Het vierde Nationaal Chr. Schoolcongres
TU.ÏDAG 30 OCTOBER 1936
VIERDE BLAD PAC.
ïitiij
<U
Discussies van den eersten zittingsdag -
Kerk en Staat t.o.v. de school - Licha
melijke straf - Schoolbestuur en onder
wijzers - Aansluiting Lager bij voort
gezet onderwijs - Opleiding van onder
wijzers en leeraren.
Tweede dag: Referaten Prof. Aalders,
Prof. Rutgers, Dr. v. d. Spek - De
dialectische theologie-Künkels systeem
van opvoeding - Het buitengewoon L.O.-
Het bewaarschoolonderwijs.
-gen,
>perE RSTE DAG
'Pgcj Na de openingszitting van het Vierde
Christelijk Nationaal Schoolcongres
r"e[iverden gistermiddag sectievergaderin
gen gehouden. Hieronder geven wij van
verschillende bijeenkomsten verslag.
ernationale sectie
deij)e internationale sectie vergaderde onder
homing van Prof. Dr. J. Waterink uit
PVf&sterdam;
d$pr. herdacht eerst den heer Grünweller,
I sedert het vorige internationale congres
e'ijlferleden is en die in de internationale be
op het gebied van het Christelijk
\in-iierwijs een der stuwende krachten is ge
gast. v
yeel is veranderd sedert het vorige con-
MelS) met name in het volkerenleven en
levrL internationale beweging ondervindt
den invloed.
hadhesniettegenstaande kon toch meer con-
eeijt met de Scandinavische landen en met
aWhotland verkregen worden, werden de
rbindingen met Frankrijk sterker, en zijn
Soe-vitserland, Duitschland, België, Frank-
hêfc en Noorwegen hier vertegenwoordigd.
£)nze actie voor de School met den Bijbel
l etynt thans opnieuw in de sfeer van den
ijd. De School met den Bijbel is daaraan
il gewend. Wij zijn hier bijeen in een land
t spreekt van een gewonnen schoolstrijd
1 waar van de 1.142.000 schoolkinderen er
sch«chts 379.000 openbare scholen bezoeken,
melt is een zegen welke Nederland van God
toentving; een zegen die zware verplichtin
gen oplegt en voor u' die nog onder den
iaajuk Jeeft een bron der hoop.
waÏAIs internationale bond moeten wij voor-
Meer dan vroeger moeten wij con
zoeken met Engeland, met de Donau-
de verbindingen met Frankrijk en.
moeten inniger worden. Zuid-
vanrika moet ingeschakeld worden.
Zijjpr. pleitte voor een wereldcongres in
deul4. Zou dit te veel van ons geloof ver-
taanigd zijn?,
ndeiscussle referaat Pastor Kuhlmann
pastor Kuhlmann, W.-Barmen, hield
zicijarna zijn referaat over: „De verantwoor-
(ijkheid van het Christelijke ouderhuis en
ecr(jr Gemeente voor de opvoeding der jeugd".
bei$r. Grafman n, uit Elberfeld, vroeg
lacrffi af of referent den politicus niet te
leeitjcht gemaakt heeft. Er zijn inderdaad
ve'rJe bewijzen dat politiek niet goed is, maar
hteit alleen in de politiek doch ook in de
K(Jrk is het vaak zoo dat wij Gods Woord
jOsbruiken. Wij doen juist voorbede voor
ioverheid omdat wij willen dat alle men-
ou\wen tot de Waarheid komen.
vePjïtaastraad Mr. Dr. J. Schokking
lVen|de dat Pastor Kuhlmann het ongeluk
löchP moeten hebben tegelijk theoloog en po-
aiepicus te zijn. Dit zegt spr. omdat de tegen-
ders'Hing zoo toegespitst is door dezen refe-
Er is geen tegenstelling tusschen den
pleet en de overheid. Als Christgeloovi-
mogen wij van de overheid in den
00£lam Gods het recht vorderen onze kinde-
oord1 °P te voeden. De Profeet en de poli-
-Pni hebben saam te arbeiden maar het
oojakt onderscheid of zij samenwerken
v ,v,lar het Evangelie of dat zij meenen het
jf wel te kunnen. Ook de Gemeente heeft
rn(J It betrekking tot de opvoeding der kin-
li "ren een opdracht van Godswege en moet
Rrin samenwerken met de overheid.
De heer -Uyttenbogaard te Arnhem
de dat wij Hollanders het niet eens kun-
Re"h zijn met de beschouwingen welke refe-
ent gegeven heeft over de politici. Spr. is
nlijk getroffen door hetgeen referent ge
ld heeft over de politici. Kuyper, Groen
Lohman zijn toch kinderen Gods, dat
r. I referent wel erkennen. En toch hebben
**•*1 van Godswege hun beroep gezien poli-
denjus te worden. De referent denkt zich een
vankohiten staat, een absoluten keizer of ko-
jig. Spr. zegt: wij zijn hier neg zoover
kt en ik hoop, dat wij hier nooit zoover
denpen.
pastor Steil, pit Wannesecke, wees er-
'Jvdat de grond van alle Christelijke op-
"tding de Doop is. Maar van den Doop is
[het referaat niet gerept. Het gebod voor
Gemeente blijft om daaraan vast te hou-
n ondanks alle valsche gebod der wereld,
't gaat erom Gods Woord te verkondigen
wij moeten een overheid die opvoeden
hot 1 in een geest die niet Gods Geest is terug
len naar Gods Woord. Wij vragen om
School met den Bijbel.
)e heer Karl And re sen, uit Sörup
de dat het doel van de Evangelische op-
iding nooit het gebod kan zijn.
)e heer Deitenbeek, uit Lüden, acht
tegenstellingen van referent onjuist
n mag macht en geloof niet tegenover
;aar stellen, want geloof beteekent ook
icht en ook niet plicht tegenover recht,
int elk recht brengt ook een plicht mee
daarom mag men ook niet geloof en
dit tegenover elkaar stellen, want geloof
recht.. Paul us beriep zich op zijn recht
zelfs Jezus, toen Hij geslagen werd,
Deg: Heb Ik niet goed gesproken? Hij be-
p Zich op Zijn recht. Wij moeten ons op
ons door God geschonken recht beroe
rd ie
eantwoording van Pastor Kulhmann
tór Pastor Kuhlmann gaf toe dat* zijn
'•mulëering omtrent de politici en de pro
i'o keu seel scIisi'B Kas. maar dat bij dit ge
daan heeft om aan te duiden dat de poli
tiek voor een Christelijk karakter gevaren
inhoudt en men daarom voorzichtig moet
zijn als men zich als Christen op dit gebied
begeeft. Spr. heeft er bezwaar tegen dat
men politicus en overheidspersoon gelijk
stelde. Een overheidspersoon behoeft in het
geheel geen politicus te zijn. Spr. erkent
geen Christelijke politiek, maar wel Chris
telijke politici. Voor spreker is meer gele
gen aan den zegen des Heeren dan aan het
resultaat Bij de politiek gaat het echter
om het resultaat. Er is naar sprekers
steeds meer opkomend inzicht slechts één
houding des Christendoms mogelijk: de
heroïsche, de heldhaftige, het wereldover-
winnende Christendom.
SECTIE I
De eerste sectie was gewijd aan het voor
bereidend lager onderwijs, alsook aan hei
gewoon L o. en werd gepresideerd door Dr.
K. D ij k, van Den Haag. De toeloop was zoo
groot, dat een parallel-samenkomst moesi
worden gehouden. Deze werd gepresideerd
uoor den lieer K. B-rants, van Haarlem,
terwijl de inleiders in omgek eerde volgorde
optraden.
Inleiders waren de heeren L. v. Klin
ken, van Leeuwarden, over: „De lichame
lijke tuchtiging in haar beteekenis en ge
varen als Christelijk opvoedingsmiddel m
huis en school" en T. C. Bos,.van Utrecht,
over: „De Christelijke onderwijzers in hun
beteekenis tot a. het eigen schoolbestuur en
b. onderling.
De heer v. Klinken gaf op zijn referaat
nog een korte toelichting.
In de discussie vroeg de heer G. Meima,
van Groningen, naar het inzicht van den
ref. over de gedachte van Mr. Donner om m
de schoolreglementen het tucht- en klappen-
recht uitdrukkelijk op te nemen.
De heer C. de N 6 e f, yan Den Haag,
vroeg of eenig onderwijzer van iiohamelijkie
tuchtiging ook goede vruchten heeft gezien.
De gevaren van lichamelijke tuchtiging zijn
zoo groot, dat spr. het liefst een verbod in
het leven geroepen zag.
De heer H. J. v. Wij len, van Rotteidam,
zeide, bij „klappen" groot geworden to zijn.
Daar werd vroeger geen aanmerking op ge
maakt. Tegenwoordig is dat anders. Spr.
zeide desondanks toch voor „klappen" te
zijn. Spr. gelooft, dat een jongen niet zon
der „klappen" groot mag worden. Het „klap
pen" g.a echter met beleid. Spr. acht het
fataal als de jongen in de klas zou zitten
met de wetenschap dat geen lichamelijke
tuchtiging mag plaats vmaen.
De heer v. Bins bergen, van Driebel
gen, wees op de moeilijkheden voor de sa
menwerking van gezin en school bij de
lichamelijke tuchtiging. Een der oorzaken
acht spr. het feit dat zooveel kinderen uit
niet-Chr. gezinnen de Chr. scholen bevolken
Repiiek-van Klinken
Hierna diende de heer v. Klinken van
repliek. Spr. is er practisch voor dat de
lichamelijke tuchtiging in het schoolregle
ment wordt vastgelegd, teneinde zoo deze
aangelegenheid juridisch gemakkelijker op
te lossen. Als men slaat breekt schaamte de
ziel, is spr. ervaring in den loop der jaren
opgedaan. De moeilijkheid bij de lichame
lijke tuchtiging is dat men haast altijd in
een affeot-toestand slaat Lichamelijke be
straffing blijve uitzondering en worde alleen
beperkt tot de gevallen waarin het om het
prestige van den onderwijzer gaat. Spr. is
het niet den heer van Wijlen eens dat de
publieke opinie ten aanzien van de lichame
lijke tuchtiging sedert 25 jaar totaal gewij
zigd is. De ontkerstening van het volksleven
heeft wel zeer snel pleats gevonden. Met
den heer v. Binsbergen ziet spr. de goede
samenwerking tusschen huis en school als
een belangrijke factor. Het publiek gnuift
als het gezag .wordt aangevallen.
Discussie referaat Bos
Hierna kwam het refer,aat van den heer
Bos aan de orde. Ref. deed afstand van
zijn recht om nog een korte toeflichting op
zijn referaat te geven, waarom het direct in
discussie kwam. Zeven personen gaven zich
voor het debat op.
De heer H. B o s, van 's-Gravenzande, vroeg
naar de bedoeling van den ref. met diens
bewering dat regelmatige controle door het
bestuur van den onderwijzer niet ge-
wenscht is.
Mr. J. J. Hangelbroek, van Den Haag,
besreed de opvatting van inl. alsof de recht-
regelen door den wetgever /oor den onder
wijzer daargesteld, zonder meer vqpr den
onderwijzer bij het bijzonder onderwijs zou
den gelden. De positie is veeleer deze, dat
het schoolbestuur met het oog op de sub-
sidieering, zich bij de acte van aanstelling
verplicht tot de naleving dezer rechtsrege
len. Wij zijn op den verkeerden weg als we
er op gaan aandringen dat de Overheid
hier met dwingend recht zou moeten op
treden.
De heer J. G .v. Ditmarsch wees op
de geheime conduite staten, waarvan de
onderwijzer-betrokkene den inhoud niet
mag kennen, maar waarop de schoolbestu
ren vaak een onderwijzer hebben veroor
deeld.
Mr. J. H. Donner, van Den Haag, maak
te enkele juridische opmerkingen, naar aan
leiding van de opvattingen van den ref. in
betrekking tot de bepalingen van het bur
gerlijk wetboek.
De heer G. Meima, van Groningen, kon
de stelling niet aanvaarden, dat het onder-
wijzersbelang boven het onderw "sbelang
gaan zou. Het onderwijsbelang moet onbe
twist no. zijn.
Do heer J. Hobma, van Utrecht, oor
deelde dat 'de school'bê§t<uiea mQêtêü aorgep
dat er geen nieuwe Overheidshanden noo-
dig zijn om den onderwijzer zich „safe" te
doen gevoelen. Besturen en onderwijzers
moeten toonen samen te weten hoe men
een gezond schoolwezen moet opbouwen. Al
leen dan zal men sterk staan tegenover ver
dere Overheidsinmenging.
Repliek-Bos
De heer Bos, re.pliceerend, merkte op, dat
de controle door besturen niet mag ontaar
den in controle op de kleine dingen, tot in
het belachelijke toe. Spr. gaf Mr. Hangel
broek toe, dat diens teekening van de
rechtsverhouding onderwijzer-bestuur goed
is. Spr. had dan ook beter kunnen zeggen
dat het geheel geldt van gesubsidieerde
scholen. Als een schoolbestuur zonder sub
sidie zou willen gaan werken, is het, naar
spr. opvatting, desondanks toch moreel ge
bonden aan de rechtspositieregelingen die
voordien gegolden hebben. Het onderwijs
belang gaat boven het onderwijzersbelang
is een stelling, die spr. gaarne onderschrijft.
Maar de practijk is veelaJ anders. Spr. heeft
dat slechts willen demonstreeren. Tegenover
den heer Hobma wees ref. er op, dat diens
stelling niet altijd opgaat, naar hij meteen
voorbeeld van recentcn datum bewees. Prin
cipieel is spr. het eens met de stelling dat
onderwijzers en besturen het samen i-.oe-
ten kunnen. Maar als in de practijk blijkt
dat dit niet gebeurt? Dan zal de overheid
moeten ingrijpen. Spr. wil daarbij alle kwes
ties van principieelen en paedagogischen
aard uitschakelen.
SECTIE II
De tweede sectie was gewijd aan het uit
gebreid lager nijverheids-, middelbaar- en
voorbereidend hooger onderwijs en werd
gepresideerd door Dr C. B o u m a van Den
I-Iaag.
Inleiders waren de heeren Dr. H. Door
nenbal van Zutphen over: „Het rapport
der commissie-Bolkestein en zijn beteekenis
voor het vraagstuk der aansluiting van het
lager bij het voortgezet onderwijs", en Dr.
H. Turkstra van Groningen over: „De
practische vorming van onderwijzers en
leeraren".
De voorzitter heette in het bijzonder
welkom den heer G. B o 1 k e s t e i n, in
specteur van het voorbereidend hooger en
middelbaar onderwijs.
Discussie referaat Dr Doornenbal
Het referaat van Dr. Doornenbal
kwam eerst in bespreking.
Dr. I denburg, die ook deel uitmaakte
van de commissie-Bolkestein, constateerde
dat het rapport appelleert aan de meenin
gen van personen die ook in onzen kring
hoog worden g' vaardeerd.
Burgemeester Bergmeyer oordeelde
dat teveel nadruk gelegd wordt op den toe
stand van het kind van 12 jaar zonder te
rekenen met wat van dit kind worden zal.
De heer Verschoor wees op de zuig
kracht die van het MO. op het L.O. uit
gaat. Het rapport B. is voorloopig van meer
beteekenis voor het L.O. dan voor het M.O.
De beteekenis van de psycho-techniek ver
waarloost ref.
Drs. J. H. Ruysch v. Du gt.e ren
wees óp de al ruimere toepassing van het
intelligentie-onderzoek.
De heer Terpstra kan met inl. niet
meegaan in betrekking tot de didactiek
van het L.O.
De heer Bolkestein verdedigde na
der het rapport ook om het motief waaruit
het geboren is.
Hierna antwoordde Dr. Doornenbal.
Spr. is overtuigd van het nut van het stil
lezen door den leerling. Theoretisch laat
het rapport-Bol kestein de scholen vrij, maar
spr. vreest dat in de practijk de scholen wel
zich zullen gedwongen zien zich tot de cen
trale commissie te wenden.
Discussie referaat Dr Turksira
Daarna kwam het referaat van Dr.
Turkstra in discussie.
De heer Stapelkamp van Rotterdam
vroeg wat vooraf moet gaan: de practische
of de theoretische vorming.
De heer Bergmeyer zou niemand op
de school willen loslaten die ook practisch
niet klaar is.
De heer v. W ij 1 e n van Rotterdam oor
deelt dat de vrijheid een moeilijk goed is.
De schoolmannen moeten de hand aan de
ploeg slaan om normatieve regelen te vin
den en daarom kan spr. zich niet vinden
in de door ref. voorgestane Overheids
bemoeiing.
De h'eer S p r e y van' Utrecht, wees op de
vaak gebrekkige kennis van rekenen en
Ned. taal bij die van de Kweekschool ko
men. Dat komt door de exameneischen.
De heer v. Overbeeke van Goes vroeg
er niet een commissie komen kan voor
de practische opleiding.
Prof. dr. R. H. W o 11 j e r oordeelt dat
ref. de zaak teveel over één kam schoor.
Spr. gaf op het referaat een enkele aanvul
ling.
Dr. Turkstra beantwoordde hierna de
gemaakte opmerkingen.
Tegenover den heer Bergmeyer bepleitte
spr. eenige soepelheid. De vrijheid die hst
chr. onderwijs heeft verworven brengt met
zich enkele gevaren. De bonden op het ge
bied van het chr. onderwijs moeten komen
met een behoorlijk plan. De Regeering
sanctioneere dit dan.
Tentoonstelling
In drie zalen in K. en W. is een tentoon
stelling ingericht, waarin uitgevers leerboe
ken exposeeren. Met name willen we wij
zen op de zaal, waarin Bartimeus uitkomt,
omdat daarin alle arbeid wordt geëxpo
seerd, 'welke geschiedt om onvolwaardigen
toch goed onderwijs te kunnen geven.
Deze interessante expositie is gistermid
dag met een rede geopend door Mr. A. J.
Fock, inspecteur van het lager onderwijs
te Utrecht.
Ontvangavond
In Tivoli vond gisteravond een ontvang
avond plaats van de bezoekers van het con
gres. Deze stond onder leiding van den
heer A. L. van Hulzen te Utrecht, voor
zitter van de commissie van ontvangst. De
heer K. Brants, oud-hoofdinspecteur van
het l.ó., sprak een welkomstwoord, nadat
de voorzitter het samenzijn geopend had.
De avond werd gevuld met gymnastiek
oefeningen door leden van de Chr. Gym-
nastiekvereeniging Fraternitas te Utrecht,
declamatie van den heer F. C. van Dort)
te Rotterdam, solozang door mevrouw G.
de M a r i e-W ij n b e r g uit Zeist, mei
pianobegeleiding van me). J. W i 11 i n g
uit Utrecht.. De heer W. Ui tf en bo
gaard sprak een welkomstwoord, en Ds.
Barbas, de congresvoo; iller. sloot het
samenzijn pp. tie gehruiliuiii^a J.W-C»
TWEEDE DAG
Een algemeene
en drie sectie-vergaderingen
Utrecht, 30 October.
De tweede dag van hét Schoolcongres ver
zamelde des morgens alle leden in een al
gemeene vergadering, waar Prof. Dr. W. J.
Aalders van Groningen en de heer A.
v. d. Baan te Leiden de sprekers waren.
De middag was gewijd aan drie sectie-ver
gaderingen (Intern. Afdeeling, sectie I en
sectie III).
Referaat Prof. Aalders
In de algemeene vergadering (tevens in
tern, afdeeling) was eerste spreker Prof.
Aalders, die tot onderwerp had „De dialec
tische theologie in haar beteekenis voor de
Christelijke opvoeding in huis en school"
De hooggeleerde spreker baseerde zijn be
toog o.m. op deze stellingen:
Deze theologie wil eigenlijk niets anders
zijn, dan theologie, d.w.z. zij weet slechts
van God en van werkzaamheid van God.
Deze theologische trek is paedagogisch
zeer belangrijk en vruchtbaar, in zooverre
elke Christelijke paedagogiek vóór alles
moet rekenen met de scheppende werk
zaamheid van God in de opvoeding
school en huis.
Intusschen schiet deze theologie ook pae
dagogisch te kort, omdat zij vergeet dat
den mensch zijn eigen leven en levenswet
ten geschonken zijn; eveneens de middelen
die daartoe dienen.
Referaat A. v. d. Baan
Tweede spreker op de morgenvergadering
was de heer A. v. d. Baan te Leiden, die
een beschouwing gaf over Künkels opvoe-
dingsbeginselen in hun beteekenis voor da
Christelijke opvoeding in huis en school.
Van de door hem verdedigde stellingen
drukken wij er een paar af:
In sommige opzichten toonen Künkels
beginselen verwantschap met de leer van
de natuurlijke goedheid van den mensch.
Dit komt o.a. daarin uit, dat hij aan de
straf als opvoedingsmiddel slechts geringe
waarde toekent en daarbij feitelijk niet uit
komt boven het niveau van de „natuur
lijke" straf, en dat de vergeving als basis
der paedagogische verhouding bij hem niet
de middagzittingen
Te 2 uur vingen in drie verschillende
zalen sectie-vergaderingen aan. In de In
tern. Afdeeling was Prof. Mr. V. H. Rut-
gers, die in het Duitsch sprak over de
vraag „Welke beginselen uit onzen school
strijd zijn van beteekenis voor het Chr. on
derwijs in andere landen?"
Referaat Prof. Rutgers
Uitvoerig behandelt spr. de neutrale
school. De zgn. eenheidsscliool, die alle ge
zindten moet bevredigen, staat een christe-
telijke volksopvoeding in den weg. Ook het
denkbeeld van Groen van Prinsterer, die
aanvankelijk niet op de ontwikkeling vi
het bijzonder onderwijs zijn hoop had ge
vestigd, maar op een splitsing van de
staatsschool naar gezindten, welk denk
beeld echter van de baan is, werd door
■referent besproken.
Langs den weg der vrijheid is voor Ne
derland de oplossing der schoolkwestie ge
vonden. En van liet Nederlandsche stelsel
is in de practijk de bruikbaarheid geble
ken. Het bijzonder onderwijs doet in geen
enkel opzicht onder voor het openbaar on
derwijs. Ook in Indië zijn de beginselen der
Nederlandsche onderwijswetgeviiig tot toe
passing gekomen. Wel is er eenig verschil
maar de beginselen komen tot hun recht.
Referaat Pfarrer Frör
De tweede referent in deze zitting was
Pfarrer N i c. Kurt Frör uit Neurenberg,
die sprak over „Der Auftrag des Christ-
lichen Erziehers im Gesp.rach der ökume
nischen Christenheit".
De Staat, aldus spr., Is door God inge
steld om de tijdelijke welvaart des men-
schen met de middelen van uiterlijke macht
te bewerken, terwijl de goede uitvoering
van deze Goddelijke plicht den Staat ziin
bestaan, autoriteit, waarde en eer verze
kert. Alleen bij de volkomen doorvoering
van deze gedachte kan men spreken van
een totalen staat, terwijl dat dan dient te
geschieden binnen de grenzen, die God
daaraan stelde.
De Staat mag offer van lichaam en leven
vragen, maar niet het geloofs- en gewetens
offer. Indien de Staat deze grens over
schrijdt is een conflict tusschen Kerk en
Staat onvermijdelijk.
In de tweede plaats hesprak referent de
grondslag van het werk van den opvoeder,
die niet gevonden wordt In een mensche-
lijke norm, maar in de erkenning van het
Drieëenig Godsbestuur.
Ten slotte bestreed spr. het verkeerd ge
bruik van het woord wereldbeschouwing".
Het gevaar bestaat dat de wereldbeschou
wing, die een product is van het liberalis
me van de vorige eeuw zoo dicht naast de
zgn. christelijke wereldbeschouwing ligt
dat er haast geen scheiding bestaat. Men
kan daarom dit woord beter niet gebruiken.
Er bestaat onderscheiding tusschen Wet en
Evangelie.
Steeds moet worden gevraagd of er bij
HERINNERINGSSPELDJE MOERDIJKBRUG
Het resultaat der prijsvraag
ontwerp van een h erinneringsspel dje bij
gelegenheid van de opening der Moerdijk®
brug is een groot succes geworden.
Niet minder dan 87 ontwerpen werden
ingezonden.
De Jury, bestaande uit Bre-
dasche en Dordtsche heeren
heeft met algemeene stemmen
het ontwerp, ingezonden on
der het motto „Kom Over"
bekroond met een bedrag van
ƒ25. Na opening van de bege
leidende enveloppe, bleek de
ontwerper te zijn de heei
Henk Dorgelo, Van Olden-
barneveldstraat, Amsterdam
Het ontwerp vertoont een
gedeelte der nieuwe brug.
rustend op 4 pijlers. Tegen
den linker pijler is het wapen
van Dordrecht, tegen den
rechter pijler dat van Breda
aangebracht. De brug is dooi
een gestyleerde rookp' uiin
uit een boot in twee g> doei-
ten gescheiden, terwij1 Iie1
geheel wordt bekroond dnnr
den hemelboog. In de gofven
staat: Moerdijk 1936. Op den
achtergrond is het si'houei
van de sjx>orbrug zichtbaar.
alle opvoeding, christelijke opvoeding, wer
kelijk nog sprake is van een heerschen
van Christus over het leven, öf dat
men te doen heeft met andere heeren, die
de menschen zich hebben gemaakt.
SECTIE I
In de onder leiding van Dr. K. D ij k ver
gaderende Sectie I (Voorber. en gewoon
L.O.) traden twee sprekers op. Eerste was
de heer J. Strikwerda van Zeist, die
de vraag besprak: „Is verdere uitbouw
de organisatie van het Christelijk onderwijs
mogelijk en gewenscht tot reguleering van
de opleiding van Christelijke onderwijzers?"
Referaat J. Strlkwerda
Voor een gezonde ontwikkeling er van is
het volgens spr. noodzakelijk, dat de wet
ordenende macht aan nader te omschrij
ven bonden van scholen geeft.
Onder de reguleering van de onderwij
zersopleiding wordt verstaan een zoodanige
regeling, dat geschikte onderwijzers in een
voldoend aantal worden opgeleid en toch
ook zooveel mogelijk een teveel wordt voor
komen.
Vervolgens sprak Mej". A. Stolk van
Amsterdam over het Godsdienstig leven
van den kleuter.
Referaat Mej. A. Stolk
Na besproken te hebben wat verstaan
moet worden onder godsdienstige opvoe
ding en wat er mee bereikt moet worden
zet referente uitvoerig uiteen dat het mo
gelijk is te spreken van godsdienstig leven
hij een kind beneden 7 jaar en dat daarom
de plicht bestaat, tegenover de verbonds-
kinderen, hun een godsdienstige opvoeding
te geven.
De factoren, die van invloed zijn op het
godsdienstig leven van het kind werden
door spr. gerubriceerd en besproken.
De middelen, die ten dienste staan voor
de godsdienstige opvoeding zijn het bren
gen van het kind in een godsdienstige
sfeer, de ervaringen van het kind en het
godsdienstig onderwijs.
De kenmerken van de kleutergodsdienst
werden besproken terwijl werd aangege
ven op welke wijze het beste aan allerlei
bezwaren kan worden ontkomen en wen
ken werden gegeven omtrent tucht en gods
dienst en de godsdienstige opvoeding in de
groep.
Ten slotte besprak referente d9 beteeke
nis van het godsdienstig leven van den
kleuter voor hen, die geroepen zijn, hem
op te voeden.
sectie ra
De derde sectie (Buitengewoon L.O.) on
der leiding van den heer J. Hobma ver
gaderende, luisterde naar twee referaten,
een van den heer G. J. v. d. Ploeg van
Rotterdam en een van Dr. J o h. v. d.
Spek van Poortugaal.
Referaat G. J. v. d. Ploeg
Uitvoerig toont spr. aan waardoor 'de
scholen voor B.L.O. zich onderscheiden van
de scholen voor gewoon lager onderwijs.
De plaatsing van verstandelijk misdeel-
den op afzonderlijke scholen is een zegen
voor de betrokken kinderen, voor de lagere
school en voor de maatschappij.
Met statistische gegevens toonde referent
aan dat het protestantsch-christelijk onder
wijs aan zwakzinnigen ten opzichte van
het openbaar onderwijs nog een grooten
achterstand heeft in te halen.
De mogelijkheid tot oprichting van chris
telijke scholen voor zwakzinnigen is thans
aanwezig.
De school worde opgericht door de sa
menwerking van de plaatselijke school
besturen. Splitsing der school naar kerke
lijke gezindheden is onnoodig en al tö
keuren.
Referaat Dr. v. d. Spek
Waar geen afzonderlijke scholen vooij
psychopathen bestaan, blijven deze leerlin-t
gen gedurende hun geheelen schooltijd, al
dus spr., het kruis van onderwijzer, klas en
school. Alleen in Rotterdam bestaat een:
„buitengewone" school, uitsluitend voor
psychopathen.
Spr. geeft een uitvoerig overzicht van da
arbeid van de August Hermann Francke-
school en de mede van de Vereeniging
„Zoekt het Verlorene" uitgaande internaten'
voor jongens en meisjes.
Het beginsel der psychopathen-bemoeienis
kan niet anders zijn dan waaruit het aange
vangen werd: ontfermende, liefdevolle be
moeienis tot behoud van jonge menschen,
die dreigen te loor te gaan aan eigen zwak
heden, te eerder bij de verzoekingen detf
groote stad. Dit beginsel moet het uitgangs
punt zijn van allen, die psychopathen ver®
zorgen en hun onderwijs geven. Christus
moet in het middelpunt staan.
UIT OOST-INDIE
Werkt Indië niet snel genoeg?
Systeem en noodzaak
Er is wel eens op gewezen, dat het
systeem van het Koloniaal Bestuur niet
snel genoeg werkt, waardoor in een tijd!
als waaiin wij leven men teveel achteraan
komt.
In de „Java Bode" wordt dit „kwaal"
nog eens onder oogen gezien.
Nu zijn we reeds 14 dagen na de loslating
van den „gouden standaard" en nog wacht
men op ingrijpende maatregelen: „Het kost
te veel voorbereiding".
Hierin zit zeker waarheid, doch nog
krachtiger waarheid is deze: dat het ambte
lijk apparaat volkomen de geschiktheid
mist, snel een standpunt in te nemen te
midden van allerlei kruisende belangen en
dan even snel een belangrijke beslissing tö
nemen.
Het is het systeem dat doodend is vod£
het oproepen en handhaven van menschen:
van de daad. Het ambtelijk apparaat kreeg
zijn, ons allen bekenden, vorm door een
nauwgezette toepassing van het ancienni-
teitsbeginsel en de respecteering van ieders
persoonlijke rechten.
Er zit in zoo 'n systeem 'een element
Van algemeene rechtvaardigheid, men
kweekt, er hoogere landsdienaren
mede, die over groote routine beschik
ken in de uitvoering van een
administratief stelsel, dat zich ken
merkt door onveranderlijkheid en
bijna algeheel gemis van persoonlijke
aansprakelijkheid. Zoolang de zaken
rustig verloopen langs de lijn der
traditie, kunnen zulke administratieve
systemen voldoen, doch zoodra het
regeeringsbeleid onder cfen druk van
zeer belangrijke gebeurtenissen moet
worden losgemaakt van de schablone
en ingeschakeld op andere apparaten
het economische b.v. demon
streert zich onmiddellijk zijn ongs<
echiktheid,
Tijdens de rede van minister prof. dr. R. Slotemaker de Bruine. Eerste rij v.l.n.r. J. Th. Schreuder, mr. JSchokking. prof.
dr. J. Waterink, jhr. mr. H. A. M. v. As ch v. Wijck. mr. dr. G. A. W. ter Pelkwijk (burg. v. Utrechtds. J. Barbas
(voorz.), minister mr. J. A. de Wilde. mr. dr. L. H. N. Bosch Ridder v. Rosenthal I'comm.dcc Koningin in Utrecht)t R,
MielUiga '{lid. Tweede Kmtfb r°l 'dr. R. H. Weltjer en K. Brants,