Buivenlcmckeli OvetzicliHtf^a Het raadsel van de bel iVul op de kruisjes letters in, zoodat we woorden Van de navolgende beteekenis krijgen: x bel Bekende Bijbclsche naam. x x bel Oproerling, x x x bel Geelwitte kleur. X x x x bel Aanzienlijk, voornaam. x x x x bel Middelmatig. X x x x bel Gelijkenis, x x x bel Dragen de koeien in de Alpen. x x bel Middel tot telegrafie, x x x bel Langgestrekte verhevenheid, x x x x bel Pijnlijk, lastig. X x x x x bel Verschrikkelijk, afschuwelijk. OPLOSSING van het beroepsraadsel uit iiet vorige aummer. a. Opticien b. Parapluiemaker c. Groenteboer DAMRUBR1EK Redacteur: W. HOEKSTRA, Tulpeboomstraat 0, Den Haag. Inzendingen uitsluitend aan dit adres. Voor alle vraagstukken geldt: Wit begint en wint. Oplossingen moeten worden ingezonden uiterlijk 8 dagen na plaatsing. A. den D. In de vorige rubriek was de corres- pondentie wegens plaatsgebrek blijven overstaan. Iloe gemakkelijk het kan gebeuren een bij-oplos sing over het hoofd te zien blijkt wel uit uw schrijven: No. 830 vond u een fraai stukje. Hierin zit echter juist een bij-oplossing. Uw „bij-oplossing" van no. 828 is een schijnoplossing. De eindstand is remise. Overigens neemt men in de problema tiek stilzwijgend aan. dat wit altijd moet winnen, waardoor de laatste zet van zwart altijd fout moet zijn. Want waarom is de laatste zet van zwart alleen maar verklaarbaar als hij direct had kun nen winnen. Dit in verband met uw opmerking over no. 824. Hier was het motief hoofdzaak cn de bewerking kan inderdaad véél beter, zelfs met verplaatsing van eenige schijven. Zonder toestem ming van den auteur A-oel ik mij daartoe echter niet gerechtigd. Met dank voor de belangstelling in deze rubriek. A. v. D. e.a. Van 1—15 Augustus ben ik uitste- dig. Correspondentie buiten deze rubriek om, kan ik dus eerst daarna beantwoorden. Voordeel in de opening 46 47 48 49 50 Zwart: 1—4, 6—13, 15, 16, 18, 22, 25, 28. Wit: 24, 26. 27, 31. 33-36, 38, 39, 41, 43—49. In dezen stand was wits laatste zet 4238 ho pende op 11—17 van zwart Er zou dan gevolgd zijn; 1. (42—38) 11—17?! 2. 24—19 13X24 3. 34—30 25X34 4. 39X19 28X50 5. 19—13 8X19 6. 38-33 50X28 7. 26—21 17X37 8. 41X5 Zwart had echter geen angst voor de dreigende domzet. Er zou immers gevolgd zijn, na de slag, 22X31, 36X27 en 12—17, waarna tenminste gelijk spel voor zwart overblijft In een partij gespeeld door W. Hoekstra, (wit) en P. Kleute werd als volgt geopend. Wit Zwart 1. 31—26 19—23 2. 32—27 14—19 3. 35—30 10—14 4. 40—35 20—25 5. 45—40 5—10 6. 50—45 14—20 7. 30—24 19X30 8. 35X24 20X29 9. 33X24 23—28 10. 37—31 17—22 11. 40-35 9—14 12. 44—40 1 2 3 4 In deze positie mag niet: 12. 11—17? 13. 24—20 15X24 14. 26—21 17X37 15. 41X23 18X38 16. 27X29 ad. lib. 17. 42 X33 en wit wint 2 schijven. Vraagstuk no. 842 Auteur NAP. BROCHU, Lévis (Canada). 1 2 3 4 5 Zwart: 2, 7, 11—14, 16, 21, dam op 33. Wit: 15, 22, 27, 28, 30, 32, 34, 39, 43, 48. Eerste publicatie. Wit Zwart 1. 30—24 33X50 gedw. 2. 28—23 50X17 3. 32—28 17X19 4. 15-10 19X49 5. 10X26 49X21 6. 26X6! wint Vraagstuk no. 843 Auteur: NAP. BROCHU, Lévis. 46 47 48 49 50 Eerste publicatie. Zwart: 4, 12—15, 19, 21, 22, dam op 18. Wit: 25, 32—34, 37, 38, 40, 41, 43, 44, 46. Oplossing: Wit Zwart 1. 34—30 18X45 2. 33—29 45X18 3. 30—24 19X24 4. 25X34 18X49 5. 32—28 22X31 6. 41—37 49X41 7. 46X10 wint. Vraagstuk no. 844 Auteur: B. SPRINGER, Den Haag. 46 47 48 49 50 Zwart: 3, 4, 5, 7, 10, 14, 15. 17, 20, 26. Wit; 23—25, 29, 31, 34, 38, 44, 45, 50. Vraagstuk no. 845 Auteur: L. MAGLIONE, Nice. 46 47 48 4 9 50 Blad-probleem. Zwart: 8—10, 17, 22, 27, 30. Wit: 23, 28, 31, 33, 37, 40, 44. Oplossingen van deze vraagstukken worden niet ingewacht. De hip als huisdier. De kip is een van de oudste huisdieren. Reeds dui- zenden jaren geleden was do kip als zoodanig in Azië beleend. Vandaar is de kip ook naar Europa gekomen. In Amerika is do kip eerst omstreeka 1500 ingevoerd. In Nubië, Abessynië en in andere half beschaafde landen van Afrika komen zoom veel kippen voor, dat men ze gewoon vrij laat rondloopen. De mooiste en meest vreemdsoortige hanen vindt men in Japan, waar men ze Jokoliama noemt Niet-alledaagsche Evangelisatie Ecnigen tijd geleden werd melding ge* maakt van de lof waardige gewoonte van een Chinee- schen biscuitfabri kant, om in zijn biscuitblikjes een tekst bij te pakken. De toen door een Hollander in China gevonden tekst was Joh. 6 35, en in het Javaansch, Ma- leisch, Chinecsch en Engelsch afgedrukt: „Ik ben het brood des levens; die tot Mij komt, zal geens zins hongeren, en die in Mij gelooft zal nimmermeer dorsten." Bij briefwisseling met den bestuurder der Chineesche fa briek bleek het, dat men deze tekst bij alle artikelen in sloot en van God hoopte, dat door dit woord van den Heere Jezus menig een getroffen mocht worden en tot Christus komen. De honderden arbeiders dezer fabriek waren alien overtuigde Evangelische Christenen. Wij drukken hier het ingelegde blaadje af. 350 DONDERDAGAVOND In Spanje wordt thans reeds bijna twee weken strijd gevoerd tusschen de twee volksgroepen, die daar als water en vuur zijn, namelijk de zeer sterk links georiënteerde regeering te Madrid, welke zich door wapenuitdeeling op ruime schaal van de hulp der radicale arbeiders heeft weten te verzekeren, en de groep der ultra-nationalisten, welke het commando van Franco en van 'ie met hem verbonden rechtsche generaals volgt Geen van beide groepen is homogeen. Bij de linkschen treft men socialisten, anarchisten en communisten aan, van wie de laatsten den boventoon gaan voeren, omdat zij zich in den chaos meer en meer in hun element gevoelen, en de meer gematigde partijen overstemmen. Bij de rechtschen kan men onderscheiden monarchisten, fascisten on voor standers van een militaire dictatuur, die zoo hun gezamenlijk front de overhand mocht behouden, ook wel onderling een kamp om de hegemonie zullen moeten beginnen. Voorshands is er echter nog weinig sprake van, dat deze broederstrijd door een nederlaag van een der beide fronten zal worden beslist. Daarvoor houden zij elkander te .veel in evenwicht, mede omdat de krachten op zulk een bijzondere manier verdeeld zijn. In Spaansch-Marokko is generaal Franco onbedingd heer en meester, doch hij wordt in het overbren gen van zijn troepen naar het Spaansche vasteland gedwarsboomd door de Spaansche oorlogsbodems, die regeeringsgetrouw gebleven zijn en hun uiter ste best doen, de Straat van Gibraltar onder hun controle te houden. De regeeringsschepen hebben op hun beurt ook weder met eigenaardige moeilijkheden te kaïnpen. Zij krijgen gebrek aan brandstof en kunnen, mede doordat zij door Franco's vliegtuigen regelmatig met bommen worden bestookt, niet frank en vrij manoeuvreeren. Overigens is hun basis, Malaga, ook niet geheel veilig, daar deze nu eens in recht sche, dan weder in linksche handen is. Wat het Spaansche vasteland betreft, globaal ge sproken kan men zeggen, dat het zuidelijk deel daarvan door rechte wordt gecontroleerd, bene vens die provincies, welke in een wijden boo.g om Madrid heenliggen, tot aan de Pyreneeën toe. San Sebastian en Barcelona, die resp. in het noord westen en het noordoosten de passen naar Frank rijk beheerschen en bovendien Spanje's voornaam ste zeehavens zijn, bevinden zich echter nog steens in de macht der Madrileensche regeering, welke haar uiterste best doet zich- in de hoofdstad te handhaven, terwijl zij tevens bij herhaling reeds aanvallen heeft ondernomen op de aan de Ebro gelegen stad Saragossa, welke een der belangrijk ste steunpunten der rebellen vormt. Zooals gezegd, er is een zeker evenwicht in de machtsverhoudingen. Dit kan tengevolge hebbeu, dat het bloedige conflict uit den treure wordt .verlengd. "<3" In de Europeesche hoofdsteden wordt deze Spaan* sche furie met een zekere bezorgdheid gade ge slagen, want de mogelijkheid dat er zich inter nationale complicaties zullen voordoen ie niet buitengesloten. Gibraltar, Spanje's meest zuidelijk gelegen voorgebergte, eigenlijk is het niet meer dan een rotskop, is sinds eeuwen in Britsch bezit, als sleutelpositie voor de vaart in de Mid- dellandsche Zoe. Spaansche regeeringsbodeins, die een rebellenvlicgtuig achtervolgden, hebben reeds de onvoorzichtigheid gehad, projectielen af te vuren, waarvan de brokstukken binnen de Britsche linies vielen. Te anderer zijde, aan den Afrikaanschen kant der „Straat", ligt de haven- i stad Tanger, die zich in een zone bevindt, welke om haar belangrijkheid eertijds reeds tot inter nationaal gebied is verklaard. Met de neutraliteit van haar positie strookt het niet, dat Spaansche regeeringsschepen in haar haven een toevlucht zoeken en probeeren er te ravitailleeren. Generaal Franco heeft dan ook niet geaarzeld, zijn vlieg tuigen boven het havenbekken te zenden om er bommen uit te strooien. Zoo de beide opponeerende partijen niet besluiten van dit tweetal gevaarlijke punten als gevechts- gebied afstand te doen, zou op den duur hieruit nog wel eens iets onprettigs kunnen ontstaan. Ernstiger lijkt ons echter, dat de Fransche regee ring ertoe neigt, haar roode Madrileensche cohega steun te gaan verleenen. Men spréékt ervan dat zij een aantal Fransche militaire toestellen zou „afkeuren", die alsdan niet meer als oorlogsmate riaal zouden gelden, daar zij immers gedeclasseerd zouden zijn. Welnu, deze vliegtuigen zouden ver volgens voor export naar de volksfrontmannen aan gene zijde der Pyreneeën in aanmerking kun nen komen. Het behoeft niet ontkend te worden, dat dit een ernstige stap zou zijn, omdat het andere Europeesche staten, die in extreem socia lisme en communisme een bedreiging van eigen politieken status zien .ertoe zou kunnen leiden zich eveneens in de Spaansche affaire te mengen, opdat een rechtsche dictatuur zich op het Iberisch schiereiland zou kunnen installeeren. In dit verband mag niet onvermeld blijven het gerucht, dat Italië zich slechts met moeite ervan zou laten weerhouden, aan den Marokkaanschen generaal Franco bijstand voor zijn ♦roepentrans- port te verleenen. Hoewel Mussolini op dit oogen- blik niet ervoor zal gevoelen een nieuwen oorlog te riskeeren, moet hem toch wel aanlokken zijn positie in de westelijke helft der Middellandsche Zee to versterken, om op deze manier te conipen- secren wat hij in het oostelijk bekken door de overeenkomst inzake de Turksche zee-engten aan zekerheid van ruggesteun verloren heeft. Gelijk de Fransche volksfront regeering er voordeel in ziet, haar Spaansche volksfront-gebuur op de been te houden, mede ter handhaving van het eigen, bin- ncnlandsch prestige, zoo is er den Romeinschen dictator veel aan gelegen, in Madrid een bewind geïnstalleerd te weten, d<at hem verwant en ver plicht is door discrete hulpverleening. Engeland zou een en ander echter zeer ongaarne zien Tc zeggen, dat door de Spaansche verwikkelingen een oorlog dreigt, zou te bout gesproken zijn. Het doet ons denken aan een woord, dat de Britsche minister-president Baldwin dezer dagen heeft ge sproken van de treden van Westminster Hall, toen 8000 Canadeesche vrijwilligers uit den Groe ten Oorlog een bezoek aan Londen brachten. „Als Europa en de wereld", zoo verklaarde de „prime minister", geen andere manier kunnen vinden om hun verschillen te regelen dan den oorlog, thans, nu wij nog steeds de lijken vin den cn begraven van hen, die twintig jaar ge^ loden gesneuveld zijn, als zij geen andere ma nier kunnen vinden, dan verdient de wereld ten onder te gaan." Dat is oen bout woord, en de tirade, waarmee hert besluit, namelijk die van een wereldondergang, klinkt alsof de spreker zelf niet goed wist, op welk oratorisch steunpunt hij anders zou moeten aan houden. Een wereld vergaat niet zóó maar, en zeker niet tengevolge van liet al of niet ingrijpen van menschen. Een staatsman, die dergelijke woorden bezigt, geeft daarmede blijk van een zekere innerlijke zwakheid, van een gebrek aan uitzicht en wellicht" tevens van inzicht. Maar dat Groot-Brittannië op dit oogenblik met pessimisme is vervuld ,laat zich begrijpen. Het heeft de laat ste maanden herhaaldelijk in zijn internationale bemoeiingen gefaald. De sancticstrijd, waarin het vijftig mogendheden tegen Italië aanvoerde, is smadelijk verloren; de Britsche positie langs Suez- kanaal en Roode Zee is jammerlijk verzwakt, in dezelfde mate als Italië de zijne wist te conso- lideeren; het Egyptische nationalisme laat zich niet langer inperken doch wenscht het Britsche militaire toezicht langs Suezkanaal en Nijl ein delijk paal en perk-te stellen; tenslotte zijn er de moeilijkheden en zorgen, welke het mandaat over Palestina dag aan dag baart. Tengevolge van dit alles is het aanzien van Baldwin cn zijn irieJe- ministens deerlijk gedaald. Een Zuid-Afrikaanse!» blad heeft den Britschen minister van delensie Ormsby Gore, die als een Jehu naar bewapening drijft, zelfs met groote openhartigheid een „halw9 idioot" genoemd. Ondanks zijn verdrietelijkheden, en die zijn vele, wenscht Groot-Brittannië zich in zijn trors te handhaven. „Brittannia rules the waves". Vandaar dat op de Engelsche scheepswerven niet ailcen oorlogsbodems op stapel worden gezet, zelfs in verbijsterend groot aantal, doch dat tevens het besluit is gevallen, een tweede „Queen Mary" te bouwen. Dezelfde firma aan de rivier de Clyde, die het eerste statieschip bouwde, hetwelk nog steeds vergeefs den blauwen snelheidswimpel na jaagt, zal ook dit tweede zeekasleel uitrusten. Men verwacht, dat de bouw van den romp alleen ree Is ongeveer anderhalf jaar zal duren, zoodat liet nieuwe schip in het voorjaar van 1938 van stapel zal kunnen loopen. Volgens de Britsche bladen zal „Queen Mary II" 2000 ton grooter worden dan haar voorgangster1, en maar eventjes 80.773 Ion meten. Men raamt de kosten op het fabelachtig bedrag van vijf en een half millioen pond, een half milliocn meer dan de „Queen Mary" heeft gekostl De machines van dit nieuwe wonder zullen meer kracht en snelheid moeten ontwikkelen, maar toch zuiniger zijn in brandstofverbruik. Dit alles klinkt als een sprookje, naar wij vreezen een van hetzelfde genre als dat van den prins, die om de maan dwong. Aan het wonderverhaal zit intusschen voorloo- pig al vast één zeer reëele kant. Op de werf alleen zullen 7000 man geruimen tijd werk vinden, ter wijl in de bijkomstige industrieën in totaal wel 250.000 man van dezen monsterbouw zullen mee* profiteeren. Schepen als de „Queen Mary" hebben blijkbaar niet alleen een enorme water-, doch evenzeer een respectabele «jeld-verplaatsing. Trekken zij inder daad welvaart in hun zog? De burgerkrijg in Spanje. Nationalisten in de omgeving van Burgosin up-to-date uitrusting. De uitreiking van wapenen aan rcgeeringsgclrovweiU 347,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1936 | | pagina 13