De Wieringermeerpolder
J DINSDAG 7 JULI 1936
FTWEEDE BLAD PAG. 5
ONDERNEMERS
OVEREENKOMSTEN
De werking van de wet
in de eerste verslagperiode
Over geen enkel verzoek
is reeds beslist
De Minister van Handel heeft ver
slag uitgebracht omtrent de toepassing
van de wet op het algemeen verbin
dend en onverbindend verklaren van
ondememersovereenkomsten 1935, se
dert het tijdstip van haar inwerking
treding (14 Oct. 1935) tot 1 Mei 1933.
gen.
Een daarvan werd wederom ingetrokken,
aangezien de bedrijfsgenooten bij nader in
zien van een algemeen verbindendverklarini
I niet voldoende effect verwachten.
1 Omtrent de drie overige verzoeken, welke.
I betrekking hebben op de k a 1 k z a
stee n industrie, baksteenindus-
j t r i e en het b a k k e r ij b e d r ij f, kan het
I volgende worden medegedeeld:
Kalkzandstecnindustrie. De Ver.
van Ned. Kalkzandsteenfabrikanten verzocht
om algemeen bindendverklaring van
tusschen haar leden gesloten ondernemers
overeenkomst. welke een verbod van uitbr
ding der productie reep. oprichting van nieu
we bedrijven, beperking van de afleveringen
j en minimum prijsregeling beoogt. Tevens
houdt deze overeenkomst algemeene verkoop
voorwaarden in.
Het advies werd gevraagd van de vaste
Commissie van den Economisohen Raad.
Later heeft de vereeniging haar verzoek,
voor zoover dit de algemeen verbindend
verklaring van de minimum prijsregeling en
de algemeene verkoopvoorwaarden betreft,
ingetrokken.
Na afsluiting va ndeze verslagperiode ont
ving de Minister het advies van voornoemde
commissie. Aangezien hij echter nog geen
beslissing óver het verzoek van de Ver.
Ned. kalkzandsteenfabrikanten heeft geno
men, meent hij zich van nadere beschouwin
gen ter zake te moeten onthouden.
Baksteenindustrie. De Ned. Bak-
steenbond diende in Febr. j.l. een verzoek in
om algemeen verbindendverklaring van het
bindend besluit in zake het bevorderen van
een rationeele productie en distributie in de
Ned. baksteenindustrie, hetwelk regelingen
inhoudt ten aanzien van: 1. aanpassing
de productie aan het gebruik; 2. normalisee
ring van de voorraden; 3. de verzending en
de distributie; 4. bevordering van een ratio
neele productie; 5. een verbod van uitbrei
ding.
Ook omtrent deze ondernemersoverecn-
Scomst verzocht de Minister het advies van
de vaste commissie van den Eoonomischcn
Raad.
Na afsluiting van deze verslagperiode ont
ving de Minister het advies van de com
missie.
Waar ook op dit verzoek nog niet- werd
beslist, acht hij het niet gewenscht, thans
reeds nader op deze aangelegenheid in te
gaan.
B a k k e r ij b e d r ij f. Ook de Ned. Bak
kerij stichting diende een verzoek in tot al
gemeen bindendverklaring van een onder
nemersovereenkomst, waarvan de inhoud be
kend mag worden geacht, doch die later in
gewijzigd en vorm werd voorgedragen, omdat j
bet aanvankelijk project niet aan art. 2 van
de wet voldeed.
Het nieuwe verzoek wordt thans op het
departement van den Minister nader bezien.
Het stemt den Minister tot voldoe
ning, dat hij gedurende de eerste ver
slagperiode geen gebruik behoefde te
maken van de bevoegdheid tot onver
bindend verklaren van ondernemers-
overeenkomsten.
K. ter Laan treedt af
Als Burgemeester van Zaandam
Gistermiddag heeft de heer K. ter
Laan meegedeeld, dat hij in het
begin van het volgend jaar zijn ambt
als Burgemeester van Zaandam zal
neerleggen.
De heer ter Laan hoopt Woensdag 8 Juli
den 65-jarigen leeftijd te bereiken, doch
zijn zesjarige benoemingsperiode als burge
meester eindigt pas 5 Februari 1938.
Of hij ook als lid der Tweede Kamer zal
aftreden, is nog niet beslist. Indien de kie-
van Leiden hem het volgend jaar
candidaat stellen en het partijbestuur
de S.D.A.P. dit goedkeurt, dan zal de heer
ter Laan gaarne een vernieuwing var
mandaat aanvaarden.
NIEUW HOOGSPANNINGS-
LABORATORIUIVI TE DELFT
Cunerakerk wordt
gerestaureerd
Het Rijk zal helpen
Anderhalve ton voor de
wereldtentoonstelling te Parijs
De heer K. ter Laan werd 8 Juli 1871 te
Slochteren (Gr.) geboren. Hij bezocht de
H.B.S. en de Rijksnormaalschool te Sappe-
meer, waar hij ook als onderwijzer werk
zaam was. Later werd hij. benoemd tot Di
recteur van de Handelsschool te Delft. Ook
was hij leeraar in het Nederlandsch.
In 1901 werd hij voor de S.D.A.P. benoemd
tot lid vaui de Tweede Kamer.
Van 1905 tot 1914 maakte hij deel uit van
den gemeenteraad van Den Haag.
In 1913 werd de heer Ter Laan onder het
ministerie-Cort v. d. Linden tot burgemees
meester van Zaandam benoemd en. trad in
1914 in functie.
De heer Ter Laan was de eerste soc.-dem.
Ingediend is een wetsontwerp tot vc...uu
ging van het zesde hoofdstuk der Rijks
begrooting 1936 (onderwijs).
Nu de K.E.M.A. niet van Arnhem naar
Delft, wordt verplaatst, wil de Regeering de
inrichting van de Technische Hoogeschool
uitbreiden door aan de studenten de gele
genheid te bieden tot het doen van onder
zoekingen, welke voor een doelmatige oplei
ding van den electro,teohnjschen ingenieur
noodig zijn.
Allereerst is noodig een hoogspanningsla-
boratorium; dat tegenwoordig een van de
belangrijkste hulpmiddelen is voor weten
schappelijk onderzoek op het gebied der
clectrotechniek.
De door den rijksgebouwendienst
opgemaakte raming voor een derge
lijk laboratorium, dat voldoet aan be
scheiden eischen van het hooger on
derwijs, bedraagt f 222.000. Dit bedrag
wordt in één termijn aangevraagd,
waarmede bedoeld wordt, dat met den
bouw kan worden aangevangen zoodra
de plannen zijn uitgewerkt en de aan
besteding en gunning hebben plaats
gehad.
De Cunerakerk te Rhenen
Geraamd wordt, dat een volledige restau
ratie van de Cunerakerk te Rhenen een to
taal bedrag van f 120.000 niet zal overschrij
den.
Getracht zal worden, in den kring van het
Ned. Herv. Kerkgenootschap de kosten
nieuw meubilair, centrale verwarming en
verlichting, in totaal op ten hoogste f 20.000
geraamd, bijeen te brengen.
Er blijft dan nog f 100.000 te dekken over,
welk bedrag ten spoedigste beschikbaar
moet zijn.
Evenwel zijn de kerkelijke gemeente te
Rhenen zelve, eigenares van het gebouw, en
de burgerlijke gemeente voor het oogenblik
althans tot geen offer van eeiiige beteekenis
i staat.
De minister denkt zich de geldelijke oplos
sing als volgt: Het Rijk neemt, als tot dus-
er, 50 pet. van de f 100.000 als subsidie voor
zijn rekening. Verklaart ook de provincie
burgemeester in ons land. Onder zijn leiding
is veel tot stand gekomen.
De gemeente is thans vrij van Rijksschuld.
Burgemeester Ter Laan hoopt de bcgrooting
voor 1937 nog in orde te kunnen brengén.
Van zijn publicaties op phylologisch en
folkloristisch gebied, die wetenschappelijke
verdiensten hebben, willen wij noemen'
het Nieuw Groninger Woordenboek 1904
1929; Groninger overleveringen 1929; NederL.
overleveringen 2 dln 1931; Jaarfke, een Gro
ninger profeet 1932; Olipodrigo, 100 schimp
dichten op Groninger schoolmeesters uit de
ieuw, met historische toelichting 1933. i
In verband met de heden in Rotterdam, te
plaats van oud-redders, wien een muzikale
Utreoht zich bereid, voor haar aandeel op te
komen, en dit te stellen op 25 pet., dan
I blijft voor de kerk zelve, eventueel gezamen
lijk met de burgerlijke gemeente, nog
2p pet. over.
Dit laatste aandeel, groot f 25.000 zal zoo
noodig, eveneens van Rijkswege worden ver
strekt als renteloos voorschot onder voor de
kerk en de burgerlijke gemeente zoo weinig
mogelijk bezwarende voorwaarden. De terug
j betaling zal over een groot aantal jaren
I kunnen worden verdeeld.
Voor het oogenblik vraagt de minister dus
f 50.000 aan.
Tentoonstelling Parijs 1937
In 1937 wordt te Parijs een internationale
tentoonstelling gehouden, waaraan ook door
Nederland moet worden deelgenomen uit
prestige overwegingen, aangezien reeds een
40-tal andere regeeringen eveneens medewer
king hebben toegezegd.
Van de kosten, die op ongeveer
f 300.000 geraamd worden, zal ongeveer
de helft rechtstreeks ten laste van de
Rijksbegrooting dienen te komen. Voor
het resteerende is op verschillende
wijzen dekking gezocht. Een bedrag
van f 150.000 wordt thans aangevraagd.
EEN EIGEN GEBOUW
De Kon. Bond van Chr. Zang- en Orato-
riumvereenigingen, die kort geleden zijn 50-
- jarig bestaan herdacht en bij die gelegen
heid het praedicaat „Koninklijke" verkreeg,
heeft een eigen gebouw aangekocht aan de
Perponcherstraat 104 te Den Haag en zal
dat begin September in gebruik nemen.
A. M. BAUD f
Te Schaarsbergenis plotseling over
leden de heer A. M. Baud, oud-burgemees
ter van Nieuwveen. De overledene bereikte
den leeftijd van 81 jaar.
Vacantietochten van den
A. N. W. B.
Twee nieuwe vraagteekentochten
Aangemoedigd door het succes dat de
vorige „tochten met onbekende bestem
ming" hebben gehad, heeft de Kon. Nederl.
Toeristenbond A.N.W.B. voor den a.s. va-
cantietijd wederom een paar „vraagteeken
tochten" uitgeschreven, nl. een op Zaterdag
25 Juli'a.s. voor wielrijders en een weck-
cind-iochr, op Za'erdag - en Zondag 9 Aug.
voor autvnobilisten en motorrijders.
De wielrijderstocht is pl.m. 50 K.M. lang
en wordt gehouden op de Veluwe. De week-
eind-tocht voert door Noord-Nederland e
is 450 a 500 K.M. lang.
Het doet ons genoegen te kunnen
mededeelen, dat de A.N.W.B. rekening
heeft gehouden met de bezwaren ook
door onze Redactie geuit bij een vo
rige gelegenheid tegen het houden
van deze tochten op Zondag. Aan de
genen, die bezwaar hebben tegen het
deelnemen aan den tocht op Zondag
zal nl. gelegenheid worden gegeven
een verkort parcours van pl.m. 350
K.M. te rijden, dat in één dag kan
worden afgelegd.
RUPSENPLAAG TEISTERT WESTELIJK
ZEEUWSCH-VLAANDEREN
Verschillende deelen van ons land heb
ben den laatsten tijd van verschillend ge
dierte veel overlast ondervonden. Wij heb
ben reeds kakkerlak- en krekelplagen ge
kend, thans wordt Westelijk Zeeuwsch-
Vlaandcren door een rupsen-invasie geteis
terd. In de boomgaaVden, welke niet of niet
voldoende besproeid zijn, zit vrijwel geen
stukje groen meer aan de boomen. Alleen
de verdorde nerven der bladeren blijven
over, zoodat van de fruitoogst niet yeel te-
Het kan U te
komen. Instantine
helpt spoedig b'l
hooldpijn. kiespijn
^jnslunW
stilt en voorkomt
pijnen!
recht zal komen in de getroffen boomgaar
den. Speciaal de boomgaarden in de omge
ving van Biervliet hebben veel te lijden.
Officieele Berichten
i H.M. de Koningin, de kol.
R. v d Bent.
ONDERSCHEIDINGEN
D. A. v d I
Balen te
in de Orde
•pillen.
ridder in de Orde van Oranje
Stork, pred. te Didarn; idern
eren te Amsterdam; idem Ds
Den Haag; idem ntr W. .1.
n. Benoemd Is tot officier
:-Nassau ir J. J Fols te
n eere-medaille de Orde
toegekend aan J. H. G.
Blltho-
van Oran.
De goudt
Nassau is
e Rotterdam.
LEGER EN VLOOT
Aan den_ res.-off. van gezondh. 2 kl. R.
'leend. Idem aan d<
iheffers. Benoemd t
soneel der landmac
s.-offici
G. Zie
RIJKSLANDBOUWCONSULENT
Aan Ir J. Nüsing te Zwolle is eervol ontslag
ieend als RukslandbouWconsülent bij den
Cultuurtechn. Dienst.
IV -y
B. J. Wij zijn echter eenïgszïns vooruitgeloopen op de ge-,
beurtenissen en keeren daarom tot 1926 terug.
De finantieele toestand van 's lands kas was verbeterd en
daarom besloot de Regeering het werk zoo krachtig mogelijk
voort te zetten. Dat wilde dus allereerst zeggen dat de afsluit
dijk aangelegd moest worden. Het kleinste gedeelte, tusschen
iWieringen en de kust van Noord-Holland was, zoo we reeds
zagen, gereed gekomen. Doch dat was slechts kinderwerk bij
wat nog tot stand moest komen. Van Ewijckssluis tot Wie-
ringen is het Amsteldiep slechts 2.5 K.M. breed en dit stukje
dijk staat ook wat betreft de kracht, die het heeft te weer
staan, in geen verhouding tot het machtig werk, dat nog tot
stand moest komen: de 30 K.M. lange dijk van Wieringen
naar de Friesche kust bij Zurich.
Beteekenis van de afsluitdijk
Hierbij rijzen allicht bij de leek op dit gebied een tweetal
Vragen.
De eerste ïs, waarom een afsluitdijk 'noodig is, nu men toch
hiet de geheels Zuiderzee ging droogmalen. En de tweede
vraag zal luiden, waarom niet van eiland tot eiland de dijk
aangelegd werd. Dus van Den Helder naar Texel, en van
Texel naar Vlieland, van hier naar Ameland enz.
Het antwoord op deze vragen kan kort zijn.
Een afsluitdijk is noodig om daardoor te bewerken, dat de
dijken om de afzonderlijke droog te maken deelen, de vier
polders dus, minder zwaar behoefden te zijn. Indien er na
melijk geen afsluitdijk zou komen dan zou het zeewater bij
vloed en bij stormen uit het Noord-Westen in de door de
inpolderingen zeer sterk trechtervormig geworden Zuiderzee
tot zulk een hoogte stijgen, dat daartegen dijken van bijzondere
zwaarte moesten aangelegd worden. Door met één zware dijk
de geheele Zuiderzee tot een binnenmeer te maken kon men
volstaan de dijken om de afzonderlijke polders minder zwaar
en minder hoog te maken dan men anders had moeten doen.
Dit geeft een zeer groote besparing niet alleen op aanleg-,
maar ook op onderhoudskosten.
De Zuiderzee afsluiten door de zeegaten te dichten zou
bezwaarlijk gaan, misschien wel geheel onmogelijk zijn. De
zeegaten toch zijn buitengewoon diep. In het Marsdiep bij
voorbeeld staat over het grootst gedeelte van de breedte
30 Meter water en op sommige plaatsen nog meer. (De ge
middelde diepte van de Zuiderzee is ca. 3 Meter, met alleen
in het midden een wat dieper gedeelte van 5 a 6 Meter.)
Daar komt bij, dat de dijken tusschen de eilanden de volle
kracht van de Noordzee zouden hebben te verduren. Zoo het
al mogelijk ware geweest ze aan te leggen, zou dit toch
enorme kosten hebben meegebracht.
De dijk werd derhalve aangelegd in een gedeelte van de
zee waar het ondiep was, en wel zoover van de Noordzee,
dat het geweld van deze door de eilanden voldoende ge
broken is. De richting Ewijckssluis-Wieringen, Wieringen-
Zurich was de meest geschikte.
Toch kon ook weer niet volstaan worden met het opwerpen
van een dijk alléén. Het IJsselmeer, dat na de afsluiting is
ontstaan, ontvangt het water van de IJssel en van de lande
rijen, die dit IJsselmeer omgeven en hierop uitwateren. Alle
plannenmakers hadden hiermede wel min of meer rekening
gehouden en daartoe afvoerkanalen of,- zooals van Diggelen^
De afwateringssluizen in de afsluitdijk bij 'den Oever.
stroombanen ontworpen. Door dit IJsselwater en het water
van de polders zou het IJsselmeer te vol worden.
Daarom moet voor afvoer gezorgd worden. Met het oog
hierop heeft men in de afsluitdijk dan ook afwateringsluizen
gemaakt. In totaal 25; drie groepen van vijf, kort bij den
Oever en twee groepen van vijf op ongeveer 4 K.M. van de
Friesche kust verwijderd. Met opzet heeft men deze punten
gekozen, omdat hier de zee de diepste geulen heeft en dus
voor snelle afvoer van het water gelegenheid is. Elk der 25
sluizen is 12 M. breed en heeft een diepte van ca. 4 M. bij
laag water. Ten behoeve van de scheepvaart is naast ieder
van de beide sluizengroepen nog een schutsluis gemaakt, die
schepen tot 2000 ton door kunnen laten. Bij het Kornwerder-
zand (dat is dicht bij de Friesche kust) is met het oog op de
drukke vaart op Harlingen nog een kleinere schutsluis ge
bouwd voor schepen van hoogstens 600 ton.
In verband met het feit, dat nu de Zuiderzee niet meer als
reservoir kan dienen om de door de zeegaten opdringende
stormvloeden op te vangen en deze thans alleen het Noorde
lijk deel van de Zuiderzee maar meer over hebben, zijn de
dijken langs de Friesche en de Noord-Hollandsche kust ver
zwaard moeten worden.
Aanleg van de afsluitdijk
De aanleg van de afsluitdijk had, in het kort medegedeeld,
op de volgende wijze plaats.
Eerst werden de plaatsen waar de sluizengroepen zouden
komen geheel omdijkt, daarna leeggemalen om daar gemak
kelijk de zware sluiswerken te kunnen aanleggen. Bij de Oever
rusten deze op het keileem, bij het Kornwerderzand is er
geheid om een goede fundeering te verkrijgen. Op de fun
deering zijn weer platen van gewapend beton aangebracht,
waarop de sluiswerken zijn opgebouwd in beton en gewapend
beton bekleed met geperste betonsteen of met basalt.
Bij de aanleg van de afsluitdijk ïs wat hoogte en wat
sterkte aangaat maar niet op goed geluk gehandeld, maar er
liggen uitgebreide studies aan ten grondslag.
Zoo werd heel spoedig, nadat het besluit tot droogmaking
van de Zuiderzee genomen was, een commissie ingesteld, die
te onderzoeken had, hoe hoog de stormvloeden het water, als
de afsluitdijk er eenmaal zou zijn, in de Waddenzee zou kun
nen opvoeren. Voorzitter van deze commissie was Prof. H.
A. Lorentz.
Reeds eerder was door'een meteoroloog Galle deze aange
legenheid in studie genomen, aan de hand van de gegevens,
verkregen over de drie hevigste stormen der laatste vijftig
jaren. Verschillende berekeningen worden door hem gemaakt
in verband met de waterstand aan een aantal peilschalen en
met astronomische gegevens.
Omstreeks de tijd, dat de commissie-Lorentz ingesteld
werd promoveerde Ir. C. W. Lely (zoon van den bekenden
Zuiderzee-ingenieur Ir. C. Lely) en zijn dissertatie ging over
hetzelfde onderwerp als de commissie-Lorentz in studie had.
Ir. Lely berekent echter op geheel andere wijze dan Galle het
vraagstuk, hoe hoog de hoogste stormvloed wel zou kunnen
oploopen. Hij gaat nl. uit van het feit dat, door het minder
zoutgehalte de waterstand in de Zuiderzee reeds 8 cM. met
die in de Waddenzee verschilt. Van een aantal stormvloeden
berekende hij het windeffect. Dit is natuurlijk afhankelijk van
windrichting en windkracht. Met nog meer ingewikkelde
berekeningen komt Lely dan tot een bepaald resultaat.
De commissie-Lorentz gaat weer van een ander standpunt
uit en neemt alleen de waterloopkunde tot uitgangspunt der
berekeningen, die eerst gingen over de toestand bij gewoon
getij en daarna herhaald werden voor de stormvloeden, die
ook Galle en Lely als uitgangspunt namen bij hun bereke
ningen, daarbij de ongunstigste omstandigheden als basis
nemend.
De commissie-Lorentz komt op grond dezer berekeningen
er toe te veronderstellen, dat de waterhoogten voor de afsluit
dijk en langs een deel van de Friesche kust zeer veel hooger
zullen zijn, maar dat de stroomen bij hevige storm minder
sterk zouden worden. Ook door het Eierlandsche gat zal in
het vervolg bij krachtige storm weinig water meer binnen
komen in tegenstelling met voorheen, toen er bij storm veel
water door dit gat binnen kwam (bij gewone eb- en vloed
beweging voorheen ook al niet).
Wij kunnen op de technische details van deze berekenin
gen hier niet verder ingaan ®n deelen alleen maar mede, dat
op grond van de onderzoekingen van de commissie-Lorentz
meh besloot de afsluitdijk te maken volgens hierbij afgebeeld
dijkprofiel, dat we ontleenden aan het boekje getiteld „De
werken uitgevoerd door de N.V. Mij. tot Uitvoering van de
USSELfTEEQ
A££.
Zuiderzeewerken". Deze Maatschappij meer bekend als de
„M.U.Z." werd opgericht op 27 Juli 1926, nadat in Mei van
dat jaar de beide Kamers der Staten-Generaal de wetsvoor
stellen tot versnelde uitvoering der Zuiderzeewerken hadden
aangenomen en deze ontwerpen op 25 Mei 1926 tot wet
waren verheven.
De dijk zelf is bij gedeelten aangelegd. Eerst de aan de
Friesche kust en aan Wieringen aansluitende deelen van ca.
4 K.M. tot men kwam aan de van uit het Marsdiep en uit
het Vlie reikende stroomgeulen waardoor het eb- en vloed
water af- en aanstroomde. Bij het verder dichtmaken zou
deze eb- en vloedstroom steeds meegaan tot voor de kop van
het nieuw aangelegde dijkgedeelte. Hierdoor zou steeds een
belangrijk deel van de aangebrachte dijkgrond weer wegge
spoeld worden. Daarom heeft men deze stroomgeulen. de Mid-
delgronden bij de Friesche kust en de Vlieter bij Wieringen
voorloopig opengelaten. Men is toen men aan deze stroomgeu
len toe was begonnen vanuit een opgeworpen eiland op de
zandplaat midden in de zee, het z.g. Breezand. De Vlieter
en de Middelgronden heeft men ondertusschen tot op 4 Meter
onder laag water volgestort met keileem wat zonder bezwaar
voor de stroomingen kon geschieden. Om wegspoelen tegen
te gaan werden deze gedeelten met zinkstukken beschut.
7
De dijk werd opgeworpen van keileem en zand. Keileenï
ïs een taaie leemsoort, die veel keien bevat en op den bodem
van de Zuiderzee in groote hoeveelheid wordt gevonden. Dit
was een gelukkige omstandigheid, want keileem is voor aan
leg van zeeweringen van onschatbare waarde en het feit, dat
het zoo gemakkelijk van dichtbij aangevoerd kon worden gaf
beduidende kostenbesparing. De buitenzijde van de dijk is
van dit keileem opgeworpen en het aan het IJsselmeer lig
gend deel is van zand.
Het systeem, dat toegepast werd bij het aanleggen van de
afsluitdijk is geheel gelijk aan dat, dat gebruikt werd bij de
aanleg van de Wieringermeerdijk en ook van die rondom de
proefpolder Andijk. Op de zeebodem werd eerst door z.g.
onderlossers keileem gestort. Later als de onderlossers er
niet meer varen konden werd dit keileemstorten voortgezet
met grijpkranen, tot men boven de waterspiegel kwam. Op
eenige afstand achter deze keileemdam werd zand gestort,
zoo hoog mogelijk en daarna werd zand ingeperst tot de ver-<
eischte hoogte. Dit persen geschiedde door zand met water
vermengd aan te voeren tusschen keileem- en opgestorte zana-
dam. Het water laat men afvloeien en het zand blijft als een
zeer dichte compacte massa achter.
Daarna wordt de dijk verder afgemaakt en op de waterlijn
beschermd door een steenglooiing, onder water met kraag of
zinkstukken van gevlochten rijshout vervaardigd.
De kruin van de dijk is 7 a 7.50 M. (aan de zijde van de
Waddenzee) en 4 M. (aan de IJsselmeerzijde) boven N.A-P.
gelegen en op de laagwaterlijn 88.20 M. breed. De kruin
breedte is 32.50 M. zoodat naast de breede rijweg met een
mooi fietspad nog ruimte overblijft voor een spoorweg met
dubbel spoor. Onder water wordt de voet beschermd door
zinkstukken van rijshout, boven water zijn steenglooiingen
aangebracht.
III stond in ons blad van 23 Juni.
Wij vestigen de aandacht der lezers van deze artikelen op
de reizen naar de Wieringermeer, welke het Reisbureau
„Libertas", Goudsche Singel 105 te Rotterdam regelmatig
dezen zomer maakt. Een tocht naar onze Twaalfde Provin-
cie schenkt eiken deelnemer voldoening.
Men zie over deze reizen de publicaties, die geregeld in ons
blad verschijnen.
De e.v. reis heeft plaals Vriidas 10 Juli a.s.