NATIONALE ALLE HEN// Het Regeeringsbeleid verdedigd VERZEKERING MET WINST Echt en goed ZATERDAG 14 NOVEMBER 1936 DERDE BLAD PAG. 9 Overzicht Tweede Kamer ZOEKENDE NAAR WAT VEREENT Dr. Colijn en Mr. Oud aan het woord De Minister-president; niet de partijleider Welsprekend zwijgen De vreugde en blijdschap die tot uitdruk king kwamen bij het afdeelingsonderzoek der Tweede Kamer van de beide wetsont werpen, welke oD het a.s. huwelijk van Prinses Juliana en Prius Bernhard getrek king hebben, zijn bij de openbare behande ling niet nogmaals uitgesproken. Tweemaal is ook niet noodig. De taal der beide voorloopige verslagen was trouwens volkomen duidelijk en ook niet aan warmte gespeend. Onder zulke omstandigheden is het zonder discussie passeeren en «onder hoofdelijke stemming goedkeuren der beide wetsontwerpen in de openbare zitting aer Kamer een welsprekend getuigenis van in stemming. De communisten en de rev. socialist had den zich bij de behandeling teruggetrokken en de soc.-dem., die wel aanwezig waren, zwegen met alle anderen. Met andere woor den: ook zij mogen geacht worden volgaar ne mede te werken aan het verleenen van de grondwettelijke toestemming voor deze echtverbintenis en voor de daarvoor noodige naturalisatie van Prins Bernhard van Lip- pe-Biesterfeld. Dat is een heel andere figuur damn 19U9. toen mr. Troelstra bij de aankondiging van de blijde verwachting in het Koninklijk Ge zin in de Staten-Gencraal, meende te moe ten verklaren, dat hij en de zijnen deze mededeeling. van niet de minste nationale heteekenis achtten. Het was z.i. een particu liere aangelegenheid, waarmee^ de olksver- tegenwoordiping weinig De tijden zijn met hen. Verdediging van het regeeringsbeleid De clou van den middag werd natuurlijk gevormd door de rede van den minister-pre sident, Dr. Colijn, welke, in de financieele beschouwingen van Minister Oud een waar dige aanvulling vond bij de verdediging van het gevoerde regeeringsbeleid. Minister Colijn deed oerst wat ,<Mem goed" af, om daarna Iets uitvoeriger stil te staan bij hetgeen over de defensie was ge- 7 Zijn antwoord komt hierop neer, dat bij da Memorie van Antwoord over de begrooting van Defensie de Regeering haar voornemens zal meedeelen, ook omtrent die maatregelen wel' een belangrijke verzwaring van per soonlijke lasten zullen meebrengen. Daartoe behooren de eventueele vergrooting der lich tingen en de verlenging van diensttijd. De voorbereiding voor wat noodig is gaat voort, maar vordert geruimen tijd. zoodat zij eers. zal zijn afgeloopen kort voor de stembus open gaat. De minister wil de concrete voorstellen, die er dan zijn, er niet zonder meer doorjagen. Het is de verkiezingen op tredend kabinet zou het veel van he. tegenwoordige verschillen? vindt dan alles gereed en de kiezers hebben bun ge dachten er over kunnen laten gaan. zooals ze dat moeten doen over zooveel andere dm- ^De noodige nieuwe maatregelen zullen toch voor 1938 niet in werking kunnen tre den en dus zag de minister niet in oo>< wijl de materieele defensie-verzorging, waar de gelden voor beschikbaar zijn, doorgaat waarom zijn summiere voorloopige mededee ling onrust zou moeten wekken of de ge dachte doen ontstaan, dat de Regeerlng de leiding niet in handen zou houden. Het kan nu duidelijk zijn. De Regeering schenkt aan de landsver dediging'alle vereischte zorg, bereidt voor wat noodig wordt geacht en de Volksver tegenwoordiging zal er over kunnen beslis sen nadat de inzichten der Regeerlng aan 't gansche volk duidelijk kunnen zijn gewor den. Over het beleid van het kabinet kon de minister weinig daverende nieuwe dingen meer zeggen, nu de Memorie van Antwoord nog geen week oud was. ONS FEUILLETON Korte inhoud van het voorgaande Voor nieuwe lezers De H 130 had een moeilijke reis naar hui gehad. Vlak voor de kust was ze door een storm overvallen; met groole moeite liep door de branding langs de pieren binnen. Maarten.'de jonge af houder, werd door een hooge stortzee op den ijzeren overloop neer gesmakt. Hij had een been gebroken en moest bij aankomst in de haven aanstonds in 't ziekenhuis worden opgenomen. Daar door was op de H 130 een nieuwe afhouder noodig. Tussclien Meewis Klink en Jochem Zwart, twee matrozen van de H 130, brak een paar dogen later een vechtpartij uit, die door schipper Volk werd gestuit. Meeuwis moest gaan zien of er nog stoom op. het donkey 'stond: de andere vechtersbaas kreeg de op dracht een kist met vloten achter te zetten, (Zie vervolg hieronder.) Handhaving van het gezag Sterk stond hij in zijn betoog, dat op het gebied van de handhaving van het gezag belangrijke verbetering is verkregen. Wie den toestand van voor 1933 vergelijkt met nu en objectief oordeelt zal dat moeten toe stemmen. Dat reeds het volmaakte bereikt zou zijn, zal niemand beweren. Maar de repressie van excessen door de overheid is wel be langrijk gevorderd, ook zonder dat tot Rus sische of Duitsche onderdrukkingmethoden vprdt overgegaan. Intusschen - mocht vee1 scherper optre den noodig worden, dan zal de Regeering weten wat haar te doen staat. Van heteekenis is ook, dat men ons thans in Engeland nagevolgd is en ook Relgië staat gereed onze bepalingen omtrent uni formverbod enz. over te nemen. Ten aanzien van de ambtenaren zoekt de Regeering nog naar een betere regeling, om dat thans de mogelijkheid bestaat, dat de ambtenaren, die het minst voor onbetrouw baarheid doen vreezen moeten heengaan en de gevaarlijksten blijven, als ze zich maar van hun organisaties losmaken. Persoonlijke toetsing, die door mr. Joekes was aanbevolen, zou een oplossing zijn. maar doet gevaar voor permanente agitatie ontstaan. Het economisch beleid Ten aanzien van het economisch beleid der Regeering was de heer Albarda de groote opponent geweest. Ook op dit punt bracht de minister gelukkige argumenten ter tafel, die den objectieven beoordeelaar kunnen overtuigen, maar door de demago gen met het plan van den arbeid wel niet zullen worden aanvaard. Wij leefden van het handelsverkeer, dat in de crisisjaren voor twee-derden is weg gevallen. Vooral van de toestanden in Engeland en DuitsQhland waren we afhankelijk. Door al lerlei handelspolitieke maatregelen van het buitenland zijn we op zeer laag niveau te recht gekomen. Toch was er den laatsten tijd betering, als men in aanmerking neemt, dat door de onmacht om te betalen Duitsehland in 1935 49 millioen minder van ons heeft betrokken; >or 1936 zal dat ongeveer 70 millioen zijn. Ook overigens wees dr. Colijn op allerlei verschijnselen, die toonden dat we —-mede dank zij de aanpassingspolitiek weer mee kónden gaan doen en iri September de depreciatie van den gulden zonder schok ken .konder ondergaan. Vergelijkingen met het buitenland kunnen we ten volle doorstaan, althans indien men voldoende objectief is om alle factoren te doen gelden. En zelfs Amerika, dat iVz milliard aan conjunctuur-activcering be steedde, heeft per 1000 inwoners nncr bijna twee maal zooveel werk loczen als wij! Men klem werd gewaarschuwd tegen de crediet-inflatie, waarop de soc.-dhm. aanstu ren. Die moet leiden tot algemeene volks verarming en ondermijnt het staatscrediet. Omtrent de werkloosheid gaf de minister een ontleding, die den ernst van het euvel niet miskende, maar voor de verklaring er van toch de aandacht vestigde op veel te weinig gekende feiten. In ieder geval is nu het percentage dalend, iets wat te meer he teekenis heeft, wanneer men rekent met de stage vermeerdering van het aanbod op de arbeidsmarkt. Over de positie van den gulden onder de nieuwe monetaire omstandigheden kunnen we tevreden zijn. Die is vaster dan voor- De contingenteeringen kunnen we als handelspolitiek wapen niet missen al wor den. waar mogelijk, de belemmeringen voor het bedrijfsleven opgeheven. Belangrijke werken zullen eerlang worden aanbesteed. Daarvan, evenals van hetgeen door middel van het Werkfonds tot stand komt, zal vooral het volgend kabinet profi- teeren. De minister besloot met enkele politieke opmerkingen. Politieke samenwerking Van een parlementair kabinet gaf hij een omschrijving, die vermoedelijk niet bij allo staatsrechtwijzen instemming zal vinden. We zullen er hiei niet over twisten. Van meer belang lijki ons wat Dr. Colijn tenslotte over de politieke samenwerking meende te moeten oomerken. Geestelijke verwantschap is voor gezonde politieke samenwerking niet te ontberen en ook dient men er van uit te gaan, dat Ne derland een Christelijke natie is. Wie niet tot nihilisme vervallen wil en prijs stelt op parlementair regeeren zal de grenzen voor hen, die daartoe samenwerken, moeten, niet te nauw moeten trekken. Hoe de heeren Kersten, Lingbcek en Van Houten, die ieder zeggen d e Christelijke po litiek te hebben, tot Kabinetsformatie kun nen komen, is nog nimmer verklaard. Tot de samenwerking in dezen tijd vol levonsont.bindende krachten zullen moeien komen allen, die de groote levenswaarheden van het Christendom aanvaarden, ook zij, bij wie misschien In de practijk de traditie meer werkt dan de persoonlijke overtuiging. Wie alleen op de menschelijke rede steunt, past in dit gezelschap niet omdat alleen in erkenning van de waarheden van Gods Woord, in zijn heteekenis voor mensch, staat en maatschappij, de voorwaarden zijn inden voor een zoo krachtig mogelijke eenheid en het voortbestaan van een gezon de democratie. We hadden gaarne in deze peroratie iets meer verve gehad. Ons schonk in dit op zicht de rede van den heer Schouten meer voldoening. Het verschil In accent dat ongetwijfeld valt waar te nemen, kunnen we slechts hier uit verklaren, dat de heer Schouten zich over hetgeen na de stembus dient te ge schieden niet concreet uitsprak, al deed hij wel een zekere voorkeur uitkomen. Minis ter Colijn daarentegen liet we] niet na op de universeele heteekenis van de christelijke ziel leven en die zich ten volle onderwerpen aan het regiment van Christus-Koning voor heel het leven, het er nog iets anders bij staat in den politieken strijd en in de poli tieke practijk, dan voor hen, die wel de Christelijke traditie in ethischen zin aan vaarden misschien in dezen tijd van schipbreuk van het humanisme meer dan ooit maar die in beginsel de essentieele mogelijkheid van een Christelijke staat kunde miskennen en ook nu nog de binnen kamer als de meest waardige verblijfplaats voor den godsdienst en het universeele christendom, dat de eeuwige beginselen van Gods Woord ook voor de staatkunde wenscht te eerbiedigen, aanwijzen. Na de rede van den Minister-President, die anderhalf uur in beslag nam, heeft minister Oud in een knap betoog het finan cieel beleid van het Kabinet verdedigd. We moeten er voor naar het verslag verwijzen. De replieken zullen a.s. Dinsdagmiddag te 1 uur beginnen. Avonds 8 uur wordt met Binnenl. Zaken ëen begin gemaakt. Verslag Rede Minister Oud Minister Oud beantwoordde de finan cieele opmerkingen en gaf een verdediging van den hegrootingsopzet, die niet te opti mistisch is geweest. Aangenomen mag worden, dat we de catastrofale daling der middelen te boven zijn. Voor de dividend- en tan ièmebelasting b.v. zijn we over 10 maanden reeds 3 mil lioen boven de raming. De deprecialie heeft daarop weinig invloed kunnen uit- oefenen. Voor de kohiePbelastingen zal de invloed der verbeterde omstandigheden langzamer werken. Mocht de begrooting weer sluiten, dan die nen eerst de zwakke plekken er in te wor den verzorgd, stortingen in fondsen te war den hersteld enz. De tekorten in het Werkloosheidssubsidie- fonds kunnen niet ten laste van de Rijks begrooting worden gebracht; dan zou het Rijk voor de sluitende gemeente-begrootin- gen gaan zorgen en zelf met een groot te kort zitten. Dat kan niet. Sommige noodlijdende gemeenten zul len geholpen moeten worden. De Regee DAVO HAARDEN EN HAARDKACHELS Gegarandeerd KOLENDAMPVRIJ Zeer voordeeligl everanci«r o' r«ch(»tr«ek» bij d N.V. „Oavo" Haardenfabriel Tel»<oon 14272 D.v.n<e, LEVENSVERZEKERING-BANK rotterdam TEGEN LAGE PREMIE VRAAGT INLICHTINGEN! zijn Poeders alleen, wanneer zij de hand- teekening dragen van den fabrikant A. Mijn hardt (Adv.\ FELLE BRAND TE ZWOLLE Aantal vrachtauto's in vlammen opgegaan Groote schade voor de betrokkenen In een opslagplaats van db firma Mol, gelegen aan de Assenaorperstraat to Zwolle is gisteravond omstreeks kwart over zeven een felle brand uitge broken. Deze brand is ontstaan in de middelste van de vijf opslagruimten, waarin de loodsen zijn onderverdeeld en de oorzaak ervan is waarschijnlijk ge legen in het feit, dat de bakker O. uit Zwolle, die zijn bestelauto juist had ge stald, de tank van zijn wagen met ben zine heeft willen bijvullen bij het licht van een brandende petroleumlamp. laaie stond. Toen de tank ontplofte deelde het vuur zich aan de omgeving mede. Een tapissière van den expediteur Hersevoort, gevuld met huisraad, waaronder een piano, ging dientengevolge in de vlammen op, evenals goederen van den meubelhandelaar van Amersfoort en een expeditie-auto van de nieuwe coöperatieve winkelvereeniging. Toegeschoten omwonenden wisten te ver hinderen, dat ook een tapissière van den expediteur Schuurhuis verloren ging. Zij ■onden deze auto in een nabijgelegen ga rage binnenrijden. Verschillende bakfietsen en een handwagen konaen eveneens in vei ligheid worden gebracht De brandweer, die het vuur aan twee kan ten aantastte,had de brand omstreeks half tien onder de knie. Haar krachtig optreden leidde er toe, dat de overige opslagloodsen behouden konden blijven al kregen de goe deren, welke hierin waren opgeslagen en die men niet bijtijds naar buiten had kun nen brengen, veel waterschade. De drie tapissière-auto's waren niet ver zekerd, evenmin als de meubelen van de firma van Amelsfoort. De eigenaars lijden dan ook groote schade, al staat de totale schade nog niet vast, toch is zij aanzienlijk. Verschillende ruiten van de omliggende per- ceelen zijn door de hitte gesprongen. De burgemeester van Zwolle, Dr. J. E. baron de Vos van Steenwijk, heeft geruimen tijd op liet terrein van den brand vertoefd. De brand trok groote belangstelling. De politie heeft den bakker O. op het hoofdbureau aan een langdurig verhoor onderworpen. beginselen voor het staatkundig leven na druk te leggen, maar verschoof tenslotte aartepunt als practisch staatsman in een bepaalde positie iets-meer Dp naar "toonen de verantwoordelijkheid te beseffen hetgeen na de stembus naar alle waaivjyoor den gang van zaken en er niet de voor- ring Iaat die nie>t in den steek, wat blijken kan uit hetgeen voor Amsterdam en Rot terdam is gedaan. Maar zij moeten ook .zelf schijnlijkheid zal dienen te geschieden. Hef schijnt, dat dr Colijn voorziet, dat alsdan een kabinet op de basis van samenwerking van allen, die de christelijke levenswaarhe den uit volle overtuiging, dan wel meer uit tradit'e, wenschen te aanvaarden als con-, structieve elementen voor staatkundig be leid, de aangewezen weg zal zijn in de als dan bestaande situatie. Hij k a n practisch gelijk hebben. Toch wil het ons, in alle bescheidenheid voorkomen, dat voorshands had kunnen worden vol staan met iets minder dit punt van later zorg te accentueeren. Natuurlijk is de minister-president het eens met wat de heer Schouten over die principicele voorkeur heeft gezegd. Ons en velen met ons, vermoeden we. zou het deugd hebben gedaan, indien deze overeenstem ming in 's ministers rede nog iets scherper tot haar recht ware gekomen Hoogstens een noodbrug Want wij voor ons zijn het priori nog eens met wat dr. Kuyper op 29 April 1874 in de Tweede Kamer snrak bij de behande ling van het Kinderwetje-v. Houten. Dit wetje, zoo zeide onze groote voorman toen, ..legt voor 't oogenblik een noodbrug tusschen de anti-rev. par tij en de actieve liberalen, waarlangs een communicatie kan worden geopend, d i e i k op prijs stel. Een vaste brug over de klove, die ons scheidt, kan nooit gelegd wor den, maar een noodbrug kan als tijdelijk middel van communicatie zijn nut hebben". Wie als de heer Schouten 4 priori van deze principicele gedachte uitgaat, kan h posteriori, dus na de stembus, het volkomen met het practisch standpunt van dr. Colijn eens zijn. De nood kan ons opgelegd zijn. Dan past de noodbrug. Maar we wenschen toch nooit (Adv.) te vergeten dat voor hen wien de groote levenswaarden van het Christendom in de gang -_r- Keur aan toonen te geven om bepaalde maatregelen door den Haag te laten af dwingen. Er is in de afgeloopen drie Jaar veel be reikt. maar het resultaat is door allerlei onverwacht optredende factoren telkens weer ongunstig beinvloed. Onze financieele politiek heeft steeds vertrouwen gewekt; dat is dezer dagen gebleken bij de inschrijving op de staatsleening. Bij vrijwillige devaluatie blijft het crediet niet ongerept; dat is in landen In onze om geving gebleken. Men heeft gevoeld dat toen wij het goud los lieten, het niet ander? kon. Daardoor bleef het vertrouwen in stand. Wat bij de staatsleening is gebeurd, be wijst allerminst, dat nu ook het geld voor het plan van den arbeid beschikbaar zou zijn. We moeten een voorzichtige politiek blijven voeren en de huid van den beer (de goudwinst) niet verkoopen voor het beest geschoten is. Een eventueele winst moeten we verstandig gebruiken om dea achterstand uit het verleden in te halen, voor schulddelging of voor de sociale ver zekeringsfondsen, waarin de stortingen de laatste jaren zeer verminderd zijn. We moeiten de uiterste voorzichtig heid betrachten met het verhoogen van uitgaven. Want anders zijn we over 'n paar jaar weer net zoo ver als nu. Er is in het verleden veel bereikt, maar voldaan is de minister niet. De omstan digheden waren ook uitzonderlijk zwaar. De lieer Teulings zong een wat vroeg loflied op de depreciatie. Mocht blijken, dat het niet te vroeg is geweest, dan zal de minister de eerste zijn om zich te verheu gen over de „felix calamitas", waarvan de heer de Geer sprak. Te 4 uur werd de vergadering verdaagd tot Dinsdagmiddag 1 uur. Ons Zondagsblad - van deze week bevat weer veel be langrijke lectuur. Wij noemen slechts: Jeruzalems heilige plaatsen, door onzen redacteur, die in 't voorjaar een reis naar Palestina maakte. Calvinisme en Roman, door Dr. J. Karsemeyer. De huwelijken der Oranjes (naar aanleiding van het a.s. huwelijk van Prinses Juliana), door A. J. de Weerdt. Onze Fantasie, door P. van Duy- vendijk. Grootvader, een fijne schets in onze serie Korte Verhalen, door mevr. A. v. d. Vlugt-Walop. Verder de gewone rubrieken: Meditatie, Binnen- en Buiten- landsch Overzicht, Vervolgver haal, Puzzle, Schaakrubriek. Ruil- hoekje enz. Ook dit nummer is weer prachtig geïllustreerd. De Kinderkrant met kleuterbijvoeg sel bevat weer tal van aardige rubriekjes, waarin onze jongens en meisjes belangstellen. Ook hebben we een Opstelwedstrijd uitgeschre ven met mooie jeugdboeken als prijzen. Elke vergelijking met andere bla den zal ook u doen zeggen, ons Zondagsblad staat vooraan ZONDAG 15 NOVEMBER BLOEMENDAAL 245,9 M. Uitzending van Geref. kerkdiensten uit de Geref. Kerk. Voorganger Ds. Brussaard. 10 v.m. Daniël 8 vers 13, 14. 5 n.m. Zondag 51. Programma's voor Zondag vindt men in ons blad van Vrijdag MAANDAG 16 NOVEMBER HILVERSUM I 1875 M. NCRV-Uitzending. 8.00 Schriftlezing. 8.159.30 Gram.pl. 10.30 Morgendienst te leiden door Ds A. C. Diederiks, Ned. Herv. predikant te Hilversum. 11.00 Chr. Lectuur. 11.30— 12.00 en 12.15 Gram.pl. 12.30 Orgelspel. I.30 Gram.pl. 2.00 Voor de scholen. 2.35 Gram.pl. 3.00 Keukenpraatje. 3.303.45 Gram.pl. 4.00 Bijbellezing door Ds G. W. van Deth, Geref. predikant in H.V. te Bussum. 5.00 Zang, cello en piano. 6.30 Vragenuur. 7.00 Berichten. 7.15 Vervolg Vragenuur. 7.45 Reportage. 8.00 Berichten ANP. 8.15 NCRV-Orkest. 9.00 Ouderuur tje. Spreker de heer H. Gordeau te Bus sum. 9.30 Vervolg concert. (Om 10.00 Be richten ANP). 10.30—11.30 Gram.pL Schriftlezing. HILVERSUM H 301 M. Algem. programma, verzorgd door de AVRO. 8.00 Gram.pl. 10.00 Morgenwijding. 10.15 Gram.pl. 10.30 Declamatie en gram.pl. 12.00 Cantabilé- orkest en gram.pl. 2.00 Piano-recital en gram.pl. 2.45 Het Sylvestre-Trio. 3.30 Om roeporkest en solist. 4.30 Muzikale cau serie. 5.30 Kovacs Lajos' orkest. 7.00 Cau serie „Inenting tegen de pokken". 7.15 Viool-recital. 7.45 Causerie „De Inheem- sche samenleving". 8.00 Berichten ANP. 8.10 Het Omroeporkest en solist. 8.55 Mo derne Zangdeclamatie. 9.15 Gram.pl. 10.00 Orgelspel. 10.15 Hit Renova-kwintet. II.0012.00 Berichten ANP. DROITWICH 1500 M. 11.05 Orgelspel. 12.45 BC-Orkest m.m.v. soliste. 1.35 Orgelcon cert. 4.20 Klarinet en piano. 5.35 Septet. 7.00 Muzikale causerie. 7.15 Fransche koormuziek. 8.50 Twee orkesten m.m.v. solist. 10.40 Cello en piano. 11.35 Band. RADIO PARIS 1648 M. 11.20 Kamerorkest 4.20 Orkestconcert. 5.50 Poulet-Kamer- orkest. 8.20 Zang. 9.05 Trio, zang en voor dracht. KEULEN 456 M. 5.50 Orkest. 11.20 Fabrieks- orkest. 12.35 Symphonie-orkest. 1.35 Schrammeknuziek. 5.20 Omroepklein- orkest. 7.30 Kleinorkest en Vocaal Sextet 10.20 Orkest BRUSSEL 322 en 484 RL 322 M.: 12.50 Sa lon-orkest. 1.30 Omroeporkest. 5.20 Om roeporkest. 6.50 Salon-orkest. 8.20 Om roeporkest. 484 M.: 12.50 Omroeporkest. 1.30 Salon orkest. 5.20 Concert. 6.50 Klein-orkest 8.55 Nat. orkest m.m.v. koor en solisten. DEUTSCHLANDSENDER 1571 ML 7.30 Ge varieerd programma. 9.50 Viola- en piano recital. 10.2011.20 Gev. programma. AANGESPOELD LIJK HERKEND Het lijk, dat gistermorgen te Camper duin is aangespoeld, is door nabestaanden herkend als dat van den 27-jarigen B. F., een der opvarenden van den voor IJmuiden ver- ongelokten logger SCH 179. ZIJN GODSDIENSTLEERAAR OPGELICHT Verd. zal 20 November terechtstaan. Op 20 November a.s. zal de 18-jarige kan toorbediende J. L., verdacht van oplichting van zijn godsdienstleeraar, dien hij onder allerlei listige voorspiegelingen f 30.000 af landig heeft gemaakt, terecht staan voor de rechtbank te Amsterdam. Hij zal worden veraedigd door mrs. W. Loeb en Isï Coopman. Dat gaat niet samen VERONAL"! UIT WET DSCHE yiSSCHERSLEVEN -O ^^.VAN TSJLINGEN :<5 Peng. Peng! Enne, lui, laat het nou welletjes wezen! De mannen bromden wat na. De schipper was tevreden. Want ze zouden elkander niet meer aanraken vandaag. Maarten speelde weer in hun gedachten. Die jongen had eens naïef gezegd: Waarom doen jullie dat nou. Net ouwe tantes. Die kiften ook altijd. En blijven zoo venijnig. Volk lachte fijntjes, toen hij daaraan dacht. De kuipers en lossers bemerkten, dat het „relletje" hiermee was afgedaan. Ze gingen naar hun werk. De kuiperij, de zoutaken, de haringpakkerijen. Ze bespraken de vechtpartij en den omroep. Wie zou z'n zoon nu nog naar zee laten gaan? Te zot om over te praten. De teelt was geëindigd. Het werd natuurlijk de laatste reis van den H.130. En dan mee? Daar bij kwam. slecht weer, najaarsstorm. Het bleef toch altijd de zee. Niet te vertrouwen, 't Zou niet de eerste maal zijn, dat er een schip met man en muis verging. pn wat verdiende een afhouder gedurende één reis? Alles bij elkaar een fooi. Een heel seizoen leverde nog iéts op. Maar een laatste tocht Peng, peng! ketste het bekkengeluid tegen de huizen in de nauwe straatjes. Vrouwen dachten aan haar jongens op zee. Hoe zouden ze het maken? 't Was ruw weer geweest de vorige dagen. In den „winkel" van Baas Berg stonden de kuipers aan hun blokje. Enkele mannen kuchten. Het werk viel niet mee. Aan houdend voorover staan. Een duig snijden, een bodem af ronden. tusschen de borst en het paaltje in den grond. Waar is die passer? Kees, heb jij m'n passer niet ge zien?! Kees, de krullenjongen, bracht juist een vaatje naar het vuur, zette het over een ijzeren rooster, joeg de vlammen hoog op. Jouw passer? Ben 'm niet tegengekomen. Als ik 'em zie, zal ik 'm de groeten vaü je doen hoor! Houd je brutale snater, jong! Zoek liever mee. De collega's lachten even. Die Kees kon altijd zoo mooi uit den hoek komen. Onverwacht zette hij iemand voor leelijkerd. Hij had immers niets met het materiaal uit te staan. Ieder moest voor het zijne zorgen. Kees' breede jongensgezicht grijnsde veelbeteekenend naar de mannen. Neen, kwaad worden kon je niet op dien snuiter. Kijk, nu zocht hij al mee. Hier heb ik 'em. Alstjeblieft Mooi! En blijf er voortaan af. Hè?Uwes zegt......? Peng! Peng! Een afhouwer gevraagd! op de Honderd en dertigg! Overmorrege varen! Kees hoorde 't. Hij zou graag naar zee gegaan zijn. Was echter te laat van school gekomen. Flauwe fratsen, die leef tijdsbepaling. Midden in het vischseizoen was er natuurlijk geen baantje meer als afhouder op de schepen. En hij moest toch wat doen. Dus naar een kuiperij. Vader en moeder vonden dat veel beter dan zeeman worden. Hij wist het wel. En nu. nu was er een kans. 'k Ga vragen of ik mag monsteren, riep hij. De kuipers grinnikten, schudden het hoofd. Hoe kom je daarbij? 't Is de laatste reis. Je mag toch niet voor je vader. Van mij kreeg je zeker geen toestemming. Kees knipoogde en zei: Maar jij ben' mijn vader niet Ik vraag het Dien middag was Kees niet meer bij zijn werk. Naar zee! Dat zou wat wezenl Een lange broek dragen en een rood baaien hemd. Fijn! 'k Geloof, dat jij al op zee zit. Geef dat half-vaatje eens an van *t vuur, spotte één der knechts. Kees liep naar de schouw, waar de vaatjes over de roosters stonden. Au! Wat waren die dingen heet. Hij verbrandde z'n vingers. Daar zou hij op den logger geen last van hebben. Het ijzeren beslag om de duigen kon hij niet vastpakken. Als je op zee de reep ook zoo gauw van het spil af houdt, ben je er zelf al driemaal omheen gedraaid. Hij zou wel opletten. Wanneer hij eerst maar gemonsterd was. Afhouwer gevraagd! Vervelend, dat de omroeper door heel de Haringstad liep. Als er nu eens meer liefhebbers kwamen? Kees zou er direct op uit gaan. Maar thuis? Dat was een lastig geval. Indien moeder het goed vond, was het bij vader zeker in orde. Moeder, zie je! Het zou niet mee vallen haar toestemming te krijgen. Haar vader was verdron ken. Zijn schip stootte op een mijn, naar men vermoedde. Heel de bemanning kwam om. En dat vergat moeder nooit. s Avonds vroeg Kees dadelijk, of moeder den omroeper gehoord had. Over dien afhouder. Op de 130! Ze moest even nadenken. Had niet speciaal op de woorden van dien man gelet. Zoo! werd er een afhouder gevraagd? Onverschillig scheen ze. En toch! Intuïtief voelde Kees, dat ze angstig zijn volgende vraag afwachtte. En dat deed ze werkelijk. Ofschoon ze de tafel voor het eten gereed maakte. Zou haar jongen nu weer vragen naar zee te mogen? Waarom kwam hij anders met dat gezegde over den afhouder?! Maar ze zou weigeren. Wat moest hij er doen. Neen, van die gedachte zou ze hem wel afbrengen. Moe, mag ik probeeren om temonsteren. Gehaast klonk het antwoord Geen denken aan. Jij blijft an je werk! Ik wil zoo graag moeder! Nee, nee Kees! Zet het maar uit je hoofd. Driftig verplaatste ze een bordje. Vader kwam thuis, had den omroeper.gehoord, wist van den afhouder. Wou Kees mee? Hoe kwam hij erbij? Hij zou wel anders praten, als hij wist wat het zeggen wilde met storm en ontij op zee. Koud, vies, nat. Heusch, zeeman zijn was ook niet alles. Plots kreeg de jongen een idee. 't Zal wel zoo wezen, als U daar zegt, vader, 't Kan me tegenvallen. (Wordt vervolgd^

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1936 | | pagina 9