¥M m m k 4w\ m k\ m m m m m m Veivolgveiluial De Rubberboom van Veenplas li li i r# Si li s i ijffi s 8 i s 1 i a Ui i B p ti door K. Lantermans IJ) Ze kwamen in Assen aan. Daar wachtte hun huiten het station dc bodewagen uit Veenplas. Die was met de marktdag net in Assen. En nu was het alles schitterend geregeld. Anders ging hij om vier uur uit Assen. Nu wachtte hij wat hij oen goede kennis tot Iaat in de avond. Midden jn dc nacht hobbelde het paard voort op de be kende, lange weg van Assen naar Veenplas. Ach ter hem, onder de huif, raten de twee reizigers, die zulk een verre tocht aangedurfd hadden. Nu en dan zej de slaperige voerman eens in ge dachten: „Vort, Bles!" En de kleermaker, naast den meester in het don ker, zuchtte eens en zei; „Wat een stad is dat l'trechtl Wat een stad! Een zee van huizenl" Een half uurtje later deed de meester het zijne er bij: „De Heere heeft grootc dingen aan ons gedaan; meer dan zevenduizend van de aanzien lijken des lands." Toen de zon opkwam, keken ze elkaar eens aan, die drie uit Veenplas: ze kregen tooh wel wat slaap. Toen ze wat slijf uit de kar stapten, stonden er Veenplassers, die allang op waren, bij en keken met verwondering naar die twee, die het gewaagd en volbracht hadden, zulk een gevaarvolle tocht te maken. De voerman laadde zijn vrachtje af vlak bij do nieuwe wijk, die dwars op het kanaal gegraven, werd. De rijke meneer had die broodnoodig voor de afvoer van turf. Maar de grond, waar die af gekeurde school op stond, was niet van hem ge weest. Maar een man met verziende blik als hij was, had allang geloerd op dat hoekje grond. Dat die school eindelijk afgekeurd was, hing met die blik samen. Ook nu kreeg hij voor de guldens, die hij voor het nieuwe gebouw gaf, gouden tien tjes terug met de jaren. XI. EEN REM Bij het vele werk, dat meester Kwedelboom op gioh nam, zonder er een cent voor te vragen, behoorde ook zijn arbeid aan de rijpere jeugd. Het ging hem aan het hart, dat er oooveel jon gens rondliepen, die de lagere school ontwassen waren, zonder er ooit geweest te zijn. Jn overleg met zijn „broeders bestuurde ren", zon der wie hij nooit een vinger in dc asch slak, maakte hij dus bekend, dat hij een avondschool zou oprichten in de winter. Drie avonden in de week voor dc minst gevorderden, met wie hij dus gevoeglijk de stof van de eerste en tweede klas zijner school kon behandelen en dan nog tweo avonden voor de knappen, vooral jongens, die al op het werk waren. Elke avond twee uur. Als ge woonlijk, wanneer er in deze opkomende streken iets nieuws begonnen werd, stroomden de liefheb bers toe. De eerste avonden had hij er over oo dertig. Stof tot danken had de man volop. Do volgende avonden slonk zijn gehoor ziender oogon. Na vier weken had hij er bij de beginners nocg acht en bij de knapperen nog drie. Maar klagen deed hij niet. Al hield hij maar één, hij zou vol houden. Na Kerstmis had hij er op de avond voor meer gevorderden nog één. Dat was een timmerjongen. Met hem wilde hij wat hoogers behandelen: Wis kunde: Meetkunde en Alg^ira. De eerste avond kwamen er dus op het bard te staan allerlei dingen met a en b, en figuren met lijnen en hoeken. De volgende avond wachtte de meester vergeefs op eijn eenige discipel. Toen hij den jongen een ar dagen later tegen kwam en hem vroeg, waar om hij niet meer gekomen wae, beet de jong hem toe: „Vader zei: voor die onzin stuurde hij geen jongens naar een avondschool. Van a en b had hij al geleerd in de eerste klas; en lijntjes trekken kon hij ook al." Er liep in die dagen een groote heer in Veenplas rond, die meende er wat geld te kunnen verdienen. Dat was meneer Brunst, die zijn best deed zooveel mogelijk veengrond op te koopen in de omgeving. Natuurlijk kwam hij daarbij in botsing met den rijken heer uit de stad, den alvermogenden man, die in Veenplas maar te gebieden had. Ongelukkig bad hij vergeten alle veen op te koopen. Dat deed nu meneer Brunst: kampen zou het worden tus- schen die twee. Van kampen en vechten hield meneer Brunst. Oorspronkelijk was hij een Fries, een arme arbeidersjongen uit Klontjeburcn, zooals hij zelf zei. In Amerika was hij dertig jaar ge weest, had er een kapitaal verdiend, maar voelde zich als aankomende zestiger nog te jong om to rentenieren. Zijn jongens zaten in Amerika op flinke boerderijen, zei hij. Je moest het maar ge- Joovcn, maar geld scheen hij genoeg te hebben. Hij trakteerde flink. Hij wilde in Veenplas een villa voor zich laten bouwen. Het veen, dat hij al gekocht had en nu aan de snee bracht, ver schafte hem genot, zei hij. En hij liet een paai* dubbeltjes meer verddenen dan die „rijke stinker*, zooals hij den rijken veeneigenaar uit de stad 6teeds noemde. De arbeiders hadden schik. Die rijke vechtlustige meneer Brunt stapte eens met een dikke bontmantel aan, dikke handschoe nen aan de vingers en een sigaar in zijn mond als een boomstam, bij meester Kwedelboom binnen. „Ik kom eens kennis met je maken, meester, do minee, burgemeester, politie-agent, notaris, deur waarder ja, wat ben jij hier in dat gat al niet, mijn goeie man." „Ik doe wat mijn hand vindt om te doen, mijn heer Brunst" „Goed! Een mooi leven! Ik heb dat ook altijd gedaan. Maar jij had eerst een twintig jaar m Amerika moeten werken. Daar had je wat kunnen Jeeren. Je doet het glad verkeerd. Daar heb ik. me Interieur van de St. Jacobskerk te Den Haag, waar op 7 Januari a.s. Tiet huwelijk van Primes Juliana en Prins Bernhard zal worden in gezegend, De Rubberboom van Veenplas (Korte inhoud van 't voorgaande) 't Was een zeer eigenaardig man, die Jan Kwedel boom. Velen wisten niet wat sc van hem denken moesten: of hij een zonderling of een huichelaar was. Toen hij eindelijk zijn hoofdakte behaald had werd hij bovenmeester te Veenplas, een gehecht ergens in het Drentsche veen. Het aantal leerlingen van zijn school breidde zich steeds uit; de kinderen kwamen van alle kanten door het veen naar de school van meester Kwedel. Tenslotte moest te Diedeldom, een gehucht op een uur afstand van Veenplas, een nieuwe school worden geopend. Toen te Veenplas onder de kinderen een besmet telijke ziekte uitbrak, gaf de dokter hiervan de schuld aan de school van meester Kwedel. Er moest een nieuw schoolgebouw komen, en meester Kwedel en zijn vriend de kleermaker gingen daar voor in Groningen collecteeren. Een rijke mijnheer, die in Veenplas veel bezittingen had, gaf hun dc toezegging een nieuwe school te zullen bouwen, die dan ook inderdaad eenige maanden later kon worden geopend. Kort daarna woonden meester Kwedel en de kleer maker te Utrecht een vergadering bij van aVe vrienden van het Chr. onderwijs. Deze vergadering duurde twee dagen en zeer voldaan togen de beide Veenplassers huiswaarts. (Het vervolg vindt u hiernaast.) gehoord, dat jo heelc avondschool verloopen is. Geen wonder. Voor wat, hoort wat, zeg ik. Als ik werk, wil ik wat verdienen. En als jij wat weg geeft voor niks, dan is dat ook niks waard. Had van ieder een kwartje schoolgeld in dc week ge vraagd en je had een mooi koppeltje gehouden. Je bent hior nou al zoo lang, maar je kent je eigen lui niet Ik loop hier een paar dagen rond de laatste weken en ik heb ze in mijn zak: laat een paar dubbeltjes zien en je hebt ze. En vraag geld, voor wat je geeft, dan is het wat waard. Je bent zelf begonnen je waar niet op prij3 to stellen. Maar de jongens hebben gelijk, want met al die geleerdheid doe je niks, geen spier. Vooral niet hier in de buurt van Veenplas. Weet je, waar bet op aan komt? Op slimheid, goochomheid. Je moet goochem zijn. Dan stuur je het ver in do wereld. Maar jij bent niet goochem." ,.Nee, mijnheer Brust; goochem ben ik heelemaal niet." „Dus dat erken je toch zelf! Beter je, man!" „Ik wensch op dezelfde weg voort te gaan, mijnheer." „Dan ben je gek man, stapelgek. Hier steek eens een goeie sigaar op." „Dank u, mijnheer Brunst: ik rook niet" „Man, waarvoor leef jij? Geheelonthouder, niet rooken, geen geld vragen voor je werk. Heb jo soms al genoeg? In een oude kous?" „Het huisraad, dat u ziet, is mijn eigendom, mijnheer. Andere bezittingen hob ik niet." De Amerikaan sloeg met een zwaai zijn dikke bontjas wat los, omdat hij warm werd in de kamer, lachte hard op en riep: „Ik dan wel. Als armoedzaaier vertrok ik naar Amerika, haast geen hemd aan het lijf en nou ga ik niet op zij voor dien rijken stinker uit do stad. Als je wat noodig hebt, kom gerust bij me, hoor! Ik zal je wel helpen met een paar honderd guldentjes. Want je zou me ook wel eens van dienst kunnen zijn in dc toekomst. Gegroet! Ik ken je nou. Wc zien elkaar wel eens weer." Die mijnheer Brunst liep dag aan dag rond, want' bet voen, dat hij aan de snee had, bestuurde hij zelf. Hij sprak met do arbeiders als met zijn gelijken. Hij was zelf immers ook arbeider ge weest. Daarop was hij zelfs trotsch. Hij bazuinde het overal uit. De pienterste arbeiders zocht hij er uit, en hij had daarbij een zeer scherp oog, en dio maakte hij tot voorwerker of baas. Hij kreeg veel aanhang, invloed, door zijn geld. Geleerdheid? Daar had je niks aan. Daar kocht je niks voor, was steeds zijn slagwoord. Goochem heid! Het was geen wonder, dat de zomer, die toen volgde, do meester heel vaak met een half school tje kinderen zat. De anderen werkten met dc Ouders mee in het veen. Om centen-verdienen was het tooh maar te doen. Wat gaf al die ge leerdheid? Niks immers. Meneer Brunst zelf zei bet toch ook. Hij had immers zelf gezegd, dat hij maar heel weinig lezen en zoo goed als niet schrijven kon. En wat een bult geld had de man! In de herborg, waar hij gezeten had met de ar beiders, als één van hen, en waar hij getrakteerd had, was hij zoo mooi aan het vertellen geweest ivan vroeger. Hij had als jonge kerel zijn best ge daan om koster te worden in Klontjosburcn. Hij zou ook vast aangesteld zijn, want hij was zoo'n lorsche vent. Maar toen het op punt van zaken aankwam, was het mis geloopcn, omdat Brunst lezen noch schrijven kon. Do kerkvoogden hadden er nog wel aan gewild, omdat een koster-dood graver alleen maar gocdo knuisten noodig heeft, maar de dominee had er zoo togen te keer gegaan, omdat do domineo beweerd had, dat ssailk een be noeming een slag zou zijn in het aangezicht van het onvolprezen onderwijs, zooals hij zich uit- idrukte. „En omdat ik niet op de hoogte was met het' onvolprezen onderwijs", riep meneer Brunst door de gelagkamer heen, „daarom werd ik niet be- 501 SCHAAKRUBRIEK Redacteur: W. J. H. CARON, Jacob Marisstraat 42, Amsterdam-West. Men wordt verzocht correspon dentie over deze rubriek aan bovenstaand adres te richten. Probleem no. 519 Van: O. NEMO i iC: Wit begint en geeft in drie zetten mat Wit (5)Kb5, Df6, Pf2, pi.cG, h5 Zwart (2): Kd5, pi.bö Probleem no. 520 Van: J. A. SMITH IIP mmp ÏÏ/4/Ê Wit begint en geeft in twee zetten mat. iWit (9): Kal, Dbl, Tb6, Te8, Lc2, Pd4, pi.a5, b7, e7 Zwart (10): Kc7, Dh8, Lb8, LeO, Pf6, Pf8, pi.d5, e4, 17, h6 Men wordt verzocht de oplossingen binnen acht dagen in te zenden. Oplossing van probleem no. 517 Van: F. I. VAN BLOOIS .Wit (11): Rh2, Da2, Td7, Tg2, Lf5, Lh6, Pb5, Ph5, pi.c6, Ó6, ei Zwart (8): Ke8, Tc4, Lgi, Lh8, Pa3, Pa8, pi.e5, 17 Mat in twee zetten Bedoeld was 1. Lh7 (tempoprobleem) maar na 1Lg7 is geen mat te verkrijgen. Het ant woord „onoplosbaar" wordt goed gerekend. 1. c6c7 faalt (gelijk de bedoeling was) op 1, PXc7, Oplossing van probleem no. 518 Van: B. POSTMA Wit (11): Ka7, Dh4, Th5, Lc6, Lf8, Pd8, Pc5, pi.a3, e2, g3, h3. Zwart (10): Ka5, Lc8, Pc3, pi.aO, b4, c7, d6, e6t 15, e4 Mat in twee zetten. Sleutelzet: 1. g3—g4 (tempoproibleem). Nevenoplossing: 1. Dh4Xe4 Goede oplossingen ontvangen van: L'. Couprio |(518) Scheveningcn; A. de Groot (517, 518), A .van 'dei- Spek (518 en nev. opl.) Rotterdam; G. G. den Hollander (517, 518), Harderwijk; A. Haas Jr. (518) Schiedam; H. C. J. Spier (517, 518) Den Haag; Th, F. Pieters (518) Zeist. OPLOSWEDSTRIJD Evenals den vorigen winter ral Ook titans een: wedstrijd in het oplossen van problemen gehou den worden. In de volg inde rubriek hoop ik de eerste problemen te plaatsen. ENGELSCHE OPENING Gespeeld te Nottingham 1936 Wit: ALEXANDER Zwart: Dr. EUWE I c2c4 e7e5 Van alle antwoorden, die hier mogelijk zijn, wel het scherpste. Dat de wereldkampioen dit kiest behoeft wel niet te verwonoeren. Zwart neemt echter ook het meeste risico op deze wijze. Im mers men speelt Siciliaansch met verwisseld© kleuren. Voor zwart is deze opening reeds zeer betrouwbaar, hoeveel te meer zal wit met een tempo meer een goed spel verkrijgen, zoo hij het Sicilaansch systeem toepast. 2. Pbl—c3 Pg8—f6 3 g2g3 Men zou dit fianchetto de witte „drakenvariant" kunnen noemen. 3 d7d5 4 c4Xd5 Pf6Xd5 5 Lflg2 Pd5b6 Overeenkomstig den sterken zet Pd4b3 uit den origineelen Siciliaan. 6 Pgl—f3 Pb8c6 7 0-0 Lf8e7 8 (12—o3 0-0 9 Lele3 Het bezit van het veld c5 is zeer gewichtig voor wit. Hier moet een paard geposteerd worden. 9 LcSgi Het is dc vraag, of dit het sterkst is. Misschien verdient Le6 de voorkeur. 10 Pc3a4! ~>d8d7 II Tal—cl 17—16 Deze zet beteekent een compliment aan het witte spel. Zwart komt niet tot een aanval langs de 1-baan: f7f5f4. Onjuist is de combinatie 11 PX&4 12. DXa4 Pd4!? 13. DXd7 PXe2f 14. Khl LXd7 15. TXc71 12 Le3c5 Er kan nog geen paard naar c5 gespeeld worden wegens LXc5. 12 Pc6d8 13 Lc5Xc7 Dd7Xe7 14 h2h3 W»t heeft de opening uitstekend behandeld, maar dit verjagen van den loopcr kost een tempo. Bo vendien komt dit stuk op een betere plaats. Ster ker was 14. Pc5. 14 Lg4e6 15 Ddlc2? Zwarts antwoord stempelt deze voortzetting tot tempoverlies. Wit verzuimt opnieuw de gelegen heid Pc5 te spelen. 15 Pb6Xa4! 16 Dc2Xa4 Le6—d5 De loopcr komt zeer goed in het spel. 17 Da4a5 Ld5—cG 18 b2b4 a7—a6 Er dreigde b5 en nemen op c7« 19 Pf3—d2 Niet 19. b5 wegens b6! enz. 19 Kg8—h8 Om b6 en a5 te kunnen spelen, zonder door Db3 schaak gezet te worden. 20 Daöc5 De7 *7 21 Lg2Xc6 Dat wit zijn koning6looper afruilt en het zwarte paard in het veld brengt, kan niet goed zijn. Beter schijnt 21. Pd2b3. 21 Pd8Xc6 22 Pd2—1)3 Df7—h5 23 (13d4! J Als zwart op e2 of h3 slaat, stelt wit zich schade loos door 21. d4—d5 Pd4 25, PX<*4 eXd 26. DXc7, 23 Ta8d8 24 d4d5 Pc6 d4 25 Pb3Xd4 e5Xd4 36 Dc5Xc7 Nu dreigt DXb7 en pion d5 wordt gevaarlijk. 26 Dh5Xd5 27 Dc7—c4 Dd5—f5 28 Tfl—dl? Noodig was 28. Kg2 om h3 te dekken. 28 Df5Xh3 29 Dc4c7 Te laat ziet wit, dat hij pion d4 niet krijgt, hijV, 29. TXd4? Tc8! en wit verliest de koningin. 29 Dh3cG 30 Dc7Xb7 DeGXe2 31 Tdl—el De2Xa2 32 Tel—e7 Tf8-g8 33 Tel—c7 d4d3! 34 Te7Xg7 Tg8Xg7 35 TcXg7 Da2—blf, 36 Kglh2 d3d2 Opgegeven. Dr. Euwe toont in „Do Schaakwe reld" aan, dat wit inderdaad verloren is. Toch zijn er nog tiwee voortzettingen, die kansen bieden, nl. IA: 37. Tg4, dreigend Dg7 mat en 37. Df7, dreigend' Tg8t en Df6| remise door voortdurend schaak. Dr. Euwo geeft de volgende winstvarianten: 37. ,Tg4 Ug6 38. TXgö hXg 39. Df7 dlD 40. DXf6t Kh7. 41. De7f Kliö 42. De3f (niet Dh4t Dh5!) Kh5 43. Dc5t g5 cn zwart wint; B: 37. Df7 Dfó! 38. Tgi! DXfóf 39. Kh3 Dflf 40. Kh2 Dhlfl 41. KXhl dlDt 42. Kg2 Td2f 43. Rh3 Dhl mat. Een fraaie analyse* De Ruilbeurs - Boven-Hardinxveld Ten dienste van de lezers der Ver Christ. Pers Van de firma van Houten vernamen we, dat van Houtens „Ons Eigen Tijdschrift" liquideert Daar om waarschuwen wc U tijdig, niet te veel van Houten-bons aan te vragen. Aan de lezers die belang hebben bij de insluit- reclame, maken we bekend dat voor St Nicoiaa9 geen nieuwe reclames kunnen worden aangeno men. We zijn tot diep in December bezet Voor inlichtingen omtrent de reclame, posbzegel voor antwoord insluiten. Voorwaarden: 1 Het is aan „De Ruilbeurs" de waarde der bons en plaatjes te bepalen. 2 Iedere aanvraag moet voldoend., gefrankeerd zijn. 3 Bij iedere aanvraag tot 500 punten moet 15 ct. worden ingeslotc tot 1000 punten 20 ct. (aan postzegels). 4 Als het gevraagde niet in voorraad is, wordt Uw aanvraag genoteerd en deelen wij dit mede in ons Zondagsblad. 5 Uit voorgaand art. volgt: vul steeds duidelijk in van weik blad der V.C.P. (Rotterdammer, Nieuwe Haagsche Courant, Nieuwe Utrechtscho Courant, Nieuwe Leidscho Courant, Dordtsch Dagblad) U lezer is. 6 Stuurt U te veel punten, dan kunnen die g boekt blijven tot een volgende zending. De waarde der bons is: Bussink 8, Coelingh 3, Douvve Egberts 6, v, Delft 10, Dobbelman 4, H.O. 6, Droste 20, Hag-zegel 8, Haust 5, Hillo Limburg 8, andere 6, Holl. Zw. Weegsch. 3, van Houten Tijdsch.bons 40, Paul Kaiser 5, Klaverblad 6, Klokzeep 10, Kwatta 3, Lever's zeepbons 20, van Nelle 4, Patria 10, Pleines Ufa 3, Rademaker 3, Sickesz 3, Verkade oude albums 2, Torenkraai 3, Boerderij 5, Wascholine 2. Wil s.v.p. gratis ruil formulier zenden aan: Naam Adres: Woo n pl aat s: - Datumit Wie heeft voor ons: Ufa, no. 5, 151 cn 178, Nie- meyer bons, 6 Leupen plaatjes, 22 Flora's hon den, 70 Gouda theelichten bons en 30 Smith's die ren plaat jee? Wie kan gebruiken: Vergulde Hand, Nationaal B. B., A. Heyn, Era, Stereo, Haas, Smith, Glim, v. d. Bergh, Eru, Schriek, Recter, de Jong, Victrix, Maizena, Driessen, Liga, Victoria v. d. Ven, A.J.P, Erdal pelikanen, Hapé, Stark, Ster, Schura, Woer- kom, Monogram, Sanders, en vele anderen. Er is slechts een beperkt aantal in voorraad, gelieve dus spoedig op te geven of er iets voor U bij is. Weldadigheids- en Driehoek-zegels zijn 6tceds zeer iwelkom. CORRESPONDENTIE: P. J. v. d. Z. te den Haag. 25 Vim plus 500 pt. genoteerd. A. de B. te Rotterdam-W. 60 Bussink plue 100 Paul Kaiser genoteerd. Saldo 2296 pt. T. S. te Hekendorp. 25 Vim plus 269 pt. genoteerd. 't Zal nog wel een poosje duren. We zijn om F. niet verlegen, St. is 2 pt. De Molen is onbekend. G. J. K. Jr. te Botterdam. 6 Leupen volgen nog. Dank voor de driehoekzegels! Mej. E. v. K. te Leiden. Wat in voorraad was Is verzonden, overige nummers genoteerd. Met wat geduld komt 't wel in orde! C. v. W. te Zwijndrecht. De v. II. zijn venzonden. !<4. H. te den Haag. v. Nelle en Droste gezonden, v. Delft gedeeltelijk. J. H. G. v. d. P.-W. te Rotterdam. Voor die 40 bons geven wc 24 Paula! 'A. v. d. li. te Rotterdam. Uw zending groot 2400 pt. wordt omgezet in 800 Weegsch. R. J. M. te Brunssum. Saldo 9G pt Dank voor do mededeeling, we wisten 't niet! 7. R. te Scheveningen. 114 Klaverblad plus 190 Ufa volgen nog. 'A. D. te Chaam. Haus en Boerderij verzonden. 25 Vim plus 1176 pt genoteerd. Tot 1000 pt. 20 ct, U zondt 2306 pt J. L. te den Haag. Zendt U ze eens, dan kunnen: we 't zien. Mej. M. N. te Oud-Bcyerland. We raden U dc pt. te laten staan. Er staan voor K. zooveel aanvra gen. Valt 't mee, dan zenden we ze nog. Elke 5U0 pt 15 ct G. J. K. te Rotterdam-Z. U sloot geen porto in! Mej. J. Q. te Rijsenburg. Een flinke dosis geduld is er voor noodig! Mej. F. V. te Doorn. De nrs. 5 en 151 zijn aan de fabriek niet meer te krijgen, 't Is mogelijk dat ze hier nog wel binnenkomen. ,W. J. W. te Gouda. Alles is vcrzondenl 'J. C. te Leiden. De aanvraag is genoteerd. Wilt U een advertentie? Postadres: De Ruilbeurs, Hardinxvold, 513

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1936 | | pagina 14