rtd&ü VEILIGE WEGEN VOOR HET AUTOVERKEER DAGERAAD DONDERDAG 25 JUNI 1936 TWEEDE BLAD PAG. 5 INTERVIEW MET MINISTER VAN WATERSTAAT Wegenplan 1932 geldt een jaar langer De Spoorwegen nog onmisbaar Met liet oog op de steeds toenemende be hoefte aan nieuwe en veilige wegen voor 't autoverkeer, heeft een redacteur van het A.N.P. een onderhoud gehad met den minis ter van Waterstaat, jhr ir O. C. A. van Lidth de Jeude. Speciale autowegen In de eerste plaats herinnerde de journar list onzen verkeersminister aan een rede, die Z. Exc., voordat hij zijn ambt aanvaard de, in 1932 hield, over de urgentie van spe ciale autowegen, die toen door ir van Lidth de Jeude economischer werden geacht dan de autowegen met nevenbarten voor niet- motorisch verkeer. Is zoo werd de vraag tot den minister gericht uw opvatting ten deze onveran derd gebleven? Dat is inderdaad het geval, wanneer men althans te maken heeft met intensief snelverkeer. Voor speciale autowegen heeft men echter minstens vier rijbanen noodig, met een scheidingsstrook in het midden, terwijl kruisingen niveau niet, of althans zoo min mogelijk aanwezig mogen zijn. Het is de bedoeling, onze nieuwe pri maire wegen, voorzoover daarop intensief snelverkeer te verwachten is, reeds dadelijk of in de toekomst als autosnelwegen aan te leggen. Dat zullen dan in de eerste plaats zijn de groote verbindingen Noord—Zuid en OostWest. In voorbereiding is thans een nieuw over zicht van de wegen, welke in de naaste toe komst moeten worden aangelegd of ver beterd. Het ligt n.l- in de bedoeling, het Rijks- wegenplan-1932, dat evenals het vorige (1927) voor een werkperiode van vijf jaren was opgezet, een jaar langer te doen gelden, om zoodoende tijd te win nen voor een geheel herzien wegen plan, dat dan in 1938 kan wordqji vast gesteld. Daarbij zal dan tevens "reke ning worden gehouden met de behoefte aan wegenverbetering ten plattelande. Voor verscheidene niet-intensief bereden primaire wegen kan m.i. voorloopig met minder dan vier banen worden volstaan, ook zonder dat de veiligheid in het gedrang komt. De weg KeulenDusseldorf De interviewer vroeg den minister volgens naar diens indrukken betreffende den specialen autoweg Keulen—Dusseldorff, waarvan Z. Exc. de opening op Hemel vaartsdag heeft bijgewoond. Mijn bezoek aldaar, zoo antwoordde de minister, gold niet alleen den Rijksautoweg KeulenDusseldorff, maar ook de „Nur Autóstrasse" Frankfurt—I-Ieidelburg—Marai heim, die reeds een tijd geleden in gebruik werd gesteld. Vergeleken bij de „Nur-Autóstrasse" Keu len—Bonn, welke ik vroeger reeds bereed, beteekenen laatstgenoemde wegen langrijke verbetering. Men heeft er ten zeerste rekening gehouden met het natuur schoon, dat van den weg af in dit geacci denteerde boschrijke gebied in ruime mate te genieten valt,terwijl er geen enkele krui sing a niveau is. Mijn eindindruk Is, dat het mooie wegen fcijn, maar tevens, dat wij met onze nieuwe Wegen in vergelijking met Duitschland geen Slecht figuur slaan. Onze nieuwe wegen hebben rijbanen van elk 3 meter met 0.50 M. kantstrook en 2.50 M. zijberm, terwijl de Duitsche wegen voor elke verkeersrichting rijbanen van 3.75 M. met een scheidings strook van 5 M. tusschen beide wegen en een meter kantstrook met een meter zijberm aan de rechterzijde hebben. Het gevaar van ïripleeren op een rijweg van 7.50 M. is op die wijze niet denkbeeldig, terwijl het op onze wegen met scheidingsstrook, wanneer er aan weerszijden twee banen van 3 M. of iets meer zijn, niet mogelijk is, dat drie auto's naast elkander rijden. De 2.50 M. harde berm laat ten onzent een rustig en Veilig stationneeren van defecte auto's op den zijberm toe, terwijl bij de Duitsche wegen die gelegenheid niet voldoende is. Gering nuttig effect onzer auto-wegen De A.N.P.-redacteur bracht vervolgens bezwaar naar voren, dat hier te lande de aanleg van autowegen in zoo kleine gedeel ten verspreid geschiedt en constateerde.dat zoodoende het nuttig effect uiterst gering is. De minister erkende dit bezwaar, doch zeide, dat. anderzijds niet mag worden geten, dat ook wij wegen aan één weten te maken, bijv. AmsterdamSasscn- heim. Van den weg RotterdamEist, ter lengte van 100 K.M., is het gedeelte tusschen Ridderkerk en Waardenburg in uitvoering en gedeeltelijk reeds voltooid. De weg Den HaagGoudaUtrecht, een weg van 00 K.M., gelegen in uitzonderlijk slecht terrein, is in een vergevorderd stadium van uit voering. Bovendien worden er vele millioenen aan onze bruggen over de groote rivieren besteed, waarvan dit jaar die te Nijmegen en te Vianên geheel gereed kwamen en die bij dien Moerdijk bijna gereed is. Naast de 9 a 10 millioen per jaar uit het Verkeersfonds, is verleden jaar 12 millioen en wordt dit jaar weder 10 millioen uit het Werkfonds aan de wegenverbetering ten koste gelegd. Hoewel de middelen beperkt zijn, wordt inderdaad al het mogelijke ge daan, om de wegen te doen beantwoorden aan moderne eisohen. Strijd tusschen rail- en motorverkeer Nog gaf de redacteur uiting aan zijn In druk, dat spoorweginvloeden den auto wegen-aanleg belommeren. De minister ontkende niet, dat de scherpt strijd tusschen rail- en motorverkeer invloed op de verkeerspolitiek had uitgeoefend, doch achtte zoodanigen invloed op de auto-wegen- aanleg niet aanwezig. Wij kunnen de Spoorwegen echter nog niet missen. Misschien over 50 jaar wel. Maar thans moet de Staat de tekorten bijpassen wordt hard gewerkt om die zoo klein mogelijk te doen zijn. Onder andere heeft men in dit verband goede verwachtingen an de electrificatie. De afsluitdijk Ten slotte vestigde de interviewer de aan dacht op den afsluitdijk, waarvan tot alleen de zuidelijke helft ven het dwars profiel voor het autoverkeer is ingericht terwijl nog altijd de noordelijke helft braak ligt, omdat men bij den aanleg van den dijk de meening was toegedaan, dat daar een spoorweg behoorde te worden geconstru eerd. Is zoo vroeg hij Uw Exc. van meening, dat men daar ooit nog tot spoor- egaanleg zal besluiten? Voorloopig zal daar zeker niets van ko men, antwoordde de minister, maar evenmin zal men op dat noordelijke gedeelte een auto weg aatulegg-en voor het verkeer naar Fries land. Daarvoor is het verkeer niet intensief genoeg. Bij vermindering van de drukkende be lastingen, waaraan het automobolisme is onderworpen, zal dit in het algemeen cn zeker ook op de afsluitdijk stellig inten- worden, was het wederwoord. Dan zullen wc verder zien, wat ons te doen staat, besloot de minister. Restauratie St. Maartenskerk te Zaltbommel Een overzicht van wat noodig is De restauratie-commissie voor de St. Maartenskerk te Zaltbommel, welke pogin gen in het werk stelt om te komen tot een restauratie van dat gedeelte der kerk dat thans door bouwvalligheid het bestaan dit fraaie gothische monument bedreigt, heeft ir» een persconferentie aangetoond hoe noodig het is, dat binnen efzienbaren tijd met dit restauratie-werk wordt begon- De burgemeester van Zaltbommel heeft be toogd, dat het hier gaat om drie punten: de schoonheid van de St. Maartenskerk, groote verval der kerk en de mogelijkheid tot herstel ervan. n bezoek aan de kerk gaf de advi seur voor de restauratie, de architect ir. A, •n der Steur uitgebreide toelich tingen. Hij wees daarbij op de voornaamste oorzaken van het verval van het kerkge bouw: de inwatering als gevolg van bet ver gaan der dakbedekkingen, die ten deele on juist geconstrueerd zijn, cn het verweren an de afdekkingen der contraforten. Overi gens vertoont de kerk geen ernstige afwij kingen niets wijst op een onvoldoende toestand van de fundeering of de pijlers, al zijn onaangename verrassingen nooit ge heel uitgesloten. Een voorloopige begrooting van de kosten der werkzaamheden die noodig zijn om het kerkgebouw voor onherroepelijk verva* behoeden, komt tot een bedrag van ruim een ton. Van de kosten neemt het rijk 50 procent voor zijn rekening en de provincie 10 procent, terwijl gehoopt wordt, dat ook de gemeente Zaltbommel een subsidie van 10 procent zal willen verleenen. Voor reke ning van de kerkvoogdij, die wellicht nog een waarschijnlijk maar bescheiden subsi die van de Synode zal kunnen verkrijgen, blijft dus 30 procent van het totale bedrag of f 33.450. Om te kunnen beginnen met het aller-urgentste. de daken der zijbeuken, is ongeveer f 40.000 noodig. Hiervan komt vol gens bovenstaande berekening 30 procent of rond f 12.000 voor rekening van de kerk voogdij. Om het gebouw te kunnen red'den wordt een beroep gedaan op het Nederland- 6ohe publiek. Voor 3 maanden verlengd Naar mag worden verwacht, zal do tingenteering van superfosfaat per 1 Juli as. voor het tijdvak van 3 maanden worden verlengd. Als basistijdvak zal daarbij de periode 1 Mei 1935 tot 1 Mei 1936 gelden, ter wijl het autonoom percentage op 60 is ge steld. Dit percentage heeft betrekking op de autonome landen-con tingenten, derhalve niet op de bij handelsverdrag verleende contingenten, welke in vele gevallen lioo- ger zijn. Officieele Berichten Beter laat dan nooit Of: Beter nooit dan te laat? Het zal velen zijn opgevallen, dat oud minister Verschuur te Alkmaar op de Prov. Landdag o.a. gezegd heeft over „Muntcor- rectie'': „Muntcorrectie moet one thans, nadat wij het onmogelijke beproefd hebben de be handeling en verwerping der vaste la sten- ontwerpen heeft de situatie opgehelderd over het doode punt heen helpen. Deze woorden, aldus de r.k. Res.bod uit den mond juist van oud-Minister Ver schuur hebben velen verbaasd. Er zijn er, die beweren, dat het beter ware geweest, zoo Nederland tegelijk met Engeland aam „muntoorrectie" g had. Minister Verschuur deed toen echter niet mee en voelde blijkbaar meer voor proefnemingen op de „andere weg". „Beter laat dan nooit", zal men nu wil len beweren. Maar we vragen ons toch af, of er thans niet velen zijn die de zaak zul len willen omdraaien in: Beter nooit dan te laat. Vooral degenen die reeds stevig gebloed hebben door loonsverlagingen zon der einde En men kan het nu wel eens voor de variatie met muntoorrëctie probeeren, maar België geeft nu niet bepaald ver trouwen, dat het daarmee lukken zal Tegen deze redeneering valt o.i. niet veel in te brengen. Letlandsche watervliegtuigen op Schellingwoude Gisteravond te ongeveer half zeven, !s in de Marine-vlieghaven te S c h e 11 i n w o u d e een eskader van drie Letlandsche militaire watervliegtuigen aangekomen, die een tocht maken langs Oost- en Noordzee en daarbij, behalve ons land, ook Denemarken, Engeland en Frankrijk bezoeken. Het eskader bestaat uit drie eeumotorige Fairey Seal toestellen, die plaats bieden aan drie personen. Commandant van het eskader is de kolo nel Indans, die vergezeld wordt door drie kapiteins, drie kapitein-luitenants, een se: geant-majoor en een sergeant. Naar oud Letlandsch gebruik bood het dochtertje van den consul van Letland Amsterdam, den heer van Monjou, den com mandant van het eskader, bij wijze van ver welkoming brood met zout aan als symbool der gastvrijheid. Te drie uur vanmiddag zou het eskader weer vertrekken van Schellingwoude. Op den terugweg zal het, op 30 Juni a.s., nog een kort bezoek brengen aan het vlieg kamp „de Mok". M.s. .3ALOERAN" In verband met de haveijstaking in Mar seille heeft het m.s Baloeran haar passa' giers te Cannes gedebarkeerd, waar van' daan de passagiers per speciale trein over eenkomstig de dienstregeling zooals ip het vorig bericht gemeld, naar Holland zijn vertrokken. VRIJDAG 26 JUNI HILVERSUM I 1875 M. Alsem. programma, verzorgd door den KRO. 8.009.15 en 10.00 Gram.pl. 11.30—12.00 Voor zieken en ouden van dagen. 12.15 KRO-orkest. 3.30 Orgelconcert. 5.30 KRO-MeloLsten (Om 6.00 Land- en tuinbouwhalfuur;. 7.15 Causerie over Landelijke ruitersport door J. Stok G.Jzn. 7.45 Causerie over het ontstaan der postzegels door L. ,T. A. M. L a m m e r s. 8.00 Berichten ANP. 8.10 KPiO-symphonie-orkest. 8.45 Repor tage. 9.30 Concert. 10.00 Mooi Nederland. 10.30 Berichten ANP. HILVERSUM H 301 M. 8.00 VARA. 12.00 AVRO. 4.00 VARA. 8.00 VPRO. 11.00— 12.00 VARA. 8.00 Gram.pl. 10.00 Morgen wijding VPRO. 10.15 Voordracht. 11.15 Voordracht. 2.00 Knipcursus. 2.30 Om roeporkest. 4.00 De Notenkrakers. 5.00 Kinderuur. 5.30 Orkest. 7.00 Causerie „Vóór honderd jaar". 7.50 Berichten ANP. 8.00 Vrijz. Godsd. Persbureau. 8.05 Lezing „De waarheid der religie". 8.30 Cello en piano. 9.00 Lezing „Kinderen thuis", door Prof. R. Casimir te Den Haag. 10.00 De kerken en de theologie in Amerika. 10.40 Avondwijding. 11.00 Be richten ANP. DROITWICH 1500 31. 1.35—2.20 Solisten concert. 2.50 Strijkkwartet. 3.353.50 Causerie. 4.20 Orkest. 5.35 Kwintet. 6.50 Fluit-recital. 7.10 Voor tuinliefhebbers. 7.30 Muzikale dialoog. 7.50 Het Raymon- de-orkest. 9.05 Orkest. 10.20 Causerie over Kano-Toerisme. 10.40 Sopraan en orgel. RADIO PARIS 1648 M. 8.20 Gram.pl. 11.20 Orkestconcert. 4.20 Kwartetconcert. 9.05 Liberair-muzikaal programma. KEULEN 456 31. 6.50 Populair concert. 12.20 Omroepkleinorkest. 4.20 Literair-muzi- kaal programma. 6.20 Weragkamerorkest. 8.30 Voor soldaten. BRUSSEL 322 en 484 M. 322 M.: 12.50 Salon orkest. 5.20 Omroeporkest. 8.35 Hoorspel. 9.20 Klein-orkest. 484 M.: 1.502.20 Gram.pl. 5.20 Fransche liederen. 5.40, 6.10 en 6.35 Gram.pl. 6.50 Pianorecital. 7.35 Zang. 8.20 Voor oud strijders. 9.50 Zang. 10.45—11.20 Accorde- onmuziek. DEUTSCHLANDSENDER 1571 M. 8.30 Het Omroeporkest. 10.50 Viool en piano. Nederlandsche Bond van Boekbinderspatroons Te Arihean werd de 27ste jaarvergadering van de Ned. Bond van Boekbinders-patroons gehouden. In zijn openingswoord bepaalde de voor zitter, de heer F. L. van der Bom, van Amsterdam, de leden bij de noodzakelijk heid om ook als werkgevers-vakvereeniging niet allereerst aandacht te schenken aan de eb en vloed in den gang van het bedrijf, doch allereerst te letten op de levenshouding die ieder persoonlijk en zoo ook de vereeni- ging als zoodanig, in deze innemen. Gezien den gang van de ontwikkeling van het bedrijfsleven, achtte het bestuur het nood zakelijk aan den Bond vast te verbinden een economisch opgeleide kracht, wiens werkkracht, temeer daar deze geheel aan de vereeniging zal worden gewijd, in dezen tijd meer vrucht voor de leden kan afwer pen. Uit het verslag van den secretaris bleek, dat in het afgeloopen jaair vooral voortdurend contact was gehouden met de andere grafische organisaties en het plaat selijk vereenigingsleven is tot meerdere ont wikkeling gekomen. Het aantal leden is iets vooruitgegaan. Uit het verslag van dten penningmeester bleek de doorgevoerde bezuiniging der bonds-administratie, waardoor het mogelijk was ook de contributie voor het volgend jaar te verlagen. De bijzondere aandacht der le den had het aftreden van Mr. J. C. Steneker, tengevolge van de opheffing van de functie als raadsman van den Bond. De voorzitter herinnerde aan het werk, dat genoemde heer gedurende ruim 17 jaar voor de vereeniging had verricht. MINISTER DE GRAEFF NAAR GENèVE De minister van Buitenlandsche Zaken is gisteravond, vergezeld van den chef van de afd. Volkenbondszaken van zijn departe ment, Prof. Frangois, van het Staatsspoor station naar Genève vertrokken. Koopt Zomerpostzegels Naar wij vernemen heeft het hoofdbestuur der P.T.T. naar aanleiding der ontstane verwarring van de zomerpostzegels met de Utrechtsche Universiteitspostzegels nogmaals aandacht der loket-ambtenaren gevestigd op de in de daaromtrent uitgegeven dienst order vervatte opdracht om bij den aankoop door het publiek van frankeerzegels van V/2, 5, 6 en 12y2 et de aandacht te vestigen op het verkrijgbaar zijn der zomerpostzegels. Pas als men geen zomerpostzegels wenscht worden gewone postzegels aangeboden en dan thans eerst de gelijkwaardige Univcrsi- teitspostzegels. GESLOTEN TIJD VISSCHEN ANSJOVIS De minister van Landbouw en Visscherij heeft bepaald, dat de gesloten tijd voor het vissohen met het staand, ansjovisnet, de ansjovisfuik, het ansjovissleepnet en den wonderkuil in de Waddenzee ia 1936 zal ingaan op 15 Juli inplaats van op 1 Juli. Voorts heeft de minister bepaald, dat de gesloten tijd voor het visschen met de ansjo visfuik, het ansjovisleepnet en het staand ansjoviswant in de Zeeuwsche Stroomen in zal ingaan op 15 Juli in plaats van op 1 Juli. De Zuiderzeesteunwet De toeslagen op bedrijfsinkomsten Het Tweede Kamerlid Drop heeft aan den Minister van Waterstaat de volgende schrif telijke vragen gesteld: 1. Is het waar, dat de rijksdienst ter uit voering van de Zuiderzeesteunwet heeft be sloten, de toeslagen op bedrijfsinkomsten, verleend volgens art. 6 der Zuiderzeesteun wet aan belanghebbenden in den zin dier wet, voorloopig na 21 Juni 1936 niet verder uit tc betalen? 2. Wil de Minister, indien vraag 1 bevesti gend moet worden beantwoord, mededeel en, wat de redenen voor dit besluit zijn geweest en voor welke groepen van belanghebbenden deze beslissing geldt, zulks met mededeeling van den vol ledigen inhoud der vastgestelde toeslagregelingen? 3. Indien vraag 1 in ontkennendsn zin zou moeten worden beantwoord, wi! de Minister dan alle vastgestelde toeslagregelingen publi- ceeren met mededeeling, voor welke groepm van belanghebbenden deze verschillende re-= gelingen gelden? pROTTtRDAMMEH De ideale zomerdrank ■Ook bij domes zeer geliefd !S spuit, mineraal-of sodawater, al of met met suiker, en een scheutje (Adv., Woonwagenkampen langs rijkswegen Gevaarlijk voor het verkeer De minister van Binnenlandsche Zaken deelt in een 'circulaire aan de gemeentebe sturen mede, dat de minister van Waterstaat het volgende onder zijn aandacht heeft ge- De klacht is vernomen, dat het verkeer op de rijkswegen hinder ondervindt van de aan- 'ezigheid van woonwagenkampen in de na bijheid van die wegen. Het vestigen van der gelijke kampen in de onmiddellijke nabijheid van rijks- en andere hoofdwegen is in be ginsel zeer ongewenscht en zal derhalve zoo mogelijk moeten worden tegengegaan. De kampen brengen op een voor het doorgaand verkeer bestemden weg groote gevaren en hinder mee, terwijl zij in het algemeen een wenig fraai beeld vertoonen, reden waarom het gewenscht is, het vestigen van woonwa genkampen in de nabijheid van groote we gen tegen te gaan. Rechtstreeksche verbinding van de woon wagenkampen met rijkswegen zal zoo moge lijk, in het verkeersbelang, moeten worden tegengegaan. Voor zoover noodig, verzoekt minister de Wilde deze aangelegenheid zoodanig te wil len regelen, dat het verkeer van de aanwe zigheid van woonwagenkampen zoo weinig mogelijk hinder ondervindt. Feuilleton (41 door H. KINGMANS HOOFDSTUK XII „Den Heere zij dank, dat je weer heelhuids terug bent", stamelde Hilligje, Munco vol liefde om den hals vallend, toen hij op een avond in de derde week van Februari het huisje zijner moeder binnenstapte. „Wat ben je lang weggebleven! Bijna twee weKen." „Entens was diep in het Westerwoldsche", antwoordde hij, zich buigend over de houten krib in den hoek van het ver trekje, waar de kleine Munco, die voorspoedig groeide, sliep als een roos. „St. st Hij slaapt", waarschuwde Hilligje, om dan de weduwe Ketel te gaan zeggen, dat Munco terug was. In overleg met burgemeester Hillebrands was Munco Ketel naar Barthold Entens gegaan, om dezen te verzoeken, met zijn troepen in de buurt van de stad te komen, in verband met da loopende geruchten, die steeds hardnekkiger werden, omtrent plannen van Rennenburg. „Heb j;e Entens gesproken?" vroeg Hilligje. Zij leefde, evenals haar schoonmoeder en schoonzuster leven dig met de gebeurtenissen mede, al hield zij vaak haar hart vast, als zij dacht wat komen kon. Want Munco zou niet op den achtergrond blijven. Zij begeerde dat cok niet. Maar wat zouden de gevolgen kunnen zijn? Ze beleefde moeilijke dagen, waarin zij echter werd gesteund door Munco's moeder, die haar steeds wees op den Heere, Die de Zijnen niet verlaten zou, ook niet in de ure des gevaars. „Ja, hij kende mij nog zeer goed en was eerst niet best te spreken. Maar toen ik hem het doel van mijn komst vertelde, veranderde hij. Entens was al geheel op de hoogte en verwacht, dat Rennenburg eerstdaags zijn slag zal slaan." „Hoe weet hij dat?'' „Nu ja, de geruchten liepen al lang. En ken je vrouw Andringa?" „Van den goudsmid?" „Ja, die. Nou, die kwam verleden week uit Emden in Delfzijl aan. Entens was er juist. Nu was Andringa de goudsmid van Billy. Dat wist Entens. Hij vertrouwde het niet, dat die Spaansch gezinde zoo aan het reizen was en onderzocht haar. Hij vond op haar een pas van Billy en een brief van procureur Kempis, waarin stond, dat hij de brieven van Panna aan dm Graaf Van Rennenburg had ter hand doen stellen." „Het is alles verraad, Munco. Rennenburg is een judas, al is hij nog zoo vriendelijk voor ons." „We zijn er allen van overtuigd. Daarom begrijp ik burge meester Hillebrands niet. Hij gelooft het ook en tóch twijfelt hij weer. Ik zeg, dat die uitlander niet te vertrouwen is." Hilligje kon moeilijk hebben, dat men iets van haar ouden meester zeide. „Mijnheer Hillebrands denkt zoo lang mogelijk het goede van een mensch", zeide zij. Munco lachte hartelijk. Maar dan werd hij in eenen weer ernstig, daar hij de toekomst donker inzag. „Ja, jij verdedigt burgemeester Hillebrands altijd, Hilligje. En dat kan ik natuurlijk wel begrijpen, maar ik geloof tóch, dat de burgemeester te goed over den Graaf van Rennenburg denkt." ZiL antwoordde er niet op, ook al, omdat zij diep in haar hart Munco eigenlijk gelijk moest geven. Maar erkennen wilde zij dat niet. Bovendien, al dacht burgemeester Hillebrands als de anderen, wat veranderde dat? Het was toch niet mogelijk, een aanslag op de stad te doen, zelfs niet al was Barthold Entens in de buurt? Of zou dat toch de bedoeling zijn? „Als Entens nu dichtbij is, wat gebeurt er dan?" vroeg zij opeens. ,,'k Weet het niet, vrouwtje. Als de Stadhouder iets uitvoeren mocht, zullen we Entens binnen laten", dacht hij. „Misschien gebeurt het ook niet. 'k Weet het nog niet" De weduwe Ketel trad daarop binnen en verwelkomde vol blijdschap haar zoon, die ook haar het relaas van zijn tocht deed. „Ben je al bij burgemeester Hillebrands geweest, Munco?" vroeg zij. „Neen, moeder, nog niet. 'k Ga straks." In de houten krib kwam beweging. De kleine Menno opende de oogen en zette een vervaarlijke keel up, bewijs gevend, dat hij een stel goede longen bezat. Toen zijn vader hem uit de krib nam en hem paardje liet rijden, was het verdriet natuurlijk onmiddellijk over en kraaide de rakkert van de grootste pret „Jongen, wat zal er toch van ons terecht komen?" vroeg Munco Ketel opeens, met deze vraag, meer tot zichzelf gericht, aan- toonend, dat hij niet met zijn hart bij het spel met den jongen was. „Wij kunnen alleen op den Heere vertrouwen, Munco", zeide moeder Ketel zacht. „Hij alleen weet, wat goed voor ons is." „Ja, moeder, 'k weet het wel. Maar 't is niet altijd ge makkelijk. Ik zie de toekomst donker in." Het was even stil in het kleine vertrek. „Hilligje?" „Ja?" vroeg zij, ten hoogste verbaasd over den zeldzamen klank in zijn stem, toen hij haar naam uitsprak. „Als het eens mis loopt en ik moet, net als toen, buiten de stad gaan zwerven?" „De Heere geve van niet", zeide zij', den jongen van zija knie nemend, daar deze pruilde, omdat vader niet naar hem omzag. „Maar als het nu eens zoo is?" „De Heere doe. wat goed is", antwoordde Hilligje, wie een brok in de keel schoot. „Dan zal ilc met onzen jongen achter blijven in het volle vertrouwen, dat God met ons zal zijn, wat er ook gebeure. En gelukkig heb ik dan moeder nog bij mij, dié mij een steun zal wezen, als het geloof wankelen mocht" „Dat weet ik en dat troost mij. Zorg dan goed voor onzen jongen, Hilligje. De Heere doe den t:jd spoedig komen, dat ik weer vrijelijk terug kan keeren." „Wat heb je toch, Munco? Spreek niet zoo in raadselen. Weet je al, dat je uit de stad moet?" vroeg zij angstig. „Neen vrouwtje, ik weet niets. Je jehoeft je vóór dien tijd niet ongerust te maken." „Je bent het zélf, die mij ongerust maakt", glimlachte zij flauw. „Ik zie de toekomst donker in", herhaalde hij. „Ik vrees, dat Rennenburg slagen zal en dan is er voor de voormannen en voor hen, die goed bekend staan, zooals ik, geen plaats meer in onze stad. Dat staat wel vast. Het kan dus gebeuren, dat ik vluchten moet of gevangen wordt genomen en dan verban nen" hij durfde het woord: gedood niet noemen, hoewel het hem voor in den mond lag „en daarop wil ik je alleen voor bereiden." Moeder Ketel zal stil te luisteren. Wat Munco opmerkte, had zij reeds meermalen gedacht, doch er openlijk met Hilligje niet over gesproken. Dat lag immers op den weg van haar zoon? Het verheugde haar, hoewel haar hart beefde, dat hij het na deed, opdat Hilligje niet plotseling voor het ontzettende feit, dat mogelijk was, zou komen te staan. (Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1936 | | pagina 5