NAAR 'J ZUIDERLAND
Znivelgerechten zijn zoo gemakkelijk
Ge slaagt zeker!
r
m MAANDAG 8 JUNI 1936
DERDE BLAD PAG. 9
SLECHT VOORBEELD
Hoe het Rijk zaken doet
Wie zich aan een ander spiegelt, behoeft
er niet altijd beter op te worden. Wanneer
particulieren het voorbeeld der hooge over-
jlid volgen, komt dit dè samenleving niet
iieeds ten goede. De overheid kan niet
immer „ter navolging" op haar werken
erschillende plaatsen worden hooge,
nnderlijke stoepen, al of niet afgesloten met
lmk- en ketting-werk geslecht om In 't belang
isn het verkeer doorloopende trottoire aan
18 leggen. Bijna altijd verleenen de eigenaars
dezer „historische heerlijkheden" alle mogo-
]jke medewerking en worden deze stoepen
iratis aan de gemeente afgestaan; precies
looals bij nieuwbouw met straatterreinen
jöbeurt.
Maar wat doet het rijk? Dat leert u een
officieel stuk van Burgemeester en Wethou
ders van den raad van Vlaardingen.
Ook daar is men bezig 'n straat, do West-
liavenka.de te verbeteren. Maar aan dia
itraat liggen het Rijksbelasting- en het Post
'ci* kantoor. En wat antwoordde de hooge over-
beid toen de gemeente vroeg om het terrein
der hinderlijke 6toepen kosteloos af te staan
foor straatverbetering? Dit: het Rijk is
fceroid tot wederopzegging de privaatrechtc-
e'rt Jijke vergunning te verleenen tegen een jaar-
yijkeche vergoeding van f 2.50 en met voor-
lehouo, dat het stoepterrein beschikbaar
ilijft voor het plaatsen van rijwielen!
Aldus: geen kostelooze afstand, zooals de
particulieren deden, maar drie voorwaar-
m- den: tot wederopzegging (dus met de plicht
herstel in de vorige staat, als dat ver-
angd wordt); niet gratis, maar voor f 2.50
er jaar en met recht van rijwielplaataing
j bewaring.
Het laatste beding Is tenminste begrijpe
ijk, al is het onbegrijpelijk, dat men de
bepaling nie kende, dat zoo'n vergunning
Heen overeenkomstig de publiek-rechte-
Ijke Politie-verordening gegeven kan
forden.
Het gemeentebestuur liet niet na zijn
ar* fcroote teleurstelling over deze tegenwerking
lit te spreken. En dat maakte nog eenige
ndruk ook. Namens den Minister van Fi-
isaciën werd meegedeeld, dat het Rijk de
imcente het vel niet over de ooren wilde
uien en bij nader inzien met een
wrlijksche retributie van L— genoegen
;pn nemen. Ziezoo, dat is f 1,50 per jaar
kerdiendl
Echter voor de rest hield het Rijk zijn
been stijf. Geen overdracht van eigendom.
Het Rijk is en blijft bezitter. Maar bij pri-
aatrechtelijke vergunning mogen de stoe
ien geslecht worden, mits daarin wordt op-
[enomen, dat de gemeente zich verbindt
n,'jom kosteloos de publiekrechtelijke vergun-
s. ting te verleenen tot het plaatsen van rij
ba delen op het nieuwe trottoir.
Kenners van 't publieke rechl! mogen eens
ïitkienen of deze figuur toelaatbaar is: een
irivaatrechtólijke overeenkomst te maken,
raaraan een publiekrechtelijke vergunning
33 trborrden Ja.- Lndfirijjd-JtettEdfi.-afl. -Minister
an Economische Zaken dergelijke marchan-
eeren door de gemeenten ernstig af: er werd
(envoudig verboden om in een privaatrecb-
elijke overeenkomst vast te leggen wat pu-
iliekrechtelijk geregeld moet worden.
Mag het thans, nu het Rijk partij is, wèl?
let lijkt ons tamelijk apocrief.
Maar dat „bij nader inzien" de vergoeding
rel verlaagd kan worden van een rijksdaal-
ler tot een gulden, is kostelijk. Zelfs al be-
eekent het, dat men slechts pro forma een
iedrag vraagt; alleen omdat de vorm der
ivereenkomst zulks vereischt.
En onwillekeurig denkt men toch aan het
,penny wise and pound foolish"!
CM
In* [fm
JEN ADJUNCT-INSPECTEUR
depOOR DE LUCHTBESCHERMING
Benoeming van kapt. J. H. van Rlosen
e wachten
Naar wij vernemen k'an binnenkort' 3c
•enoeming worden tegemoet gezien van kapi
J. H. van Riesen, thans verbonden aan
iet bureau luchtbescherming van den gene-
ralen staf, tot adjunot-inspecteur van den
mlangs ingesteiden dienst tót bescherming
der burgerbevolking tegen luchtgevaar, wel
ke ressorteert onder het Departement van
liimenlandsohe Zaken en onder leiding
1<Ü staat van den inspecteur voor de luchtbe-
jk soherming, den oud-luitenant-gcneraal De
Ridder.
Wijziging en aanvulling
Indische Begrooting
De regionale rekeningen
Aan het Voorloopig Verslag der Tweede
Kamer, over het wetsontwerp tot goedkeu
ring van de besluiten van den gouverneur-
generaal van Ned.-Indië tot wijziging on
aanvulling van enkele afdeelingen der bc-
grooting van Ncd.-Indiö voor liet dienst
jaar 1936. wordt het volgende ontleend:
Omtrent de bijzondere betaling van een
bedrag van f5 milliocn door de Aardolie-
maatschappijen, merkten verscheidene le
den op, dat meer en meer blijkt, dat de
Regeering tegenover deze maatschappijen
een weinig aanbevelenswaardige gedrags
lijn heeft gevolgd.
Blijkbaar heeft zij meer rekening gehou
den met een in Indië bestaand en herhaal
delijk in den Volksraad tot uiting gekomen
sentiment, dan met de beginselen eencr ge
zonde belastingpolitiek.
Vele leden spraken inlusschcn den wensch
uit, dat de Regeering voor 1 Jan. 1Ö37 een
meer rfegelmatigen weg zal weten te vin
den om tot versterking der landsmiddelen
te komen.
Gevraagd werd, of een verhooging der
vennootschapsbelasting spoedig kan wor
den tegemoet gezien.
Vele leden gaven uiting aan hun verwon
dering cn teleurstelling over do uiterst
sobere toelichting bij de begrootingsposten,
betrekking hebbende op het tot uitvoering
brengen van plannen van zoo ver strekken
de beteekenis, als die der bestuurshervor-
ming in de buitengewesten.
Verscheidene leden verklaarden, dat
ook voor de beoordecling van de vraag,
of de drie nieuwe gouvernementen en
het stelsel van regionale uitgaven tot
bezuiniging zullen leiden, de noodigo
gegevens ontbreken. De aangevraagde
post van f80.000 zal, indien tot benoe
ming van gouverneurs wordt overge
gaan, stellig onvoldoende zijn.
Wat de regionale rekeningen Betreft,
meenden sommige leden, dat de ervaringen,
op Java opgedaan met de finaneiecle decen
tralisatie, niet van dien aard zijn geweest,
dat in de buitengewesten zonder ernstige
bedenking tot een zoo ver gaande over
dracht van beheer aan lagere organen zou
kunnen worden overgegaan.
Vele leden, hoezeer ook met. de Regecring
van oordeel, dat de tijd rijp is voor de
verdere voorbereiding vaij de instelling van
zelfstandige groepsgemeonschappen, achtten
het onraadzaam, thans over te gaan tot 't
instellen van drie gouvernementen en het
benoemen van gouverneurs. Zij zouden het
juiste»- achten, indien deze verdere voorbe
reiding zou geschieden door een ige regec-
ringscommissarissen, ondr wier leiding een
proef genomen zou kunnen worden met de
invoering van regionale rekeningen.
Gevraagd werd, of de Indische regee
ring reeds haar standpunt heeft be
paald ten aanzien van de hoofdplaats
van Sumatra;
Begrafenis Mr. A. J. Van Hengel
Onder groote befangstelling heeft Zater
dagmiddag op de Ned. Herv. begraafplaats
te Oud-Leusden de ter aardebestelling plaats
gehad van den bekenden Nederlandschen
bankier, directeur-generaal van de Oestcr-
reichische KrediLAnstalt-Wiener Bankvcrein
mr A. J. van Hengel, die in een sportvlieg-
tuig op Schiphol is verongelukt.
Tegen het middaguur had zich een groote
schare op de begraafplaats verzameld. On
der de vele aanwezigen waren voorname
lijk vooraanstaande figuren uit Nederland-
sche en Oostenrijksche ïinancieele kringen.
Tegen ongeveer half een arriveerde de
uit Amsterdam vertrokken begrafenisstoet.
Aan de groeve, die door de vele kransen en
bloemen gedekt werd, werd op verzoek van
den overledene niet gesproken. De begrafe
nisplechtigheid duurde slechts kort.
Een broeder van den overledene, de heer
J. van Hengel, dankte namens de familie.
WELGESLAAGD FOKKERFEEST
OP SCHIPHOL
Twee onderscheidingen
voor den vliegtuigbouwer
Belangstelling van duizenden
Zaterdagmiddag werd op Schip
hol een „openbare les in de geschie
denis van de luchtvaart'.' gegeven, ter
gelegenheid van het feit, dat de heer
A. H. G. Fokker 25 jaar geleden
zijn loopbaan als vliegtuigbouwer en
vlieger aanving.
Vóór het programma een aanvang nam,
hebben in den grooten Fokker-hangar hon
derden genoodigden de huldiging van den
heer Fokker meegemaakt. Talrijke autoritei
ten waren aanwezig, o.m. de vertegenwoordi
ger van H. M. de Koningin, kapt.-lultenant
ter zee N. A. Rost van Tonningen, den mi
nister van Waterstaat. Jhr. Ir. van Lidth de
Jeude, leden van den Raad van State, van
de beide Kamers der Staten-Generaal, hooge
militaire en civiele autoriteiten, vertegen
woordigers van de regeeringsinstanties op
luchtvaartgebied, van de burgerlijke lucht
vaart, sport- en militaire vliegers en parti
culieren uit velerlei kringen. Later op den
middag kwam ook de burgemeester dr. W.
de V1 ugt.
Na een inleidend woord van den
onder-directeur der Fokkerfabriek,
den heer J. E. van T ij e n, sprak mi
nister van Lidth de Jeude den
heer Fokker toe, hem huldigende als
een der eerste en grootste pioniers van
de luchtvaart. Een daverend applaus
volgde toen de minister meedeelde,
dat het H. M. de Koningin behaagd
had, den heer Fokker te benoemen tot
ridder in de Orde van den Nederland
schen Leeuw.
Vervolgens werd de heer Fokker toege
sproken door de heeren ir. J. E. F. d e K o k,
voorzitter van de Kon. Ned. Ver. voor Lucht
vaart, mr. C. Kropman, wethouder van
Amsterdam, die onder applaus mededeeling
deed van het feit, dat het gemeentebestuur
den heer Fokker wegens zijn groote verdien
sten de zilveren medaille van de stad Am
sterdam had toegekend, en L. G u i 11 o-
nard, onder-directeur van de K.L.M., die
als stoffelijk blijk van waardeering een al
bum met foto's van de belangrijkste momen
ten uit de geschiedenis onzer nationale lucht
vaartmaatschappij aanbood.
Tenslotte dankte de heer Fokker voor
de hem gebrachte hulde. Spr. deed voorts de
mededeeling dat hij, als bijdrage voor een
goede ontwikkeling van het luchtvaartver-
këer, de belangstelling der bevoegde instan
ties gevestigd heeft op een door hem ont
worpen plan betreffende de eischen, die z.i.
in de toekomst aan luchthavens zullen moe
ten worden gesteld en gaf tenslotte uiting
aan zijn groote dankbaarheid jegens allen,
die hem in zijn ontwikkeling als vliegtuig
bouwer met raad en daad terzijde hebben
gestaan.
Een vliegfestijn
een start van de jachtvliegtuigafdeeling
Soesterberg o.l.v. kapt. van Weerden Poel-
- en enkele vluchten van de nieuw
ste Fokkerproducten. Het vliegfestijn werd
besloten met een interessante demonstratie
door een zweefvliegtuig, in de ontwikkeling
welke sport de heer Fokker mede een
werkzaam aandeel heeft gehad. Duizenden
hebben de demonstraties bijgewoond.
Het schip ligt los. Beneden op de kade
staan onze geliefdon te wuiven. En wij wui
ven met hart cn ziel terug.
Wonderlijk is dat met zoo'n menschcnhart,
zetel der liefde. Mijn vriend S. vertelde me,
dat hij bij de wieg van z'n eersteling zat,
ton Ds. Van der Sluis (in Enkhuizen was 't
het is lang geleden) binnen kwam, Dominee,
zei de jonge vader, ik dacht, dat dat mot
die vaderliefde wel andere was; ik voel zo
nog zoo weinig. Toen sprak de wijze domi
nee: Meester, ze moesten uw lieve kindje
maar 's weg komen halen, dan zou u de
vaderliefde wel in eens heel goed gevvoelen.
Ik dacht aan die historie, toen ik daar een
groot deel van mijn bloed zag staan, wui
vend.
't. Is waar. het was wel geen scheiding
door weghalen, geen scheiding voor jaren,
maar het was toch scheiding. En dan voelt
men toch iets anders, iets meer dan allen
dag, voelt men beter dan in de gewone da-
een, hoe nauw ze ons aan 't hart liggen,
hoe groote waarde ze voor ons hebben, wat
onmisbare schatten ze voor ons geworden
Juist bij de scheiding voelen we de vvaarde
der dingen, zien wij hun schoonheid. Nooit,
las ik, heeft Aaron de kleuren van zijn
hoogepriesterlijk kleed zoo schoon gevonden,
als toen hij het aflei op den berg Hor,, waar
hij sterven moest. 'V;
/Én hoe nioriigèen hëëft'. pas Be 'waarde van
leven en: dihgen gepciltf als hij storrd bij ee.n
sterfbed, of zelf cr op neerlag. In het groote,
vaak veel te drukke leven, zien wij de waar
de der Godsgaven niet. Onze oógen zijn, he
laas, te zeer beloken.
Nog wuiven wij, mijn vrouw, mijn reis
genoot en ik. Maar dan houden we maar
9P, wij onderkennen niets en niemand meer
in de groote schare in de verte. Wij varen.
Wij passeeren onze goede dorpen en ste
den. Dan is het aantreden voor de sloepen
controle. Wij halen onze reddinggordels en
melden ons er mee bij sloep 7. Meer niet.
Wij zullen maar hopen, dat - het bij dat'
„Meer niet" blijft.
Voor ons ligt ons vlakke, Hollandsche
land. Het ligt daar in zijn lentetooi, frisch
en groen. En dw heldere huizen en huisjes
steken er hun mooie roode daken kloek, om
hoog.
Over den dijk rijst daar statig tegen den
Noorderhemel onze mooie vierkante dom, de
toren van mijn geboortedorpje. Daaraan vast
ligt het hooge dak van de oude kerk (van
1659 is zij), de plaats, waar mijn moeder mij
ten doop hief. 'k Verzuim nooit als ik Delft
voorbijspoor, naar den stompen bréeden
steenklomp aan de kim en naar
dat dak ernaast te zoeken, naar de voor mij
heilige plaats, waar God Drieëenig zijn
tj M Naam deed uitroepen over mij en Zijn hei-
Het Nationaal Genootschap van Accoun- li* teeken schreef op mijn hoofd, 'k Was
tants houdt op Zaterdag 20 Juni zijn eerste .toen nog maar een klein klompje mcnsch:
accountantsdag m het jaarbeursrestaurant (nu ben ik grooter geworden
le Utrecht. In deze bijeenkomst zal Prof. Mr. Maar wat beteekent die" groei van ruim
P. A. Diepenhorst een inleiding houden eon Meter voor het oog van God oneinolg
over: „Tweeërlei ordeninggstreven". voor wien de volkeren zijn geaoht als een
I ÜEERLANDS ZUIVEL VOEDT V OOEDI
droppel van een emmer, en als een stofio
van de weegschaal. Tuöschen die dagen toen
en die van nu ligt mijn leven, een schat
van zegeningen over mij en mijn hcirtje.
Liegen dagen ook van druk maar veel moer
van licht. Van uit mijn hooge dek kan jk
het toonecl zien van mijn jeugd, de slooten,
waar wij overheen wipten en waar wij in
„zwommen", de boomen waar wij in klauter
den. Ginds ligt het weggetje, waar ik mijn
eersto groote reis langs maakte. Naar mijn
grootmoeder op een geïmproviseerd stok
paard. Ze liep slecht af, met klappen en een
„dadelijk naar bed". Ik was toen een jaar
of vier; de verre wereld schijnt me toen al
te hebben aangelokt en hcelomaal niet afge
schrikt. Dat is zoo gebleven. En nu ben ik
op mijn laatste groote reis, we zullen maar
hopen dat die fortuinlijker afloopt.
Achter mij rijst breed cn hoog de Sint-
Catrijnetoren, beeld voor mij als kind en nu
nog van Neerlands vrijheid; daar woei voor
't eerst weer de Oranjevlag op een Holland
sche toren. Na 10 jaar woei ze overal aan
het Westerstrand, na 60 jaar over heel Ne
derland. Maar daar in den Briel daar begor»
toch het leven van het nieuwe, vrije land. Nu
nog vrij. En...... „zij zullen het niet heb
ben".
Wij zitten nu midden op de zee; naar Oost
naar West, naar Zuid en Noord, 't is alles
zee. Een zacht vlak zeetje. Wat kunnen we
nu'-"mooi zien, wat wé lazen in ónze boekjes.
flat.de wereld fond is,'Naar alle windstreken
zakt, ze .in dè Verte-Weg, naar den'aard der
bollen, al lager wordt het vlak, dat onze
pogen omspannen. Boven op dat vlak. boven
óp dien bal, waarop menschen wonen, vaart
de Dempo. En boven op de Dempo zitten
wij drieën. Onder onze voeten hangt de we
reld, altegaar water en, wat dieper weg.
land. En de Dempo krabbelt maar voort,
slaat zijn schroef pootjes rond in het water,
met snelle stapjes, net als vroeger in een
draaienöen. karnmolen, de hond van onzen
buurman. "Maar de "Dempo doet het statig,
heel anders dan die hond, met zijn open
bek en zijn hijgadem.
Zeg nu niet, lezer, dat zoo'n wereldkijk,
als ik daar gaf, een malligheid is. Zij is niet
zoo mal, zij is de kijk der groote massa, zoo
als dat mannetje bij ons het uitdrukte, ter
wijl hij zijn neus in de lucht stak. Daar is
maar eenen Ik, zeijihij, cn dat ben ik.
Zoo denkt feitelijk de groote hoop, al zegt
hij liet niet zoo plat. Alleen als God ons
heeft losgemaakt van ons Ik, gaan wij het
anders zien. Dan leeren wij, dat God, de
Schepper van 't Heelal, zon cn maan cn
sterren draagt cn houdt in Zijn hand Dat
Hij ook onze aarde draagt. En allen en al
les, wat er op leeft "en beweegt. Ook de wij
de zee rondom, en ons schip, en ons drieën
hier op het hooge dek. Ons leven is in Zijn
hand en dat wij hier zoo liefelijk varen,
kwam ons toe van Zijn vaderlijke hand. En
wij hebben maar Hem te danken en I-Icm
te bidden om een goede reis.
Want wij hebben nog heel wat voor de
boeg. Moeten de Golf van Biskaye langs
guurder gedachtenisse. ITier, in Southamp
ton, blijven wij liggen van Donderdagmor
gen tot Vrijdagmiddag, 5 uur. Tn Lissabon
leggen wij aan, en in Tanger. Vandaar gaat
het naar Marseille. En daar eindigt onze
eerste zeetocht.
Wat mij betreft, ik kan wel doorvertellen
zonder eind. Maar om u, lezer, niét te ver
velen, zal ik het kort maken. Dat beloof
ik u, v. W.
Belemmering van het
autoverkeer
Een redacteur van het A.N.P. lieeft een
onderhoud gehad met den Voorzitter van
de K.N.A.C., mr. J. Linthorst-iloman,
aanleiding van de Memorie van Ant
woord inzake het wetsontwerp, houdende
bepalingen tot bet tegengaan van overver
moeidheid van bestuurders van motorrijtui-
gen (onlwerp-rijtijden-wet).
De K.N.A.C. heeft, aldus mr. Linthorst-
Homan, nog nimmer een zoo ingrijpend
voorstel in het vrije verkeer meegemaakt.
Hoewel vaststaat, dat nog niet 1 der on
gevallen aan oververmoeidheid te wijten is.
wil men nu ineens veel verder gaan dan
een billijke bestrijding van ongevallen mee
brengt. In feite gaat men nu het snelver
keer belemmeren.
Slechts met ontelbaar vele en onver
wachte aanhoudingen en allerlei con
trole zal men de beoogde maatregelen
kunnen handhaven.
De Ministers zijn van plan, In het rij
tijdenbesluit een verbodsbepaling op te ne
men om langer dan vier uren achtereen een
motorrijtuig te besturen. Onderbrekingen
van minder dan een half uur blijven buiten
beschouwing. Dus maximaal vier uur. De
ministers zullen dus zelfs nog minder dan
vier uren als toegestancn rijtijd mogen ne
men. Men bcscffo goed, deze bepaling zal
ook voor alle particuliere rijders gelden.
Waarom dit laatste geschiedt, is de K.N.
A.C. een raadsel, al is zij er zich van be
wust dat voor sommige categorieën van
beroepschauffeurs een maatregel tot het
vermijden van uitwassen nuttig kan zijn.
Wij doen thans, aldus mr. Linthorst-
Homan een stap terug. Het aantal auto
mobielen hier te lande is dalende. Het is te
vreezen dat het nog verder zal verminderen.
Te hopen valt slechts dat het ontwerp in
dezen vorm niet aangenomen wordt.
Melkbroodbereiding
Melk of melkpoeder kan gebruikt worden.
Het Zuivelbureau te 's-Gravenhage ves'tigr
cr de aandacht op, dat den laatsten tijd
aan»he? publiek mededeelingen worden ge
daan. die eenipe afbreuk zouden kunnen
doen aan de beoordeeling van Melkbrood.
bereid met volle melkpoeder inylaals van
met volle melk.
Teneinde eventueele misverstanden te
voorkomen achten wij het nuttig, voor zoo
ver nooaig de aandacht van het publiek te
vestigen op hej feit, dat in de Warenwet
dwingende voorschriften zijn. vervat ten
aanzien van het minimum percentage melk
vet dat in Melkbrood aanwezig moet zijn;
daarbij' wordt in het midden gelaten of hes
deeg zal worden gemaakt met volle melk
dan wel met volle melkpoeder.
Wij kunnen hieraan toevoegen dat men
goed doet uit een oogpunt van voedings
waarde geen verschil te maken russrhen
Melkbrood volgens de eenc of volgens d?
andere methode als bovenbedoeld bereid.
Sommige bakkers geven naar gelang
hun bcdrijfsinzichten de voorkeur aan. het
DINSDAG 9 JUNI
HILVERSUM I 1875 M. KRO-uitzcnding.
8.00—9.15 Gram.pl. 9.30 „Ordening in de
middenstand", door dr. J. van Hellen**
berg Hubar. 11.30—12.00 Godsd. halfuur.
12.15 KRO-orkest. 2.00 Voor de vrouw.
3.15 „De Katholieke Kerk in de branding"
4.45 KRO-orkest. 5.30 De KRO-boys. 6.30
KRO-Melodisten. 7.15 Sacramentsfeest en
processie. 8.00 Berichten ANP. 8.10 KRO-
Symphonie-orkest. 8.30 Fanfare „St. Joe-
zep". 9.10 Orkest. 9.40 KRO-symphonie-
orkest. 10.00 Vervolg fanfare-orkest. 10.35
Berichten ANP. 10.40 KRO-symphonie-
orkest. 11.15 KRO-boys.
HILVERSUM II 301 M. AVRO-uitzendlng.
6.307.00 RVU. 10.00 Morgenwijding.
11.00 "Huish. wenken. 11.30 Pianorecital.
12.00 Omroeporkest en gram.pl. 2.00 Or
gel en viool. 3.00 Knipcursus. 4.00 Zang
en piano. 5.00 Voor de kinderen. 5.30
Omroeporkest. 6.30 Astronomische cause
rie over de zonsverduistering van 19 Juni,
door Dr. J. C. ProostThoden van Velzen
te Rotterdam. 8.-00 Berichten ANP. 8.10
Gevarieerd programma. 11.00 Berichten
ANP. 11.15—12.00 Aeolian-orkest.
DROITWICH 1500 M. 11.20—11.50 Orgel
spel. 12.10 Kwintet. 12.50 Orkest. 3.10—
3.55 Kwintet. 4.20 Causerie „This and
That". 4.40 Sopraan en strijkkwartet 5.35
Zigeuner-orkest. 6.50 Liederen van Ra-
vel. 7.50 Koloniale causerie. 8.50 Radio-
tooneel. 10.20 Scheepvaartkundige cau
serie. 10.40 Strijkkwartet.
RADIO PARIS 1648 M. 11.20 Orkestconcert,
5.50 Orkestconcert. 10.05 Orkestconcerten
solisten.
KEULEN 456 M. 12.20. Concert. 1.35 Sym-
phonieconcert. 4.20 Orkestconcert. 5.55
Gevar. concert. 7.20 Omroeporkest.
BRUSSEL 322 en 484 M. 322 M.: 12.50 Salon-,
orkest. 5.20 Omroeporkest. 8.20 Sympho*
nieconcert.
484 M.: 12.50 Omroeporkest. 5.20 Orgel*,
concert. 8.20 Salon-orkest en zang,.
als Ge op 't examen Uw gedachten kunt con»
cenireeren. Wilt Ge kalm en rustig lijn,
neem dan 'n „AKKERTJE". 5 stuks in metalen
zakdoosje 20 cent. Overal verkrijgbaar.
gebruik van melkpoeder, andere aan hei
gebruik van melk.
Wel is het van bijzondere beteekenis, dat;
het publiek let op het voorkomen van da
letrers M.B. in de broodkorst Dan, doch
ook dan alleen, heeft hc-t zekerheid dat het
brood het door de Warenwet vereischt e
percentage melkvet bevat cn met rechj Melk
brood mag worden genoemd.
Naspel van eskaderbezoek
BUITENZORG, 6 Juni. (Aneta),... In vejri
band met het bezoek van hét Nëdêiia'tÉïsdLVa
eskader aan Indo-China in November. 1933
zijn-benoemd":' tof gi'oöt-offieieren irrdirOrda
van Oranje-Nassau P. A. Pages, gouverneutï
van Cochin-China, eu II. Malavod, schout,*
bij-nacht bij de Fransche marine, comman*
dant van de zeemacht in Indo-China, tot of
ficier in de Orde van Oranje-Nassau P. La.
nes, luitenant ter zee 2e kl. bij de Fransche
marine in Indo-China.
MIJNHEER PIMPELMANS GAAT „EN PENSION"
Tegelijk trok mijnheer Pimpel mans
aan een koord, dat vlak naast hem hing,
net als thuis bij zijn ledikant het koord van
het licht. In plaats van echter het licht uit
te trekken, gaf hij zichzelf een stortbad; een
bruisende stroom ijskoud water daalde op
zijn gezicht neer. zoodat hij naar adem snakte
en van verbouwereerdheid maar steeds aan
't koord bleef trekken.
5i. „Laat los! Sufferd!" riep. mevrouw
Pimpelmans, „Wacht, ik kom all" en meteen
wou ze uit bed springen, zooals ze thuis ge
wend was. Ze vergat heelemaal. dat ze onar
op drie losse, wankelbare stoeltjes lag, zoo-
dat ze 't volgend oogenblik met bed en al ho
ven op haar man terechtkwam en de geneug.
ten van een frissche douche met hem deelde.*
(Wordt Woensdag vervolgd)
Feuilleton
DAGERAAD
(.Boor H. KINGMANS
En dan Hep er nog een gerucht, alleen onder de Gerefor*
meerden, waarvan evenwel geen bevestiging was te verkrijgen,
j* maar dat burgemeester Hillebrands, die op het punt van
aftreden stond, om dan lid van de Hoofdmannenkamer te
Rorden, tamelijk waarschijnlijk achtte. Het heette, dat Entens
bij de werving in het geheim door den Prins van Oranje werd
gesteund, wien het een doorn in het oog was, dat Burgemeesters
en Raad van Groningen zoo goed als geheel Spaanschgczind
waren en die blijkbaar van den graaf Van Rennenburg niet al
te veel verwachting meer had.
Dit gerucht maakte den tegenzin bij Munco, zoo het kon,
tiög grooter, en zelfs de geestdrift van Roelf Ketel werd er
door bekoeld. In den grond zou een eventueel en strijd van de
Stad tegen de Ommelanden dan hierop neerkomen, dat gestre
den werd tegen den Prins van Oranje. En dat was toch al te
Vreemd en te dwaas.
Echter, burgemeester Hillebrands wees In 'een bijeenkomst
ton zijnen huize de Gereformeerde burgers op hun plicht, al*
lid van het burgervendel. En voor den gedanen eed zwichtten
lij, al was er eenig gemor.
„Waarom verlaat de Graai Van Rennenburg 'de stad ook?"
Vroeg Roelf Ketel.
Vrijwel onmiddellijk na het gebeurde was Rennenburg naaï
3e Zuidelijke Nederlanden vertrokken, welke reis was uitgesteld
om de troebelen met de Ommelanden, zeer tot ongenoegen van
Bailly.
De Stadhouder was niet" vertrokken, alvorens van Burge-
taeesters en Raad do verzekering je hebben ontvangen, dat er
tijdens zijn afwezigheid met de gevangen genomen Ommelanders
niets zou gebeuren, tenzij zij losgelaten werden, Mèt Renmen-
burg was een deputatie der stad naar de Algemecne Staten,
getrokken, om een uitspraak in de twisten met de Ommelanden
te verkrijgen, een uitspraak ten gunste van de Stad.
„Of de Stadhouder aanwezig is of niet", merkte burgemeesïer
Hillebrands op, „verandert aan den loop vau zaken niets.
Mogelijk is het beter, dat de Graaf er niet is. Hij neemt toch
geen beslissing in het geschil en verschuilt zich achter da
Staten."
De dag kwam alras, waarop de nadering word gemeld van
een troep door Entens geworven soldaten, die Groningen wille
hernemen.
Hun komst vóór de poorten werd echter niet afgewacht. Do
vijf grootste burgervendels, te samen tellende een tweeduizend
man, werden in het open veld gezonden en ontmoetten da
voorhoede onder Norg, waar een heftige strijd werd ontketend,
die eindigde met een nederlaag van Entens' troepen, welke op
Kocvorden vluchtten, op den voet gevolgd door de Groningers.
Het vendel van Roelf Ketel en dat, waarbij Munco was
ingedeeld, welke beide vendels grootcndeels uit Gereformeerden,
althans niet-Roomschen bestonden, waren het eerst in de buurt
van Koevorden, waar Entens zich met slechts een kleino groep
verschanst had, willende zich op leven en dood verdedigen. Van
dit laatste waren echter zijn soldaten niet gediend. Zij zegden
hem de gehoorzaamheid op met het gevolg, dat Entens nis
gevangene in handen van de burgers van Groningen viel, die
hem in triumf daarheen voerden.
Op weg naar de stad, die hij haatte en die hem haatte met
een, zoo het kon, nog doodelijker haat, ontmoette Entens Munco
en zag hem aan met een verbaasden blik.
„We kennen elkaar", zeide hij.
Munco knikte.
„Is het vuur er uit? Vecht een 'Geus tegen een Geuzen-
aanvoerder? Is daarvoor de. vluchteling uit Groningen., .vriende
lijk door de Geuzen ontvangen?"
„Ik moet", antwoordde Munco. „Niet van Harte ben ik mee
gegaan. Maar mijn eed als lid van het burgervendelIk had
het liever niet gedaanIk
Verachtelijk hem aanblikkend, wendde Entens zich van
hem af,
Munco steeg het bloed naar de wangen. Op hetzelfde oogen
blik staarde hij in de boosaardig flikkerende oogen van Abel
Abclsz., die het korte tweegesprek had gehoord en liet,'Munco
was er van overtuigd, wel zou overbrieven, de gluiperd.
Met gemende gevoelens keerde hij in do stad terug, waar
de blijdschap oyer het verloop van den tocht bovenmate groot
was en waar een gejuich werd aangeheven, toen bleek, dat d«
doodsvijand Entens gevangen was. Hij werd opgesloten bij de
Ommelander heeren en alleen de aan den graaf Van Rennen
burg gedane belofte weerhield de Magistraat er van, om Entens
midden op de Groote Markt te onthoofden en te vierendeelen,
welk lot zij de in do vunze kerkerholcn opgesloten Ommelanders
ook gunde.
Munco was stil naar huis gegaan. Het vele spreken van
zijn oom, die uitbundig was over het lot, dat de Ommelanden
had getroffen en die voorspelde, dat de heeren van het land
nu wel een toontje lager zouden gaan zingen, liet hij onbeant
woord. 1-Iet verdriette hem, dat hij tegen Barthold Entens van
Menteda had moeten vechten en diens verwijtende blikken
hadden hem diep getroffen.
Het was hem een pak van hel hart, toen bljek, dat er niet
meer gevochten zou worden. De met den Graaf van Rennen
burg vertrokken afgevaardigden keerden naar Groningen terug
met het bevel van Aartshertog Matthias cn van de Algemeene
Staten, om alle wapengeweld op te schorten en af te wachten,
wat de Prins van Oranje zou beslissen, aan wien de Staten
hadden verzocht, in de geschillen tusschen Stad en Ommelan
den een bindende uitspraak te doen. Zij deelden tevens meda,
dat Oranje twee rechtsgeleerden naar. Groningen zenden zou,
om een onderzoek in te stellen. De r.aam vau één der rechts
geleerden was reedfl bekend; de vriend van Oranje, MarnlS
yan St, Aldegonde.
HOOFDSTUK VII
Twee ruiters, gekleed in de ridderlijke dracht, reden',
gevolgd door vier rijknechten, stapvoets over de brug van een
kastee}, gelegen in Henegouwen.
Dan gaven zij hun paarden de sporen en verdwenen in het
nabijzijnde bosch, dat behoorde tot de uitgestrekte bezittingen
van Guillaume de Hamal, baron de Moncheau, die g'eübwd was
met Cornelia van Lalaing, zuster van den Graaf Van
Rennenburg.
De cenc ruiter, kort ineengedrongen van gestalte, was baron
de Moncheau; de ander, slank, knap en jonger, de Graaf Van
Rennenburg, Stadhouder der Algemeene Staten der Nederlanden
in Groningen.
Na te Antwerpen te hebben geconfereerd met Aartshertog
Matthias en de Algemeene Staten was Rennenburg, vergezeld
van Bailly cn een aantal krijgsknechten naar Ville gereisd, om
zijn bezitting aldaar te bezoeken, welke hij in goeden staat
aantrof.
Alvorens naar zijn het vorige jaar verkregen Graafschap
Rennenburg in Limburg te reizen, had hij een omweg gemaaJvi,
teneinde zijn zwager en zuster te ontmoeten.
Dien vorigen dag was hij op het kasteel van den baron de
Moncheau gearriveerd, waar reeds den eersten avond was door
gebracht met hei voeren van een gesprek over de politiek,
waarbij het Rennenburg al meer duidelijk werd - hij had op
zijn reis er trouwens meer van vernomen - dat de meeningen
onder de edelen in de Zuidelijke Nederlanden aan het kenteren
(Wordt vervolgd).