,'IETER CALANDS WERK
1866 - 31 October - 1936
TERDAG 31 OCTOBER 1936
VIERDE BLAD PAG. 13
HERVORMINGSDAG
Lt is de kern van de Christelijke
Lsbeschouwing voor heel ons optreden,
/cl persoonlijk als gemeenschappelijk*
Juuwook voor onze Politieke en sociale acti-
'jt? Dit, dat de scheiding overbrugd is
godsdienst en wandel; dat onze
jis het oppergezag van God eu dat wij
ens die leer leven.
111 it was ook de leer van de groote Her-
Bmnsóers. dat was de leer van Calvijn, naar
send veien onzer zich bij voorkeur noemen..
jo zag het ook Dr. Paul Tournier, wiens
•tyoering, gehouden te Genève ter her-
jjng van het vierde eeuwfeest der Her
ping, thans in het Algemeen
ie k b 1 a d voor Christendom en Cultuur
■Jerg "dt opgenomen.
jn merkwaardige redevoering, omdat zij
shield duidelijk in het licht stelt de groote
^enp Jekenis van Calvijns optreden, niet al-
i voor de Kerk, maar voor heel de le-
5terda^0penj3aring>
jant, aldus ongeveer de redenaar, „op
p toen Farel er zich vestigde, was
jève ondanks den Bisschop en de ka-
28 viffiikken, ondanks de kloosters en
pe broeders 'n heidensch land. Begrijpt
wel: ik ontken niet dat er zielen woon-
die ernstig God zochten, maar tusschen
[leven der stad en haar godsdienst he-
jd een diepe scheiding."
n Stioifc godsdienst was hoofdzakelijk ceremo-
il;1 het maatschappelijk leven was we-
gewone en vaak ook in ongun-
rpen e zin. Toen stond daar een kleine groep
op, wier kenmerk was „liun be-
jez (heid tot algeheele gehoorzaamheid aan
„,2» en slechts aan God". Het Evangelie
29 n-n hUn eenig richtsnoer.
angzamerhand, vooral niet ineens, krijgt
!v«r woord gezag, daar men gevoelt, dat
geloof en hun levenshouding een en
p jplfde zaak zijn. God vervult hun gedach-
en leidt hun daden,
hen hebben de inwoners van deze
leeren begrijpen, dat godsdienst niet
B Lon' zaak is alleen van gevoel, van ge-
lam hte, van aanbidding, maar vooral een
k van handelen, een 1 e v e n s w ij
't, lid door God, in getrouwe gehoorzaam-
i aan Hem."
TE Sindelijk, aldus Dr. Tournier, greep de
uwe levensleer zoo diep om zich heen
jhet volk, vereenigd in algemeene Raad,
de kloostergang van de Sint Pieterskerk
Zondag 21 Mei 1536 de eed aflegde
j-taan te zullen leven in overeenstem-
ïg met het Evangelie en Gods Woord.
n y jn enkele stem verhief zich tegen deze
mpfte."
Je gevolgen bleven niet uit. „De zeden
rden gezuiverd, het geloof krachtig, het
iinsleven gegrond op het gezinsgebe
nsrenet Gemeenebest gegrond op het hugenoo-
ü-gezinsleven. De ommekeer voltrok zich
De mahoniehouten met zilver gemonteerde spade en
de sierlijk bewerkte kruiwagen, welke dienst deden
bij de plechtigheid van 31 Oct. 1866, toen de eerste
spade gestoken werd voor den Nieuwen Waterweg.
op economisch gebied. Tenslotte
werd de Regeering der stad een bestiering
door God, hetgeen op Genève gedurende
tientallen volgende jaren die zeer bizon-
dere stempel heeft gedrukt."
En dat alles geschiedde onder aanvoe
ring van Calvijn; zei de spreker.
Daarom komt op Hervormingsdag ook
tot ons de boodschap om te leven, geheel
en al, in overeenstemming met het Evan
gelie. Dan pas zijn wij ware zonen van
Calvijn en kinderen der Hervorming.
LAND- EN TUINBOUW
Springers herbariun
naar Wageningen
Belangrijke schenking
Door den bekenden tuinarchitect en den-
droloog, den grooten kenner van onze boomen
en planten, den
heer Leonard
A. Springer, t.e
Haarlem, is in de
loop van zijn
lange leven, hij is
82 jaar, en reeds
zestig jaar tuin
architect, een zeer
belangrij k den-
drologisch her
barium bijeenge
bracht
Dit herbarium
bevat zeer belang
rijke nummers en
is van groote
waarde voor de
dendrologie.
De heer Springer heeft dit herbarium
thans aan de Landbouwhoogeschool te Wa
geningen geschonken. Dit beteekent voor
deze hoogpschool een groote aanwinst
Duurder eieren
Minder aanbod, duurder voeder
Enkele consumenten vragen ons over het
duurder worden der eieren en de oorzaken
ervan, en een enkele meent, dat dit geval
len zijn van onredelijke prijsopdrijving.
Dit laatste moeten we al dadelijk bestrij
den. De pluimveehouder zal niets liever
zien, dan dat de eierprijs weer kon dalen.
Wanneer hier althang een natuurlijke reden
is, n.l. het goedkooper worden van de
productiekosten. Maar daar lijkt het momcn
teel niet veel op. De voornaamste voeder
middelen mais, gerst en tarwe zijn, verge
leken bij een jaar terug aanmerkelijk in
prijs gestegen en wel met ongeveer 80 pCt.
het eene iets meer en het ander iets
nder. Daarbij vergeleken is dus een
prijsstijging van ruim een kwart cent ver
geleken bij verleden jaar nog niet veel.
Vermoedelijk echter zullen de vragers en
vraagsters vergeten, dat altijd tegen dp
winter de prijzen beduidend omhaag gaan.
Wegens geringer aanbod van nu is daar
nog meer reden voor, want behalve de ge
wone factoren, die daarop invloed uit
oefenen, als koude en nattigheid, komt
daar nog bij, dat de pluimveehouders zich
wel genoodzaakt zagen een deel van hun
kippen op te ruimen. Het was niet meer
loonend, zooveel kippen te houden.
Door de heffing op de granen, die vol
gens berekening beteekent een heffjng van
85 cent op 100 eieren, wordt vele pluim-,
veehouders het bedrijfsleven lastig ge
maakt. Men qntvangt wel bij export
restitutie van deze heffing, doch deze res
titutie is theoretisch slechts 60 cent per
100 geproduceerde eieren. Doch alleen op
die uitgevoerd worden, niet.voor de hier
geconsumeerde eieren.
Werd deze heffing op de granen en dus
ook de restitutie bij export ingetrokken,
dan zou de consument en ook de pluim
veehouder gebaat zijn. De eierprijs zou
dan 60 ct. per 100 dalen en de pluimvee
houder zou geen 85 cent heffing behoeven
te betalen en had dus nog voordeel, onge
acht het feit, dat er meer vraag zou komen.
„DE HOOP" BEHOUDEN
BINNEN
Na een onstuimige zeereis
Wat het hospitaal-
kerkschip doet
(Van onzen Amsterdamsche redacteur)
Achter de oude Marinewerf te Am
sterdam ligt na een zeereis van zes
maanden het bekende hospitaal-kerk
schip „De Hoop" weer behouden voor
anker. Het schip, dat elk voorjaar
wordit uitgezonden door de Ned. Ver-
eeniging ten behoeve van zeelieden van
elke nationaliteit, heeft e"| z.ware reis
achter den rug.
Op het eerste gezicht leest men de onder
vindingen in het stormweer der laatste week
stellig niet af van het rustige, verweerde
uiterlijk der equipage. Men komt er aan
stonds beter van onder den indruk, als men
de sterk gehavende tuigage ziet.
Het relaas van den kapitein
De kapitein, de heer J. Smit, die met den
stuurman, den heer C. Dubbeld en de
overige bemanning, moeilijke dagen heeft
doorworsteld., vertelde ons gistermiddag op
bescheiden, onopgesmukte zeemansmanier er
het een en ander van.
Het was schitterend weer, bijna zomer,
zegt hij, toen wij met 'het hospitaal-kerkschip
Donderdag den 22sten de haven van Scarbo
rough aan de Noordkust van Engeland voor
de thuisreis verlieten. Maar het duurde
slechts een paar uur of het begon op de
Noordzee te stormen.
Het is ontzettend
geweest
vervolgt de gezagvoerder. Ruim 17 jaar
heeft hij nu al op de ranke zeilschoener-met
motoren gevaren, maar zulk bar weer als nu
kan hij zich bijna niet herinneren. In de vier
dagen, dat de storm aanhield, heeft hij geen
zes uur kunnen slapen en de stuurman had
men vastgebonden, wilde hij niet met stuur
stoel en al ergens op het dek neerploffen of
over de reeling heen in de kokende, woeste
zee terecht komen. De predikant aan boord,
DsJ. G. A. van Hoogstraten, van
's-Gravenpolder, en de leider van het hospi
taal, Dr H. J. B. van Wel, uit Dordrecht,
hielden zich goed op het hevig werkende en
sterk slingerende schip.
Wij hebben, vervolgde de kapitein zijn
laas, waarschuwingen van in nood verkee-
rende schepen ontvangen, maar „De Hoop"
zelf eischte al onze zorg. Zondagmorgen 25
October om 4 uur 's morgens, toen de storm
geweldig was toegenomen, kon het fokkezeil
op het voorschip het niet meer houden en
scheurde bijna geheel aan flarden, zoodat
een andere fok met veel moeite moest worden
geheschen. Dinsdagmorgen om 8 uur beukte
de orkaan midscheeps zóó woest, dat het
brikzeil scheurde en ook nagenoeg geheel aan
stukken waaide. Dit was de ergste schade.
Eerst waren wij, ging de kapitein onder
een rustig kopje thee voort, van plan maar
in zee te blijven, omdat wij hij opkomende
maan gunstig weer verwachtten, doch de
buien namen in hevigheid dermate toe, dat
de koers wel naar IJmuiden moest worden
genomen. Het weer werd al slechter, vooral
bij het IJmuidergat, dat deze ervaren schip
per toch door jarenlange ervaring kent. De
kapitein verhaalt van de belevenissen bij den
brulboei met de kust in zicht. Tusschen hui-
zenhooge zeeën, bergen van water, konden
wij na ontzaggelijke moeite, er in slagen
vóór den wind het IJmuider gat binnen te
vallen, en wij dankten God, besloot kapitein
Smit zijn boeiend verhaal, dat wij Woens<'
middag tegen half zes de IJmuider haven
binnen vlogen en alles zoo goed was afge-
loopen. 5
Zooals de laatste 4 dagen het weer op de
Noordzee was, heeft „De Hoop" op de reizen
van het verloopen halfjaar het gelukkig niet
meegemaakt. Het hospitaal-kerkschip heeft
in het afgeloopen halfjaar wederom prach
tige diensten bewezen aan onze Noordzeevis-
schers. Onbekrompen hebben dominee
dokter wederom
geestelijke, zedelijke en medische hulp
kunnen verleenen. Aan boord en ook op de
visscherssohepen, die altijd geruster varen en
werken, als „De Hoop" in de nabijheid is,
die zoo voortreffelijk, ook radiografisch, voor
deze hulp aan zeevarenden is ingericht. Da
gelijks werden diensten aan boord door Ds
van Hoogstraten gehouden, en vele diensten
per radio uitgezonden. Ook de dokter wa
voortdurend in actie, niet alleen voor kies
pijnlijders en om allerlei ongemakken, ver.
bonden aan het zeemansleven, te verhelpen.
Er zijn ook ernstige patiënten behandeld
gelukkig met goed gevolg. Weer of geen
weer, de beide verzorgers stonden alitiji
klaar. Er zijn niet minder dan 477 patiënten
behandeld door den arts, en de predikant
heeft aan honderden zeelieden de zoo noodij e
zoo gewaarde^de geestelijke hulp, troost
bestiering verleend. Ook door passende
lectuur.
Het werk van „De Hoop" is iets bijzonders.
Alleen Holland
zorgt zóó voor z'n zeevarenden. Het hospitaal
kerkschip in de zomermaanden op de Noord
zee, de vereeniging „Bethsaïda" straks weer
meer ten Zuiden, aan de Fransahe kust.
Voor het hospitaal-kerkschip kan men zich
wenden tot den secretaris, den heer W. K.
Chambers, Oudebrugsteeg 16, Amster
dam. Dit werk, dat door een bescheiden Ro-
geeringssubsidie wordt gesteund, is grooten-
deels afhankelijk van giften en gaven. Ni rt
van de zeelieden, die de hulp kosteloos ont
vangen, maar van het Nederlandsche volk,
dat met zijn wakkere zeelieden behoort mee
te leven.
Wolhandkrab gevangen
Dezer dagen heeft een visscher in het
polderwater, toebehoorende aan den polder
Oostzaan,«.een voor de vischvangst zeer
schadelijke wolhandkrab gevangen. Het
dier is ter beschikking gesteld van „Artis"
te Amsterdam.
Kooplieden, reeders, assuradeurs, cargadoors,
expediteurs, enz., kortom vrijwel de geheele
Rotterdamsche handel wendde zich in April
1860 tot Z. M. den Koning met het verzoek,
in aanmerking te willen nemen de nadeelen
waaronder zij lijden door de „moegelijke en
kostbare toegang tot hunne stad uit zee
voor eenigszins diepgaande schepen". De
oplossing zien zij in het uitstekend rapport
van 'den Raad van Waterstaat, die in 185&
het tot stand brengen van den Nieuwen
Waterweg had voorgesteld. Zij hebben daar*
van de beste verwachting: de stad zal daar
door de schoonste toegang verkrijgen, ver
kieslijk boven eenige tusschen Havre en
Noorwegen. Facsimile van een gedeelte
der handteekeningen, waaronder die ran
vele bekende firma's voorkomen.
all
Cruquius'oude plan gevolgd
Het werk door Leemans vol
tooid.Thorbecke's doorzicht
speelde een voorname rol.
ie groote voorsprong die de haven van
op haar Amsterdamsche medv-
heeft ,}at zjj behoudens an-
]SSintreje voordeelen een open weg naar zee
D.w.z. Rotterdam beschikt over een
irvvater waar de schepen zonder te
uiten vanuit zee kunnen binnenloopen.
!3 brutiet belangrijke feit, d'at de Nieuwe Rot-
door dtiamsche Waterweg niet door sluizen
et^scht? zee *s afgesloten, maar de vrije wer-
wor'deiS van eb en vl-oed ondergaat, is voor
ir Pepe|. groot deel te danken aan den bekwa-
erwaterbouwkundige Pieter Caland.
Ie toegangen van Rotterdam naar zee
De be-en in de eerste, helft der vorige eeuw
te wenschen over. Zoowel heit Briel
't stooke gat als dat van Brouwershaven vor-
sbehoo'den noodig herziening. Bij stormweer
eikan-zeegang liepen de schepen licht gevaar
reer. Di,r hun stampende beweging den grond
•td' H«faken- Ook het Voornsche Kanaal dat
Bohüï' 1829 voltooid was behield zijn be-
i. is giarem
d 8thallls vanzeM bracht dit den handel stag-
trawie^e en gevoelige schade toe. Zoo niet
trawlefecbig verandering kwam, zou het nieuw
(boren koninkrijk vervallen tot een
2aan^at van m™cleren rang, waarin de zee-
P. Caland
vaart niet die berteekenis zou behouden
die baar krachtens haar traditie toekwam
In dezen tijd leefde Caland.
Met ingang van 1 Januari 1853 was hij
te Brielile gestationneerd als ingenieur van
dien Rijks Waterstaat. 1) Hij was toen 27
jaar. Dan breekt in zijn leven' een periode
aan, waarin hij getoond heeft een van
Neerlands grooten te zijn.
Zijn chef was hoofd-ingenieur A. G r e v e.
Deze had een ontwerp ingezonden tot ver
betering van het Goereesche zeegat.
Dit plan was in 1851 bekroond geworden
door het Bataafsoh Genootschap van proef
ondervindelijke wijsbegeerte, te Rotterdam,
maar door dien Raad van den Waterstaat
afgewezen. 2)
In 1857 kwam Greve met een nieuw ont
werp tot verbetering van het Brielsche
zeegat. Ook hiertegen rezen bedenkingen.
In 1856 was Caland met een proef-ontwerp
tot verbetering van het Brielsche zeegat
bij. hoofdimgenieur Greve gekomen. Maar
na diens dood 15 December 1857
bracht Caland eien ander plan ter tafel. 3)
Dit was liet plan tot doorgra
ving van den Hoek van Holland.
Den 25en Januari 1858 zond hij zijn ont-
Rlan tot doorgraving van den Hoek van Holland van Nikolaas Cxuquius (.1678—1756)
werp aan den Raad voor den Waterstaat,
een Raad, diie in 1857 door den minister
van Bimnenlandsche Zaken, A. G. A. rid
der van Rappard, in het leven was geroe
pen. Ingenieur Caland vervulde daarbij de
functie van secretaris. 4)
Het doorgraven van den Hoek van Hol
land is oorspronkelijk de idee geweest van
Nicolaas Cruquius (1678—1754). Een
„Kaart van de Beneden Rivier de Maas
de Merwede, van de Noord-Zee tot Gorin-
chem", geteekend door dien landmeter M.
Bolstra, geeft dit aan. 5)
Dit plan heeft Caland overgenomen. Het
ging daarbij om den open waterweg, een
weg zondier sluizen.
Tw ee dammen in zee zouden de toegang
vormen.
Voor de wijze van uitvoeren had Caland
zich voorgesteld een geu'l te baggeren van
4% K.M. lang, bij een breedte van 50 M.
Terwijl de diepgang voorloopig op 3 M.
onder laag water werd gesteld.
„De verdere vorming van de geul
zou kunnen worden overgelaten aan
de werking van eb en vloed, ge
steund door het afstroomende rivier
water, terwijl de vloed in zee krachtig
genoeg zou zijn om het uitstroomende
zand weg te voeren". 6)
De nieuwe riviermond zou benoorden
het Brielsche zeegat komen.
Het water bewesten Rozienburg en den
Hoek van Holland zou worden afgedamd
Het Botlek bleef bestaan.
Zijn denkbeelden inzake de verbetering
van beneden-rivieren heeft Caland gepubli
ceerd in een bijdrage getiteld: „Over vloed
i eb op de beneden-rivieren".
Zijn ontwerp werd met een kleine wijzi
ging door den Raad aangenomen. Bedoedde
commissie eindigde haar rapport:
„Wij hopen door het bovenstaande eenig
licht te hebben verspreid over het belang
rijke vraagstuk, betreffende de verbetering
van den Waterweg van Rotterdam naai
zee. Moge het welhaast blijken, dat wij
regte middelen hebben uitgekozen en daar
door de Rotterdamsche handel bevrijd
worde van de hinderpalen, die zijm verdere
ontwikkeling belemmeren". 7)
Van den Raad kwam het plan bij den
Minister. Maar door spoedig aftreden
het Kabinet-Thorbecke kon de zaak niet
meer bij de Tweede Kaïmer der Staten-
Generaal in behandeling worden genomen.
Eerst 24 Januari 1863 werd het ontwerp
wet.
Vooral aan den knappen staatsman
Thorbeeke is het voor een groot deel
te danken, dat de denkbeelden van
ingenieur Caland verwerkelijkt zijn.
Het wetsontwerp behelsde zoowel het
graven van dien Waterweg als dat
van het Noordzeekanaal, toen nog
genoemd „het kanaal door Holland
op zijn smakt".
„Onze kust worde voor de groote
scheepvaart van onzen tijd toeganke
lijk", zoo luidde het krachtig woord
van den minister-president
In zijn verdediging tegenover de Eerste
Kamer zegt Thorbeeke:
„Men heeft in den loop dezer discussii
meermalen mijn uitdrukking aangehaald,
dat dit werk een gewaagd werk is. Ik zeg
dit nog. Het is geen aanbeveling; maar
noch bij deze, nooh bij eenige andere gele
genheid denk ik verder te gaan dan het
geen ik voor waar en juist houde. Ik zeg
nog dat het een gewaagd werk is, maar
een werk dat wij moeten wagen". 8)
En in zijn verdediging van het Noordizee-
naal sprak deze zelfde bewindsman:
„Wij hebben niet genoeg aan spoorlijnen
op den vasten wal; die havenin- en uitgang,
moet ons dienen om onze spoorlijnen en
die, waarmee wij in gemeenschap komen,
over zee te verlengen. Vandaar dat ik aan
dezen waterweg, gelijk aan dien voor Rot
terdam, niet enkel het groote belang toe
ken, hetgeen onze binnenlandsche bedrij
vigheid daarbij heeft, maar dat ik aan het
tot stand komen van deze werken onze stel
ling in de wereld, op het gebied van vaart,
verkeer en handel, verbonden acht". 9)
Met overgTOote meerderheidd van stem
men weird dioor beide Kamers het wets
voorstel aangenomen.
24 Januari 1863 kwam de wet tot stand.
Eerst 31 October 1866 werd door den Prins
van Oranje de eerste spade in dien grond
gestoken. Daaraan was voorafgegaan het
leggen van de strekdammen in zee.
26 November 1868 werd de buitendam
doorgestoken en kreeg het Noordzeewater
vrijen toegang. (!10)
September 1870 voeren twee visschens-
vaartuigen door de nieuwe geul naar zee. 11)
9 Maart '1872 voer de Harwichboot „Ri
chard Young", uit.
„Ik maakte dlien tocht mede" zoo
vertelt Dr A. Plate „en zoo staat
die gebeurtenis mij nog helder voor
den geest. Ia de doorgraving wer
den wij begroet door de vreugdescho
ten der polderjongens en het blij
gejuig der kinderen, voor wie het zien
van een zeeboot iets nieuws was.
„Voor ons was het een aangrijpend
oogenbldk, een toekomstdroom in
werkelijkheid te zien overgaan. Wij
haddien het volle besef, dat wij ge
tuigen waren geweest van een voor
stad en land heugelijk feit". 12)
Ook de moeilijkheden bleven niet uit.
Het leek wel of ingenieur Caland zich
vergist had.
WeJ zag hij in beginsefl zijn stelling
bewaarheid, dat door het uitschuren van
dien stroom de vereischte diepte zou vvordeD
bereikt Er werd zelfs grootere diepte ver
kregen dan men beoogd had. Maar de
breedte van 850 M., welke hij zich had voor
gesteld te zullen verkrijgen, .word niet be
reikt. Men verkreeg geen grootere breedte
van d»e vaargeul dan omstreeks 200 M.,
want het üitgeschuurde zand zette zich
tusschen de hoofden en zelfs een eindweeg
daarbuiten, tot in zee, neder. 13)
Nu kwam de oppositie los. In de Ned.
Spectator van 1871 werd deze 3a een sipot-
prent tot uiting gebraoht
Men ziet twee dammen in zee gebouwd,
waartusschen niets dan zand. Rechts een
vuurtoren, waarop het hoofd vain Thorbeeke
geteekend, met de diohtregels:
Hier schijnt Thorbecke's heflder licht,
Op 't grootsche werk door hen gesticht,
Tot eer van onzen waterstaat.
Die zand als water stroomen 'laat.
„Het groote plan van Caland scheen te
zullen mislukken".
De HollandAmerika Lijn klaagt erover
dat „talloozo keeren de schepen in het
Voornsche kanaal of bij het binnenkomen
van den Waterweg hun schroefbladen of
hun roer hadden beschadigd; zware arti
kelen had men moeten afwijaen, omdat an
ders de diepgang te groot zou worden. Een
tijdlang had het geschenen, alsof het plan
van Caland zou slagen; maar Ln het voor
jaar van 1876 werd evenwel een sterke ver-
ondieping ia den Waterweg geconsta
teerd". 14)
In haar verslag over 1876 schrijft de
H.A.L.:
„Met de voltooiing van het werk hangt
de toekomst van de maatsohapp en die
van Rotterdam samen; langer dralen in het
■nemen van afdoende maatregelen moet
uitloopen op verval en ondergang van on
zen groobhande 1 en van onze scheep
vaart". 15)
In 1882 bedluit de H.A.L. haar grootere
schepen voorloopig van Amsterdam te la
ten varen. Slechts de kleinere schepen
vertrokken van Rotterdam. 16)
De critiek op het plan Caland nam
zoo toe, dat in 1877 opnieuw een
staatscommissie werd benoemd, waar
in Caland gepen zitting had.
Hij vraagt ontheffing als directeur van
het werk. Eerst wordt de heer Rose opvol
ger, maar spoedig daarna krijgt ingenieur
W. F. Leemans de leiding. Na veel moei
lijkheden en tegenslagen gelukte het hem
dien Waterweg op diepte te krijgen en te
houden.
Meermalen leek het of men maar geheel
van het plan zou afzien. Zelfs is er i g
een ontwerp van Waldorp geweest 8).
om Scheveningen voorhaven van ter-
dam te maken. Waldorp wilde eon
kanaal graven, dat bij Schiëdn ui de
Maas uitliep. Een kanaal dus luizen.
Hiertegen kwam vanuit handel- n scheep
vaartkringen een krachtig verzet. 17).
Moedgevend voor Caland en voor
heel Rotterdam is het geweest, dat
Leemans zijn grooten voorganger in
begiinsel heeft gevolgd. Volgens Lee
mans was het plan Caland de eenig
juiste oplossing. Het vasthouden aan
dat beginsel is de sterke drijfveer
geweest, dat Rotterdam ten slotte zijn
Nieuwen Waterweg kreeg. 18) Een
waterweg, die thans tot de baste vaar
waters van de wereld mag gerekend
worden.
W. E. VAN POPTA
1) J. C. Ramaer. P. Caland. De Ingenieur
1902, no 35.
2) 18661916. De Waterweg langs Rot
terdam naar zee. Uitgegeven door het Min.
van Waterstaat, bldz. 11.
3) Idem, bldz. 12 en 13.
4) J. C. Ramaer. P. Caland. De Ingenieur
1902. no 35.
5) A. Hoynck van Papendrecht De Zeil-
vloot van Willem Ruys Jan Daniëlszoon,
bldz. 53.
6) 18661916. De Waterweg langs Rot
terdam naar zee, bldz. 16.
7) Idem, bldz. 17 en 18.
8) Dr A. Plate. De Rotterdamsche Water
weg 18631914, bldz. 21.
9) Dr M. G. de Boer. De Haven van Am
sterdam en haar verbindingen met de zee,
bldz. 91.
•10) Dr A. Plate. Dt Rotterdamsche Water
weg, bldz. 22.
11) Idem.
12) Idem.
14) Dr M. G. de Boer, De HollandAme
rika Lijn 1873—1923, bldz. 27.
15) Dr M. G. de Boer, idem.
16) Dr M. G. de Boer, idem, bldz. 35.
17) De Zeilvloot van Willem Ruys enz.,
bldz. 55.
18) Dr A. Plate. De Rotterdamsóhe Water
weg enz., bldz. 24.
D& Piins van Oranje steekt de eersÏA spade op 'den Hoek van Holland, 31 October 1866