DE KEGEMJAS Overwerkvergunningen en Zondagsarbeid MAANDXÖ 7 SEPTEMBER ïg# TWEEDE BI7AD PAG. 5 Te Den Helder had de beëediging plaats van U5 adelborsten. Een overzicht tijdens de links op den achtergrond de zeesoldaten. rechts de adelborsten, Een droeve stoet trok door de straten van Bochum, op den dag, dat de 28 slachtoffers van de tragi sche ramp in de mijn Vereinigte Praesident", onder overweldigende belangstelling ten grave werden gedragen. In Grootebroek heerscht momenteel groote drukte, in verband met het inmaken van augurken, welke, bestemd zijn voor Engelsche fabrieken. Bekwame handen sorteeren de augurken. 1 Aan den Fransclien oever van de Bidassao-rwier landen voortdurend vluchtende bewoners uit lrun en omgeving HERMAN DRIESSEN ZOON AALTEN Geborduurde lakens en sloopen, alle vooi» komende lingeries, doeken, luiers, baddoeken •n Twentsch Produc PUNENBURGs WEVERIJEN ».v. GOIRLE N.Br. HESSIANS MATRASDEKKEN TARPAULINGS SPANSTOF MATRASLINNENS ZAKKEN DE IDEALE VLOER BEDEKKING D. ROOS CZN:'S VITRAGEHANDEL N.V. AMSTERDAM GRONINGEN TELEFOON 30427 TELEFOON 1032 Verbond van Ned. Werkgevers De bestuursverkiezing In de jaarvergadering van heit Verbond van Nederlandsche Werkgevers werd her kozen als bestuurslid de heer Ir. W. H van Leeuwen. Benoemd werd in de vaca ture A. Crommelin, Mr D. A. Delprat, Di recteur der N.V. Stoomvaart Mij. Neder land; in de vacature Dr H. C. Hein eken de heer A. C. van Rossem, Directeur der N.V. Brouwerij d'Oranjeboom; in de vaca ture-J. Heringa: de heer Ir. .1. J. G. van Hoek, dir. N.V. Wernink's Beton Mij. Leiden; in de vacature-B. A. Poulie Wil- kens: de heer B. G Kernkamp, dir. der N.V. W. A. Scholten's Aardappelmeelfa brieken; in de vacature-Ir. H. C. Wesse- ling: de heer A. de Kaarter, dir. der N.V Wilton-Fijenoord; in de vacature-F. Duyvis E.Gzn.: de heer Ir. M. H. Damme, dir. van Werkspoor N.V. De voorgenomen steunwijziging De C.D.U. heeft aan de regeering een adres gezonden, waarin zij protesteert te gen de voornemens der regeering tot wijzi ging van de steun en. wierkverschaffings- regeling. HET ANTWOORD VAN DEN MINISTER De kwestie, welke onder dit opschrift valt, mogen wij als bekend bij onze lezers veronderstellen. Ze komt im Groszen und Ganzen hierop neer, dat de Minister voor Sociale Zaken aan een ongeorganiseerde drukkerij in Amsterdam tegen alle wet en regel Arbeidswet en Bedrijfsaccoord in, vergunning gaf voor overwerk en voor Zondagsarbeid. Toevallig, aldus de Minister, betrof het dezelfde drukkerij. Over deze ergerniswekkende vergunnin gen stelde het Kamerlid Amelink den Mi nister eenige vragen; 't Grafisch Week blad gaf er een toelichting bij en bracht tevens een sober verslag van het onder houd, dat een delegatie van de Centrale Commissie in het Drukkersbedrijf met den Minister mocht hebben; en aan de hand van deze gegevens schreven wij op 14 Aug. 1.1. een artikel onder het hoofd: „Te betreu ren beslissing". Na een uiteenzetting van het geval zelf konden wij onze scherpe critiek over het besluit van den Minister, maar vooral over zijn „houding" in deze zaak, niet verzwij gen en wij schreven: Met nadruk mag gevraagd: zijn dit de sociale opvattingen van dezen Minister van Sociale Zaken? Zoo ja, dan is zyn optreden in dit Kabinet een groote .vergissing. Ons artikel begoten we aldus: In deze zaak is dan ook het laatste woord nog niet gesproken. Onze Christe lijke sociale beweging en onze Christe lijke politieke partijen kunnen met deze bijkans uitdagende houding van een op en-top vi'ijzinnig Minister geen genoegen nemen. Was dat niet te soherp gezegd, is ons van sommige zijden gevraagd. We hebben nog eens overgelezen het blijkbaar zeer objec tieve verslag van de gehouden conferentie en het kwam ons voor dat het niet zachter gezegd mocht worden. Na ons hebben andere bladen de ge- heele Christelijke pers liep warm voor deze principieels zaak het scherper en strie- mender gezegd dan wij. Om drie voorbeel den te nemen. Deredactie van de Nederlander ci teerde o.m. uit het Grafisch Week blad het volgende: Wat het werken op Zondag betreft: Zijne Excellentie voelde er niets voor alles te ordenen en aan banden te leggen. Hij was geen voorstander van het verbod van treinenloop of autobusdiensten of sportwedstrijden op Zondag. En als het publiek bladen op Zondag wenscht, dan moet aan dat verlangen worden voldaan! Tegen dit standpunt werd bezwaar aan- geteekend, maar het baatte niets. Zijne Excellentie voelde zich heel iemand an ders dan de burgemeester van Harder wijk, die op Zondag geen schepen in de haven toeliet. Bleef niets anders over da.n onze diepe teleurstelling uit te spreken over de han delwijze van dezen bewindsman. Hoe het blad over deze houding dacht, blijkt voldoende uit hetgeen het er op liet volgen: „Het kost ons moeite aan de juistheid van het hier weergegevene te gelooven. Als dit inderdaad juist is, achten wij dit niet minder dan ontstellend. Hoe is het mogelijk, dat deze bewindsman een der gelijk standpunt, in het bijzonder ook ten aanzien van den Zondagsarbeid, kan in nemen! Dit is een geluid, dat ten tijde, dat het liberalisme op het hoogtepunt van zijn macht was, nauwelijks nog op zijn plaats zou zijn geweest. Wij achten het van het grootste belang, dat hierover nader licht wordt verspreid. Mocht inder daad het standpunt van den Minister juist zijn weergegeven, dan moeten wij ons, hoezeer ons dat ook leed doet, vier kant tegenover hem stellen. Dit is niet de sfeer, die het Departement van Sociale Zaken mag beheerschen. Elk vogeltje zingt, zooals het gebekt is. Het „Verbondsblad", weekblad van hetR.K. Werkliedenverbond, sprak van „Een sociale misgreep" en merkte o.m. op: Minister Slingenberg geeft, tégen het advies van den Directeur-Generaal van den Arbeid in, tegen het advies van de georganiseerde bedrijfsgemeenschap in, zonder den door de Regeering ingestelden Bedrijfsraad te hebben gehoord, aan een buiten de bedrijfsgemeenschap staan den, een de bedrijfsgemeensohap saboteerenden ongeorganiseerden drukker toestemming, om Zaterdagmiddag en Zondag te werken om een Zondagavondkrant te kunnen uitgeven. Wij vinden dat een sociaal schandaal Is er wezenlijk behoefte aan een Zon dagavondblad? Natuurlijk niet, al zal men, zooals altijd, behoefte trachten te suggereeren. Blijft het bij die eene uitzondering? Dat is niet aannemelijk; anderen zullen waar schijnlijk volgen en dan: weg is de Zon dagsrust, de Zondagsheiliging. De duivel heeft wederom reden tot lachen. De scherpste critiek, niet in woorden, maar inderdaad, omdat hier een des- en zaakkundig oordeel gegeven werd, ligt ech ter in de conclusie van het Drukkers Weekblad, gepubliceerd op dezelfde dag dat het ministerieele antwoord kwam: Ten eerste, dat Z. Exc. het organisch bestaande verband en de door dit ver band uitgebrachte adviezen opzijschoof. De waarde van dit verband was inder tijd officieel door de Regeering erkend in de instelling van een Bedrijfsraad. De Regeering zette op het verband de glan zende kroon van een officieele Verbands- raad. De Regeering wenschte die Raad voortaan als een haar adviseerend college beschouwd te zien, maar...... toen het er op dén k\vam, was die raad uit het ge zichtsveld van den Minister verdwenen en zag Z. Exc. slechts lucht. Ten tweede, dat Z. Exc. de bindend verklaring van sociale bepalingen, voor- zoover die reeds in de Arbeids wet bestond, ten gunste van een on georganiseerde onderneming ophief. Waar een georganiseerde krachtens de bestaande wetten en gebruiken, ook bij de Arbeidsinspectie, een dergelijke vergun ning nóóit zou krijgen, kreeg de vrije drukker X. die wèl. Zóó oordeelde men van verschillende zijden over de houding van den Minister. En het oordeel was ongunstig naar aller meening. Geen wonder, dat niet alleen de direct be langhebbenden, maar vooral heel ons Chris telijk volksdeel met spanning uitzag naar het antwoord op de vragen van den heer Amelink. Dit antwoord verscheen Zaterdag. Onze lezers hebben het gelezen en herlezen. We behoeven er geen samenvatting van te geven. Het is ook niet noodig er veel over te zeggen. We kunnen met een enkele opmer king volstaan. Het bescheid van den Minister klopt ge lukkig niet op zijn houding tijdens het over leg met de delegatie uit de Centrale Com missie; niet wat de argumentatie betreft, doch veel minder nog wat de verdere be slissingen van den Minister aangaat. De Minister concludeert in het eerste deel wel, dat „de vergunning volkomen gemoti veerd was", maar die motiveering berustte dan toch op zeer zwakke gronden; anders kon de Minister het zelf niet eens zijn met het gevoelen van den Directeur-Generaalen dan ware tet onlogisch om de vergunning tot acht weken te beperken. En wat het tweede deel betreft, stelt de Minister ons gerust: „Voor uitbreiding van de Zondagsarbeid in het grafisch bedrijf behoeft niet te worden en er wordt nadrukkelijk op gewezen, dat het beide keeren zeer typische bijzondere omstandigheden betrof, welke zich niet spoedig opnieuw zullen voordoen, terwijl het bevredigende slot luidt: Op een in beroep gedaan verzoek om de vergunning voor nog eenige Zondagen te verleenen, besliste de Minister afwij zend, omdat hij meent, dat dergelijke ver gunningen tot het uiterste beperkt dienen te blijven. Deze meening van den Minister Is ons liever, dan de overtuiging, welke scheen door te schemeren in zijn houding ter con ferentie. Zoo hebben, naar het ons voorkomt, de vragen van den heer Amelink, gelijk ook de scherpe afkeuring in de pers, een goede uit werking gehad. Herhaling zal thans, dat nemen wij na de duidelijke verklaringen gaarne aan, op deze wijze wel uitgesloten mogen worden geacht. Moge de Minister in zijn „meening" vol harden. De niet van boven af, maar u it het bedrijf gegroeide bedrijfsorganisatie heeft recht op steun van de Overheid, UIT HET SOCIALE LEVEN Recht op werkloozenuitkeering Op vrij luimige, maar tevens zakelijke wijze behandelt het tijdschrift „Steunverle ning en Werkverschaffing" van de N.V. N. Samsom te Alfen een practisch geval van geweigerde werkloozenuitkeering, dat waard is hier kort gereleveerd te worden. Een werkloos werkmeester kreeg geenuit- keering uit de werkloozenkas van zijn bond meer en vond dit onbillijk. Hij wendde zien toen tot de rechtbank. De rechter ging eerst na of het wel op zijn weg lag van de zaak „kennis te nemen". Dit scheen nog al aan twijfel onderhevig, want de rechter te Utrecht stuitte allereerst op de bepaling: „Het bestuur beslist of zal worden uitge- keerd^ zoomede of met het verstrekken van uitkeering zal worden voortgegaan". En voorts stond in het reglement: „Geen lid zal ooit terzake van zijn uit dit reglement voort vloeiende aanspraken de bond in rechten kunnen betrekken." Vooral dat laatste was voor den rechter zooveel als een bordje: „Verboden toegang". Maar de werkmeester wilde cr toch door; hij nam zijn draai eh tastte bruutweg de rechtsgeldigheid dier bepalingen aan „zonder meer". Dat was zijn fout, want de rechtbank gaf hem niet toe, dat deze be palingen in s'rijd zijn met de openbare orde en/of de goede zeden en de eisch werd dus niet ontvankelijk verklaard. Maar de recht bank gaf ook aan, wat de werkmeester had moeten doen om gehoor te krijgen; want zij sprak uit. dat bovenbedoelde strijd niet aanwezig is, „tenzij en voor zoover waJt het laatstgemelde voorschrift aangaat be doeld is, een lid de weg naar den rechter te versperren, zelfs indien door het be stuur een beslissing is genomen niet overeenkomstig billijkheid en goede trouw, in welk geval immers bovengenoemde strij digheid zou bestaan". De werkmeester wilde nu weer zijn draai nemen en stelde bij „conclusie van repliek", dat z.i. debeslissingzelf in strijd was met de billijkheid en goede trouw, maar dat was tardief. d.w.z. hij kwam er nu te laat mee. Deze beslissing is niet zonder beteekenis. Er blijkt uit. dat de besproken reglements bepalingen de weg naar den rechter niet geheel versperren, indien slechts het lid zijn vordering in een passend juridisch kleed steekt. Het schijnt ons toe, dat dit in strijd is met de bedoeling van de bekende bepa ling in de reglementen der werklozenkas sen, welke vrij duidelijk willen zeggen, dat op dit terrein voor den rechter een bordje met „Verboden toegang" staat; een proce dure daarover zou werkelijk interessant zijn. De Nederlandsche tuinbouw bijeen Het vraagstuk van de Duitsche clearing In verband met het feit, dat binnenkort een nieuw handelsverdrag met Duitschland moet worden gesloten, alsmede het meer vrijkomen van gelden op de clearingsreke- ning, is voor de leiders van den Ned. Tuin bouw, aanleiding, om een speciale vergade ring bijeen, te roepen van besturen der di verse veilingsvereenigingen in ons land, waarin de pogingen besproken zuilen wor den, om beter kansen voor den tuinbouw- export te verkrijgen. Men acht hiertoe thans n.l. de mogelijk heid aanwezig, hetgeen, gezien de moeilijke toestand waarin de tuinbouw thans ver keerd, noodzakelijk is. GEDISTINGEERDE NOUVEAUTÉ "S IN WANDEL SPORTEN MIDDAG- SCHOENEN BRENGT Vraagt Uw winkelier Wester's Goudsiroop Zuivere Rietsuikersiroop in gele bussen van 1 k.g. netto Over Uwe mosterd klagen? Dom! Voortaan HAAS'mosterd vragen P. KAAG HOORN D«OudeTurt I TURKSCHE KOFFIE IETS BIJZONDERS Likeur A.-R. Gemeentebestuurders Wie reist door i Den Haag? Op 14 September, daags vóór de landdag te Den Haag, wordt te Utrecht de jaarver gadering gehouden van het Verband van Vereenigingen van A.R. Gemeentebestuur ders in Nederlamd. Ten behoeve van degenen, die den land dag te Den Haag willen bezoeken en tevens willen bijwonen de te Utrecht te houden jaarvergadering, is met dc spoorwegen een regeling getroffen, dat zij voor lagen prijs een meardaagsch retourbiljet naar Den Haag kunnen krijgen, hetwelk hun de be voegdheid geeft hun reis in Utrecht te on derbreken, teneinde de jaarvergadering der A.R. gemeentebestuurders bij te wonen. Zij kunnen dan na afloop van de te Utrecht gehouden vergadering onmiddellijk naar Den Haag doorreizen, dan wel naar verkie zing in Utrecht blijven en den volgendon dag hun reis naar Der. Haag voortzetten. Uiteraard hr-eft deze regeling «deerns be teekenis voor de A.R. gomeentebertuurrters, die in tie prov-'irt»3 Frisland, Groningen, Drenthe. Overijssel c-n Gei der-woon achtig 2ijn en via Utrecht naar Don Haag reizen. Voor verdere inlichtingen verwijzen wij naar de stationschefs, die van deze leve ling op de hoogte zijn gebracht. I

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1936 | | pagina 5