TUINBOUW- fiMotuwdfe G.J.W0UDA - Za WOENSDAG 23 SEPTEMBER 1936 No. 353. Bloembollen ui Tulpen voor de kamer Voor tulpen nemen de particulieren liever alleen de potcultuur. Of ook wel die in schalen. Het is te probeeren en sommigen hebben daarmee wel eens resultaat, om in bloemenmandjes te planten, doch dat brengt vaak teleurstelling. Voor potten neemt u al weer oude, ge- bruikte potten; liefst geen nieuwe. Men vult deze potten bijna geheel met aarde. Goede zuivere tuinaarde, waarin dit voorjaar geen tulpen hebben gestaan. De bollen zet men op de grond, drie tot vijf in een pot en duwt deze iets vast in de aarde. Nu graaft men de potten of schalen in de aarde, waarbij men weer goed let op de plaats er moet geen regenwater op die plek blijven staan Ook hier wordt evenals bij hyacinthen de pot zoo diep geplaatst, dat er ongeveer 10 c.M. aarde boven de potrand komt. In de winter natuurlijk bij strenge vorst toedek ken met blad, riet enz. Half Januari haalt men de tulpen in de kamer. Maar dit anag pas als de neuzen S a 9 c.M. hoog zijn. Is dit nog niet 't geval, dan moet men ze nog een poosje in een don kere kast of kelder zetten, tot de neuzen lang genoeg zijn Als men de cultuur in manden wil pro beeren, neme men één soort tulpen. De mand bekleede men eerst met stevig papier. De aarde moet goed vochtig zijn als men ze in de mand doet en men zorge er voor deze goed vochtig te houden ook. Geregeld dus gieten en wel langs de kanten. Zorg er voor dat in het midden van de mand het water niet kan blijven staan. De aarde moet overal gelijkmatig vochtig zijn. Dit is .voorwaarde. Natuurlijk gaat het niet aau om deze manden in de tuin in te graven. Men plaatst ze dus in een donkere kelder of kast tot de neus lang genoeg is. Men lette er wel op dat niet alle tulpen zich in pot of mand voor kamercultuur laten trekken. Neem dus die soorten welke de handelaar (maar een betrouwbare) u daarvoor aanraadt. Narcissen voor de kamer Evenals met de tulpen handelt men met narcissen. Alleen zet men in iedere pot maar een bol. Men haalt niet voor begin Februari de potten uit de grond. De neuzen moeten, vóór de planten in het licht ko men, minstens 9 a .10 c.M. lang zijn. Narcis sen kunnen beslist niet tegen een droge lucht. Let dus op de watervoorziening en probeer maar niet in een heet gestookte kamer waar niets voor de vochtigheid ge daan wordt, de narcissen te trekken. Dit mislukt Een bijzonder soort is de z.g. Paper- whitt?, afkomstig uit Zuid-Frankrijk, die er de laatste jaren geweldig „ingegaan" is Reeds begin December kan men ze in bloei hebben. De geur is buitengewoon aange naam. Ook de Paperwliites kunnen niet te gen droge lucht. Men neemt een schaal, doet wat fijn grint op de bodem, plaatst hierop de bollen vlak tegen elkaar, vult de rest aan met grint, zoodat de bol zoo goed als bedekt is. Men giet hierin water tot dit halverwege de bollen staat. Direct ko men deze schalen in het volle licht te staan. Hoe meer licht, hoe beter. Het best is dat de kamer niet te warm ge stookt wordt. Na een week of 8 bloeien de bollen, als het goed gaat. Crocussen voor de kamer Om deze lieve bloemetjes, die in het voor jaar zoo treffend de lente inluiden, ook in de kamer in bloei te hebben, doet men net als bij de hyacinthen. Alleen men moet na ze uit de grond gehaald te hebben, na een week of zeven, ze niet dadelijk in de huiska mer brengen, doch eerst in 'n koel doch heel licht vertrek laten tot de bloem verschijnt. De gele crocus leent zich niet voor de kamer. Ook op grint doen crocussen het heel goed; voor late cultuur is dit zelfs beter dan in potten te planten. Gedurende de tijd dat ze in de donker staan moet steeds op aterbehoefte gelet worden. Men handelt met crocussen op grint als met hyacinthen. Waarde van aardappel meel als veevoeder Het mag zes zevende van maïsmeel kosten Men weet dat volgens voederproeven een deel van de meemengsels uit aardappelmeel mogen bestaan, nl. ongeveer H) pet Nu rijst natuurlijk de vraag, hoeveel mag aardappelmeel in dit verband kosten. Hier op geeft de Boerderij een antwoord: Voor de zetmeelwaarde van aardappel meel vinden we geen getallen in onze leer boeken, schrijft dit blad. We kunnen deze echter wel berekenen. Aardappelmeel toch bevat gemiddeld 20 pet. vocht, de overige 80 pet. is zetmeel, waarvan de verteringscoëf ficiënt ligt tusschen 95 en 100. Daar de kauw- en verteringsarbeid heel gering is, mag de zetmeelwaarde worden gesteld op 76. Nu is de zetmeelwaar.de van mais 81.5 Doch in mais zit eiwit, in aardappelmeel niet. Het verteerbaar eiwit mogen we dub bel zoo hoog rekenen in geldswaarde, dan het verteerbaar zetmeel. Nu zit in de zetmeelwaarde van mais het eiwit verrekend voor ongeveer dezelfde waar de als het zetmeel. Willen we het tweemaal zoo hoog rekenen, dan moeten we het ge halte aan verteerbaar eiwit er nog eenmaal bijrekenen. We krijgen dan een waardever houding als volgt: mais 81,5 4- 7 88,5; aardappelmeel 76,0 0 76.0. Nu is 76 vrijwel precies het 6/7 deel van 88,5. Aardappelmeel mag dus het 6/7 deel kos ten van maismeel. In onze prijsnoteering staat mais thans voor f 7 per 100 Kg. genoteerd. Aardappel meel mag thans kosten 6/7 X f 7 f 6 Aardappelmeel wordt aangeboden voor f 5.75 per 100 Kg. Er ligt dus voordeel in voor den boer, om aardappelmeel in zijn mengsels op te nemen. En hij steunt dan te vens den veenkolonialen boer, wat een prik kel te meer behoort te zijn om aardappel meel in de mengsels op te nemen. Voor jongvee zouden we geen aardappel meel opnemen in de koekjes of het meng- meel. Het gaat daar slechts om kleine hoe veelheden en men kieze daarvoor meelsoor ten, rijk aan mineralen. In de mengsels voor varkens en melkvee kan men gerust tot 10 pet. of iets hooger gaan. Natuurlijk moet zóódanig worden gemengd, dat de samenstel ling goed is, wat betreft het gehalte aan eiwit en mineralen. Gebruik inlandsch hout Oppervlakkig gezien, zou mien zeggen, dat deze oproep, die in alle toonaarden en in allerlei vakbladen bijna dagelijks wordt herhaald, onder de tegenwoordige economi sche omstandigheden en door den druk der tijden, wel zoo algemeen weerklank had gevondfën, dat opwekking hiertoe niet meer noodig was. Toch staat men verbaasd, hoe hieraan door allerlei officieele en semi-officieele Staats-, Provincie-., en Gemeentediensten nog steeds onvoldoende aandacht w geschonken door o n n o o d i g gebruik van het buitenlandsohe product. Het is daarom een goed idee geweest, dat door samenwerking van Staatsboschbeheer. Nederlandsche Heidemaatschappij, de groep Inlandsche Houthandel van den Neder- lanidschen Houtbond en eenige inlandsch hout verwerkende fabrieken op de Eerste Agrarische Jaarbeurs te Utrecht, thans een Stand van Inlandsoh Hout is bijeengebracht in een van de buitenpaviljoens van het Vreeburg. Dit paviljoen dient, om in het algemeen meerdere bekendheid te geven aan wat in onze Nederlandsche bossbhjen groeit en wat daaruit kan worden ver vaardigd, teneinde aldus het gebruik van inlandsch hout in ons land te bevorderen. Teneinde dit doel te bereiken, zijn. van 3 zes belangrijkste inlandsche houtsoorten (groveden grenen), eik, beuk, iep, esch en populier) bijeengebraoht het ruwe pro duct en diverse eindproducticn. Men vindt er o.a, de dunningsproducten van onze jonge grovedennienibosschen ver werkt tot bloem- en boonstokken, slieten, heiniingpalen, perkoenien, boomstutten, boompalen, klaverruiers, dakruiters enz., tot mijnihout. Verder zwaardere producten als dwarsliggers, wisselhout, gordinghout plaathout, damwand, paalhout, bergroeden •heipalen, meerpalen. Opgezaagde zware stammen, verzaagd tot courante diktematen r plank- en plaathout, en met behulp tuseohenli|gende lagien gekgd in den oorspronikelijiken stamvorm, toornen produg- die men uit sleur niet van Neder- landschen bodem meent te kunnen ver achten. Eindelijk vindt men er tallooze verwerkte producten als straatblokjes voor houtbestra ting, producten van de Nederlandsche lu cifersfabrieken, triplex, kisten, doozen, chips choppen, stelen, jukken, enz., enz. In vevband met de zeer benarde om- tanidigheden, waarin hier te lande spe ciaal de boschbouw verkeert, verdient deze inzending mwr dan gewone belang stelling. Moge zij er toe leidien, dat de houtgebruikers ziöh in de eerstko mende dagen hier op de Eerste Agrarische Jaarbeurs gaan overtuigen van de moge lijkheid, om uit eig\en bosschen in hun behoefte te voorzien en aldu6 den Neder landsobjen boschbouw te bevorderen. Meerdere exploitatie van eigen bosschen geeft io het bijoDider in den wintertijd aan vele handen werk en is aldus een krachtig middel ter bestrijding van de werk! heid. Natuurstudie Meer dan voobheen wordt er thans aan natuurstudie gedaan. Iedereen weet of meent te weten, iets van de groote levens- en natuurraadselen waarvoor we dagelij komien te staan als we de Sohepping zb en niet alleen zien, doch ook opmerken, hoe ■wijs Gods hand alles te voorschijn tooverde bij de schepping of later daaruit te voor schijn deed komen, door gedurige verande ring en wijziging en door andere invloeden. Steeds meer let men op de geheimeni&sien, en wat voor interesante geheimenissen, die de natuur ons geeft te ontsluieren en die iGod in Zijn grootheid ons toestaat hoe lan ger hoe meer te ontsluieren, waarbij dan ■wel eens oude hypothesen aan het wanke len gebracht worden en soms geheel vallen om plaats te maken voor andere hypothesen id ie misschien ook weer heel spoedig zullen ■vallen. Natuurstudie is en vogue. Ieder doet er aan. Boeken over de levende natuur, ja, over de tevende natuur vooral, worden gretig ge lezen. Zoo werd reeds de eerste druk van twee deelen van een kostbaar en schit terend mooi boek: „Een jaar natuurlevf in een jaar tijds uitverkocht en verscheen reeds weer de tweede druk. Zoo maken de bij Kok in Kampen uitge geven boeken van Rinke Tolman en J. S. van Schaik: Door hei en polder en Door veld en beemd groote opgang. Zoo is daar ook het door A. G. Schoonder- beek te Laben uitgegeven maarndblad „De Wandelaar", dat zeer de aandacht trekt moot trekken vanwege zijn lezenswaardigen inhoud en zijn keur van fraaie, unieke 'fota's. Daarnaast vindt een welverdiende plaats ■het bij „de Hofstad" te den Haag uitgege ven populair geïllustreerd maandblad, ge wijd aan de natuurwetenschappen en hun toepassingen „Natuur en Mensch". De inhoud is wel populair, doch inen moet ■niet vergeten, dat deze ook wetenschappe lijk is, en men dus eenige ontwikkeling op dit gebied moet hebben, wil nnen het kun nen volgen. Maar dan is het ook eenig. Niet steeds zal rnien het met de leerstel lingen en hypothesen eens zijn, dat behoeft ook niet. Het standpunt van andersdenken den bestudeerend, komt eigen oprecht prin- pieel standpunt vaak beter uit, en wordt dit verstevigd of gecorrigeerd. De illustraties van dit blad zijn eveneens aai en steeds verduidelijkend, wat illus aties steeds moeben zijn, al is dit lang niet overal het geval. Stand der> land bouwgewassen Op 14 September 1.1. In den stand van de op diezen datum nog tc velde staande gewassen is sedert hot vorig oogs'tbericht betrekkelijk wedaiig verandering gekomen. De weersomstarodighedien waren over het algemeen vrij gunstig, zoodat de land bouwers, die bij hot binnenhalen van den oogst eenig geduld aan den dag hebben gelegd, de meeste producten nog behoor lijk droog hebben geoogst. Enkele dagen van zwaren regenval waren voor de ver dere ontwikkeling van producten als aard appelen, suikerbietenzaad en stamboonen mi et bevorderlijk. De stamboonen vertoonden iai den ilaatstcn tijd een vrij uïteenloopenden stand. In Zeeland werden perc.e-elen bruine boonen aangetroffen, waarin de vetvlekken- ziekte voorkwam, terwijl de witte boon/in dit jaar vrij ernstig te lijden hadden van de mozaïkziekte, zoodat dooreengienomcn de stand slechts vrij goed kon worden ge moemd. Dit gewas is inbusschlen reeds ge trokken. Ten aanziien van het klaverzaad hebben de weersomstandigheden evenmin meegewerkt; de opbrengst zal klein uit vallen en minder goed van kwaliteit zijn. Heit spinaziezaad is reeds geoogst. In de provincie Groningen was de op brengst goed, in Zeeland vrij goed. Ten aanzien van het suikerbieten zaad kan worden vermeld, dat in den goeden stand, die op 17 Augustus k worden geconstateerd, sindsdien een achter uitgang is gekomen. I-Iet gewas heeft n.l. geledien van het slechte weer gedurende het begin van Augustus. Op verschillende plaateen is het tegen den grond geslagen, met het gevolg, dat zich nieuwe zaad- 9tiengels hebben ontwikkeld. Men ver wacht, dat het zaad wat fijn zal blijven. De stand van de consumptie aardappelen kam, voor zoover deze nog te velde staan, nog goed worden ge noemd. Vrij algemeen wordt geklaagd over het optreden van phytop'htora. De kwali teit der aardappelen wordt bij de vroegere soorten op verschillende plaatsen ongun stig beoordeeld. Al naar gelang de ligging de perceelen en de doorlaatbaarheid den grond, blijkt die kwaliteit nogal uiteen te loopen. Van de fabr.i'elflsaardappellen zijn de knollen klein gebleven, terwijl, laar enkele monsters te oordeelen, het etmeelgehalte in dit jaar aan den lagen kant zal zijn. j uien zijn tlhans geoogst en d!e op brengst daarvan is goed. De suikerbieten vertoonen tot dus- ;r een goeden ©tand. In Noordholland lijden eenige perceeden aan roest, terwijl eveneens verschijnselen optreden, die op verge li nsziekte wijzen. De stand van de voederbieten kan goed worden genoemd. Koolrapen en spurrie vertoonen een vrij goeden, de herfstknollen een goeden stand. Als gevolg van den vrij overvloedigen regenval hebben zoowel jonge als oude klaver zich goed ontwikkeld. De opbrengst van 'het lucerne -k 1 a- verhooi en van het roode klaver- hooi konden goed worden genoemd. Tenslotte zij nog vermeld, dat de stand van het weiland nog steeds zeer goed is. De voedselvoorziening voor het vee op dit tijdstip is groot er dan zulks in jaren het geval was. Indien de weersgesteldheid medewerkt, zal het vee tot laat in den herfst buiten kunm-cn blijven. Het koelen van fruit Van de serie vlugschriften, uitgegeven door den Rijkst uinbouw-consulent, belast met koelaangelegenlieden (R. Mulder, 1. i., Bennekom, zijn er thans vier verschenen, welke getiteld zijn: „Het koelen van peren", „Algemeene wenken voor de behandeling van koelhuisfruii" (voor den gebruiker van het koelhuis). „Het sortecren en verpakken van fruit voor het koelhuis", „Het koelen van appelen". De geschriftjes zijn op aanvraag bij den consulent verkijgbaar. Marktoverzicht (Medegedeeld door het Centr. Bureau) MESTSTOFFEN Stikstof meststof feMv We zijn de herfst ingegaan en daarmee schijnt ook tegelijk voor de stikstof nu absoluut het doode seizoien ingetreden. Wel blijft er vraag, geringe vraag al thans, voor het voorjaar, dooh voor direct gebruiik is heit niets meer. Do voorjaarsprijzen worden op bevredi gende wijze gehandhaafd; ThomasmeeL Ondanks het feat, dat AGENTEN FIRMA GEBR. OUDIJK-WADDINXVI Prijscourant voor k w e e k e r amateur gratis op aanvrai ORANJEWOUD Fr. BLOEMBOLLE» voor Kamer en Tuin, VRAAGT ONZE PRIJSCOURANT er op de geheele markt bijna niets te d hoi is, wiWlen' de fabrieken toch hoogere i!in zen vragen. Daardoor wordien de za 'ce ■natuurlijk wel geheel en al onmogt gemaakt. Daar komt nog bij, dat bij van werken de importeurs met hun name der gekochte hoeveelheden in ac!]me stand zijn. In de vroegere maandien tot en is d'e expobt van België/Luxemburg fcel wel gelijk geweest aan dien over hetztdc tijdvak van het vorige jaar. U'itvoerov ers ohot B elgië/Luxemburg: Juli '36: 102.800 ton April/Juli '36: Juli '35: 75.000 too April/Juli '36: 22 i' ton Do markt hier te lande bleef stil; prijiaen, die genoteerd worden zijn meen zóó scherp, dat er van eten lijke marge geen sprake is. Superfosfaat. In dit artikel nog steeds bijna niets gedaan. Algen wadhit mpn blijkbaar den sluitimgsd'. van 15 October af. Be bladeren géien en vallen af, de ochtend- en avondnevel doet herfstachtig aan, de wintergroenten komen weer aan de markt e men begint weer aan zuurkool met spek en (of) worst te denken. Be bekende aankondigingen staan al tveer voor de ramen, i Lanqedijk wordt thans veel kool aangevoerd in verband met verscheping van zuurkool naar Amerika. Baar schijnt men dus oi trek te krijgen Ik heb wel een beetje schik. Daar zijn van die menschen, die als echte likkers alles en alles weten goed te praten. Zoo krom is het niet of het wordt recht gepraat door allerlei krom gebabbel. En als men dan de waarheid uit al die recht getrokken krommigheden weet te ha len en scheef blijft noemen, wat scheef is dan staan ze gauw klaar met het woord lasteren en al dat fraais meer. Zoo is het in den loop der laatste paar jaren gegaan met verschillende dingen, die bij de crisisorganisaties niet goed liepen. Dat daar wel eens iets niet goed liep, och wie zal dat vreemd vinden als men even goed doordenkt, 't Moest zoo snel vaak in elkaar gehamerd worden en organisatie, vooral een ingewikkelde organisatie als de crisisinstellingen eischen, vraagt veel tijd. Die er niet was. Dat het dus wei eens scheef liep, dat er bij het overschakelen in een andere versnelling wel eens wat knarste en piepte, dat was heel niet vreemd. Maar als er zoo iets gebeurde, was het toch goed om er even opmerkzaam op te maken. Wel, dat mocht volgens sommigen piet. Zoo mocht men ook niet aan Wat ik hoorde en zag, las en dacht, op reis en thuis DE BACONREGELING komen. Zelfs werd een door de Nederland sche wetten verboden en met de goede zeden strijdige handeling als bij de laatste bacoo- inschrijving plaats had, door velen, zelfs van de zijde, waarvan men het nooit ver wacht zou hebben, goedgepraat. Likkerij of'k weet niet hoe het genoemd moet worden We hebben omonwonden afgekeurd de daad van minister Verschuur, die een der grootste belanghebbenden bij de baconberei- ding benoemde tot directeur en ook tot voorzitter van de Varkenscentrale en later als regeeringsadviseur liet optreden. Het gevraagd en verkregen ontslag in de vorige week bekend geworden leert ons duidelijk, dat we gelijk hadden. En daarom heb ik wel een beetje schik. De bladen, ook zelfs de landbouwbladen, die al maar goedpraat ten wat de minister niet eens goedpraatte, al meenden ze het, staan nu wel een beetje in d'r hemmetje. Foei! 't Was anders geen boerenbelang, dat bevorderd werd met de practijken van de genen. die belast waren met de regeling van de varkens en yat daaraan vast zit. De voordeelen kwamen terecht daar waar ze niet bedoeld waren terecht te komen. Zoo gaat het wel meer. Men zegt wel eens als het op de een regent, drupt het op de ander, m.a.w. ook anderen krijger er wel iets van mee. Maar soms is dat druppen nog meer dan de geheele regenval. Zoo gaat het over het algemeen bij de crisisorganisaties. Een (noodzakelijk) le gertje ambtenaren ontvangt de druppen van de regen die voor de boeren en tuinders is bedoeld. DE TUINBOUWSTEUNREGELING LEIDT TOT ONREDELIJKE TOESTANDEN. Althans zoo lazen we in de Maasbode: Een steunregeling zoo dwaas, dat men zich wel eens afvraagt: wie zijn toch de raadgevers der ministers? De tuinbouwsteun is ook een zen. be drijfssteun zonder weistandsgrens. De gek ste dingen ziet men gebeuren: aan den eenen kant vele hardwerkende kleine tob- bers, welke amper droog brood hebben, aan den anderen kant eenige grooten, welke jaarlijks tienduizenden in den schoot gewor pen worden, waarbij er enkele zijn, welke dezen steun absoluut nog niet noodig hebben. Bij ons in Loosduinen zijn twee gevallen welke een scherp licht doen vallen op deze methode De een weet blijkbaar met zijn kapitaal geen raad, kocht dezer dagen heele com plexen huizen en gronden, en dezelfde wordt uit de gemeenschapskas jaarlijks met tien duizenden guldens gesteund. De ander belegt zijn overtollig geld in heele complexen nieuwe kassen, om de pro ductie nog iets te vergrooten, met als uit eindelijk gevolg dat er nog meer voor den mesthoop geteeld wordt En daarnaast een apparaat met vele ambtenaren voor teeltbe perking. is dit nu geen gekkenhuis- politiek?" Dat is duidelijke taal. Daar is geen woord Latijn bij, dacht ik toen ik dit las. Alleen maar dacht ik ook, gaat het nu wel om zoo'n paar gevallen te generaliseeren. 'k Weet wel ja ge werpt 't me natuurlijk dadelijk oor de voeten dat ik nooit een bewon deraar ben geweest van het tot dusver ;evoIgde systeem van steunverleening. Om. dat door de bedrijven te steunen en niet de bedrijfsleiders, er meerdere gevallen zich voor zouden doen en ze deden zich voor dat zij die het gansch niet noodig had den, de meeste steun kregen. En toch generaliseeren van enkele geval len, is niet goed. Al blijven wij 'het goed vinden, dat op zulke „gevallen" gewezen wordt. Mits men maar niet zegt: zoo gaat het, doch: zoo gaat het wel eens. Maar DE TUINBOUW IS IN GROOTE NOOD. Dat blijkt meer en meer. En dat kwam heel juist uit op de te Utrecht gehouden buiten gewone algemeene vergadering van de groep veilingvereenigingen uit den Ned. Tuin- bouwraad met medewerking van de Centrale Landbouworganisaties, de Exporteursver- eenigingen en de Landarbeidersbonden. Daar is heel veel gezegd, dat 'n droef beeld geeft van de tpestanden in de tuinbouw. De voorzitter de heer F. V. Valstar, tevens Regeeringscommissaris voor den Tuinbouw, wees er op hoe „de toestand van den tuin bouw ondanks de genomen crisismaatre gelen, ondanks de millioenen steun uit het Landbouwcrisisfonds, ondanks de verdub belde inspanirng van den tuinbouw om het hoofd boven ater le houden, hoogst ernstig is geworden. Zóó ernstig en benauwend, dat het nood zakelijk is om met elkaar te beraadslagen, wat er moet worden gedaan en te overwegen welke mogelijkheden er nog zijn om in den ondraaglijken toestand, waarin de tuinbouw met den afzet van zijn producten gekomen is, verbetering te brengen. De tuinbouw, hoe sterk hij ook eens was. heeft zijn weerstand in de jaren van steeds verderen teruggang ingeboet en is, zooals het nu geworden is, niet langer meer in staat den ongelijken strijd tegen de ongunst der tijden vol te houden en de felle slagen, die op hem neerkomen, te dragen. Het gaat den tuinbouw bitter slecht Er is geen aanleiding dit voor ons zeiven, noch voor anderen te verbergen. De tuinbouw kan niet blijven bestaan, wanneer in het buitenland alle deuren en vensters, voor zijn producten gesloten wor den". Dat zijn ernstige woorden. Dus niet de steun van een landbouw crisisfonds kan de gewenschte hulp bieden, doch zooals Mr. van Haastert later opmerk te, een verbeterde economische positie is noodig. Verbeterde export dus en betere verzekerdheid van betaling. Daarop is dan ook aangedrongen bij de regeering. Wij zullen zien of het baat. Op het oogen- blik wordt weer onderhandeld over ons handelsverdrag met Duitschland. De gele genheid is er dus. Als het nu maar effect sorteert. Wel zal het effect sorteeren, en nu gaan we naar heel ander terrein, om thans de KAMERPLANTEN WEER BINNEN TE HALEN. Of liever, op te potten en gereed te maken om ze binnen te halen. Want om ze dade lijk uit de tuin in de warme kamer te bren gen is niet zoo goed. Er komt dan een stag natie in de groei en men heeft kans, dat de bladeren gaan vallen en de planten als kamerplanten niet meer deugen. Dat heeft men nog wel eens met azalea's. Nu is het ook mogelijk, dat men vergeet om de azalea veel te besproeien. Die moet veel nattigheid op de bladeren hebben. Natuurlijk moet de kluit ook vochtigheid hebben, doch liet be sproeien of bespuiten vergeet men meestal. Het is zaak om de kamerplanten, die des zomers in den tuin staan na het oppotten eerst nog een poosje buiten te laten, in de pot. Daarna naar een koel vertrek en pas als de bloemknoppen zich vertoonen en aan bloei beginnen te denken, komen de plan ten in de huiskamer. En zoo lang houdt men aan met besproeien. Maar als de bloem begint open te gaan, dan zet men het be spuiten stop. l Daar ben ik zoo ongemerkt alleen over de Azalea gaan praten. En ik bedoelde in algemeen alle kamerplanten, die des mers in de tuin hebben gestaan. SI komen de naohtvorsten en dan moet ze binnen hebben. En nu ik het toch over kamerplantenI en daarmee de dames weer tot mijn hoor krijg ik was de laatste tijd ook saai vervelend met wat ik schreef, hé- ik het maar in eens goed maken en nog goede raad geven. Vele dames kunnen hun LIDCACTUS NIET IN BLOEI krijgen. Dat zal wel komen, omdat mei plant niet de noodige rust heeft gegeven lidcactus, z'n deftige naam is Èpihj truncatum, moet feitelijk twee keer hebben. Een poosje vlak na de bloei en week of wat vóór de bloei. Dus nu, in tember, begint men met weinig wate geven en heel geen mest. Over een i of zes zullen dan de bloemknopjes zich toonen, door roode puntjes. Zoodra verschijnen geeft men matig water en geld wat mest. Maar nu is er nog een ie verschijnsel, waar men over klaagt bloemknopjes vallen vaak af. Ja, dit k omdat de plant het niet verdraagt teil anders ten opzichte van het licht te st De plantendeelen, de bloem dus ook ne een bepaalde stand in tegenover het Zet men de bloem anders, dan wil de bl knop ook anders groeien. Dat kan cactus niet verdragen en de bloeml groeit er af. Zet dus een teekentje op de opdat deze steeds gelijk voor het raam zet kan worden. Geluk met je plantjes. Als ge nog wat weten, schrijl dan maar eens en ik zal penals ik kan. Nu is het tijd om te zwijgen na al gebabbel. Daarom Tot de volgende week. PRAATJESMAKE

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1936 | | pagina 8