Vervolg vet haal i. m m k mm w% t.Züsó. m j m fk M k Ah te m m r -;k\ k p. mm k Het aanzoek van Dorus de Dunne door C. Key 6) Hij wisselt ze af met fantasieën, die gevaarlijk over allerlei toonaarden heenklauteren. Als de orkaan uitgewoed is, kijkt ie op de klok. „Kwart voor achten!" moppert ie. Dan gaat hij 'n krant halen. Waarover hij zich diep heenbuigt. We kijken na regelmatig op de klok. Die lijkt stil te staan. Even over achten springt ie op. „Bonjour, hoor!" zegt uitbundig en ongedurig. 't Schrift houdt ie in z'n linkerhand. „Sterkte, hoor!" zeg ik, even zacht.. Een ander heeft er niets mee te maken immers! Hij kijkt niet eens meer. Is de gangdeur al door. 'n Paar tellen later valt de buitendeur dicht. „Wat heeft die nou ineens?" vraagt de huisvader, belangstellend. Wc weten het niet. Althans, we zwijgen in alle talen. Een man, die 't geluk gaat plukken Een korporaal met een snor en een gouden hart. V. Woensdagavond. Omdat moeder weg was, heeft Geertje 't vandaag extra druk gehad. Moeder is vanmorgen om acht uur vertrokken. Met de bus. Dc hobbelende bus, waarin 't altijd 2<>ó benauwd stinkt, dat Moeder met hoofdpijn terugkomt. 't Is wel een uur rijden naar de stad, waar tanto Co en oom Freek wonen. Geertje heeft wel driemaal Moeder op 't hart gedrukt, dat zc toch vooral niet vergeten moet, oom Freek de groeten te doen van haar. De spe ciale groeten \an haar. Want Oom Freek verafgoodt ze. Ze is nu wel wat groot, nvnar twee jaar terug vond ze 't nog een niet tc overtreffen genot, als ze op z'n knie mocht zitten. En nu nog schrijft ze elk jaar op de elfde Decem ber evn heel lange brief aan hem. Soms wel van vier knntjes. Op elf December is Oom Freek namelijk jarig. Hij is dc liefste van alle ooms. Een Oom met een hoofdletter Behalve 't gewone werk heeft Geertje vandaag «lus ook 't opperbevel gevoerd in de keuken. Wel had moeder de vorige dag 't voornaamste al klaar gemaakt en in dn kelder gezet Maar toch heeft Geertje zich wel erg gewichtig gevoeld. Vooral onder 't middageten, dat precies op tijd klaar was. Toen Vader, zei, dat 't overheerlijk smaakte, was y.e donkerrood geworden van plezier. Natuurlijk had Hillic een paar spitse opmerkin gen geplaatst over andersmans vecren en dc kel der, maar daarvan had ze zich niets aangetrokken. Toch, onder al haar werk door, had ze nog tijd te over gehad om tc denken aan gisteravond, toen die korporaal er was geweest. Ze herinnerde zich haarfijn alles wat ie gezegd had. Wel vond zc zichzelf een dwaas meisje nu: zóó maar een plantenschrift meegeven aan zoo'n vreemden man. Maar ze piekerde er nu niet meer zoo erg over als gisteren op lied. Hoe zou hij haar verzameling vinden? Wat zou bij ervan zeggen? Zou die 't heuscli niet gék vindon, dat ze zoo lang met 'm gepraat liad? Want eigenlijk bad zij hèm opgehouden. Of was 't toch andersom? Hij had toch best gelegenheid gehad om te ver trekken? Toen die klanten kwanten Of toen vader zei, dat 't acht uur was....* Haar gedachten draaiden gedurig rond. Een paard in een draaimolen De bus zou om kwart over acht aankomen op do markt Wie zou moeder afhalen? Geertje had er wel geweldig veel zin in. „Zal ik Moedor van de bus gaan halen?' vroeg ze aan vader, om kwart over achten. „Blijf jij nou ntaar hier!", zei Vader. „Laat mij dat ntaar doen!" Geertje had er echter al haar zinnen op gezet 0111 nu even 't dorp in te gaan. Dan straks tuet moe der stijfgearmd naar huis stappen: heerlijk! Als gewoonlijk viel 't haar niet moeilijk, Vader over te halen. Vlug rende ze naar boven om haar mantel te halen. „Ik ga, hoor!" riep ze, vanuit dc winkel. Zoo liep Geertje om acht uur door de dorpsstraat, met stevige passen, op weg naar de markt, •Om half tien, als ik op de koporaalskamer kom, is er nog niemand, 'k Geloof, dut er een film is in de garnizoensbioscoop, bij de cantine. Niemand? Er hangt een wasclublik aan dc lamp. Zooals je doet bij een doodzieke. Daardoor staan onze bedden bij dc deur in do schaduw. En nu zie ik Dorus' bed gespreid. Hemzelf als een bobbel eronder. Ik doe zachtjes. Op m'n tcencn ga ik naar 't hoofdeinde» Kijk naar hem. Hij slaapt. Tenminste: z'n oogen en z'n mond zijn 6tijf go* sloten. Ik snap er niet6 van, Hoe is 't mogelijk! Zóó vol enthousiasme was hij, anderhalf uur ge leden nog. Hij speelde op 't orgel als een overwinnaar, 't Schrift, als een doos van Pandora, bij zich. De gouden sleutel naar 't geluk Verpletterd onder in een ravijn. De eenigc mogelijkheid is deze: ze heeft 'm een blauwtje laten loopenl Jl.M. de Koningin en Ji.K.H. Prinses Juliana hebben hun jaarlijksch bezoek aan 'Amsterdam weer gebracht. Overal waarde vorstelijke bezoeksters zich vertoonden werden zij dour dc bevolking geestdriftig large juich. Op deze, fut» ziel men de aankomst aan de Hollandia Fabrieken aan den overkant van /tel IJ. D evader, Ik schud m'n wijze hoofd; 't is ook geen manier van doen: véél te gauw, véél te heetgebakerd! 't Kind heeft niet eens rustig gelegenheid gehad om 'm te loeren kennen Heeft niet eens vermoed, dat Dorus méér zocht dan alleen inlichtingen over een vergadering. Dat ie om h&ur kwam! Ja, ze heeft hem een blauwtje laten loopen. Ze beeft gezegd, dat ze er niet aan dénkt! Dat ze geen korporaal moet hebben. F.n heclemaal geen korporaal met ©en snor. Of zc heeft, gezegd: „Dank u wel!" en de deufi voor z'n neus dicht gedaan. Ik zie een verzameling gecomprimeerde drama.'S als een film. En ik kan geen keus maken. Ik houd mezelf voor, dat ik er niets van af \vee& Niet, wat Dorus gezegd heeft. Ook niet, wat Geertje gezegd heeft. E11 ik verdrink 't laatste restje van m'n nieuws gierigheid in medelijden. Ik schud m'n hoofd. Een goeie leer voor een andere keer M'n kepi berg ik in m'n kist. Ook m'n zaklantaarn. Dan wind ik m'n beciiwindsels af Arme Dorus Even vóór tienen komt 't hecle regiment terug* van de film. Er galmen aangrijpende liederen in stecnkolen-Engelsch over de binnenplaats, in flar den. En hol door de gangen, met echo-dreuning. De deur van onze kamer ketst tegen dc muur. Onze kamer staat vol rumoer. Lamm'crs gilt afgrijselijk, met monsterachtige draaien z'n stem verknoeiend. Dan slikt ie opeens een hooge f in. Z'n oogen willen uit z'n hoofd springen. Hij wijst naar Dorus' bed. Terwij 1 z'n vinger door de lucht prikt, zegt ie3 „W-wat heb tie nou?" „Sfiet!" zeg ik, „hij slaapt!" libbers lawaait 't laatste naar binnen toe. Z'n stem grommelt van verknepen lachen achter in z'n keel. „Was tie effe fijn?" Dan zwijgt ook hij. Kievit je zegt: „Och, ziel, wat heb jij nou? Is misgeloopen'j" Dorus ziel zweeft ergens in 't onbewuste. Althans, hij antwoordt niet. Ik 6chict m'n pyama aan en kruip in m'n krib. De trompetter blaast tien uur. De anderen gaan voor de kribben staan. Alleen Veldhorst staat bij z'n kastje jam te smeren'. „Ev'n 'n stukje eet'n," zegt hij. Bartje is er nog niet! schrikken we ineens. De wachtmeester-van-de-week inspecteert ons, „Waar is Buys?" vraagt ie. We wéten 't niet. Moutjc heeft avondpermissie. Met de kamerwacht in dc achterhoede verdwijnt do wachtmecster-van-dc-weék weer. Even later hooren we Bartje voorbijstormon. „Hier is Buys!" brult ie tegen den wachtmeester. Dan komt ie binnen. „Wat drommel, haift tie nou nóg een blauwtje geloupc?" roept ie verbaasd, onze verslagenheid bespeurend. „'t Is ouk wel te heg ra i po, da se die snorrebaard! nie hobbe will" Men ontkleedt zich. Iets stiller dan anders. Doch de indruk waait al gauw weer weg. Een soldatenhart is geen porcclcin. Ook dat van Dorus niet; gelukkig voor 'm. „Voor deze lien andere!" zegt Kievit wije-geerig» Hij overdrijft Eén is meer dan genoeg! En Bartje is ons aller tolk, als hij zegt: „Komp bès terech, hoor!" Dan, een beetje zachter, mediteert hij: „Zou l»cnii' ze allemaal. Eors lache ze laige Dan doen ze de deur voor je neus dich. En as ie dan lang genoeg gcwach heb, kraig Ia ze tóch!" Bartje zal 'l wel weten. 266 KRUISWOORDRAADSEL 4 r- H T 6 f 8 3 19 AL Ah 1<# 16 n u 1* U) 11 11 13 1* - 2* W - 14 3o De oplossing die nam ons niet behoeft foe te zenden geven wij in het nummer van volgende week. HORIZONTAAL: 1. Voldoende. 4. Meertje in de heide. 7. Haak. Plaats in Italië. 10. Verlangen. 12.. Plaatsje in Drente. 13. Schiereiland in Rusland. 14. Waaruit een dag bestaat. 15. Grieksch priester. 17. Rondzwervend Arabier. 21. Plaats 'n Italië. 22. Statenbond. 24. Hollandsche schilder. 25. Broer van Romulus. 27. Plaats in de woestijn. 23. Romeinschc keizer. 29. Overste -van een abdij. 30. Afkorting senator. VERTICAAL: 1. Zijne Koninklijke Hoogheid. 2. Rijstbrandewijn. 3. Hijschinriohting. 4. Dulden (verdragen). 5. Hetzelfde. 0. Afkorting meisjesnaam. 8. Eilandengroep in Australië. 9. Japansche eilandengroep. 11. Kaap in Spanje. 12. Paar. 10. Nederl. Omroepvereeniging. 17. Deel van het lichaam. 18. Halsdoek. 19. Deel van den dag. 20. Stad in Frankrijk. 21. Rivier in Hongarije. 23. Franschc departement. 24. Een der Z.W. eilanden (Ned. Oost-Indië), 20. Nederl. Staatsman (gest. 1875). PINKSTERBEDE SCHAAKRUBRIEK Redacteur: W. J. H. CARON. Jacob Marisstraal 42, Amsterdam-West. Men wordt verzocht correspon dentie over deze rubriek aan bovenstaand adres te richten. Probleem no. 495 Van: A. CHICCO. Étfit i i if 1 li II lil Wit begint en geeft in twee zetten mat. Wit (12): Ka3, DaG, Td7, Tf8, Lb3, Lb4, PUG, Pd8, pi. a2, e3, eG, f6. Zwart (11): Ke5, Tel, Th5, La7, Pd5, Po4, pi. d2, dl, f2, g3, hi. Oplossing van probleem no. 493 -Van: R. RINDOIN. Wit (11): KdS, DeG, Tb3, Lfl, Lh8, Pal, PfG, pi. c4, f3, g2, g4. Zwart (10): Kdi, Td3, Tfi, LgG, Pel, PeS, pi. c5, 02, e7, f2. Mat in twee zetten. Sleutelzet: 1. DeGcG. Oplossing van probleem no. 494 Van: KRAEMER en ZEPLER. Wit (6): Ka7, Dd3, Th.3, Lel, pi. aG, b7. Zwart (G): Kg4, Tfi, Lh5, pi. c2, g5, gG. Mat in drie zetten. Sleutelzet: 1. b7b8 Paard! Op 1Tf7f volgt 2. Pd7 en mat op den dorden zet door D. of P. Goede oplossingen ontvangen van; T. de Bruijno (493) Slootdorp; G. G. den Hollander (493, 494) Harderwijk; G. Holloman (493, 494), Th. Visser (493, 494) Rotterdam; M. Opbroek (493, 494), H. C. J. Spier (493, 494), J. F. Stoffels (493) Den Haag. CORRESPONDENTIE Af. O. Dat denkbeeld verdient overweging.- CARO—KANN Wit begint en geeft in twee zetten mat Wit (9): KhS, Dbl, Tdl, Te5, LfO, Pdl, Pel, pi. «2, h3. Zwart (G): Kfl, Tal, Pd2, PdG, pi. o5, 17. Probleem no. 496 ,Van: M. M. BARULÏN. Wit: K. Richter 1 e2—ei 2 Pbl—c3 3 Pgl—f3 4 Pc3Xc4 Pcig3 Zwart: K. Helling c7cG d7—do döXei Pg8—f6 g7g6 Doze variant wordt wéinig in toepassing gebracht. Zij komt in deze partij niet ongehavend uit den Strijd. 1 B3 if n Hl S 1 -1 B a te i 1 1 6 d2—d l 7 Lfl—cl 8 0—0 9 c2—c3 10 Tfi—el 11 h2h3 12 DdlXf3 13 Lei—b3 Lf8g7 0-0 Lc8gl Pb8—d7 PfG—d5 Lg4Xf3 Pd51)G e7é5 Daarop waren de laatste zetten gericht; oogen* schij-nlijk staat zwart bevredigend. 14 Pg3—ei! Wit bewijst echter, dat veld f7 verzwakt kan wor den en brengt een pionoffer. Dit. verrassend antwoord maakt dc partij ingo wikkold. 14 e5Xdl 15 Lel—g5 Dd8C7 16 c3Xdi PbGd5 Zwart ziet van het geschenk af, maar wordt er niet beter van. Op 16LXdl volgt 17. Tadl; 17LXb2 of Lg7 wordt dan met 13. PdG, 17Leö of c5 met 18. LhG Lg7; 19. LXg7 KXg7; 20. PdG, 17Pe5 met 18. Dg3 weerlegd. Geest van wind en Geest van vuur, Storm do zonde uit onze harten, Brand die door uw vlammen puur, Staal zc, dut zc 't kwade tarten. Boozc geesten hocrschen, Heer, lo ons. om ons. Zij bestrijden 't Rijk Uws Zoons. Stel IJ te weer, Wil ons uit hun greep bevrijden. 't Eind toch zal Uw glorie zijn; Gij zegt: „Ja". Wij volgen: „Amen" Op Uw Woord, hoe ook de schijn Soms doet vreozen voor beschamen. Geest van heiligheid, van licht, Klaar 't dof onzer zielcnoogen. Vestig op het eindgericht Ons vertrouwen. Dan verhoogen Wij Uw Naam om 't heilig recht, Dat in 't laatst zal triomfeeren, Als Gij 's werelds zaak bcelecht, 't Al ten goede Uws volks zult keenm. JOIIAN GOOSSEN. OPLOSSING van het Kruiswoordraadsel uit het vorig nummer Horizontaal: 3. Raken; 5. Namen; 8. Offerte: 9. Elft; 13. Reden; li. Eboniet; 15. Nurk; 19. lduna; 20. Spoor. Verticaal1. Wraken; 2. Knuren; 4. Kar; G. affect; 7. elegie; 10. gerecht; 11. rad; 12. afnemen; 16. pileus; 17. Urk; 18 bagger; 21. paniek; 22. openen. 17 Pe4—c3 Pd7bö 18 Lb3Xd5 PbêXdö 19 Pc3X«15 cGXd-5 20 D13XÜ5 Dc7bG 21 Tel—ei I DbGXb2 22 Tal—cl Gewonnen heeft wit no? niets, maar zijn stukken behccmchen het terrein. 22 h7—hö 23 Lg5o7 Tf8—c8 Iets heter is Tf e8, omdat wit dan onmiddellijk 24. Tfi mocht spelen wegens TXe7; 25. TXc7 Delf. 24 Tel—fl Stand na 21. Tel—f4. I I gl i i ëm 3 i n s j u 1 r/m. i H B 8 Pi 8 li B '..J s 1 S 24 Tc8—cl 25 Dd5Xf7f Kg8h8 2G TelXcl Db2Xcl t 27 Kgl—h2 gG—g5 28 TfifG Dreigt TXhGf en LfGf met mat. 28 Ta8g8 29 dld5 g5gi 30 d6—dG g4Xh3 31 dG—<17 Zoo onbekommerd mogelijk! Na 81Dc7f volgt 32. g3 DXd7; 33. TXböf LXhö; 34. LfGf en wint de Dame! Een moeilijk te berekenen variant is 31hXg; 32. DXgSt KX«8; 33. d8 D+ Kh7; 34. KXg2, daar wit nu vele malen schaak gezet wordt: 34 Dg5t; 35. Kf3! Dliöf; 30. ICf4 Dg5+; 37. Kei Dg4|j 38. Ke3 Dg5f, 39. Tf4! enz. 31 Del—fl Laat een gewelddadig slot toe: mat in vier zettoiï, 32 TföXhÖt Lg7Xhfl 33 Le7—fOt Tg8—g7 Of Lg7; 34. Dh5t! 34 d7—d8 D+ Kh8—Ji7 35 Dd8-g8t. 26i:

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1936 | | pagina 14