Jlieuurr £riïtsdir (tfourmit Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken DE AANPASSING IS NOG NIET TEN EINDE abonnementsprijs: Per kwartaal in Leiden en in plaatsen waar een agentschap gevesligd is 235 Franco per post 2.35 portokosten Per week0.18 Voor het Buitenland bij wekelijksche zending 4.50 Bij dagelijksche zending530 Alles bij vooruitbetaling Losse nummers 5 cl. met Zondagsblad 7'/» ct Zondagsblad niet afzonderlijk verkrijgbaar Bureau: Breestraaf 123 Telefoon 2710 (na 6 uur 3166) Postbox 20 Postgiro 58936 SDbtrttntieprijjtn: j Van I tot 5 regels !.17'/i Elke regel meer 022'I» Ingezonden Mededeelingen van 1-5 regels230 J EJke regel meerCL45 Voor het bevragen aan 't bureau V wordt berekend0.10 NO. 5794 DINSDAG 2 JUNI 1936 15e Jaargang PINKSTERWEEK- VERGADERWEEK Christelijke jeugdorganisaties op velerlei terrein Sedert vele jaren is cle Pinksterweek bijna feven gevuld met vergaderingen als zulks met Hemelvaartsdag het geval is. Het Chris telijk onderwijs en de Christelijke onderwij zers doen dan van zich spreken. Maar ook andere organisaties beleggen hun lande lijke bijeenkomsten. Do Christelijke dagbladpers is er i>n zekere zin de dupe van, want het kost veel hoofdbrekens, veel extra arbeid en veel onrust soms „om ieder het zijne te geven", niet te weinig en niet te laat. Maar die pers verleent deze hulpdienst gaarne, wanneer daardoor het Christelijk vereenigingsleven in al zijn vertakkingen bevorderd wordt; al doet zij tegelijkertijd een heroep op de organisaties om niet. al te veel te vergen. Want het valt niet tegen te spreken, dat op de duur 'n oververzadigd beid van al te sterk uitgedijde reportage dreig*; van verslagen, welke zoo in fines ses afdalen, dat alleen een kleine categorie yam de meest geïnteresseerde lezers er nota van neemt, terwijl ze toch eigenlijk voor de jrroote massa bestemd zijn. In beperking zal zich ook hier de meester moeten toonen. Deze inleiding bedoelt echter niet leed wezen uit te spreken over het feit, dat in de doóp der jaren het aantal organisaties, die de belangstelling van onze pers vragen, zienderoogen toeneemt. Integendeel; we ach ten het een gelukkig verschijnsel, dat de Christenen zich al meer op elk terrein des levens laten gelden. Voor ditmaal vragen we speciale belang stelling voor de meisjes en voor de sport; niet in onderling verband, maar in-haar ■eigen organisaties. Wat het eerste betreft; al te lang heeft men in onze kringen, zoo al niet afwerend, dan toch tamelijk koel gestaan tegenover de geestelijke vorming yan het meisje en de Christenvrouw. Alsof Pinksteren alleen maar iets te zeggen had voor haar persoon lijk leven en niet ook vopr haar geestelijke roeping in de maatschappij. Er was op dat punt een eenzijdigheid, welke schade deed aan de invloed, die de Christen-vrouw door haar arbeid en activi teit tot Gods eer en des naasten heil kan uitoefenen in de omgeving waarin God haar plaatst. Natuurlijk, een Christenvrouw moet ver- Stand van de huishouding hebben en van lieverlede begreep men, dat daarvoor eeni- ge opleiding noodig is en anderen kunnen een opleiding tot verpleegster of onderwij zeres of eenig ander beroep niet ontberen; maar waartoe diende kennis van maat schappelijke, godsdienstige en sociale on derwerpen, gezien bij het licht van Gods Woord? Voor dc vrouw scheen in dat op zicht niet te gelden, dat zij een mensch Gods behoort te zijn, tot alle goed werkvol- maaktelijk toegerust. Wel een naaikrans, maar geen ontwikkelingscursus. Dit standpunt is overwonnen: thans vraagt men i«n onze kringen: zoowel liet een als het ander; natuurlijk alles met inacht neming van de plaats, welke naar Gods bestel de vrouw behoort te vervullen, in gebondenheid aan de ordeningen, welke God Zelf gesteld heeft. Evenmin valschc gelijkheid, die met de scheppingsordinantiën spot, als krenkende ongelijkheid, welke de Pinkstergeest verloochent: „Ik zal van mijn Geest uitstorten op alle (d.i. allerlei) vleesch"; dus ongeacht ras en sexe, dienst bare of vrije, jeugd of ouderdom. In dat licht zien wij het opgewekte bloeiende vereenigingsleven; met het oog op gisteren speciaal de bijeenkomsten van onze vrouwelijke jeugd en wij hopen, dat dc vrucht der welgeslaagde vergaderingen rijk en rein móge zijn. Een soortgelijke wensch' hebben wc ook voor de jongeren onder ons, die eenige tak van sport of licbaamsontwikkelihg beoefe nen en daarbij rekening wijlen houden met' het Christelijk beginsel en de eisch, welke Gods Woord stelt ten aanzien van het hei ligen van zijn dag en de soberheid, welke ons hij deze dingen voegt. Want sportmaniakken vinden bij ons nimmer bescherming; «nooit zullen wij, Christenen, de betrekkelijke waarde vam li chamelijke oefening uit het oog mogen ver liezen en haar ondergeschiktheid aan de geestelijk-zedelijke vorming. Wie opgaat in sport cn spel of zelfs zeer nuttige sterking van het lichaam, doet schade aan zijn zielsleven en zijn bestem ming voor de eeuwigheid. Anderzijds echter zullen wij wèl beden ken, dat zelfs de apostel Paulus de licha melijke training met geen enkele woord ver oordeelt (al waarschuwt hij tegen over schatting) doch deze als exempel stelt voor de volharding des geloofs. Op deze overtuiging bouwen wij onze sympathie met de turndagen van het Ned. Chr. Gymnastiekverbond, waaraan in Assen, Enschedé en Rotterdam meer dan duizend jongelui deelnamen; wij.volgden met vreug de de marschen en openluchtdemonstraties en we zijn blij, dat de hondsdagen van de Christelijke voetballers in Zwolle en Wage- ningen zoo goed geslaagd zijn. Jong Christelijk Nederland mag niet be staan uit oude mannetjes en saaie vrouw tjes, die de natuur geweld aandoen. Der jon gelingen sieraad is hun kracht en opbrui sond leven; slechts een sieraad, zoo mei wil, want oneindig veel hooger staan dc dingen van het geestelijke leven; maar dan toch een sieraad, dat tot levensverheffing mag strekken en door God Zelf gewild is. Heil daarom- ouize jeugd, in - welke orga- Mr. L. J. A. Trip over den economischen toestand van Nederland Maar we zullen zeker de moeilijkheden te boven komen Devaluatie zal gaan ten koste van de minst draagkrachtigen van ons volk In liet jaarverslag van de Neder- landsche Bank over het boekjaar 1935/'36 geeft de President-Direc teur mr. L. J. A. Trip belangwek kende beschouwingen zoowel over den nationalen als internationalen economischen toestand. In Neder land is de aanpassing nog niet ten einde, meent mr. Trip, en is het uitgaven- en kostenpeil nog steeds te hoog. Er behoeft echter geen twijfel te bestaan omtrent de mo gelijkheid om het economisch en financieel evenwicht van ons land te herstellen. De tot dusver gevolg de politiek is geenszins mislukt, zooals velen meenen. Mr. Trip blijft zich in het ver slag krachtig verzetten tegen deva luatie, die ten slotte slechts kan gaan ten koste van de minst draag krachtigen van ons volk. Wat den internationalen toe stand betreft, is mr. Trip van oor deel dat een bescheiden verbete ring zich baan breekt. Het bedrijf van de Nederland- sche Bank heeft in 1935/36 een netto winstsaldo opgeleverd van ƒ5.628.319.— (v. j. ƒ3.020.686.—). Er wordt zooals gemeld 5%. dividend uitgekeerd (v. j. 3,6%). Mr. E. J. A. Trip vangt het jaarverslag aan met de opmerking dat het laatst ver streken boekjaar een tijdperk van venvar- ring en tegenstrijdigheden vormt. Naast toe nemende spanning valt niet te ontkennen, dat in nagenoeg alle landen de budgetaire positie reden tot zorg geeft. De openbare markten blijken niet in staat de tering naai de nering te zetten. De leeningbehoeftcn stijgen buiten verhouding tot het bedrag, dat uit reëele besparing beschikbaar komt. Eenerzijds wordt daardoor de druk dei- belastingen in bedenkelijke mate verhoogd, anderzijds wordt niet voldaan aan den eisch der internationale kapitaal-verstrekking, welke een voorwaarde vormt voor de ont wikkeling van de economisch en financieel achtergebleven gebieden en voor de verster king van de koopkracht dier streken. Internationale monetaire ontwikkeling Intusschen valt uit diverse gegevens af Ie leiden, dat de monetaire ontwikkeling in Engeland en de V. S. heeft opgehouden een druk op de wereldmarktprijzen te oefenen. Voorts ook, dat in de richting van onderlinge aanpassing gegaan wordt. Dat deze nog met voltooid is, kan geen verbazing wekken in het licht van de vérgaande ontwrichting, aan welke het economisch, financieel en monetair wereldbestel ten prooi viel. De goudproductie vertoont telkenjare een nieuw recordcijfer. In 1935 werd geprodu ceerd voor 1.577.900.000 (v. j. 1.406.000.000) Sedert 1929 werd voor 8% milliard gepro duceerd. De productie van Rusland, die van rond 56 millioen in 1929 toenam tot ruim 292 millioen in 1935, biedt nog groote mogelijk heden. Voorts dient in het oog gehouden te morden dat van de hierboven genoemde hoe- eelheid van S3/. milliard ruim 7% mil liard' aan de zichtbare monetaire voorraden s toegevoegd. Het verschil ten bedrage van P/4 milliard, bevindt zich in geheime wis selkoersfondsen, in hoofdzaak liet Engelsche wisselkoersegalisatiefonds en in handen van liet publiek. Laatstgenoemd verschil moet bovendien vermeerderd worden met om streeks 2 milliard1, welke sedert 1931 aan de, in het verre Oosten opgepotte voorraden werdén onttrokken. Sedert 1929 nam de goudvoorraad in de diverse landen met de volgende percentages toe: V. S. 159 pet., Enge land 129 pet., België 194 pet., Frankrijk 59 pet., Nederland 44 pet. en Zwitser land 134 pet. Ook op monetair gebied is versterking der internationale samenwerking geboden, oor deelt mr. Trip. Nog steeds blijkt dat het goud niet kan worden ontbeerd als inter nationaal verrekenings- en bindingsmiddei. Herstel binnen den kortst mogelijken tijd van den internationalen gouden standaard is daarom geboden. Een stabilisatie de facto als waar onder de wereld sinds Mei 1935 ge leefd heeft, moge, in vergelijking met de sterk fluctueerende wisselkoersen van vorige jaren, groote voordeelen be zitten, zij biedt allerminst de zekerheid, welke de wereld dringend behoeft voor den terugkeer van vertrouwen en rust en als grondslag voor het hervatten van betrekkingen op langeren termijn. De talrijke voorstellen en denkbeelden, die nisalic zij ook haar kracht en levenslust openbaart, wanneer slechts, maar dan ook ten volle gerekend wordt met deze hooge eisch: Wat gij doet, doet het al-ter Gods. Mr L. J. ATrip voor de invoering van nieuw» geldstelsels worden aanbevolen, gaan, afgescheiden van andere overwegende bezwaren, alle mank aan het beslissende gebrek, dat zij ii praktijk zullen blijken de onrust levendig te houden en daarmede het hoofddoel van elk internationaal monetair systeem te missen. Het zal steeds duidelijker aan het licht treden, dat het te eeuen male onmogelijk is langs den weg van monetaire voorzieningen te ontkomen aan dc noodzakelijke aanpas singen, die een dynamische wereld, 'met schokken als wij sedert 1914 hebben beleefd, ermijdelijk maakt. Van uit het oogpunt der practijk bezien, staat slechts de keuze open tusschen het herstel van den gouden standaard en het naast, elkaar laten bestaan valuta's, waaromtrent niet vaststaat in welke verhouding zij zich tot elkander zui len ontwikkelen en die onderhevig blijven aan onberekenbare schommelingen. De keu ze kan niet moeilijk zijn. De internationale toestand Wat den internationalen toestand betreft, ralt allereerst op de groote onzekerheid in de politieke verhoudingen cn voorts de kerheid in de verdere ontwikkeling der overheidsfinanciën. Afgescheiden hiervan mag geconstateerd worden, dat in de wereldeconomie, ondanks alle tegenwerkende invloeden van nationa- Iistischen en egoïstischen aard, een beschei den verbetering zich baan breekt. De inter nationale goederenhandel vertoont een ge ringe toeneming. De index der wereldpro ductie is niet onbelangrijk hooger komen te liggen. De werkloosheid vertoont eenige ver mindering. De overmatige voorraden aan grondstoffen en andere stapelproducten zijn "erdwenen of aanmerkelijk verminderd. Het prijsniveau van de wereldmarktartikelen is eenigszins gestegen. Dc internationale schul denpositie is wat gemakkelijker geworden. De neiging om het internationale goederen verkeer te verruimen heeft zich in de V. S. in daden geuit. De handelsbalans van dit land heeft zich in meer natuurlijke richting "ntwikkeld. Al deze verbeteringen zijn nog ge ring: haar duurzaamheid is niet boven twijfel verheven; zij behoeven, om te kunnen doorzetten, vóór alles een ver sterking van 't vertrouwen in de toe komst en een krachtige internationale samenwerking op alle gebieden dan waartoe de volkeren zich tot dusver bereid hebben getoond. Een en ander neemt intusschen niet weg dat de mogelijkheid er is van een, zij 't ge leidelijken en wellicht door tijdelijke terug slagen onderbroken, verderen vooruitgang Het tempo en de mate van verwezenlijking dier mogelijkheid hangen in hoofdzaak af van het besef, dat in de verschillende lan den getoond wordt .van de noodzaak om door tijdelijke opofferingen en door samen werking zoowel nationaal als internationaal, de onmisbare voorwaarden voor het wereld herstel te scheppen. De toestand in Nederland van de Ned. Bank nog slechts zeer weinig van de verbetering, die internationaal te bespeuren valt. Wij zijn echter iater dan andere landen in de crisis gekomen, cn zul len er dan ook langer mee te worstelen hebben, voor ze overwonnen is. De voorstelling als zou de gevolgde nomische en monetaire politiek de schuld zijn van den toestand hier te lande, noch de verzekering, dat die politiek zou mis lukt zijn, kunnen als billijk en houdbaar worden aangemerkt. Ook tc dezen opzichte geldt, dat met de aanpassing aan de gewel dige veranderingen, welke de wereldcrisis en dc internationale afsluitingspolitiek in dc Nederlandsche economie hebben ge bracht, meer tijd gemoeid is dan werd ge hoopt ol verwacht. Het valt niet te ontkennen, dat de aanpassing niet ten einde is. Het uit gaven- en kostenpeil is nog te hoog. De openbare lasten vormen een belemme ring voor de aanpassing. De samenwer king tusschen de verschillende deelen van het Nederlandsche bedrijfsleven ten einde tot een verlaging van het kos tenniveau te komen, is niet bevredi gend. Met name betreft 'dit 'de beschutte en be schermde bedrijven, die in onvoldoend' mate beseffen, dat het zoowel yoor hun eigen toekomst als voor het algemeen Ne- derlandsch belang een onmisbare voorwaar de is tot goedkoopere productie, afzet en distributie te komen. Zij verzwaren in ver schillende opzichten den reeds zoo moei lijken strijd der bedrijven, die niet beschut zijn en geen bescherming ontvangen. Het zijn deze laatste bedrijven, wier behoud van ■itaal belang is te achten. Zij kunnen met recht verlangen in hun streven om zonder Overheidshulp het hoofd boven water to houden, niet gehinderd te worden door be drijven, die met deze hulp tot het hand haven van een te hoog onkostenpcil in staat gesteld worden. Ook bij de werkne mers cn hun leiders ontbreekt veelal de bereidwilligheid, om door het aanvaarden, afwachting van betere tijden, van een inkomstenverlaging, mede te werken aan de verlaging van productiekosten, welke voor de verruiming van de werkgelegenheid een onmisbare voorwaarde is. Zij misken nen door deze houding niet alleen het be lang van Nederland, maar in niet minder mate hun eigen belang, dat zeker niet ge diend kan zijn door een loonsverlaging in den blinde langs den weg van muntver zwakking of inflatie, die in een groot aan tal landen, gevolgd werd. Devaluatie... een noodsprong Dit alles kan erkend worden zonder tot de slotsom te «nopen, dat de gevolgde poli tiek mislukt is en derhalve de zooeven be doelde weg dient gevolgd te worden. Over ziet men hetgeen sedert 1929 bereikt werd en de mate van aanpassing, die verkregen is in de jaren sedert het doordringen tot Nederland van de wereldcrisis met al haar uiterst diep ingrijpende en ontwrichtende gevolgen, dan bestaat geen redc-n te twijfe len aan de mogelijkheid om het economisch en financieel evenwicht van ons land te herstellen. Dit is te minder het geval wan neer men in aanmerking neemt de tenden- en, die de wereldontwikkeling vertoont, dc fêrbetering in de onderlinge verhouding an het kosten- en prijspeil in de verschil lende landen en den invloed van de steeds stijgende goudproductie,, gepaard aan de depreciatie van vele munteenheden. Een en ander kan slechts strekken ter versterking van de overtuiging, dat het vasthouden aan de monetaire politiek geboden is in het welbegrepen en duur zaam belang van ons land en zijn be volking. Devaluatie of depreciatie van het ruil middel blijft het karakter van een nood sprong dragen, die een tijdelijke verlichting kan brengen maar zooals in de rede ligt en deer de ervaring geleerd wordt, na korteren of langeren duur zijn uitwerking verliest. Niet minder duidelijk -toont de ervaring, dat deze noodsprong gf-daan wordt ten kos te van de minst draagkrachtigen van het volk. Nederland zal in sneller tempo moeten voortgaan met de aanpassing. Hiertoe is het eerste vereisehte, dat een ieder, hetzij openbaar lichaam, hetzij particulier bedrijf, op korten termijn door bezuiniging en ver sobering zijn eigen 'huishouding in orde brengt en houdt. Daarnaast ware met de meeste kracht en voortvarendheid over te gaan tot-het inperken, met als uiteindelijk doel het afschaffen van die maatregelen, welke de Overheid genomen heeft om te groote schokken te voorkomen, doch die tevens tot vertraging van de noodige aan passing leiden. Deze inperking en afschaf fing is de taak bij uitnemendheid, waarvoor Nederland gesteld is. Kon in Nederland een grootere mate van samenwerking ook op politiek terrein ver kregen worden omtrent de tijdelijke opoffe ringen, welke voor het belang van Neder land onontbeerlijk zijn, dan behoeft niet betwijfeld te worden of ons land zal in staat zijn door de ongunst van deze tijd heen te komen. Daarvoor zal niet noodig zijn het nemen van maatregelen, welke strek ken tot het aantasten over de geheele lijn en ongeacht de omstandigheden van elk geval, van contractueele rech ten. Een volledig stel van zoodanige maatregelen wordt wel als „consequen te deflatie" bestempeld en dan als het eenig alternatief van devaluatie ge steld. Het komt mij voor, aldus Mr. Trip, dat deze tegenstelling onjuist is. In werkelijk heid kan, als consequente deflatie slechts aangemerkt worden -het zich onthouden maatregelen, die de doorwerking van het natuurlijke aanpassingsproces tegenhouden en vertragen. Maar wanneer een dg. onthou dingspolitiek, om voor de hand liggende redenen, niet tot haar volle consequenties kan gevolgd worden, dan mag dit eenerzijds geen reden zijn voor het proclameeren van de mislukking der gevolgde politiek, doch dient anderzijds evenmin de noodzakelijk heid voorbijgezien te worden om maatregelen, die de natuurlijke aanpassing remmen, zoo eng mogelijke grenzen te stel len en een zoo kort mogelijken levensduur te gunnen. Hoe het vertrouwen geschokt wordt Bovendien moge in dit verband overwogen worden, dat een politiek, welke bij de wet en over de geheele lijn contractueele rechten aantast, het tegenovergestelde bereikt van hetgeen beoogd wordt. Na de ervaring van het afgeloopcn jaar behoeft geen woord aan de verdediging van deze uitspraak verspild te worden. Het verloop van de crisis heeft boven eiken twijfel gesteld, dat reorganisa ties met daaraan gepaard gaande, vaak zeer belangrijke, opofferingen van aandeelhou ders cn schuldeischers. als door de omstar. digheden gewettigd, aanvaard worden. Zij schokken het vertrouwen niet. Zulks ge schiedt echter in sterke mate en met ern stige gevolgen wanneer een aantasting bij de \\et, als zooeven bedoeld, plaats vindt vindt en zulks nog wel in een tijd, waarin de openbare lichamen, in verband met de zware eischen, die aan hun schatkisten steld worden, meer dan ooit belang hebbpn bij het handhaven en versterken van hun crediet Het ware wel zeer sterk in strijd REGEN EN ZONNESCHIJN In de gezellige sfeer van de brandende haard was het gezelschap eenparig van oordeel, dat er veel te weinig algemeen er kende Christelijke feestdagen in ons land zijn. Immers, nu Pinksteren voorbij is, duurt het weer tot Kerstmis voor één feest dag de rij der weken breekt. Gelukkig brengen de vacanties voor ve len uitkomst; maar toch niet voor ieder. Ook is zoo'n arbeidslooze Pinkstermaandag iets aparts. Vooral als het weer meewerkL Iloe dat gisteren was, blijkt wel uit de eerste zin. In vele huizen brandde haard of kachel, want het was vooral des avonds kouc en kil. Niet overal echter. Pinkstermaandag was geen volkomen doublure van Hemelvaarts dag. Afgedacht van de plaatselijke buitjes kon men wel buiten zijn. In Rotterdam en omgeving viel gistermorgen, omstreeks 9 uur, de regen bij stroomen neer. Elders, dicht bij de kust, regende het matig; nog verder bleef het droog en kwam er 's mid dags een flinke bui. Echter, tusschen de buien scheen de zon, en dc natte loopers, die er bij honderden en duizenden' op de weg waren, hadden het zoo kwaad niet. Er werd stevig getraind voor komende marschen. Ook de hier en daar vergaderende bon den hadden niet te klagen. De temperatuur was voor massa-bijeenkomsten uitnemend En dit geldt natuurlijk ook voor de sport clubs, voor turners en voetballers. Het vie ee. vooral omdat we haast gewoon zijn. dat het op de feestdagen guur, nat en koud is; terwijl dan daags te voren het weer op knapt. T-Ioe het zij, Pinkstermaandag wil men uit en men gaat uit: weer of geen weer. Alleen komt. men in 't laatste geval vaak niet, waar men gedacht had te komen en waar men yenvacht werd: op plaatsen van ontspanning in de vrije natuur. In de bos- schen ging het wel, aan 't strand was het koud. De café's zijn er op zulke dagen goed mee en de Haagsphe Dierentuin heeft goede za ken gedaanhelaas. Want het is be droevend. dat het Pinksterfeest velen voert naar zoo'n kermis. En daarvan zou Den Haag straks het "nadeelig saldo bijpassen 't Is te dwaas om los te loopen; zelfs in de Dierentuin. De vervoermiddelen zullen gisteren ma tige of goede inkomsten genoten hebben. Er was veel volk op stap en tusschen de wielen. Buurttrams werden volgeladen. Het auto- en fiets verkeer was op volle kracht. Helaas, niet alleen wat de frequentie be treft, ook ten aanzien van het aantal onge lukken. Hier en daar gladde wegen, oner varen bestuurders óf drankbeneveling; het laatste is het ergst; en dan ongelukken. Dat is wel iets bijzondere van onze tijd. Na elke feestdag een lijst van dooden, ge wonden en verminkten. Een droeve debet- post op de verkeersstatistiek. Zoo liggen de algemeen- erkende Christe lijke feestdagen weer achter ons. Zc hebben zegen en ontspanning gebracht, ondanks het ongunstige of minder gunstige weer. Ze brachten ook rouw en droefheid. Ze werden ook misbruikt in de dienst der zonde. Job wist het wel: na zulke dagen is er altijd reden om te danken, maar ook om te bidden. Weten wij dat ook?. VOORNAAMSTE NIEUWS Dit nummer bestaat uit DRIE bladen In de Pinksterdagen hadden tal van ver keersongelukken plaats: Te Culemborg sloeg een auto viermaal over den kop cn daarna in brandnegen in zittenden werden gewond. Te Soesterberg werden bij het z.g.n. snij den drie auto's vernield en zes personen gewond. In het Winschotcrdiep bij Sappemeer reed edn auto te water: de zes inzittenden kon den gered worden en bleken niet gewond te zijn. Te Rotterdam werd een wielrijdster aan gereden en gzdood. met elk logisch begrip, bij herhaling een beroep te doen op het vertrouwen, dat primair is voor het welslagen van elke leening- of convcrsie-oper*atie, en tegelijker tijd dat vertrouwen te ondermijnen door wettelijke maatregelen, die in den verzamel naam „consequente deflatiepolitiek" zijn be grepen. De Ned. Bank in 1935—1936 Uitvoerig wordt hierna in het verslag be sproken het verloop van het boekjaar 1935 —1936, waarin 17 maal tot wijziging van het disconto moest worden overgegaan. De netto-winst is gestegen van f 3.020.686 tot f 5.628.319. De vordering op den Staat dei- Nederlanden ook dit hebben we reeds eerder gemeld in een der weekstaten van de Ned. Bank wordt met f 3.517.819 ver minderd en staat nog met f 11.958.329 te boek. Aan aandeelhouders kon 5 pet. divi dend worden uitgekeerd (v. j. 3.6 pet.). Oud-burgemeester K. Vink f Te Heemstede is in den ouderdom van 76 jaar overleden de heer K. Vink, oud-burgemeester van Lopik, Jaarsveld en Willige-Langerak, en oud-lid der Provinciale Staten van Utrecht. De heer Vink was van 1900 tot 1903 burge meester van Marken en werd op 15 April 1903 benoemd tot burgemeester van Lopik c.a. De heer Vink bewoog zich op velerlei gebied. Bij besluit van Ged. Staten van Ut rech? van 10 Juni 1908 werd hij benoemd tot voorzitter van het waterschap Willige- Langerak. Voorts was hij beheerder van de gecombineerde Waterschappen Willige-Lan. gerak. Cabouw, Zuidzevender en Vijfhoeven. In 1911 werd de heer Vink. in de plaat: van wijlen den heer E. G. Wentink (A R. gekozen to? lid der Prov. Staten v. Utrecht. Bij de verkiezing in 1926 stelde hij zich niel meer herkiesbaar. H.j heeft indertijd ook zitting gehad in het moderamen van A. R Kiesverenigingen in den Kieskring Amers foort. De begrafenis zal plaats hebben te Purme- rend op Woensdag 3 Juni tegen één uur. BRANDWEERCONGRES Benoemd tot vertegenwoordiger der Neder landsche regeering op het van 711 Juni 1936 te Weenen te houden internationaal brandweercongres, de heer C2 Gordijn Jr. 60-jarige fietser, i auto te wa- Be jaarlijksche Bondsdag van de Bond van Meisjesvereen. op Geref. grondslag, is in Den Haag gehouden. De Chr. Ned. Voetbalbond heeft te Zwolle cn te Wapeningen de jaarlijksche sportieve reünie gehouden. De Pinkstervergadering van de Vereen, van Chr. Onderwijzers en Onderwijzrecssen ta Utrecht. Op de Pinkster conferentie van het Ver bond van Chr. Letterkundige Kringen heeft J. Karsemeyer gesproken over Calvinis tische invloed in de Nederlandsche Litcra- Van Zeeland heeft geweigerd zich met 'di samenstelling van een nieuw Belgisch mi nisterie te belasten. Octrooibureau Bariéls behandelt octrooi zaken. deponeert handelsmerkenDessins Gebrauchsmuster etc. in alle landen. Bezvi- denhout 43, Den Haag, Telef. 720011—730012. (Adv.). De nieuwe Gouverneur-Generaal Omtrent de benoeming valt nog niets te zeggen Naar aanleiding van een bericht in een der bladen omtrent een a.s. benoe ming van onzen gezant te Brussel, Jhr. Mr. A. W. L. Tjarda van Starken- borgh Stachouwer tot Gouverneur- Generaal van Ned.-Indië, kan worden medegedeeld, dat van een dergelijke benoeming nog niets vaststaat en dat het nog wel een week zal duren eer omtrent de benoeming van een gou verneur-generaal een mededeeling kan worden gedaan. De nieuwe Burgemeester van Breda Benoeming van den heer Slobbe Naar verluidt is binnen enkele da gen de benoeming te verwachten van den heer B. W. T. S 1 o b b e, oud- Gouverneur van Curagao, tot burge meester dér gemeente Breda. DE BURGEMEESTER VAN UDENHOUT De heer A. M. de Klerk benoemd Met ingang van 15 Juni is benoemd tót burgemeester der gemeente Udenhout: A. M. de Klerk, met toekenning van gelijktijdig eervol ontslag als burgemeester der gemeen te Maarheeze. STUK VLEESCH IN DE LUCHTPIJP Het s.s. „Crijnssen" van de K.N.S.M., ko mende van Antwerpen od weg naar Ham burg, is onderweg IJ m u i d e n als noodha ven binnengeloopen, omdat een van de op varenden een stuk vleesch in de luchtpijp had gekregen. De man was er zoo erg aan toe dat men voor zijn leven vreesde. Nadat in IJmuiden door een arts het stuk vleesch was verwijderd, kon het schip met het slachtoffer weer zee kiezen. DIEFSTAL VAN GALANTERIEcN Door de centrale recherche te Amster dam is op verzoek van de politie te Utrecht een man gearresteerd, die zich daar zou heb ben schuldig gemaakt aan het ontvreemden van twee koffers met galanterieën. Hij is op transport naar Utrecht gesteld.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1936 | | pagina 1