het staatkundig leven na
druk te leggen, maar verschoof tenslotte
aartepunt als practisch staatsman
in een bepaalde positie iets-meer Dp naar "toonen de verantwoordelijkheid te beseffen
hetgeen na de stembus naar alle waaivjyoor den gang van zaken en er niet de voor-
ring Iaat die nie>t in den steek, wat blijken
kan uit hetgeen voor Amsterdam en Rot
terdam is gedaan. Maar zij moeten ook .zelf
schijnlijkheid zal dienen te geschieden. Hef
schijnt, dat dr Colijn voorziet, dat alsdan
een kabinet op de basis van samenwerking
van allen, die de christelijke levenswaarhe
den uit volle overtuiging, dan wel meer uit
tradit'e, wenschen te aanvaarden als con-,
structieve elementen voor staatkundig be
leid, de aangewezen weg zal zijn in de als
dan bestaande situatie.
Hij k a n practisch gelijk hebben. Toch wil
het ons, in alle bescheidenheid voorkomen,
dat voorshands had kunnen worden vol
staan met iets minder dit punt van later
zorg te accentueeren.
Natuurlijk is de minister-president het
eens met wat de heer Schouten over die
principicele voorkeur heeft gezegd. Ons en
velen met ons, vermoeden we. zou het deugd
hebben gedaan, indien deze overeenstem
ming in 's ministers rede nog iets scherper
tot haar recht ware gekomen
Hoogstens een noodbrug
Want wij voor ons zijn het priori nog
eens met wat dr. Kuyper op 29 April 1874
in de Tweede Kamer snrak bij de behande
ling van het Kinderwetje-v. Houten.
Dit wetje, zoo zeide onze groote voorman
toen, ..legt voor 't oogenblik een
noodbrug tusschen de anti-rev. par
tij en de actieve liberalen, waarlangs een
communicatie kan worden geopend, d i e i k
op prijs stel. Een vaste brug over de
klove, die ons scheidt, kan nooit gelegd wor
den, maar een noodbrug kan als tijdelijk
middel van communicatie zijn nut hebben".
Wie als de heer Schouten 4 priori van
deze principicele gedachte uitgaat, kan h
posteriori, dus na de stembus, het volkomen
met het practisch standpunt van dr. Colijn
eens zijn.
De nood kan ons opgelegd zijn. Dan past
de noodbrug. Maar we wenschen toch nooit
(Adv.) te vergeten dat voor hen wien de groote
levenswaarden van het Christendom in de
gang -_r-
Keur aan toonen te geven om bepaalde
maatregelen door den Haag te laten af
dwingen.
Er is in de afgeloopen drie Jaar veel be
reikt. maar het resultaat is door allerlei
onverwacht optredende factoren telkens
weer ongunstig beinvloed.
Onze financieele politiek heeft steeds
vertrouwen gewekt; dat is dezer dagen
gebleken bij de inschrijving op de
staatsleening.
Bij vrijwillige devaluatie blijft het crediet
niet ongerept; dat is in landen In onze om
geving gebleken. Men heeft gevoeld dat
toen wij het goud los lieten, het niet ander?
kon. Daardoor bleef het vertrouwen in
stand.
Wat bij de staatsleening is gebeurd, be
wijst allerminst, dat nu ook het geld voor
het plan van den arbeid beschikbaar zou
zijn. We moeten een voorzichtige politiek
blijven voeren en de huid van den beer
(de goudwinst) niet verkoopen voor het
beest geschoten is. Een eventueele winst
moeten we verstandig gebruiken om dea
achterstand uit het verleden in te halen,
voor schulddelging of voor de sociale ver
zekeringsfondsen, waarin de stortingen de
laatste jaren zeer verminderd zijn.
We moeiten de uiterste voorzichtig
heid betrachten met het verhoogen van
uitgaven. Want anders zijn we over 'n
paar jaar weer net zoo ver als nu.
Er is in het verleden veel bereikt, maar
voldaan is de minister niet. De omstan
digheden waren ook uitzonderlijk zwaar.
De lieer Teulings zong een wat vroeg
loflied op de depreciatie. Mocht blijken, dat
het niet te vroeg is geweest, dan zal de
minister de eerste zijn om zich te verheu
gen over de „felix calamitas", waarvan de
heer de Geer sprak.
Te 4 uur werd de vergadering verdaagd
tot Dinsdagmiddag 1 uur.
Ons Zondagsblad -
van deze week bevat weer veel be
langrijke lectuur. Wij noemen
slechts:
Jeruzalems heilige plaatsen, door
onzen redacteur, die in 't voorjaar
een reis naar Palestina maakte.
Calvinisme en Roman, door Dr.
J. Karsemeyer.
De huwelijken der Oranjes (naar
aanleiding van het a.s. huwelijk
van Prinses Juliana), door A. J.
de Weerdt.
Onze Fantasie, door P. van Duy-
vendijk.
Grootvader, een fijne schets in
onze serie Korte Verhalen, door
mevr. A. v. d. Vlugt-Walop.
Verder de gewone rubrieken:
Meditatie, Binnen- en Buiten-
landsch Overzicht, Vervolgver
haal, Puzzle, Schaakrubriek. Ruil-
hoekje enz. Ook dit nummer is
weer prachtig geïllustreerd.
De Kinderkrant met kleuterbijvoeg
sel bevat weer tal van aardige
rubriekjes, waarin onze jongens en
meisjes belangstellen. Ook hebben
we een Opstelwedstrijd uitgeschre
ven met mooie jeugdboeken als
prijzen.
Elke vergelijking met andere bla
den zal ook u doen zeggen, ons
Zondagsblad
staat vooraan
ZONDAG 15 NOVEMBER
BLOEMENDAAL 245,9 M. Uitzending van
Geref. kerkdiensten uit de Geref. Kerk.
Voorganger Ds. Brussaard.
10 v.m. Daniël 8 vers 13, 14.
5 n.m. Zondag 51.
Programma's voor Zondag vindt men in ons
blad van Vrijdag
MAANDAG 16 NOVEMBER
HILVERSUM I 1875 M. NCRV-Uitzending.
8.00 Schriftlezing. 8.159.30 Gram.pl.
10.30 Morgendienst te leiden door Ds A.
C. Diederiks, Ned. Herv. predikant te
Hilversum. 11.00 Chr. Lectuur. 11.30—
12.00 en 12.15 Gram.pl. 12.30 Orgelspel.
I.30 Gram.pl. 2.00 Voor de scholen. 2.35
Gram.pl. 3.00 Keukenpraatje. 3.303.45
Gram.pl. 4.00 Bijbellezing door Ds G. W.
van Deth, Geref. predikant in H.V. te
Bussum. 5.00 Zang, cello en piano. 6.30
Vragenuur. 7.00 Berichten. 7.15 Vervolg
Vragenuur. 7.45 Reportage. 8.00 Berichten
ANP. 8.15 NCRV-Orkest. 9.00 Ouderuur
tje. Spreker de heer H. Gordeau te Bus
sum. 9.30 Vervolg concert. (Om 10.00 Be
richten ANP). 10.30—11.30 Gram.pL
Schriftlezing.
HILVERSUM H 301 M. Algem. programma,
verzorgd door de AVRO. 8.00 Gram.pl.
10.00 Morgenwijding. 10.15 Gram.pl. 10.30
Declamatie en gram.pl. 12.00 Cantabilé-
orkest en gram.pl. 2.00 Piano-recital en
gram.pl. 2.45 Het Sylvestre-Trio. 3.30 Om
roeporkest en solist. 4.30 Muzikale cau
serie. 5.30 Kovacs Lajos' orkest. 7.00 Cau
serie „Inenting tegen de pokken". 7.15
Viool-recital. 7.45 Causerie „De Inheem-
sche samenleving". 8.00 Berichten ANP.
8.10 Het Omroeporkest en solist. 8.55 Mo
derne Zangdeclamatie. 9.15 Gram.pl. 10.00
Orgelspel. 10.15 Hit Renova-kwintet.
II.0012.00 Berichten ANP.
DROITWICH 1500 M. 11.05 Orgelspel. 12.45
BC-Orkest m.m.v. soliste. 1.35 Orgelcon
cert. 4.20 Klarinet en piano. 5.35 Septet.
7.00 Muzikale causerie. 7.15 Fransche
koormuziek. 8.50 Twee orkesten m.m.v.
solist. 10.40 Cello en piano. 11.35 Band.
RADIO PARIS 1648 M. 11.20 Kamerorkest
4.20 Orkestconcert. 5.50 Poulet-Kamer-
orkest. 8.20 Zang. 9.05 Trio, zang en voor
dracht.
KEULEN 456 M. 5.50 Orkest. 11.20 Fabrieks-
orkest. 12.35 Symphonie-orkest. 1.35
Schrammeknuziek. 5.20 Omroepklein-
orkest. 7.30 Kleinorkest en Vocaal Sextet
10.20 Orkest
BRUSSEL 322 en 484 RL 322 M.: 12.50 Sa
lon-orkest. 1.30 Omroeporkest. 5.20 Om
roeporkest. 6.50 Salon-orkest. 8.20 Om
roeporkest.
484 M.: 12.50 Omroeporkest. 1.30 Salon
orkest. 5.20 Concert. 6.50 Klein-orkest
8.55 Nat. orkest m.m.v. koor en solisten.
DEUTSCHLANDSENDER 1571 ML 7.30 Ge
varieerd programma. 9.50 Viola- en piano
recital. 10.2011.20 Gev. programma.
AANGESPOELD LIJK HERKEND
Het lijk, dat gistermorgen te Camper
duin is aangespoeld, is door nabestaanden
herkend als dat van den 27-jarigen B. F., een
der opvarenden van den voor IJmuiden ver-
ongelokten logger SCH 179.
ZIJN GODSDIENSTLEERAAR OPGELICHT
Verd. zal 20 November terechtstaan.
Op 20 November a.s. zal de 18-jarige kan
toorbediende J. L., verdacht van oplichting
van zijn godsdienstleeraar, dien hij onder
allerlei listige voorspiegelingen f 30.000 af
landig heeft gemaakt, terecht staan voor
de rechtbank te Amsterdam. Hij zal
worden veraedigd door mrs. W. Loeb en Isï
Coopman.
Dat gaat niet samen
VERONAL"! UIT WET
DSCHE yiSSCHERSLEVEN
-O
^^.VAN TSJLINGEN
:<5
Peng. Peng!
Enne, lui, laat het nou welletjes wezen!
De mannen bromden wat na. De schipper was tevreden.
Want ze zouden elkander niet meer aanraken vandaag.
Maarten speelde weer in hun gedachten. Die jongen had eens
naïef gezegd: Waarom doen jullie dat nou. Net ouwe tantes.
Die kiften ook altijd. En blijven zoo venijnig. Volk lachte
fijntjes, toen hij daaraan dacht.
De kuipers en lossers bemerkten, dat het „relletje" hiermee
was afgedaan. Ze gingen naar hun werk. De kuiperij, de
zoutaken, de haringpakkerijen. Ze bespraken de vechtpartij en
den omroep. Wie zou z'n zoon nu nog naar zee laten gaan?
Te zot om over te praten. De teelt was geëindigd. Het werd
natuurlijk de laatste reis van den H.130. En dan mee? Daar
bij kwam. slecht weer, najaarsstorm. Het bleef toch altijd de
zee. Niet te vertrouwen, 't Zou niet de eerste maal zijn, dat
er een schip met man en muis verging. pn wat verdiende een
afhouder gedurende één reis? Alles bij elkaar een fooi. Een
heel seizoen leverde nog iéts op. Maar een laatste tocht
Peng, peng! ketste het bekkengeluid tegen de huizen in de
nauwe straatjes.
Vrouwen dachten aan haar jongens op zee. Hoe zouden
ze het maken? 't Was ruw weer geweest de vorige dagen.
In den „winkel" van Baas Berg stonden de kuipers aan hun
blokje. Enkele mannen kuchten. Het werk viel niet mee. Aan
houdend voorover staan. Een duig snijden, een bodem af
ronden. tusschen de borst en het paaltje in den grond.
Waar is die passer? Kees, heb jij m'n passer niet ge
zien?!
Kees, de krullenjongen, bracht juist een vaatje naar het
vuur, zette het over een ijzeren rooster, joeg de vlammen
hoog op.
Jouw passer? Ben 'm niet tegengekomen. Als ik 'em zie,
zal ik 'm de groeten vaü je doen hoor!
Houd je brutale snater, jong! Zoek liever mee.
De collega's lachten even. Die Kees kon altijd zoo mooi
uit den hoek komen. Onverwacht zette hij iemand voor
leelijkerd. Hij had immers niets met het materiaal uit te staan.
Ieder moest voor het zijne zorgen.
Kees' breede jongensgezicht grijnsde veelbeteekenend naar
de mannen. Neen, kwaad worden kon je niet op dien snuiter.
Kijk, nu zocht hij al mee.
Hier heb ik 'em. Alstjeblieft
Mooi! En blijf er voortaan af.
Hè?Uwes zegt......?
Peng! Peng! Een afhouwer gevraagd! op de Honderd en
dertigg! Overmorrege varen!
Kees hoorde 't. Hij zou graag naar zee gegaan zijn. Was
echter te laat van school gekomen. Flauwe fratsen, die leef
tijdsbepaling. Midden in het vischseizoen was er natuurlijk
geen baantje meer als afhouder op de schepen. En hij moest
toch wat doen. Dus naar een kuiperij. Vader en moeder
vonden dat veel beter dan zeeman worden. Hij wist het wel.
En nu. nu was er een kans.
'k Ga vragen of ik mag monsteren, riep hij.
De kuipers grinnikten, schudden het hoofd.
Hoe kom je daarbij?
't Is de laatste reis.
Je mag toch niet voor je vader.
Van mij kreeg je zeker geen toestemming.
Kees knipoogde en zei: Maar jij ben' mijn vader niet Ik
vraag het
Dien middag was Kees niet meer bij zijn werk. Naar zee!
Dat zou wat wezenl Een lange broek dragen en een rood
baaien hemd. Fijn!
'k Geloof, dat jij al op zee zit. Geef dat half-vaatje
eens an van *t vuur, spotte één der knechts.
Kees liep naar de schouw, waar de vaatjes over de roosters
stonden. Au! Wat waren die dingen heet. Hij verbrandde
z'n vingers. Daar zou hij op den logger geen last van hebben.
Het ijzeren beslag om de duigen kon hij niet vastpakken.
Als je op zee de reep ook zoo gauw van het spil af
houdt, ben je er zelf al driemaal omheen gedraaid.
Hij zou wel opletten. Wanneer hij eerst maar gemonsterd
was. Afhouwer gevraagd! Vervelend, dat de omroeper door
heel de Haringstad liep. Als er nu eens meer liefhebbers
kwamen? Kees zou er direct op uit gaan. Maar thuis? Dat
was een lastig geval. Indien moeder het goed vond, was het
bij vader zeker in orde. Moeder, zie je! Het zou niet mee
vallen haar toestemming te krijgen. Haar vader was verdron
ken. Zijn schip stootte op een mijn, naar men vermoedde.
Heel de bemanning kwam om.
En dat vergat moeder nooit.
s Avonds vroeg Kees dadelijk, of moeder den omroeper
gehoord had. Over dien afhouder. Op de 130!
Ze moest even nadenken. Had niet speciaal op de woorden
van dien man gelet. Zoo! werd er een afhouder gevraagd?
Onverschillig scheen ze. En toch! Intuïtief voelde Kees, dat
ze angstig zijn volgende vraag afwachtte.
En dat deed ze werkelijk. Ofschoon ze de tafel voor het
eten gereed maakte. Zou haar jongen nu weer vragen naar
zee te mogen? Waarom kwam hij anders met dat gezegde
over den afhouder?!
Maar ze zou weigeren. Wat moest hij er doen. Neen, van
die gedachte zou ze hem wel afbrengen.
Moe, mag ik probeeren om temonsteren.
Gehaast klonk het antwoord Geen denken aan. Jij blijft
an je werk!
Ik wil zoo graag moeder!
Nee, nee Kees! Zet het maar uit je hoofd.
Driftig verplaatste ze een bordje.
Vader kwam thuis, had den omroeper.gehoord, wist van
den afhouder.
Wou Kees mee? Hoe kwam hij erbij? Hij zou wel anders
praten, als hij wist wat het zeggen wilde met storm en ontij
op zee. Koud, vies, nat. Heusch, zeeman zijn was ook niet
alles.
Plots kreeg de jongen een idee.
't Zal wel zoo wezen, als U daar zegt, vader, 't Kan me
tegenvallen.
(Wordt vervolgd^