De geloofsdaad van Dr. Maarten Luther
Joops eerste baas
Buiienlandscli Oveizichr
<7
door Jan van Batenburg
0)
„Vrome mensen zijn allemaal kwezels", zegt de
baas met overtuiging.
„Ja maar", beweert Joop hiertegen in, „er zijn een
heleboel mensen godsdienstig in schijn, en als u
cr zo een ontmoet, denkt u dat ze allemaal zo
lijn".
De baas maakt met de hand een afwerende be-
wegi ng.
Praat me er niet van. Weet je wat het met die
lui is? Ze gaan niet recht door zee. In je gezicht
lijn ze lief en goed, maar achter je rugZe zijn
liet ronduit, zie je. Ik mag soms eens ruw uit
vallen, maar ik zeg waar het op staat. Begrijp je?
Christelijke lui doen zich altijd anders voor dan
te zijn. Allemaal huichelarij. Ik heb er ondervin
ding van".
„Nou, maar ik ken er toch wel, die zo niet zijn",
legt Joop met vuur. „Mijn vader bijvoorbeeld en
meester Maller, bij wie ik in de hoogste klas ge
zeten heb. en... en... een vriendje van nie, dut
gestorven is
„Ha, ha", lacht Hasselman, met goedige spot,
„Weet je waarom je zo over die menschen
denkt? Omdat je van ze houdt of ze graag mag
lijden. Wacht maar, mannetje, tot je zo oud bent
nis ik, en net zoveel ondervonden hebt, dan praat
je wel anders. Je bent nou nog niet wijzer
„Mijn vader zegt altijd", houdt Joop stug vol, „dat
je het Christendom niet mag beoordeelen naar z'n
u'terlijke aanhangers. Dat is een gemakkelijke
manier om je er van af te maken. Maar
Joop wordt midden in zijn rede gestoord door Jet,
die met de koffie hinnen komt. Meteen zegt ze,
dat cr' iemand is. om de baas te spreken. Joop
kan niet nalaten hoopvol achterom te gluren. Ja
hoor, een heerlijke tractatie bij de koffie, een lek
ker stuk banket. Jet trekt een gezicht tegen hem,
of ze zeggen wil: „Je treft het vandaag, ventje!"
Jet verdwijnt naar hoven en de baas begeeft zich
naar het kantoor. Joop is alleen en vindt dit een
prachtige gelegenheid, om eens even op z'n ge
mak van koffie en gebak te genieten.
Behagelijk slurpt hij van het bruine vocht en
smikkelt de lekkernij naar binnen.
Dan gaat hij weer aan z'n werk.
Uit het kantoortje klinken stemmen. Wat er eo-
zegd wordt, kan Joop niet volgen. Maar het ge
sprek duurt nogal lang. Tussen de zware stein
van den bezoeker door, klinkt telkens de onder*
brekende, harde stem van den baas, die zich >n
beleefdheden schijnt uit te putton. „Ja mijnheer,
zeker mijnheer, natuurlijk mijnheer, ja, ja. ik zal
er voor zorgen, tot uw dienst mijnheer."
„Nou," peinst Joop, „die klant zal wel denken,
wat een geschikte, beleefde, vriendelijke man is
mijnheer Hasselman toch. En hij moest eens
weten hoe het in de drukkerij soms waaien kan!"
Een half uur wordt de baas door den bezoeker
opgehouden. Als hij eindelijk weg is en mijnheer
Hasselman de zetterij binnenkomt, schuift hij de
deur met een nijdige smak achter zicih dicht, 't Ia
gedaan met zijn goed humeur.
Zo'n kerel, zo'n tijddief, met z'n mooie praatjes.
Dat kost me een half uur. Ze denken zeker dat
ik niets beter te doen heb! 'k Ben driedubbel
dankbaar, dat die vent eindelijk opgehoepeld is!'*
De baas zegt het niet tegen Joop. Hij raast maar
wat in het wilde weg, om zijn opgekropte woede
lucht te geven. Nijdig smijt hij met alles wat 'm
in zijn handen komt.
Joop denkt aan wat de baas zoeven gezegd heeft
van godsdienstige mensen. Die waren niet recht
uit, beweerde hij. En Hasselman zelf dan? In het
kantoortje zo beleefd, en nu? Joop moet er in
zich&elf om lachen, maar durft er natuurlijk niets
van te zeggen.
's Avonds, als de dag er opzit, gaat hij naar de
weduwe Daalders. Dat doet hij zo een of tweemaal
in de weck. Hij vindt het heel prettig daar te zijn,
want het is een goede, vriendelijke vrouw, en ze
is zo heel dankbaar, als Joop haar zo'n hele
avond gezelschap houdt en voorleest.
Meestal zijn het preken die hij voor moet lezen.
Ook wel eens wat uit de krant, die ze van een
buur geleend heeft. Joop merkt dat ze aandachtig
luistert, terwijl haar handen bezig zijn. Het ver
wondert hem altijd dat ze zichzelf zo redden kan.
Ze beweegt zich in huis alsof ze goed zien kan,
en weet alles wat ze nodig heeft, dadelijk ie
vinden.
Over het verdriet om haar zoon heeft ze met
Joop nog niet gesproken. Maar de jongen moet
er steeds aan denken, als hij bij haar is en haar
in het bekommerde gezicht ziet. Hij vindt het
toch zo heel erg, heel erg voor haar.
In de eerste week van December is Hannes weer
beter, 't Zijn drukke dagen op de zaak. Er is
werk, dat de volgende week klaar moet zijn, en
waaraan nog heel wat gedaan moet worden.' Er
wordt zenuwachtig en gejaagd gewerkt, met
koortsachtige haast. De baas rent en raast veel.
Hannes en Joop krijgen eik eerlijk hun deel van
«zijn slecht humeur. De eenste kan het niet sche
len, de laatste Vindt het allesbehalve een pret
tige tijd. Voor een praatje is de baas nu niet te
vinden. Hij smijt en snauwt de hele dag en Joop
is niet gelukkiger, dan wanneer hij er met een
boodschap tussen uit kan knijpen.
Maar de baas houdt dat zoveel mogelijk tegen.
Joop moet nu aanpakken De hele dag staat hij
grote vellen papier te vouwen, vlug, maar vooral
precies. Het werk begint hem een beetje te ver
velen. Hij is blij dat het eindelijk Zaterdagmid
dag is. Dat betekent een half uur eerder naar
huis en daarbij de vreugde van de komende
Zondag.
„Zo'n Zondag er tussendoor is maar wat fijn,"
denkt Joop onder z'n werk, „naar die dag kan
je soms echt verlangen."
Juist als Joop zo denkt, komt mijnheer Hasselman
naar hem toe. Hij kijkt eens naar z'n werk en zégt
dan: „Ik heb zo gedacht, Joop, je moest morgen
ook maar enkele uren komen. Anders komen wo
niet door het werk heen. Als je bijvoorbeeld kooit
van 1 tot i uur, dan kan je nog heel wat afmaken."
Joop schrikt. Op Zondag werken? Maar dat mag
hij niet, van thuis. En zelf wil hij het ook niet.
Stel je voor, die heerlijke vrije Zondag, waarop
je niet naar het werk hoefde, die helemaal van
Joop vindt 't heel prettig hij de weduwe Daalders.
te bekeren. Maar in de morgen van 10 December
wierp Luther buiten de poort van Wittenberg do
pauselijke banbricf in 't vuur.
Weldra ontbrandde de strijd toen in volle kracht.
De geloofsdaad van Luther heeft God willen ge
bruiken om een groot werk tot stand te brengen:
de Kerkhervorming.
En ieder jaar wanneer 't 31 October is, wordt
in elk werelddeel door vele tienduizenden do
Heere gedankt voor wat Hij Zijn Kerk en Zijn
kinderen door de Kerkhervorming gegeven heeft.
En overal wordt het Lutherlied gezongen:
Een vaste burcht is onze Godx
Een toevlucht voor de Zijnen!
't Is vandaag Hervormingsdag. En
onze jongens en meisjes weten wel
wat we dan herdenken. Dan denken
we vooral aan de geloofsdaad van
Dr Maarten Luther op 31 October
1517.
De vroegere monnik was toen pro
fessor aan de Hogeschool te Witten
berg. Honderden inwoners van deze
stad waren naar Jüterbrock gegaan
om te luisteren naar de prediking
van Johannes Tetzel. En Luther
was erg bedroefd en verontwaar
digd, toen hij hoorde wat deze af-
laatkramer de mensen had wijsge
maakt.
De eenvoudigen hadden bij Tetzel
voor veel geld aflaatbrieven ge
kocht; ze hadden geen berouw, geen
boete meer nodig: bij Tetzel kon
men voor geld vergeving van zon
den kopen.
Luther schreef aan den Paus te
Rome en aan den aartsbisschop
van Mainz. Maar 't hielp niets. Er
was veel geld nodig om de mooie
Sint Pieterskerk te Rome te bou
wen, en door de prediking van
Tetzel stroomde het geld naar de
„heilige stad".
Dan rijpt in Luther een moedig plan
en weldra is hij druk bezig -lit
plan uit te voeren. De eenvoudige
boeren en de geleerden, do arme
zwoegers en de rijken allen moe
ten weten, dat Tetzel een grote be
drieger is en dat voor geld geen
vergeving van zonden te koop is.
En in de vroege morgen van 31 Oct.
1517 gaat professor Maarten Luther
met een rol onder de arm naar do
poort van de slotkapel in Witten
berg. Op 't plaatje hiernaast kun jp
zien hoe die kerk er toen uitzag.
Luther spijkert 't grote vel papier vast op de ge
sloten deur. 't Zijn 95 stellingen tegen de aflaat
handel van Tetzel. Weldra stromen de mensen
van alle kanten toe om te lezen wat de beroemde
professor wel mag te vertellen hebben. De stellin
gen worden overgeschreven: binnen enkele dagen
zijn ze over heel Duitsland, binnen weinige
weken door heel Europa bekend.
Dat was 't begin en snel volgden de grote, beslis
sende gebeurtenissen elkander op. De Paus wilde
hebben, dat Luther alles herroepen zou, maar de
professor van Wittenberg antwoordde dit alleen
te zullen doen wanneer men hem aantoonde, dat
wat hij leerde in strijd was niet Gods Woord. Op
15 Juni 1520 tekende de Paus de banbrief, waarin
de „ketter" twee maanden tijd gegeven werd zich
«90
donderdagavond
„In de eerste vier jaar van het nationaal-socia-
listisoh bewind hebben wij onze eer en onze
vrijheid heroverd en Duitschland door het her
wonnen bezit van zijn weermacht als met een
ijzeren ring kunnen omgeven. In de vier jaren
die thans komen, moet Duitschland economisch
onafhankelijk worden voor wat de voeding van
zijn kinderen betreft. Nog gunt men ons niet onze
plaats in de wereld. Daarom moeten wij die door
eigen kracht veroveren!"
Kort samengevat is dit de inhoud van de rede
welke minister-president Goering, als leider van
het Duitsche economische vierjarenplan, in het
Sportpalast te Berlijn gehouden heeft. Zóó bracht
hij op populaire manier onder woorden de pro
blemen, welke Adolf Hitler en zijn naaste mede*
werkers thans met zorg voor de toekomst ver
vullen.
Inderdaad, Duitschland is arm wat zijn goud
voorraden betreft, en daarom verkeert het prac-
rtisch in de onmogelijkheid om de grondstoffen,
welke het niet aan eigen bodem kan onttrekken,
Uit het buitenland aan te voeren. Het gaat hier
zoowel om een deel van zijn voedselvoorziening,
als om het op gang houden van zijn groote in
dustrieën, van welker bloei het welzijn van het
Derde Rijk economisch afhankelijk is. Aan Goe
ring is, door den Führer, de belangrijke taak
toevertrouwd, de zware campagne te leiden, welke
ook op deze terreinen aan het nationaal-socialis-
tisch initiatief de overwinning moet verleenen.
Duitschland zal er dus toe over moeten gaan, in
nog meerdere mate dan tot op heden het geval
was, zijn landbouw en -veeteelt te intensiveeren.
De arbeidsdienst zal met vernieuwde kracht in
deu strijd moeten worden geworpen, ten bate der
landwinning en cultiveering, doch bovendien zul
len nieuwe exploraties moeten worden verricht,
teneinde na te gaan, welke hulpbronnen voor de
chemische industrie nog kunnen worden aange
boord. Op het gebied van rubber- en benzine-pro-
ductie heeft men reeds ecnig resultaat weten te
bereiken. Op den ingeslagen weg moet snel wor
den voortgeschreden, en voorts zal in de weten
schappelijke laboratoria met man en macht moe
ten worden gewerkt, opdat de massa der Duitsche
arbeiders in de naaste toekomst kan worden te
werk gesteld bij de fabricage van nieuwe pro
ducten, o.a op het gebied der vezel-industrie, zoo
idat men zich ook wat de verschillende weefsels
aangaat van de buitcnlandsche markten kan
losmaken.
Onze Oosterburen zullen cr derhalve op moeten
rekenen, geleidelijk weer een vloed van Ersatz-
fahrikaten over hun land te. zien rijzen, evenals
zulks in de benarde oorlogsjaren het geval was.
- Zal men er ditmaal inderdaad in slagen, nieuwe
producten op de binncnlandsche markt te werpen,
die van blijvende waarde zijn?
i „Over een half jaar," zoo besloot de nieuwe eco
nomische dictator, „zult gij de eerste resultaten
van onzen arbeid zien; over een jaar zult gij
weer kunnen ademen
Zóó letterlijk als hij het hier zeide zal Goering
dit laatste ongetwijfeld niet hebben bedoeld. Een
jaar den adem inhouden is meer dan een kracht
proef; het is iets onbestaanbaars.
„Ik heb zelf minder boter gegeten en ben 20 pond
afgP.vnUenverklaarde Goering, onder storm
achtige toejuichingen.
Men rekent er blijkbaar op. dat heel Duitschland
bereid zal zijn, den gordel wat nauwer aan te
lialen
Ook te Rome heeft men een mijlpaal bereikt. Bij
de herdenking van den opmarsch naar Rome
heeft de Duce een van zijn zoo stormachtig toe
gejuichte redevoeringen gehouden. Ditmaal heeft
hij den trots der Italiaansche natie kunnen stre
len met verwijzing naar het koloniale rijk, dat
door de inspanning der zwarthemden in zeven
maanden van strijd in Abessinië werd gegrond
vest. Het imperium, het grootsche ideaal, is nu
in beginsel verwerkelijkt, ondanks den tegenstand
der halve wereld. Militaire deskundigen hadden
beraamd, dat men voor de overwinning van het
oude rijk van den koning der koningen op zijn
minst zes jaren zou noodig hebben. In nog geen
jaar is men zijn problemen de baas geworden;
thans treedt men een nieuwe fase in, die van den
daadwerkelijken opbouw.
Wat Mussolini niet aanroerde, dat waren de eco
nomische zorgen, welke bet fascistische regiem
al evenzeer benauwen als den nationaal-socialis-
tisclien staat. Men doet thans pogingen in de Ver-
eenigdc Staten, door tusschenkomst van aldaar
gevestigde Italiaansche bankiers, om het goud los
tc krijgen hetwelk men voor de consolidatie van
zijn nieuwe keizerrijk zoo dringend behoeft. Tege
lijkertijd verluidt, dat men er te Rome wel wat
voor over zou hebben, indien meerdere Euro-
peesche hoofdsteden liet voorbeeld van Berlijn,
volgden, hetwelk de verovering van Abessinië offi
cieel heeft erkend. Naar verluidt zal Duitschland
nu aandeel krijgen in de practische exploitatie
van dit aan bodemschatten zoo rijke land, het
geen zes malen het grondgebied van Italië zcif
beslaat.
Wij houden deze deur nog open, zoo werd in de
Italiaansche pers verklaard, voor ieder die tijdig
den nieuwen status wil erkennen. Er komt echter
©en tijd, dat deze onherroepelijk zal worden ge
sloten
Vermoedelijk zijn er niet weinig staten, die het
Duitsche vodl-beeld in dezen volgaarne zouden
volgen, zoo zij, evenals Berlijn, slechts vrij waren
van volkenibondsverpliohtingen. Thans moeten zij
zich echter houden aan het parool van Genè\e,
dat om begrijpelijke reden tot deze laatste capi
tulatie voor Rome voorshands nog maar niet kan
besluiten.
De Duitsche
Minister-president
Goering.
In België is, Zondag jongstleden, de gang van
zaken nog al meegevallen. De betooging te Brus
sel, door den Rexleider Léon Degrelle op touw
gezet, en waaraan niet minder dan 250.000 man
zouden deelnemen, is met een sisser afgeloopen.
De regeering had afdoende maatregelen genomen,
zoodat de hoofdstad van zulk een massa-invasie
van demonstranten is gevrijwaard gebleven. Naar
verluidt zouden het niet meer dan een tienduizend
Rexisten zijn geweest, die nu de boulevards met
hun strijdkreet „Rex Vaincra", (Rex zal het win
nen!) verontrustten. De jeugdige leider heeft óók
geprobeerd, ondanks het politieverbod, bij over
rompeling zijn getrouwen toe te spreken. Hij had
zich daartoe voor een bovenvenster aan het St.
Goedeleplein opgesteld, en benutte het oogenblik,
dat zijn aanhangers bij'massa's deze eerwaardige
oude kerk verlieten, om het woord tot ze te rich
ten. De politie heeft daaraan een overhaast einde
gemaakt, door het plein te ontruimen en den
redenaar in arrest te nemen. Hij liet zich glim
lachend wegvoeren, en heeft tot één uur 's nachts
in ,,'t kot" gezeten. In totaal geschiedden er een
dikke tweehonderd arrestaties, die echter den
volgenden morgen werden ongedaan gemaakt. Tot
betoogingen van ernstigen aard is het niet ge
komen, wat heel gelukkig is.
Intusschen gaat de regeering Van Zeeland voort,
deze en andere extreme richtingen den wind uit
de zeilen te nemen, door het snel invoeren va
allerlei wetgevende maatregelen.
Ook de interpellaties over koning Leopolds groote
rede hebben een vrij ka'm verloop gehad. Geble
ken is wel uit de woorden, die minister Spaak in
de Kamer 9prak, dat België's nieuwe buitenland-
sche koers nog geenszins in détail vast staat. In
dit opzicht verkeert men in een periode van
voorbereidingen, en zal het wel even aanloopen,
eer men verneemt, hoe de nieuwe zelfstandigheuls-
politiek er nu wel precies zal uitzien.
Eén ding is althans met groote duidelijkheid ge
bleken, dat men in de toekomst de Zwitsersche
en Nederlanclsche neutraliteitspolitiek als voor
beeld wenscht voor oogen te houden. België kart
hierbij slechts welvaren.
De eigenaardige houding, welke Rusland te Lon
den inneemt ten opzichte van den Spaanschen
burgeroorlog, heeft zeer sterk de aandacht ge
trokken. Officieel .heeft men tussohen zich en de
non-interventie-commissie het tafellaken niet door
gesneden, ofschoon men zich grootere vrijheid
van handelen ten opzichte van wapentransporten,
heeft voorbehouden. Dit heeft de onrust in de in
ternationale centra er slechts grooter op gemaakt.
In Rome en Berlijn voorziet men, dat Moskou
van Catalonië, als Madrid eenmaal is gevallen,
een soort van communistische enclave aan de
Middellandsche Zee wil maken, waartegen de
reclitsche dictatuurstaten, naar zij verklaren, zich
met kracht zullen verzetten. Op dit punt althans
heeft de reis van Ciano naar Berlijn onbetwist
baar resultaat gehad. Alle andere eventueelo
Duitseh-Italiaansche afspraken liggen nog in het
duister.
Gevolg van de huidige onzekerheid is, dat er in
de landen der Kleine Entente druk wordt be
raadslaagd over het beveiligen der gemeenschap
pelijke posities. De reis naar Praag, door den
Boemeenschen koning ondernomen, nadat hij zich.
eerst van het standpunt van Zuid-Slavië op de
hoogte had gesteld, moet men dan ook in dit
lioht beschouwen. De drie bondgenooten voelen
zich niet op hun gemak, nu Frankrijk voor hen
een' minder betrouwbare bondgenoot wordt. Ver
keert men in aarzeling, of men thans meerdere
toenadering tot Berlijn en Rome moet toonen, om
dan maar op deze manier tot regeling der zuid
oostelijk Europeesche problemen te geraken?
Voor de a.s. opening van Engelscha parlement, welke op 3 November a.s. voor het eerst door koning
Edward VIII zal geschieden, w'erddcze week een proejrit gehouden van het Buckinham Palace te
Londen naar de parlementsgebouwen.
483