ERASMUS VAN ROTTERDAM
DUIZENDEN
VROUWEN
Woningbur, MOOI TUINDORP
Woningbureau VISSER Co,
DAGER A A D
ZATERDAG 11 JULI 1936
DERDE ELAD PAG. 9
Tweede dag van het Herdenkingscongres
rs;
Op den tweeden dag van het herdenkings
congres ter eere van „Erasmus van Rotter
dam", Rotterdams meest hefaamden zoon,
trad als voorzitter op prof. J. Huizinga
van Leiden die met enkele welgekozen woor
den als eerste spreker inleidde Prof. Dr.
[Walter Koehler, van Heidelberg. Ook deze
bijeenkomst vond wederom plaats in de
aula van de Ned. Hundcls-Hoogeschool te
Rotterdam,
Erasmus als religieuze persoonlijkheid
Prof. Koehler schetste, hoe het oordeel
pver Erasmus' godsdienstige gevoelens
eigenlijk altijd in hoofdzaak ongunstig is
geweest. Men kon van den kant van Katho
lieken en van Protestanten geen eenheid
en zuiverheid in zijn godsdienst vinden,
.omdat hij telkens weer bleek een eigen po
sitie tusschcn die beiden in te willen ne
men. Reeds onder zijn tijdgenooten en nog
tot in onzen tijd wekt deze houding meest
al slechts wantrouwen en ergernis. Zoo
echter ziet men Erasmus alleen negatief.
Spr. tracht Erasmus' levensbeschouwing
positief te benaderen.
De naam van dit geloof is de „philosophic
IVan Christus". In deze levenshouding vormt
Jiet aesthetische een belangrijke zijde:
schoonheid van vorm, fijnheid van geest,
zuiverheid van uitdrukking, kortom stijl en
harmonie niet alleen in de taal, maar ook
in de levenswijze. Zoo heeft Erasmus ziin
opvatting der philosophie van Christus reeds
herhaaldelijk gegrondvest op het mcnsr.he-
lijke, de humanitas. De leer van Christus
ziet hij vooral in den geest van de Berg
rede; eenvoud en zuiverheid zijn haar eer
ste geboden. Erasmus' ideaal is een Chris
tendom, dat door wetenschap gelouterd is
om tot den zuiveren oorsprong van vol
maakte menschclijkheid terug te keeren.
De geest zoekt de zuivere wijsheid te
brengen aan ieder mensch naar zijn ver
stand en zijn ontwikkeling. Zoo predikte
Christus Zelf voor arme visschers. Tole
rantie en het toelaten van eenig verschil is
dan ook in den geest van Christus. Niet
met geweld, maar met geleidelijke verhoo
ging van kennis cn beschaving kan men
het menschdom opvoeren tot de zuiverheid
ivan Christus. Erasmus is niet alleen de
prediker van deze leer, hij zeLf leeft daar
naar; zijn philosophie van Christus ein
digt in het mystieke gevoel van de zuiver
ste eenvoudigheids
Prof. Dr. A. Renaudet, van Bordeaux,
voerde het woord over „La critique éras-
tmienne et l'humanisme francais". De geest
,van Erasmus, zoo verklaarde spr., heeft in
.verschillende opzichten den Franschen geest
van de 16e eeuw helpen vormen. Zoo min
Luther als Calvijn hadden hun werk kun
nen doen als Erasmus niet den grondslag
had gelegd tot de moderne tekstverklaring.
Zonder Erasmus' voorlichting ovèr zielkun
de en moraal van de klassieken zou Cal
vijn als een scholastiek hebben geschreven.
Budaeus zou wellicht evengoed Grieksch
hebben gekend, maar minder ibegrip hebben
gehad van den Griekschen en Hellenisti-
sehen geest. Rabelais had aan zijn vroolijke
histories heel wat minder diepe gedachten
kunnen toevoegen. En het werk van Mon
taigne vindt men reeds in kiem aanwezig
bij Erasmus.
De schuld dien de Fransche humanisten
èan Erasmus hebben is groot. Hij leerde
hun de beschaving van klassieken en mo
dernen, de verhouding van den mensch tot
de maatschappij, den staat en zijn plichten,
de kerk en haar ideaal. Hij leerde him de
noodzaak om de theologie tot het Evan
gelie terug te voeren en de kerk tot haar
oorspronkelijken eenvoud. Erasmus' werk
■was voor hen een encyclopaedie van litte
ratuur, moraal, politiek en godsdienst, ge
baseerd op klassieken, maar evenzeer op
het Nieuwe Testament en de kerkvaders.
Maar toen de hervormingsgezindheid onder
de Fransche humanisten algemeen werd,
wendden velen zich van den persoon van
Erasmus af. Toen Erasmus stierf was voor
zijn persoon de tijd voorbij. Maar noch zijn
humanisme, noch zijn kritiek, noch zelfs
zijn evangelisch en rationeel Christendom
konden vergaan.
Na beëindiging van 'de ochtendbijeen
komst vereenigden de congresleden zioh aan
een koffiemaaltijd in het gebouw der Neder
landsche Handels-Hoogeschool,
door het Handels-Hoogeschoolfonds.
De middagvergadering werd gehouden in
<le gehoorzaal van het Museum Boymans,
onder presidium van den Minister van On
derwijs, Prof. Dr. J. R. Slotemaker de
Bruine, die deze bijeenkomst met een
inleidend woord opende, waarna het woord
verleend werd aan mevr. Allen, de wedu
we van Prof. P. B. Allen, den Oxfordschen
geleerde, die de groote uitgave van Eras
mus' brieven bezorgde, welke door mevr
Erasmus on peace.
Spr. liet Erasmus zelf aan het woord om
op dezen dag zijn bekende vurige plei
dooien voor den vrede te herhalen. Eras
mus droeg zijn. uilleggingen over de vier
Evangeliën op aan de vier machtigste vor
sten van Europa: Karei V, Ferdinand van
oostenrijk, Hendrik Vill van Engeland en
Frans 1 van Frankrijk. Hij wilde dit als
een keten zien, die deze vors.en in Chris
telijker! vrede zou verbinden. In zijn latere
jaren beleelde Erasmus strijd cn oneenjg-
beid in alle landen en de groote verdeeld
heid in de kerk. Een laatste poging om al
thans de kerk voor inwendige scheuring te
bewaren deed hij in zijn Liber de sarcienda
ecclesiae concordia (.boek om de eenheid
der kerk tc behouden Verdraagzaamheid
predikt hij in dit werk, zooals hij steeds
had gedaan. Maar de menscben konden zijn
roepstem niet meer verstaan, de oneenig-
heid in de kerk nam toe, godsdienstoorlo
gen volgden. Het ideaal van den vrede dat
Erasmus steeds had hoog gehouden, is ech
ter nooit ondergegaan en velen zijn in den
loop der tijden onder zijn invloed lot dit
ideaal gekomen.
Als laatste spreker trad op Prof. Dr. J
Huizinga met liet onderwerp.
Erasmus' maatstaf der dwaasheid
De ernst waarmee zoovelen thans hun
gedachten richten op Erasmus en zijn
ideaal, aldus spr., komt voort uit een wer
king van reactie. Onze tijd heeft de herin
nering aan zijn figuur noodig, omdat een
groot deel van de wereld thans zoo aller
hevigst anti-erasmiaansch is geworden.
Erasmus zag in de wereld rondom liem een
bedroevend tekort aan datgene, wat de ver-
wezenlij king van zijn ideaal eener Christe
lijke samenleving kon bevorderen. Hij zag
de verkeerdheden der samenleving als ge
breken die geheeld konden worden door
kennis, vroomheid en deugd. Altijd weer
heeft hij die gebreken aangeklaagd, me»
ernstige veripaningen en met bijtenden spot.
Hij zag een wereld mogelijk, waarin zuiver
heid cn eenvoud zouden heerschen, orde,
eendracht en harmonie. Spr. haalt de strek
king aan van het Handboekje van den
Christenstrijder, waar de ernstige Eras
mus zijn gevoelens uiteenzet, om daarna te
komen tot de Lof der Zotheid. Daarin heeft
hij de dwaasheid zelf als middelpunt en
uitgangspunt genomen en laat nu van dat
standpunt alle zaken eens bezien. Alle, din
gen hebben een dubbel en zeer ongelijk aan
gezicht; zoo is niets dwazer dan verwaan
de wijsheid. Als maar de menschen alle
Voor het standbeeld van Erasmus werd
gisteravond door het Rotterdamsch Studen
tencorps een krans gelegd.
wijsheid lieten varen, dan zou er een
eeuwige en gelukkige jeugd kunnen zijn.
Zoo leidt Erasmus de dwaasheid tot een
volstrekt anti-intellectualistische philoso
phie, die meer dan een lachend applaus al
leen verdient. Stultitia geeft een levens-
philosophie. Men mag niet zeggen dat dit
immers slechts een grap is. Erasmus stelt
hier een anti-intcllectualisme, dat één stap
verder gaat dan alle modernen. Het eras-
miaansche vitalisme erkent ook zichzelf als
as en heft met een schouderophalen
zich zelve op. Op dit punt rest nog slechts-
de sprong uit de wereld. Paulus heeft ge
leerd, dat de mensch dwaas moet zijn:
„Wij zijn dwazen om Christus' wil... Maar
liet dwaze der wereld heeft God uitverko
ren". Erasmus is in de figuur van Dwaas
heid een wijle buiten zijn gewone denken
getreden in een sfeer, waar het heldere lo
gische oordeel geen gelding meer had. Het
woord is hier overgegaan van den geesti-
gen humanist met zijn rijke eruditie en
zijn edelen maatschappelijken zin, aan den
invvendigen mensch en deze wees naar een
sfeer, waarin het intellectualisme en zijn
tegendeel zullen zijn opgelost
De Burgemeester sloot na deze voordracht
met een kort woord het congres. Daarop
begaven de deelnemers zich voor een eer
ste bezoek naar de bovenzaal, waar de
Erasmustentoonstelling wordt geopend.
BROEDERSCHAP VAN
CANDIDAAT-NOTARISSEN
Jaarvergadering te Maastricht
De broederschap van candidaat-nota-
rissen heeft te Maastricht haar jaarver
gadering gehouden.
De voorzi'lter, de heer G. Chr. van Sil-
levoldt van Rotterdam, besprak in zijn
openingswoord den invloed van de gevolgen
van de indiening bij de Tweede Kamer van
de Vastelasten-ontwerpen. De onzekerheid
zal. ook nu de onivverpen zijn ingetrokken,
baar nawerking blijven doen gevoelen zoo
lang men omtrent de verdere plannen der
Regeering in liet duister tast. Het zou aan
beveling verdienen als de Regeering een
ondubbelzinnige verklaring kon worden ont
lokt, dat verdere maatregelen op dit gebied
niet zijn te verwachten.
Ernstig waarschuwde spr. tegen het stre
ven van hen, die meenen dat de belastmg-
practijk niet zou behooren tot de nota-
rieele werkzaamheid, doch overgelaten moet
worden aan accountants en belasting-con
sulenten of adviseurs. De Commissie, die
tot taak had het belastingvraagstuk in dit
verband te onderzoeken, is met haar arbeid
gereed gekomen. Op het verslag wil spr. niet
voruitloopen, ook niet op de middelen die
de Commissie aanbeveelt om het gewensch-
te doel te bereiken, wel deelt hij mede. dat
gestreefd zal worden naar de organisatie
van belasting-cursussen.
Hierna kwam aan de orde de behandeling
van de prae-acLviezen over „Openbare vei
ling, veilingcondities", uitgebracht door de
heeren J. B. G. J. M. van I-Ieilenberg Hubar,
candidaat-notaris te Vught en Mr. G. J. H-
Kuyk, notaris en advocaat te Geldermalsen.
In deze prae-adviezen wordt het onderwerp
bezien uitsluitend uit den gezichtshoek van
het recht.
Verscheidene sprekers voerden naar aan
leiding van deze prae-adviezen het woord.
De gemaakte opmerkingen werden door de
pbae-adviseurs beantwoord.
In "de ochtendvergadering werden gekozen
tot leden van het hoofdbestuur de heeren
L. W. A. Duynstee afdeeling Zuid-Holland,
P. Gerritsma afdeeling Gelderland en G. W.
Vaags afdeeling Noord-Holland.
Tot. voorzitter van de broederschap werd
met groote meerderheid van stemmen geko
zen Mr. F. Kleijn, uit 's-Gravenhage.
Aan H. M. de Koningin werd een telegram
van hulde gezonden.
Besloten werd de volgende vergadering te
Arnhem te houden.
In de middagvergadering werd afscheid
genomen van den voorzitter, den heer G
Ch. v. Sillevoldt, die op hatelijke wijze
werd .toegesproken door de heeren Mr. J. C.
de B ru y n-0u boter uit Overveen, F. M.
van Hasse It uit Den Haag en R. R em-
melts uit Den Haag, de beide laatsten
resp. oud-voorzitter en oud-secretaris van de
Broederschap.
Tenslotte werden woorden van afscheid
gesproken tot de heeren Mr. de Bruyn-
Ouboter en H. C W. van Schaik uit Nijme
gen. die beiden uit het hoofdbestuur ver
trekken.
Hierna werd de vergadering gesloten. In
hotel Juliana te Valkenburg vereenigde men
zich 's avonds aan een gemeenschappelijk
Naar zee en strand
Verzorg Uw huid aan zee en strand met
AMILDA-zonnebruincrème, deze bevordert 'n
snelle, mooie huidbruining en beschermt te
vens volkomen tegen vervollen en zonnebrand.
Flacon 90 ct. Tube 60 ct. Doos 50 en 25 ct.
(Adv.)
ZILVEREN AMBTSJUBILEUM
De heer J. Bax van 19111936
burgemeester van Barendrecht
Op 20 Juli a.s. zal 't 25 jaar geleden
zijn, dat de heer J. Bax geïnstalleerd
werd als Burgemeester der gemeente
Barendrecht
Ofschoon 't de wcnsch van den jubi
leerenden Burgemeester is, dat alle
huldebetoon zal achterwege blijven,
zullen velen toch ongetwijfeld dank
baar gedenken wat in deze kwart
eeuw door ingespannen en toegewij-
den arbeid werd tot stand gebracht
gingen (Groene Kruis, Landstorm, Burger
wacht enz.)
De heer Bax kan alzoo terugzien op een
zeer werkzaam leven; inzonderheid heeft de
gemeente Barendrecht rijkelijk geprofiteerd
van zijn nimmer verflauwende werklust
Er zou dus alle reden zijn voor Burgemees
ter en gemeente 001 dit jubileum feestelijk
te vieren.
Toch zal daar niet veel van komen.
Want naar wij vernemen heeft de burge
mees-er den wensch te kennen gegeven, dat
alle feestbetoon zal worden nagelaten. Dat
dit verzoek den heer Bax ernst is blijkt wel
uit het feit, dat hij een achttal dagen (waar-
20 Juli valt) buiten Barendrecht hoopt
door te brengen.
Burgemeester Bax
Barendrecht. Burgemeester J.Bax,
1911—20 Juli—1941.
Zóó vonden wij het vermeld in den Prov.
Almanak voor Zuid-Holland.
Het eerste cijfer geeft aan het jaar van
benoeming; het tweede de datum waarop de
benoeming inging; het laatste het jaar van
aftreding.
Uit deze officieele cijfers blijkt dus met
ambtelijke nauwkeurigheid, dat de heer
Bax op 20 Juli a.s. 25 jaar burgemeester van
Barendrecht zal zijn geweest.
De heer Bax werd 24 Mei 1880 te Zeven
bergen geboren. Na eenigen tijd op de ge-
meentesecretaries van Hooge Zwaluwe en
Rijnsburg werkzaam te zijn geweest, werd
hij met ingang van 6 Maart 1908 benoemd
tot Burgemeester van Willemstad. Daar de
eerste burger van deze gemeente steeds een
liberaal was geweest, trok het zeer de aan
dacht, dat thans hiervoor een anti-revolutio
nair in aanmerking kwam.
Ruim drie jaar later 't was de eerste
burgemeesters-benoeming onder 't kabinet
Heemskerk werd de heer Bax benoemd
tot Burgemeester van Barendrecht.
In de gepasseerde 25 jaar is in deze
- gemeente heel wat veranderd en on
getwijfeld ook verbeterd. En aan dat
laatste heeft de Burgemeester met al
de hem geschonken gaven krachtig
medegewerkt. Onder zijn leiding werd
de gemeente o.m. voorzien van drink
waterleiding, gas en electriciteiL De
oude grintwegen kregen een moderne
wegverharding. Ook bezit Barendrecht
thans een grondbedrijf en een gemeen
telijk uitbreidingsplan. En in de laat
ste raadsvergadering werd besloten
een aanvang te maken met het ont
worpen rioleeringsplan.
Inmiddels groeide Barendecht uit tot een
flinke gemeente. Bij de komst van den heer
Bax telde zij 3000 inwoners, thans is dit cij
fer bijna verdubbeld.
Wij hebben wel eens hooren beweren, dat
de heer Bax een goed financier is. En ook
ten opzichte van de financiën maakt Baren
drecht inderdaad een goed figuur. Deze ge
meente staat niet alleen niet onder voogdij,
maar kan zelfs nog op batige saldo's wijzen.
In vergelijking met de omliggende gemeen
ten kan men ook ten opzichte van de belas
ting tevreden zijn.
De Raadsvergaderingen onder leiding van
den heer Bax hebben steeds een zakelijk en
prettig verloop; onder alle groepen word»
groote waardeering gevonden voor de uitne
mende werkkracht, die in den burgemees
ter aan de gemeente geschonken werd.
Behalve het burgemeesterschap vervult de
heer Bax nog tal van andere functies. Zoo
is hij o.m. lid van de commissie van toezicht
op de Landbouwschool te Dordrecht, lid
de commissie van toezicht op de Tuinbouw
school te Barendrecht, lid van de door Ged.
Staten van Zuid-Holland benoemde commis
sie voor een streekplan voor het eiland IJs-
selmonde. Verder is hij voorzitter of eere
voorzitter van tal van plaatselijke vereeni-
GROOTE BRAND BIJ DE
AMSTERD. RIJTUIG MIJ
Auto-lakspuiterij en -werkplaats
in de asch gelegd
Een der kijklustigen verongelukt
Een groote brand, waaraan de
brandweer een zwaar karwei heeft
gehad, heeft gisteravond de auto-
lakspuiterij, de auto-bekleederij en
het kantoor van de autowerk
plaats van het automobielbedrijf
der Amsterdamsche Rijtuig Maat-
maatschappij aan den Overtoom
te Amsterdam geheel verwoest.
Op den normalen tijd, te zes uur, waren
3 werkplaatsen gesloten. Ongeveer twee
uur later deed de waker zijn gewone ronde,
welke hem het laatst bij de lakspuiterïj
bracht Tot zijn groote ontsteltenis ontdekte
hij, dat zich hier vuurverschijnselen voor
deden en wel van zoo ernstigen aard, dat
reeds van een vrij zwaren brand gesproken
kon worden.
Onmiddellijk werd de brandweer gewaar
schuwd en toen het eerste materiaal ter
(se en de situatie opgenomen was, deed
de bevelvoerder onmiddellijk het alarm
„groote brand" geven, aangezien het vuur
in de groote voorraden lak en cellulose fel
om zich heen had gegrepen, terwijl ook de
rrenzende bekleederij reeds door de
vlammen waren aangetast Kort daarop
deelden deze zich mede aan het kantoortje
der groote reparatie-inrichting, welke in een
groote hal, waarin tal van auto's staan, is
ondergebracht Met den inventaris is mede
dit kantoortje door het vuur verwoest
Met negen 6tralen werd de vuurmass;
gesloten.
Hoewel de blussching alles behalve ge
makkelijk was en de brandwacht-s in letter
lijken zin voor heete vuren kwamen te
staan, nam de vlammenzee al vrij spoedig
in omvang af en was daarmede het gevaar
voor uitbreiding geweken.
Van den beginne af stond vrijwel vast
dat de lakspuiterij en de bekleederij
met de daar in behandeling zijnde
auto's een prooi der vlammen zouden
worden.
Een kwartier na het uitbreken van 'den
brand stortte het glazen, door ijzeren
binten gesteunde dak van de lakspui
terij met veel geraas in en spatte een
geweldige vonkenregen op.
Omtrent de oorzaak was in den loop van
den avond nog niets bekend.
Een zeer groote menschenmassa had zich
verzameld om het blusschingsvverk gade te
slaan.
Een slachtoffer
Een van de duizenden belangstellenden,
een jongeman van 20 jaar, wonende in de
Nic. Beetsstraat, heeft de uitvoering van
zijn voornemen, om zich van een goede kijk-
Cos
die anders opzien tegen de
4 critieke dagen, vreezen ze
niet meer, dank zij
een planta ardig middel,
uitwendig aan te wenden,
HELPT ONMIDDELLIJK I I I I
Origineele flac. 75 c. Proefflac. 15 c.
Bij Apotheken en Drogisterijen <-
Import: H. TEN HERKEL, Hilversum,
die U op verzoek gratis en franco
brochure over COS toezendt.
Laat Uw reis niet bederven;
neemt COS mee
WENDT D bi] het
ZOEKEN NAAR EEN WONING
TOT ONZE KANTOREN
te Den Haag: Stationsweg 21, TeL 112110
te Rotterdam:
Mathenesserweg 27a, TeleL 30388
te Delft: Oude Delft 245, Telefoon 618
te Leiden: Stationsweg 18, Telefoon 2275
Voor VESTIGING te UTRECHT:
RAIFFEISENLAAN 63 Telefoon 17058
KOOP en VERKOOP,
HUUR en VERHUUR
UITVOERIGE INLICHTINGEN GRATIS
REKOORLIJKE
Arnh.straat 3 - VELP - Telef. 3653
WONINGEN IN ELKEN PRIJS
Betrouwbare Adviezen Grootste service
N A A R D E N - BUSSUM
ZOEKT U
EEN WONING?
EEN VILLA?
EEN WINKELPAND?
BELEGGINGSOBJECTEN?
WENDT U tot
Makelaarskantoor ,,'T GOOI"
B.VAN LEEUWEN, Gen. de la Reylaan 21
BUSSUM Telefoon 5463
WONINGGIDS GRATIS OP AANVRAGE
plaats te verzekeren met den dood moeten
bekoopen. Hij is, kort nadat hij in een boom
was geklommen, daaruit gevallen en met
zijn buik terecht gekomen op een den
scherpe punten van het hek, dat het Von
delpark omzoomt. Toen het slachtoffer uit
zijn benarde positie bevrijd was, was hij
reeds tengevolge van een verbloeding over
liet stoffelijk overschot is naar het Wil-
helminagasthuis vervoerd. Naar hetzelfde
gasthuis zijn ook twee brandwachts gebracht.
Een van hen had bij het blusschingswerk
een enkel gebroken. De andere was door da
gassen bedwelmd geraakt.
In den aanvang van den brand heeft nog
eenige ongerustheid geheerscht over de on
middellijke nabijheid van het ziekenhuis
voor lijders aan vallende ziekte. Dit is ech
ter gelukkig geen oogenblik in gevaar ge
weest. Wel was dit het geval met de paar
den van de manege en het expeditiebedrijf
der Amst. Rijtuig Mij, die door het perso
neel voorloopig naar het Vondelpark werden
gedirigeerd.
De schade, welke uiteraard door verzeke»
ring wordt gedekt, is zeer groot.
NAAR DE OEKRAINERS IN POLEN
Ds F. Dresselhuis verzoekt ons mede te
deelen, dat de reis van de N.C.R.V. naar de
Oekraïners in Polen met drie dagen verkort
zal worden. Het laatste gedeelte valt weg.
De reissom zal hierdoor verlaagd worden.
Zooals men weet, valt binnen deze 13 d.
reis de opening van de eerste Oekraïnsche
School met den Bijbel bij Kolomea.
VAN QUETTA
NA DE AARDBEVINGSRAMP
Uit de puinen van Quetta (Br. Indië) dat
op 31 Mei van het vorige jaar door een aard
beving werd verwoest, heeft men thans
436.000 pond sterling kunnen bergen. Reeds
is men begonnen met het herbouwen van de
stad. Gedurende de laatste weken zijn 2043
winkels en 2471 woonhuizen gebouwd. Nog
steeds worden tusschen de puinen de lijken
van slachtoffers gevonden, in de afgeloopen
maand nog 17. In totaal heeft men thans
8507 slachtoffers geborgen.
1 (55
door H. KINGMANS
In theorie hadden 'de beide Nassauers alles gereed. Zij
haakten er naar, die in de praktijk om te zetten. Maar de
Staten, bestaande uit kooplieden, die liever geld ontvingen dan
het uitgaven, meenden, dat volstaan kon worden met den
Verdedigingsoorlog, die niet stevig behoefde te worden gevoerd,
daar het Parma aan geld ontbrak en tot diens woede Koning
Filips er over dacht, zich te gaan mengen in den Franschen
burgeroorlog, waardoor aan de Nederlanden troepen ontnomen
zouden worden.
Prins Maurits legde, 'de kaart nagaande, uit, hoe hij Breda
'dacht te verrassen. Hij vertelde het zonder opsmuk, want hij
was wars van vertoon, zeer eenvoudig, zelfs op het ruwe af.
Hij bezat niet de aangeboren charme van Willem Lodewijk,
maar was, evenals deze, onverzettelijk, hardnekkig vasthoudenq
aan eenmaal opgezette plannen en gevoelens, nooit toegankelijk
voor vrees en ontmoediging, vol bedachtzaam overleg. Wie de
beide, jonge vorsten van nabij gadesloeg, moest erkennen, dat
zij voor elkaar niet onder deden in moed en beleid en dat rij
de aangewezen personen waren, de Republiek te bevrijden va.i
het Spaansch geweld.
„Wie wordt bevelhebber van de soldaten in het schip?" vroeg
Wiilem Lodewijk, vol belangstelling luisterend en goedkeuren!
knikkend over de hem ontwikkelde plannen,
„Kapitein Heraug ére."
„Een onverschrokken kerel. Zeker een zet van Hen Raad
pensionaris?"
„Geraden? Hoe denk j'e 'dat?'*
„Heel eenvoudig. Heraugière was een bekend aanhanger van
de Leicester partij. Hij zal nu zijn best wel doen, zijn verkeerd
gedrag goed te maken."
„Precies de meening van Van Oldenbarnevelt. 'k Had er geen
oogenblik aan gedacht. De Raadpensionaris wees mij er op. Je
bent op dat punt al even verstandig. Ik moest in die dingen
wat meer doorzicht hebben."
„Je hebt Van Oldenbarnevelt", troostte de ander. „Ik moet
in Friesland alleen vechten tegen onverstandige verstandigen,"
„Komt er nog geen verbetering?
„Die eeuwige partijschappen vergallen mij het leven. Maar
laat ons daarover niet spreken. Het plan van Breda is schit*
terend, Maurits. God geve, dat het gelukt."
„Wanneer het gelukt wilde ik dezen zomer verder in
Brabant opereeren en Parma zooveel mogelijk afbreuk doen.
Dat strookt zeker niet met je wenschen?"
„Wij mogen onderling geen verschillen hebben, Maurits. De
Staten moeten ons steeds één vinden. Als je in Brabant kunt
opereeren, wachten we nog een jaar met het Noorden. Maar
tóch wil ik de Staten den stand van zaken uitvoerig uiteen
zetten. Wij moeten met een flink leger naar het Noorden,
Maurits. De Staten moeten er geld voor vinden. De toestand
van thans is onhoudbaar."
Maurits van Nassau was volkomen van dien toestand op 8e
hoogte, daar hij nauwkeurig en vol belangstelling het werk
van den hem zoo geliefden neef uit de verte gadesloeg.
Groningen was en bleef tot dusver het groote steunpunt van
het Spaansche bewind in het Noorden, van waaruit in verband
met de allengs door de Spanjaarden op de Staatsche bevel
hebbers heroverde vestingen Steenwijk, Delfzijl, Coevorden,
Oldenzaal en Lingen het gansche Noordoosten des land in
bedwang werd gehouden.
Tallooze malen waren in de laatste jaren schansen veroverd
en weer heroverd; dorpen werden geplunderd en gebrandschat,
nu eens door de Spanjaarden van Verdugo, dan weer door de
Staatsche troepen. Geen yan beide partijen kon da andere
meester worden. Het geldgebrek aan beide zijden verhinderde
zoowel Verdugo als Willem Lodewijk den tegenstander te ver
pletteren en het gansche Oosten en Noorden leed onnoemelijk
schade door den nimmer eindigenden krijg. Herhaaldelijk
drongen de plunderende Spaansche scharen van Coevorden en
Steenwijk uit tot in het hart van Friesland, tot vlak bij
Leeuwarden, binnen. Herhaaldelijk ook werden de Ommelanden
door strooptochten van de zijde van de Staatschen geteisterd,
vooral van Dokkum en Oterdura uit, welke laatste plaats reeds
zeven jaar in het bezit van Willem Lodewijk was.
Van jaar tot jaar sleepte de krijg zich voort, stad en land
dreigend met den ondergang. Er was geen sprake meer van
een geregelden handel voor de stedelingen, evenmin als van
geregelden landbouw of veeteelt yoor den plattelandsbewoner.
De steden en schansen werden xc.fnesten, levende van de
plundertochten der garnizoenen; de open dorpen werden ellen
dige wijkplaatsen eener verarmde en als wild gedierte elk
oogenblik opgejaagle bevolking.
Maurits van Nassau moest het zijn neef toegeven: aan dien
toestand, onhoudbaar als wat, moest een einde komen.
„Weet j.e bizonderheden omtrent de verhoudingen in Gronin
gen zelf?" vroeg Maurits plotseling.
„Te hooi en te gras word ik wel iets gewaar. Het is niet
onmogelijk, dat ik een vertrouwd persoon eers enkele weken
naar de stad zend, om poolshoogte te nemen. Dit staat even
wel vast, dat de magistraat nog steeds weigert, Spaansch
garnizoen in te nemen, zeer tegen den zin van Verdugo, wi?n
men er van verdenkt, dat hij troepen binnen de wallen wil
legeren. Alleen in de voorstad Schuutendeep, dat weet je,
bevinden zich een duizend Spanjaarden, om tegen een overval
beschermd te zijn."
„In het geval wij, vroeg of laat, een aanval wagen, stoort
Verdugo zich natuurlijk niet aan de magistraat en brengt hij
zijn leger binnen de veste. Het is dan zelfs mogelijk, dat de
magistraat er geen bezwaar mee;- in heeft, garnizoen in te
nemen. Doch dit Is inderdaad van later zorg. Het zou geen
kwaad idéé zijn, Wilhelm, indien je een vertrouwd persoon
naar Groningen zenden kondt, om de toestand eens op tg
nemen. Heb je iemand op het oog?"
„In het Friesche regiment dient een Groningsch hopman,
hopman Ketel, die de stad door en door kent. Hij is met
eenige anderen met mij naar Den Haag gekomen. Het is niet
onmogelijk, dat ik hem bereid vind, vermomd in de stad tg
trekken."
„Ketel, Ketel?" peinsde Maurits van Nassau.
„Een neef van dien Roelf Ketel, die in '85 de stad wil?,*
verrassen en die zoo droef om het leven kwam", lichtte Willem
Lodewijk den Stadhouder van Holland en Zeeland in. „Een
onverschrokken jongeman, wien3 vrouw en kind nog steeds ia
Groningen vertoeven. Hij lijkt mij de aangewezen persoon."
„Als hij het wil doen, zou ik het probeeren."
„Ik hel er meer en meer toe over, te meer, omdat mij
geruchten ter oore komen, die er op wijzen, dat er in
Groningen groote ontevredenheid tegen Verdugo heerschL De
Jezuïten, die in de stad gekomen zijn, moeten er een groote
werkzaamheid ontwikkelen, tot ongenoegen zelfs van vele
Roomschen. Velen zien, naar verluidt, de belangen der stad,
waar niets geen handel en vertier is, met weerzin opgeofferd'
aan die van het Spaansche bewind. Verder zijn er, die hun
geheime sympathie met de om het geloof 0f om het verzet tegen
den Spanjaard sedert het verraad van Rennenburg gevluchte
burgers of verwanten, niet kunnen vergeten. Van een vooraan-
staand burger weet ik tenslotte, hoe magislraa^personen er van
doordrongen zijn, dat de stad ver van de Spaansche linién
gelegen is, zoodat zij bij «-en beleg moeilijk ontzet kan worden."
Prins Maurits van Nassau glimlachte vroolijk.
„Je bent een waar pleitbezorger, Wilhelm. Nu, aan ons zal
het niet liggen, als de. Staten op je voorstellen niet zullen
ingaan.'»
'(Wordt vervolgd).