cuvcfc onfoz vxoumn WEKELIJKSCHE BIJLAGE Beddenmagazijn H.SCHMIDT 7lamüuestkm KNIPPATROON „BES H IR" K&G De „tand des tijds" Houtworm in meubelen „Niets is bestendig hier beneêndat ïs een oude waarheid, die overal haar be vestiging vindt, al is het wel eens verras send om op te merken, hoe kranig in dit ondermaansche sommige dingen den strijd om het bestaan weten vol te houden. Wie wel eens gestaain heeft voor de vitrines met balssieraden en anderen tooi, die eertijds de dames in Egypteland droegen, wellicht ten tijde dat Mozes het volk Israels naar de yvoestijn afvoerde, of voor de strijdwagens met hun dissel en hooge raderen, waarmede de trotsche pharao's voor hun volgelingen uitreden, zich wèl bewust van hun afstam ming van goden, die zal respect hebben voor de duurzaamheid, waarvan al deze ob jecten in den loop der tallooze eeuwen blijk hebben gegeven. Al dringt zich daarbij te- yens deze gedachte op, dat hun voortbestaan als getuigen van voorbije phascn in de his torie van ons geslacht toch feitelijk meer s c h ij n den wezen is. Want de proef der bruikbaarheid zouden zij waarschijnlijk ook zelfs geen dag doorstaan: zij handhaven hun vormen, doch huin weerstand is sinds lang ondermijnd. Ook in den eigen lering hebben wij wel licht zulke erfstukken, die nog aan de groot ouders of overgrootouders hebben behoord, of die via de magazijnen van den antiquaii in onze woonruimten zijn beland. Wij hou den ze in hooge eerc, geven ze een uitzonder lijke plaats, ontzien ze, en tenslotte komen wij dan toch nog tot een ontdekking, die bijzonder onaangenaam is: hun bestaan is innerlijk ondermijnd, langzaam aan, zonder dat wij het wisten. Maar een reeks van minieme gaatjes in de houtdeelen van zulk een meubel, of een fijn wit hoopje houtstof eronder verraden het trieste geheim. De houtworm zit er in De houtworm, wat is dat eigenlijk voor een gedierte? Hij behoort tot dat groote le ger van onprettige medeschepselen, dat wij liever niet dan wel het licht zouden gunnen, omdat, wij bun nut niet begrijpen en huin nabijheid beslist zouden willen ontgaan, zoo wij met onze verdelgi.ngsmiddelen maar kans zagen, er een effectieve opruiming on der te houden. Want onze eerbied voor het „leven" moge groot zijn, zijn grens ligt in den regel daar waar ons eigenbelang begint, 'de handhaving van ons gemak, onze gezond heid, of van ons eigendom. De houtworm is eigenlijk hcelemaal geen „worm", doch een larve van de z.g.n. Ano- bium of houtwormkever, die zijn eitjes in dood hout legt en bij voorkeur in zulke stukken, die niet veel van hun plaats wor den gehaald, zooals oud meubilair, een zware piano, een onhandelbare kast. Het hout dat deze kever uitzoekt moet liefst on beschermd zijn, dus niet geverfd of gebeitst; 'daar houdt hij niet van. Het kevertje zelf NUTRICIA- KINDERMEEL ïs slechts enkele millimeters groot, en men ontdekt het niet spoedig. De larven, die uit zijn eitjes tevoorschijn kruipen, zijn zoo miniem, dat men ze met het bloote oog niet of nauwelijks kan ontwaren. Die nu bege- zich op weg, het hout in; ze eten zich er letterlijk doorheen, zoodat het leven voor hen in zekeren zin een rijstebrijberg is. Merkwaardig, dat zulk een insect van dor oud hout bestaan kan! Volgens deskundigen worden zij bij het verteren van dit onge wone voedsel geholpen door een gistplantje Öat in hun darm leeft. Door enzym-afschei- Iding draagt deze schimmel ertoe bij, dat de verorberde houtstof verteert, en zoo groeien geel-bruine larfjes aan, terwijl hun een- tame pelgrimstocht hen al dieper en dieper 'door het hout, voert, dat zij in de ongeveer anderhalf jaar van hun bestaan inwendig als met een uiterst fijn netwerk van gange tjes doorzeven. Breekt de tijd aan, 'dat de larven zich gaan verpoppen in, den regel geschiedt dit in het voorjaar dan begeven zij zich daartoe dicht onder de houtoppervlakte. Lang duurt het dan niet meer of de kever komt uit en zoodra hij zich buiten zijn oude meubelstuk waagt veroorzaakt hij daar mede dat een dotje houtstof uit zijn „mijn gang" op den kamervloer valt. Wie zulke dunne hoopjes vuil op zijn tapijt mocht aan treffen, weet derhalve, hoe laat het is! Waarom komt de kever naar buiten? Wel, omdat zijn bruidstijd is aangebroken, hij wil een gezellin zoeken! Dit doet hij op een heel merkwaardige manier, hij geeft klop signalen, precies zooals de misdadigers die cellulair gevangen zitten. Met zijn borststuk, hard is, slaat hij telkens een reeks van klopjes tegen het hout van zijn gang, en het wijfje weet wel, wat dat beteelcent. Zoo Vinden deze diertjes elkaar. Eigenaardig is het, de klopgeluidjes te hooren, dat lichte getik, hetwelk van on zichtbare plaatsen komt en niet door „ge wone" middelen schijnt te worden voort gebracht. Ons voorgeslacht noemde deze sig nalen-gevende houtwormen „doodsklopper- tjes", omdat men veronderstelde, dat wie tleze geluiden hoorde, er van verzekerd kon fcezen, dat zijn doodsuur niet meer zoo heel OPKLAPBEDDEN KINDERLEDIKANTEN WIEGEN REPAREEREN van Bedden goed kan ln één dag gebeuren PRIJSOPGAVE VOORUIT Tel.34912-1eMiddellandstr.75 ver venvijderd ou zijn. Was dit louter bijgeloof? Ja en neen! Wij mogen gerust aannemen, dat de houtwormkever evenmin als een ander dier de gave der profetische voorspelling heeft. Dus als men het zoo be schouwt, was deze aankondiging van een naderend einde zuiver superstitie. Men kan het ook nog anders bezien. Wie lette den regel enkel op deze fijne, rhytmische ti lege lui dj es? Het kind, dat druk in zijr spel verdiept was, of de jonge, sterke men- schen, die hun arbeid en hun vaste serie? dagelijksclie plichten hadden? Jeugd is al tijd met het een of ander bezig, is 's avonds spoedig in slaap, kent geen doorwaakte nachten. Maar de oude van dagen, die in zijn armstoel bij het avondlijk houtvuur aan den open haard zijm rustige uren ver zat. of zich meermalen in het bed moest omkeeren, alvorens de oogen te kunnen sluiten, die had ooren, die op zulke stille dingen afgestemd waren. De zieke ook, die door geen enkele bezigheid werd afgeleid. Zij hoorden Iets geheimzinnigs, een fijn ge luidje, dat een bedoeling leek te hebben, ook al was zijn oorzaak niet gemakkelijk op te sporen. Zoo verbond zich daaraan de ge dachte aan den dood, die immers reeds dicht onder den drempel van het bewustzijn lag- Dit wat het ,,'doodskloppertje betreft. Maar nu de „houtworm", de vijand van onze meubels, hoe bestrijden wij dien? Tja, de middelen zijn vele, maar de resultaten blijven dubieus. Juist omdat men met onder mijnende krachten te doen heeft, die men schier niet kan controleeren. Men kan ze uitgeschakeld wanen, terwijl zij op stille wijze juist een nieuwe Odyssea door den poot van een van uw kostbaarste stoelen, of door den buik van uw kabinet zijn be gonnen. De wormgaatjes drenken met een subli maatoplossing, ze inspuiten met benzine, petroleum of andere scherpe vochten, ofwel ze bestrijken met creosootolie, chloorzink, enz.; dat alles staat op het afweerprogram- ma. De wormgaatjes dichtstopper. met kwik zalf is ook een afdoend middel als het kwaad nog niet ver gevorderd is. Al deze middeltjes vragen een vrij groote dosis handigheid, omdat de gaatjes zoo fijn en diep zijn. Een dosis geduld kan men er ook goed aan te pas brengen, want met uiterste zorgvuldigheid dient men het ge- heele aangetaste meubelstuk na te speuren op zaak naar teekenen van den verscholen vijand. Tenslotte, na al die preparatieven, is het dan nog afwachten, of men er resul taten op zal boeken, want men weet wel wat men doet, doch miet wat het uitwerkt Staat de zaak er dus min of meer hope loos met de houtwormbestrijding voor? Dat hangt er van af, of het meubel de beste ding van extra moeite en kosten waard is. Hebben antiquairs een kostbaar stuk, dan plaatsen zij het in een stalen kamer, waar uit eerst de lucht wordt weggepompt, zoodai het ongedierte al een zeer kwade kans heeft, het er levend af te brengen, terwijl vervolgens, om „de deur dicht" te doen, in dit luchtledige blauwzuurgas ontwikkeld wordt. Men kan er van verzekerd zijn, dat dan die kleine, stille vijanden morsdood zijn. Wat de kosten van zulk een behandeling zijn of waar deze zou kunnen worden toegepast, haasten wij ons te verklaren om teleurstelling bij mogelijke vragers bij voorbaat af te snijden dat nadere inlich ting daaromtrent door ons moeilijk kan wor den verschaft. Gehaakte babyschoentjes Voor deze babyschoentjes heeft men noo- dig: 2 streng witte, 1 streng rose, een paar draadjes zacht-groene wol en een draad gele koord D.M.C. Zooltje: 8 lossen haken. 2e toer: 20 vasten rondom, in de eerste en laatste losse haakt men 3 vasten. 3e toer: 24 v.; 4e toer: 28 v.; 5e toer: 32 v.; Ge toer: 36 v.; 7e toer: 40 v. Het bijmaken der vasten geschiedt niet precies in het midden, maar 1, later 2 vas ten er naast aan beide zijden. Men zorge, dat het zooltje goed plat en mooi ovaal Het hakgedeelte wordt op het zooltje ge werkt. Hoewel telkens in de voorste lussen wordt gehaakt, moet men bij de eerste toer van het hakgedeelte de voorsten laten lig gen om een zuivere scheiding te krijgen. Laat 14 vasten vrij voor het voorschoen- Ie toer: 26 v., 2e toer: 24 v., 3e toer: 22 v., 4e toer 20 v., 5e toer 24 v., 6e toer 28 v., 7e toer 32 v., 8e toer 40 v. Dit gedeelte moet in tegenstelling met het zooltje een weinig bol komen te staan. Nu keert men het schoentje om en hecht de twee gedeelten aan elkaar. Het voor schoentje bij het neusje een enkele vaste meer ruimte geven. Bij de ingang 6 vasten vrij laten. Het bandje: 38 lossen; laat 8 vrij om het lusje te vormen en haak op 30 lossen een toer vasten. De knoopjes.' Maakt een rondje van 8 vasten, een gelijke toer daarop, haal de lussen samen met een klein stopnaaldje en hecht het knoopje op het bandje. De roosjes. De naald met de rose wol van onder naar boven steken. De draad tien maal om de naald winden. Met duim en wijsvinger tegenhouden als de naald doorgetrokken wordt, de naald weer naar binnen steken en u hebt één van de vier De groene blaadjes zijn eenvoudig lusjes aan de punt vastgehouden door een steekje. Werk een knoopje van de gele zijde als hartje in de roosjes. Moederliefde onder de Pygmeeën In het groote, donkere Afrika, dat zelfs in onzen tijd nog zoovele geheimen verbergt, heeft men ze voor het eerst aangetroffen, de volken der dwergen of pygmeeën, die zoowel aan de fantasie als aan de weten schap der menschen zooveel te doen geven. Hoe is het verschijnsel te verklaren, dat, terwijl elders ter wereld een dwergje een uitzondering, een abnormaliteit is, in Cen traal Afrika heele stammen menschen be staan, die onder de maat blijven, daar zij zelden grooter dan 1.50 M. worden? De Afrikaansche pygmeeën later heert men er ook aangetroffen in Voor-Indië hebben een gele of bruine huidkleur, wollig hoofdhaar en niet, zooals de Negers, abnor maal dikke lippen. Hun kleeding bestaat in den regel uit geklopt boomschors; hun wapens zijn kleine bogen en giftige pijlen, die zij met handigheid weten af te schieten; hun woningen zijn half bolvormige hutten, die ongeveer 1.30 RL hoog zijn. Onder dit soort dwergmenschen van Het Iturigebied in het Congoland hebben de Johnsons, een echtpaar, dat aan ontdek kingsreizen per vliegtuig doet, herhaaldelijk een korten tijd gewoond, om er studie van hun levenswijze en gewoonten te maken en er fotografisch materiaal te verzamelen. In het boek „Bavianenland" vertellen zij ervan, en vooral de ervaringen, die zij op deden met een troep dwergen als luchtpas- sagiers zijn belangrijk om te lezen. Er blijkt weer eens overduidelijk uit, dat mensche- Iijke eigenschappen als moederliefde niet tot bepaalde hemelstreken of tot een be paalde huidkleur begrensd zijn. „Er was onder het troepje, zoo verhaalt Johnson, een stamhoofd en zijn vrouw, die we tien jaar geleden ook hadden leeren kennen. Zij zelf weigerden pertinent, in de cabine gezet te worden. Maar ze hadden twee dochters van ongeveer veertien jaar of vijftien jaar, die Osa en ik ons nog als kleine peuters herinnerden. Deze meisjes waren werkelijk zeer intelligent en zeker ook naar hun uiterlijk de knapsten van- het heele troepje. Ik besloot, dat zij in ieder geval mee moesten gaan en beiden bleken er niets op tegen te hebben. Het kostte evenwel nog wat moeite, om de toestemming van hun ouders te krijgen. Eindelijk slaagde ik ech ter ook daarin en tilde de meisjes in het vliegtuig, klom er dan zelf in, sloot het luik, trachtte een beetje orde in het kakelende en lachende troepje te brengen en gaf Vern het teeken, dat hij op kon stijgen. Ilc zal nooit het enthousiasme van- deze Pygmeeën vergeten, toen ze de wereld van de lucht uit in oogenschouw konden ne men. Ze verdrongen elkaar voor de ven sters, klommen bij Osa en mij op schoot, m op een rivier, die ze kenden en schreeuwden elkaar allerlei onverstaanbare opgewonden klanken toe. De eenige moei lijkheid was, dat, wilden we niet onpasse lijk worden door- den voor ons zoo onaan- genamen lichaamsgeur, die hier in de kleine ruimte nog veel sterker tot uiting kwam, dan in de vrije natuur, wij een paar ramen open moesten zetten. We vlogen over het woud, gingen toen in de bocht en vlogen om een heuvel heen, dien ze moesten kennen. En oogenblikkelijk herkenden ze hem dan ook, maar hoe groot hun verbazing, dat we een afstand, waarvoor zij enkele dagen noodig hadden, in zoo korten tijd konden afleggen. We hadden in de achttien maanden, die we nu reeds in Afrika vertoefden, natuur lijk al veel inboorlingen mee de lucht in genomen. Daaronder waren ook verschei dene van onze boys geweest, die toch door hun voortdurenden omgang met de blanken veel van hun wonderen hadden leeren ken nen en ten deele ook begrijpen. Toch had geen van hen blijk gegeven ook maar iets van de beteekenis en de voordeelen van 't vliegtuig te begrijpen, terwijl" deze Pyg meeën dit ten volle schenen te beseffen. We vlogen ongeveer een uur met hen en toen we na de landing telden, hoeveel van deze gelukkige schepseltjes uit ons vlieg tuig sprongen, bleken we zes en dertig pas sagiers aan boord te hebben gehad. Met ons drieën maakte dat negen en dertig, zeker een aardig getal voor een tien-persoons- vliegtuig. En we leerden nu ook nog iets anders omtrent de gevoelens van deze voor ons zoo vreemde menschen. Want nauwelijks stonden onze zes-en-dertig opgewonden gas ten weer op den vasten grond, of ik zag de vrouw van het stamhoofd naar haar beide dochters toesnellen, ze tegen zich aandruk ken en ze kussen, terwijl haar de tranen over de wangen liepen. En ze streelde en beklopte hen, alsof ze zich overtuigen wilde dat ze toch echt teruggekomen waren. Nooit te voren had ik inboorlingen elkaar zien kussen. En nooit ook in mijn twintig jarige ervaring tussehen wilden van ver schillende landen had ik een dergelijke uiting van gevoelens gezien. Jk wist natuur lijk best, dat inboorlingen over het alge meen hun kinderen goed behandelen, maar tot op dat oogen blik had ik geen moment gedacht aan den mogelijken angst, die de achtergeblevenen hadden kunnen hebben voor het troepje, dat met ons de lucht in was gegaan. En niemand kan zich ook maar een voorstelling van de angsten ma ken, die de moeder van deze heide meisjes moet hebben doorstaan, toen deze vreemde vogel met zijn donderendp motoren hoven de bosschen verdween, angsten, die haar. toen ze haar kinderen daar eindelijk weer gezond en wel voor zich zag staan, zonder het te willen deden bewijzen, dat moeder liefde onder de Pygmeeën in het Tturi- Woud niet verschilt van de moederliefde, zooals wij die. kennen. Wasschen van Heerendassen Heerendassen, vooral de zoogenaamde on kreukbare. kunnen vrij gemakkelijk gewas- schen worden, bijvoorbeeld in een koud Luv sopj'e. De voering behoeft men er niet eersi uit te tornen. Wel moet men zorgen de das bij het wasschen zooveel mogelijk in het mo del te houden. Men vouwt hem dubbel, laat hem even weeken in water met azijn, en wascht hem dan in een sopje. Niet wringen, anders gaat het model er uit. Is de das bovenop de knoop erg vuil dan daar even voorzichtig over elkaar wrijven. Vervolgens spoelen, ook in het model na tuurlijk, de das languit in een badhand doek rollen en zooveel mogelijk het vocht eruit persen. Het strijken moet gebeuren met een lauw warm ijzer. Ter voorkoming van het door drukken van de naden kan men een op maat geknipt cartonnetje in de das steken, en dan luchtig strijken. Handige maniertjes Eeji geel geworden kinderdoek krijgt men waarschijnlijk weer wit, door hem in een vet sopje te wasschen en na te spoelen in een oplossing met blauwsel. Ook kan men probeeren om hem te bewerken in 'n oplos sing van waterperoxide. Wrijf vergulde schilderlijsten schoon met een zachte, droge doek. Zijn ze erg vuil, neem dan een doorgesneden ui, - wrijf ze daarmee en verwijder het achtergebleven vocht met een droge, zachte doek. Nr 382: aardige jurk voor meisjes van 6 tot 12 jaar. Als materiaal heeft men ge ruit katoen gekozen, dat afgewerkt is met katoen in een effen kleur. Benoodigd mate riaal: 2 meter van 90 c.M. breedte en 50 c.M effen katoen voor de garneering. Prijs van dit patroontje is 17^> cent, plus 6 ct porto kosten. Nr 383: 3-deelig pakje geschikt voor meis jes van 8 tot 14 jaar. Het besjaat uit een rokje van geruit katoen waarop een blousje van voile met korte pofmouwtjes en inge haald aan de hals. Hierover wordt een jasje gedragen in een effen kleur, afgezet met een kraagje en manchetjes van het geruite ka toen. Benoodigd materiaal: 2 maal de hoog te voor het rokje plus 30 c.M. voor de gar neering van het materiaal, dat 90 c.M. breed is; 1.25 voile van 90 c.M. breedte en voor het jasje 150 c.M. effen materiaal van dezelfde breedte. Pi-ijs van het patroon (de drie deeien samen) 25 cent plus 6 cent porto-kosten. Deze patronen zijn tegen bovenvermelde prijzen te verkrijgen bij de „Afdeeling Knip patronen" van de Uitgeversmaatschappij „De Mijlpaal" Singel 91 te Amsterdam. Toezending zal geschieden na ontvangst van het verschuldigde bedrag, dat kan wor den voldaan in postzegels, per postwissel of per postgiro 41632. Aan de lezeressen wordt vriendelijk ver zocht bij bestelling duidelijk het verlangde nummer en tevens de maten (bovenwijdte, taillewijdte, heupwijdte, lengte enz.) op te geven en de leeftijd van het kind. Men voor komt hiermee onnoodige vertraging in de toezending. Verder vestigen we er de aandacht op, dat we niet alleen knippatronen leveren van door ons afgebeelde modellen maar van Ieder gewenscht model. Toesturing van af beelding of schetsje met vermelding van maten is voldoende. Prijzen van deze patronen naar maat zijn: voor een mantel 60 ct., voor een ja non 50 ct., voor lingerie en kinderkleeding 40 ct., voor een blouse of rok 30 ct. per stuk. GARNALENGEHAKT: 250 gram gepelde gar nalen, 2 flinke sneden brood zonder korst, peper, zout, nootmuskaat, scheutje warme melk, 1 volle eetl. gehakte peterselie, 1 ei, 1 theelepel Maggi's aroma, wat paneer meel en voor het braden 3 afgestr. eetl. boter. Hak of maal de gewasschen garnalen fijn, vermeng ze met het in de warme melk uit gedrukte brood, het zout, de kruiden, het ei en de aroma. Vorm hiervan niet te groote balletjes, ongeveer 6 stuks, wentel ze ron dom in het paneermeel en braad ze op de gewone wijze bruin, ca. een half uur, af en toe ze bedruipen met de boter. AMANDELPUDDING: 1 L. melk, 10 afgestr eetl. aardappelmeel, 3 eieren, 7 afgestr eetl. suiker, 1 theel. vanillesuiker, 10 amandelen. Breng het grootste gedeelte van de melk aan de kook. Roer de eieren schuimig met de suiker en de vanillesuiker, voeg het aard appelmeel en de achtergehouden melk toe en giet het verkregen papje bij de kokende melk, onder zorgvuldig roeren. Laat even doorkoken tot de massa goed gebonden is en giet het in een met koud water omspoel de puddingvorm. Laat de pudding afkoelen en presenteer er een koude of warme saus bij of een vruchtencompote, b.v. een meng sel van gestoofde peren en appelmoes. AUBERGINES: Gestoofde Wasch een K.G. aubergines, droog ze af, ver wijder de huid. Snijd de vruchten in twee centimeter dikke plakken, bestrooi deze met peper en zout, haal ze door de bloem, leg ze naast elkaar in een platte pan met 40 gram gesmolten boter, dek deze dicht en laat de schijven 15 min. zachtjes stoven. Schik ze daarna op een schotel, giet het kookvocht erover en leg er aardappelcro- quetjes omheen. KETCHUP VAN TOMATEN: Kook samen 2 pond rijpe tomaten, 1 fijngesneden uitje, 1 eetl. zout, en 3 eetl. bruine suiker tot een dikke massa. Wrijf alles door een zeef en en voeg hierbij 2 eetl. mosterdpoeder, een eetl. kaneel, een theel. nagelgruis, een theel. peper, 1 geraspte nootmuskaat en 3 kopjes azijn. Breng de massa aan de kook en giet haar zoo heet mogelijk in flesschen, die gekurkt en gelakt worden. TOMATENPURóE: Goed rijpe tomaten, na dat ze geAvasschen en doorgesneden zijn worden met wat kruiden, als voor toma tensoep, en heel weinig Avater goed gaar gekookt. Door een zeef wrijven en de purée weer inkoken tot ze dik genoeg is geworden. Met deze purée vult men goed schoonge-. maakte fleschjes, de schoongemaakte kur ken losjes op de flesschen doen en de fles schen in een pan met water aan de kook brengen; één uur door laten koken. Om springen van de flesch te voorkomen legt men een doek of draadbodem op de bodem van de pan. Na een uur de fleschjes met de kurken goed sluiten en de hals van de flesch in vloeibare flesschenlak doopen, zoodat de purée van de lucht is afgesloten. RAGOUT VAN SCHAPENVLEESCH: 750 gr. schapen- of lamsvleesch in blokjes ge sneden, 40 gr. boter of bijna een heel blokje Delfrite of Delfia, 30 gr. tarwe bloem, wat peper, zou^, 1 uitje, een paar kruidnagels, een snuifje thym, 1 laurier blaadje, 1 worteltje, 1 lepel tomatenpurée. Laat in de bruin gebraden boter of het heete vet de stukjes vleesch rondom bruin kleuren, strooi er de bloem over en roer die even mee tot ze lichtbruin van kleur is. Giet onder voortdurend roeren wat water bij en maak goed het aangekleefde laagje van de bodem los; ga voort met het toe voegen van water tot een dunne, gelijke saus is geA'ormd, die ongeveer het vleesch bedekt. Voeg er nu het zout en de peper bij, de ui, de kruidnagels en de andere kruiden. Laat het gerecht zachtjes 2 uur doorkoken, desnoods met Avater wat aan vullend als de saus te dik Avordt Roer van tijd tot tijd om aanbranden te voorkomen en voeg na een half uur de tomatenpurée er bij. Neem voor het opdoen de kruiden er uit en presenteer het gerecht bij droge rijst. (NEDERLANDSCH FABRIKAATJ^^^"^^ VEREENIGDE GLASFABRIEKEN 1:1 'N PERZISCH TAPIJT P GOED en GOEDKOOP bij E PERZISCHE TAPIJTEN STATIONSWEG 15A ROTTERDAM UW DAGELIJKSCH KOPJE KOFFIE UW DAGELIJKSCH KOPJE THE maar allebei van N.V. Kanis Gnnnink, Importeurs, Kampen „MERCURIUS" HAVERMOUT VLUGKOKEND N.V. KON. PELLERIJ „MERCURIUS" WORM ER VEER. ST00MWASSCHERIJ Tli.BOMBEKE OOSTMAASLAAN 93 Telefoon 32545 ROTTERDAM NIET DUURDER, WEL BETER! Stoom-Wasch- en Strijkinrichting „AURORA" W. SPIERENBURG C.Wzn, UTRECHT KONINGSWEG 56 - Telef. 11165 Postrekening Na 43430 Opgericht 1836 Geheel naar de eischen des tijds ingericht Wascht uitsluitend met nortonwater VRAAGT TARIEVEN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1936 | | pagina 3