TUINBOUW-
fiMotuwdfe
G.J.W0UDA - Za
WOENSDAG 23 SEPTEMBER 1936 No. 353.
Bloembollen
ui
Tulpen voor de kamer
Voor tulpen nemen de particulieren liever
alleen de potcultuur. Of ook wel die in
schalen. Het is te probeeren en sommigen
hebben daarmee wel eens resultaat, om in
bloemenmandjes te planten, doch dat brengt
vaak teleurstelling.
Voor potten neemt u al weer oude, ge-
bruikte potten; liefst geen nieuwe. Men vult
deze potten bijna geheel met aarde. Goede
zuivere tuinaarde, waarin dit voorjaar geen
tulpen hebben gestaan. De bollen zet men
op de grond, drie tot vijf in een pot en duwt
deze iets vast in de aarde. Nu graaft men
de potten of schalen in de aarde, waarbij
men weer goed let op de plaats er moet
geen regenwater op die plek blijven staan
Ook hier wordt evenals bij hyacinthen
de pot zoo diep geplaatst, dat er ongeveer
10 c.M. aarde boven de potrand komt. In de
winter natuurlijk bij strenge vorst toedek
ken met blad, riet enz.
Half Januari haalt men de tulpen in de
kamer. Maar dit anag pas als de neuzen S
a 9 c.M. hoog zijn. Is dit nog niet 't geval,
dan moet men ze nog een poosje in een don
kere kast of kelder zetten, tot de neuzen
lang genoeg zijn
Als men de cultuur in manden wil pro
beeren, neme men één soort tulpen. De
mand bekleede men eerst met stevig papier.
De aarde moet goed vochtig zijn als men
ze in de mand doet en men zorge er voor
deze goed vochtig te houden ook. Geregeld
dus gieten en wel langs de kanten. Zorg er
voor dat in het midden van de mand het
water niet kan blijven staan. De aarde
moet overal gelijkmatig vochtig zijn. Dit is
.voorwaarde.
Natuurlijk gaat het niet aau om deze
manden in de tuin in te graven. Men plaatst
ze dus in een donkere kelder of kast tot de
neus lang genoeg is. Men lette er wel op
dat niet alle tulpen zich in pot of mand
voor kamercultuur laten trekken. Neem
dus die soorten welke de handelaar (maar
een betrouwbare) u daarvoor aanraadt.
Narcissen voor de kamer
Evenals met de tulpen handelt men met
narcissen. Alleen zet men in iedere pot
maar een bol. Men haalt niet voor begin
Februari de potten uit de grond. De neuzen
moeten, vóór de planten in het licht ko
men, minstens 9 a .10 c.M. lang zijn. Narcis
sen kunnen beslist niet tegen een droge
lucht. Let dus op de watervoorziening en
probeer maar niet in een heet gestookte
kamer waar niets voor de vochtigheid ge
daan wordt, de narcissen te trekken. Dit
mislukt
Een bijzonder soort is de z.g. Paper-
whitt?, afkomstig uit Zuid-Frankrijk, die
er de laatste jaren geweldig „ingegaan" is
Reeds begin December kan men ze in bloei
hebben. De geur is buitengewoon aange
naam. Ook de Paperwliites kunnen niet te
gen droge lucht. Men neemt een schaal,
doet wat fijn grint op de bodem, plaatst
hierop de bollen vlak tegen elkaar, vult de
rest aan met grint, zoodat de bol zoo goed
als bedekt is. Men giet hierin water tot dit
halverwege de bollen staat. Direct ko
men deze schalen in het volle
licht te staan. Hoe meer licht, hoe beter.
Het best is dat de kamer niet te warm ge
stookt wordt. Na een week of 8 bloeien de
bollen, als het goed gaat.
Crocussen voor de kamer
Om deze lieve bloemetjes, die in het voor
jaar zoo treffend de lente inluiden, ook in
de kamer in bloei te hebben, doet men net
als bij de hyacinthen. Alleen men moet na
ze uit de grond gehaald te hebben, na een
week of zeven, ze niet dadelijk in de huiska
mer brengen, doch eerst in 'n koel doch heel
licht vertrek laten tot de bloem verschijnt.
De gele crocus leent zich niet voor de
kamer.
Ook op grint doen crocussen het heel
goed; voor late cultuur is dit zelfs beter
dan in potten te planten. Gedurende de tijd
dat ze in de donker staan moet steeds op
aterbehoefte gelet worden.
Men handelt met crocussen op grint als
met hyacinthen.
Waarde van aardappel
meel als veevoeder
Het mag zes zevende van maïsmeel
kosten
Men weet dat volgens voederproeven een
deel van de meemengsels uit aardappelmeel
mogen bestaan, nl. ongeveer H) pet
Nu rijst natuurlijk de vraag, hoeveel mag
aardappelmeel in dit verband kosten. Hier
op geeft de Boerderij een antwoord:
Voor de zetmeelwaarde van aardappel
meel vinden we geen getallen in onze leer
boeken, schrijft dit blad. We kunnen deze
echter wel berekenen. Aardappelmeel toch
bevat gemiddeld 20 pet. vocht, de overige 80
pet. is zetmeel, waarvan de verteringscoëf
ficiënt ligt tusschen 95 en 100. Daar de
kauw- en verteringsarbeid heel gering is,
mag de zetmeelwaarde worden gesteld op 76.
Nu is de zetmeelwaar.de van mais 81.5
Doch in mais zit eiwit, in aardappelmeel
niet. Het verteerbaar eiwit mogen we dub
bel zoo hoog rekenen in geldswaarde, dan
het verteerbaar zetmeel.
Nu zit in de zetmeelwaarde van mais het
eiwit verrekend voor ongeveer dezelfde waar
de als het zetmeel. Willen we het tweemaal
zoo hoog rekenen, dan moeten we het ge
halte aan verteerbaar eiwit er nog eenmaal
bijrekenen. We krijgen dan een waardever
houding als volgt: mais 81,5 4- 7 88,5;
aardappelmeel 76,0 0 76.0.
Nu is 76 vrijwel precies het 6/7 deel van
88,5.
Aardappelmeel mag dus het 6/7 deel kos
ten van maismeel.
In onze prijsnoteering staat mais thans
voor f 7 per 100 Kg. genoteerd. Aardappel
meel mag thans kosten 6/7 X f 7 f 6
Aardappelmeel wordt aangeboden voor
f 5.75 per 100 Kg. Er ligt dus voordeel in
voor den boer, om aardappelmeel in zijn
mengsels op te nemen. En hij steunt dan te
vens den veenkolonialen boer, wat een prik
kel te meer behoort te zijn om aardappel
meel in de mengsels op te nemen.
Voor jongvee zouden we geen aardappel
meel opnemen in de koekjes of het meng-
meel. Het gaat daar slechts om kleine hoe
veelheden en men kieze daarvoor meelsoor
ten, rijk aan mineralen. In de mengsels voor
varkens en melkvee kan men gerust tot 10
pet. of iets hooger gaan. Natuurlijk moet
zóódanig worden gemengd, dat de samenstel
ling goed is, wat betreft het gehalte aan
eiwit en mineralen.
Gebruik inlandsch hout
Oppervlakkig gezien, zou mien zeggen,
dat deze oproep, die in alle toonaarden en
in allerlei vakbladen bijna dagelijks wordt
herhaald, onder de tegenwoordige economi
sche omstandigheden en door den druk
der tijden, wel zoo algemeen weerklank
had gevondfën, dat opwekking hiertoe
niet meer noodig was.
Toch staat men verbaasd, hoe hieraan
door allerlei officieele en semi-officieele
Staats-, Provincie-., en Gemeentediensten
nog steeds onvoldoende aandacht w
geschonken door o n n o o d i g gebruik
van het buitenlandsohe product.
Het is daarom een goed idee geweest, dat
door samenwerking van Staatsboschbeheer.
Nederlandsche Heidemaatschappij, de groep
Inlandsche Houthandel van den Neder-
lanidschen Houtbond en eenige inlandsch
hout verwerkende fabrieken op de Eerste
Agrarische Jaarbeurs te Utrecht, thans een
Stand van Inlandsoh Hout is bijeengebracht
in een van de buitenpaviljoens van het
Vreeburg. Dit paviljoen dient, om in het
algemeen meerdere bekendheid te geven
aan wat in onze Nederlandsche bossbhjen
groeit en wat daaruit kan worden ver
vaardigd, teneinde aldus het gebruik van
inlandsch hout in ons land te bevorderen.
Teneinde dit doel te bereiken, zijn. van
3 zes belangrijkste inlandsche houtsoorten
(groveden grenen), eik, beuk, iep, esch
en populier) bijeengebraoht het ruwe pro
duct en diverse eindproducticn.
Men vindt er o.a, de dunningsproducten
van onze jonge grovedennienibosschen ver
werkt tot bloem- en boonstokken, slieten,
heiniingpalen, perkoenien, boomstutten,
boompalen, klaverruiers, dakruiters enz.,
tot mijnihout. Verder zwaardere producten
als dwarsliggers, wisselhout, gordinghout
plaathout, damwand, paalhout, bergroeden
•heipalen, meerpalen. Opgezaagde zware
stammen, verzaagd tot courante diktematen
r plank- en plaathout, en met behulp
tuseohenli|gende lagien gekgd in den
oorspronikelijiken stamvorm, toornen produg-
die men uit sleur niet van Neder-
landschen bodem meent te kunnen ver
achten.
Eindelijk vindt men er tallooze verwerkte
producten als straatblokjes voor houtbestra
ting, producten van de Nederlandsche lu
cifersfabrieken, triplex, kisten, doozen, chips
choppen, stelen, jukken, enz., enz.
In vevband met de zeer benarde om-
tanidigheden, waarin hier te lande spe
ciaal de boschbouw verkeert, verdient
deze inzending mwr dan gewone belang
stelling. Moge zij er toe leidien, dat de
houtgebruikers ziöh in de eerstko
mende dagen hier op de Eerste Agrarische
Jaarbeurs gaan overtuigen van de moge
lijkheid, om uit eig\en bosschen in hun
behoefte te voorzien en aldu6 den Neder
landsobjen boschbouw te bevorderen.
Meerdere exploitatie van eigen bosschen
geeft io het bijoDider in den wintertijd aan
vele handen werk en is aldus een krachtig
middel ter bestrijding van de werk!
heid.
Natuurstudie
Meer dan voobheen wordt er thans aan
natuurstudie gedaan. Iedereen weet of
meent te weten, iets van de groote levens-
en natuurraadselen waarvoor we dagelij
komien te staan als we de Sohepping zb
en niet alleen zien, doch ook opmerken, hoe
■wijs Gods hand alles te voorschijn tooverde
bij de schepping of later daaruit te voor
schijn deed komen, door gedurige verande
ring en wijziging en door andere invloeden.
Steeds meer let men op de geheimeni&sien,
en wat voor interesante geheimenissen, die
de natuur ons geeft te ontsluieren en die
iGod in Zijn grootheid ons toestaat hoe lan
ger hoe meer te ontsluieren, waarbij dan
■wel eens oude hypothesen aan het wanke
len gebracht worden en soms geheel vallen
om plaats te maken voor andere hypothesen
id ie misschien ook weer heel spoedig zullen
■vallen.
Natuurstudie is en vogue. Ieder doet er
aan.
Boeken over de levende natuur, ja, over
de tevende natuur vooral, worden gretig ge
lezen. Zoo werd reeds de eerste druk van
twee deelen van een kostbaar en schit
terend mooi boek: „Een jaar natuurlevf
in een jaar tijds uitverkocht en verscheen
reeds weer de tweede druk.
Zoo maken de bij Kok in Kampen uitge
geven boeken van Rinke Tolman en J. S.
van Schaik: Door hei en polder en Door
veld en beemd groote opgang.
Zoo is daar ook het door A. G. Schoonder-
beek te Laben uitgegeven maarndblad „De
Wandelaar", dat zeer de aandacht trekt
moot trekken vanwege zijn lezenswaardigen
inhoud en zijn keur van fraaie, unieke
'fota's.
Daarnaast vindt een welverdiende plaats
■het bij „de Hofstad" te den Haag uitgege
ven populair geïllustreerd maandblad, ge
wijd aan de natuurwetenschappen en hun
toepassingen „Natuur en Mensch".
De inhoud is wel populair, doch inen moet
■niet vergeten, dat deze ook wetenschappe
lijk is, en men dus eenige ontwikkeling op
dit gebied moet hebben, wil nnen het kun
nen volgen. Maar dan is het ook eenig.
Niet steeds zal rnien het met de leerstel
lingen en hypothesen eens zijn, dat behoeft
ook niet. Het standpunt van andersdenken
den bestudeerend, komt eigen oprecht prin-
pieel standpunt vaak beter uit, en wordt
dit verstevigd of gecorrigeerd.
De illustraties van dit blad zijn eveneens
aai en steeds verduidelijkend, wat illus
aties steeds moeben zijn, al is dit lang niet
overal het geval.
Stand der> land
bouwgewassen
Op 14 September 1.1.
In den stand van de op diezen datum
nog tc velde staande gewassen is sedert
hot vorig oogs'tbericht betrekkelijk wedaiig
verandering gekomen.
De weersomstarodighedien waren over het
algemeen vrij gunstig, zoodat de land
bouwers, die bij hot binnenhalen van den
oogst eenig geduld aan den dag hebben
gelegd, de meeste producten nog behoor
lijk droog hebben geoogst. Enkele dagen
van zwaren regenval waren voor de ver
dere ontwikkeling van producten als aard
appelen, suikerbietenzaad en stamboonen
mi et bevorderlijk.
De stamboonen vertoonden iai den
ilaatstcn tijd een vrij uïteenloopenden
stand. In Zeeland werden perc.e-elen bruine
boonen aangetroffen, waarin de vetvlekken-
ziekte voorkwam, terwijl de witte boon/in
dit jaar vrij ernstig te lijden hadden van
de mozaïkziekte, zoodat dooreengienomcn de
stand slechts vrij goed kon worden ge
moemd. Dit gewas is inbusschlen reeds ge
trokken.
Ten aanziien van het klaverzaad
hebben de weersomstandigheden evenmin
meegewerkt; de opbrengst zal klein uit
vallen en minder goed van kwaliteit zijn.
Heit spinaziezaad is reeds geoogst.
In de provincie Groningen was de op
brengst goed, in Zeeland vrij goed.
Ten aanzien van het suikerbieten
zaad kan worden vermeld, dat in den
goeden stand, die op 17 Augustus k
worden geconstateerd, sindsdien een achter
uitgang is gekomen. I-Iet gewas heeft n.l.
geledien van het slechte weer gedurende
het begin van Augustus. Op verschillende
plaateen is het tegen den grond geslagen,
met het gevolg, dat zich nieuwe zaad-
9tiengels hebben ontwikkeld. Men ver
wacht, dat het zaad wat fijn zal blijven.
De stand van de consumptie
aardappelen kam, voor zoover deze
nog te velde staan, nog goed worden ge
noemd. Vrij algemeen wordt geklaagd over
het optreden van phytop'htora. De kwali
teit der aardappelen wordt bij de vroegere
soorten op verschillende plaatsen ongun
stig beoordeeld. Al naar gelang de ligging
de perceelen en de doorlaatbaarheid
den grond, blijkt die kwaliteit nogal
uiteen te loopen.
Van de fabr.i'elflsaardappellen
zijn de knollen klein gebleven, terwijl,
laar enkele monsters te oordeelen, het
etmeelgehalte in dit jaar aan den lagen
kant zal zijn.
j uien zijn tlhans geoogst en d!e op
brengst daarvan is goed.
De suikerbieten vertoonen tot dus-
;r een goeden ©tand. In Noordholland
lijden eenige perceeden aan roest, terwijl
eveneens verschijnselen optreden, die op
verge li nsziekte wijzen.
De stand van de voederbieten kan
goed worden genoemd.
Koolrapen en spurrie vertoonen
een vrij goeden, de herfstknollen
een goeden stand.
Als gevolg van den vrij overvloedigen
regenval hebben zoowel jonge als oude
klaver zich goed ontwikkeld.
De opbrengst van 'het lucerne -k 1 a-
verhooi en van het roode klaver-
hooi konden goed worden genoemd.
Tenslotte zij nog vermeld, dat de stand
van het weiland nog steeds zeer goed
is. De voedselvoorziening voor het vee op
dit tijdstip is groot er dan zulks in jaren
het geval was. Indien de weersgesteldheid
medewerkt, zal het vee tot laat in den
herfst buiten kunm-cn blijven.
Het koelen van fruit
Van de serie vlugschriften, uitgegeven
door den Rijkst uinbouw-consulent, belast
met koelaangelegenlieden (R. Mulder, 1. i.,
Bennekom, zijn er thans vier verschenen,
welke getiteld zijn: „Het koelen van peren",
„Algemeene wenken voor de behandeling
van koelhuisfruii" (voor den gebruiker van
het koelhuis). „Het sortecren en verpakken
van fruit voor het koelhuis", „Het koelen
van appelen".
De geschriftjes zijn op aanvraag bij den
consulent verkijgbaar.
Marktoverzicht
(Medegedeeld door het Centr. Bureau)
MESTSTOFFEN
Stikstof meststof feMv We zijn
de herfst ingegaan en daarmee schijnt ook
tegelijk voor de stikstof nu absoluut het
doode seizoien ingetreden.
Wel blijft er vraag, geringe vraag al
thans, voor het voorjaar, dooh voor direct
gebruiik is heit niets meer.
Do voorjaarsprijzen worden op bevredi
gende wijze gehandhaafd;
ThomasmeeL Ondanks het feat, dat
AGENTEN
FIRMA GEBR. OUDIJK-WADDINXVI
Prijscourant voor k w e e k e r
amateur gratis op aanvrai
ORANJEWOUD Fr.
BLOEMBOLLE»
voor Kamer en Tuin,
VRAAGT ONZE PRIJSCOURANT
er op de geheele markt bijna niets te d hoi
is, wiWlen' de fabrieken toch hoogere i!in
zen vragen. Daardoor wordien de za 'ce
■natuurlijk wel geheel en al onmogt
gemaakt. Daar komt nog bij, dat bij
van werken de importeurs met hun
name der gekochte hoeveelheden in ac!]me
stand zijn.
In de vroegere maandien tot en
is d'e expobt van België/Luxemburg fcel
wel gelijk geweest aan dien over hetztdc
tijdvak van het vorige jaar.
U'itvoerov ers ohot B elgië/Luxemburg:
Juli '36: 102.800 ton April/Juli '36:
Juli '35: 75.000 too April/Juli '36: 22 i'
ton
Do markt hier te lande bleef stil;
prijiaen, die genoteerd worden zijn
meen zóó scherp, dat er van eten
lijke marge geen sprake is.
Superfosfaat. In dit artikel
nog steeds bijna niets gedaan. Algen
wadhit mpn blijkbaar den sluitimgsd'.
van 15 October af.
Be bladeren géien en vallen af, de ochtend- en avondnevel doet herfstachtig aan, de wintergroenten komen weer aan de markt e
men begint weer aan zuurkool met spek en (of) worst te denken. Be bekende aankondigingen staan al tveer voor de ramen, i
Lanqedijk wordt thans veel kool aangevoerd in verband met verscheping van zuurkool naar Amerika. Baar schijnt men dus oi
trek te krijgen
Ik heb wel een beetje schik.
Daar zijn van die menschen, die als echte
likkers alles en alles weten goed te praten.
Zoo krom is het niet of het wordt recht
gepraat door allerlei krom gebabbel.
En als men dan de waarheid uit al die
recht getrokken krommigheden weet te ha
len en scheef blijft noemen, wat scheef is
dan staan ze gauw klaar met het woord
lasteren en al dat fraais meer.
Zoo is het in den loop der laatste paar
jaren gegaan met verschillende dingen, die
bij de crisisorganisaties niet goed liepen.
Dat daar wel eens iets niet goed liep, och
wie zal dat vreemd vinden als men even
goed doordenkt, 't Moest zoo snel vaak in
elkaar gehamerd worden en organisatie,
vooral een ingewikkelde organisatie als de
crisisinstellingen eischen, vraagt veel tijd.
Die er niet was. Dat het dus wei eens scheef
liep, dat er bij het overschakelen in een
andere versnelling wel eens wat knarste en
piepte, dat was heel niet vreemd.
Maar als er zoo iets gebeurde, was het
toch goed om er even opmerkzaam op te
maken. Wel, dat mocht volgens sommigen
piet.
Zoo mocht men ook niet aan
Wat ik hoorde en zag,
las en dacht, op reis
en thuis
DE BACONREGELING
komen. Zelfs werd een door de Nederland
sche wetten verboden en met de goede zeden
strijdige handeling als bij de laatste bacoo-
inschrijving plaats had, door velen, zelfs
van de zijde, waarvan men het nooit ver
wacht zou hebben, goedgepraat. Likkerij
of'k weet niet hoe het genoemd moet
worden
We hebben omonwonden afgekeurd de
daad van minister Verschuur, die een der
grootste belanghebbenden bij de baconberei-
ding benoemde tot directeur en ook tot
voorzitter van de Varkenscentrale en later
als regeeringsadviseur liet optreden. Het
gevraagd en verkregen ontslag in de vorige
week bekend geworden leert ons duidelijk,
dat we gelijk hadden. En daarom heb ik
wel een beetje schik. De bladen, ook zelfs
de landbouwbladen, die al maar goedpraat
ten wat de minister niet eens goedpraatte,
al meenden ze het, staan nu wel een beetje
in d'r hemmetje. Foei!
't Was anders geen boerenbelang, dat
bevorderd werd met de practijken van de
genen. die belast waren met de regeling van
de varkens en yat daaraan vast zit. De
voordeelen kwamen terecht daar waar ze
niet bedoeld waren terecht te komen.
Zoo gaat het wel meer. Men zegt wel eens
als het op de een regent, drupt het op de
ander, m.a.w. ook anderen krijger er wel
iets van mee. Maar soms is dat druppen
nog meer dan de geheele regenval.
Zoo gaat het over het algemeen bij de
crisisorganisaties. Een (noodzakelijk) le
gertje ambtenaren ontvangt de druppen van
de regen die voor de boeren en tuinders is
bedoeld.
DE TUINBOUWSTEUNREGELING
LEIDT TOT ONREDELIJKE
TOESTANDEN.
Althans zoo lazen we in de Maasbode:
Een steunregeling zoo dwaas, dat men
zich wel eens afvraagt: wie zijn toch de
raadgevers der ministers?
De tuinbouwsteun is ook een zen. be
drijfssteun zonder weistandsgrens. De gek
ste dingen ziet men gebeuren: aan den
eenen kant vele hardwerkende kleine tob-
bers, welke amper droog brood hebben, aan
den anderen kant eenige grooten, welke
jaarlijks tienduizenden in den schoot gewor
pen worden, waarbij er enkele zijn, welke
dezen steun absoluut nog niet noodig
hebben.
Bij ons in Loosduinen zijn twee gevallen
welke een scherp licht doen vallen op deze
methode
De een weet blijkbaar met zijn kapitaal
geen raad, kocht dezer dagen heele com
plexen huizen en gronden, en dezelfde wordt
uit de gemeenschapskas jaarlijks met tien
duizenden guldens gesteund.
De ander belegt zijn overtollig geld in
heele complexen nieuwe kassen, om de pro
ductie nog iets te vergrooten, met als uit
eindelijk gevolg dat er nog meer voor den
mesthoop geteeld wordt En daarnaast een
apparaat met vele ambtenaren voor teeltbe
perking. is dit nu geen gekkenhuis-
politiek?"
Dat is duidelijke taal. Daar is geen woord
Latijn bij, dacht ik toen ik dit las. Alleen
maar dacht ik ook, gaat het nu wel om zoo'n
paar gevallen te generaliseeren. 'k Weet
wel ja ge werpt 't me natuurlijk dadelijk
oor de voeten dat ik nooit een bewon
deraar ben geweest van het tot dusver
;evoIgde systeem van steunverleening. Om.
dat door de bedrijven te steunen en niet de
bedrijfsleiders, er meerdere gevallen zich
voor zouden doen en ze deden zich voor
dat zij die het gansch niet noodig had
den, de meeste steun kregen.
En toch generaliseeren van enkele geval
len, is niet goed. Al blijven wij 'het goed
vinden, dat op zulke „gevallen" gewezen
wordt. Mits men maar niet zegt: zoo gaat
het, doch: zoo gaat het wel eens.
Maar
DE TUINBOUW IS IN
GROOTE NOOD.
Dat blijkt meer en meer. En dat kwam heel
juist uit op de te Utrecht gehouden buiten
gewone algemeene vergadering van de groep
veilingvereenigingen uit den Ned. Tuin-
bouwraad met medewerking van de Centrale
Landbouworganisaties, de Exporteursver-
eenigingen en de Landarbeidersbonden.
Daar is heel veel gezegd, dat 'n droef beeld
geeft van de tpestanden in de tuinbouw. De
voorzitter de heer F. V. Valstar, tevens
Regeeringscommissaris voor den Tuinbouw,
wees er op hoe „de toestand van den tuin
bouw ondanks de genomen crisismaatre
gelen, ondanks de millioenen steun uit het
Landbouwcrisisfonds, ondanks de verdub
belde inspanirng van den tuinbouw om het
hoofd boven ater le houden, hoogst ernstig
is geworden.
Zóó ernstig en benauwend, dat het nood
zakelijk is om met elkaar te beraadslagen,
wat er moet worden gedaan en te overwegen
welke mogelijkheden er nog zijn om in den
ondraaglijken toestand, waarin de tuinbouw
met den afzet van zijn producten gekomen
is, verbetering te brengen.
De tuinbouw, hoe sterk hij ook eens was.
heeft zijn weerstand in de jaren van steeds
verderen teruggang ingeboet en is, zooals
het nu geworden is, niet langer meer in
staat den ongelijken strijd tegen de ongunst
der tijden vol te houden en de felle slagen,
die op hem neerkomen, te dragen.
Het gaat den tuinbouw bitter slecht Er is
geen aanleiding dit voor ons zeiven, noch
voor anderen te verbergen.
De tuinbouw kan niet blijven bestaan,
wanneer in het buitenland alle deuren en
vensters, voor zijn producten gesloten wor
den".
Dat zijn ernstige woorden.
Dus niet de steun van een landbouw
crisisfonds kan de gewenschte hulp bieden,
doch zooals Mr. van Haastert later opmerk
te, een verbeterde economische positie is
noodig. Verbeterde export dus en betere
verzekerdheid van betaling. Daarop is dan
ook aangedrongen bij de regeering.
Wij zullen zien of het baat. Op het oogen-
blik wordt weer onderhandeld over ons
handelsverdrag met Duitschland. De gele
genheid is er dus. Als het nu maar effect
sorteert.
Wel zal het effect sorteeren, en nu gaan
we naar heel ander terrein, om thans de
KAMERPLANTEN WEER
BINNEN TE HALEN.
Of liever, op te potten en gereed te maken
om ze binnen te halen. Want om ze dade
lijk uit de tuin in de warme kamer te bren
gen is niet zoo goed. Er komt dan een stag
natie in de groei en men heeft kans, dat de
bladeren gaan vallen en de planten als
kamerplanten niet meer deugen. Dat heeft
men nog wel eens met azalea's. Nu is het
ook mogelijk, dat men vergeet om de azalea
veel te besproeien. Die moet veel nattigheid
op de bladeren hebben. Natuurlijk moet de
kluit ook vochtigheid hebben, doch liet be
sproeien of bespuiten vergeet men meestal.
Het is zaak om de kamerplanten, die des
zomers in den tuin staan na het oppotten
eerst nog een poosje buiten te laten, in de
pot. Daarna naar een koel vertrek en pas
als de bloemknoppen zich vertoonen en aan
bloei beginnen te denken, komen de plan
ten in de huiskamer. En zoo lang houdt
men aan met besproeien. Maar als de bloem
begint open te gaan, dan zet men het be
spuiten stop.
l Daar ben ik zoo ongemerkt alleen over de
Azalea gaan praten. En ik bedoelde in
algemeen alle kamerplanten, die des
mers in de tuin hebben gestaan. SI
komen de naohtvorsten en dan moet
ze binnen hebben.
En nu ik het toch over kamerplantenI
en daarmee de dames weer tot mijn
hoor krijg ik was de laatste tijd ook
saai vervelend met wat ik schreef, hé-
ik het maar in eens goed maken en nog
goede raad geven.
Vele dames kunnen hun
LIDCACTUS NIET IN BLOEI
krijgen. Dat zal wel komen, omdat mei
plant niet de noodige rust heeft gegeven
lidcactus, z'n deftige naam is Èpihj
truncatum, moet feitelijk twee keer
hebben. Een poosje vlak na de bloei en
week of wat vóór de bloei. Dus nu, in
tember, begint men met weinig wate
geven en heel geen mest. Over een i
of zes zullen dan de bloemknopjes zich
toonen, door roode puntjes. Zoodra
verschijnen geeft men matig water en
geld wat mest. Maar nu is er nog een ie
verschijnsel, waar men over klaagt
bloemknopjes vallen vaak af. Ja, dit k
omdat de plant het niet verdraagt teil
anders ten opzichte van het licht te st
De plantendeelen, de bloem dus ook ne
een bepaalde stand in tegenover het
Zet men de bloem anders, dan wil de bl
knop ook anders groeien. Dat kan
cactus niet verdragen en de bloeml
groeit er af. Zet dus een teekentje op de
opdat deze steeds gelijk voor het raam
zet kan worden.
Geluk met je plantjes. Als ge nog wat
weten, schrijl dan maar eens en ik zal
penals ik kan.
Nu is het tijd om te zwijgen na al
gebabbel.
Daarom
Tot de volgende week.
PRAATJESMAKE