NAAR 'J ZUIDERLAND Znivelgerechten zijn zoo gemakkelijk Ge slaagt zeker! r m MAANDAG 8 JUNI 1936 DERDE BLAD PAG. 9 SLECHT VOORBEELD Hoe het Rijk zaken doet Wie zich aan een ander spiegelt, behoeft er niet altijd beter op te worden. Wanneer particulieren het voorbeeld der hooge over- jlid volgen, komt dit dè samenleving niet iieeds ten goede. De overheid kan niet immer „ter navolging" op haar werken erschillende plaatsen worden hooge, nnderlijke stoepen, al of niet afgesloten met lmk- en ketting-werk geslecht om In 't belang isn het verkeer doorloopende trottoire aan 18 leggen. Bijna altijd verleenen de eigenaars dezer „historische heerlijkheden" alle mogo- ]jke medewerking en worden deze stoepen iratis aan de gemeente afgestaan; precies looals bij nieuwbouw met straatterreinen jöbeurt. Maar wat doet het rijk? Dat leert u een officieel stuk van Burgemeester en Wethou ders van den raad van Vlaardingen. Ook daar is men bezig 'n straat, do West- liavenka.de te verbeteren. Maar aan dia itraat liggen het Rijksbelasting- en het Post 'ci* kantoor. En wat antwoordde de hooge over- beid toen de gemeente vroeg om het terrein der hinderlijke 6toepen kosteloos af te staan foor straatverbetering? Dit: het Rijk is fceroid tot wederopzegging de privaatrechtc- e'rt Jijke vergunning te verleenen tegen een jaar- yijkeche vergoeding van f 2.50 en met voor- lehouo, dat het stoepterrein beschikbaar ilijft voor het plaatsen van rijwielen! Aldus: geen kostelooze afstand, zooals de particulieren deden, maar drie voorwaar- m- den: tot wederopzegging (dus met de plicht herstel in de vorige staat, als dat ver- angd wordt); niet gratis, maar voor f 2.50 er jaar en met recht van rijwielplaataing j bewaring. Het laatste beding Is tenminste begrijpe ijk, al is het onbegrijpelijk, dat men de bepaling nie kende, dat zoo'n vergunning Heen overeenkomstig de publiek-rechte- Ijke Politie-verordening gegeven kan forden. Het gemeentebestuur liet niet na zijn ar* fcroote teleurstelling over deze tegenwerking lit te spreken. En dat maakte nog eenige ndruk ook. Namens den Minister van Fi- isaciën werd meegedeeld, dat het Rijk de imcente het vel niet over de ooren wilde uien en bij nader inzien met een wrlijksche retributie van L— genoegen ;pn nemen. Ziezoo, dat is f 1,50 per jaar kerdiendl Echter voor de rest hield het Rijk zijn been stijf. Geen overdracht van eigendom. Het Rijk is en blijft bezitter. Maar bij pri- aatrechtelijke vergunning mogen de stoe ien geslecht worden, mits daarin wordt op- [enomen, dat de gemeente zich verbindt n,'jom kosteloos de publiekrechtelijke vergun- s. ting te verleenen tot het plaatsen van rij ba delen op het nieuwe trottoir. Kenners van 't publieke rechl! mogen eens ïitkienen of deze figuur toelaatbaar is: een irivaatrechtólijke overeenkomst te maken, raaraan een publiekrechtelijke vergunning 33 trborrden Ja.- Lndfirijjd-JtettEdfi.-afl. -Minister an Economische Zaken dergelijke marchan- eeren door de gemeenten ernstig af: er werd (envoudig verboden om in een privaatrecb- elijke overeenkomst vast te leggen wat pu- iliekrechtelijk geregeld moet worden. Mag het thans, nu het Rijk partij is, wèl? let lijkt ons tamelijk apocrief. Maar dat „bij nader inzien" de vergoeding rel verlaagd kan worden van een rijksdaal- ler tot een gulden, is kostelijk. Zelfs al be- eekent het, dat men slechts pro forma een iedrag vraagt; alleen omdat de vorm der ivereenkomst zulks vereischt. En onwillekeurig denkt men toch aan het ,penny wise and pound foolish"! CM In* [fm JEN ADJUNCT-INSPECTEUR depOOR DE LUCHTBESCHERMING Benoeming van kapt. J. H. van Rlosen e wachten Naar wij vernemen k'an binnenkort' 3c •enoeming worden tegemoet gezien van kapi J. H. van Riesen, thans verbonden aan iet bureau luchtbescherming van den gene- ralen staf, tot adjunot-inspecteur van den mlangs ingesteiden dienst tót bescherming der burgerbevolking tegen luchtgevaar, wel ke ressorteert onder het Departement van liimenlandsohe Zaken en onder leiding 1<Ü staat van den inspecteur voor de luchtbe- jk soherming, den oud-luitenant-gcneraal De Ridder. Wijziging en aanvulling Indische Begrooting De regionale rekeningen Aan het Voorloopig Verslag der Tweede Kamer, over het wetsontwerp tot goedkeu ring van de besluiten van den gouverneur- generaal van Ned.-Indië tot wijziging on aanvulling van enkele afdeelingen der bc- grooting van Ncd.-Indiö voor liet dienst jaar 1936. wordt het volgende ontleend: Omtrent de bijzondere betaling van een bedrag van f5 milliocn door de Aardolie- maatschappijen, merkten verscheidene le den op, dat meer en meer blijkt, dat de Regeering tegenover deze maatschappijen een weinig aanbevelenswaardige gedrags lijn heeft gevolgd. Blijkbaar heeft zij meer rekening gehou den met een in Indië bestaand en herhaal delijk in den Volksraad tot uiting gekomen sentiment, dan met de beginselen eencr ge zonde belastingpolitiek. Vele leden spraken inlusschcn den wensch uit, dat de Regeering voor 1 Jan. 1Ö37 een meer rfegelmatigen weg zal weten te vin den om tot versterking der landsmiddelen te komen. Gevraagd werd, of een verhooging der vennootschapsbelasting spoedig kan wor den tegemoet gezien. Vele leden gaven uiting aan hun verwon dering cn teleurstelling over do uiterst sobere toelichting bij de begrootingsposten, betrekking hebbende op het tot uitvoering brengen van plannen van zoo ver strekken de beteekenis, als die der bestuurshervor- ming in de buitengewesten. Verscheidene leden verklaarden, dat ook voor de beoordecling van de vraag, of de drie nieuwe gouvernementen en het stelsel van regionale uitgaven tot bezuiniging zullen leiden, de noodigo gegevens ontbreken. De aangevraagde post van f80.000 zal, indien tot benoe ming van gouverneurs wordt overge gaan, stellig onvoldoende zijn. Wat de regionale rekeningen Betreft, meenden sommige leden, dat de ervaringen, op Java opgedaan met de finaneiecle decen tralisatie, niet van dien aard zijn geweest, dat in de buitengewesten zonder ernstige bedenking tot een zoo ver gaande over dracht van beheer aan lagere organen zou kunnen worden overgegaan. Vele leden, hoezeer ook met. de Regecring van oordeel, dat de tijd rijp is voor de verdere voorbereiding vaij de instelling van zelfstandige groepsgemeonschappen, achtten het onraadzaam, thans over te gaan tot 't instellen van drie gouvernementen en het benoemen van gouverneurs. Zij zouden het juiste»- achten, indien deze verdere voorbe reiding zou geschieden door een ige regec- ringscommissarissen, ondr wier leiding een proef genomen zou kunnen worden met de invoering van regionale rekeningen. Gevraagd werd, of de Indische regee ring reeds haar standpunt heeft be paald ten aanzien van de hoofdplaats van Sumatra; Begrafenis Mr. A. J. Van Hengel Onder groote befangstelling heeft Zater dagmiddag op de Ned. Herv. begraafplaats te Oud-Leusden de ter aardebestelling plaats gehad van den bekenden Nederlandschen bankier, directeur-generaal van de Oestcr- reichische KrediLAnstalt-Wiener Bankvcrein mr A. J. van Hengel, die in een sportvlieg- tuig op Schiphol is verongelukt. Tegen het middaguur had zich een groote schare op de begraafplaats verzameld. On der de vele aanwezigen waren voorname lijk vooraanstaande figuren uit Nederland- sche en Oostenrijksche ïinancieele kringen. Tegen ongeveer half een arriveerde de uit Amsterdam vertrokken begrafenisstoet. Aan de groeve, die door de vele kransen en bloemen gedekt werd, werd op verzoek van den overledene niet gesproken. De begrafe nisplechtigheid duurde slechts kort. Een broeder van den overledene, de heer J. van Hengel, dankte namens de familie. WELGESLAAGD FOKKERFEEST OP SCHIPHOL Twee onderscheidingen voor den vliegtuigbouwer Belangstelling van duizenden Zaterdagmiddag werd op Schip hol een „openbare les in de geschie denis van de luchtvaart'.' gegeven, ter gelegenheid van het feit, dat de heer A. H. G. Fokker 25 jaar geleden zijn loopbaan als vliegtuigbouwer en vlieger aanving. Vóór het programma een aanvang nam, hebben in den grooten Fokker-hangar hon derden genoodigden de huldiging van den heer Fokker meegemaakt. Talrijke autoritei ten waren aanwezig, o.m. de vertegenwoordi ger van H. M. de Koningin, kapt.-lultenant ter zee N. A. Rost van Tonningen, den mi nister van Waterstaat. Jhr. Ir. van Lidth de Jeude, leden van den Raad van State, van de beide Kamers der Staten-Generaal, hooge militaire en civiele autoriteiten, vertegen woordigers van de regeeringsinstanties op luchtvaartgebied, van de burgerlijke lucht vaart, sport- en militaire vliegers en parti culieren uit velerlei kringen. Later op den middag kwam ook de burgemeester dr. W. de V1 ugt. Na een inleidend woord van den onder-directeur der Fokkerfabriek, den heer J. E. van T ij e n, sprak mi nister van Lidth de Jeude den heer Fokker toe, hem huldigende als een der eerste en grootste pioniers van de luchtvaart. Een daverend applaus volgde toen de minister meedeelde, dat het H. M. de Koningin behaagd had, den heer Fokker te benoemen tot ridder in de Orde van den Nederland schen Leeuw. Vervolgens werd de heer Fokker toege sproken door de heeren ir. J. E. F. d e K o k, voorzitter van de Kon. Ned. Ver. voor Lucht vaart, mr. C. Kropman, wethouder van Amsterdam, die onder applaus mededeeling deed van het feit, dat het gemeentebestuur den heer Fokker wegens zijn groote verdien sten de zilveren medaille van de stad Am sterdam had toegekend, en L. G u i 11 o- nard, onder-directeur van de K.L.M., die als stoffelijk blijk van waardeering een al bum met foto's van de belangrijkste momen ten uit de geschiedenis onzer nationale lucht vaartmaatschappij aanbood. Tenslotte dankte de heer Fokker voor de hem gebrachte hulde. Spr. deed voorts de mededeeling dat hij, als bijdrage voor een goede ontwikkeling van het luchtvaartver- këer, de belangstelling der bevoegde instan ties gevestigd heeft op een door hem ont worpen plan betreffende de eischen, die z.i. in de toekomst aan luchthavens zullen moe ten worden gesteld en gaf tenslotte uiting aan zijn groote dankbaarheid jegens allen, die hem in zijn ontwikkeling als vliegtuig bouwer met raad en daad terzijde hebben gestaan. Een vliegfestijn een start van de jachtvliegtuigafdeeling Soesterberg o.l.v. kapt. van Weerden Poel- - en enkele vluchten van de nieuw ste Fokkerproducten. Het vliegfestijn werd besloten met een interessante demonstratie door een zweefvliegtuig, in de ontwikkeling welke sport de heer Fokker mede een werkzaam aandeel heeft gehad. Duizenden hebben de demonstraties bijgewoond. Het schip ligt los. Beneden op de kade staan onze geliefdon te wuiven. En wij wui ven met hart cn ziel terug. Wonderlijk is dat met zoo'n menschcnhart, zetel der liefde. Mijn vriend S. vertelde me, dat hij bij de wieg van z'n eersteling zat, ton Ds. Van der Sluis (in Enkhuizen was 't het is lang geleden) binnen kwam, Dominee, zei de jonge vader, ik dacht, dat dat mot die vaderliefde wel andere was; ik voel zo nog zoo weinig. Toen sprak de wijze domi nee: Meester, ze moesten uw lieve kindje maar 's weg komen halen, dan zou u de vaderliefde wel in eens heel goed gevvoelen. Ik dacht aan die historie, toen ik daar een groot deel van mijn bloed zag staan, wui vend. 't. Is waar. het was wel geen scheiding door weghalen, geen scheiding voor jaren, maar het was toch scheiding. En dan voelt men toch iets anders, iets meer dan allen dag, voelt men beter dan in de gewone da- een, hoe nauw ze ons aan 't hart liggen, hoe groote waarde ze voor ons hebben, wat onmisbare schatten ze voor ons geworden Juist bij de scheiding voelen we de vvaarde der dingen, zien wij hun schoonheid. Nooit, las ik, heeft Aaron de kleuren van zijn hoogepriesterlijk kleed zoo schoon gevonden, als toen hij het aflei op den berg Hor,, waar hij sterven moest. 'V; /Én hoe nioriigèen hëëft'. pas Be 'waarde van leven en: dihgen gepciltf als hij storrd bij ee.n sterfbed, of zelf cr op neerlag. In het groote, vaak veel te drukke leven, zien wij de waar de der Godsgaven niet. Onze oógen zijn, he laas, te zeer beloken. Nog wuiven wij, mijn vrouw, mijn reis genoot en ik. Maar dan houden we maar 9P, wij onderkennen niets en niemand meer in de groote schare in de verte. Wij varen. Wij passeeren onze goede dorpen en ste den. Dan is het aantreden voor de sloepen controle. Wij halen onze reddinggordels en melden ons er mee bij sloep 7. Meer niet. Wij zullen maar hopen, dat - het bij dat' „Meer niet" blijft. Voor ons ligt ons vlakke, Hollandsche land. Het ligt daar in zijn lentetooi, frisch en groen. En dw heldere huizen en huisjes steken er hun mooie roode daken kloek, om hoog. Over den dijk rijst daar statig tegen den Noorderhemel onze mooie vierkante dom, de toren van mijn geboortedorpje. Daaraan vast ligt het hooge dak van de oude kerk (van 1659 is zij), de plaats, waar mijn moeder mij ten doop hief. 'k Verzuim nooit als ik Delft voorbijspoor, naar den stompen bréeden steenklomp aan de kim en naar dat dak ernaast te zoeken, naar de voor mij heilige plaats, waar God Drieëenig zijn tj M Naam deed uitroepen over mij en Zijn hei- Het Nationaal Genootschap van Accoun- li* teeken schreef op mijn hoofd, 'k Was tants houdt op Zaterdag 20 Juni zijn eerste .toen nog maar een klein klompje mcnsch: accountantsdag m het jaarbeursrestaurant (nu ben ik grooter geworden le Utrecht. In deze bijeenkomst zal Prof. Mr. Maar wat beteekent die" groei van ruim P. A. Diepenhorst een inleiding houden eon Meter voor het oog van God oneinolg over: „Tweeërlei ordeninggstreven". voor wien de volkeren zijn geaoht als een I ÜEERLANDS ZUIVEL VOEDT V OOEDI droppel van een emmer, en als een stofio van de weegschaal. Tuöschen die dagen toen en die van nu ligt mijn leven, een schat van zegeningen over mij en mijn hcirtje. Liegen dagen ook van druk maar veel moer van licht. Van uit mijn hooge dek kan jk het toonecl zien van mijn jeugd, de slooten, waar wij overheen wipten en waar wij in „zwommen", de boomen waar wij in klauter den. Ginds ligt het weggetje, waar ik mijn eersto groote reis langs maakte. Naar mijn grootmoeder op een geïmproviseerd stok paard. Ze liep slecht af, met klappen en een „dadelijk naar bed". Ik was toen een jaar of vier; de verre wereld schijnt me toen al te hebben aangelokt en hcelomaal niet afge schrikt. Dat is zoo gebleven. En nu ben ik op mijn laatste groote reis, we zullen maar hopen dat die fortuinlijker afloopt. Achter mij rijst breed cn hoog de Sint- Catrijnetoren, beeld voor mij als kind en nu nog van Neerlands vrijheid; daar woei voor 't eerst weer de Oranjevlag op een Holland sche toren. Na 10 jaar woei ze overal aan het Westerstrand, na 60 jaar over heel Ne derland. Maar daar in den Briel daar begor» toch het leven van het nieuwe, vrije land. Nu nog vrij. En...... „zij zullen het niet heb ben". Wij zitten nu midden op de zee; naar Oost naar West, naar Zuid en Noord, 't is alles zee. Een zacht vlak zeetje. Wat kunnen we nu'-"mooi zien, wat wé lazen in ónze boekjes. flat.de wereld fond is,'Naar alle windstreken zakt, ze .in dè Verte-Weg, naar den'aard der bollen, al lager wordt het vlak, dat onze pogen omspannen. Boven op dat vlak. boven óp dien bal, waarop menschen wonen, vaart de Dempo. En boven op de Dempo zitten wij drieën. Onder onze voeten hangt de we reld, altegaar water en, wat dieper weg. land. En de Dempo krabbelt maar voort, slaat zijn schroef pootjes rond in het water, met snelle stapjes, net als vroeger in een draaienöen. karnmolen, de hond van onzen buurman. "Maar de "Dempo doet het statig, heel anders dan die hond, met zijn open bek en zijn hijgadem. Zeg nu niet, lezer, dat zoo'n wereldkijk, als ik daar gaf, een malligheid is. Zij is niet zoo mal, zij is de kijk der groote massa, zoo als dat mannetje bij ons het uitdrukte, ter wijl hij zijn neus in de lucht stak. Daar is maar eenen Ik, zeijihij, cn dat ben ik. Zoo denkt feitelijk de groote hoop, al zegt hij liet niet zoo plat. Alleen als God ons heeft losgemaakt van ons Ik, gaan wij het anders zien. Dan leeren wij, dat God, de Schepper van 't Heelal, zon cn maan cn sterren draagt cn houdt in Zijn hand Dat Hij ook onze aarde draagt. En allen en al les, wat er op leeft "en beweegt. Ook de wij de zee rondom, en ons schip, en ons drieën hier op het hooge dek. Ons leven is in Zijn hand en dat wij hier zoo liefelijk varen, kwam ons toe van Zijn vaderlijke hand. En wij hebben maar Hem te danken en I-Icm te bidden om een goede reis. Want wij hebben nog heel wat voor de boeg. Moeten de Golf van Biskaye langs guurder gedachtenisse. ITier, in Southamp ton, blijven wij liggen van Donderdagmor gen tot Vrijdagmiddag, 5 uur. Tn Lissabon leggen wij aan, en in Tanger. Vandaar gaat het naar Marseille. En daar eindigt onze eerste zeetocht. Wat mij betreft, ik kan wel doorvertellen zonder eind. Maar om u, lezer, niét te ver velen, zal ik het kort maken. Dat beloof ik u, v. W. Belemmering van het autoverkeer Een redacteur van het A.N.P. lieeft een onderhoud gehad met den Voorzitter van de K.N.A.C., mr. J. Linthorst-iloman, aanleiding van de Memorie van Ant woord inzake het wetsontwerp, houdende bepalingen tot bet tegengaan van overver moeidheid van bestuurders van motorrijtui- gen (onlwerp-rijtijden-wet). De K.N.A.C. heeft, aldus mr. Linthorst- Homan, nog nimmer een zoo ingrijpend voorstel in het vrije verkeer meegemaakt. Hoewel vaststaat, dat nog niet 1 der on gevallen aan oververmoeidheid te wijten is. wil men nu ineens veel verder gaan dan een billijke bestrijding van ongevallen mee brengt. In feite gaat men nu het snelver keer belemmeren. Slechts met ontelbaar vele en onver wachte aanhoudingen en allerlei con trole zal men de beoogde maatregelen kunnen handhaven. De Ministers zijn van plan, In het rij tijdenbesluit een verbodsbepaling op te ne men om langer dan vier uren achtereen een motorrijtuig te besturen. Onderbrekingen van minder dan een half uur blijven buiten beschouwing. Dus maximaal vier uur. De ministers zullen dus zelfs nog minder dan vier uren als toegestancn rijtijd mogen ne men. Men bcscffo goed, deze bepaling zal ook voor alle particuliere rijders gelden. Waarom dit laatste geschiedt, is de K.N. A.C. een raadsel, al is zij er zich van be wust dat voor sommige categorieën van beroepschauffeurs een maatregel tot het vermijden van uitwassen nuttig kan zijn. Wij doen thans, aldus mr. Linthorst- Homan een stap terug. Het aantal auto mobielen hier te lande is dalende. Het is te vreezen dat het nog verder zal verminderen. Te hopen valt slechts dat het ontwerp in dezen vorm niet aangenomen wordt. Melkbroodbereiding Melk of melkpoeder kan gebruikt worden. Het Zuivelbureau te 's-Gravenhage ves'tigr cr de aandacht op, dat den laatsten tijd aan»he? publiek mededeelingen worden ge daan. die eenipe afbreuk zouden kunnen doen aan de beoordeeling van Melkbrood. bereid met volle melkpoeder inylaals van met volle melk. Teneinde eventueele misverstanden te voorkomen achten wij het nuttig, voor zoo ver nooaig de aandacht van het publiek te vestigen op hej feit, dat in de Warenwet dwingende voorschriften zijn. vervat ten aanzien van het minimum percentage melk vet dat in Melkbrood aanwezig moet zijn; daarbij' wordt in het midden gelaten of hes deeg zal worden gemaakt met volle melk dan wel met volle melkpoeder. Wij kunnen hieraan toevoegen dat men goed doet uit een oogpunt van voedings waarde geen verschil te maken russrhen Melkbrood volgens de eenc of volgens d? andere methode als bovenbedoeld bereid. Sommige bakkers geven naar gelang hun bcdrijfsinzichten de voorkeur aan. het DINSDAG 9 JUNI HILVERSUM I 1875 M. KRO-uitzcnding. 8.00—9.15 Gram.pl. 9.30 „Ordening in de middenstand", door dr. J. van Hellen** berg Hubar. 11.30—12.00 Godsd. halfuur. 12.15 KRO-orkest. 2.00 Voor de vrouw. 3.15 „De Katholieke Kerk in de branding" 4.45 KRO-orkest. 5.30 De KRO-boys. 6.30 KRO-Melodisten. 7.15 Sacramentsfeest en processie. 8.00 Berichten ANP. 8.10 KRO- Symphonie-orkest. 8.30 Fanfare „St. Joe- zep". 9.10 Orkest. 9.40 KRO-symphonie- orkest. 10.00 Vervolg fanfare-orkest. 10.35 Berichten ANP. 10.40 KRO-symphonie- orkest. 11.15 KRO-boys. HILVERSUM II 301 M. AVRO-uitzendlng. 6.307.00 RVU. 10.00 Morgenwijding. 11.00 "Huish. wenken. 11.30 Pianorecital. 12.00 Omroeporkest en gram.pl. 2.00 Or gel en viool. 3.00 Knipcursus. 4.00 Zang en piano. 5.00 Voor de kinderen. 5.30 Omroeporkest. 6.30 Astronomische cause rie over de zonsverduistering van 19 Juni, door Dr. J. C. ProostThoden van Velzen te Rotterdam. 8.-00 Berichten ANP. 8.10 Gevarieerd programma. 11.00 Berichten ANP. 11.15—12.00 Aeolian-orkest. DROITWICH 1500 M. 11.20—11.50 Orgel spel. 12.10 Kwintet. 12.50 Orkest. 3.10— 3.55 Kwintet. 4.20 Causerie „This and That". 4.40 Sopraan en strijkkwartet 5.35 Zigeuner-orkest. 6.50 Liederen van Ra- vel. 7.50 Koloniale causerie. 8.50 Radio- tooneel. 10.20 Scheepvaartkundige cau serie. 10.40 Strijkkwartet. RADIO PARIS 1648 M. 11.20 Orkestconcert, 5.50 Orkestconcert. 10.05 Orkestconcerten solisten. KEULEN 456 M. 12.20. Concert. 1.35 Sym- phonieconcert. 4.20 Orkestconcert. 5.55 Gevar. concert. 7.20 Omroeporkest. BRUSSEL 322 en 484 M. 322 M.: 12.50 Salon-, orkest. 5.20 Omroeporkest. 8.20 Sympho* nieconcert. 484 M.: 12.50 Omroeporkest. 5.20 Orgel*, concert. 8.20 Salon-orkest en zang,. als Ge op 't examen Uw gedachten kunt con» cenireeren. Wilt Ge kalm en rustig lijn, neem dan 'n „AKKERTJE". 5 stuks in metalen zakdoosje 20 cent. Overal verkrijgbaar. gebruik van melkpoeder, andere aan hei gebruik van melk. Wel is het van bijzondere beteekenis, dat; het publiek let op het voorkomen van da letrers M.B. in de broodkorst Dan, doch ook dan alleen, heeft hc-t zekerheid dat het brood het door de Warenwet vereischt e percentage melkvet bevat cn met rechj Melk brood mag worden genoemd. Naspel van eskaderbezoek BUITENZORG, 6 Juni. (Aneta),... In vejri band met het bezoek van hét Nëdêiia'tÉïsdLVa eskader aan Indo-China in November. 1933 zijn-benoemd":' tof gi'oöt-offieieren irrdirOrda van Oranje-Nassau P. A. Pages, gouverneutï van Cochin-China, eu II. Malavod, schout,* bij-nacht bij de Fransche marine, comman* dant van de zeemacht in Indo-China, tot of ficier in de Orde van Oranje-Nassau P. La. nes, luitenant ter zee 2e kl. bij de Fransche marine in Indo-China. MIJNHEER PIMPELMANS GAAT „EN PENSION" Tegelijk trok mijnheer Pimpel mans aan een koord, dat vlak naast hem hing, net als thuis bij zijn ledikant het koord van het licht. In plaats van echter het licht uit te trekken, gaf hij zichzelf een stortbad; een bruisende stroom ijskoud water daalde op zijn gezicht neer. zoodat hij naar adem snakte en van verbouwereerdheid maar steeds aan 't koord bleef trekken. 5i. „Laat los! Sufferd!" riep. mevrouw Pimpelmans, „Wacht, ik kom all" en meteen wou ze uit bed springen, zooals ze thuis ge wend was. Ze vergat heelemaal. dat ze onar op drie losse, wankelbare stoeltjes lag, zoo- dat ze 't volgend oogenblik met bed en al ho ven op haar man terechtkwam en de geneug. ten van een frissche douche met hem deelde.* (Wordt Woensdag vervolgd) Feuilleton DAGERAAD (.Boor H. KINGMANS En dan Hep er nog een gerucht, alleen onder de Gerefor* meerden, waarvan evenwel geen bevestiging was te verkrijgen, j* maar dat burgemeester Hillebrands, die op het punt van aftreden stond, om dan lid van de Hoofdmannenkamer te Rorden, tamelijk waarschijnlijk achtte. Het heette, dat Entens bij de werving in het geheim door den Prins van Oranje werd gesteund, wien het een doorn in het oog was, dat Burgemeesters en Raad van Groningen zoo goed als geheel Spaanschgczind waren en die blijkbaar van den graaf Van Rennenburg niet al te veel verwachting meer had. Dit gerucht maakte den tegenzin bij Munco, zoo het kon, tiög grooter, en zelfs de geestdrift van Roelf Ketel werd er door bekoeld. In den grond zou een eventueel en strijd van de Stad tegen de Ommelanden dan hierop neerkomen, dat gestre den werd tegen den Prins van Oranje. En dat was toch al te Vreemd en te dwaas. Echter, burgemeester Hillebrands wees In 'een bijeenkomst ton zijnen huize de Gereformeerde burgers op hun plicht, al* lid van het burgervendel. En voor den gedanen eed zwichtten lij, al was er eenig gemor. „Waarom verlaat de Graai Van Rennenburg 'de stad ook?" Vroeg Roelf Ketel. Vrijwel onmiddellijk na het gebeurde was Rennenburg naaï 3e Zuidelijke Nederlanden vertrokken, welke reis was uitgesteld om de troebelen met de Ommelanden, zeer tot ongenoegen van Bailly. De Stadhouder was niet" vertrokken, alvorens van Burge- taeesters en Raad do verzekering je hebben ontvangen, dat er tijdens zijn afwezigheid met de gevangen genomen Ommelanders niets zou gebeuren, tenzij zij losgelaten werden, Mèt Renmen- burg was een deputatie der stad naar de Algemecne Staten, getrokken, om een uitspraak in de twisten met de Ommelanden te verkrijgen, een uitspraak ten gunste van de Stad. „Of de Stadhouder aanwezig is of niet", merkte burgemeesïer Hillebrands op, „verandert aan den loop vau zaken niets. Mogelijk is het beter, dat de Graaf er niet is. Hij neemt toch geen beslissing in het geschil en verschuilt zich achter da Staten." De dag kwam alras, waarop de nadering word gemeld van een troep door Entens geworven soldaten, die Groningen wille hernemen. Hun komst vóór de poorten werd echter niet afgewacht. Do vijf grootste burgervendels, te samen tellende een tweeduizend man, werden in het open veld gezonden en ontmoetten da voorhoede onder Norg, waar een heftige strijd werd ontketend, die eindigde met een nederlaag van Entens' troepen, welke op Kocvorden vluchtten, op den voet gevolgd door de Groningers. Het vendel van Roelf Ketel en dat, waarbij Munco was ingedeeld, welke beide vendels grootcndeels uit Gereformeerden, althans niet-Roomschen bestonden, waren het eerst in de buurt van Koevorden, waar Entens zich met slechts een kleino groep verschanst had, willende zich op leven en dood verdedigen. Van dit laatste waren echter zijn soldaten niet gediend. Zij zegden hem de gehoorzaamheid op met het gevolg, dat Entens nis gevangene in handen van de burgers van Groningen viel, die hem in triumf daarheen voerden. Op weg naar de stad, die hij haatte en die hem haatte met een, zoo het kon, nog doodelijker haat, ontmoette Entens Munco en zag hem aan met een verbaasden blik. „We kennen elkaar", zeide hij. Munco knikte. „Is het vuur er uit? Vecht een 'Geus tegen een Geuzen- aanvoerder? Is daarvoor de. vluchteling uit Groningen., .vriende lijk door de Geuzen ontvangen?" „Ik moet", antwoordde Munco. „Niet van Harte ben ik mee gegaan. Maar mijn eed als lid van het burgervendelIk had het liever niet gedaanIk Verachtelijk hem aanblikkend, wendde Entens zich van hem af, Munco steeg het bloed naar de wangen. Op hetzelfde oogen blik staarde hij in de boosaardig flikkerende oogen van Abel Abclsz., die het korte tweegesprek had gehoord en liet,'Munco was er van overtuigd, wel zou overbrieven, de gluiperd. Met gemende gevoelens keerde hij in do stad terug, waar de blijdschap oyer het verloop van den tocht bovenmate groot was en waar een gejuich werd aangeheven, toen bleek, dat d« doodsvijand Entens gevangen was. Hij werd opgesloten bij de Ommelander heeren en alleen de aan den graaf Van Rennen burg gedane belofte weerhield de Magistraat er van, om Entens midden op de Groote Markt te onthoofden en te vierendeelen, welk lot zij de in do vunze kerkerholcn opgesloten Ommelanders ook gunde. Munco was stil naar huis gegaan. Het vele spreken van zijn oom, die uitbundig was over het lot, dat de Ommelanden had getroffen en die voorspelde, dat de heeren van het land nu wel een toontje lager zouden gaan zingen, liet hij onbeant woord. 1-Iet verdriette hem, dat hij tegen Barthold Entens van Menteda had moeten vechten en diens verwijtende blikken hadden hem diep getroffen. Het was hem een pak van hel hart, toen bljek, dat er niet meer gevochten zou worden. De met den Graaf van Rennen burg vertrokken afgevaardigden keerden naar Groningen terug met het bevel van Aartshertog Matthias cn van de Algemeene Staten, om alle wapengeweld op te schorten en af te wachten, wat de Prins van Oranje zou beslissen, aan wien de Staten hadden verzocht, in de geschillen tusschen Stad en Ommelan den een bindende uitspraak te doen. Zij deelden tevens meda, dat Oranje twee rechtsgeleerden naar. Groningen zenden zou, om een onderzoek in te stellen. De r.aam vau één der rechts geleerden was reedfl bekend; de vriend van Oranje, MarnlS yan St, Aldegonde. HOOFDSTUK VII Twee ruiters, gekleed in de ridderlijke dracht, reden', gevolgd door vier rijknechten, stapvoets over de brug van een kastee}, gelegen in Henegouwen. Dan gaven zij hun paarden de sporen en verdwenen in het nabijzijnde bosch, dat behoorde tot de uitgestrekte bezittingen van Guillaume de Hamal, baron de Moncheau, die g'eübwd was met Cornelia van Lalaing, zuster van den Graaf Van Rennenburg. De cenc ruiter, kort ineengedrongen van gestalte, was baron de Moncheau; de ander, slank, knap en jonger, de Graaf Van Rennenburg, Stadhouder der Algemeene Staten der Nederlanden in Groningen. Na te Antwerpen te hebben geconfereerd met Aartshertog Matthias en de Algemeene Staten was Rennenburg, vergezeld van Bailly cn een aantal krijgsknechten naar Ville gereisd, om zijn bezitting aldaar te bezoeken, welke hij in goeden staat aantrof. Alvorens naar zijn het vorige jaar verkregen Graafschap Rennenburg in Limburg te reizen, had hij een omweg gemaaJvi, teneinde zijn zwager en zuster te ontmoeten. Dien vorigen dag was hij op het kasteel van den baron de Moncheau gearriveerd, waar reeds den eersten avond was door gebracht met hei voeren van een gesprek over de politiek, waarbij het Rennenburg al meer duidelijk werd - hij had op zijn reis er trouwens meer van vernomen - dat de meeningen onder de edelen in de Zuidelijke Nederlanden aan het kenteren (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1936 | | pagina 9