NIEUWE WAALBRUG BIJ NIJMEGEN HEDEN GEOPEND H.M. de Koningin verricht de openings-plechtigheid DE OFFICIEELE OPENING DINSDAG 16 JUNI 1936 w TWEEDE BLAD PAG. 5 De eerste gierpont der wereld na 279 jaar door de grootste boogbrug van Europa vervangen Een rede van Minister van Lidt de Jeude Nijmegen in feestroes De oude gierpont Zoover we terug kunnen gaan in de ge schiedenis van ons land, telkens weer komen we Nijmegen tegen. Op de Romeinsehe wegenkaart, de Tabula Pentingeriana (die we de vorige week af drukten in het eerste artikel over de Wie- ringenneerpoldcr) kómt Nijmegen reeds voor en wel als Noviomagi. Het heeft op deze kaart zelfs een bijzonder toeken, als bewijs, dat liet een belangrijke plaats was. Nog meer dan toen reeds is het later steeds meer geworden een zeer belangrijk knooppunt van het verkeer tusschen Noord- Nederland en Zuidelijk gelegen landen waar de Waal wel een verkeersobstakel was, doch ook weer de oorzaak, dat juist daar, bij Nijmegen, de verkeerswegen van Noord en Zuid bijeen kwamen. Geen wonder dan ook, dat de vraag boe zoo snel mogelijk van de eene oever naai de andere te komen, reeds eeuwen een be langrijk punt van overweging bij de Nij- megenaars is geweest. En ook bij anderen, die belanghebbend waren bij snelle over tocht. Toch was ook weer het verkeers obstakel een belangrijke zaak voor ons land, dat in vorige eeuwen meermalen het too- neel van oorlogen was. Een al tc gemak kelijke overgang over de rivieren kon ouge- wenschtè gevolgen hebben, als deze over- gang tenminste'niet krachtig verdedigd kon worden. Wat natuurlijk meer kosten mee bracht. Zoo is het thans nog, al heeft de techniek ook in dit opzicht groote verande ringen gebracht. Het vraagstuk der oeververbinding was van groote beteekenis Mat wel blijkt uit het feit. dat hierover in de loop der eeuwen heel wat wrijving is geweest. En altijd weer was het dat de strategie zich. kantte tegén de verlan gens van handel en verkeer. Maar toch gevoelde ook do groote strateeg uit onze meest bekende oor log, Prins Maurits, veel voor een snellere oeververbinding dan toen mo gelijk was. Hij kwam zelfs met een voorstel om een brug te Nijmegen te bouwen. Ei5 kwamen nl. veel klachten in hij de Overheid, naar aanleiding van de moeilijk heden die te Nijmegen werden ondervonden. Het overzetten moest met roei- en zeilbooten geschieden en heel veel schippers waren er die bij het drukke verkeer aldaar een be staan vonden in dit overzetten. De stroom was er sterk (reden waarom ook later geen schipbrug, zooals Arnhem had, dienst kon doen), de booten werden sterk stroom afwaarts gevoerd, en hadden dan weer groote moeite om tot het punt van afvaart, ferug te keeren. Daarbij kwam, dat de schippers, die alles deden om elkaar een yrachtje te ontfutselen, er vaak ook niet tegen opzagen om de passagiers af te per sen, als ze midden op de rivier waren en daarbij met allerlei dreigementen kwamen. Het voorstel van Prins Maurits, gevolg van de vele klachten, werd echter om zui nigheidsredenen verworpen. In 1618 kwam de bouw van de brug weer in de vergadering van de vroedschap ter sprake, doch nu dorst men het niet aan om technische redenen. Kort daarna kwam de meester van het schippersgilde te Nijmegen, zekere Hendrik Ilueck met een geheel eenige vinding, welke hij 28 Februari 1637 mededeelde aan een commissie uit de raad. Dit was in de eerste plaats het naast elkaar leggen van twee schui ten en deze met planken te verbinden wat veel meer ruimte voor have, vee en menschen gaf. En in 'de tweede plaats benutte hij de stroom voor de overvaart heen en terug door de pont aan een kabel te leggen die een eind stroomopwaarts midden in de rivier was vastgemaakt. Zijn plan werd uitgevoerd, en 30 April 1657 gleed.de eerste gierpont over de Waal. Zoowel in ons land als ver daarbuiten is deze vinding van Ilueck later toegepast en wordt ze nog gebruikt. Eigenaardig, dat ze overal gedoemd wordt: vliegende brug. (Flying Bridge, Pont volant, Fliegende Brïfckc). Voor den vinder was het geen voordeel, hij stierf arm en vergeten, doch voor de stad gaf het véél voordeel. In 1665 al 2500 gulden en thans in de laatste jaren meer dan 150.0,00 gulden per jaar. Deze geldelijke "voordeelen hebben natuur lijk ook als argumenten gediend om de. bouw van. een -brug, als thans tot stand' kwam, tegen te houden. Maar het was niet meer te houden. De moderne tijd eischt sneller overtocht dan met de gierpont mo gelijk is, al was deze laatsto dan ook de beste, wellcc er van dien aard bestond. Op 9 September 1931, een belang- r ij k e d a g voor N ij m e g e n. kwam het voorstel van den Minister van Waterstaat inzake Waal overbrugging in stemming en werd het pleit, dat eeuwenlang in geding geweest was beslecht: Nijmegen zou een brug over de Waal krijgen. Met groote spoed werd hierop het werk begonnen. Reeds op 2S September 1931, wer den de eerste materialen door de Hollahd- sclie Beton Maatschappij .aangevoerd voor liet proefheien en sedert is aan het werk met alle kracht gearbeid, zoodat nu, nog geen vijf jaar nadat het besluit genomen werd, de brug Officieel geopend kan worden Maar in die vier en een half jaar is dan ook heel nat werk. verzet en kwam tot stand een brug, die de grootste boogbrug van Europa is. De lengte is tusschen de landhoofden 640.10 M. De middenoverspan ning is 224.10 M. lang en 32.25 M. boven de rijvloer hoog. De hoogte van de onderkant van de brug is 24 boven A.P. dat is 11 M. hooger dan de hoogste waterstand, die ooit in Nijmegen voorkwam. De breedte van het rijdek is 13 Meter. Ter weerszijden hiervan zijn paden van 4 Meter breedte voor rij wielen en voetgangers bestemd. Aan beide oevers zijn nog twee overspanningen ge maakt resp. 95 en 72 Meter lang. Alleen aan ijzer is gebruikt 7.500.000 K.G En wil men nog enkele cijfers: voor de fundeering gingen er 11610 M. palen de rivierbodem in. Voor de pijlers, die van ge wapend beton opgetrokken werden, werden nog bijna duizend M3 ruw behakt graniet verwerkt, om deze pijlers tegen de stroom te beschermen. Voor al het ijzerwerk in de brugspanien zijn 900.000 klinknagels noodig gen eest om het ijzer aaneen te hechten. Alles bij elkaar genomen kostte het werk ongeveer 5.000 000 gulden. Dit zijn maar enkele cijfers, die slechts iets vaags zeggen over het grootsch bouw werk dat heden in gebruik wordt genomen. De foto zegt meer en wekt ook gedachten aan wat verouderde, wat verdween ten be hoeve van dit verkeersobject. Zoo moest de uitmonding van „het Moertje" verlegd worden. Oorspronke lijk mondde dit uit. kort bij het Valk hof en is nu na maandenlang werken verlegd naar de z.g. stadsweide." Do Lentsche kolk aan de overzijde moest worden gedicht, de Waalban- dijk verlegd. Het dorp Lent is wel grondig veranderd. De bloeiende boom gaarden zal men er niet meer aantref fen. Daar ligt thans de toegangsweg tot dé brug. Dé "Oud Ubbergsche weg bij Nijmegen verdwenen' gedeeltelijk, de bekende Huitncrweg geheel. De glooiing van de Hoenderberg, waar volgens de sage-een gouden engel in Vandaag hebben H. M. de Koningin en H. K. H. Prinses Juliana een officieel bezoek gebracht aan Arnhem en Nijme gen in verband met het gereedkomen en ingebruik nemen van de vaste oever verbindingen over de Rijn en de Waal. Een lang gekoesterde wcnsch is in beide steden met de totstandkoming van de beide vaste bruggen in vervul ling gegaan. De misère met Schipbrug en pontveer is voorbij. Het verkeer van noord naar zuid kan onafgebroken doorgang vinden. Het Koninklijk bezoek is in beide ste den gepaard gegaan met spontane huldebetuigingen aan de Vorstelijke bezoeksters, die overal met groot enthou siasme werden begroet. Om 10 uur van het Loo vertrokken, arri veerden H. M. de Koningin en II. K. H. Prinses Juliana te omstreeks half elf uur per auto te Arnhem. Na door den Burgemeester van Arnhem, den heer H. P. J. Bloemers en enkele andere autoriteiten aan de grens der ge meente ontvangen te zijn, werd eerst een rijtoer door de stad gemaakt. Overal waar de Koningin en Prinses passeerden, ston den de menschen rijen dik en weerklonken luide toejuichingen. Op verschillende pun ten werden de hooge gasten bloemen aan geboden. Voordat de Groote Markt werd bereikt, inspecteerde de Koningin de troepen van het Amhemsche garnizoen. Op het Velper- plein brachten vervolgens 4000 schoolkinde ren aan de Vorstelijke Vrouwen een zang- hulde., die ongeveer: een kwartier duurde. verborgen lag, verdween. De gouden engel was zeker reeds op de vlucht geslagen, althans hij werd niet gevon den. Verdwenen zijn de hooge iepen bij het I-Junncrpark, verdwenen de - „knuppeltjesbrug", verdwenen het ronde fonteinenparkje met de goud- visschen. Wie Nijmegen in de laatste drie of vier iaar niet zag zal het niet terugkennen op de hier genoemde plaatsen. I-Ict moge hem even weemoedig stemmen, evenals het altijd weemoedig stemt als herinneringen plaats moeten maken voor werkelijkheden, toch zal ieder Nijmegen gelukkig prijzen met deze ingrijpende verandering van dat ge deelte. Er is een grootsch modern verkeers terrein gekomen. En over eenige jaren als de in aanleg zijnde of daar nog aan te leg gen stadsparken tot volle ontwikkeling ko men zal men het nieuwe prijzen boven het oude, dat verdween. Zooals we reeds opmerkten, is er geduren de vier en een half jaar aan de totstand koming van deze brug gewerkt. De hoofdleiding berustte bij Ir. W. J. II. Harmson, Directeur van het bruggenbouw- bureau te Don 1-Iaag. De betondekken zijn ontworpen door Ir. C. F. van Bergen, de toeritten door Ir. G. B. R. de Greef, de bo venbouw door Ir. A. Roggeveen en de on derbouw door Ir. J. E. Boonstra. De alge meen architectonische leiding had Ir. van der Steur. N ij m e g e n zal o n g e t w ij f e 1 d trotsch zij n op deze nieuwe brug en dankbaar bl ij ven gedenken tot in verre nageslachten wat haar burgemeester, deheerJ. A. H. •Steinweg gedaan heeft om dit groote en voor Nijmegen zoo be- teekenisvol werk tot stand te brengen en hoe hij de raad ertoe b e iv o o g goedkeuring te hechten aan het voorstel om deze brug te bouwen. Een nieuwe toekomst opent zich voor de oude Keizer stad. waarvoor de Vorstelijke Vrouwen minzaam dankten. Onder geestdriftige toejuichingen der schooljeugd en der toeschouwers nam het gezelschap na afloop der zanghulde weder "cm in de auto's plaats, om via don Velper- hinncnsingel naar den oprit van de nieuwe Rijnbrug te rijden. Bij het begin van de brug stapten de Vorstelijke bezoeksters wederom uit, om zich te voet over de brug te begeven. Op de brug had zich opgesteld de Mi nister,, van Waterstaat Jhr. Ir. O. C. A. van Lidth de Jeude, die de Koningin en de Prinses verwelkomde en haar ver volgens naar de overzijde leidde, waar men zich in de auto's begaf, om over de nieuwe straatweg naar Nijmegen te rijden. De opening van de Waalbrug Het was ongeveer kwart voor twaalf toen de Koninklijke auto op de Waalbrug te Nij megen arriveerde. Allereerst werd de brug geïnspecteerd, waarna ongeveer halverwege de brug, waar het grondgebied der gemeen te Nijmegen aanvangt, de Burgemeester van Nijmegen, de heer J. A. II. Stein weg, zijn opwachting maakte. Vervolgens namen dc Vorstinnen plaats op een podium dat aan de Nijmeegsche zijde van de brug was opgesteld. 1-Iier hadden zich tal van autoriteiten en genoodigden verzameld. Openingsrede van den Minister Na een groot aantal historische bijzonder heden over de wording van de brug ver meld te hebben, betoogde spr., dat de con- structievorm van deze brug een unicum hier te lande is. Zij heeft 5 ovei'spanningeri, waarvan de middelste een wijdte heeft van 244.10 M., ter weerszijden waarvan 2 over spanningen van 95 M. en 72 M. De over spanning van 241 M. overschrijdt de tot dusver uitgevoerde overspanningen, waar van de grootste is die van de onlangs vol tooide brug over de Lek bij Vianen van 160 M. Deze overspanning is tevens de grootste boogbrug in Europa, alleen de hangbrug te Keulen heeft een grootere wijdte. Spr. zeide dat de Rijkswaterstaat het zich de .allerhoogste eer achtte, dat II M. de Koningin door Haar aanwezigheid de kroon wil zetten op het werk, waaraan zoo vele jaren met taaie volharding is gearbeid Spr. hoopte ten slotte dat het nageslacht dankbaar zal terugzien op deze blijde dag van inwijding De opening van de brug H. M. de Koningin, begeleid door den Minister van Waterstaat, begaf zich daarna weer op de brug. Een dochtertje van den hoofdingenieur-directeur van den rijkswaterstaat Ir. W. J. M. Harm- sen bood de Vorstin de zilveren schaar aan om het koord, dat de overgang over het nieuwe bouwwerk afsloot, door te knippen. H. M. de Koningin keerde na deze handeling verricht te hebben terug naar de genoodigden, waar eerst de Commis saris van de Koningin in de provincie Gelderland. Mr. S. baron van Heemstra een rede hield. Mr. S. Baron van Heemstra begon met zijn eerbiedigen dank uit te spreken aan H. M. de Koningin, dat zij de brug voor hei verkeer onen heeft willen stellen. Binnen een cirkel met een straal van on geveer 7 K.M. zijn thans een vijftal groote bruggen opgericht, Maarvan er vier dienst moeten doen voor de verbinding van Arn hem en Nijmegen. Daarvan zijn er twee be stemd voor het spoorwegvervoer, de twee jongste bruggen voor het algemeen verkeer. Een werk van groote beteekenis is tot stand gekomen en het Prov. Bestuur maakt dan ook van deze gelegenheid gaarne ge bruik zijn gevoelens van groote erkentelijk heid uit te spreken jegens den Minister van Waterstaat voor het tot stand komen van dit groote bouwwerk. Dank bracht spr. voorts aan allen die aan de totstandkoming van de brug op eeniger- lei M'ijze hebben medegewerkt. Ten slotte richtte spr. zich andermaal tot H. M. de Koningin. „Majesteit", al dus besloot spr., „de tijden zijn ernstig en de gezichtseinder is door nevels ver duisterd, voorspellingen over de toe komst van deze brug moge ik achter wege laten, maar ik bid God, dat Hij ons volk bij voortduring Zijn genade bewijze door het te vergunnen, in vrede en vrijheid de vruchten te plukken van deze nieuwe verbinding tusschen twee aan uwe Majesteit en haar huis innig verknochte steden. Rede van den Burgemeester Ten slotte hield de Burgemeester van Nijmegen, dc heer J. A. II. Steinweg, een korte rede, waarin hij aan H. M. de Koningin en 11. K. II. Prinses Juliana na mens liet gemeentebestuur van Nijmegen nis herinnering aan deze historische dag de zilveren legpenning aanbood, die de Commissie Waalbrug 1936 heeft lalen slaan ten einde daarmede vast te leggen, de groo te beteekenis, ook voor Nijmegen, van de ononderbroken verbinding van het noorden naar bet zuiden des lands. Na afloop der openingsplechtigheid ver trokken H. M. de Koningin en H. K. II. Prinses Juliana met gevolg per auto, ter wijl de aanwezigen spontaan het Wilhel mus zongen, langs de nieuw aangelegde parken naar het station, waar het Konink lijk rijtuig gereed stond en de lunch werd gebruikt. De brug in gebruik Nadat de hooge gasten de brug hadden verlaten bet was ruim half twee geM'or- den legde „het verkeer" beslag op de brug. Van de Lentsche zijde verscheen een stroom verkeersmiddelen, optrekkende in vier colonnes, gevormd door de deelnemers aan dc sterrit van de A.N.W.B. De honder den auto's en motorrijwielen, gevolgd door de wielrijders, wandelaars en ruiters, trok ken in triomf over de nieuwe oeververbin ding de stad binnen en verspreidden zich daar naar de controleposten om hun her innen ngsdiploma te ontvangen. 's Middags om half 3 vertrokken de Ko ningin en Prinses voor een rijtoer door de stad. Overal waar de beide Vorstinnen voorbij reden M-aren de straten rijk met vlaggen en oranje versierd. Voor de vele eerebogen bad vooral het sierlijke model der nieuwe brug als motief gediend. De Nijmeegsche bevolking gaf enthousiast' uiting aan haar dankbaarheid voor het hooge bezoek en juichte de Koninklijke fa milie luide toe. Voor de kazernes van het 11e en het 15e regiment infanterie en van de koloniale reserve stonden de manschap pen opgesteld, die aan II. M. bij het passee- ren het eeresaluut brachten. Bijzonder hartelijk was telkens de be groeting van de Koningin en de Prinses door de inwonenden van de drie ge stichten voor Ouden van Dagen, welke de stoet op haar weg voorbij kwam: het Oud Burgeren gasthuis, het St. Anna- gesticht en het Chr. Tehuis voor oude lieden „LeVensavond", DE NIEUWE BRUG O.VER DE WAAU BIJ NIJMEGEN. DIE HEDEN DOOR H.M. DE KONINGIN OFFICIEEL! GEOPEND WERD

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1936 | | pagina 5