TUINBOUW, .GRONINGEN" H'lis brand- en Indusfriekoien LEG-BATTERIJEN voor hennen DHIfDKI kunstmest DONDERDAG 27 AUGUSTUS 1936 No. Si9 Neonlicht voor aardbeien Winteraardbeien zijn mogelijk mits de planten in geen herfsttoestand geraken Iedere tuinder weet, dat hij eerst nó. Nieuwjaar met succes aardbeien in de kas kan gaan kweeken, daar een vroeger begin te veel kans op mislukking levert. Reeds lang werd daarom op tal van plaat sen geprobeerd de aardbeicultuur in kassen te vervroegen met behulp van kunstlicht, waarbij wèl een belangrijke verbetering, doch nooit het einddoel: een practisch bruikbare cultuurmethode, bereikt wera. Door de belichting verkreeg men wel is waar een groot aantal bloemen en vruchten, maar de kwaliteit liet nog te wenscheni over. Dit laatste behoeft thans echter niet lan ger het geval te zijn. Na vele jaren van wetenschappelijk onderzoek, waarbij groote moeilijkheden overwonnen moesten wor den, is het nu gelukt een methode te vin den, volgens welke het mogelijk wordt de Nnardbeicultuur reeds vroeg in het najaar aan te vangen. De sleutel van het geheim was gevonden, toen ik lot de conclusie kwam, dat het op heffen van het lichtgebrek in den winter op zichzelf niet voldoende was, maar dat daarnaast gezorgd diende te worden, dat dc aardbeiplanton na den zomer met in een herfsttoestand konden geraken, schrijft dr J tv Roodenburg, in een verslag van zijn proeven, waarvan we, op verzoek, een gedeelte overnemen. De aardbeiplant blijkt n.l. in hooge mal!e gevoelig te zijn voor het korten der dagen in het najaar en de warmte van de kas is niet in staat te verhinderen, dat hetoude blad verloren gaat en het jonge blad met meer tot volle ontwikkeling komt Zijn de planten eenmaal in een dergelijke Westand geraakt, dan is het vrijwel onmogelijk de cultuur nog tot een bevredigend einde te brengen. Wel verschijnen er bloemen welke ook vrucht leveren, maar vannjkvertaktc bloemtrossen en een behoorlijke oogst BDe diana gevolgde werkwijze heetond hierin, dat de planten reeds in de laatste dagen van September in de kas werden en onmiddellijk daarop een kunst matige belichting gedurende d« ontvingen, om te verhinderen, dat het kor ten der dagen invloed zou gaan uitoefenen. In den winter op '35 was n.l. Kebl<*en dat omstreeks 1 October het critieke mo ment nadert, waarop de herfst de Planten onbruikbaar maakt voor een succesvolle cultuur onder kunstlicht. De gebruikelijke methode om Neonlicht voor de plantenbe- straling vanaf November toe te passen, blijkt hier dus niet gevolgd te kunnen wor den Bij de meeste tot nu beproefde cultu res onder Neonlicht was het niet noodig reeds zoo vroegtijdig de plantenbestralers te ontsteken, daar het in deze gevallen vol doende was met de aanvullende belichting te beginnen, wanneer de donkere periode aanbrak. Het resultaat van de toegepaste Neon- bestraling van aardbeien is dan ook dit seizoen bijzonder bevredigend geweest en heeft zelfs aangetoond, dat het kunstlicht voor een dergelijke vroege cultuur onmis- ^Terwijl de belichte planten goed groeiden, rijkelijk bloeiden en vruchten leverden, ver toonden de planten zonder extra licht een armelijke groei, weinig bloemen en slechts een enkele vrucht. De kwaliteit der onder het Neon licht ge oogste vruchten was dusdanig, dat men er ondanks crisis hooge prijzen voor betaalde. Na een uitvoerige beschrijving van het verloop der proeven gaat Dr. Roodenburg voort: De prijzen van de aardbeien op de veiling waren, zooals reeds gezegd, zeer bevredi gend. Natuurlijk daalden zij geleidelijk tegen het einde van den oogst. Waar het gemid delde over Februari ca. 20 cent per stuk bedroeg, was dit begin Maart nog 6 cent. In totaal werd een gemiddelde van I7.5 ccnt per stuk bereikt. Dank zij het Neonlicht brachten de planten pl.m. f 20.— per M2 op. Dit bedrag werd ontvangen voor de vruch ten van 16 zware planten, welke elk onge veer 5 bloemstengels droegen, die meestal uit verschillende groeipunten te voorschijn kwamen. Tegenover deze opbrengst van f 20 per M2 staan nu de onkosten, welke volgens onderstaande berekening op f 6.80 geschat kunnen worden: 5 maanden stookkosten per M2 Se- plant oppervlak f 1.— plaatmateriaal grond, mest, enz. voor 20 planten 0.50 werkloon per M2 voor pooten, sto ken en verzorgen 1- stroomkosten gedurende 4 maanden, 1000 uur per 55 Watt per M2, tegen 2 cent per K.W.U. nacht- stroomtarief, 55 K.W.U. 1.10 slijtage aan dé lamp, gerekend naar een levensduur van de buis van 2000 uur 2.50 afschrijving bestralingsapparaat 0.70 onkosten per M2 f 6.80 Hierbij is geen afschrijving van de kas en de stookinstallatie inbegrepen, aangezien deze moeilijk te schatten zijn, daar bij iede- ren kweeker de situatie weer anders zal zijn. In elk geval blijkt uit bovenstaande bereke ning, dat bij de hooge prijzen, welke vroeg in het jaar voor de aardbeien besteed wor den, een cultuur ondier Neonlicht loonend zal kunnen zijn. Samenvattend komt dus het resultaat van de beschreven proef hierop neer, dat het wel degelijk mogelijk is vroeg in het najaar met de aardbeicultuur te beginnen, mits men er zorg voor draagt de planten begin October in de kas te brengen en 's nachts te belichten. Dit verhindert, dat de planten door het korten der dagen in een toestand geraken, waarbij ze niet goed meer te for- ceeren zijn. Zij moeten dus zonder vorst, in eens vanuit de zomer doorgekweekt worden. Wil men later beginnen, dan moet eerst de winterkoude over de planten gaan, ten einde omstreeks Nieuwjaar met forceeren te kun nen beginnen. Met de thans ten dienste staande midde len is het niet mogelijk een loonende cul- tuu in November of December te beginnen. Men staat dus voor de keus óf heel vroeg met behulp van kunstmatige belichting, öf op de gebruikelijke wijze, vrij laat met trek ken aan te vangen. De oogsten van beide cultuur-methoden kunnen een fraai aanslui tend geheel vormen: Neon-aardbeien van Januari tot Maart en stookaardbeiden met Paschen! Kersen Na de overwinning, die de Romeinsche eldheer Lucullus op Mithridates, den ko ning van Pontus bevochten had, plunderde hij naar oud gebruik de schatten des ko- nings en naiu deze mee naar Rome, aldus de Maasbode. Plinius vermeldt echter, dat Lucullus ook eenige boomen meebracht, vruchten in Pontus bij de bevolking zeer geliefd waren. Of Lucullus hierbij naam heeft willen maken, in de hoop dat ook de roode kers in Rome wel opgeld zou doen, er-meldt Plinius niet. Zeker is echter, dat le verwende Romeinsche lekkerbekken deze nieuwe aanwinst met vreugde begroetten, zoodat men zich met ijver op de kersencul tuur toelegde. Dat Lucullus echter de man was om de kansen der kersen naar waarde te schatten, blijkt wel uit de bekendheid, die hij zich ■erworven heeft door zijn weelde en de kost baarheid en uigezochtheid zijner maaltij den. Een weelderige overdadige maaltijd wordt dan ook als lucullisch aangeduid. Een van de verdienstelijkste eigenschap pen van de Romeinsche wereldheerschers was, dat zij de veroverde landen niet in alle opzichten beschouwden als voorraadschuren, die zij iten bate van Rome slechts behoefden leeg te halen, maar dat zij zich ook de moeite getroostten om de buitengewesten to verbeteren. Met dit doel bevorderden zij landbouw en bodemcultuur door uit Italië goede planten mee te brengen. Op deze wij- ■5 ook de kerseboom over Europa ver spreid, zoodat de oudste geschiedschrijvers reeds kerseboomgaarden vermelden in En geland, Frankrijk en onze lage landen. Eigenaardig is hierbij dat de kerseboom uit de streken, waar de Romeinen hem vonden, goeddeels verdwenen is, terwijl hij nu zoo veel noordelijker uitnemend groeit. DE SANEERING IN HET BLOEMBOLLENBEDRIIF De leiding van de Algemeene Vereeniging voor Bloem bollencultuur IV). Het is, volgens onze meening, te betreu ren, dat door het hoofdbestuur der Alge- ae Vereeniging voor Bloembollencul tuur geen krachtiger leiding gegeven wordt inzake de netelige kwestie der saneering. Wij bedoelen niet te zeggen, dat door het hoofdbestuur aan de uitvoering der maat- gelen, nadat het vak zich voor saneering had uitgesproken, niet loyaal is medege werkt. Doch dit is nog iets anders dan lei ding geven. Het hoofdbestuur volgt, de laatste jaren de tactiek, dat men de leden jaarlijks in de gelegenheid stelt zich over de saneering uit te spreken. Dit jaar werd zelfs een vier tal vragen aan de leden voorgelegd; terwijl het hoofdbestuur zijn houding dan weder baseert op de uitspraken van de algemeene vergadering. Nu kan men er waardeering voor hebben, dat het bestuur eener organisatie zich be schouwt als uitvoerder van de wenschen der leden. Volgens ons gevoelen is echter in deze moeilijke vraagstukken, vooral nu van bepaalde zijde een even krachtige,als luidruchtige actie gevoerd wordt, een meer doelbewuste leiding gewcnscht. Wij meenen, dat het gewcnscht zou zijn indien het hoofdbestuur begon met in eigen kring vast te stellen, wat het belang van 't bloembollenvak vraagt, om dan tot de alge meene vergadering te komen met voor stellen en niet met vragen. Nu willen wij geenszins de moeilijkheden onderschatten, waarvoor het hoofdbestuur geplaatst wordt De Algemeene Vereeniging is steeds de organisatie geweest, die alle verschillende groepen van vakbeoefenaren onder haar leden telde. Kweekers zoowel als expor teurs, menschen, die geheel van de bolle tjes moeten leven, zoowel als andoren, wie deze cultuur slechts een onderdeel van het bedrijf was. Het is dikwijls verre gemakkelijk de belangen van deze verschil lende groepen met elkaar te verzoenen. En deze moeilijkheden spreken bij het sanee- ringsvraagstuk wel heel sterk. De Algemeene Vereeniging heeft steeds zeer veel voor de algemeene vakbelangen gedaan; wij noemen slechts de beurs, het handelsreglement en het Scheidsgerecht, de bloemenkeuringen en de verschillende ten toonstellingen. Wij kunnen ons voorstellen, dat het hoofdbestuur er huiverig voor is, in een delicate kwestie als de saneering zelfstan dig een positief standpunt in te nemen dit met kracht te verdedigen. De partijen staan soms toch al vrij scherp tegenover elkaar; een conflict met het hoofdbestuur en als gevolg hiervan ledenverlies, zouden III stond in ons blad van 15 Aug. niet geheel denkbeeldig zijn en misschien vreest men, dat in een dergelijk geval de Algemeene Vereeniging haar algemeene taak niet meer zoo goed zou kunnen ver zorgen als in het verleden. Wij zijn echter van meening, dat dit alles wel mee zou vallen en in verhand met de allesbcheerschende beteekenis van het sa- necringsvraagstuk voor het gehecle vak blijven wij een krachtiger leiding wensche- lijk achten. Wij wonschen nu nog enkele opmerkin gen te maken over de vier vragen, De eerste vraag: Acht de algemeene ver gadering opheffing van alle sanerings maatregelen wenschelijk? werd met 153 stemmen tegen, 73 stemmen voor en 8 blan co, ontkennend beantwoord. Dit antwoord achten wij, ook voor de Re geering, van de meeste beteekenis. Na de geweldige actie, welke door de anti-saneer ders was gevoerd, moet dit resultaat voor hen wel zeer teleurstellend zijn geweest. Wij gelooven zelfs, dat verschillende voor standers van de saneering niet een derge lijke groote meerderheid hadden durven verwachten. Hieruit blijkt duidelijk, dat ondanks alle bezwaren en onaangenaamheden, die men van de saneering ondervonden heeft, de groote meerderheid van het vak toch heeft ervaren.dat bepaalde maatregelen niet kun- jn worden gemist. En bij de beschouwing van deze uitslag moet men nog rekening houden met het feit, dat, indien eens opgege\en zou wor den hoeveel H.A. bloembollen door de vóór- en tegenstemmers worden geteeld, het ver schil nog veel en veel grooter geweest zou zijn. De tweede vraag, waarin gevraagd werd of men alle saneeringsmaatregelen in vollen omvang gehandhaafd wenschte te zien, werd met 156 tegen 80 stemmen, even eens ontkennend beantwoord. Hierdoor werd dus uitgesproken, dat de meerderheid van het vak wel wijziging van verschillende maatregelen wenscht. Wij zijn echter van meening, dat, indien ook over deze vraag gestemd had kunnen worden op de basis van de beteelde oppervlakte, de uit slag wel eens anders had kunnen zijn, in alle geval zou het stemmenverschi! veel geringer zijn geweest. De derde vraag, inhoudende of men alle maatregelen wilde handhaven, met al leen een gewijzigd prijzenstelsel, werd ont kennend beantwoord, met 207 tegen 29 stemmen. Men heeft blijkbaar algemeen gevoeld, dat deze gedachte niet bevredigend zou kunnen worden uitgewerkt en toegepast. De vierde vraag, luidende: Is de alge meene vergadering van oordeel, dat maat regelen ter voorkoming van overmatige uit breiding der leelt gehandhaafd moeten wor den, maar geen inlevering van surplus tegen vergoeding moet plaats hebben en geen binnen- en buitenlandsche minimum-prijzen meer moeten worden vastgesteld, werd ten slotte met 135 stemmen voor en 101 stem men tegep, bevestigend beantwoord. Wij gelooven, dat het voor de Regeering niet gemakkelijk zal zijn uit de beantwoor ding van deze verschillende vragen precies te concludeeren wat het vak wenscht. Zoo zijn er afdeel ingen die eerst gestemd hadden vóór het behoud van de volledige saneeringsmaatregelen, en die, toen deze raag ontkennend was beantwoord, stemden, ivoor de laatste varag, om aldus in alle geval nog wat te redden. Andere afdeelingen echter, die eveneens vóór het behoud van alle maatregelen had den gestemd, bleven consequent en stemden tegen de halve maatregelen van vraag vier. Wij in van meening dat alléén het be houd eener teeltregeling niet voldoende zal zijn om een bevredigende toestand te ver krijgen of te handhaven en open dat in een volgend artikel nader uiteen te zetten. H. HARING MET WORMWIEL-' IJZEREN HOOI- EN GRAANBERGEN 2 - 3 - 4 EN 6 ROEOEN IN ALLE GROOTTEN BILLIJK 4 ZEER SOLIDE VEILIGHEIDSLIEREN Erwten meel als veevoeder Wat het Rijkslandbouwproefstation te Hoorn hierover publiceert In de laatste tijd is door de tijdsomstan digheden de prijs van envtenmeel veel lager dan vroeger. Hierdoor trekt het als veevoe der meer belangstelling dan voorheen. Hierom heeft dr J. C. de Ruyter de Wild t, landbouwkundige bij de Physiolo- gische afdeeling van het Rijkslandbouw proefstation te Hoorn, over dit product een artikel gepubliceerd in het Ned. Landbouw weekblad, het orgaan van het Kon. Nederl. Landbouwcomité. Aan dit artikel ontleenen wij 't. volgende: Onderscheid moet gemaakt worden tus- schen „envtenmeel" en „erwtenvoedermeer' welk laatste meel naast gemalen „hardko- kers" ook gemalen afvalproducten van de envten bevat: piksel en afval van de spiit- prvvtenindustrie. Het gehalte aan ruwe cel- stof en van eiwit en zetmeelachtige stoffen is in verband hiermede bij envtenvoermeel zeer verschillend. Wat de verteerbaarheid betreft, is deze over het algemeen zeer goed te noemen. Alleen de bestanddeelen vet en ruwe celstof zijn voor het paard opvallen laag. Globaal genomen kan men van zuiver envtenmeel aannemen een gehalte van 17 pet verteer baar werkelijk eiwit en een zetmeehvaaróe an 69 pet. Van de minerale bestanddeelen kan gezegd worden, dat in de asch van de envt in de eerste plaats kali en phosphor- zuur domineert, daarnaast magnesia en kalk, tenvijl in de schillen het phosphorzuur in verhouding belangrijk gedaald is en vooral de kalk gestegen is. Voorts is van de alkaliën vrijwel alleen kali aanwezig, tenvijl de natron nagenoeg ontbreekt; bij- voeóering van keukenzout zal derhalve bij envtenmeel gewenscht zijn, indien niet in het overige rantsoen, inclusief het drink water, voldoende aanwezig is. Overigens is het aschbeeld van envtenmeel gunstiger dan dat van granen, speciaal wat de kalk be treft Ook ten opzichte van het ijzergehalte rekent men erwten tot de relatief rijk aan ijzer zijnde voederstoffen. Voldoende is echter de minerale voorzie ning op cnvtenmeel-rantsoen niet en men zal deze wel degelijk in het oog moeten lijven houden, ook al vervangt men een deel van het graanmeel door envtenmeel. Noch de wetenschappelijke, noch de prac- tische zijde van de biologische eiwit- waarde in het algemeen is nog volledig blootgelegd. Verschillende proeven door buitenlandsche roteerden genomen, geven niet de indruk, dat de biologische waarde van het erwten eiwit zeer groot is, maar daar we bij de voeding van onze huisdieren met gemengde rantsoenen werken, waarin eenerzijds gra nen en anderzijds dierlijk eiwit zijn opge nomen, is het de vraag, of een meer of min der volledige biologische waarde een rol van groote beteekenis zal spelen. Omtrent de vitaminen kan worden gezegd, dat erwten vitamine A bevatten, de groene meer dan de gele, maar de laatste staan in dezen toch boven tarwe, haver en gerst wat voor de varkens van belang is. Ook is aanwezig vitamine B. De B-waarde Een hoe langer hoe meer begeerd voedsel De teelt is niet moeilijk, als men maar accuraat is. Er is goede vraag en de prijzen zijn dus nog loonend. II Als de mest zoover is kan men ze op de plaats van de bestemming brengen. Die plaats kan zijn zooals we reeds op merkten een kas, een schuur, een kelder, een stal, in elk geval een beschutte ruimte, waar het daglicht wel niet noodig is, doch ook niet zooveel hindert, als men maar zorgt dat het zonlicht niet direct binnenvalt. Te veel licht geeft aan het product een geel achtige tint en zuiver wit is beter, verkoopt beter. De ruimte moet goed geventileerd kun nen worden, doch tocht is uit den booze. De temperatuur moet constant op 15 a 20 gr. C. gehouden kunnen worden, en de vochtigheid moet zoo groot mogelijk zijn, daarvoor moet alles gedaan worden, wat maar mogelijk is; wanden en zoldering natspuiten. Ook de pa den nat houden is heel goed, doch de bed den zelf niet. In deze ruimte, die vooraf op de genoemde temperatuur moet gebracht worden, legt men nu bedden aan van de mest ter hoogte van 20 30 cM., hooger mag ook wel, doch heeft geen beteekenis en kost alleen maar meer mest. Deze bedden worden goed aangetrapt. Men kan echter ook voor het aanleggen der bedden gebruik maken van een trog van 30 cM. diep met een bo dembreedte van ca. 20 cM. en een bovenwijd te van ca, 45 a 50 cM. Deze vult men op de fermentatieplaats en trapt deze goed stijf vol, waarna men hem naar de kweekruimte draagt en daar omkeert telkens twee tegen elkaar en dan weer een ruimte van 30 cM. om er tusschen door te kunnen gaan. Maar men kan ook wel breedere bedden maken. Als men de bedden klaar heeft, laat men deze liggen totdat de temperatuur constant blijft op 15 a 20 gr. C. Dit kan wel eens geruimen tijd duren doch men moet toch niet eerder beginnen met het z.g. broed er in te brengen. Broed, dat is wat het zaad is bij de gewo ne planten. Maar, zooals we reeds zeiden, de paddestoelen zijn geen gewone cultuurplan ten. Ook niet in de wijze van voortplanten. Bij de rijpe paddestoel komt uit de kap een groote massa sporen. Deze sporen worden in een bepaalde voedingsoplossing bij een gunstige temperatuur tot kieming gebracht. Na de kieming worden ze in een andere om geving gebracht en opgelet of alles wel ste riel is gebleven, dus vrij van andere zwam men. Nadat in deze ruimte een goede groei heeft plaats gevonden wordt overgeënt in flesschen of buizen met gefermenteerde paar- demest. Als deze goed is doorwoekerd dan is het „broed" geworden d.w.z. dan kan het op de bedden uitgezet worden. Daartoe wordt het in stukjes van de grootte van een okker noot gebroken en deze stukjes worden op af standen van 25 c.M. op ongeveer 4 c.M. diep te in de bedden gebracht en goed aangedrukt Na een week of drie worden de bedden be dekt met een laagje aarde. Maar dit mag niet eerder geschieden dan wanneer het broed goed is uitgeloopen; dat is wanneer een licht waas van fijne draden het geplante stukje omringt pn alle kanten tot ca. 15 cM. is uitgedijd. De aarde waarmee de bedden bedekt moe ten worden behoeft niet voedzaam te zijn, dat heeft hier heelemaal geen zin, omdat de champignons er toch niet van behoeven te groeien. Wel moet ze steriel zijn zoodat alle schadelijke bacteriën, en sporen van andere zwommen er niet meer in voorkomen. Bo vendien moet ze goed willen plakken en toch poreus en vochthoudend ijn. Tuinaardo is al heel ongeschikt ook al meent men dat ze er geheel voor zou 'passen. Men loopt er veel te veel risico mee. Het best doet men de dekaarde zelf to maken. Men neemt daartoe drie deelen metselzand dat men door kalk of carboli- neum steriliseert en vermengt dit met één deel goed fijn gestampte en door een fijne zeef gewreven leem. Deze aarde gaat men met een metselaars troffel op de bedden aanbrengen en gelijk strijken tot een laagje van iy2 a 2 c.M. is aangebracht Hierna gaat men alles be gieten met op temperatuur gebracht water, waarin alweer voor ontmesting 2 pCt vrucht- boomen carbolineum is gedaan. Dit begieten herhaalt men nog onkele weken aaneen, elke week eenmaal. De larven van de mestvlieg en andere schadelijkheden gaan hierdoor dood. Na ongeveer een maand, 6oms wel met drie weken, komen de jonge champignons zich aankondigen in enkele witte vlekken die op de dekaarde te voorschijn komen. Heel snel komen nu de paddestoelen op eu spoedig is een bed vol. Het is nu zaak om de vochtigheid op peil te houden. Nog meer dan vooraf moet men er nu op letten. Veel moet er nu gegoten worden met op temperatuur gebraoht water en met een zeer fijne broes of liever nog met een nevelverstuiver. Door verkeerd gieten in deze tijd zijn al heel veel oogsten mislukt. Evenais door onvoldoende ventilatie. Het plukken geschiedt door met duim en vinger de paddestoel te vatten en om te draaien en daarna uittrekken. Dit moet een beetje voorzichtig gebeuren, omdat men licht kans heeft meerdere niet rijpe mede uit te trekken. En deze er weer inzetten is niet noodig. Met de groei is het dan gedaan. De door het plakken ontstane gaten moeten Alg. Onderl. Maatsch. Verzekering van Paarden en Rundvee. Catharijnesingel 75 UTRECHT TELEFOON 12138. Directie: Leopold. Verzekering op billijke voorwaarden tegen lage onderlinge of vaste premie RESERVE: 165.901.11. Deskundige verteyenw. gevraagd! P. DE VOGEL P.i:n. TELEF. 53 BERKEL Z. H. levert Pluimveeproefbedrijf „NOVUM" - BILTH0VEN 500 dieren in bedrijf te bezichtigen!! PRIJZEN: batterij v. 12 dieren 38.- batterij v. 24 dieren 54.- Grootconstructie: 48 dieren 115.. enz< r dicht gemaakt worden. Men kan wel rekenen op een oogst van minstens 6 pond per vierk. meter, meestal is het beduidend meer. De prijs is thans ongeveer 1 gulden zit. Om het uitdrogen tegen te gaan laat men de steel er aan zitten. Door de paddestoe len veel aan te raken, gaat de frissche kleur er af. Men kome er dus zoo weinig mogelijk aan. Bij verpakken en verzenden moet men er op letten, dat er voldoende ventilatie mogelijk is tusschen de vruchten door. Dicht gesloten doozen zijn dus onge schikt. De mest kan slechts eenmaal gebruikt worden, doch is na het gebruik niet waar deloos. Integendeel, nuen kan ze heel goed voor bemestingsdoeleinden gebruiken, waar voor ze uitnemend geschikt is. Men kan deze gebruikte mest voor het berekenen van de uitgaven en ontvangsten bij de cham pignonteelt, gerust op 20 k 25 pCt. van de aanschaffingskosten stellen. Zooals men ziet is de cultuur niet zoo een voudig, als men wel eens wil laten voor komen. Maar toch. voor iemand, die serieus wil en kan werken is er met de teelt nog wel iets te maken. Maar men moet zicii goed op de hoogte stellen van de eischen voor de cultuur en ook weten het waarom der dingen. Dan zal men minder fouten maken en minder teleurstellingen onder vinden, al zullen deze niet altoos uitblijven. Nu zullen groote aanvoeren op de markt natuurlijk de prijzen drukken. Maar nog altijd moeten er uit Frankrijk en Belgie champignons aangevoerd worden om aan de vraag te voldoen. En de groote massa van het Nederlandsch publiek moet de padde stoel nog leeren eten. Dat is wel mogelijk. Denk maar eens aan de tomaten. Wij gelooven, dat er voor de serieuse teelt van champignons nog wel kans van slagen is. van gist op 100 gesteld, werd voor erwten het getal 13 gevonden. Voor B2 is het hoo ger dan van mais en tarwe, maar lager dan van tarwekiemen en tarwezemelen. Vitami ne C schijnt slechts in geringe hoeveelheden aanwezig te zijn, terwijl over vitaminen D en E geen gegevens ten dienste stonden. Wat de algemeene voedings eigenschappen betreft kan gezegd worden, dat algemeen aangegeven wordt, dat envtenmeel een uitstekend vocdermid- del is, dat vooral aanbevelenswaardig is, omdat het medewerkt tot het verkrijgen van goede kwaliteit vleesch en mooi vast spek. Zoodat het in de eerste plaats in aanmer king komt bij de varkensmesterij, maar ook voor het mesten van alle andere huisdie ren, inclusief divers pluimvee. De afval of bijproducten der zaadreinï- ging en de splitenvten-industrie nemen in vele landen eveneens een goede plaats in; in vele streken wordt er daarom b.v. bij de schapenvoeding veel gebruik van go* maakt. Ook voor melkvee kan envtenmeel met succes in het krachtvoedermengsel worden opgenomen, waarbij het weinig invloed schijnt uit te oefenen op de melkopbrengst en het vetgehalte, echter wel het verkrijgen van te vaste boter in de hand werkt. Deze eigenschap, n.l. het veroorzaken van vaste boter en dat, van vast, hard Vet bij het mesten der dieren, moet wel toege- schreven worden aan het lage oliegehalte van de erwten, aangezien het joodgetal der. erwtenolie niet laag is. Voor te groote hoeveelheden envtenmeel in de rantsoenen wordt over het algemeen gewaarschuwd, omdat dan aan het gebruik daarvan verstoppende eigenschappen wor den toegekend, welke bij envten-afvalpro ducten, door het grooter gehalte aan schil len, eerder zouden optreden dan bij het ge bruik van envtenmeel. Toch heeft men wel in Amerika groote hoeveelheden gegeven, zonder dat nadeelige gevolgen werden waar genomen. In elk geval schijnt bijv. 20 pet erwtenmeel in het mengsel voor varkens in geen enkel opzicht bezwaar op te leveren, terwijl men in Amerika een hoeveelheia van, 50 pet., ja zelfs van 75 pCt. in het mcel- mengsel voor koeien toelaatbaar acht. Bij eenige proeven in het buitenland heeft men bij melkvee in het rantsoen 1.8 kg. erwtenmeel ongeveer gelijk gesteld met 0.9 kg. grondnotenkoek plus 0.9 kg. tarwe, zemelen, terwijl bij een andere proef 1 kg. lijnmeel met succes vervangen was door 2 kg. erwtenmeel (hier is geen gelijke voe dingswaarde vergeleken). Ook zou 1 kg. erwtenmeel gegeven kunnen worden in plaats van bijv. y4 kg. grond- notenmeel plus kg. roggemeel. Geeft men veel envtenmeel, dan is bij- voedering van voederbieten of kuilvoer met het oog op de laxeerende eigenschappen wei aanbevelingswaardig te achten; men denke er echter aan, dat ook voederbieten de hard heid van de boter verhoogen; overigens is 1.5 h 2 kg. per dier voor ons melkvee niet te hoog te achten. Bij varkens levert het geven van dierlijk eiwit naast envtenmeel en graanmeel succes. Ook bij werkpaarden en werkossen kan men zeer goed envtenmeel in het rantsoen opnemen in een hoeveelheid van 1 a 2 kg. per dier en per dag. De vorm, waarin de erwtenproducten ge geven kunnen worden, kan in het algemeen zijn, zooals bij de verschillende diersoorten gebruikelijk is. Beschikt men over eigen envten, dan is in elk geval grof malen of kneuzen of anders weeken (niet te lang) in water (liefst zacht) wel gewenscht. Slecht piksel, dat sterk aangevreten is en schimmel bevat, koke men veiligheidshalve vóór het gebruik. Resumeerende kan men dus zeggen, dat envten, de daarvan verkregen producten en de afvalproducten voor diverse diersoorten in het rantsoen kunnen worden opgenomen en een uitstekend verteerbaar goed voeder- middel vormen. Dat ze, ondanks de goede eigenschappen, tot dusver weinig op den voorgrond treden, was wel hoofdzakelijk, doordat de prijs een beletsel vormde. Ontvangen geschriften Nu door de Ned. Aardappelmeelcentrale een groote hoeveelheid aardappelmeel be schikbaar is gesteld om dit door mengvoe ders te venverken, heeft de Ver. Ned. Aard- appelmeelindustrie te Veendam gemeend, dat het nuttig was iets over de voedings waarde van aardappelmeel en tevens de re sultaten van melkveevoedering met dit pro duct mede te deelen. De conclusie is, dat mits hei aangevuld wordt met voldoende eiwitrijke voedermid delen aardappelmeel in grootere hoeveel heden aan melkvee, tot 1.5 K.G. per dag, ge geven kan worden zonder ongunstige' ge volgen, 6 rv/hwlt 40 c per Hes bij de bloem- en za^dwinkels vele verzorgingsaanwijzingen geheel gratis

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1936 | | pagina 8