Monument voor wijlen Koningin Emma
MAGGI5 JUS
De Wieringermeerpolder
WOENSDAG 2i OCTOBER 1936
De onthulling van het
fraaie kunstwerk wordt
Koningin bijgewoond
Groote belangstelling
der Soester bevolking
eenvoudige
door H. M.
en
de
van de zijde
Begrensd door Torenstraat en
Stationsweg, aan den grooten weg
van Soest naar Amersfooort,
is, voor de Nederd. Hervormde
Kerk en tegen een achtergrond van
hooge sparren en een beplanting met
coniferen, het monument verrezen,
dat tot in lengte van dagen de her
innering levendig zal houden aan
wijlen de Koningin-Moeder wier
nagedachtenis door de ingezetenen
van Soest, in wier onmiddellijke
nabijheid deze vriendelijke, nobele
Vrouwe zoo dikwijls verbleef en zoo
menigmaal getuigenis aflegde van
haar warme belangstelling voor
hun welzijn, op geen betere wijze
geëerd had kunnen worden en wien
vandaag, bij de onthulling van het in
zijn eenvoud zoo fraaie kunstwerk,
het voorrecht te beurt is gevallen,
dat deze plechtigheid zich voltrok in
aanwezigheid van Hare Majesteit
de Koningin, die hierdoor mede
heeft doen blijken van Haar diepge
voelde erkentelijkheid voor deze
daad van piëteit der Soester bevol
king.
Reeds een tweetal uren vóór de aan
komst van de Landsvrouwe, welke op elf
uur was vastgesteld, was ter plaatse zoo
wel het verkeer van de richting Amster
dam, als dat van de richting Amers
foort en Baarn omgelegd, mede als ge
volg waarvan de opstelling van genoodig-
den en publiek een vlot en ordelijk ver
loop had. De omgeving van het monument,
waarvan het te onthullen gedeelte door
vlaggendoek was afgedekt, bood tegen half
elf een imposante aanblik. Op den Stations
weg, aan den rand van het kleine en fris-,
sche, zich vóór het monument uitstrekken
de plantsoen, dat in verband met het weg-
profiel den vorm van een langgerekten
driehoek heeft gekregen, werd de aandacht
getrokken door een klein paviljoen, dat
daar voor de Koningin en de leden van
Haar gevolg was opgetrokken. De gereser
veerde plaatsen ter weerszijden daarvan
waren ingenomen door leden van het
comité en eereleden, zoomede,, ter rechter
zijde, door een groot aantal autoriteiten.
Twaalfhonderd schoolkinderen
Aan de overzijde, in de Torenstraat, was,
dicht bij het monument, de Stafmuziek op
gesteld van bet 5e Regiment Infanterie, dat
onder leiding van kapelmeester adjudant
Van der Glas het muzikale gedeelte
verzorgen zou. Daarnaast, in een lange,
bonte rij, vele gezichten, hoogrood gekleurd
door de spanning van het wachten, de
jeugd: twaalfhonderd schoolkinderen uit
Soest en So ester berg met hun gelei
ders. Voorts vele genoodigden, wien een
plaats was toebedeeld op het kerkplein om
de kerk, waarin Zij, naar wie op dit uur
aller gedachten uitgingen, zoo menigen
dienst had bijgewoond
Op het overige deel van het terrein en in
de omgeving daarvan was, achter de voor
treffelijk door de politie verzorgde afzettin
gen, het publiek toegelaten en zoo daarvan
velen, wien een minder gunstige staan
plaats ten deel was gevallen, slechts wei
nig zouden kunnen zien,, was niettemin,
door het aanbrengen van luidsprekers, zorg
gedragen dat het gesproken woord ook voor
hen verstaanbaar zou zijn.
De autoriteiten
Tot de aanwezige autoriteiten behoorden
o.m. militaire persoonlijkheden van het
garnizoen te Amersfoort en van de lucht-
vaartafdeeling Soesterberg en leden van
Ged. Staten, terwijl voorts, behalve de ge
meenteraadsleden van Soest, werden opge
merkt Soests vroegere burgemeester, jhr.
P. P. de Beaufort, de burgemeester van
Baarn, jhr. mr, G. C. J. van Rhenen, zoo
mede de oucl-commissaris van de Koningin
in de provincie Utrecht, de heer II. Th.
's Jacob. De huidige commissaris,-jhr. mr.
dr. L. H. N. Bosch Ridder van Rosenthal,
was door verblijf in het buitenland verhin
derd de plechtigheid bij te wonen.
De Koningin komt aan
Een gejuich, dat zich spontaan in de
rijen der wachtenden voortplantte, weer
klonk, toen de auto met de koninklijke
standaard en daarachter dié niet het
klein gevolg in zicht kwamen.
Onmiddellijk had ook de heer Van
der Glas de dirigeerstok opgeheven en
zette, terwijl de auto's aanreden, de staf
muziek het „Wilhelmus" in. Vertrouw
de klanken, die luister bijzetten aan
dit plechtige oogenblik.
Nadat de Landsvrouwe' dé auto verlaten
had, werd Zij begroet door den burgemees
ter van Soest, mr G. D e k e t h en kreeg
diens dochter, mej. T. H. Deketh, gelegen
heid de Koningin een bloemenhulde.aan te
bieden.
De Burgemeester stelde vervolgens de
beide wethouders, de heeren H. J. Gasille
en D. A. de Bruyn, zoomede den gemeente
secretaris, den heer J. G. A. Batenburg, aan
de Koningin voor, waarna de Landsvrouwe
en Haar gevolg naar het paviljoen werden
geleid*
Warm en gedragen klonken, nadat de
Koningin gezeten was, de stemmen der zoo
talrijk vertegenwoordigde schooljeugd, wel
ke, begeleid door de stafmuziek. de gezich
ten opgeheven naar den heer Van der Glas,
die hen met zijn. dirigeerstok als aan een
touwtje had, het eerste vers zong van het
„O, Heer, Die dacr des Hemels tentc
spreydt".
Rede van den Burgemeester
Majesteit, zoo zeide hij, het zij mij veroor
loofd, voor de onthulling van het monu
ment, dal de bui-gerij van Soest met de
haar kenmerkende eenvoud heeft opgericht,
en is gewijd aan Haar, Die een koninklijk
voorbeeld van toewijding, trouw en liefde Is
geweest, Die nimmer heeft opgehouden
wel ts doen en ten zegen van een ieder t.c
zijn, een enkel woord ter herdenking te
mogen spreken.
De tegenwoordigheid van Uwe Majesteit
geeft een bijzonder licht aan de plechtig
heid, welke gewijd is aan de nagedachtenis
van Haar, Wier hart, naar de woorden van
Uwe Majesteit in de tot het Nederlandsche
volk gerichte radio-toespraak, ons allen
heeft omvat, Die Zich wist in te denken in
de nooden van geheel bet volk, Die steeds
alles heeft gedaan, wat in Haar vermogen
lag, om deze nooden te verzachten.
De sonore klanken van de doodsklokken,
welke het Nederlandsche volk kond hebben
gedaan van den diepen rouw, waarin dat
volk werd gedompeld, zijn reeds lang weg
gestorven, maar diep, diep in ons aller ziel
blijft de groote ontroering van het heen
gaan van die geliefde Vorstin.
Spr. merkte op, dat Haar wondervolle,
rijke leven, reeds van alle zijden is belicht
en hij vergeleek dit leven bij een prachtige,
naar alle zijden weerkaatsende diamant.
Zoo ergens, dan heeft zeker in Soest
een groote droefheid geheerscht bij het
heengaan van de vriendelijke Vorstin, Di'
een ware en onvergetelijke Beschermvrouwe
voor deze gemeente was.
Na getuigd te hebben, hoe groot en diep
bij Haar verscheiden de ontroering wa
het hart van ieder Nederlander, deed spr.
uitkomen, dat het leven van de Koningin-
Moeder een zegenrijk leven geweest is voor
het Nederlandsche volk in bet algemeen,
doch ook in het bijzonder voor de bevol
king van Soest.
En daarom is het mij, aldus spr., eer
hoefte, Uwe Majesteit de verzekering te
geven van onze trouw, onze liefde en onze
toewijding aan Haar, en Haar Huis en ons
volk.
Menschelijke woorden zijn onvolkomen
klanken van wat diep in den mensch de
ziel beroert. Menschelijke woorden. Doch
luisterend naar de stem van Hem, uit Wien,
door Wien, en tot Wien alle dingen zijn.
Die onze geliefde Koningin-Moeder heeft
opgeroepen, omdat Haar taak hier op aarde
as vervuld, kunnen wij slechts stamelen:
Heer, Uw wil geschiede, niet de onze. Wij
denken slechts uit menschelijke overwegin
gen, Gij denkt in Goddelijke raden.
Nadat de stafmuziek als een naklank op
deze ontroerende woorden, door het ten ge
legd, was het de voorzitter van het comité
uit de burgerij, de heer A. O. Dammers,
di£ een korte rede uitsprak.
Rede A. O. Dammers
Spr. zeide, dat 't een gelukkige gedachte
van den gemeente-secretaris iSj den heer
Batenburg, geweest is, om te trachten in
deze gemeente te komen tot de oprichting
van een eenvoudig gedenkteeken, gewijd
aan de nagedachtenis van H.M. de Konin
gin-Moeder. Een eenvoudig gedenkteeken
Over de plaats, waar het gedenkteeken
moest verrijzen, heeft nimmer ecnig ver
schil van meening bestaan. Hier in het mid
den der gemeente, tegenover de kerk, waar
H.M. de Koningin-Moeder geregeld de gods
dienstoefeningen placht bij de wonen als zij
op Soestdijk vertoefde, hier was de eenige
en aangewezen plaats.
Aan de goede zorgen Van de gemeente
danken wij het, dat het monument thans
staat in een plantsoen, ontworpen door den
heer Kraaijenbrink, in een omgeving, zoc
geheel met het gedenkteeken in overeen
stemming.
En wanneer dan straks, aldus spr., in het
daarvoor geschikte jaargetijde het monu
ment steeds van groen is voorzien, zal, hij
het zien van de beeltenis van H.M. de Kó
ningin-Moeder menige gedachte levendig
■worden en men.ige herinnering rijzen aan
de edele Landsvrouwe, Die op zoo uitne
mende wijze de harten heeft weten te
winnen.
Het vlaggedoek gaat vaneen
Het was na deze rede, dat H. M. ge
volg gaf aan het verzoek van den heer
Dammers, op een knopje te drukken,
waardoor een electrisch belletje aan de
bij het monument staande dames A. M.
Dammers, dochter van den voorzit
ter van het comité en H. Deketh,
dochter van den burgemeester het
teeken gaf, het voor het beeld
houwwerk aangebrachte vlaggedoek
naar links en rechts ter zijde fe trekken,
een treffende plechtigheid, waaraan de
stafmuziek luister bijzette door het spe
len van het „Waldeck Pyrmontlied."
Ontdaan van zijn laatste beletselen, stond
daar het monument in zijn volle schoon
heid, waardig bouwwerk van zijn schepper,
den heer A. C. M. van Beers, architect
B. N. A. te Huis ter Heide.
Het monument
Waren veler oogen reeds vertrouwd ge
raakt met den aanblik van de tien meter
hoogc zuil, welke, met de twee haar flan-
keerende muren, waarvoor een rustige bc-
lêkort
aan jus.
1
Weinig jus of een maaltijd zonder vlees
MAGGI5 Jus brengt uitkomstj U legt er eer mee
inl In circa 5 minuten Vi L heerlijke, bruine —i—
jus, met één MAGGI5 Justablet,
Let op de gebruiksaanwijzing op het etiket.
planting is aangebracht, in roode baksteen
is opgetrokken, nieuw voor de meesten der
nwezigen was 't thans onthulde gedeelte:
het op de zuil in wit natuursteen gebeeld
houwde medaillon, hetwelk en profiel de
vriendelijke, minzame trekken doet zien van
ijlen H. M. de Koningin-Moeder, het hoofd
met het weduwenkapjé getooid. Onder het
medaillon, eveneens in wit natuursteen uit
gevoerd, de gedenkplaat, waarvan ae in-
riptie gewaagt van de oprichting van dit
monument door de burgerij van Soest, als
dankbare herinnering aan de Koningin-
Moeder. Onder advies van Prof. H u i D
u n s is dit prachtige beeldhouwwerk ver-
aardigd door den heer H. J. Etienne
te Delft.
Begeleid door den burgemeester begaf d"1
Koningin zich over het houten plankier,
dat van het paviljoen was uitgelegd naar
den grashand langs het smalle pad, dat
oor het kunstwerk is vrijgelaten naar het
monument, dat zij, terwijl het publiek onder
begeleiding van de stafmuziek het „Wilhel
mus" zong, in diepe aandacht beschouwde.
Na de bezichtiging was het opnieuw de
voorzitter van het comité, die met een korte
•ede het monumten aan het gemeentebe
stuur overdroeg, voor welk college de Bur
gemeester het geschenk met groote dank
baarheid aanvaardde en deze aanvaarding
rede het monument aan het gemeentebe
stuur een krans aan den voet neer te leg
gen.
Défilé langs het monument
Nadat, begeleid door de stafmuziek, de
schooljeugd het eerste en derde couplet van
„Geluckig is het Landt" had gezongen, ving
liet défilé langs het monument aan van de
plaatselijke vereenigingen, welke zich daar
toe geruimen tijd te voren in de Stations
straat hadden opgesteld en welker vaandel
dragers zich ter weerszijden van het monu
ment hadden geposteerd.
Het voorbijtrekken van de lange stoet
werd door de Koningin met groote belang
stelling gadegeslagen, waarbij de Lands
vrouwe tevens getuige was van het feit, dat
tijdens het défilé tal van bloemen aan de
voet van het monument werden neergelegd.
Het was een treffend slot van deze plech
tigheid, voor het verloop waarvan Hare
Majesteit, alvorens de terugtocht te aan
vaarden, jegens den Burgemeester van Haar
hooge ingenomenheid heeft getuigd.
Pachtwetsherziening
Door den heer D e G e e r is bij de Tweede
Kamer een amendement ingediend op het
pachtwetsontwerp, in verband met
rechtsgeldigheid der contracten. In de toe
lichting bij dit amendement wijst de heer
De Geer er op, dat er een groot verschil be
staat tusschcn beperking van de contracts
vrijheid en dwang tot het aangaan van een
contract. De eerste is in een rechtsstaat
aannemelijk en in onze geldende wetgeving
dan ook reeds veelvuldig toegepast; de laat
ste behoort in zulk een staat te zijn uitge
sloten. Indien partijen op bepaalde termen
tot wilsovereenstemming zijn gekomen, kan
daarover dus wel een veto worden uitge
sproken, maar kan niet een andere ge
fingeerde wilsovereenstemming daarvoor
in de plaats worden gesteld.
De memorie van antwoord ontkent, dat
er sprake zou zijn van „dwang tot het slui
ten van een overeenkomst", daar immers
uit een vrijwillig gesloten contract slechts
buitensporigheden worden gehaald en dus
een „editio castigata" van de overeenkomst
tot stand komt. Deze opvatting staat echter
buiten de werkelijkheid. Buitensporigheden
„excessen" vormen een relatief begrip,
gelijk de ervaring meermalen heeft ge
leerd.
Wat er onder verstaan moet worden,
staat niet onder alle omstandigheden a
priori en objectief Vast.
Het verdient daarom aanbeveling, den
rechter slechts de bevoegdheid tot nietigver
klaring te verleenen. Een prikkel om in
redelijke wijzigingen, door den rechter in
overweging gegeven, toe te stemmen, zal
EEN BOETELING
IN DE DUINEN
Hoe de Alkmaarsche bedrïjfs-1
leider werd aangetroffen
Zijn voeten waren bevroren pi
Zooals wij gemeld hebben is Zondag
bedrijfsleider van een houthandel uit Al
maar, die 40.000 verduisterd had, in i
duinen aangetroffen en naar het ziekt]
huis te Oostburg gebracht.
„Vooruit" weet nog een aantal bij zond'
heden over deze geschiedenis, waaraan li
volgende is ontleend: 1
Slechts door een toevallige omstandi
heid is de man Zondagavond in deern
wekkenden toestand verdorst en verho
gerd terug gevonden in een weekend-huif
vlak aan zee. Pas Zondagmiddag ecni
menschen hadden hem kort te voren o\
den dijk zien strompelen had hij z«a
door verbreking van een ruit toegang 1 i
dit huisje verschaft.
Uit een onderzoek, naar aanleidinge
van N.'s verklaringen is komen vast te
staan, dat hij zich voordien tien dagen
en tien nachten heeft schuil gehouden
in het duin, waar hij zich in de brem»
boschjes een leger had gespreid, vrjj.
wel onbeschut tegen den stormwind, dó
regenbuien en de nachtvorst. Al di n 'I
tijd, dat hij in de duinen tusschen H
tranchemcnt en Cadzand vertoefde, isD
N. niet in contact geweest met roni-
schen en vermoedelijk van voedsel ver-'
stoken gebleven. Een in zijn schuil
plaats gevonden flesch met daaraan
bevestigden schoenveter, verklaart di.
manier waarop hij zich des nachts uil
regentonnen voorzag van drinkwater
De heer Zwier, eigenaar van het kam jj
huisje, vertelde, dat hij den voortvluchtii
tusschen eenige matrassen verstopt, aaj
trof.
De heer Zwier beval den onbekende aa
vankelijk op barschen toon uit het bed
komen, doch, zoo zeide hij, toen ik zag, d
hij zich niet kon bewegen, kreeg ik med
lijden. Het bleek, dat ten gevolge van li»
vele nachten achtereen buiten slapen, ik
voe'en van den vluchteling bevroren w r
ren en allen dienst weigejden,
Tijdens het korte onderhoud in liet
huisje deed de onbekende plotseling
een poging om zich met een mes ver
wondingen aan hals en polsen toe te u
brengen. Terwijl de heer Zwier den i
man het mes afnam, liep Zwier Jr. op,
verzoek van zijn vader naar den ge-oi
meente-veldwachter. Steunende op
Zwier en den gemeenteveldwachter is fa
de onbekende, die weigerde zijn naam
te noemen, naar een auto gedragen, t
waarmede hij op last van burgemeester e
Leenhouts naar het St. Antlionius-1
gesticht te Oostburg werd vervoerd.
Op hem werden een gouden horloge p
een dubbeltje gevonden.
Papieren had hij niet bij zich, m£
van zijn kleedingstukken droeg het
van een kleermaker in Alkmaar. Dit mej
bracht den chauffeur van de auto, de h
Verduin, uit Cadzand, op het idee, dat
in het duin aangetroffen onbekende
eens de voortvluchttige bedrijfsleider
kunnen 0ijn. Hij heeft toen de politie
Alkmaar gewaarschuwd.
Gistermorgen heeft N., ten overstaan vaP«
de zusters en den dokter in het St. Anth i
niusgesticht bekend, de voortvluchtige
zijn. Ook tijdens zijn verhoor door de Al
maarsche politie-autoriteiten liet hij ^zij
aanvankelijke zwijgzame houding g*1*"'
al varen.
daarin ongetwijfeld gelegen zijn. Tevens zij,
hiermee zijn afgesneden het gevaar, waa$
op ook de memorie van toelichting wijs
dat een adspirant-pachter een onereus coi
tract teekent, ten einde een ander voor t
zijn en in de verwachting, dat de rechte
de zaak wel in orde zal brengen.
IX*)
B. J. Wel werd in Augustus van 1930 gezegd: de Wie-
ringermeer is droog, doch dat beteekende natuurlijk alleen
nog maar, dat de bodem van dat gedeelte van de Zuiderzee
niet meer met zeewater bedekt was. Of feitelijk, dat het
waterpeil in het afgesloten gedeelte gedaald was tot
5 M. A.P.
Kanalen en tochten
Droog in cultuurtechnische zin kon men het land toen nog
allerminst noemen. Het was daarom zaak het water, dat nog
in de grond 'zat, het bodemwater, zoo snel mogelijk te ver
wijderen en tevens te zorgen, dat het hemelwater ook spoe
dig weggevoerd kon worden. Want zooals we reeds in een
vorig hoofdstuk opmerkten, algemeen was men van oordeel,
dat een zoo intensief mogelijke ontwatering een eerste eisch
was voor een jonge polder. We zagen reeds, dat bij de aanleg
der beide gemalen, de ,,Lely" en de „Leemans", er op gere
kend werd, dat men ook later de grondwaterstand steeds in
zijn macht zou hebben en daarbij was men zelfs op verschil
lende gebeurlijkheden voorbereid.
Om dit water naar de beide gemalen te leiden was een uit
'l'ocn de Wierin gem eer 'droog Tiwam le liggen. Bc grond bedekt
met schelpen.
gebreid kanalen-, tochten- en slootenstelsel noodig en dat
had men reeds ontworpen nog voordat de polder droog viel.
Hierbij moet opgemerkt worden, dat de Wieringermeerpol
der een geheel op zichzelf staande polder is, die in geen enkel
verband staat met de omringende polders en geheel on
afhankelijk van deze is. Zoo staat zelfs het randkanaal of
ringvaart, die van Langereis bij Aartswoude tot het Arastel-
meer is gegraven, geheel buiten het afwateringsstelsel van
de polder, al ligt die ringvaart dan ook feitelijk binnen de
polder. Deze is, zooals we reeds eerder zagen, gegraven om
het water op te nemen uit die gebieden van het „oude land",
zooals het langs de Wieringermeer liggend land genoemd
wordt, die voorheen het overtollig water op de Wieringer
meer loosden. Deze zijn de binnenwaarts gelegen Geestmer
Ambacht, de Niedorper Kogge en de Schager Kogge, die via
de Langereis hun water op dit randkanaal zal brengen. Ver
der de Groetpolder, de Waardpolder en de Wieringerwaard,
die rechtsstreeks het water er op uitslaan. Dit water gaat
naar het 700 H.A. groote Amstelmeer, dat als een groot reser
voir dient en zorgt, dat plotselinge groote aanvoeren regel
matig verwerkt kunnen worden. Een soort expansievat is het
dus. Door het Balgzandkanaal wordt het water uit het Am
stelmeer gevoerd naar de uitwateringssluis, ten Zuiden van
Den Helder gelegen.
Ook het langs de Zuidzijde van Wieringen aangelegde
kanaal, het Amstelknaal, heeft met de afwatering van de
polder niets uitstaande. Integendeel het voert zelfs water aan.
Dit kanaal is n.l. gegraven om het Amstelmeer van voldoende
zoet water uit het IJsselmeer te voorzien, want het Noordelijk
deel van Noord-Holland heeft in de zomer soms behoefte aan
het inlaten van zoet water en dit kan nu uit het Amstelmeer
betrokken worden. Maar tegelijk kan dit kanaal dienen om
het langs dit voormalig eiland gelegen poldergedeelte, dat
voor een groot deel uit zand bestaat, van water te voorzien.
Dit laat men door greppels, waarin het water tot circa 30 a 40
c.M. beneden het maaiveld komt te staan, stroomen.
Polderpeilen
Voor de afwatering van de polder had men twee plannen,
die voor toepassing in aanmerking kwamen. Het eene plan
beoogde het water uit de verschillende afdeelingen op een
gemeenschappelijke boezem te malen en vanuit deze boezem
naar het IJsselmeer of naar de Zuiderzee te voeren. Dit plan
heeft men laten varen en daarvoor gekozen het tweede plan,
waarover we reeds heel terloops iets mededeelden, toen de
bemalingsinrichting door ons beschreven werd. Uit de vier
verschillende polderafdeelingen wordt het water naar de
beide gemalen geleid en daar in het IJsselmeer gemalen. Bij
de gemalen is het zóó geregeld, dat iedere polderafdeeling af
zonderlijke bemalen en op een bepaald peil gehouden kan
worden.
De polder is in verband met de verschillende hoogten of
zoo men wil, laagten van de bodem verdeeld in afdeelingen
van ongeveer gelijke hoogte. Zooals we zagen zijn er zoo vier
afdeelingen. Hierdoor is het mogelijk om overal de meest ge-
wenschte grondwaterstand te verkrijgen. Bedoeling was om
het polderpeil in deze afdeelingen vast te stellen op 4.60 M.
A.P. in de afdeeling I, op 5.30 M. A.P. in afdeeling II.
op 6.00 M. A.P. in afdeeling III en op 6.70 M. A.P. in
afdeeling IV.
Dit plan is echter eenigszins gewijzigd. Men heeft nl. de
afdeelingen II en III een gelijk polderpeil gegeven nl. 5.30 M.
A.P., omdat voor de zavelgrond, waaruit afdeeling III
voor het grootste deel bestaat een ietwat hoogere waterstand
wenschelijk werd geacht, vooral bij het in grasland leggen
van dit gedeelte. Daarom ook werd de sluis, die oorspronke
lijk te Middenmeer gebouwd zou worden, weggelaten, ter
wijl de deuren in de bij de planwijziging reeds gebouwde sluis
te Medemblik werden weggelaten.
Verder heeft men ook voorloopig van het peil 6.70 M.
A.P. voor afdeeling IV afgezien en dit bepaald op 6.20 M.
A.P.
Naar deze afdeeling kan vrij gemakkelijk, daar heeft men
voor gezorgd, het water uit die gedeelten van afdeeling III
gevoerd worden, welke voor de akkerbouw zijn bestemd.
De oorspronkelijke plannen zijn dus wel eenigszins gewij
zigd, wat het waterpeil aangaat. Maar het vèrkavelingplan
en de geprojecteerde kanalen en tochten heeft men uitgevoerd
zooals deze gedacht waren.
Men was met het graven van de kanalen en tochten reeds
begonnen vóór de polder droog was geworden. Hiervoor had
men baggermachines gebruikt, die reeds in 1928 en 1929 hun
werk verrichtten. Dit was goedkoop, doch meteen ook van
groote beteekenis voor het snel en goed leegmalen van het
geheel, daar in deze gebaggerde kanalen het water zich na
tuurlijk verzamelde en gemakkelijk naar de gemalen gevoerd
werd. Maar hier stond tegenover, dat men later nog vrij veel
moeite had om de kanalen in goede staat te brengen, daar
deze natuurlijk ruw uitgebaggerd waren en door het zakkend
zeewater en door de stroom, die er bij het bemalen in ont
stond in tamelijk desolaten toestand verkeerden toen een
maal de polder droog was gekomen. Ook had men last van
de door de baggermachines op het vlakke land neergewor
pen baggeraarde en vorderde het een met het ander nog
veel tijd en dus kosten om het weer in orde te krijgen.
PLAN VOOR DE VERKAVELING
vandewieringermeer.
Verkavelingsplan van de Wieringerrr.eerpolder.
Verkaveling
Naast het graven van kanalen en tochten moest
lijk ook gelet worden op de te graven slooten, die zoowe
voor waterafvoer als voor verdeeling van de grond in
bruiksperceelen moeten dienen. Voor de verkaveling dus*
Maar bij de verkaveling behoort niet alleen het graven van
slooten voor het verdeelen van de grond, ook het aanleggen
van wegen voor het verkeer te land wordt hier onder gere-
kend en dit vraagstuk komt dus in dit verband ook tei
sprake.
Bij het opmaken van een plan voor verkaveling moet met
twee voorname factoren rekening gehouden worden, in de^
eerste plaats met de bruikbaarheid der perceelen en in d'
tweede plaats met de kosten van verdeeling van de grond
in de bruikbare perèeelen.
VIII stond in ons blad van 2 October.