MODE RN TOUR ISME De Huwelijken der Oranjes JERUZALEMS HEILIGE PLAATSEN - TWEE GETHSEMANÉ'S - DE „AMERICAN COLONY" De Ecce-Homo"-boogeen onderdeel van de zen. Via Dolorosa. X. Treedt men de Heilige Grafkerk binnen, dan is de eerste indruk er een van een chaotisch duister, waarin men eerst allengs de vormen van opgaande bogen en van zuilen, en van de geheele ruimte gaat ontwaren. Vrij plotseling, nog dicht bij de entree, staat men stil voor een lange en breede steen, waarop het lichaam van den van het kruis genomen Jezus door de vrouwen zou zijn gezalfd. Elders bevindt men zich in een kapel, waar eertijds een brok van den tuin van Joeef van Arimathca zou zijn geweest. Hier zou dus de ontmoeting hebben plaats gevonden tusschen den Opgestane en Maria Mugdalena, die naar het doode lichaam van haar Heiland zocht. Men wandelt als in een verwarde droom Op een centrale plaats onder den hoofdkoepel der Grafkerk is een kleine knjsd, schier overdadig behangen met lampen en Schilderijen. Met het branden van doze vele dichten wil men getuigenis geven van zijn eerbied voor deze zeer bijzondere plaats, voor welker ingang men in rijen op een beurt om in te treden wacht. Men ontvangt dan een kaars, om in het donker dat binnen heersclit zich voor te lichten. Hit vrij staande gebouwtje omgeeft een rots, 5n welks holte een dubbele spelonk zijn ruimten ©pent. Het voorruim is slechts klein. De engel zou aldaar hebben vertoefd, om aan de vrouwen ,te verkonden, dat Jezus Christus uit de dooden was verrezen. Men buigt, verder gaande, het hoofd, want do o]>ening die toegang geeft tot de tweede rotskamcr, de plaats waar de Heer gelegen heeft, blijkt laag en smal. Han staat men in de grafkamer. Rechts ziet men ©en marmeren steen, vlak en glad, maar in het midden gebarsten. Hij ligt horizontaal, ter knie hoogte van een volwassen mcnsch. Hier zou Jezus' doode lichaam hebben gewacht op den dageraad der opstanding. Even toeft men slechts op deze indrukwekkende plek. Er is geen ruimte voor meer dan twee of drie personen en buiten wacht de menigte in dubbele rijen. Men zou als Joz.ua den tijd willen doen stilstaan. Er is op die plaats ook geen tijd; het Toen van twintig ecuwen her lijkt Nu, en dit Het laatste doel van ons vorig artikel werd door eenige misstellingen ontsierd; wij laten het daarom hier opnieuw volgen. Nu is wijd en stil, voor wie het met heel zijn hart mag beleven. Dan 6toort niets wat tot de om geving behoort, omdat op zulk een moment er ook geen omgeving meer is Als men opnieuw het hoofd buigt om door de rotsscheur naar de kamer van den Engel te gaan, en men treedt vervolgens uit de kapel weer naar buiten, terug onder den hoofdkoepel der kerk, waar de menigte in stilte haar beurt wacht, dan begint men dit verwaarloosde gebouw, be hangen als het is met zijn curieuse geschenken uit alle landen der christenheid, met geheel andere oogen te bezien. Omdat, in de mengeling van al die duizend godsdienstvormen en gebeden, iets leeft, dat men niet onder woorden brengen kan, doch dat de geheele atmosfeer doortrekt. Hoe stil wordt men eronder Golgotha, de kruisheuvel, bevindt zich eveneens onder de wijde daken van deze universeele kerk. Wederom gaat men een deur binnen, als van een nieuw heiligdom, en men klimt trappen op, steil omhoog, en als men aan het einde daarvan ge komen Is, ziet men nevens elkander enkele altaren behangen met al den liturgischen opschik, waar mede Grieksch- en Roomsch-Katholieken de on zienlijke dingen trachten te verzinnebeelden. On der liet middelste altaar ligt een koperen plaat, en in het midden daarvan bevindt zich een rondo opening. Men kan knielen om er de hand in te steken. Het gat gaat diep in den bodem van de rots, omdat het tot steunpunt van een kruispaal heeft gediend, twintig eeuwen geleden. Hier hing de Heer der Wereld met Zijn uitgespreide armen als een vogel tusschen hemel en aarde; links cn rechts van Hem hing een moordenaar. Zoo men Jiier lang genoeg toefde zou het zeker mogelijk zijn, tot in détails een beschrijving van de plaats te geven, maar tot het wezenlijke zou men niet raken. O, zij allen die hier hun altaren plaatsten, hun schilderijen, hun kaarsenlicht en de blauwe walm liet opgaan uit de wierookvaten, zij wisten het wel, dat het uiterlijke hier niets beteekent. Slechts de zuivere westerling, die zulk een inner lijke verbinding heeft met het historische, zou op de gedachte zijn gekomen de Hoofd6chedelplaats zooveel doenlijk in haar oude gedaante te laten. Doch de geslachten, die ons voorgingen, letten niet daarop, zij wilden slechts hier knielen in aanbidding en gebed. Men toeft dan ook het best op de plek, waar Jezus stierf, zoo men de oogen en de ooren gesloten houdt en zijn gedachten het zwijgen oplegt, om er te luisteren naar wat er oprijst uit het eigen hart. Dan vergeet men Golgotha nimmer. In de katholieke kerken, overal ter wereld, vindt men aan de zuilen die het hoofdgewelf schoren een herinnering aan de Veertien Statiën van Christus' laatsten gang. Golgotha en de plaats van Graf en Herrijzenis zijn de twee die de reeks sluiten. In Jeruzalem heelt men ze alle aange duid langs een traject door de oude stad. Gevel steenon vertellen: hier viel Jezus de eerste maal onder het kruis; hier reikte de II. Veronica Hem den doek, waarmede Hij zich het zweet van het gelaat wischte; enz. enz. Het is de befaamde Via Dolorosa, waarvan een joodschcn gids ons de uitlegging gaf. Misschien spreekt dit alles tot iemand, die in den Paaschtijd te Jeruzalem ver toeft en de processie aanschouwt, die over het oneffen plaveisel in Zijn navolging het zware kruishout torscht. Den meestcn onzer zeiden deze plaatsen weinig; men ging door de nauwe stof fige straatjes, waar de beladen ezels en de barre- voeters van donkere kindertjes de hobbelige stee* nen deelden, vrijwel onberoerd. Haast is een hachelijk ding bij het bezichtigen van een stad als Jeruzalem, waar feitelijk elke straat en elk© steeg haar merkwaardigheden heeft. Men zou er op zijn minst twee of drie dagen willen verblijven, om althans door den doolgang van al die wegjes, die er met hun ongenaakbare- huiswanden schier zonder ramen en de zware ovcrkluizingen, die er zoo somber en forteres- achtig uitzien eenig denkbeeld der topografie op te doen. Hoe' hadden de politieke troebelen aan vele mooie plannen een ontijdig einde bezorgul De Arabische wijken waren onheilspellend, met al die groepen van samenstaande of op stoeptreden neerhurkende mannen, die door de staking erin werden verhinderd, don kalmen doch geregelden gang van hun werkzaamheden na te volgen. Door sombere buurtjes trekkend* geraakten wij ooly tot aan den Klaagmuur; een eerwaardig brok van den ringmuur, welke het hooggelegen Tempel- plateau omgeeft en schoort. Samengevoegd is deze uit onregelmatige, forschc steenbrokken, tusschen wier voegen gras en onkruid in lange toeven neerhangt. Een Britsche schildwacht in korte khakibrook ging hier mot geschouderde karabijn heen en weer, om te voorkomen dat het op een onbewaakt oogen blik tot een botsing zou kunnen komen tusschen de beide vijandig tegen elkander staande bevolkingsgroepen. Doch joden lieten zich op de kleine, open ruimte voor dit muurbrok, dat voor hen de heiligste herinneringen wakker roept, niet zien. Zij waagden liet niet, zich thans te verzamelen om over den verwoesten tempel en de verloren heerlijkheid van Israël te klagen, bevreesd als zij waren, opnieuw vanaf het boven gelegen Tempelplein met steenbrokken belaagd te worden door moslims, wier fanatisme zulk een Een deel van den Gethsemanó-liof mei enkele oeroude olijfboomen. 510 Bedoelnenjongens in 'de stralen van Jeruzalei ontlading van hartstocht reeds meerdere malen had uitgelokt. Zoo stonden wij dan op deze merk waardige plek, waai in de felle zon van hst oosten de schaduwen zich blauwachtig afteokenden op bet oneffen plaveisel, en konden wij slechts do strookjes opgevouwen papier bezien, waarop jood* sclie eenvoudigen van hart hun gebeden hadden geschreven, om ze zóó tusschen de steenen van den Muur te steken, als oen appèl aan den hemel. Ook Gethsemanó lab in dezelfde volle, blakerende «zon, toen we een der stadspoorten verlieten om het langs do flauwe helling van den Olijfberg te betreden. Slechts klein is hot dool van den Hof, waar de Franciscanen hun Tuin met piëteit on derhouden. Een groep oeroude olijfboomen, ver wrongen en gespleten als waren het door vele seizoenen geteisterde Hollandsche wilgen, stond daar bijeen, met rond hun voet zorgvuldig aan gelegde bloemperken cn voetpaden. Storend werkt hier de gedachte, dat dicht in de omgeving nog een tweede Gcthsómané wordt gewezen, dat aan dc Grieksch Katholieken -toebehoort Hebben beide tuinen deel uitgemaakt van den éénen Hof uit Jezus' dagen, of is hier de traditie liet spoor bijstor? Deze olijfboomen, met hun vale fletse bladeren, zij zien er ocnigszins uit als het loo- ver van den wilg, kunnen bovendien niet de zelfde zijn, die hier ten tijde van Christus' uit gang uit do Heilige Stad Blonden. Oorlogen heb ben met hun verwoestingen de bergen om Jeru salem kaal geschoren, cn wnt menschcn hebben overgelaten heeft dc tijd, de. lange periode van twintig eeuwen, ongetwijfeld voltooid. Zoo staat men hier vol overwegingen en kan zich alleen to bannen brengen, dat liet hier ergens moet geweest Prins Willem 1 (1533— 158i) In verband met het aanstaande huwelijk van Prinses Juliana met Prins Bernhard von Lippe- Biesterfeld, willen we in 't kort de huwelijken der Oranjes de revue laten passecren. Natuurlijk bepalen we ons in hoofdzaak tot die van do regecrende linie. prins Willem I, de vader des Vaderlands, de grondlegger van onze onafhankelijkheid is niet minder dan vier malen gehuwd geweest. Op aohtttienjarigen leeftijd (1551) trad hij in den echt met Anna van Egmond, gravin van Buren, een rijke erfdocher, waardoor do Prins zijn toch reeds aanzienlijke Nederlandsche bezittingen met grootc goederen zag vermeerderen (één der titels van dc Koningin is nog gravin van Buren, onder welken naam zij meestal incognito reist). Uit dit huwelijk werd geboren o.a. Philips Wil lem, die door Al va, opgelicht aan dc Universiteit te Leuven, naar Spanje werd gezonden. Een tweede huwelijk sloot de Prins mot Anna van Saksen (1561), dochter van den beroemden keurvorst Maurits van Saksen, waardoor dc Prins geparenteerd werd aan een der leidende protes tant sche vorstenhuizen van Duitschlnnd. Dit huwelijk is heel ongelukkig geweest, 's Prinsen vrouw leefde in dronkenschap en openhaar over spel. Haar gemaal liet haar zelfs op den Dillen burg gevangen zetten om in 1574 definitief van haar te scheiden, waarna de Prins voor dc derde maal in het huwelijk trad. Zijn derde gemalin was een gewezen abdis, die tot het Calvinisme overgegaan, uit het klooster gevlucht was, Char lotte de Bourbon-Montpensier, verwant aan het Fr&nsche koningshuis, maar door dc vorstelijke familie verstootcn. Na haar dood (1582) tengevolge van uitputting door de veeleischende verpleging van den Prins na de moordaanslag door Jean Jauregui, huwde dc Prins met Louise de Coligny, do dochter van den beroemden admiraal Caspar dc Coligny, uit een der oudste adellijke geslachten van Frankrijk. Pnns Maurits, geboren uit het tweede huwelijk van den Prins, bleef zijn levenlang ongehuwd. Maar op zijn ziekbed, dat ook zijn sterfbed worden zou, ried hij Prins Frederik Hendrik (uit Prins Willoms vierde huwelijk), die reeds 41 jaar oud cn nog ongehuwd was, nadrukkelijk aan ter wille van de belangen van het land en het geslacht des Oranjes zich zoo spoedig mogelijk in het huwelijk te begeven. De Prins gaf aan dezen uitdrukkelijken wensch gehoor en bood zijn hand aan zijn nioht, dc 22-jarige Amalia, gravin van SolmsBraunfels, hofdame der Koningin van Bohemen. Dc uit dit huwelijk geboren Willem II huwde reods op 15-jarigen leeftijd met de oudste dochter van den Engelschen Koning, Maria Stuart, waar door het Huis van Oranje, uit den Duitschen adelstand opgekomen, met de machtigste vorsten huizen in Europa op één lijn kwam. Acht dagen na den dood van Willem II werd uit dit huwelijk geboren do latere stadhouder- Koning Willem III, die in 1677 in den echt werd verbonden met zijn nicht Maria, de oudste dochter van den lateren Koning Jacobus II. Door dit huwelijk was het oog van Protestantsch Engeland mede op Willem III gericht, om eens aan de Katholieke onderdrukking te ontkomen, waarom do Prins dan ook in 1688 met een vloot naar Engeland overstak „voor de vrijheden van het Engelsche volk en den Protestantschen gods dienst." Dit huwelijk bleef kinderloos, waardoor de rechte linie vanaf Willem I werd verbroken. De stadhouder Willem IV (nazaat van Jan van Nassau, broeder van Prins Willem I en achter kleinzoon van Albertine Agnes, dochter van Frede- DOOR A. J. DE WEERDT Prins Maurits 15671625) nk Hendrik) was gehuwd met Anna van Hannover dochter van den Engelschen koning George II. De uit dit huwelijk geboren zoon Willem V huwde met Wilhelmina van Pruisen, de energieke vrouw, bokond uit do geschiedenis der Patriotten en Prinsgezinden. Z:j was het ook, die op haar geheime reis naar Den Haag, bij Goejanverwellesluis werd aange- eijn, dat de Redder der Wereld dc benauwenis van den bitteren drinkbokcr op zich heeft zien aankomen. Daar vóór ons ligt het dal van Josa- fat, tusschen berghelling en stadsmuur, met de grauwe steenen van zijn talrijke joodsclic graven, en daarachter, tevens daarboven, is de plaats waar eertijds de Tempelgebouwen zich verhieven. Nu koepelen er de heiligdommen van den Islam... Er is, binnen de muren, nog ééno plek, waar wij met herinneringen konden vertoeven, eer de on verbiddelijke tijd ons drong, den trein weer op te Boeken, die ons, al te overhaast, door het ver warde Judecscho berglandschap terug zou voeren naar Haifa, de groote moderne haven aan de kust. Wij bedoelen den grooten winkel van de „American Colony", waar men zijn inkoopen kan doen van allerlei Palestijnsche kunst- en gebruiks voorwerpen, welkome souvenirs voor dy verwan ten in het verre vaderland. „American Colony", dc naam zegt zoo op het eerste gezicht niets bijzonders. Doch zij die Selma Lagerlófs prachtigo roman „Jeruzalem" gelezen en herlezen hebben zullen zich den tocht der een voudige Zweedsche boeren herinneren, die door predikers uit de Vereenigde Staten daartoe aan gespoord akkers en hofsteden en aloud familiebezit achterlieten, om in het Heilige Land oen nieuwe samenleving op te bouwen. Aangrijpend heeft do groote Zweedsche romancière in haar werk over dezen Exodus verhaald, over het lijden cn do ontberingen, die deze eenvoudige, sterke, rustigo landbevolking moest ondergaan om het ideaal te volgen, dat op de werkelijkheid breken zou. Van al deze offers is immers weinig overgebleven. Wel heeft de Kolonie oen zekeren maatsehappolijken bloei bereikt, doch van den nieuwen staat, die aan de wereld een betere samenleving door een lichtend voorbeeld voor oogen zou stellen, is practisch niets gevonden. Amerika heeft slechts aan de ontelbare merkwaardige godsdienstige en filantropische instituten, die elkander als het ware op den gewijden bodem verdringen, één nieuwe, waarlijk niet onontbeerlijke verschijning toege voegd. Dc American Colony" was de laatste indruk, die Jeruzalem ons nog bieden kon. Te snel was de eene, eohoon lango dag voorbij gegleden, die ons nog op Palestijnschen grond was gegund. Nog denzelfden avond liet het trotschc schip, dat ons voor deze kennismaking en dit afscheid als onder de schaduw van den Karmel aan land had ge bracht, de drie stooten op zijn stoomfluit hooren, die onherroepelijk de afvaart beteekenden. Reeds kolkte en bruiste het water weder voor zijn boog: de steven werd huiswaarts gewend. Zouden wij ooit in gelukkiger omstandigheden de streken weerzien, waar Jezus tijdens Zijn kortstondig aardsche leven had gepredikt, welgedaan, en voor anderen geleden? Zou er in dc toekomst zich opnieuw een gelegen heid voordoen, door het oude land Israël te dwa len, ook door die streken, waar vernieuwde jood- sohe energie den ploeg door den weerbarstigen akker dwingt? Tcll-Aviv, dc honderd-procent Jood- scho stad, had ons haar wonderen immers ook nog niet getoond? Dc Arabisch-Joodsclie tegenstelling, die onze reisplannen dwarsboomde, moge thans weer tijde lijk verzacht zijn, bezworen is zij nog niet. Het blijft gisten in Palestina! Prins Willem 111 (1651—1702) houden. In 1795 verliet zij tegelijk met haar ge maal Willem V het land. Haar oudste zoon, de latere koning Willem I, nam Wilhelmina, de dochter van den Koning van Pruisen tot vrouw, die door dc gansehe natie als een „landsmoeder" werd geëerd, die bescheiden eu teruggetrokken, nooit een ovorwegende rol heeft gespeeld, maar als vrouw cn moeder dc alge- meeme sympathie genoot. Na de afstand van don troon trad do Koning nog voor de tweede maal in het huwelijk, nu met de Belgische en Katholieke gravin Henrietta d'Oultremont. Dit huwelijk gaf echter veel ergernis in het land. De Prins van Oranje, die zijn vader als Willem II opvolgde was reeds gehuwd (1816) met Anna Paulowna, grootvorstin van Rusland, dc zuster van Tsaar Alexander. Door dit huwelijk word ons regeerend vorstenhuis ton nauwste verbonden aan den machtigsten vorst van Europa op dut oogon- blik. Toen Willem III aan dc regeering kwam, was ook hij reeds gehuwd (1839) <mi wel met zijn letter kundig en wetenschappelijk begaafde nicht van moederszijde, prinses Sophia van Wurtemberg. Na haar dood besloot dc Koning, hoewel reeds bejaard, tot ecai tweede huwelijk over te gaan, mede in verband met den toestand waarin het vorstenhuis was gekomen door de vele sterfgevallen. I-lij vond prinses Emma van Waldock-Pyrmont bereid den troon met hem te deelen en trad met haar in 1879 in het huwelijk. En nog steeds wordt met dank baarheid door ons volk gedacht aam wat deze edele en hoogstaande vrouw voor ons volk ge weest is. Even versch ligt nog in ons geheugen wat Prins Hendrik, Groothertog van Mecklenburg-Schwerin, als gemaal van onze Koningin voor ons volk heeft beteekend De huwelijken dor Oranjes waren overwegend Duitsch georiënteerd. Niet minder dan zeven huwelijken (VRn de vijftien) legden banden met Duitsche vorstenhoven. Slechts drie (twee huwe lijken van Prins Willem I cn het tweede van Koning Willem I, dat staatkundig van geen be lang was), waren Fransch georiënteerd, daarbij verbanden een drietal echtverbintenissen met Engeland en één met Rusland. Ook dc huwelijken der overige (niet regecrende) Prinsen en Prinsessen van Oranje waren meestal Duitsch gericht, en ook onze Prinses heeft zich verloofd met een Prins van „Duitschen bloed." Prins Willem V (1748—180S) 5111

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1936 | | pagina 16