Jlieuure g>i$sdjr lürmraitt
Ons land verlaat den Gouden Standaard
Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken
Nederland moest thans ook
over stag gaan
Abonnementsprijs:
Per kwartaal in Leiden en in plaatsen
waar een agentschap gevestigd is 235
Franco per post 2.35 portokosten
Per week0.18
Voor hel Buitenland bij wekelijksche
zending450
Bij dagelijksche zending. 5.50
Alles bij vooruitbetaling
Losse nummers 5 ct. met Zondagsblad 7'/> cL
Zondagsblad niet afzonderlijk verkrii- -.af
Bureau: Breestraat 123 Telefoon 2710 (na 6 uur 3166) Postbox 20 Postgiro 58936
NO. 5895
MAANDAG 28 SEPTEMBER 1936
16e Jaargang
Atibertentieprtjjen:
Van I tot 5 regels !.I7'/>
Elke regel meer0.22' h
'^gezonden Mededeelingen
van 1—5 regels 2.30
Elke regel meer 045
Voor bet bevragen aan 't bureau
V wordt berekend 0.10
Qt Zoo is dan nog zeer onverwacht het
ih, pleit beslecht: als laatste land, hetwelk
nog den gouden standaard handhaafde,
heeft ons land Zaterdagavond, 26
September 1936, het hoofd moeten
buigen. In een zeer klein gedeelte
van de oplage onzer krant konden wij
nog het bericht opnemen, dat Zwitser
land het voorbeeld van Frankrijk
meende te moeten volgen. In hetzelfde
Ni nummer trokken de verklaringen van
onze Regeering, van den Nederland-
schen Bankdirecteur, mr. Trip, en van
andere finantiëele leiders, waarin voor
de zooveelste maal gezegd werd, dat
Nederland niet mee zou doen aan den
n devaluatie-sprong sterk c!e aandacht.
21 En zie, een half etmaal later was de
24 Nederlandsche devaluatie er. Niemand
si spotte met deze schijnbare tegenstrij-
■d« digheid, zij is slechts een bewijs van de
bewogenheid der tijden, waarin wij
leven.
Nederland, en onze Regeering, kun
nen, al is dit pleit verloren, met opge
heven hoofd blijven verschijnen. Deze
Regeering had duidelijk gezegd, méér
dan eens, dat zij bij devaluatie slechts
w« het roer in handen zou venschen te
houden, indien devaluatie ons van bui-
Hen af werd opgedrongenZoo is het
thans gegaan. Het kan zijn nut hebben
nog even in vogelvlucht te doen zien,
wat in de laatste paar dagen is geschied
I"M de drie overgebleven zoogenaamde
51 foudlanden, Frankrijk, Zwitserland en
Nederland.
-- Frankrijk, dit werd de paar laatste
m naanden steeds duidelijker, nol de den
!sveg op van een débacle der staats-
finantiën, zoodat een noodsprong kon
vorden verwacht, welke althans tijde-
ijk verlichting kon geven. De Volks-
i£2 rontregeering had met beloften ge
strooid en de roode vakbonden vonden
d jet doelmatig fabrieken en kantoren
i" tsgaan bezetten tot het afdwingen van
41 rkoge eischen, waarbij het belang en
Be draagkracht van de bedrijven niet
Ip« neetelden. Natuurlijk werd niets ge
daan om de lands- en gemeentebegroo-
tingen sluitend te maken. De uitge
schreven groote geldleening mislukte,
waardoor de positie van de franc steeds
meer wankel werd. Hoewel tegen deva-
uatie, stevende de Regeering van Blum
inst ir regelrecht op aan. De laatste dagen
11 Verlieten groote hoeveelheden goud het
and en werd de toestand uiterst ge-
raarlijk. Renteverhooging baatte niet
neer, en omdat Frankrijk toch goud,
u (eel goud moet hebben, om eventueel
ils oorlogsschat te kunnen dienen, werd
Vrijdag het besluit genomen den gou-
|en standaard te verlaten, en de franc
an een herwaardeering te onderwer-
u len, waardoor tusschen 25 en 33 per-
Idi' ent vrij zal komen. Hierdoor zal een
[root bedrag wij verwijzen voor tal-
n 3 ijke cijfers naar de overige artikelen
'naa| n ons blad zoogenaamde winst ge
naakt worden. Een deel zal wel aan
gewend worden als een fonds tot be-
cherming van de nieuwe frank en van
Ie rest zal wel heel veel worden ge-
e ruikt om gedupeerden schadeloos te
tellen en waar noodig loonen te ver-
oogen. Hoe lang op deze buit geteerd
au worden door den heer Blum en
jjn vrienden moet afgewacht worden,
j Inmiddels zijn door Frankrijk, Ame-
ika en Engeland onderhandelingen
[evoerd om te komen tot een iriter-
ationaal economisch evenwicht. Blum
m louwt hier kasteelen op. Tot dusver
i®" ing het helaas bij zoo goed als alle
iai anden om het zuiver eigenbelang bij
Si luntwaarde-vraagstukken. Er moet
ikbi chter afgewacht worden, of hier iets
oeds uit groeien zal. Wat ons slechts
p1- erheugen zal. Nederland is op het ge-
3Ugt ied van internationale afspraken een
et 1 oogst betrouwbaar land, zelfs op het
ioo evaar van schadeneming toe.
Zoo stonden de zaken Vrijdag. Het
^arische besluit was voor ons land een
roote teleurstelling, ofschoon men het
zien aankomen. Ieder, die zijn gel
den luchthartig beheert, komt vroeger
f later in moeilijkheden. Aan afkap
ing der goudwaarde van de franc kon
'en toch niet te Parijs ontkomen, dit
lrrdj ras duidelijk. Van de drie goudlanden
'as nu het grootste afgevallen. De
J. 'andelsbeweging tusschen Frankrijk
hw li Nederland is vrij groot Frank-
tik is de vierde van bovenaf doch
e* ij is sterk dalende. Met België hebben
rÜ veel meer relaties, en toch zijn wij
e Belgische devaluatie goed te boven
'rU ekomen. Onze Regeering, en ook de
drectie der Nederlandsche Bank ver-
laarden, dat geen verandering zou in
reden in .onze geldpolitiek. De Neder
landsche Bank had Woensdag j.l. 80
dekking van 't loopende geld, en de ge-
heele wereld weet, dat onze begrootin
gen solied worden opgebouwd. Indien
Zwitserland trouw bleef aan het oude
standpunt, bestond er geen vrees voor
den gulden, zoo werd uit Den Haag en
Amsterdam vernomen.
Echter, Zwitserland begon zich on
behaaglijk te gevoelen. Zaterdag heeft
de Bondsraad te Bem urenlang beraad
slaagd, waarbij, ongewoon verschijnsel,
de Nederlandsche gezant zelfs werd
uitgenoodigd. Ook Zwitserland heeft
een ruime voorraad goud. De positie
der Centrale Bank is daar waar
schijnlijk zelfs nog sterker dan bij
ons. De Bondsraad besloot echter
het vaandel te strijken, en
laatste van de vroegere zoogenaam
de Latijnsche muntunie ging het over
stag. Tot deze Unie w.erden gerekend
Frankrijk, Italië, Spanje, België en
Zwitserland. Alle valuta's hadden hier
een waarde van ongeveer 50 Neder
landsche centen. Thans staat er geen
een meer overeind.
De berichten uit Bern stelden onz«
Regeering zeer teleur. Zij wilde en kon
blijkbaar niet de verantwoordelijkheid
dragen alléén in den vollen wind te
gaan staan. De gulden zou een speel
bal worden op de internationale markt
en na twee of drie dagen zou een groot
gat zijn geslagen in onzen goudvoor
raad. Zonder voldoende- goud men
vergete dat niet kan een moderne
staat niet aan zijn verplichtingen vol
doen. Bovendien blijkt Vrijdag en
Zaterdag reeds heel wat goud te zijn
afgevloeid. Of dit grootendeels parti
culier bezit was of Nederlandsche Bank-
goud is ons op dit oogenblik niet be
kend.
Het besluit om den uitvoer van goud
in den vrijen handel te verbieden, heeft
onze Regeering daarom Zaterdagavond
laat genomen, en aan de Regeerings-
persdienst opgedragen dit ten snelste
wereldkundig te maken. Hiermede is
aan de gouden standaard, ivelke ons
land opnieuw aanvaardde in April 1925
een vaarwel toegeroepen.
Er zal nu een toestand intreden, als
in het tijdperk van Augustus 1914 tot
April 1925, waarbij voor de goud-
waarde van den gulden niet een be
paald punt zal worden vastgesteld.
Hierbij kunnen wij nu gebruik maken
van alles wat inzake het veiligstellen
onzer finantiën en het aanpassen aan
het wereldkostenpeil reeds tot stand is
gebracht, en dat is niet weinig. Ons
Parlement zal Dinsdag samenkomen tot
behandeling van enkele wetten. Hoe de
verdeeling zal plaats hebben van de
bedragen, welke vrijkomen door de her
schatting van de goudwaarde, hangt
thans ook nog volkomen in de lucht.
Inmiddels zal de effectenbeurs de eer
ste dagen gesloten blijven.
Dat de Regeering reeds talrijke
maatregelen heeft genomen, en voor
schriften uitgevaardigd, vindt men
elders vermeld.
De gang van zaken in de laatste da
gen, vol bewogenheid van oogenblik tot
oogenblik, vindt men hier in dit artikel
nu categorisch geschetst.
Als een dief in den nacht, zoo
overviel deze devaluatie ons volk. Over
heel wat in het leven meent elke burger
mee te kunnen praten, doch een aller
belangrijkste zaak als herwaardeering
van het geld, gaat geheel buiten het
volk om. Dit kan niet anders. Het make
een ieder van ons wat meer bescheiden.
Persoonlijk betreuren wij dezen gang
van zaken zeer. In September 1931
hebben ook wij onze stem verheven in
de .richting van een onderzoek naar de
mogelijkheid van een breed internatio
naal optreden, en ook van de vraag, of
Nederland speciaal daarbij een taak
had te vervullen. Dit was vlak nadat
Engeland zijn pond had losgemaakt
van het goud.
Sedert is land na land gevolgd, en
thans is Nederland opgetreden als de
hekkesluiter. Misschien kan men zeg
gen, dat slechts de eerste klappen elk
voor zich een daalder waard zyn ge
weest, doch ook zoo'n eerste klap ach
ten wij niet een moreel hoog staande
daad. Nu staan wij dan met z'n allen
weer zoowat op de basis van 1931. Zou
de wereld nu althans zoo veel geleerd
hebben, dat een internationale overeen
komst inzake economische samenwer
king mogelijk is? Of springt er straks
weer een uit den cirkel? Sommige lan
den zijn bijna berucht op liet gebied
van muntontwaarding. Moge het goede
geboren worden uit het kwade!
Hoe het zij, na alles, wat hier in
Monetaire Politiek kan niet langer
worden gehandhaafd
Goud uitvoerverbod afgekondigd
Geruststellende radiorede van den
Minister-President
Zaterdagavond.laat heeft de Regeeringspersdienst het volgende communiqué
gepubliceerd:
Nadat de Regeering, na de aangekondigde monetaire maatrege
len in Frankrijk, haar voornemen te kennen gaf, om haar mone
taire politiek onveranderd te handhaven, heeft het sindsdien
genomen besluit der Zwitsersche regeering de Nederlandsche
regeering genoopt haar houding opnieuw in overweging te
nemen.
Nu Nederland het eenige land ter wereld is geworden, dat zijn
muntpariteit ongerept heeft bewaard en het daardoor in de
sterkste mate den druk op de wisselkoersen en op zijn goud
voorraad zal gevoelen, kan de mogelijkheid om de huidige
monetaire politiek te blijven handhaven niet langer aanwezig
worden geacht.
Teneinde te verhoeden, dat men tenslotte genoopt zou worden
den gouden standaard prijs te geven na een niet te verantwoor
den verzwakking van den goudvoorraad der Nederlandsche
Bank, heeft de Regeering, in volledige overeenstemming met
het gevoelen der Nederlandsche Bank, besloten met ingang van
27 September den uitvoer van goud te verbieden, tenzij gedekt
door een authentiek certificaat van de Nederlandsche Bank.
Tevens zal de effectenbeurs Maandag 28 en Dinsdag 29 Sept.
gesloten zijn.
De Tweede Kamer is bijeengeroepea tegen aanstaande Dinsdag te half twee
ure, ter behandeling van eenige spoed wetsontwerpen.
De Eerste Kamer is bijeengeroepen tegen a.s.
negen ure.
Dinsdag des avonds te half
m
Nederland reeds is geschied om het
noodzakelijk wereldpeil te bereiken,
bejammeren wij dezen sprong. O zeker
wij weten, dat een gedeelte van ons
volk, ook zeer enkelen onzer lezers er
anders over denken. Die twistappel is
dan nu verdwenen, plotseling en on
verwacht.
Over de economische gevolgen, eenig
voordeel voor den een, eenig nadeel
voor den ander, is nog niets te zeggen.
De Regeering zal waakzaam z\jn, daar
aan mag niet getwijfeld worden, opdat
onbillijkheden voorkomen worden. Zij
heeft onze voüe steun noodig, doch die
heeft zij ook verdiend. Aan haar door
tastend optreden is het te danken, dat
de moeilijkheden hier minder groot zul
len zijn, dan elders.
En vooral, zij niemand twijfelmoedig.
Wie de periode vanaf 1914 heeft mee
gemaakt, bewust en opmerkzaam, en
wie midden in het leven stond, weet,
dat telkens verrassingen en onver
wachte dingen opdoemden, en viel de
uitkomst niet altijd mee? Was het voor
wie gelooft in de bescherming van God
den Almachtige niet steeds weer een
bevestiging van het vertrouwen, zoo
heerlijk omschreven in het antwooid
op de 26e vraag in onzen Catechismus?
„Op welken dat is mijn God en
Vader ik alzoo vertrouw, dat ik niet
twijfel, of Hij zal mij met alle nood
druft des liehaams en der ziele verzor
gen, en ook al het kwaad, dat Hij mij
in dit jammerdal toeschikt, mij ten
beste keeren; dewijl Hij zulks doen kan
als een almachtig God, en ook doen wil
als een getrouw Vader."
Zelfs wat wij als kwaad beschouwen,
ten beste keeren? Wie kan daï anders
doen, dan Die boven lucht en wolken
het gewriemel der menschen ziet?
RADIOREDE Dr. H. COLIJN
Ter motiveering van het Regeerings-
besluit heeft de Minister-President Dr.
H. C o 1 ij n hedenmorgen om 8 uur voor
de radio de volgende rede uitgesproken:
Alvorens een nadere motiveering te
geven van het in den nacht van Zater
dag op Zondag genomen besluit der re
geering in zake onze monetaire politiek,
roep ik eerst in de herinnering terug, dat
een zeker aantal landen in 1933, tijdens
de Londensche wereldconferentie, als
hun gemeenschappelijk gevoelen tot uit
drukking brachten, dat het wenschelijk
was den z.g. gouden standaard te hand
haven, d.w.z. door afgifte van goud aan
elkander de onderling bestaande munt-
verhoudingen in het wisselverkeer te
verzekeren.
Deze landen waren 6 in getal, nl.
Frankrijk, Italië, Zwitserland, België, Po
len en Nederland.
Van deze 6 konden Italië en Polen den
laatsten tijd niet meer meegerekend wor
den, terwijl België, na het vorige jaar
een devaluatie zijner munt te hebben
doorgemaakt, onlangs wel weer tot het
goud terugkeerde, doch niet meer be
hoorde tot het oorspronkelijke goudbloc.
Zoo waren er van de 6 dan maar 3
meer overgebleven, nl. Frankrijk, Zwit
serland en Nederland, en wel is waar
behoorde ook Amerika sinds eenigen tijd
tot de landen die het wisselverkeer door
goudafgifte steunden, doch de goud
waarde van den dollar was daar nog niet
definitief. De dollarwaarde kon nog door
den president der V. S. verder verlaagd
worden, nadat hij reeds 40 pet. van zijn
waarde had ingeboet
Monetaire zorgen
Niet zonder bezorgdheid heeft de Ne
derlandsche regeering den laatsten tijd
den gang van zaken op monetair terrein
gevolgd. Niet omdat zij twijfelde aan de
juistheid harer eigen politiek. Het tegen
deel is waar. De aanpassing aan de ge
wijzigde internationale verhoudingen op
economisch en financieel terrein was
hier te lande een heel eind en in Ned.-
Indië nagenoeg geheel geslaagd en men
mocht hopen, dat het eind van een zeer
moeilijke weg in het zicht was.
De bezorgdheid der regeering vond
haar oorzaak dan ook in hetgeen hier en
daar om ons plaats greep en waarvan
geducht moest worden, dat de voornaam
ste pilaar onder het reeds gehavende
goudbloc bezwijken zou. Men mocht zich
niet verhelen, dat de positie van Zwit
serland en Nederland heel veel moeilij
ker zou worden, indien Frankrijk zich
genoodzaakt zou zien het Belgische voor
beeld van 1935 te volgen en eenigen tijd
den gouden standaard prijs te geven.
Toch meende de Regeering, toen be
kend werd, dat Frankrijk den gouden
standaard ging verlaten, en zij zich daar
over in den nacht van Vrijdag op Zater
dag te beraden had, haar beproefde poli
tiek nog niet te mogen prijsgeven. Van
daar dat in de bladen van Zaterdag de
mededeeling verscheen, dat de Regeering
haar tot nu toe gevojgde monetaire poli
tiek onveranderd zou handhaven. Op die
houding was mede van invloed de op dat
tijdstip volstrekt gegronde verwachting,
dat Zwitserland den gouden standaard
zou blijven handhaven.
Zaterdag in den loop van den namid
dag ontving de regeering evenwel door
haar gezant te Bern de nrededeelmg van
den Zwitserschen Bondsraad, dat men
integendeel te Bern besloten had tot aan
passing van den Zwitserschen frank aan
de leidende valuta's en men dus tot
prijsgeving van den gouden standaard
zou overgaan.
Hernieuwde beraadslagingen
Dit feit maakte een hernieuwde over
weging van het Nederlandsche standpunt
noodzakelijk.
De positie van de Zwitsersche Na
tionale Bank was banktechnisch sterker
dan die van de Nederlandsche zuster
instelling, Toen dus de sterkere van de
banken den strijd meende te moeten op
geven, moest in de nationale en inter
nationale geldwereld wel de vraag op
komen: nu het eene goudland na het
andere den gouden standaard heeft moe
ten prijsgeven, nu van de twee laatst
overgeblevenen de sterkste van de twee
de vlag strijkt, waarom zou nu de laatst
overgeblevene het wèl kunnen houden?
Dit alles noopte er toe om opnieuw de
positie van Nederland in beschouwing te
nemen.
Nederland zou nu, met Amerika, dat al
40 pet. gedevalueerd had en waar de
mogelijkheid van verdere devaluatie nog
aanwezig was èn met België, dat ook
reeds gedevalueerd had, deel blijven uit
maken van een trio, waarin het het eenige
lid was het eenige land zelfs in de
geheele wereld dat zijn oude munt
pariteit ongerept had weten te bewaren.
Het was hard van die eerepositie
afstand te moeten doen en het be
sluit is der Regeering dan ook
onnoemelijk zwaar gevallen. Maar
persoonlijke gevoelens moesten wij
ken voor het belang van het land.
Minister Oud met den secretaris-generaal van zijn departement. Jhr. Mr. A. M. C.
Asch van Wyck, na het voeren van besprekingen over de monetaire politiek
van ons land.
Zij heeft toch die handhaving van
haar aan den gouden standaard ge
bonden muntpolitiek niet alleen
beoordeeld van economisch stand
punt, maar haar ook steeds gezien
als een zaak van financieele waar
digheid, die nimmer vrijwillig mocht
worden prijsgegeven, doch alleen als
gevolg van overmacht, alleen als er
volstrekte noodzaak toe bestond.
Die volstrekte noodzaak was, naar het
oordeel der regeering. ingetreden nu Ne
derland f e i t e 1 ij k, d.w.z. in het licht
van de geboorte van het goudbloc, het
eenig overgebleven lid van dat bloc was
gebleven en het eenige land/dat de oude
muntpariteit had gehandhaafd.
Immers sprak het vanzelf, dat elke
deining op het terrein der internationale
wisselmarkt zich in bijzondere mate zou
opènbaren tegen den Nederlandschen
gulden.
Een voortdurende en toenemende druk
op den gulden en daardoor op den goud
voorraad der Nederlandsche Bank moest
met zekerheid worden aangenomen.
In elk geval kon de mogelijkheid om
onze tot nu toe gevolgde monetaire po
litiek blijvend te handhaven niet langer
aanwezig worden geacht.
Maar hoe werd dan het beeld van
den toestand?
Zóó dat men dan enkele weken, of, op
zijn best, een paar maanden zou blijven
doorworstelen, met doorloopende sterke
schommelingen in den rentevoet, met al
de daaraan voor het bedrijfsleven ver
bonden bezwaren, om dan ten slotte
tóch te eindigen met het prijsgeven van
den gouden standaard, doch dan met een
op onverantwoordelijke wijze verzwakten
goudvoorraad van de Nederlandsche
Bank.
Dit moest worden voorkomen»
omdat wij, temidden van deze
grenzenlooze verwarring op finan
cieel terrein niet weten wat de toe
komst ons nog brengen kan.
Geen speculatiewinsten!
Daarbij kwam dan nog, dat men zien-
deroogen aan sommigCn de gelegenheid
bleef schenken om, door middel van het
afvloeiende goud van de Nederlandsche
Bank, zich in een nabije toekomst win
sten te verzekeren, waarop niet alleen
geen enkele zedelijke aanspraak bestond,
doch die bovendien aan het land ernstige
schade berokkenden.
In die overwegingen wortelt het be
sluit van de regeering om met ingang van
27 September den uitvoer van goud te
verbieden.
Daardoor is verzekerd, dat de Neder
landsche goudschat ter beschikking blijft
van het eigen land en van het algemeen
belang.
Wat beteekent deze maatregel nu
eigenlijk?
Hij beteekent, dat we den z.g.
gouden standaard tijdelijk hebben
prijsgegeven, zooals dat ook het
geval is geweest van af Augustus
1914 tot eind April 1925.
In zooverre is het dus ook voor
ons niet iets nieuws.
Beteekent het nu ook waardevermin
dering van den gulden, zooals door de-
valuïsten gewenscht wordt?
Met volkomen zekerheid valt dit niet
te zeggen.
In de periode 19141925 zijn er tijden
geweest, dat de waarde van den gulden,
met betrekking tot pond en dollar, lager
dan normaal kwam te liggen, doch er
waren ook perioden waarbij het omge
keerde het geval was.
Nu is dit laatste thans niet te
verwachten en moet er met het
eerste, d.i. eenige waarde
vermindering van den
gulden tegenover bu.itenland-
landsche valuta, gerekend worden.
Twee factoren oefenen daarop voor
namelijk invloed uit.
(Zie vervolg blzK 2)