ALG. KUNSTHANDEL ZEER VERLAAGDE PRIJZEN Afsfandsmarschen De Vierdaagsche DAGERAAD J ZATERDAG 25 JULI 1936 DERDE BLAD PAG. 9 Parcoursschets van 'den als de weg in een minimum van tijd waren opgedroogd. Alleen Jiet gras bleef nat en het was dus voor de loopers uitkijken er bij de rust maar niet zoo in neer te vallen. De talrijke handelaars, die eiken dag langs den weg zijn om de Vierdagenaars eet- en drinkwaren te verkoopen, hadden veelal zeilen meegenomen, waarop dan de groepjes als zwermen vogels neerstreken. Den laatsten dag wilden de meeste groeps leiders eerst een flink stuk van den weg voor de 55ers b.v. 30 K.M. hebben af gelegd vóór gerust werd. De militairen met hun zware bepakking van 35 pond kregen natuurlijk al eerder gelegenheid om eens even uit te blazen. Ze verdienden hun rustjes well Tot het klooster op den weg naar Nerter- asselt toe liepen alle groepen gelijk op; de wg was prachtig, asphalt of tegels naar verkiezing. De dertigers sloegen hier links af en kwa men terecht op het parcours van den eer sten marschdag. De overigen passeerden eerst de mooie brug over de Maas bij Ne- derasselt ze hebben dus Rijn-, Waal- en Maasbrug betreden en liepen samen een stukje op; de veertigers moesten na kor ten tijd afslaan naar Gassel en Beers en troffen een zeer goeden weg door een mooi landschap. Aan het laatste heeft hot de man nen van de 50 en 55 K.M. ook niet ontbro ken, maar de weg liet alles te wenschen overlandwegen met steenslag, zoo venijnig mogelijk voor gevoelige voeten. Rozen op hun pad De 55ers kwamen 'door Haps. 'de plaats waar Rotterdam z'n boomen vandaan krijgt en waar men veel rozenkweekerijen heeft. Juist was men op een der tuinen donker roode rozen aan het enten, waartoe de over tollige takken met bloem en al worden afgesneden. Het was een aardige gedach te van den kweekcr deze aan de vermoeide loopers aan te bieden. En zoo zag men er vele Ciiijk binnen trekken met een welriekende roos in het knoopsgat of een bosje daarvan aan den wandelstok gebonden. Cuijk werd hét centrale verzamelpunt voor allen, behalve de „adspiranten". Om half tien kwam de eerste veertiger er al aan. een oude baas, die het wel een beetje enel had willen doen. Men had nog niet od hem gerekend, want de driifvakken van.de pontonbrug lagpn nog tpr zijde van hPt vaste deel om de scheepvaart zoo lang mogelijk de gelegenheid te gever, door ie varen. De pontonbrug, ditmaal van de varende trein, met een capaciteit van 7% ton, lag er prachtig bij en al het verkeer, dat van den Brabantschen wal kwam werd er over heen gelaten. Om den veerbaas echter geen concur rentie aan te doen liet men de/en toe 'er hoogte van de eerepoort, die de ponton niers van al hun attributen hadden ver vaardigd, zijn hand op te houden. Hij had een extra goede dag, wani iedereen die geen startnummer kon toonen moest „over de brug" komen, wilde hij tenminste over de brug komen. En dat waren er veel, want een menigte was weer uitgetrokken om de loopers op de marschdag, 24 Juli 1936. laatste groote rustplaats gade te slaan, In Cuijk Druk en gezellig was het op liet veir- plein, waar het oude huis met de horst- beelden der Oranjes graven van Cuijk zoo vriendelijk over heen kijkt en waar de onvermoeibare marinemuzikanten nu weer hun koper deden schallen en üe klarinetten deden triomfeeren. Toen het. pitt5ge ..Wij loopen de Vierdaagsche mee" weerklonk, kwamen juist de eerste flinke groepen da mes doorzetten en het applaus vermengde zich met de klanken van het Vierdaagsche- lied. Trouwens, de Cuijkenaars waren gul met applaus en er was 'n pracht van een jongenstribune, die niet moede werd allen toe te juichen. Al spoedig kwam hier ook een heel ga zelschap autoriteiten aan. We zagen er Schout bij Nacht Kruys, Chef van de Marine. Veel sterren dus, veel gouden banden en ztelfs een enkel uitheemsch uniform. De onvermoeibare leider van de marschen, kap. adj. Breunese, was er al vroeg en ook zijn echtgenoote, die tro's bet vierdaag- schekruis met het cijfer 3 op le hoed droeg., kwam l&ter óók en begroette vele loopsters én loopers als oude bekenden. Ze wist uit ervaring wat zoo'n Vierdaagsche vraagt en was dus gul met haar waardeering. In steeds drukker tempo kwamen de groepen en de troepen Cuijk binnen en geen enkele passeerde er zonder een hoe- ra'tje voor de pontonniers, die nog nooit zooveel waardeering voor hun werk hebben gehad. Van de pontonniers deed ook een detache ment aan de marschen mee en het spreekt vanzelf, dat de jongens in de bootjes daar naar uitkeken, evenals overste Vaillant, die z'n mannen hartelijk complimenteerde toen hij hoorde, dat ze geen enkelen uitvaller hadden. De groote transportschepen van de Pon tonniers lagen aan den Cuijksciien wal en de kok had gezorgd, dat er een lekker kost je voor ze klaar stond, zoodat heel de om geving naar dc gebakken biefstuk rook. Vief bleven de loopers maar doorkomen óver de brug; een enkele maar, die licht Dir.: J. A. VAN EIJK Zeevischmarkt 5 R'dam. Tel. 15756 VAN SCHILDERIJEN, Kleuretsen, enz., van. BEKENDE MEESTERS (Adv.) DUIZENDEN VROUWEN die anders opzien tegen de 4 critieke dagen, vreezen ze niet meer, dank zij een plantaardig middel, tvü uitwendig aan te wenden, HELPT ONMIDDELLIJK I I I I Origineels flac. 75 c. Proefflac. 15 a Bij Apotheken en Drogisterijen Import: H. TEN HERKEL, Hilversum, die U op verzoek gratis en franco brochure over COS toezendt. Laat Uw reis niet bederven neemt COS mee Be kweekerijen te Haps boden den deelnemer4 rozen aan. Een jongeman heeft er zijn wandelstok mee getooid. De laatste loodjes najmen nog even de houding aan, presen teerden het geweer en bleven soldaat, tot dat eindelijk het verlossende „hoofd der co lonne rechts" was gecommandeerd en ze buiten de touwen draaiden. Het was een prachtig moment toen de geheele marine, met de kapel voorop, gezamenlijk kwam aanmarcheeren, de adelborsten voorop, daarna de mari niers, daarna de matrozen en keurig in het gelid het geweer presenteerden toen de commandant aan zijn allerhoogsten chef mededeelde: „Schout-bij-Nacht, de Marine is zonder uitvallers!" Toen kla terde van alle kanten het applaus op, want er stond een gezelschap van een paar honderd marinemannen, die stuk voor stuk tot het einde hadden door gezet. Kolonel Dorren van de Mariniers kreeg nadat de Schout-bij-Nacht de troepen had geïnspecteerd, gelegenheid zijn beroemde corps nog even afzonderlijk geluk te wen- schentoen was ook dit plechtig moment weer voorbij. De gulle lach versoheen, toen de vete ranen, twintig man met een eigen vlag, allen loopers van boven de 60, onder een daverend „Voorwaarts... marschl" vooi autoriteiten defileerden. En zoo ging het maar door tot ten slotte de laatste man binnen wasde laatste: dat was de 3628e. Twee loopers zijn nog in het gezicht van de haven gestrand, wat voor hen wel heel jammer was. De 26ste Vierdaagsche, goed georgani seerd als steeds, beter geslaagd dan ooit te voren, behoorde weer tot het verleden. Op de 27ste zullen nog weer meer deel nemers zijn, want al die nieuw-gedecoreer- den zijn bacillen-dragers van een zeer ge zonde ziekte, die de Vierdaagsche-koorts heet Dat is het werk van de N.B.V.L.O., die ge zorgd heeft, dat Nederland, als het om wer kelijke lichamelijke opvoeding gaat, een prestatie levert, welke geen enkel ander land ons nadoet! De prijswinnaars burgh, Rotterdi W. de Haas, Den Haag. G. Male. Den Haag; J. Vos, Am- R'dam; Dletsche Kameraden, R'dam- Sportver. R.V.S., Rotterdam: Sportver. R'dam: Haagsche Wandelsportver. „De Vierdaagsche". Den Haag; Haagsche Damesgroep. Den Haag- Nat. Jongeren Verbond, afd. Den Haag- Wan delsportver. De Prlncevlag. Den Haag; Sport ver. „Landsdrukkerij". Den Haag; Haagsch*» Wandelver. „De Dwaalster". Den Haag: Laa: Uw body royaal ontwikkelen. Utrecht: Utrecht- sche Postale Wandelsportver.. Utrecht: AthLen. Wandelsportver. Hellas. Gorinchem; Oranje-Wit Dordrecht; Jan Pastoors. Haarlem; De Wandel toerist, Haarlem; Hoornsche Wandelsp. vereen S.O.S., Hoorn; De Apeldoornsche Vierdaagsche. Apeldoorn; P.B.N.A., Arnhem; Wandelsp. ver. P.T.T., Tilburg; Ontwlkkel.cursussen. Schiedam; Wandelsp. Ver. Vlaardingen; Wandelsp. Ver. Dc Blauwvingers, Zwolle: De Eindhovcnsche Vier daagsche, Eindhoven; Gymnasium Erasmlanum. Rotterdam: R.T.S., Nijmegen; Wandelclub Nij megen; Wandelclub Robinson, Nijmegen; Wan-, delver. Nijm. Radio club, Nijmegen; Unilever sportver. (damesgroep)Ontwikkelingscursus sen Schiedam. Kethel; Dames Wandelclub V.O-S Nijmegen; Nat. Jongeren Verb., afd Rotterdamj Rijks veld wacht. Delft; Vrijw. Burgerwacht, Am sterdam; Idem Rotterdam; Idem Den Haag; id., Haarlem; Idem Helmond; idem Heerlen; idem Nijmegen; Transportcolonne Ned. Roode Kruis, afd. R'dam; Pro Patria, Leiden; Politie, Am sterdam; idem Den Haag: idem Rotterdam: id. Utrecht (Utr. polltle-sportclub)idem Arnhem (Politle-sportver. Arnhem); idem Tilburg (Tilb, pol.-sportver.)Idem Maastricht (Maastr. pol, sportver.); idem Breda (Bredaascho pol.-sport ver.); Reg. Grenadiers; Reg. Jagers; le rcg. Inf.; idem resp. 2e. 3e, 4e, 5c. 6e, 7e reg. inr. (karabijndragers); 7e reg. inf. (geweerdragers) 8e reg. inf.; 9e reg. Inf.; 10e reg. inf. (detach, 1) 10 reg. inf. (detach. 2); lie reg. inf. (tir. comp.), lie reg. inf. (spec.): 12e, 13e, lie, 15e, i£e' i7e re=- lnf- (Seweeerdragers); ISe. 19e„ -Oe, 21e, 2e reg. Inf. (karabijndragers), 22ei reg. inf. (geweerdragers), le en 2c com. gei neesk. troepen; reg. genietroepen (det. a.), regj genietroepen (det a.); Kon. militaire Acade mie; 3e School res. off. inf.. Kampen; School res. off. Inf. Breda: sohool voor dip. onderoff, adm., Bjjz. vrijw. landstorm afd. Arnhem; Bijz, J afd. Breda: Bijz. vrjjw. land- storm, afd. Nijmegen; Bijz. luchtdoel art.; Korps pontonniers en torpedis- ten; 2e half reg. huzaren; 3e half reg. huza ren; 4e half reg. huzaren; Remonte depot; ld reg. veldart; 2e reg. veldart.; 7e reg. veldart; 8e reg. Veldart; treinafd. afd 4 artill birg.j luchtvaart afd.; reg. wielrijders; korps motor- dienst; 2e dlv. kon. marechaussé,: kon. maré- chaussée; korps adelborsten v/h. kon. Inst der v/h korps mariniers Rotterdi N ij m e g e n, Vrijdagavond. (Van een specialen verslaggever) „Ziezoo we zijn er!" Aldus kon ik vanmorgen de stemming der deelnemers nog even per telefoon uit Cuijk doorgeven. Een paar meisjes uit Deventer, die er niet over uit konden, zoo heerlijk ze hun eerste Vierdaagsche hadden gevonden, jubelden eveneens dat het er nu toch „op" zat... maar toen ze over dc door de Dordtsche ponton niers gelegde brug hen waren en het vandaag wel berucht geworden stukje weg tusschen Cuijk en Mook moesten doorworstelen, zullen ze wel tot de con clusie zijn gekomen, dat men nooit „hei" moet roepen voor men z'n doel heeft bereikt Tot geruststelling der lezers mag ik echter vertellen, dat ook de De venter meisjes in den middag luid be- applaudisseerd en beladen onder de bloe men het kazerneplein zijn binnenge komen. Voor 't eerst een regentje Toen de poort vanmorgen om vijf uur [voor het eerst open ging zag het er naar uit, dat het den laa'isten dag voor de variatie nog eens flink zou gaan regenen. Inderdaad is er in de vroegte een enkel buitje gevallen, maar dit had toch zoo wei nig te beteekenen, dat zoowel de deelnemers Be oudste 'deelnemer, 'de 18-jarige 7. de Held uit Beemster. die de 160 KM. aflegde en monter binnenkomt, wordt met bloemen verwelkomd. hinkend toch met den moed der volharding zijn weg vervolgde. Het gaat bijna niet aan voorheelden te noemen van kranig marcheerende afdeelin- gen. Ze deden het alle zoo goed, ieder op zijn wijze. Daar had je de Haagsche politie, die steeds vóóraan liep bij de vijftigers, dank zij de passen van 1.10 m. en dan het kra nige corps wielrijders; de drie dame3 van D.I.O. uit Dordt, die als goede turnsters het „vaardig en sterk" demonstreerden... maar nu zou ik bijna toch met een opsomming beginnen en het is immers onmogelijk? Ik schreef het al: bij Cuijk was alles nog zoo vol moed, zoo echt al in de ovenvinnings-sfeer. Maar toen kwam het! Een onmogelijke weg zonder eenige beschutting en nu juist in het middag uur een fel brandende zon. Nu moest het devies „Willen is Kun nen" tot het uiterste worden toegepast. De tanden op elkaar in de weten schap, dat elke stap toch verder bracht naar Nijmegen. Een algemeene zucht van verlichting toen eindelijk de hoofdweg van Mook naar Nij megen weer was bereikt, waar schaduw was en een glad wegdek. Nog waren er 10 K.M. te loopen, maar vooral voor de niet bepakte groepen werd nu elke 100 M. dank baar opgeteekend. Voor de soldaten begon de last echter wel heel zwaar te drukken. Gelukkig was er al spoedig, van Malden af tot de kazerne toe, het publiek, dat niet op hield de jongens aan te moedigen. En daar kwam in de verte de Grenadierskapel al aan en de marinestafmuziekdaar had je de Groenewoudscheweg en eindelijk: de toren van de kazerne. Nijmegen loopt uit Nijmegen was vanmiddag finaal uitgeloo- pen en duizenden waren met auto's, treinen en autobussen naar de Keizer Kareistad ge- trokken om de thuiskomende Vierdaagsche loopers toe te jubelen en te bekransen. Populaire figuren als ritmeester v. 'd. Goes en papa Van Santen met z'n lange baard gingen schuil onder de bloemen, een aardig Indo-Europeesch meisje dreigde on der de last te bez.wijken. Kransen en fruitmandentot flesschen Champagne toe werden aangedragen, om maar duidelijk te maken, hoezeer men de loopers hun overwinning gunde en respect had voor hun prestatie. Op het binnenplein van de kazerne was het al spoedig mudvol: er was muziek, er was vroolijkheid, er was dankbaarheid en overwinningsjubel. De meesten kwamen ondanks het zware parcours or> den laatsten dag toch nog kwiek de bocht omdraaien, zooals de vete ranen, die extra hun best deden en de poli tiemannen uit de groote steden, die door hnn hoofdcommissaris werden ontvangen De militairen verdienden wel een extra applausje. Soms werd hun ovei^vinning op 't randje hevochten, zooals van dat detachement, waarvan een van de jongens nocr net 20 M. vóór de poort op een stoepje moest eraan zitten, maar toen de tanden nog eens extra op elkaar klemde, om te zorgen, dat zijn regiment zonder uitvallers zou binnenko men en den corpsprijs zou behalen. De prijsuitreiking Vlug werd bij het afmeldingshureau de contrólekaart voor het laatst afgeteekend wat deed de administratie en de controle het al die dagen uitmuntend! en toen ging het naar het Mólenveld. waar de twee tenten gereed stonden voor de burgers en de militairen en waar resp. jhr Von'Weiler en Schout-bij-Nacht Kruys de prijzen uit reikten. Daar kwamen dan soms tranen van geluk bij te pas wanneer men „het" zakje met het zoo vurig begeerde vergulde kruis te pakken had. Natuurlijk niet bij de militairen. Die Laatste loodjes wogen extra zwaar Vreugde in Cuyk maar oh, dat weggetje naar Mook! Sehout hij Nacht Kruys inspecteert de marinetroepen 3628 deelnemers kregen het kruis of een hooger cijfer Feuilleton door H. KINGMANS (63 „Zuiver geluk". Je kwam in Friesche handen terecht. Je had even goed onder de Schotten kunnen komen, maar die liggen een eind naar achteren. Zoo, is mijn jongen al zoo 'n flinke, onverschrokken kerel?" Hij vroeg het met begrijpelijken vadertrots. „Al een heele kerel, Munco. Maar er valt niets te verdienen. De tijden zijn slecht. Ik weet eigenlijk niet, waar Groningen van leeft. In maanden is er geen handel en vertier." „We willen hopen, dat nu spoedig het leed is geleden, Aart. Er is hier alle moed, om Groningen te veroveren. Waarfnele een einde komt aan den krijg in het Noorden. Is de stad in staat van tegenweer?" Er wordt op een beleg maan maanden gerekend. In de hoop Hat er ontzet zal komen opdagen. Maar dat verwacht ik niet." „Het komt ook niet. Op Brussel behoeft men niet te rekenen. Mogelijk, dat Verdugo nog een poging waagt, maar ook dat geloof ik niet. In ieder geval wordt er hier rekening mede gehouden." „Hoe zoo?" „Wij blijven aan de Zuidzijde van Groningen, want ontzet kan alleen uit het Zuiden komen. Noord, Oost en West wordt de omgeving van do stad onder water gezet. Het kamp wordt voorzien van een dubbele verschansing, ook aan de Zuid zijde. Men kan nooit weten, of Verdugo het in zijn hoofd krijgt, naar het Noorden op te rukken. Kun je mij niet aan wat ge gevens helpen over den toestand in Groningen?" ,^Jfi kunt er zooveel krijgen', als je wilt. 'k Heb ze uit Öe eerste hand." „Stadsschrijver Julsing?" vroeg Munco fluisterend. Aart knikte. Dan stond de hopman plotseling op. „Ga mee", zei hij. „Ik breng je bij den Graaf. Deel hem alles mede, wat je weet. Het kan van belang zijn." „Het is nacht", weifelde Aart Sebensz. Munco wees naar achter. „Zie je die groote tent, waarin liclrt schijnt? Het verblijf van Prins Maurits. En daar vlakbij, rechts? Ook licht. Graaf Willem Lodewijk. Beiden zijn nog present. Wij, krijgslieden, kunnea met weinig slaap volstaan. In geen. twee weken ben ik uit de kleeren geweest. Kom mede." Het tweetal ontmoette weldra Everhardus van Reyd, 'den geheimschrijver van den Graaf van Nassau, die Munco onmid dellijk aandiende, zoodat Aart, een oogenblik later stond tegen over den vorst met de hooge schouders en het groote hoofd, waarin echter een paar trouwhartig kijkende oogen. Met eenige woorden, juist genoeg, legde Munco uit. „Kranig werk", prees Willem Lodewijk van Nrssau, die sprak met een sterk Duitsch accent. „We hegeven ons naar Prins Maurits." Hij hinkte de tent uit, gevolgd door zijn hopman en 'Aart, die wat in zijn nopjes was, dat hij in eenen kennis maakte met beide beroemde veldheeren. Al spoedig maakte hij voor zichzelf een vergelijking en vond den Graaf sympathieker dan den Prins, die zeldzaam kortaf was en lang niet zoo vriendelijk als Willem Lodewijk. De Prins ontrolde, toen hij wist, wat het late bezoek beteeken- de, een kaart, waarop in ruwe lijnen een vierhoek was ge- teekend, die de vesting Groningen voorstelde. „Wijs ik de plaatsen goed aan?" vroeg Maurits. Hij somde op de namen der poorten, der ravelijnen en schansen. Aart verbaasde zich met groote verbazing: die maa 5vist alles; bij had niets.te .vertellen! „Is er geschut in de stad?" „De stad is ruim voorzien van kartouwen, halve kartouwen, slangen, drielingen, valkonetten, enz., Excellentie", antwoordde Aart. „Hm. Wij hebben ook geschut. Kan het ongehinderd langs het Reitdiep worden vervoerd?" „De schans bij Aduarder zijl is een beletsel. Er liggen een dikke honderd Spanjaarden." „Klopt", zeide Maurits tot Willem Lodewijk. „Die schans moet zoo spoedig mogelijk genomen." „Heeft de kruitmolen dit jaar veel gewerkt?" „Het geheel jaar, Excellentie." „Dus er is voldoende voorraad kruit?" „Men berekent 92000 pond, Excellentie." „Kimt ge ook zeggen", vroeg nu Graaf Willem Lodewijk, „boa het staat met de levende strijdkrachten? Hoo sterk zijn d9 burgervendels?'' „Ongeveer drie duizend man", antwoordde Aart. „Hm." Prins Maurits weer: „Zijn er Spaansche troepen In de stad?" „In de stad, niet Excellentie. Wel in de voorstad Schuuten- deep. Een negenhonderd man.'* „Kan niet Hoogstens vierhonderd", zei Maurits droog. Munro begreep hem niet. De Prins kon beter weten en wist het ook beter. „Er waren er een vierhonderd, Excellentie. Van Ivocvorden zijn er een vijfhonderd gekomen." „Dat klopt Van Liauckema is hun bevelhebber. Wordt hij bevelhebber der stad?" „Vermoedelijk wel, Excellentie. Maar het is niet de bedoeling, dat alle Spanjaarden op de wallen verschijnen. Dagelijks zullen er een paar honderd in de stad worden toegelaten, om de burgervendelen te helpen." ,3ehoort ge tot één der vendelen?'* Aart Sebensz. knikte. „Dus ge gaat tegen ons vechten?" Verlegenheid teekende zich af op het open gelaat van dea blonden Fries. „Ik moet wel. Excellentie", stamelde hij. „Mijn eed ..Al goed. Maar als de burgers tegen ons wenschen te vechten, zullen wij hen niet sparen. Zijn de burgervendelen betrouw- baar? Ik bedoel: alle Spaanschgezind?" Aart Sebensz. lachte even. „Ik durf er geen ja op zeggen, Excellentie." „Hm. Dat is een gek geval voor de Vroedschap." „In de Vroedschap is zeker nog geen verandering gekomen? Burgemeesters Lewe, Jarges, Ulger en Eelts? Alle Roomsch?" Aart knikt®. „Maar niet bepaald Spaanschgezind, wel? Uitgezonderd Jarges. En de raadsleden en de gezworen gemeente? Alle Roomseh zeker? Geen vrienden van ons?" „Zij openbaren zich niet, Uw Genade, maar ik geloof, dat er wel vrienden van de Gereformeerden onder zijn." „Kort en goed", viel Maurits in, „is de meerderheid der burgerij Spaanschgezind?" „Geen sprake van, Excellentie. Wel Roomsch, maar niet Spaanschgezind. „Wat een krankzinnigheid dan, om de stad te verdedigen. Wij komen niet als vijanden." Aart Sebensz. gaf geen antwoord. Als het aan hem lag, werd morgen aan den dag het verdrag van overgave geteekend. „Weet ge ook iets af van onderhandelingen met den Hertog van Brunswijk?" vroeg Graaf Willem Lodewijk plotseling. Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1936 | | pagina 9