AND .„Tl IINBOUW Gil fwaatuwdtfe Rundvee- tuberculose Vrijwillige bestrijding in ons land een succes Op het congres van het Internationaal bu reau voor veeziekten, dat zoo men weet te Parijs gehouden wordt onder leiding van Prof Dr. H. C. L. E. Berger, directeur van ons Veeartsenij kundig Staatstoezicht was het laatste rapport, dat behandeld werd van de hand van den directeur van het bureau Prof. Dr. Lechainche over het onder werp: ..Beginselen van de gezondheidswet geving". De rapporteur was van meening, dat ten aanzien van ziekten, die men in \roegere jaren niet kende, met betrekking tot de be strijding nieuwe wegen dienden te worden ingeslagen. Het oog moest meer dan voor heen gericht zijn op het gezond houden van ziekte-vrije veestapels. Hiertoe moest alles in net werk worden gesteld. Het verdiende aanbeveling attesten af te geven voor veebedrijven, die vrij van be smettelijke ziekten waren. Verder meende de rapporteur dat het systeem der z.g. vrij willige bestrijding, met name van tubercu lose, zooal niet mislukt, dan toch tot heden geen bemoedigen de resultaten had opgeleverd. Tegen dit laat ste kwam prof. Berger, in zijn hoedanigheid van permanent gedelc geerde van Neder land. met klem op. Hij was van oordeel, dat waar pas drie jaren ge leden unaniem door de vergade ring van gedele geerden ten aan zien van de tuber culose het stand punt was ingeno men, dat de z.g. vrijwillige bestrij ding de voorkeur boven andere methoden verdiende, het niet aanging, dat in dit kort tijdsverloop een ongunstig oordeel over de methode geveld kon worden. Prof. Berger was er van overtuigd, dat vele gedelegeer den deze zijne critiek deelden. Wat Nederland betreft, dit land zal met de z.g. vrijwillige methode doorgaan, gezien de zeer gunstige, resultaten die sinds 1928 verkregen zijn. Het ligt zelfs in de bedoe ling verder te gaan en ook andere ziekten, die er voor in aanmerking komen, eveneens in deze bestrijdingswijze onder te brengen. Prof. Berger deed mededeeling over de vor ming van de Provinciale gezondheidsdien sten voor vee, uitgaande van de landbou wersorganisaties en geleid en gesteund door den Veeartsenijkundigen Dienst. Het geheim van te slagen, stelde prof. Ber ger in het licht, bestaat uit groot vertrou wen en samenwerking tusschen de organi saties en den veeartsenijkundigen staats dienst, die in Nederland niets te wenschen overlaat, en overigens spelen een groote rol de mentaliteit, de psyche en niet het minst de graad van ontwikkeling van den boeren stand. Wat in het eene land mogelijk is. kan derhalve in een ander land niet gelukken Prof. Berger deelde nog mede, dat de cer tificaten voor tuberculosevrije veestapels m Nederland reeds bestonden. Dat men verder was gegaan en reeds speciale verzamelingen van vee vari deze bedrijven bijeen bracht, als het ware markten in beknopten vorm waar de veehouders zich tuberculose-vrij vee konden aanschaffen. Dat uiteraard een zeer scherpe controle op den aanvoer bestaat dat alle mogelijke hygiënische voorzorgen worden genomen. Vroege stoppels Op verschillende bedrijven zal zich hfct geval voordoen dat omstreeks eind Juni be gin Juli oen stoppql beschikbaar komt. Zoo zal men granen als tarwe en zomergerst, welke nu reeds legeren of neiging daartoe vertoonen of door andere omstandigheden een onvoldoende oogst op zullen leveren, vaak nu met succes in kunnen kuilen., Ook is dit hot geval met hav erge wassen, welke uar en geil zijn en die bij uitstek geschikt _,n om bij oordeelkundig inkuilen een eiwitrijk win ter voer voor het melkvee te vormen. Dan zijn er verder de in het voorjaar ge zaaide groen voedergewassen, mengsels van vlinderbloemigen als duiveboonen en blauw- pculerwten, wikken e.a., welke binnenkort ingekuild moeten worden en eveneens een eer vroege stoppel opleveren. Ook met klaverland, dat men na de eer- e snede omgeploegd heeft, is een zeer vroo ge stoppel vrijgekomen. In al die gevallen doet zich nu de vraag x>r wat men til deze stoppels zal verbou- Er zijn vele mogelijkheden. Wij herinne ren aan voedermengsels, koolrapen, mosterd, boterzaad, sovaboonen, serradella, zoete lupi nen, mergkool. Ook is het mogelijk bittere lupinen of boterzaad te zaaien en deze begin Augustus onder te ploegen waarna voeder kool geplant of gezaaid kan worden. Aan hen. die dergelijk land beschikbaar krijgen, wil het NaCoVo gaarne nadere in lichtingen verstrekken en eventueel zaad be schikbaar stellen \oor het nemen van een eenvoudige proef, bij voorkeur met medewor king van den Landhouwconsulent of Hpofd an de Landbouwschool. C BROEKEMA De Duitsche „productieveldslag" De Landbouw kwam het parool na Zooals we weten, heeft men ln Duitsch- land alles gedaan om de productie in de ver schillende bedrijven zooveel mogelijk op te voeren. Bij het begin van deze campagne, die men wel betitelde met de naam „Produc tieveldslag", heeft men een vast belijnd plan opgemaakt, waarin stond wat men wilde be reiken. In het laatste bericht van het Insti- tut für Konjunkturforschung wordt over de resultaten van deze productieveldslag hét een en ander medegedeeld. In de allereerste plaats wordt gconstateerd, dat de landbouw in alle opzichten het parool is nagekomen. Medegedeeld wordt, dat voor bedrijfsmidde len in 1934/35 tenminste 300 millioen Mk. meer aangelegd werd dan in het voorafgaan de bedrijfsjaar, terwijl deze stijging ook in 1935/36 aanhoudt. Vooral voor zoover deze grootere uitgaven verband houden met den aankoop van kunstmest en machines zal dit in de volgende jaren in een toenemende pro ductie tot uiting komen. Wat de structuur van de bodemproductie aangaat valt een gunstige verandering op te merken. Zoo steeg de met hennep beteelde oppervlakte van 200 H.A. in 1932 tot 4000 H.A. in 1935, de oppervlakte vlas van 5000 op 22.000 HA. en die van koolzaad van 6000 op 47.000 H.A. De tusschenteelt breidde zich t.o.v. 1927 met 0,5 millioen H.A. uit. Het aan tal schapen vermeerderde van 3,4 mill, stuks in 1933 tot 3,9 mill, stuks in 1935. De wolpro ductie steeg in gelijke verhouding. Het aan tal paarden nam met 1 pet. toe, hetgeen ge noemd Instituut var. groot belang acht voor de weermacht. Het aantal bijenvolken steeg met 6 pet. Vooral echter heeft zich de var kensstapel tot Maart 1936 veel sterker uit gebreid dan gemiddeld in de laatste 5 jaren het geval is geweest. Maar tegenover deze gunstige resultaten staat het feit, dat bv. de graanoogsten van 1934 en 1935 kleiner waren dan in 1933 en dat de rundveestapel van 1934 op 1935 ten gevolge van de droogte met 2 pet. is gedaald. Het instituut waarschuwt daarom voor te groot optimisme, daar het doel eerst den loop van tientallen jaren zal zijn be reikt, hetgeen niet wegneemt, dat intusschen toch reeds belangrijke resultaten zijn ver kregen. Productie records van onze koeien Elk voorjaar publiceert het Nederland6ch Rundveestamboek een lijst van koeien, die in het afgeloopen jaar de hoogste opbreng sten aan melk en melkvet hébben gege ven. De dieren van de drie verschillende veeslagen, het Zwartbont Hollaodsoh, het Roodbont MaasRjnJJsel en het Zwart- blaar Groninger, worden afzonderlijk ver meld. Voor het Zwartbont Hollandsch vee, dat algemeen als het meest productieve geldt, wordt als minimum voor vermelding aange nomen 7000 K.G. melk, voor de beide andere veeslagen geldt 6000 K.G. als het minste. Het vetgehalte in de melk wordt wederom op 3.45 pCt. gesteld, zoodat dieren die 10.000 of meer kilogrammen melk hebben gepro duceerd. doch „slechts" 3.40 pCt. vet daar in gaven, niet vermeld zijn. Toch zagen we de laatste ook graag vermeld als ze er tenminste zijn. Een limiet van bijv. 300 K.G. Uotervet zou hierbij kunnen worden gesteld. Hoewel de hoogste productie ditmaal niet zoo hoog is als liet maximum van verleden jaar (394 K.G. botervet in 362 dagen) is het aantal dieren dat thans op de lijst staat, aanzienlijk grooter. En waar tegenwoordig practisch ieder jaar alle productie-staten bij het hoofdbureau van het N.R-S. bekend zijn, mogen we hieruit veilig concludeeren dat het aantal dieren met hooge productie (meer dan 7000, resp. 6000 K.G. melk, met ten minste 3.45 pCt. vet) groeiende is. Van het Zwartbont-Hollandsch veeslag ia thans vermeld de productie van 58 koeien Groot Yorkshire-v arken die 7000 k 8000 K.G. melk hebben gegeven (verleden jaar 37). terwijl 6 (verl. j. 8) die ren meer dan 8000 K.G. melk gaven. Van deze zes hebben drie cn van de 58 hebben twee, totaal dus vijf (verl. j. 6) koeien meer dan 300 K.G. botervet geproduceerd. Deze vijf zijn: 80503 R. van 11. P. van Til te Feenverd (Gr.) (6 j. 10 m. 8718 K.G. m. 3.87 pCt. vet, 339 K.G. vet in 330 dagen) 72636 KS van R. Stapel L.AZ. te De Wijk (Dr.) met 324 K.G. vet; 61303 KS van W. Zilver, Binnenwijzend met 323 K.G. vet, 61179 KS van C. Donker Pzn. te Twisk, 124 K.G. melk, het hoogste aantal K.G.) met 319 K.G. vet en 79731 S van A. J. Leeuwenhurgt Gz. te Heinenoord, met 300 K.G. vet. De lijst van de roodbonten (M.R.Y.) meldt de productie van 100 dieren die 6000 a 7000 K.G. melk geven met ten minste 3.45 pCt. (verl. jaar 72), terwijl 25 (v.j. 15) koeien meer dan 7000 K.G. melk produceerden. Van deze laatste bereikten 2 (v.j. 1) de op brengst van meer dan 8000 K.G. Gaf verle den jaar geen enkel dezer dieren meer dan 300 K.G. botervet, ditmaal komen er vier boven deze grens, plus één van de produ centen tusschen 6000 en 7000 K.G., totaal dus vijf, terwijl de hoogste opbrengst aan botervet (352 K.G.) van de dieren van alle 3 veeslagen dit jaar onder de roodbonten wordt aangetroffen. Het vijftal bestaat uit: 19342 K.S. van N. Ambrosius, Oostenrijk. Horst (7 j. 10 m. 8021 K.G. m. 4.38 pCt. vet, 351 K.G. botervet in 340 dagen); 43142 R. van L. van Osch, Castenray, Venray (8436 X 3.86 is 326 kg. in 359 d.); 24852 S. van Th. Jansen te Oef feit. 314 kg. vet: 22399 S. van Guill. Dere*» van Herten te Heythuizen, 304 kg. vet en 23172 S. van H. L. Verheyen-Draeck, Voor stehees, Sevenum, 302 kg. vet. De zwartblaar-Groningers tollen 43 (v.j. 30) exemplaren die 6000 k 7000 kg. melk hebben geproduceerd. Geen dezer kon de 300 kg. botervet behalen. De beide hoogste kwamen als 6-jarigen op 273 kg. elk. Dit zijn 3759 S. van D. J. Jensema, Eenum. 't Zandt (7298 X 3.74 is 273 in 342 d.) en 3281 G.R.S. van Gebr. Maring, Zeerijp (7-187 X 3.65 ls 273 in 356 d). Van de vijf zwartbonten, die het grootst* aantal kilogrammen botervet produceerden, staan drie in het Keur-Stamboek ingeschre ven, terwijl ook de roodbonte, die het hoog ste aantal kg. botervet op haar naam heeft staan, een K.S. koe is. De aantallen der dieren, zooals ze in deze lijst staan vermeld, kunnen op den opper- vlakkigen beschouwer nog een verkeerden •ndruk maken. Daarom zou het aanbeve ling verdienen, dat in het vervolg ook nog werd vermeld het aantal zwartbonte koelen dat 6000—7000 kg. melk heeft gegeven. Marktoverzicht (Medegedeeld door het Centr. Bur.) VOERARTIKELEN De vorige week heerschte aan de graan markt voor alle artikelen een vaste stem ming, hetgeen hoofdzakelijk een gevolg was van den politieken toestand en de daarmee gepaard gaande speculatie. De disponibele mais kon met een goede premie worden ge ruimd, terwijl ook voor de eerstgewachte partijen iets meer kon worden gemaakt. De vraag was zeer goed. De voorraad gerst is vrijwel geruimd en het duurt nog een poosje voordat er partijen van beteekenis binnenkomen; ook voor dit artikel bestond goede vraag. Rogge, tarwe en haver vast gestemd met geringe kooplust Alle voederkoeken, als lijnkoeken, cocos- Lf *koek, grondnotenkoek, schilfers en soya- schroot werden de vorige week weer een flink stuk in prijs verhoogd. Hiermede ver dween ook de kooplust, die de laatste week vrij groot geworden was. MESTSTOFFEN Stikstofmeststoffen. Men kan nu beginnen te bemerken, dat het hoofdseizoec voor de Stikstof voorbij is. Wel wordt er nog gekocht, doch de kwaï turns, die men inslaat, worden telkens g ringer. Met ziet er natuurlijk tegen op an het eind van het seizoen met een hoeveel heid te blijven zitten en koopt daarom mondjesmaat. De prijzen ondergingen met het intreden van de Junimaand een kleine verhooging. Thomasmeel. De afgeloopen *veek kenmerkte zich door een vaste stemming voor Thomasmeel. Daar de fabrieken voor de eerstvolgende maanden vol bezet zijn, kreeg de tweede hand gelegenheid enkele posten tot verhoogden prijs te spuien. Men kan de ontwikkeling van de markt volkoman nol-maal en gezond noemen en toch moet men er rekening mede houden, dat niet in alle landen van een volkomen normale markt gesproken kan worden. Terwijl België nog zeer weinig belangstel ling toont, schijnt men in Frankrijk nogal H. HARING IJZEREN HOOI- EN GRAANBERGEN 2 - 3 - 4 EN 6 ROEDEN IN ALLE GROOTTEN BILLIJK ZEER SOLIDE - BOSKOOP MET WORMWIEL-VEILIGHEIDSLIEREN WIE BOUWT UW TOEKOMST P U bent degene, die beslist hoe Uw toekomst zal zijn. U hebt JJw toekomst in Uw eigen hand. Wat gaat U er mee doen? Zoudt U ze willen opofferen aan een schijnbaar voordeel?. Of wilt U met groote zekerheid Uw succes opbouwen? Trek Uw jonge dieren op met een uitgesproken goed voer. Geef hen Oha opfokvoeders. Dan krijgt U dieren waar U wat yan verwachten kunt. Oha opfokvoeders geeft Uw jonge dieren een krachtige been ontwikkeling, bloed en cel vorming, zoodat een flinke volkomen ontwikkeling kan plaats hebben, zonder dat gevaar .voor inner lijke verzwakking bestaat Het rijke D-vitamjne en mineralen gehalte van 'de Oha opfok voeders sterken het zenuwstelsel en weerstandsvermogen. In één woord zij vormen een degelijke grondslag voor .vee, dat U een rijke toekomst brengen zal: Stuur ons vandaag nog even bericht welk opfokvoeder U noodig hebt VAN 01J EN'S HANDELS-MIJ N.V. Postbox 48 VENL0 VERZKNDING DOOR GEHEEL NEDERLAND Eenige van de laatste Dankbetuigingen Ondergeteekenden betuigen hnn tevredenheid aan De „Assumij" van 1896 BRANDVERZEKERING voor LANDBOUWBEDRIJVEN 's-G R A V E N H A G E Pieter Bothstraat 3438 voor de correcte uitbetalingen der schaden betrelfende hun PAARDEN en RUNDEREN. A. PRUISSEN, te Rijk, Haarlemmermeer; A. J. OKEN, te Rotterdam; C. LEENHEER Nzn., Barendrecht; P. v. d. WEL, Rhoon; P. v. d. VEEKEN, Zevenbergen, Zoo ontving de „Assumij" 20.000 a 21.000 schrift, dankbetuigingen flink te koopeai. Dit zal wel terug te voeren zijn tot de onzekere valuta-verhoudingen. Alleen een vaste politiek kan in dit opzicht rustige markten en verhoudingen waar borgen. De belangstelling in Nederland bleef be staan. De prijsverhooging is trouwens sedert het begin der campagne nog slechts gering en bedraagt ca. 5 cent per 100 kg. Superfosfaat. Er gaat nog niets om. KOE KOEKJES onzo nieuwste samengestelde veekoekjes 25 eiwit en vet bijzonder geschikt voor bijvoedering ln de weL Prijs ZEER concurreeiend! Fabrikanten: M.Verheiil'* Krachtvoederhandel n.v. ROTTERDAM TELEFOON 5689! De NcderTandsche H eidcmaatschap- pij, die veel voor de vischstand in oris land doet heeft voor het lJsselmeer een kwart millioen karpers beschik baar gesteld, mede ter bestrij ding van de mug gen. Hiernaast ziet men hoe het broed uitgezet wordt in het lJsselmeer Daar hebt ge het zooveelste bewijs, dat we indertijd groot gelijk hadden toen we beweerden, dat de rundveebeperking door afslachting van jonge koeien een averecht- sche uitwerkiog zou hebben. We overwogen, dat de koeien van 5 k 6 jaar de grootste plassen melk geven en dat als het jongvee afgenomen wordt, dus de koeien met nog lage productie, de boeren dan de oudere koeien nog een poosje langer houden. De rundveebeperking bedoeld om minder zuivel te krijgen, bewerkte juist het tegen deel. Ge weet misschien nog wel, dat we in 1934 en later meermalen dit als de groote fout van de rundveeafslachting noemden. Ook op de laatst gehouden persconferentie, dat was Nov. 1934, waarschuwden we tegen deze wijze van doen. Nu hebben we weer eens voor de zooveel ste maal gelijk gekregen, toen we beweer den, dat de rundveebeperking melkvermeer- dering zou geven. Volgens het jaarverslag ven de Friesche Maatschappij van Landbouw is DE MELKPRODUCTIE IN FRIESLAND BEDUIDEND GESTEGEN En niet alleen de melkproductie, ook die yan boter nam zelfs in nog sterker mate 1Vat ik hoorde en zag, las en dacht, op reis en thuis toe, nl. van bijna 20 millioen kg. in 1934 tot ruim 22% millioen kg. in 1935, wat een toename van circa 14 percent beteekent (vóór de crisis 1923—'30 was de gemiddelde boterproduetie 17.8 mill. k.g.). Nu is de kaasproductie wel gedaald met een kleine millioen (900.000) kg., wat veel zit in de 40 kaas, maar toch heffen deze meerdere boter- cn mindere kaasproductie elkaar wat de benoodigde hoeveelheid melk aangaat, niet op. Integendeel de aanvoer van in- dustriomelk aan de Friesche boterfabrieken io met 50 millioen kg. toegenomen. Dat is ruim 6 percent. In het verslag wordt deze toename verklaard door het feit, dat de kwaliteit van het in 1934 gewonnen hooi zoo goed was, terwijl eveneens in dit ver band moet worden genoemd een stijging van het aantal melk- en kalfkoeien. in dien zin, dat het aantal eerste kalfsdieren wel is waar met 15 pCt. daalde, maar dat het aantal oudere (cn dus meer melk gevende) dieren met 8 pCt. steeg. Deze verandering der samenstelling van den melkveestapel kon volgens het ver slag een stijging der melkproductie van 20 millioen kilo doen verwachten. Dus de toename van de boterproduetie ligt voor een belangrijk deel aan de regee- ringsmaatregel inzake de rundveeafslach ting. Nu kunnen we. zooals men weet, nog wel wat boter kwijt in het buitenland, doch te gen afbraakprijzen. En bovendien komen er hoe langer hoe meer concurrenten op de wereldmarkt. Zoo komt JAPAN OOK ALS BOTEREXPORTEUR. De vorige week was de eerste partij Japan- sohe boter op de Engelsche markt aange voerd. Maar, kenteekenend voor de wijze, waarop Japan zich in de wereldhandel wil dringen, reeds een jaar lang kwamen gere geld monsters te Londen, om de koopers natuurlijk op het Japansche product te at- tendeeren. Nadat dit leng genoeg geduurd had, kwamen de eerste kazen in de handel. Daarmee is het aantal naar Engeland boter- exporteerende landen geklommen tot 22. Na tuurlijk levert Japan nog niet veel. Doch men werkt daar. altijd energiek en ook wat de veeverbetering aangaat, staat men niet stil. Er wordt veel fokvee ingevoerd, waar voor de Japansche regeering het vierde deel der kosten betaalt. Ook uit Nederland wordt fokvee betrokken. Verder gaan Ja pansche landbouwkundigen de voorname landbouwgebieden in heel de wereld berei zen en overal wordt wat opgestoken. *t Is trouwens al zoo, dat Japan inplaats van importeur van melkcondensen, wat het vroeger was, al enkele jaren een overschot heeft. In ons land hebben ze ook veel geleerd. Trouwens, wij hebben op landbouwgebied een heel goede naam. Een bekwaam Duitsch landbouwkundige noemde onze landbouw een voorbeeld van moderne rationalisee- ring. En nu wordt de NEDERLANDSCHE LANDBOUW POLITIEK DE AMERIKANEN TOT VOORBEELD GESTELD Dit werd gedaan door den directeur van de organisatie tot uitvoering van het steun programma van president Roosevelt. Deze directeur, de heer Davis, heeft een studie reis door Europa gemaakt en in het door hem uitgebrachte verslag, stelde hij de po litiek van ons land en Denemarken tot ii krimping van overtollige landbouwproduc tie tot vorbeeld voor een gezonde economi sche politiek. Nederland en Denemarken, zoo verklaarde hij, verloren een deel van hun exportmarkt, toen Engeland den invoer van bacon beperkte. De Vereenigde Staten verkeerden in pre cies denzelfden toestand ala deze beide lan den, maar wachtten twee en een half jaar, eer zij hun voorbeeld volgden. De regeerin gen van deze beide liberaalste landen van Europa toonden zich terstond tegen de om standigheden opgewassen en voerden bin nen den. tijd van een jaar controle op de landbouwproductie door, op deze wijze zorg dragend voor bescherming van den land bouwenden stand. De grondslag vaa Davis' uiteenzetting vormde overigens een oproep tot Amerika om meer Europeesche producten te koopen, ten einde den afzet van Amerikaansche landbouwproducten te kunnen vergrooten. Invoerbeperking en subsidieering van den landbouwexport, onderdeelen van het repu- blikeiosohe economische programma, ont ried hij wegens de waarschijnlijkheid van daarop volgende restrictiemaalregelen in Europa. Dat kan wel eens waar zijn. Wij hebben al eens gewezen in verband met de moei lijkheden aan onze narcisinvoer in Amerika in de weg gelegd, op de appels en peren, die in groote hoeveelheden uit Amerika bij ons komen, waar ook wel eens ziekten en be schadigende insecten aan en in voorkomen, die door ons als reden kunnen worden aan gemerkt om deze producten te weren of zware eischen te stellen. In ons land is anders de bestrijding van belagers van onze land- en tuinbouw wel goed geregeld. Wat de veeziekten aangaat bleek dat de vo rige week nog op de vergadering van het Internationaal Bureau voor besmettelijke veeziekten te Parijs gehouden. Daar waren afgevaardigden uit 49 bij dit bureau aange sloten landen. Uit een rapport bleek, dat NEDERLAND, WAT BESMETTE LIJKE VEEZIEKTEN AANGAAT EEN GOED FIGUUR maakt. Besmettelijke ziekten als veepest, be smettelijke longziekte der runderen, dol heid, schaapspokken, kwade droes der een hoevige dieren, kwamen in Nederland niet voor. Mond- en klauwzeer in belangrijke mate minder dan in het vorige jaar, terwijl er sterke achteruitgang was bij gevallen van miltvuur. Ook werd behandeld een tweetal rappor ten, een van prof. Flückiger uit Zwitser land en een van dr Quaedvlieg uit Neder land over: „de behandeling van kadavers en producten van dierlijken oorsprong uil een oogpunt van bestrijding van besmette lijke veeziekten, en een ontwerp van regle menteering". Dat ging dus over destructie. De twee rapporten vulden elkaar aan. Het goed gedocumenteerde en geïllustreerde rapport van dr. Quaedvlieg vond groote waardeering, het geeft een overzicht van de wijze van destructie in Nederland en de verkregen gunstige resultaten. De strekking van de conclusies der beide rapporten vond algemeene instemming. Als op een vergadering van geleerden uit 49 landen Nederland zulke pluimen krijgt, dan is dat zeker ook wel verdiend. We hebben op landbouwgebied een heel goede naam. Maar het is zaak daar niet te veel op te roemen. We hebben dan kans, dat we achterop geraken. Want in andere landen zit men ook niet stil. Vooral in de laatste jaren niet. Maar al is het du waar. dat veel gedaan wordt tot bestrijding van schadelijke in vloeden bij de planten en dieren, toch ko men ze nog wel voor. Zoo komt men weer vratren naar wat we al bij herhaling mededeelden. Dat is EEN MIDDEL TEGEN LUIS BIJ VERSCHILLENDE PLANTEN EN HET „WIT" BIJ ROZEN Ik heb dat „wit" al weer bij verschillende particulieren in hun rozen gezien. Daarom dee lik maar eens weer mee wat daar tegen te doen is. Dat heb ik verleden jaar ook al gedaan en daarvoor ook al meerdere malen, doch het kan geen kwaad het voor de zoo veelste maal te herhalen. Er zijn er altijd heel veel die het niet meer weten, of die hel de vorige keeren niet noodig hadden. Welnu, maak het volgende drankje maar klaar: koop bij de drogist 10 gram solicyl- zuur en los dat op in 100 gram brandspiri tus. Dat kunt ge heel goed in zoo'n medi* cijnfleschje waar 100 onder staat doen. Ten zij ge natuurlijk tot de gelukkigen behoort, die geen medicijnfleschjes noodig hebt. Koop dan zoo'n fleschje voor een paar centen de drogist. Als ge-die 10 gram solicylzuur opgelost hebt in die 100 gram spiritus, dan gaat ge 20 gram groene zeep, dat is een afgestreken eetlepel oplossen in een liter water. Dat wordt een heel sterk zeepsopje en ge moet wel opletten, dat alle zeep ia opgelost. Zoo licht blijft er iets op den bo dem achter of blijft een deel als zeepvlok-; ken in het zeepsop zweven. Dat is de be doeling niet Als dit gevalletje klaar is. dua nog eens de zeep geheel is opgelost, doet ge door dit zeepsop 10 gram van da brandspiritus waar het solicylzuur in is op gelost. Tien gram is een eetlepel vol, 't komt op één gram niet aan. Uit het fleschje van 100 gram kunt ge dua 10 liter sproeimiddel gereed maken. Met dit solicyl-spiritus-zeep-water gaat g- nu de aangetaste planten bespuiten. De luia gaat dood en het wit kan er niet tegen. Maar ge moet dan ook grondig bespuiten. Niet gieten of wat sprenkelen. Dat geeft niet. Spuiten met een fijne verstuiver. Die zijn tegenwoordig voor enkele dubbeltjes to krijgen. Hoe fijner en hoe krachtiger ver stuiver hoa beter. Maar telkens weer her balen. En niet wachten tot de kwaal erg is. Zoodra ge een luis ziet. alles grondig bespuiten. Hebt ge geen „wit" in de plan ten. dan kunt ge het solicylzuur weglaten, doch spiritus moet ge wel nemen en zeep ook. En nu. geluk er mee. Tot de volgende week. PRAATJESMAKER

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1936 | | pagina 10