De Wieringermeerpolder J DINSDAG 7 JULI 1936 FTWEEDE BLAD PAG. 5 ONDERNEMERS OVEREENKOMSTEN De werking van de wet in de eerste verslagperiode Over geen enkel verzoek is reeds beslist De Minister van Handel heeft ver slag uitgebracht omtrent de toepassing van de wet op het algemeen verbin dend en onverbindend verklaren van ondememersovereenkomsten 1935, se dert het tijdstip van haar inwerking treding (14 Oct. 1935) tot 1 Mei 1933. gen. Een daarvan werd wederom ingetrokken, aangezien de bedrijfsgenooten bij nader in zien van een algemeen verbindendverklarini I niet voldoende effect verwachten. 1 Omtrent de drie overige verzoeken, welke. I betrekking hebben op de k a 1 k z a stee n industrie, baksteenindus- j t r i e en het b a k k e r ij b e d r ij f, kan het I volgende worden medegedeeld: Kalkzandstecnindustrie. De Ver. van Ned. Kalkzandsteenfabrikanten verzocht om algemeen bindendverklaring van tusschen haar leden gesloten ondernemers overeenkomst. welke een verbod van uitbr ding der productie reep. oprichting van nieu we bedrijven, beperking van de afleveringen j en minimum prijsregeling beoogt. Tevens houdt deze overeenkomst algemeene verkoop voorwaarden in. Het advies werd gevraagd van de vaste Commissie van den Economisohen Raad. Later heeft de vereeniging haar verzoek, voor zoover dit de algemeen verbindend verklaring van de minimum prijsregeling en de algemeene verkoopvoorwaarden betreft, ingetrokken. Na afsluiting va ndeze verslagperiode ont ving de Minister het advies van voornoemde commissie. Aangezien hij echter nog geen beslissing óver het verzoek van de Ver. Ned. kalkzandsteenfabrikanten heeft geno men, meent hij zich van nadere beschouwin gen ter zake te moeten onthouden. Baksteenindustrie. De Ned. Bak- steenbond diende in Febr. j.l. een verzoek in om algemeen verbindendverklaring van het bindend besluit in zake het bevorderen van een rationeele productie en distributie in de Ned. baksteenindustrie, hetwelk regelingen inhoudt ten aanzien van: 1. aanpassing de productie aan het gebruik; 2. normalisee ring van de voorraden; 3. de verzending en de distributie; 4. bevordering van een ratio neele productie; 5. een verbod van uitbrei ding. Ook omtrent deze ondernemersoverecn- Scomst verzocht de Minister het advies van de vaste commissie van den Eoonomischcn Raad. Na afsluiting van deze verslagperiode ont ving de Minister het advies van de com missie. Waar ook op dit verzoek nog niet- werd beslist, acht hij het niet gewenscht, thans reeds nader op deze aangelegenheid in te gaan. B a k k e r ij b e d r ij f. Ook de Ned. Bak kerij stichting diende een verzoek in tot al gemeen bindendverklaring van een onder nemersovereenkomst, waarvan de inhoud be kend mag worden geacht, doch die later in gewijzigd en vorm werd voorgedragen, omdat j bet aanvankelijk project niet aan art. 2 van de wet voldeed. Het nieuwe verzoek wordt thans op het departement van den Minister nader bezien. Het stemt den Minister tot voldoe ning, dat hij gedurende de eerste ver slagperiode geen gebruik behoefde te maken van de bevoegdheid tot onver bindend verklaren van ondernemers- overeenkomsten. K. ter Laan treedt af Als Burgemeester van Zaandam Gistermiddag heeft de heer K. ter Laan meegedeeld, dat hij in het begin van het volgend jaar zijn ambt als Burgemeester van Zaandam zal neerleggen. De heer ter Laan hoopt Woensdag 8 Juli den 65-jarigen leeftijd te bereiken, doch zijn zesjarige benoemingsperiode als burge meester eindigt pas 5 Februari 1938. Of hij ook als lid der Tweede Kamer zal aftreden, is nog niet beslist. Indien de kie- van Leiden hem het volgend jaar candidaat stellen en het partijbestuur de S.D.A.P. dit goedkeurt, dan zal de heer ter Laan gaarne een vernieuwing var mandaat aanvaarden. NIEUW HOOGSPANNINGS- LABORATORIUIVI TE DELFT Cunerakerk wordt gerestaureerd Het Rijk zal helpen Anderhalve ton voor de wereldtentoonstelling te Parijs De heer K. ter Laan werd 8 Juli 1871 te Slochteren (Gr.) geboren. Hij bezocht de H.B.S. en de Rijksnormaalschool te Sappe- meer, waar hij ook als onderwijzer werk zaam was. Later werd hij. benoemd tot Di recteur van de Handelsschool te Delft. Ook was hij leeraar in het Nederlandsch. In 1901 werd hij voor de S.D.A.P. benoemd tot lid vaui de Tweede Kamer. Van 1905 tot 1914 maakte hij deel uit van den gemeenteraad van Den Haag. In 1913 werd de heer Ter Laan onder het ministerie-Cort v. d. Linden tot burgemees meester van Zaandam benoemd en. trad in 1914 in functie. De heer Ter Laan was de eerste soc.-dem. Ingediend is een wetsontwerp tot vc...uu ging van het zesde hoofdstuk der Rijks begrooting 1936 (onderwijs). Nu de K.E.M.A. niet van Arnhem naar Delft, wordt verplaatst, wil de Regeering de inrichting van de Technische Hoogeschool uitbreiden door aan de studenten de gele genheid te bieden tot het doen van onder zoekingen, welke voor een doelmatige oplei ding van den electro,teohnjschen ingenieur noodig zijn. Allereerst is noodig een hoogspanningsla- boratorium; dat tegenwoordig een van de belangrijkste hulpmiddelen is voor weten schappelijk onderzoek op het gebied der clectrotechniek. De door den rijksgebouwendienst opgemaakte raming voor een derge lijk laboratorium, dat voldoet aan be scheiden eischen van het hooger on derwijs, bedraagt f 222.000. Dit bedrag wordt in één termijn aangevraagd, waarmede bedoeld wordt, dat met den bouw kan worden aangevangen zoodra de plannen zijn uitgewerkt en de aan besteding en gunning hebben plaats gehad. De Cunerakerk te Rhenen Geraamd wordt, dat een volledige restau ratie van de Cunerakerk te Rhenen een to taal bedrag van f 120.000 niet zal overschrij den. Getracht zal worden, in den kring van het Ned. Herv. Kerkgenootschap de kosten nieuw meubilair, centrale verwarming en verlichting, in totaal op ten hoogste f 20.000 geraamd, bijeen te brengen. Er blijft dan nog f 100.000 te dekken over, welk bedrag ten spoedigste beschikbaar moet zijn. Evenwel zijn de kerkelijke gemeente te Rhenen zelve, eigenares van het gebouw, en de burgerlijke gemeente voor het oogenblik althans tot geen offer van eeiiige beteekenis i staat. De minister denkt zich de geldelijke oplos sing als volgt: Het Rijk neemt, als tot dus- er, 50 pet. van de f 100.000 als subsidie voor zijn rekening. Verklaart ook de provincie burgemeester in ons land. Onder zijn leiding is veel tot stand gekomen. De gemeente is thans vrij van Rijksschuld. Burgemeester Ter Laan hoopt de bcgrooting voor 1937 nog in orde te kunnen brengén. Van zijn publicaties op phylologisch en folkloristisch gebied, die wetenschappelijke verdiensten hebben, willen wij noemen' het Nieuw Groninger Woordenboek 1904 1929; Groninger overleveringen 1929; NederL. overleveringen 2 dln 1931; Jaarfke, een Gro ninger profeet 1932; Olipodrigo, 100 schimp dichten op Groninger schoolmeesters uit de ieuw, met historische toelichting 1933. i In verband met de heden in Rotterdam, te plaats van oud-redders, wien een muzikale Utreoht zich bereid, voor haar aandeel op te komen, en dit te stellen op 25 pet., dan I blijft voor de kerk zelve, eventueel gezamen lijk met de burgerlijke gemeente, nog 2p pet. over. Dit laatste aandeel, groot f 25.000 zal zoo noodig, eveneens van Rijkswege worden ver strekt als renteloos voorschot onder voor de kerk en de burgerlijke gemeente zoo weinig mogelijk bezwarende voorwaarden. De terug j betaling zal over een groot aantal jaren I kunnen worden verdeeld. Voor het oogenblik vraagt de minister dus f 50.000 aan. Tentoonstelling Parijs 1937 In 1937 wordt te Parijs een internationale tentoonstelling gehouden, waaraan ook door Nederland moet worden deelgenomen uit prestige overwegingen, aangezien reeds een 40-tal andere regeeringen eveneens medewer king hebben toegezegd. Van de kosten, die op ongeveer f 300.000 geraamd worden, zal ongeveer de helft rechtstreeks ten laste van de Rijksbegrooting dienen te komen. Voor het resteerende is op verschillende wijzen dekking gezocht. Een bedrag van f 150.000 wordt thans aangevraagd. EEN EIGEN GEBOUW De Kon. Bond van Chr. Zang- en Orato- riumvereenigingen, die kort geleden zijn 50- - jarig bestaan herdacht en bij die gelegen heid het praedicaat „Koninklijke" verkreeg, heeft een eigen gebouw aangekocht aan de Perponcherstraat 104 te Den Haag en zal dat begin September in gebruik nemen. A. M. BAUD f Te Schaarsbergenis plotseling over leden de heer A. M. Baud, oud-burgemees ter van Nieuwveen. De overledene bereikte den leeftijd van 81 jaar. Vacantietochten van den A. N. W. B. Twee nieuwe vraagteekentochten Aangemoedigd door het succes dat de vorige „tochten met onbekende bestem ming" hebben gehad, heeft de Kon. Nederl. Toeristenbond A.N.W.B. voor den a.s. va- cantietijd wederom een paar „vraagteeken tochten" uitgeschreven, nl. een op Zaterdag 25 Juli'a.s. voor wielrijders en een weck- cind-iochr, op Za'erdag - en Zondag 9 Aug. voor autvnobilisten en motorrijders. De wielrijderstocht is pl.m. 50 K.M. lang en wordt gehouden op de Veluwe. De week- eind-tocht voert door Noord-Nederland e is 450 a 500 K.M. lang. Het doet ons genoegen te kunnen mededeelen, dat de A.N.W.B. rekening heeft gehouden met de bezwaren ook door onze Redactie geuit bij een vo rige gelegenheid tegen het houden van deze tochten op Zondag. Aan de genen, die bezwaar hebben tegen het deelnemen aan den tocht op Zondag zal nl. gelegenheid worden gegeven een verkort parcours van pl.m. 350 K.M. te rijden, dat in één dag kan worden afgelegd. RUPSENPLAAG TEISTERT WESTELIJK ZEEUWSCH-VLAANDEREN Verschillende deelen van ons land heb ben den laatsten tijd van verschillend ge dierte veel overlast ondervonden. Wij heb ben reeds kakkerlak- en krekelplagen ge kend, thans wordt Westelijk Zeeuwsch- Vlaandcren door een rupsen-invasie geteis terd. In de boomgaaVden, welke niet of niet voldoende besproeid zijn, zit vrijwel geen stukje groen meer aan de boomen. Alleen de verdorde nerven der bladeren blijven over, zoodat van de fruitoogst niet yeel te- Het kan U te komen. Instantine helpt spoedig b'l hooldpijn. kiespijn ^jnslunW stilt en voorkomt pijnen! recht zal komen in de getroffen boomgaar den. Speciaal de boomgaarden in de omge ving van Biervliet hebben veel te lijden. Officieele Berichten i H.M. de Koningin, de kol. R. v d Bent. ONDERSCHEIDINGEN D. A. v d I Balen te in de Orde •pillen. ridder in de Orde van Oranje Stork, pred. te Didarn; idern eren te Amsterdam; idem Ds Den Haag; idem ntr W. .1. n. Benoemd Is tot officier :-Nassau ir J. J Fols te n eere-medaille de Orde toegekend aan J. H. G. Blltho- van Oran. De goudt Nassau is e Rotterdam. LEGER EN VLOOT Aan den_ res.-off. van gezondh. 2 kl. R. 'leend. Idem aan d< iheffers. Benoemd t soneel der landmac s.-offici G. Zie RIJKSLANDBOUWCONSULENT Aan Ir J. Nüsing te Zwolle is eervol ontslag ieend als RukslandbouWconsülent bij den Cultuurtechn. Dienst. IV -y B. J. Wij zijn echter eenïgszïns vooruitgeloopen op de ge-, beurtenissen en keeren daarom tot 1926 terug. De finantieele toestand van 's lands kas was verbeterd en daarom besloot de Regeering het werk zoo krachtig mogelijk voort te zetten. Dat wilde dus allereerst zeggen dat de afsluit dijk aangelegd moest worden. Het kleinste gedeelte, tusschen iWieringen en de kust van Noord-Holland was, zoo we reeds zagen, gereed gekomen. Doch dat was slechts kinderwerk bij wat nog tot stand moest komen. Van Ewijckssluis tot Wie- ringen is het Amsteldiep slechts 2.5 K.M. breed en dit stukje dijk staat ook wat betreft de kracht, die het heeft te weer staan, in geen verhouding tot het machtig werk, dat nog tot stand moest komen: de 30 K.M. lange dijk van Wieringen naar de Friesche kust bij Zurich. Beteekenis van de afsluitdijk Hierbij rijzen allicht bij de leek op dit gebied een tweetal Vragen. De eerste ïs, waarom een afsluitdijk 'noodig is, nu men toch hiet de geheels Zuiderzee ging droogmalen. En de tweede vraag zal luiden, waarom niet van eiland tot eiland de dijk aangelegd werd. Dus van Den Helder naar Texel, en van Texel naar Vlieland, van hier naar Ameland enz. Het antwoord op deze vragen kan kort zijn. Een afsluitdijk is noodig om daardoor te bewerken, dat de dijken om de afzonderlijke droog te maken deelen, de vier polders dus, minder zwaar behoefden te zijn. Indien er na melijk geen afsluitdijk zou komen dan zou het zeewater bij vloed en bij stormen uit het Noord-Westen in de door de inpolderingen zeer sterk trechtervormig geworden Zuiderzee tot zulk een hoogte stijgen, dat daartegen dijken van bijzondere zwaarte moesten aangelegd worden. Door met één zware dijk de geheele Zuiderzee tot een binnenmeer te maken kon men volstaan de dijken om de afzonderlijke polders minder zwaar en minder hoog te maken dan men anders had moeten doen. Dit geeft een zeer groote besparing niet alleen op aanleg-, maar ook op onderhoudskosten. De Zuiderzee afsluiten door de zeegaten te dichten zou bezwaarlijk gaan, misschien wel geheel onmogelijk zijn. De zeegaten toch zijn buitengewoon diep. In het Marsdiep bij voorbeeld staat over het grootst gedeelte van de breedte 30 Meter water en op sommige plaatsen nog meer. (De ge middelde diepte van de Zuiderzee is ca. 3 Meter, met alleen in het midden een wat dieper gedeelte van 5 a 6 Meter.) Daar komt bij, dat de dijken tusschen de eilanden de volle kracht van de Noordzee zouden hebben te verduren. Zoo het al mogelijk ware geweest ze aan te leggen, zou dit toch enorme kosten hebben meegebracht. De dijk werd derhalve aangelegd in een gedeelte van de zee waar het ondiep was, en wel zoover van de Noordzee, dat het geweld van deze door de eilanden voldoende ge broken is. De richting Ewijckssluis-Wieringen, Wieringen- Zurich was de meest geschikte. Toch kon ook weer niet volstaan worden met het opwerpen van een dijk alléén. Het IJsselmeer, dat na de afsluiting is ontstaan, ontvangt het water van de IJssel en van de lande rijen, die dit IJsselmeer omgeven en hierop uitwateren. Alle plannenmakers hadden hiermede wel min of meer rekening gehouden en daartoe afvoerkanalen of,- zooals van Diggelen^ De afwateringssluizen in de afsluitdijk bij 'den Oever. stroombanen ontworpen. Door dit IJsselwater en het water van de polders zou het IJsselmeer te vol worden. Daarom moet voor afvoer gezorgd worden. Met het oog hierop heeft men in de afsluitdijk dan ook afwateringsluizen gemaakt. In totaal 25; drie groepen van vijf, kort bij den Oever en twee groepen van vijf op ongeveer 4 K.M. van de Friesche kust verwijderd. Met opzet heeft men deze punten gekozen, omdat hier de zee de diepste geulen heeft en dus voor snelle afvoer van het water gelegenheid is. Elk der 25 sluizen is 12 M. breed en heeft een diepte van ca. 4 M. bij laag water. Ten behoeve van de scheepvaart is naast ieder van de beide sluizengroepen nog een schutsluis gemaakt, die schepen tot 2000 ton door kunnen laten. Bij het Kornwerder- zand (dat is dicht bij de Friesche kust) is met het oog op de drukke vaart op Harlingen nog een kleinere schutsluis ge bouwd voor schepen van hoogstens 600 ton. In verband met het feit, dat nu de Zuiderzee niet meer als reservoir kan dienen om de door de zeegaten opdringende stormvloeden op te vangen en deze thans alleen het Noorde lijk deel van de Zuiderzee maar meer over hebben, zijn de dijken langs de Friesche en de Noord-Hollandsche kust ver zwaard moeten worden. Aanleg van de afsluitdijk De aanleg van de afsluitdijk had, in het kort medegedeeld, op de volgende wijze plaats. Eerst werden de plaatsen waar de sluizengroepen zouden komen geheel omdijkt, daarna leeggemalen om daar gemak kelijk de zware sluiswerken te kunnen aanleggen. Bij de Oever rusten deze op het keileem, bij het Kornwerderzand is er geheid om een goede fundeering te verkrijgen. Op de fun deering zijn weer platen van gewapend beton aangebracht, waarop de sluiswerken zijn opgebouwd in beton en gewapend beton bekleed met geperste betonsteen of met basalt. Bij de aanleg van de afsluitdijk ïs wat hoogte en wat sterkte aangaat maar niet op goed geluk gehandeld, maar er liggen uitgebreide studies aan ten grondslag. Zoo werd heel spoedig, nadat het besluit tot droogmaking van de Zuiderzee genomen was, een commissie ingesteld, die te onderzoeken had, hoe hoog de stormvloeden het water, als de afsluitdijk er eenmaal zou zijn, in de Waddenzee zou kun nen opvoeren. Voorzitter van deze commissie was Prof. H. A. Lorentz. Reeds eerder was door'een meteoroloog Galle deze aange legenheid in studie genomen, aan de hand van de gegevens, verkregen over de drie hevigste stormen der laatste vijftig jaren. Verschillende berekeningen worden door hem gemaakt in verband met de waterstand aan een aantal peilschalen en met astronomische gegevens. Omstreeks de tijd, dat de commissie-Lorentz ingesteld werd promoveerde Ir. C. W. Lely (zoon van den bekenden Zuiderzee-ingenieur Ir. C. Lely) en zijn dissertatie ging over hetzelfde onderwerp als de commissie-Lorentz in studie had. Ir. Lely berekent echter op geheel andere wijze dan Galle het vraagstuk, hoe hoog de hoogste stormvloed wel zou kunnen oploopen. Hij gaat nl. uit van het feit dat, door het minder zoutgehalte de waterstand in de Zuiderzee reeds 8 cM. met die in de Waddenzee verschilt. Van een aantal stormvloeden berekende hij het windeffect. Dit is natuurlijk afhankelijk van windrichting en windkracht. Met nog meer ingewikkelde berekeningen komt Lely dan tot een bepaald resultaat. De commissie-Lorentz gaat weer van een ander standpunt uit en neemt alleen de waterloopkunde tot uitgangspunt der berekeningen, die eerst gingen over de toestand bij gewoon getij en daarna herhaald werden voor de stormvloeden, die ook Galle en Lely als uitgangspunt namen bij hun bereke ningen, daarbij de ongunstigste omstandigheden als basis nemend. De commissie-Lorentz komt op grond dezer berekeningen er toe te veronderstellen, dat de waterhoogten voor de afsluit dijk en langs een deel van de Friesche kust zeer veel hooger zullen zijn, maar dat de stroomen bij hevige storm minder sterk zouden worden. Ook door het Eierlandsche gat zal in het vervolg bij krachtige storm weinig water meer binnen komen in tegenstelling met voorheen, toen er bij storm veel water door dit gat binnen kwam (bij gewone eb- en vloed beweging voorheen ook al niet). Wij kunnen op de technische details van deze berekenin gen hier niet verder ingaan ®n deelen alleen maar mede, dat op grond van de onderzoekingen van de commissie-Lorentz meh besloot de afsluitdijk te maken volgens hierbij afgebeeld dijkprofiel, dat we ontleenden aan het boekje getiteld „De werken uitgevoerd door de N.V. Mij. tot Uitvoering van de USSELfTEEQ A££. Zuiderzeewerken". Deze Maatschappij meer bekend als de „M.U.Z." werd opgericht op 27 Juli 1926, nadat in Mei van dat jaar de beide Kamers der Staten-Generaal de wetsvoor stellen tot versnelde uitvoering der Zuiderzeewerken hadden aangenomen en deze ontwerpen op 25 Mei 1926 tot wet waren verheven. De dijk zelf is bij gedeelten aangelegd. Eerst de aan de Friesche kust en aan Wieringen aansluitende deelen van ca. 4 K.M. tot men kwam aan de van uit het Marsdiep en uit het Vlie reikende stroomgeulen waardoor het eb- en vloed water af- en aanstroomde. Bij het verder dichtmaken zou deze eb- en vloedstroom steeds meegaan tot voor de kop van het nieuw aangelegde dijkgedeelte. Hierdoor zou steeds een belangrijk deel van de aangebrachte dijkgrond weer wegge spoeld worden. Daarom heeft men deze stroomgeulen. de Mid- delgronden bij de Friesche kust en de Vlieter bij Wieringen voorloopig opengelaten. Men is toen men aan deze stroomgeu len toe was begonnen vanuit een opgeworpen eiland op de zandplaat midden in de zee, het z.g. Breezand. De Vlieter en de Middelgronden heeft men ondertusschen tot op 4 Meter onder laag water volgestort met keileem wat zonder bezwaar voor de stroomingen kon geschieden. Om wegspoelen tegen te gaan werden deze gedeelten met zinkstukken beschut. 7 De dijk werd opgeworpen van keileem en zand. Keileenï ïs een taaie leemsoort, die veel keien bevat en op den bodem van de Zuiderzee in groote hoeveelheid wordt gevonden. Dit was een gelukkige omstandigheid, want keileem is voor aan leg van zeeweringen van onschatbare waarde en het feit, dat het zoo gemakkelijk van dichtbij aangevoerd kon worden gaf beduidende kostenbesparing. De buitenzijde van de dijk is van dit keileem opgeworpen en het aan het IJsselmeer lig gend deel is van zand. Het systeem, dat toegepast werd bij het aanleggen van de afsluitdijk is geheel gelijk aan dat, dat gebruikt werd bij de aanleg van de Wieringermeerdijk en ook van die rondom de proefpolder Andijk. Op de zeebodem werd eerst door z.g. onderlossers keileem gestort. Later als de onderlossers er niet meer varen konden werd dit keileemstorten voortgezet met grijpkranen, tot men boven de waterspiegel kwam. Op eenige afstand achter deze keileemdam werd zand gestort, zoo hoog mogelijk en daarna werd zand ingeperst tot de ver-< eischte hoogte. Dit persen geschiedde door zand met water vermengd aan te voeren tusschen keileem- en opgestorte zana- dam. Het water laat men afvloeien en het zand blijft als een zeer dichte compacte massa achter. Daarna wordt de dijk verder afgemaakt en op de waterlijn beschermd door een steenglooiing, onder water met kraag of zinkstukken van gevlochten rijshout vervaardigd. De kruin van de dijk is 7 a 7.50 M. (aan de zijde van de Waddenzee) en 4 M. (aan de IJsselmeerzijde) boven N.A-P. gelegen en op de laagwaterlijn 88.20 M. breed. De kruin breedte is 32.50 M. zoodat naast de breede rijweg met een mooi fietspad nog ruimte overblijft voor een spoorweg met dubbel spoor. Onder water wordt de voet beschermd door zinkstukken van rijshout, boven water zijn steenglooiingen aangebracht. III stond in ons blad van 23 Juni. Wij vestigen de aandacht der lezers van deze artikelen op de reizen naar de Wieringermeer, welke het Reisbureau „Libertas", Goudsche Singel 105 te Rotterdam regelmatig dezen zomer maakt. Een tocht naar onze Twaalfde Provin- cie schenkt eiken deelnemer voldoening. Men zie over deze reizen de publicaties, die geregeld in ons blad verschijnen. De e.v. reis heeft plaals Vriidas 10 Juli a.s.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1936 | | pagina 5