I AND ^TUINBOUW fvtaatüwctye POKON .GRONINGEN" Huisbrand- en Industriekoian A. BERGHOUT Land bouwweek te Wagen ingen De zevende Nederlandsehe landbouwweek wordt dit jaar op een andere tijd gehouden dan andere jaren. Dit in verband met de viering van het vijftig-jarig bestaan van het „Ned. Genootschap voor Landbouwweten schap", welke zal plaats hebben op Maan dag 28 Sept. a.s. te Wageningen. Om drie uur zal de voorzitter van het Ned. Genootschap voor Landbouwweten schap, ir S. L. LouweSj een herdenkings rede houden, waarna te 3.30 dr ir P. N. B o e k e 1 een voordracht houdt over: „De ontwikkeling van veehouderij en zuivelbe reiding in de 19e eeuw tot de opkomst van het fabriekmatig zuivelbedrijf". Hierna volgen de gebruikelijke toespra ken. terwijl om vijf uur het bestuur recep tie houdt Deze dag wordt besloten met een diner. De eigenlijke landbouwweek vangt aan Dinsdag 29 September a.s. te negen uur, met een openingswoord van den voorzitter van de regelingscommissie, ,T. A. C S c h o e v e r s. De agenda luidt verder: 9.20—9.50 uur: ir D. S. Huizinga, te Den Haag: Is uitbreiding van de landbouwvoor lichting door middel van zich daartoe con- stitueerende, plaatselijke vereenigingen ge- wenscht? 10.0510.35 uur: prof. dr O. de Vries te Groningen: Zelfwerkzaamheid der landbou wers bij de intensiveering van de plaatse lijke voorlichting, aan de hand van erva ringen bij de combinatie Westerwolde en bij het regionale grondonderzoek. 11.00—11.30 uur: ir H. F. Tjallema te Zwolle: Inschakeling der assistenten van den bedrijfsconsulent voor de werkzaam heden der plaatselijke vereenigingen. Namiddag: Phytopathologendag, te houden vanwege de Ned. Plantenziekten- kundige Vereeniging en de Commissie vor de Phvtopathologie der Ned. Botanische Vereeniging. 2.00 uur: Opening; 2.05—2.50 uur: ir VV. B. L. Verhoeven te Wageningen; Znadontsmetting: 3.00--1 30 uur: ~rof. ir M. F. Visser te Wageningen: De warmwater- trommelontsmetter tegen stuifbrand (met demonstratie). Woensdag 30 Sept. (2e Graslanddag) Voormiddag: 9 uur: Opening; 9.05—9.45: dr ir G K. van Daalen te Bilthoven: De aanleg van grasland en de erbij te gebrui ken zaden; 10—10.40: dr K. Zijlstra te Gro ningen: Het bepalen van de botanische samenstelling van het grasland en de be- teekenis daarvan voor de praktijk; 1111.40 dr Th. B. van Itallie te Groningen; De in vloed van verschillende factoren (maaitijd, botanische samenstelling, bemesting, grond soort, enz.) op de chemische samenstelling van gras. Namiddag: Z—2.40: ir N. H. H. Addens te Arnhem: Een praktijkonderzoek met betrek king tot het winnen van meer en beter vee- oeder, in het bijzonder op grasland; 3 3.40: dr E. Brouwer te Hoorn: Verliezen in foederwaarde bij hooiwinning. Donderdag 1 Oct. v.m. (3e Zulveldag) Voormiddag: 9 uur: Opening; 9.059.45: dr ir H. J. Frankena te Groningen: Moder- eidebouw; 1010.40: ir W. Pasma te Groningen: Kwaliteitsverbetering der melk; 11—11.40: dr P. J. 't Hooft te Den Haag: Tuberculosebestrijding onder het rundvee. Namiddag: Voordrachten vanwege de Zoötechnische vereeniging. 2 uur: Ope ning; 2.103.10: dr A. H. Veenbaas te Leeu warden: De steriliteit bij ons vee; 3.30 4.30: dr J. Grashuis te Arnhem: De beteeke- nis van de veevoeding voor den veefokker; 5 uur: Sluiting der Landbouwweek door den Voorzitter der Regelingscommissie: T. A. C Schoevers te Wageningen. De coloradokever Het gevaar is nog niet geweken Voor de laatste maal in dit seizoen ves tigt de Plantenziektenkundige Dienst de aandacht van allen, die belang hebben bij de aardappelteelt, er op, dat het noodzake lijk is ook in het laatst van Augustus en gedurende de maand September op de aanwezigheid van den Coloradokever te letten en als de aanwezigheid van dit in sect vastgesteld of vermoed wordt, daa; van onmiddellijk mededeeling te doen. Op dit oogenblik zou geen sohade van beteekenis meer aao het aardappelloof veroorzaakt worden, maar voor de teelt ven het volgend jaar zou het uiterst ge vaarlijk zijn, indien overlevende kevers in ons land onopgemerkt bleven. Deze toch zouden in den loop van September in den grond kruipen en daar den winter over blijven en zij zouden het volgend voor jaar daaruit te voorschijn komen en dan hun enorme aantallen eieren op het kunstmest 40 c per fles werking noodig. Deze wordt daarom nog maals ingeroepen door den Plantenziek- tenkundigen Dienst, dus: Aaidapp&ltelers, let op dcii Coloradokeverl Bloembollentijd Het groote gevaar van de aanwezigheid van een enkelen kever in het najaar is dus, dat men daarvan het volgende voor jaar een uitgebreide aantasting, zelfs op verschillende perceelen, kan verwachten. Daar voorkomen beter is dam. genezen, moet voorkomen worden, dat kevers in ons land onopgemerkt blijven en daai overwinteren. Iedereen, die zijn aardappe.- gewas nu nog eens beziet en allen, die aardappels rooien, moeten er dus op let ten of zij daarop de 1 cM. lange ovaal ronde geelgekleurde kevers met 10 over langsche zwarte strepen op de dekschil den of wel de roodgekleurde larven met opgezwollen achterlijf vinden. Als dit het geval is of als zij meenen, dat zij den kever of de larve gevonden hebben, moe ten zij onmiddellijk daarvan mededeeling doen ten gemeentehuize of bij een der ambtenaren van den Plantenziektenkun- digen Dienst, opdat onmiddellijk een on derzoek kan worden ingesteld en zoo nou dig maatregelen kunnen worden genomen Iedereen weet, dat het hier gaat om een zeer gevaarlijk insect en dat alles gedaan moet worden om te voorkomen, dat he! vasten voet in ons land krijgt. Daarom moet onmiddellijk ingegrepen worden, als het ergens aanwezig blijkt te zijn. Om dat te kunnen doen is aller mede- Ook in de donkere dagen die komen, kunnen we genieten van eigengekweekte planten De tuin staat nog in volle fleur De rozen geuren, voorzoover de nieuwe roren geur hebben, en kleuren de perken. Het doordringende parfum van de phloxen doet ons omkijken naar de kleuren'inteling dier fraaie tuinbloemen. Maar deze zeggen toch al, dat het naar de herfst begint te loopen. De zaadknoppen aan de nog immer bloeien de goudsbloemen en de ijler wordende bloei- stengels der leeuwenbekjes met hun fraai-; tinten spreken het eveneens uit, dat de bloeitijd in den tuin ten einde begint tc loo pen. 't Zal nog wel enkele weken duren voor de dahlia's op een morgen zv het eerste vorstje „er over is herfstasters moeten de andere asters nog opvolgen en er is nog veel meer dat ons zegt. dat de bloeitijd nog niet voorbij is. Maar tochmaar tochlaat ons het maar niet ontkennen, het hoogtepunt van de mer is gepasseerd. De dagen worden korter, de avonden al koel. De tijd gaat door, straks is het herfst Het leven gaat heen. Maar dat leven willen we niet missen, we verzetten met hand en tand tegen dat heengaan. We willen de zomer, we willen de bloeitijd houden. En dat lukt ons wat de bloemen aangaat wel aardig goed. Als we gen, dat gedaan wordt wat noodzakelijker wijs gedaan moet worden om een plant in bloei te krijgen In de winter kunnen verschillende bolbloe- men onze kamers sieren, de trieste clem ming, die er vaak heerscht doen verdwijnen, ons humeur opvroolijken, onze gedachten op voeren tot den Schepper, die alles zoo schoon schiep en ons de kunst en de wetenschap gaf de ontwikkeling van dat schoonc door onze hand te leiden. Maar eischen worden door de bollen en de daaruirt groeiende planten, aan de behande ling. die ze ondergaan, wel gesteld. Als men aan die eischen voldoet, dan geeft de fraaie bloei ons een aangename genoegdoening, naast het andere dat een bloem in de ka mer reeds geeft: eigen gekweekte planten geven veel meer genoegen, dan die zonder onze zorgen groeiden. Zelfs al zijn deze laatste veel mooier. En hoeveel ware kunsl stukjes van zelfkweeking kan men soms niet aantt-effen. Vaak op plaatsen waar men het nooit zou verwachten. 't Is nu weer tijd om voor de winterver- siering van onze kamer te denken, willen we op tijd zijn. De prijscouranten der bollen- leveranciers verschijnen al weer en ook op de markten zien we weer de bekende bloem bollen. Zaak Is het van een goed bekend ver- kooper te betrekken. Er is, vooral in de bol- lenhandel zoo heel veel zwendel en bedrog. Al moet men een cent of wat meer betalen, toch moet men niet nalaten het minst mo gelijke risico in dezen te nemen. Wij zullen een volgende maal, onze ge woonte getrouw, weer iets over het in bloei trekken van bloembollen Een rozenmuseum Sangerhausen het rozencentrum van de wereld Sedert overoude tijden is de roos de meest geliefde tuin- en sierplant der ge matigde luchtetreek en van oudsher is ze in Duitschland in dichtkunst en muziek poëzie en in wetensohap het middelpunt 1 belangstelling geweest. De Duitschers zijn er dan ook trotseh op te weten, dat hun lond door de toonaangevende buitenland- sche roaenonderzoekers als het meest voor aanstaande op het gebied van de rozencul- tuür beschouwd wordt en alle andere lan den hierin voorbij streeft. Voornamelijk betreft dit het wereldver maarde rosarium te Sangerhausen, dat wel de rijkst voorziene rozentuin van de wereld mag heett-n. En het daaraan verbonden Centraal-instituut voor rozenonderzoek is het eenigst instituut ter wereld, dat zicb alléén aan de rozencultuur wijdt Zóó ongeveer begint een artikel in de „Völkische Beobachter", waarin een be schrijving van dit belangrijk rosarium, aan de hand van welk artikel we het vol gende over deze wereldbekende rozentuin mededeelen. Aan de uitgang van Sangerhausen, dal officieel de naam „Rozenstad" is toegekend, ligt het Rosarium. Het bevat op een opper vlakte van ongeveer 15 H.A. rond 6000 ro zensoorten, dat is, naar de leider Dr. von Rathlef mededeelt ongeveer het derde van de 18.000 rozensoorten, die in de loop van de laatste eeuw in de handel zijn ge bracht Bovendien wordt dit belangrijk sorti ment nog aangevuld met een groote verza meling botanische rozen. Verder bevat dit rosarium nog een groote verscheidenheid van zeldzame houtsoorten en nog een groot' rotetuin. Op een helling gelegen en doorsneden door een beek groepeeren zich de rozenbed den in veelvoudige en het oog der toe schouwers immer weer bekorende vormen De heer J. A. Gamble, te Washington de bekendste rozenonderzoeker van Ameri ka, die kort geleden een bezoek aan de rozentuinen van Europa bracht, bezoch! in Duitschland natuurlijk naast de Noord Duitsche rozentuin Uetersen (Holstein) ook Sangerhausen en uitte zijn hooge waar deering en bewondering over zijn aldaar ontvangen indrukken in een artikel: „De roos en haar beteekenis in Europa". In dit artikel zegt hij o.a.: „Toen ik dit rozen heiligdom, het rosarium te Sangerhausen vol eerbied en in gespannen verwachting betrad, had ik niet de helft verwacht van wat ik er te aanschouwen kreeg. MET WORM Wl EL-VEI LIGH El OSLI ER EN H. HARING IJZEREN HOOI- EN GRAANBERGEN 2 - 3 - 4 EN 6 ROEOEN IN ALLE GROOTTEN BILLIJK ZEER SOLIDE II Men kan veel beter van een rozenmuseum spreken dan van een rozentuin, want de bedden met rozen zijn naar een zeer over zichtelijk systeem gegroepeerd. Hoewel in het eerst de aanleg alleen gebaseerd was op een schoon uiterlijk, is men in de laatste jaren begonnen volgens een bepaald plan de verschillende rozensoorten die voorheen op de meest verschillende bedden ver strooid waren, tot variëteitengroepen te ver zamelen. Men bereikt daarmee, dat de enkele soor ten in groepen beter tot hun recht komen en ruimt daarmede het bezwaar van voor heen uit de weg, dat men in de groote tuin met zijn 6000 soorten heel moeilijk een be paalde soort kon vinden. Ook wordt nu het geheele planrten-mate- riaal naar kleur en soort gerangschikt, zoo dat. thans steeds de roods, gele, rose enz. soorten van elke klas bij elkaar staan. Hier en daar valt de blik op in het groen verscholen standbeelden en beeldhouwwer ken. Ook zijn er kleine vijvers en de daar uit zich verheffende waterrozen schijnen te wedijveren met haar zusters van het land Alles doet weldadig aan. Een schilderachtige heuvel steekt boven de aanleg uit en bekroont a,h.w. hel rosarium en maakt daarbij dat de daarom heen aangelegde rotstuinen goed tot hun rcht komen. Aan de Noordkant sluit zich bij het ro sarium aan een veel kleinere proeftuin waarin een gebouw verrijst, het z.g.n. Cen- traalinstituut voor Rozenonderzoek. Alle op de rozencultuur betrekking hebbende vraagstukken, worden daar bestudeerd. Het instituut dient niet alleen de liefheb bers en de beroepskweekers met voorlich ting omtrent verzorging en aanwending van de rozen, doch tevens kunnen zij, die er hun werk van maken door kruisingen nieuwe soorten te verkrijgen, hier over al lerlei vragen, die ze bij hun werk tegen komen, inlichtingen verkrijgen. Een van de hoofdbezigheden van het In stituut is tevens het beproeven van de nieuwe soorten, vóór dat ze in de handel go- bracht worden. Deze onderzoekingen zijn zeer nuttig en voorkomen het op de markt Alg. OnderL Maatsch. Verzekering van Paarden en Rundvee. Catharijnesinpel 75 UTRECHT TELEFOON 12138. Directie: Leopold. Verzekering op hillijke voorwar rden tegen lage onderlinge of vaste premie RESERVE: 165.90L11. Deskundige verteyenw. gevraagd P. DE VOGEL Pzn, TELEF. 53 BERKEL Z. H. BELASTINGCONSULENT Lid: N. L v. B. Verzorgen en controleeren van Administraties Kantoor: Kerkstraat 3, Telefoon 62 Woonhuis: Klapw.weg 3, Telefoon 63 BERKEL EN RODENRIJS Een gedeelte van het groote rosarium te Sangerhausen J. COSTER Zonen GOUDA TELEFOON 2502 ALLE HULPSTOFFEN VOOR DE ZUIVELBEREIDING komen van mindenvaardige soorten. Uitermate moeilijk is een andere taak van het Centraal Instituut, nl. het opma ken va® etamboomen van de verschillende rozensoorten. De wetenschappelijke leider van het Insti tuut, Dr. von Rathier is bezig aan het alpha- betisoh rangschikken van de verzameling rozenbeschrij vingen, die er zijn en tracht tevens deze lijst te completeeren. Door al deze belangrijke wetenschappe» lijke bezigheden heeft dit instituut van da Vereeniging van Rozenvrienden de wereld- roep, die er reeds van het Rosarium uit ging, ook overgebracht naar het wetenschap pelijk werk, dat in Duitschland in het alge meen en te Sangerhausen in het bijzonder geschiedt. Een weerkundig station onderafdeeling van de Rijks Meteorologische Dienst dient om de betrekking, die er bestaat tusschen het weer en de levensvoorwaarden der ren zen, na te gaan. Op dit oogenblik is het Instituut ook be* last met het onderzoek van de zaden, did de Hindukusch-expeditie van 1935 meenam, van welk onderzoek men zich veel voor» stelt. Dat dit alles mogelijk is, is te danken aan het feit, dat Duitsche en andere kweekers 35 jaren geleden gevolg hebben gegeven «-m de oproep van Duitsche Rozenvrienden en hun geld en hun kweek-producten afston» den voor dit belangrijk werk, waaraan da „Rozenvader" prof. Ewald Gnau zijn levens» arbeid heeft gegeven, door deze rozenvei> zameling bijeen te brengen. Wat ik hoorde en zag, las en dacht, op reis en thuis Daar zou men geheel het praten verleeren 'door zóó lang te zwijgen. De vorige maal, dat was laat es kijken dat was 29 Juli, eindigde ik met: „Tot overnu ja, je zult wel eens zien". En nu begin September, dat is vijf weken later, daar komt hij weer voor den dag zult ge zeggen. Dat heb je van die vacantietijd! Gelijk hebt ge. Maar het verwijt (als het een verwijt is) is wederkeerig. Want als ik wel gepraat had, hadt ge het toch niet ge lezen. Te druk met vacantiehouden, of te druk met de werkzaamheden. Want er zijn ook nog wel, die geen vacan- tie houden. Niet houden kunnen, omdat er ■werkzaamheden zijn, die geen uitstel ge dongen. Daar h.ebt ge b.v< DE GRAANOOGST, Wat waren ze druk bezig in het Oosten van ons land, waar ik een poos vertoefde. En wat was het een zwaar werk het koren te snijden. Met de machine ging het al hee- lemaal niet 't Lag alles tegen de grond. En de akker wachtte al weer op zaad van stop pelknollen of spurrie. Dat werd hoog djd. Daarom werden de 6chooven vaak op een andere akker, zelfs op grasland gezet om wat na te drogen en te wachten tot ze aan eon hoop gereden konden worden wachtend op de dorschmachine, die een paar weken later overal bromde. Midden Drenthe zag ik soms 15, 20 ]a zelfs 30 en 40 groote korenmijten op een akker bijeen staan. Alle van verschillende boeren afkomstig, en wachtend op de komst van de lorndorschers, die dan geen tijd behoefden te verspillen met van de eene boer naar de andere te trekken. 't Was een levendigheid op de akker, waar van de voodbijtrekkende toeristen, trekkero, kampeerders alleen de schoone idyllische kant zagen en de druk bez'ig zijnde boeren hun landleven benijdden, En dit LANDLEVEN IS BENIJDENSWAARD in zekere zin. Let wel, gij die al plan hebt een min of meer gepeperd ingezonden stuk te schrij ven, let wel:: in-zékere-<zin. Dat altijd weer in Gods vrije heerlijke natuur verkeeren, heerlijk in alle jaargetijden, is iets moois. Maar dat mooie wordt geheel verdoezeld door de bedroevend slechte financieele re sultaten, zoodat ze voor al hun werken, van 1 Januari tot 31 December, van vóór zons opgang tot na zonsondergang, zonder vacan- tie, met hoogstens een enkele dag op fami liebezoek gaan, lang zooveel niet verdienen dan de steuntrekkers in de steden krijgen. Verdienden ze maar zooveel, dan zou er weer tevredenheid komen. Want er is geen tevre den stemming bij de boeren waar is die wel in de tegenwoordige tijd? (Natuurlijk zijn er enkele uitzonderingen.) En niet alleen de bedroevende financieele resultaten van het bedrijf zijn daar de oor zaak van. Ook de geruchten, die er in deze geruch tenvolle tijden steeds weer opduiken, en die, helaas, niet altijd alleen maar geruchten zijn, maken ae stemming er niet beter op. Daar hebt ge b.v. de wel berucht geworden BACONINSCHRIJVINGEN MET, EEN „KOP" ER OP. Op de vragen, die door het Kamerlid van der Weyderi over deze affaire zijn gesteld, is door den Minister een o.i. hoogst onbevre digend antwoord gegeven. Aan de hand ?an wat anderen daarover schreven is door ons blad verleden Zaterdag daarop reeds gewe zen. Neen, overduidelijk was dat antwoord niet. En toch ook wel, want de minister zegt duidelijk, dat hem bekend was, dat er vooraf overleg gepleegd was door de in schrijvers. Wat zoo'n overleg beteekent, grijpt ieder, die b.v. in de bouwwereld iets van inschrijvingen weet. Maar als we ons niet vergissen, is er een rechterlijke uitspraak, die het in strijd met de wet verklaart, als bij inschrijvingen op de inschrijf som een „kop" geplaatst wordt om daarmede dege- Den, die het werk niet krijgen een vergoe ding te geven Als dit zoo is, moet dan de conclusie getrokken worden, dat de Minister een zaak, die in strijd is met de wet, goed keurt? Dat is toch niet waar? Onverklaarbaar lijkt het ons, dat er zelfs landbouwbladen zijn, die deze baconinschrij- ving nog willen goedpraten. Dat er een onte vreden stemming komt door dit alles is zeer bpgrijpelijk. Wi; hebben indertijd, een paar jaar terug, bij de benoeming van een belanghebbende als regeeringscommissaris, later regeerings- adviseur, geschreven, dat o.i. de regeering ongelukkiger keus had kunnen doen. Dat is in de loop der laatste jaren nu wel bewaarheid. En het rapport van de commis- sie-Beumer heeft ons ook gelijk gegeven. Hoeveel duizenden (milioenen zegt men) heeft dat de gemeenschap niet gekost! Dit is niet zoo weinig. Met varkens is het meestal een averecht- sche boel en spekdragers spekken vaak ver keerde zakken. Misschien heeft de mede werker van het „Utrechtsch Nieuwsblad" nog wel eens pijt, dat hij de varkensvettig heid tot onderwerp van zijn promotie maak te, zich daarbij niet op glad ijs, doch op vet spek begaf wat even erg of nog erger ia. De stellingen van deze origineele pro movendus zijn anders wel leuk en de idee om te promoveeren tot DOCTOR IN DE SPEKLECTISCHE WIJSBEGEERTE. is niet kwaad. Hij publiceerde al vast zijn stellingen en vertrouwt dat dit pro-spektus van zijn wetenschappelijke opvattingen den lezer zal overtuigen van de grootsche per- spek-tieven, waarvan zijn werk is doorspekt. De stellingen luiden: 1. Het is niet vreemd, dat er over bacon s p e k-takel ontstaat. 2. Het is wel vreemd dat men een spek- zouter de waarheid ongezouten zegt: Hij is hel hartiger gewend. 3. De voordeeligste spek ulatie is stellig spckspeculatie. 4. Bacon is voor het Kamerlid Van der Weyden weliswaar geen „spek voor zijn bek", maar hij opent althans een „bek voor zijn spek". 5. Wie de bacon-affaire skeptisch ziet heeft ongelijk. Men beschouwe haar zuiver spcktisch. 6. Terecht betoogt men dat het bacon spek takel „bij de varkens af" is. 7. Het is niet bewezen dat Lord Bacons- field eijn naam van „bacon" en „fielt" af leidt. 8. Met de in-spek-tie vam het Nederland- sch varken is er een en ander niet in orde. 9. De baconrekenkunde en de spekgraai- analyse behooren als verplichte vakken op het program van de Lagere School te wor den opgenomen. Jong gewend, oud gekendl 10. Nu het spekken van de spekkers ons 150.000 per jaar weggegooid geld kost kan men met reden, gedachtig aan den minister van Financiën, van Oud-zeer spreken. Zooals we zeiden, de Stellingen zijn origi neel. Maar met de promotie zal het wel mis- loopen. IN DE BLOEMISTERIJ LOOPT HET OOK MIS 't Is al narigheid wat de klok slaat. En dit is ook een onderdeel onzer agrarische bedrijven, dat nog geen ondersteuning ge niet, hoewel er ook om gevraagd is. Het eenigste wat voor de bloemisterij gedaan is, is de vastelling van minimumprijzen. Doch deze zijn nog niet zoo minimaal, dat het niets beteekent voor de bloemisterij, zei men ons. Velen moesten er toe komen hun bedrijf eraan te geven. De gezinnen van hen, die nog alles doen hun bedrijf te behouden, lij den groot gebrek. Déar wordt geleden, meer dan duizenden, die nog eep bloempje koopen voor verfraaiing van de kamer, maar te gen wat een prijs! ook maar in de verste verte vermoeden. Van de binnenlandsche afzet moet het niet in de eerste plaats komen. Al is deze in de laatste jaren ook een factor van beteekenis geworden. Wat is de gewoonte om bloemen in de kamer te hebben niet in korte tijd gegaan in ons land. Zelden ziet men een kamer zonder bloemen. Maar toch de groote massa's bloemen, die in onze centra op de veilingen komen, moesten hun weg naar het buitenland vinden. En die weg wordt hoe langer hoe meer onbegaanbaar. Niet tot aan de grens, maar juist dan. De export is lamgeslagen. Misschien is de groote nood nog niet tot de regf"rmr doorgedrongen, die krijgt zooveel u- li rui, dat wat ze moet hooren mogelijk nin uit haar doordringt. Maar er zal toch ingegrepen moeten worden. Want op grooter export behoeven we voor eerst niet te rekenen. Vooral niet naar het Oosten. Want Duitschland is al lang met energie bezig om DE BODEMPRODUCTIE ALS MAAR OP TE VOEREN. Goed te maken (voor eigen land, wel te ver staan) wat ze na de oorlog van 1870'71 heeft bedorven, door van een landbouwland een industrieland te maken. En nu, na eeni- go jaren van krachtig optreden heeft de Minister-Direktor Moritz van het Duitsche Rijksministerie voor Volksvoeding en Land bouw verklaard, dat in de laatste jaren zoo veel voor de voorziening van het Duitsche volk met levensmiddelen van eigen bodem is gedaan, dat nog slechts voor ongeveer 15 procent van het totale verbruik van invoer uit het buitenland afhankelijk is. In het loopende jaar is naar sohatting een graanoogst van 23.2 millioen ton te verwaohten, hetgeen meer is dan het ge middelde der laatste vijf jaar. Ook de voederoogst is volgens Moritz goed uitge vallen en ongeveer 10 prooent hooger dan in het vorige hooijaar. Het grootste probleem blijft nog altijd dat der vetverzorging. Daarom wordt met alle macht de aanplant van oliezaden be vorderd. Ook wordt gestreefd naar steeds strengere oentralisatie van de zuivelbedrij ven. Langzamerhand wordt de melkver- werking geheel naar de rendabel werken de zuivelbedrijven verlegd. Van de 7 milliard eieren, die Duitsch land per jaar verbruikt, moet nog steeds ongeveer 13 procent uit het buitenland worden ingevoerd. Groote propaganda wordt gemaakt voor het gebruik van sui ker, waarover Duitschland in voldoende mate beschikt. Nu, wat dat laatste aangaat zou ik, als ik Duitsoher was (ipaar ik ben het niet en ze moeten me niet: naet Arisch genoeg) een goed afnemer zijn. Ik vermoed, dat er ook veel afnemers zullen komen voor de ONTGINNINGSBOERDERIJEN BIJ GIETHOORN Naar de burgemeester dier gemeente in de laatste raadsvergadering mededeelde, was een aanvrage ingekomen om 18 boer derijen te bouwen op de ontginningen van de Ontginningsmaatschappij „Het Land van Vollenhove*. Deze ontginningen zijn uitgevoerd in samenwerking tusschen het Rijk, de provincie en het waterschap ,Vol- lenhove". De ontginningen werden o-u ge ëxploiteerd in grootbedrijf en gaven rijke oogsten. Voor de landstreek zal het echter een voordeel zijn als het kleinbedrijf de exploitatie nu gaat overnemen. Wij zagen op onze tochten, die we ln de vacantie maakten ook zoo'n groot ontgin- nincsbedrijf in Drente gelegen, het „Witte- veen". Maar dat is o.i. hartgrondig bedor ven door de onafzienbare rijen arbeiders woningen, die voor de arbeidskrachten daar gebouwd zijn. Voor de meeste bewoners daarvan zat straks geen arbeid meer te vinden zijn als er allemaal boerderijen gebouwd worden, zooals men bezig is te doen en zooals ook in de lijn ligt. Die arbeiders, waarvoor zooveel gedaan is, (wat heel goed was) zullen straks steuntrekkers worden in een elandsgemeente, wat voor de gemeente zoowel als voor de arbeiders geen benij» denswaard vooruitzicht is. Maar toch eeq i.L zekere en nabije toekomst. Voor andere mogelijke ontginningen zij dit schip op strand een baken in zee. Misschien is het een leelijke stranding wat ik op de Veluwe zag. 'k Meen in de buurt van Apeldoorn. Maar dat weet ik niet zoo juist meer. 'k Zag zooveel. In elk geval was het op de. .Veluwe, Daa? stonden VEEL TE VEEL BIJENKASTEN. BIJ ELKAAR. Drie en vier hoo£ waren ze opgestapeld dat is nog daaraantoe: behandeld moch» ten ze toch niet worden, want het waren 1 Duitsche imkers die ze daar hadden ge» plaatst en de kasten waren door de douane van een loodje voorzien). Maar dat er eenige honderden kort bij elkaar ston» den was niet voordeelig voor de in de kas ten huizende bijen, nocR voor de Duitsche eigenaars, 't Zou ons zeer verwonderen als die veel gewicht hebben gemaakt, hoe goed de heide ook honigde. Maar wat doen die Duitsche bijen hier/ Laten ze achter da grens blijven. Onze imkers hebben het tooh al kwaad genoeg. Onze bijenvolken mogen de grens niet over om een tegenbezoek aan de Duitsche honigvelden te brengen. Over die grens zijn, ik heb het meerdere malen op mijn dool tochten, die zich ook over de grens uit strekten. gecontroleerd, ook onafzienbare heidevelden, waar ook honig te garen valt Wat de Duitschers dan bij ons doen begrij-p ik niet In ik geval lijkt hun methode zooveel volken bijeen ;e plaatsen mij niet voordeelig. Onze imkers doen het anders. Hoe deze het zullen maken, zal me Be nieuwen. De zomer was heel slecht Alleen de heide moest het nog doen. En die heeft het soms ook goed gedaan. Doch duurde dit lang genoeg? Er waren dagen, dat het bijzonder best „honigde". 't Was dan eeü lust in de heide de nijvere diertjes te zien snellen van bloem naar bloem, 't Was dan een genot een poos bij de korven en kasten te vertoeven. We hopen voor onze imkers, dat Hst mooie weer der laatste weken heeft goed gemaakt, wat Juli te kort schoot fn de honingdracht Als ik het nu weer heb goed gemaakt begin September wat .k in Augustus ver zuimde, dan kan ik* nu weer eindigen met mijn gewoon slotrefrein Tot de volgende week. PRAATJESMAKER.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1936 | | pagina 8