TUINBOUW,
.GRONINGEN"
H'lis brand- en Indusfriekoien
LEG-BATTERIJEN voor hennen
DHIfDKI kunstmest
DONDERDAG 27 AUGUSTUS 1936 No. Si9
Neonlicht
voor aardbeien
Winteraardbeien zijn mogelijk mits de
planten in geen herfsttoestand
geraken
Iedere tuinder weet, dat hij eerst nó.
Nieuwjaar met succes aardbeien in de kas
kan gaan kweeken, daar een vroeger begin
te veel kans op mislukking levert.
Reeds lang werd daarom op tal van plaat
sen geprobeerd de aardbeicultuur in kassen
te vervroegen met behulp van kunstlicht,
waarbij wèl een belangrijke verbetering,
doch nooit het einddoel: een practisch
bruikbare cultuurmethode, bereikt wera.
Door de belichting verkreeg men wel is
waar een groot aantal bloemen en vruchten,
maar de kwaliteit liet nog te wenscheni over.
Dit laatste behoeft thans echter niet lan
ger het geval te zijn. Na vele jaren van
wetenschappelijk onderzoek, waarbij groote
moeilijkheden overwonnen moesten wor
den, is het nu gelukt een methode te vin
den, volgens welke het mogelijk wordt de
Nnardbeicultuur reeds vroeg in het najaar
aan te vangen.
De sleutel van het geheim was gevonden,
toen ik lot de conclusie kwam, dat het op
heffen van het lichtgebrek in den winter
op zichzelf niet voldoende was, maar dat
daarnaast gezorgd diende te worden, dat dc
aardbeiplanton na den zomer met in een
herfsttoestand konden geraken, schrijft dr
J tv Roodenburg, in een verslag van
zijn proeven, waarvan we, op verzoek, een
gedeelte overnemen.
De aardbeiplant blijkt n.l. in hooge mal!e
gevoelig te zijn voor het korten der dagen
in het najaar en de warmte van de kas is
niet in staat te verhinderen, dat hetoude
blad verloren gaat en het jonge blad met
meer tot volle ontwikkeling komt Zijn de
planten eenmaal in een dergelijke Westand
geraakt, dan is het vrijwel onmogelijk de
cultuur nog tot een bevredigend einde te
brengen. Wel verschijnen er bloemen welke
ook vrucht leveren, maar vannjkvertaktc
bloemtrossen en een behoorlijke oogst
BDe diana gevolgde werkwijze heetond
hierin, dat de planten reeds in de laatste
dagen van September in de kas
werden en onmiddellijk daarop een kunst
matige belichting gedurende d«
ontvingen, om te verhinderen, dat het kor
ten der dagen invloed zou gaan uitoefenen.
In den winter op '35 was n.l. Kebl<*en
dat omstreeks 1 October het critieke mo
ment nadert, waarop de herfst de Planten
onbruikbaar maakt voor een succesvolle
cultuur onder kunstlicht. De gebruikelijke
methode om Neonlicht voor de plantenbe-
straling vanaf November toe te passen,
blijkt hier dus niet gevolgd te kunnen wor
den Bij de meeste tot nu beproefde cultu
res onder Neonlicht was het niet noodig
reeds zoo vroegtijdig de plantenbestralers
te ontsteken, daar het in deze gevallen vol
doende was met de aanvullende belichting
te beginnen, wanneer de donkere periode
aanbrak.
Het resultaat van de toegepaste Neon-
bestraling van aardbeien is dan ook dit
seizoen bijzonder bevredigend geweest en
heeft zelfs aangetoond, dat het kunstlicht
voor een dergelijke vroege cultuur onmis-
^Terwijl de belichte planten goed groeiden,
rijkelijk bloeiden en vruchten leverden, ver
toonden de planten zonder extra licht een
armelijke groei, weinig bloemen en slechts
een enkele vrucht.
De kwaliteit der onder het Neon licht ge
oogste vruchten was dusdanig, dat men er
ondanks crisis hooge prijzen voor betaalde.
Na een uitvoerige beschrijving van het
verloop der proeven gaat Dr. Roodenburg
voort:
De prijzen van de aardbeien op de veiling
waren, zooals reeds gezegd, zeer bevredi
gend. Natuurlijk daalden zij geleidelijk tegen
het einde van den oogst. Waar het gemid
delde over Februari ca. 20 cent per stuk
bedroeg, was dit begin Maart nog 6 cent. In
totaal werd een gemiddelde van I7.5 ccnt
per stuk bereikt. Dank zij het Neonlicht
brachten de planten pl.m. f 20.— per M2 op.
Dit bedrag werd ontvangen voor de vruch
ten van 16 zware planten, welke elk onge
veer 5 bloemstengels droegen, die meestal
uit verschillende groeipunten te voorschijn
kwamen.
Tegenover deze opbrengst van f 20 per
M2 staan nu de onkosten, welke volgens
onderstaande berekening op f 6.80 geschat
kunnen worden:
5 maanden stookkosten per M2 Se-
plant oppervlak f 1.—
plaatmateriaal grond, mest, enz.
voor 20 planten 0.50
werkloon per M2 voor pooten, sto
ken en verzorgen 1-
stroomkosten gedurende 4 maanden,
1000 uur per 55 Watt per M2,
tegen 2 cent per K.W.U. nacht-
stroomtarief, 55 K.W.U. 1.10
slijtage aan dé lamp, gerekend naar
een levensduur van de buis van
2000 uur 2.50
afschrijving bestralingsapparaat 0.70
onkosten per M2 f 6.80
Hierbij is geen afschrijving van de kas
en de stookinstallatie inbegrepen, aangezien
deze moeilijk te schatten zijn, daar bij iede-
ren kweeker de situatie weer anders zal zijn.
In elk geval blijkt uit bovenstaande bereke
ning, dat bij de hooge prijzen, welke vroeg
in het jaar voor de aardbeien besteed wor
den, een cultuur ondier Neonlicht loonend
zal kunnen zijn.
Samenvattend komt dus het resultaat van
de beschreven proef hierop neer, dat het
wel degelijk mogelijk is vroeg in het najaar
met de aardbeicultuur te beginnen, mits
men er zorg voor draagt de planten begin
October in de kas te brengen en 's nachts
te belichten. Dit verhindert, dat de planten
door het korten der dagen in een toestand
geraken, waarbij ze niet goed meer te for-
ceeren zijn. Zij moeten dus zonder vorst, in
eens vanuit de zomer doorgekweekt worden.
Wil men later beginnen, dan moet eerst de
winterkoude over de planten gaan, ten einde
omstreeks Nieuwjaar met forceeren te kun
nen beginnen.
Met de thans ten dienste staande midde
len is het niet mogelijk een loonende cul-
tuu in November of December te beginnen.
Men staat dus voor de keus óf heel vroeg
met behulp van kunstmatige belichting, öf
op de gebruikelijke wijze, vrij laat met trek
ken aan te vangen. De oogsten van beide
cultuur-methoden kunnen een fraai aanslui
tend geheel vormen: Neon-aardbeien van
Januari tot Maart en stookaardbeiden met
Paschen!
Kersen
Na de overwinning, die de Romeinsche
eldheer Lucullus op Mithridates, den ko
ning van Pontus bevochten had, plunderde
hij naar oud gebruik de schatten des ko-
nings en naiu deze mee naar Rome, aldus
de Maasbode. Plinius vermeldt echter, dat
Lucullus ook eenige boomen meebracht,
vruchten in Pontus bij de bevolking
zeer geliefd waren. Of Lucullus hierbij naam
heeft willen maken, in de hoop dat ook de
roode kers in Rome wel opgeld zou doen,
er-meldt Plinius niet. Zeker is echter, dat
le verwende Romeinsche lekkerbekken deze
nieuwe aanwinst met vreugde begroetten,
zoodat men zich met ijver op de kersencul
tuur toelegde.
Dat Lucullus echter de man was om de
kansen der kersen naar waarde te schatten,
blijkt wel uit de bekendheid, die hij zich
■erworven heeft door zijn weelde en de kost
baarheid en uigezochtheid zijner maaltij
den.
Een weelderige overdadige maaltijd wordt
dan ook als lucullisch aangeduid.
Een van de verdienstelijkste eigenschap
pen van de Romeinsche wereldheerschers
was, dat zij de veroverde landen niet in alle
opzichten beschouwden als voorraadschuren,
die zij iten bate van Rome slechts behoefden
leeg te halen, maar dat zij zich ook de
moeite getroostten om de buitengewesten to
verbeteren. Met dit doel bevorderden zij
landbouw en bodemcultuur door uit Italië
goede planten mee te brengen. Op deze wij-
■5 ook de kerseboom over Europa ver
spreid, zoodat de oudste geschiedschrijvers
reeds kerseboomgaarden vermelden in En
geland, Frankrijk en onze lage landen.
Eigenaardig is hierbij dat de kerseboom uit
de streken, waar de Romeinen hem vonden,
goeddeels verdwenen is, terwijl hij nu zoo
veel noordelijker uitnemend groeit.
DE SANEERING IN HET
BLOEMBOLLENBEDRIIF
De leiding van de Algemeene
Vereeniging voor Bloem
bollencultuur
IV).
Het is, volgens onze meening, te betreu
ren, dat door het hoofdbestuur der Alge-
ae Vereeniging voor Bloembollencul
tuur geen krachtiger leiding gegeven wordt
inzake de netelige kwestie der saneering.
Wij bedoelen niet te zeggen, dat door het
hoofdbestuur aan de uitvoering der maat-
gelen, nadat het vak zich voor saneering
had uitgesproken, niet loyaal is medege
werkt. Doch dit is nog iets anders dan lei
ding geven.
Het hoofdbestuur volgt, de laatste jaren
de tactiek, dat men de leden jaarlijks in de
gelegenheid stelt zich over de saneering
uit te spreken. Dit jaar werd zelfs een vier
tal vragen aan de leden voorgelegd; terwijl
het hoofdbestuur zijn houding dan weder
baseert op de uitspraken van de algemeene
vergadering.
Nu kan men er waardeering voor hebben,
dat het bestuur eener organisatie zich be
schouwt als uitvoerder van de wenschen
der leden. Volgens ons gevoelen is echter
in deze moeilijke vraagstukken, vooral nu
van bepaalde zijde een even krachtige,als
luidruchtige actie gevoerd wordt, een meer
doelbewuste leiding gewcnscht.
Wij meenen, dat het gewcnscht zou zijn
indien het hoofdbestuur begon met in eigen
kring vast te stellen, wat het belang van 't
bloembollenvak vraagt, om dan tot de alge
meene vergadering te komen met voor
stellen en niet met vragen.
Nu willen wij geenszins de moeilijkheden
onderschatten, waarvoor het hoofdbestuur
geplaatst wordt
De Algemeene Vereeniging is steeds de
organisatie geweest, die alle verschillende
groepen van vakbeoefenaren onder haar
leden telde. Kweekers zoowel als expor
teurs, menschen, die geheel van de bolle
tjes moeten leven, zoowel als andoren,
wie deze cultuur slechts een onderdeel van
het bedrijf was. Het is dikwijls verre
gemakkelijk de belangen van deze verschil
lende groepen met elkaar te verzoenen. En
deze moeilijkheden spreken bij het sanee-
ringsvraagstuk wel heel sterk.
De Algemeene Vereeniging heeft steeds
zeer veel voor de algemeene vakbelangen
gedaan; wij noemen slechts de beurs, het
handelsreglement en het Scheidsgerecht, de
bloemenkeuringen en de verschillende ten
toonstellingen.
Wij kunnen ons voorstellen, dat het
hoofdbestuur er huiverig voor is, in een
delicate kwestie als de saneering zelfstan
dig een positief standpunt in te nemen
dit met kracht te verdedigen. De partijen
staan soms toch al vrij scherp tegenover
elkaar; een conflict met het hoofdbestuur
en als gevolg hiervan ledenverlies, zouden
III stond in ons blad van 15 Aug.
niet geheel denkbeeldig zijn en misschien
vreest men, dat in een dergelijk geval de
Algemeene Vereeniging haar algemeene
taak niet meer zoo goed zou kunnen ver
zorgen als in het verleden.
Wij zijn echter van meening, dat dit alles
wel mee zou vallen en in verhand met de
allesbcheerschende beteekenis van het sa-
necringsvraagstuk voor het gehecle vak
blijven wij een krachtiger leiding wensche-
lijk achten.
Wij wonschen nu nog enkele opmerkin
gen te maken over
de vier vragen,
De eerste vraag: Acht de algemeene ver
gadering opheffing van alle sanerings
maatregelen wenschelijk? werd met 153
stemmen tegen, 73 stemmen voor en 8 blan
co, ontkennend beantwoord.
Dit antwoord achten wij, ook voor de Re
geering, van de meeste beteekenis. Na de
geweldige actie, welke door de anti-saneer
ders was gevoerd, moet dit resultaat voor
hen wel zeer teleurstellend zijn geweest.
Wij gelooven zelfs, dat verschillende voor
standers van de saneering niet een derge
lijke groote meerderheid hadden durven
verwachten.
Hieruit blijkt duidelijk, dat ondanks alle
bezwaren en onaangenaamheden, die men
van de saneering ondervonden heeft, de
groote meerderheid van het vak toch heeft
ervaren.dat bepaalde maatregelen niet kun-
jn worden gemist.
En bij de beschouwing van deze uitslag
moet men nog rekening houden met het
feit, dat, indien eens opgege\en zou wor
den hoeveel H.A. bloembollen door de vóór-
en tegenstemmers worden geteeld, het ver
schil nog veel en veel grooter geweest zou
zijn.
De tweede vraag, waarin gevraagd
werd of men alle saneeringsmaatregelen in
vollen omvang gehandhaafd wenschte te
zien, werd met 156 tegen 80 stemmen, even
eens ontkennend beantwoord.
Hierdoor werd dus uitgesproken, dat de
meerderheid van het vak wel wijziging van
verschillende maatregelen wenscht. Wij zijn
echter van meening, dat, indien ook over
deze vraag gestemd had kunnen worden op
de basis van de beteelde oppervlakte, de uit
slag wel eens anders had kunnen zijn, in
alle geval zou het stemmenverschi! veel
geringer zijn geweest.
De derde vraag, inhoudende of men
alle maatregelen wilde handhaven, met al
leen een gewijzigd prijzenstelsel, werd ont
kennend beantwoord, met 207 tegen 29
stemmen.
Men heeft blijkbaar algemeen gevoeld, dat
deze gedachte niet bevredigend zou kunnen
worden uitgewerkt en toegepast.
De vierde vraag, luidende: Is de alge
meene vergadering van oordeel, dat maat
regelen ter voorkoming van overmatige uit
breiding der leelt gehandhaafd moeten wor
den, maar geen inlevering van surplus tegen
vergoeding moet plaats hebben en geen
binnen- en buitenlandsche minimum-prijzen
meer moeten worden vastgesteld, werd ten
slotte met 135 stemmen voor en 101 stem
men tegep, bevestigend beantwoord.
Wij gelooven, dat het voor de Regeering
niet gemakkelijk zal zijn uit de beantwoor
ding van deze verschillende vragen precies
te concludeeren wat het vak wenscht.
Zoo zijn er afdeel ingen die eerst gestemd
hadden vóór het behoud van de volledige
saneeringsmaatregelen, en die, toen deze
raag ontkennend was beantwoord, stemden,
ivoor de laatste varag, om aldus in alle geval
nog wat te redden.
Andere afdeelingen echter, die eveneens
vóór het behoud van alle maatregelen had
den gestemd, bleven consequent en stemden
tegen de halve maatregelen van vraag vier.
Wij in van meening dat alléén het be
houd eener teeltregeling niet voldoende zal
zijn om een bevredigende toestand te ver
krijgen of te handhaven en open dat in een
volgend artikel nader uiteen te zetten.
H. HARING
MET WORMWIEL-'
IJZEREN HOOI- EN
GRAANBERGEN
2 - 3 - 4 EN 6
ROEOEN
IN ALLE
GROOTTEN
BILLIJK
4 ZEER SOLIDE
VEILIGHEIDSLIEREN
Erwten meel als
veevoeder
Wat het Rijkslandbouwproefstation te
Hoorn hierover publiceert
In de laatste tijd is door de tijdsomstan
digheden de prijs van envtenmeel veel lager
dan vroeger. Hierdoor trekt het als veevoe
der meer belangstelling dan voorheen.
Hierom heeft dr J. C. de Ruyter de
Wild t, landbouwkundige bij de Physiolo-
gische afdeeling van het Rijkslandbouw
proefstation te Hoorn, over dit product een
artikel gepubliceerd in het Ned. Landbouw
weekblad, het orgaan van het Kon. Nederl.
Landbouwcomité.
Aan dit artikel ontleenen wij 't. volgende:
Onderscheid moet gemaakt worden tus-
schen „envtenmeel" en „erwtenvoedermeer'
welk laatste meel naast gemalen „hardko-
kers" ook gemalen afvalproducten van de
envten bevat: piksel en afval van de spiit-
prvvtenindustrie. Het gehalte aan ruwe cel-
stof en van eiwit en zetmeelachtige stoffen
is in verband hiermede bij envtenvoermeel
zeer verschillend.
Wat de verteerbaarheid betreft, is
deze over het algemeen zeer goed te noemen.
Alleen de bestanddeelen vet en ruwe celstof
zijn voor het paard opvallen laag. Globaal
genomen kan men van zuiver envtenmeel
aannemen een gehalte van 17 pet verteer
baar werkelijk eiwit en een zetmeehvaaróe
an 69 pet.
Van de minerale bestanddeelen
kan gezegd worden, dat in de asch van de
envt in de eerste plaats kali en phosphor-
zuur domineert, daarnaast magnesia en
kalk, tenvijl in de schillen het phosphorzuur
in verhouding belangrijk gedaald is en
vooral de kalk gestegen is. Voorts is van
de alkaliën vrijwel alleen kali aanwezig,
tenvijl de natron nagenoeg ontbreekt; bij-
voeóering van keukenzout zal derhalve bij
envtenmeel gewenscht zijn, indien niet in
het overige rantsoen, inclusief het drink
water, voldoende aanwezig is. Overigens is
het aschbeeld van envtenmeel gunstiger dan
dat van granen, speciaal wat de kalk be
treft Ook ten opzichte van het ijzergehalte
rekent men erwten tot de relatief rijk aan
ijzer zijnde voederstoffen.
Voldoende is echter de minerale voorzie
ning op cnvtenmeel-rantsoen niet en men
zal deze wel degelijk in het oog moeten
lijven houden, ook al vervangt men een
deel van het graanmeel door envtenmeel.
Noch de wetenschappelijke, noch de prac-
tische zijde van de biologische eiwit-
waarde in het algemeen is nog volledig
blootgelegd.
Verschillende proeven door buitenlandsche
roteerden genomen, geven niet de indruk,
dat de biologische waarde van het erwten
eiwit zeer groot is, maar daar we bij de
voeding van onze huisdieren met gemengde
rantsoenen werken, waarin eenerzijds gra
nen en anderzijds dierlijk eiwit zijn opge
nomen, is het de vraag, of een meer of min
der volledige biologische waarde een rol
van groote beteekenis zal spelen.
Omtrent de vitaminen kan worden
gezegd, dat erwten vitamine A bevatten, de
groene meer dan de gele, maar de laatste
staan in dezen toch boven tarwe, haver en
gerst wat voor de varkens van belang is.
Ook is aanwezig vitamine B. De B-waarde
Een hoe langer hoe meer begeerd
voedsel De teelt is niet moeilijk,
als men maar accuraat is.
Er is goede vraag en de prijzen zijn
dus nog loonend.
II
Als de mest zoover is kan men ze op de
plaats van de bestemming brengen.
Die plaats kan zijn zooals we reeds op
merkten een kas, een schuur, een kelder,
een stal, in elk geval een beschutte ruimte,
waar het daglicht wel niet noodig is, doch
ook niet zooveel hindert, als men maar zorgt
dat het zonlicht niet direct binnenvalt. Te
veel licht geeft aan het product een geel
achtige tint en zuiver wit is beter, verkoopt
beter. De ruimte moet goed geventileerd kun
nen worden, doch tocht is uit den booze. De
temperatuur moet constant op 15 a 20 gr. C.
gehouden kunnen worden, en de vochtigheid
moet zoo groot mogelijk zijn, daarvoor moet
alles gedaan worden, wat maar mogelijk is;
wanden en zoldering natspuiten. Ook de pa
den nat houden is heel goed, doch de bed
den zelf niet. In deze ruimte, die vooraf op
de genoemde temperatuur moet gebracht
worden, legt men nu bedden aan van de
mest ter hoogte van 20 30 cM., hooger mag
ook wel, doch heeft geen beteekenis en kost
alleen maar meer mest. Deze bedden worden
goed aangetrapt. Men kan echter ook voor
het aanleggen der bedden gebruik maken
van een trog van 30 cM. diep met een bo
dembreedte van ca. 20 cM. en een bovenwijd
te van ca, 45 a 50 cM. Deze vult men op de
fermentatieplaats en trapt deze goed stijf
vol, waarna men hem naar de kweekruimte
draagt en daar omkeert telkens twee tegen
elkaar en dan weer een ruimte van 30 cM.
om er tusschen door te kunnen gaan. Maar
men kan ook wel breedere bedden maken.
Als men de bedden klaar heeft, laat men
deze liggen totdat de temperatuur
constant blijft op 15 a 20 gr. C. Dit kan wel
eens geruimen tijd duren doch men moet
toch niet eerder beginnen met het z.g. broed
er in te brengen.
Broed, dat is wat het zaad is bij de gewo
ne planten. Maar, zooals we reeds zeiden, de
paddestoelen zijn geen gewone cultuurplan
ten. Ook niet in de wijze van voortplanten.
Bij de rijpe paddestoel komt uit de kap een
groote massa sporen. Deze sporen worden
in een bepaalde voedingsoplossing bij een
gunstige temperatuur tot kieming gebracht.
Na de kieming worden ze in een andere om
geving gebracht en opgelet of alles wel ste
riel is gebleven, dus vrij van andere zwam
men. Nadat in deze ruimte een goede groei
heeft plaats gevonden wordt overgeënt in
flesschen of buizen met gefermenteerde paar-
demest. Als deze goed is doorwoekerd dan is
het „broed" geworden d.w.z. dan kan het op
de bedden uitgezet worden. Daartoe wordt
het in stukjes van de grootte van een okker
noot gebroken en deze stukjes worden op af
standen van 25 c.M. op ongeveer 4 c.M. diep
te in de bedden gebracht en goed aangedrukt
Na een week of drie worden de bedden be
dekt met een laagje aarde.
Maar dit mag niet eerder geschieden dan
wanneer het broed goed is uitgeloopen; dat
is wanneer een licht waas van fijne draden
het geplante stukje omringt pn alle kanten
tot ca. 15 cM. is uitgedijd.
De aarde waarmee de bedden bedekt moe
ten worden behoeft niet voedzaam te zijn,
dat heeft hier heelemaal geen zin, omdat de
champignons er toch niet van behoeven te
groeien. Wel moet ze steriel zijn zoodat alle
schadelijke bacteriën, en sporen van andere
zwommen er niet meer in voorkomen. Bo
vendien moet ze goed willen plakken en
toch poreus en vochthoudend ijn. Tuinaardo
is al heel ongeschikt ook al meent men dat
ze er geheel voor zou 'passen. Men loopt er
veel te veel risico mee.
Het best doet men de dekaarde zelf to
maken. Men neemt daartoe drie deelen
metselzand dat men door kalk of carboli-
neum steriliseert en vermengt dit met één
deel goed fijn gestampte en door een fijne
zeef gewreven leem.
Deze aarde gaat men met een metselaars
troffel op de bedden aanbrengen en gelijk
strijken tot een laagje van iy2 a 2 c.M. is
aangebracht Hierna gaat men alles be
gieten met op temperatuur gebracht water,
waarin alweer voor ontmesting 2 pCt vrucht-
boomen carbolineum is gedaan.
Dit begieten herhaalt men nog onkele
weken aaneen, elke week eenmaal. De larven
van de mestvlieg en andere schadelijkheden
gaan hierdoor dood.
Na ongeveer een maand, 6oms wel met
drie weken, komen de jonge champignons
zich aankondigen in enkele witte vlekken
die op de dekaarde te voorschijn komen.
Heel snel komen nu de paddestoelen op eu
spoedig is een bed vol. Het is nu zaak om de
vochtigheid op peil te houden. Nog meer dan
vooraf moet men er nu op letten. Veel moet
er nu gegoten worden met op temperatuur
gebraoht water en met een zeer fijne broes
of liever nog met een nevelverstuiver. Door
verkeerd gieten in deze tijd zijn al heel veel
oogsten mislukt. Evenais door onvoldoende
ventilatie.
Het plukken geschiedt door met duim en
vinger de paddestoel te vatten en om te
draaien en daarna uittrekken. Dit moet een
beetje voorzichtig gebeuren, omdat men licht
kans heeft meerdere niet rijpe mede uit te
trekken. En deze er weer inzetten is niet
noodig. Met de groei is het dan gedaan. De
door het plakken ontstane gaten moeten
Alg. Onderl. Maatsch. Verzekering
van Paarden en Rundvee.
Catharijnesingel 75 UTRECHT
TELEFOON 12138.
Directie: Leopold.
Verzekering op billijke voorwaarden
tegen lage onderlinge of vaste premie
RESERVE: 165.901.11.
Deskundige verteyenw. gevraagd!
P. DE VOGEL P.i:n.
TELEF. 53
BERKEL Z. H.
levert Pluimveeproefbedrijf
„NOVUM" - BILTH0VEN
500 dieren in bedrijf te bezichtigen!!
PRIJZEN: batterij v. 12 dieren 38.-
batterij v. 24 dieren 54.-
Grootconstructie: 48 dieren 115.. enz<
r dicht gemaakt worden. Men kan wel
rekenen op een oogst van minstens 6 pond
per vierk. meter, meestal is het beduidend
meer. De prijs is thans ongeveer 1 gulden
zit.
Om het uitdrogen tegen te gaan laat men
de steel er aan zitten. Door de paddestoe
len veel aan te raken, gaat de frissche
kleur er af. Men kome er dus zoo weinig
mogelijk aan. Bij verpakken en verzenden
moet men er op letten, dat er voldoende
ventilatie mogelijk is tusschen de vruchten
door. Dicht gesloten doozen zijn dus onge
schikt.
De mest kan slechts eenmaal gebruikt
worden, doch is na het gebruik niet waar
deloos. Integendeel, nuen kan ze heel goed
voor bemestingsdoeleinden gebruiken, waar
voor ze uitnemend geschikt is. Men kan
deze gebruikte mest voor het berekenen van
de uitgaven en ontvangsten bij de cham
pignonteelt, gerust op 20 k 25 pCt. van de
aanschaffingskosten stellen.
Zooals men ziet is de cultuur niet zoo een
voudig, als men wel eens wil laten voor
komen. Maar toch. voor iemand, die serieus
wil en kan werken is er met de teelt nog
wel iets te maken. Maar men moet zicii
goed op de hoogte stellen van de eischen
voor de cultuur en ook weten het waarom
der dingen. Dan zal men minder fouten
maken en minder teleurstellingen onder
vinden, al zullen deze niet altoos uitblijven.
Nu zullen groote aanvoeren op de markt
natuurlijk de prijzen drukken. Maar nog
altijd moeten er uit Frankrijk en Belgie
champignons aangevoerd worden om aan de
vraag te voldoen. En de groote massa van
het Nederlandsch publiek moet de padde
stoel nog leeren eten. Dat is wel mogelijk.
Denk maar eens aan de tomaten.
Wij gelooven, dat er voor de serieuse teelt
van champignons nog wel kans van slagen
is.
van gist op 100 gesteld, werd voor erwten
het getal 13 gevonden. Voor B2 is het hoo
ger dan van mais en tarwe, maar lager dan
van tarwekiemen en tarwezemelen. Vitami
ne C schijnt slechts in geringe hoeveelheden
aanwezig te zijn, terwijl over vitaminen D
en E geen gegevens ten dienste stonden.
Wat de algemeene voedings
eigenschappen betreft kan gezegd
worden, dat algemeen aangegeven wordt,
dat envtenmeel een uitstekend vocdermid-
del is, dat vooral aanbevelenswaardig is,
omdat het medewerkt tot het verkrijgen van
goede kwaliteit vleesch en mooi vast spek.
Zoodat het in de eerste plaats in aanmer
king komt bij de varkensmesterij, maar ook
voor het mesten van alle andere huisdie
ren, inclusief divers pluimvee.
De afval of bijproducten der zaadreinï-
ging en de splitenvten-industrie nemen in
vele landen eveneens een goede plaats in;
in vele streken wordt er daarom b.v. bij
de schapenvoeding veel gebruik van go*
maakt.
Ook voor melkvee kan envtenmeel met
succes in het krachtvoedermengsel worden
opgenomen, waarbij het weinig invloed
schijnt uit te oefenen op de melkopbrengst
en het vetgehalte, echter wel het verkrijgen
van te vaste boter in de hand werkt.
Deze eigenschap, n.l. het veroorzaken van
vaste boter en dat, van vast, hard Vet bij
het mesten der dieren, moet wel toege-
schreven worden aan het lage oliegehalte
van de erwten, aangezien het joodgetal der.
erwtenolie niet laag is.
Voor te groote hoeveelheden envtenmeel
in de rantsoenen wordt over het algemeen
gewaarschuwd, omdat dan aan het gebruik
daarvan verstoppende eigenschappen wor
den toegekend, welke bij envten-afvalpro
ducten, door het grooter gehalte aan schil
len, eerder zouden optreden dan bij het ge
bruik van envtenmeel. Toch heeft men wel
in Amerika groote hoeveelheden gegeven,
zonder dat nadeelige gevolgen werden waar
genomen. In elk geval schijnt bijv. 20 pet
erwtenmeel in het mengsel voor varkens in
geen enkel opzicht bezwaar op te leveren,
terwijl men in Amerika een hoeveelheia van,
50 pet., ja zelfs van 75 pCt. in het mcel-
mengsel voor koeien toelaatbaar acht.
Bij eenige proeven in het buitenland heeft
men bij melkvee in het rantsoen 1.8 kg.
erwtenmeel ongeveer gelijk gesteld met 0.9
kg. grondnotenkoek plus 0.9 kg. tarwe,
zemelen, terwijl bij een andere proef 1 kg.
lijnmeel met succes vervangen was door 2
kg. erwtenmeel (hier is geen gelijke voe
dingswaarde vergeleken).
Ook zou 1 kg. erwtenmeel gegeven kunnen
worden in plaats van bijv. y4 kg. grond-
notenmeel plus kg. roggemeel.
Geeft men veel envtenmeel, dan is bij-
voedering van voederbieten of kuilvoer met
het oog op de laxeerende eigenschappen wei
aanbevelingswaardig te achten; men denke
er echter aan, dat ook voederbieten de hard
heid van de boter verhoogen; overigens is
1.5 h 2 kg. per dier voor ons melkvee niet
te hoog te achten.
Bij varkens levert het geven van dierlijk
eiwit naast envtenmeel en graanmeel succes.
Ook bij werkpaarden en werkossen kan
men zeer goed envtenmeel in het rantsoen
opnemen in een hoeveelheid van 1 a 2 kg.
per dier en per dag.
De vorm, waarin de erwtenproducten ge
geven kunnen worden, kan in het algemeen
zijn, zooals bij de verschillende diersoorten
gebruikelijk is. Beschikt men over eigen
envten, dan is in elk geval grof malen of
kneuzen of anders weeken (niet te lang) in
water (liefst zacht) wel gewenscht. Slecht
piksel, dat sterk aangevreten is en schimmel
bevat, koke men veiligheidshalve vóór het
gebruik.
Resumeerende kan men dus zeggen, dat
envten, de daarvan verkregen producten en
de afvalproducten voor diverse diersoorten
in het rantsoen kunnen worden opgenomen
en een uitstekend verteerbaar goed voeder-
middel vormen. Dat ze, ondanks de goede
eigenschappen, tot dusver weinig op den
voorgrond treden, was wel hoofdzakelijk,
doordat de prijs een beletsel vormde.
Ontvangen geschriften
Nu door de Ned. Aardappelmeelcentrale
een groote hoeveelheid aardappelmeel be
schikbaar is gesteld om dit door mengvoe
ders te venverken, heeft de Ver. Ned. Aard-
appelmeelindustrie te Veendam gemeend,
dat het nuttig was iets over de voedings
waarde van aardappelmeel en tevens de re
sultaten van melkveevoedering met dit pro
duct mede te deelen.
De conclusie is, dat mits hei aangevuld
wordt met voldoende eiwitrijke voedermid
delen aardappelmeel in grootere hoeveel
heden aan melkvee, tot 1.5 K.G. per dag, ge
geven kan worden zonder ongunstige' ge
volgen, 6
rv/hwlt 40 c per Hes
bij de bloem- en za^dwinkels
vele verzorgingsaanwijzingen geheel gratis