HET WERK NDS JOHANNA BREEVOORT J S MAANDAG 25 MEI 1936 Het vinden en voorbereiden van werkobjecten Over het resultaat van liet Werkfonds ga ven we 7 Mei J.I. een overzichtelijk artikel; over zijn taak en plaats schreven we 13 Mei een critisch-3 beschouwing. Dit laatste be wijst, dat we niet blind zijn voor gevaren en gebreken, welke aan-de werkwijze kunnen Ijlcyen; maar we willen er vooral niet mee gezegd hebben, dat wij de critiek door dik en dun, welke van andere zijde met wellust geoefend wordt,.steunen of onderschrijven. Holaas kan onze indruk niet anders zijn, dan dat niet zelden politieke motieven de economische grieven stimulceren. Voor ve len deugt het economisch beleid van het Ka binet nu eenmaal niet; zij droomen van wel- yaartspolitiek, welke op leeningen gebaseerd is, en omdat de regeering hun plan een utopie noemt, kleuren zij de regeerings- plannen zoo zwart mogelijk. De critici, die ons land en volk nv3t een plan van de arbeid gelukkig willen maken en met 200 mill, per jaar wonderen denken te doen en direct en indirect een paar hon derdduizend werkloozen aan arbeid hopen te helpen, mogen wel eens ernstig nota ne men van de rekening, welke het bestuur van het Werkfonds aan de hand der praktijk heeft opgemaakt. Uit een opgave van de gereed zijnde wer ken blijkt, dat de kosten, om één arbeider gedurende één week op de bouwplaats te werk te stellen, bedragen f 75a f SO. I-Iet gemiddelde loon voor d?ze werken be- 'Idraagt f 25.De overige kosten vinden hun oorzaak in materialen, onteigening, euz. In de materialen, voor zoover deze van binnenlandsche oorsprong zijn, is ook loon .vertegenwoordigd. Rekent men dit L>?drag gelijk aan het di-, recte loon t>p de bouwplaats en telt men daarbij liet aantal arbeiders, dat in de trans portondernemingen enz. werkt, dan komt men tot de slotsom, dat het bedrag, om een arbeider gedurende een week te werk te 6tcllcn, bedraagt pirn. f 40.of f 2000.per Zou dus het gehcele bedrag van f 60 mil- liocn in één jaar worden verwerkt aan open bare werken, dan kwamen daardoor op bouwplaats, in fabrieken enz. 30.000 arbeiders gedurende één jaar aan het, werk. Zou men alle werkloozen willen helpen '(thans plm. 400.000), dan was daarvoor noo- dig een bedrag van f 700 niillioen per jaar en dat voor één jaar. Krasser en onopzettelijker veroordeeling van het fraaie plan van ds arbeid is moeilijk te vinden. Daar komt echter nog iels anders bij. Te ■uit en to na wordt het bestuur van het •\Verkfonds, in feite dus dc Regeering ver weten, dat alles op zijn elf en dertigst gaat. •Het duurt al zóó lang en er is nog zoo wei nig gedaan. In 't algemeen zijn wij geneigd die klacht niet geheel af te wijzen. Het ambtelijk ap paraat werkt nu eenmaal vaak heer-stroef. Een wegverbctering kost menigmaal even veel vierkante meters aan papier voor tee- keningen en' correspondentie als de opper vlakte van de weg bedraagt. Maar niemand late zich daardoor wijs ma ken, dat liet met het plan van de arbeid 'èriders zou gaan. Terecht is opgemerkt, dat de werken, door gemeenten en andere openbare lichamen aangebracht, meestal slechts in schema wer den voorgedragen, maar dat de uitwerking pas aan de orde kwam, wanneer in beginsel tot uitvoering met behulp van hèt Werk fonds besloten was. Een typisch voorbeeld daarvan zijn de spoorwegplannen te Utrecht. In verband met het doorgaande rijverkeer was het noodza kelijk de spoorweg naar beide zijden (Am sterdam—Deu Haag en Den Bosch—Arnhem) omhoog te brengen. In Mei 1934 richtte het Gemeentebestuur van Utrecht een schrijven tot het bestuur van het Werkfonds voor steun. Daarbij werd verwezen naar een verslag van een speciale onderzo-3kingscommissic, uitgebracht in Fe bruari 1934. Uitgewerkte bestekken waren toen nog uiet ter beschikking. Slechts een globaal plan bestond met een globale, kos ten begroot ing. Er moest toen overlag worden gepleegd met verschillende instanties, o.a. Gemeente Utrecht, Spoorwegen en Rijkswaterstaat"over de financiering dezer 'werken. Rijkswaterstaat had bijv. slechts belang stelling voor het verkeer naar en van Utrecht, omdat het Rijkswegenplan voorzag in wegen om Utrecht heen. In Februari 1935 is officieer bericht aan de Gemeente Utrecht, onder welke voorwaarden het werk kon worden ter hand genomen. Onmiddellijk is toen aangevangen met het maken der bestekken en in Januari 1936 is door den Commissaris der Koningin de eer ste paal geheid. Thans werken te Utrecht 10S arbeiders bij 4 in uitvoering zijnde bestekken en dit bij een werk, oat plm. f 7.5 millioen zal kosten. Men behoeft zich hierover, niet te verba- In een dichtbevolkt land als het onze, waarin men maar niet vrij kan „watten und schallen" sluit men bij dc uitvoering-van openbare werken op eigendomsrechten van anderen, op inmenging van bestuursinstan- ti3s, op geprojecteerde plannen van de Over heid, op defensiebelangen, enz. Overleg is geboden, wil men niet vervallen in het onoordeelkundig besteden der kost bare mïllioenen en het vervallen in een or- ganisatorischen chaos. Dit mogen velen bedenken, die de Regèe- ring zooals in het Voorloopig Verslag, een te langzaam tempo verwijten. Het bovenstaande wordt bevestigd door de spoedige hulp welke voor de bouw van «eni ge kleine kustvaartuigen tot ongeveer 400 ton verleend werd. Hier was de voorbe reiding geheel af; ja, het gevaar bestond, dat de scheepjes, waaraan behoefte, was, op, buitenlandsche werven gebouwd zouden wor den, omdat men hier geen voldoende crerijigt kon krijgen. Men kwam altijd 10.a 25 pCt. van de bouwkosten te kort. Door dit bedrag tegen een matige rentevoet van 4V£ a,5 pCt.' te leenen, werd de bouw op N d e i- l a h'd - sche werven met voor 't grootste deel-Ne- dcrlandsch materiaal, mogelijk. Wel rijst hierbij de vraag of de voorwaar den, waaronder geleend wqrdj^desnoodsjiog niet wat soepeler gerij aakt kunnen wordèn'.- Meegedeeld werd immers, dat het geleende' bedrag in 5 a 10 jaar terugbetaald moet worden. Kan dat, dan is dat best. Maar men vei'gete niet, dat ook van de eerste hypo theek en zeker van het crediet, dat de' Scheepswerf verleende, afgelost moet wor den en dan is de termijn van zelfs 10 jaar heel krap. We zijn de ellende nog niet vergeten van de voorschotten voor bouw van huisjes na do overstrooming in het land van Maas en WaaL Het spreekt vanzelf, dat veel meer plan nen worden afgewezen dan ingewilligd. Iedereen wil wel door het Werkfonds gehol pen worden. Reeds merkten wc op, dat voorzichtigheid geboden is. Het is wellicht niet onaardig er op te wijzen, dat het Werkfonds in het leven is geroepen, omdat particulieren indertijd een plan lot bestrijding der werkloosheid ont wórpen hadden, dat 120 millioen zou kosten. Het eerste plan van de arbeid dus. Men vroeg daarvoor 60 millioen van de Rcgeering en beloofde zelf ook 60 millioen bijeen te brengen. In dit opzicht was het clus aannemelijker dan het tweede (roode) plan. Maar de Regecring voelde er. niet veel voor rijksgcld ter beschikking van particulieren te stellen; kreeg ook te weinig garantie, dat de andere 60 millioen er zouden komen en wees daarom het aanbod af. Zij.nam echter de idéé over en zoo kwam bet Werkfonds tot stajid. Nu moet men echter niet denken, dat van alle kanten plannen werden ingediend. Volstrekt niet. Vaak waren het, zooals ge zegd, maar suggesties, welke nader uitge werkt moesten worden. Doch ook die bleven soms achterwege. Is 't niet teckcnend, dat hoofdopzichters van de Provinciale Waterstaat in Zuid- llolland dezer dagen namens de Werkver- ruimingscommissié een aanschrijving kre gen om eens na te gaan of er in deze pro vincie niets op dit gebied te doen is? Geheel bevreemden doet dit niet. Zuid-Hol land was de rijkste provincie en liet sedert jaren veel werk uitvoeren. Maar het is ons toch onbegrijpelijk, dat er zóó weinig belang stelling was en er blijkt wel uit, dat het zeer onbillijk is om de trage gang \an zaken en het weinige tastbare resultaat tot heden ge heel of voornamelijk op rekening van het Werkfonds te stellen. Men vergete bij alles niet, dat reeds de voorbereiding van plannen werk geeft en geld kost; doch vooral, dat van lieverlede bij de uitvoering der plannen steeds meer Wanneer men ten minste niet handelt als aan de rijksweg bij Waddingsveen e.o.; waar arbeidei-s vervangen worden door een graaf machine. Want daarvan begrijpen we hu weer niets. Doch met alle erkenning, dat vlotter cn soepeler gang van zaken mogelijk is en dat daaraan alle instanties moeten meewerken, zal het Werkfonds mits goed geleid! een zegen zijn voor duizenden werkloozen; honderdduizenden te helpen ligt helaas buiten de macht der Regeering. Reünie tc Neerbosch De gewoonte van jaren her trouw, zijn ook dit jaar op Hemelvaartsdag de oud- weezeri weer oen dagje teruggekeerd naar hun jeugdvrienden en -vriendinnen om oude herinneringen op te halen. Vroeger beetle Hemelvaartsdag te Neerbosch dan ook OUrt-Weezendfeg. Ook dc vorige w eek. hoe ongunstig Tiet weer ook was, waren velen naar hun voor malig huis, waar ze opgegroeid zijn, ge- Extra-trams stonden bij het station te Nij megen om de 400 'reünisten te brengen naar de Witte Poort (grens tussehen de dorpen Hees en Neerbosch). Vandaar wandelde men .voorafgegaan' door de Neerbosch-fan- fare naar de stichting. Hoe word ik snel bruin Door AMILDA-zonnebruincrêmc krijgt Uw gelaat, armen en hals. direct een gezond, sportief bruine teint, die tevens volkomen beschermt tegen zonnebrand. Flacon 90 ct. Tube 60 ct. Doos 50 en 25 ct (Ado.) De dag is uitstekend geslaagd, dank zij ook de goede zorgen van de directrice, me vrouw Ivluin en haar medewerksters voor de talrijke gasten aan tafel in dc feesttent. Des voormiddags is, in verband met het 100e geboortejaar van „Vader van 't Lin- denhout" een krans gelegd bij zijn stand beeld en heeft zich daar een spreekkoor van oud-weezen huldigend laten lioorcn. Nadat 's middags op liet middenplein een gedenkplaat was onthuld, ook te zijner ccrc. en andere nummers van liet programma waren afgewerkt, is in de kapel dc slot- samenkomst gehouden onder leiding van Ds II. Kluin, predikant-directeur, die na samenzang van verzen van Gezang 273, een openingswoord sprak. Gesproken hebben de heeren K. Wessels, voorzitter der C.C. van Neerbosch' Oud-Weezenverecnigingen en J. N. B. van Es. Meermalen heeft liet koor van Neerbosch gezongen; dc lieer Kluin heeft een slotwoord gsproken. Extra-Irciuen hebben de gasten huiswaarts gevoerd. LAND- EN TUINBOUW UITKEERING AAN VEEWEIDERS EN -MESTERS Aanvrage moet Ingediend worden vóór 23 Juni Gelijk reeds werd bekend gemaakt, zal worden overgegaan tot een uit keering aan de veeweiders cn -mesters, die door de ab normale tijdsomstandigheden in ernstige financieele moeilijkheden zijn geraakt. Deze uitkeering wordt vastgesteld op f 20 per rund, dat is begrepen onder bet aantal bij do inventarisatie van de maand Mei 1935 opgegeven in de rubriek: „mestvee en vee. bestemd om vet te maken". Voor deze uitkeering komen alleen in aan merking die veeweiders en -mesters, die aan beide hierna te noemen voorwaarden voldoen: a. dat zij niet zijn of worden aan geslagen in de.rijksinkomstenbolasting voor het belastingjaar 1935/1936.; b. dat van het aantal te hunnen name bij de inventarisa tie van Mei 1935 getelde stuks rundvee met uitzondering van het bij die inventarisatie getelde aantal mannelijk en vrouwelijk jongvee, jonger dan een jaar en mest kalve ren, tenminste drievierde bestond uit vee. opgegeven in de rubriek „mestvee en vee, bestemd om vet te maken". Degenen, die aan deze beide voorwaarden voldoen, kunnen zich wenden tot liet regee- ringsbureau voor de uitvoering van cle landbouw-crisiswet 1933, Lange Voorhout 1 en 3 te 's-Gravenhage, ter bekoming van een aanvraagformulier. Zij dienen daarbij dui delijk hun voorletter, naam en volledig adres op te geven. Deze formulieren zijn slechts verkrijgbaar tot 23 Juni 1936. Na dat tijdstip zullen geen aanvragen meer in behandeling worden ge nomen. Nog wordt- er de aandacht, op gevestigd, dat van de hierboven onde.r a en b genoem de voorwaarden niet kan worden afge weken. HET FRUIT IN ZEELAND Aangaande de fruitvooruitzichtcn op Zuid- Beveland schrijft men ons. dat de stand van de kersen goed is te noemen, vooral in de boomgaarden waar men het noodige aan ziektebestrijding heeft gedaan. De stand van de kruisbessen, welke teelt toch reeds in de laatste jaren sterk is inge krompen, is over het algemeen matig, op verschillende pereeelen zelfs slecht. De roode bessen daarentegen beloven meer. Dc peren staan er goed voor. Over de vroege appelen kan nog weinig gezegd wor-1 den. De vroege pruimen zullen maar schaarsch zijn. voor de latere soorten is meer verwachting, al zal van een overvloedigen oogst b.v. van Reine Victoria dit jaar wel geen sprake zijn. Dc aardbeien bloeien mooi, maar de per eeelen hebben erg van de langdurige droog te tc lijden. Het heeft hier n.l. de laatste weken abnormaal weinig geregend, ONDERWIJS EN OPVOEDING ONDER WIJSBENOEMINGEN Utrecht. Prinses Julianaschool. Tot hoofd (beh. disp.) in de vacature-A. L. van Hulzen: de heer Th. And ré, le ondenv. aan die school. S p ij k. Chr. School (hoofd J. J. Muel- ders). Tot kw. m. a.: Mej. Eikelenboom aldaar. Nieuw lande (gem. Hoogeveèn). Chr. School. Tot onderwijzeres: Mej. S. Nuis, tijd. onderw. aldaar. NAAR DE RUST Met ingang van 1 Juli a.s. zal de heer K. P. P I u i s t e r, hoofd der Bijzondere school te G lessen dam, het onderwijs met pen sioen verlaten cn afscheid nemen van zijn Na zijn privaatopleiding trad hij als on derwijzer in dipnst te Sauwerd, welke plaats hij laler verwisselde met Doornspijk. Arn hem, Middclstum, Amsterdam, om in 1905 benoemd te worden in Giessendam. Drie jaar later werd liij hoofd dezer school. Op 1 Juni a s. zal ook de heer G. d e Z e e u w, hoofd van de Koningin Wilhel- mina school te Giessendam, zijn arbeid neerleggen. Ruiin 42 jaar mocht hij in Giessendam werkzaam zijn; 15 jaar als onderwijzer, 27 jaar als hoofd. HET ONDERWIJS AAN ZWAKZINNIGE KINDEREN Op het congres van de buitengewoon lager onderwijsgroep van den Bond van Ned. On derwijzers, werd een door de „onderzoek commissie" uitgebracht rapport met een vier tal conclusies uitvoerig toegelicht en bespro ken. Het rapport behandelde de wijze van toelating onderzoek en beoordeeling van de zwakzinnige kinderen tot de school voor buitengewoon onderwijs. Met algemeene stemmen werd het rapport aanvaard waarin de tests BinetSirrion, zoo als die in ons land vrij algemeen wórden ge bruikt, op utiliteitsgronden, sléchts in han den van ervaren onderzoekers, een bruikbaar schiftingsmiddel ten dienste van de b. o. school worden geacht. De bestaande revisies (o.m. de Stanford-revision) en bewerkingen (BobertagNorden) zijn als verbeteringen te beschouwen. De methode BinetSimon is onbruikbaar om inzicht te verkrijgen in de psychische structuur van het kind, aldus de rapporteurs. Uitbreiding van de taak der ge wone lagere school om uitvoerige inlichtin gen te verschaffen over de leerling, die opge geven wordt voor het onderzoek voor de b. o.-school is h.i. noodzakelijk. Teneinde tot een beoordeeling te komen van de persoonlijkheid van de aan het b. o. toevertrouwde leerlingen, achten zij een sy stematisch onderzoek door den klasse-onder wijzer met voorlichting van den schoolarts over medisch-psychiatrische vraagpunten, noodzakelijk. NED. SCHOLIEREN IN BELGIE Evenals het vorig jaar in omgekeerde orde, heeft dit jaar een reis van Nederlandsche scholieren naar België plaats gehad. Zij is besloten met een officieele ontvangst te Brussel door den Belgischen Minister van Staat Lippens, die daarbij meedeplde, dat Prof. Dr. G. A. van Poelje, dir.-gen. van het Onderwijs in ons land, benoemd was tot Groot-Officier in de orde van Leopold II, welke mededeeling met luid applaus door de aanwezigen werd ontvangen. ONDERWIJS AAN SCHIPPERSKINDEREN Prinses Juliana heeft het beschermvrouw schap aanvaard van het Nationaal Comité voor het onderwijs aan schipperskinderen door Chr. scholen met internaat. Binnenkort zal de vestiging van een inter naat te Zwolle worden voorbereid. LAGER ONDERWIJS IN ZWEDEN De Zweedsche Rijksdag heeft een Leer plichtwet afangenomen, waarbij de leerplicht van zeven jaar voor het lagei onderwijs tot alle provincies wordt uitgebreid; tot dusver bestond hij nog niet overal. DE KLAP OP SCHOOL „I-Iet gezond verstand, aldus J. L.(ens) Irfi De school met den Bijbel heeft getriom feerd, en het récht is gehandhaafd, óók te genover den aanrander van het gezag. „De rechter heeft den Uddelschen boven meester. die een weerstrevenden leerling lichamelijk had gestraft, en tegen wien daar voor f 40 boete was geëischt of 40 dagen hechtenis, vrijgesproken, omdat de tucht oefening niet als mishandeling werd beschouw d. „Om twee redenen verheugen we ons over deze rechterlijke uitspraak. Vooreerst voor den betrokkene Maar ook, omdat liier door den rechter het tuchtigingsreeht der school wordt erkend, natuurlijk, zoolang er niet van mishandeling sprake is". Van groot belang acht de schrijver de uit spraak ook hierom, dat er voor onbezonnen, heethoofdige ouders een waarschuwing in zit. om niet al te spoedig naar den rechter te loopen „Zal de loenemende tuchteloosheid der jeugd met eenige kans van slagen worden legcngegaaan, dan dient, wil men op de me dewerking der school in dezen kunnen re kenen. het tuchtigingsreeht der school ta worden erkend. „Mallenjoertjes en -vaartjes moeten leeren zien, dat hun slappe methode niet noodza kelijk aan de school moeten worden op gelegd. „Ze moeten leeren zien, dat de school een eigen tuchtrecht heeft, dat natuurlijk be grensd wordt door de algemeene regelen van het strafrecht. „En steeds sterker moet worden de band van samenwerking tussehen huis en school waarbij beide gelijkelijk samenwerken in het belang vier kindoren, een belang dat co- diend wordt door liefdevolle, doch strakke tuchtoefening". Examens Acad*inU<-he Examen*. L.eiden. Gesl.: Ro« maansclie Taal- en Letterkunde: cand.ex., mej^ A. M. O ving. Utrecht. Ge.sl.: Rechten: cand.ex., de hee ren F. C. Roels en P. W. Smits. Handenarbeid. Pe examens akte Handertarboict sullen dit jaar aanvangen op 2 Juli. De commis sies, met het afnemen van deze examens belast, zullen zitting houden te Eindhoven. Den Haag. Haarlem en Groningen. Tot voorzitters van dezo commissies zijn benoemd: te Eindhoven: J. Cats, te '.s-Gravenhage: Mr 13. Jorna, te Haarlem: S. Anema, te Groningen: Dr J. Brinkman. Zij, die zich aan dit examen wenschen te onderwerpen, moeten zich vóór 27 Juni aanmelden bij den voorzitter van de commissie, voor welke zii examen zullen aflegg-en, per brief op ongezegeld Yeertig jaar schrijfster Langs laaiend gele bremvlammen, bron zen sparren en teer lentegroen van loof hout, had ons het gezellige lokaaltreintje naar SoestcLijk gebracht. Na een kwartier door de rustige lanen van het mooie dorp te hebben gewandeld, stonden we voor het landhuisje van Johanna Breevoort, op den top van den „Lazarusberg", met een breed en ver uitzicht over korenvelden in de richting van Amersfoort. De schrijfster kwam ons zelf hij de deur tegemoet en noodde ons vriendelij k-bedrij- "vig binnen. De kennismaking was spoedig geschied, want het gesprek, waarvoor wij kwamen, mocht niet zoo heel lang duren, vooral om dat de autrice, die de 66 nu al gepasseerd is en pas een langdurige ziekte te boven is, zich niet vermoeien mag. De reden waarom we haar tóch wel even onder het journalistieke mes wilden heb ben, lag in het niet onbelangrijke feit, dat Johanna Breevoort dezer dagen herdenkt, dat zij vóór 40 jaren met het publiceeren van haar eerste letterkundig werk is be gonnen. Er is over deze merkwaardige Christe lijke schrijfster al een en ander gepubli ceerd en zelf heeft zij o.a. nog in het Ju bileum-nummer van Dc Rotterdammer in 1928 een lezenswaardig stuk van haar Rotterdamsche jeugdherinneringen gegeven. Toch bleef er nog wel een en onder betref fende haarzelf te vragen over. En dat was dan ook het doel van ons onderhoud. benedendijks. Waar ging U dan toch school? O, we woonden in de Baan en ik ging in de Eendrachtstraat op de burgerschool van Van Wouw. We moesten dan een eindje langs den kop van den Schiedamschesingel en kozen benedendijks. Daar zaten dan henge laars en wij, ondeugden, vlak bij hen hard aan 't dansen, om de visch te verjagen! Dan tegen de dijk opklauteren en door het toenmalige Stuiverslaantje en de Korte- naerstraat naar school. U hebt maar tot Uw tiende jaar school gegaan? Op mijn tiende jaar zat ik al in de hoog ste klas en daar er geen leerplicht was, werd ik maar van school genomen. Ik kon thuis beter helpen machinenaaien. Vond ik al lang goed. Des te meer kon ik lezen!.. Zij genoot zichtbaar nóg van de kostelijke gelegenheid, die haar toen te beurt viel om lectuur te genieten. Hoe ik tot schrijven gekomen ben? Op catechisatie bij Ds Lion Cachet, des tijds nog Ned. Herv. predikant, moesten we iets over de Zondags gehoorde preek op schrijven cn inleveren. Toen merkte Ds Lion Cachet me op onder de ongeveer 60 leerlingen. Hier is nog zoo'n „preek". We zagen een vergeeld papier, vol taal fouten wel, maar twee kanten van een groot vel volgeschreven en dat over een zware tekst als Openbaring 22 vs. 17. De ond-erteekening: Groote Kerk, Marie Michels, 21 Januari 1884. En daarnaast het vereerend ondersohrift van den predikant: „Zeer goed opgelet". Dat Johanna Breevoort dit papiertje be waarde, heeft wel reden. Want Ds Lion Cachet was het, die haar het eerst voort hielp, en 'haar o.a. in kennis bracht met den heer Krekel, corrector van het weekblad „De Hoop", die haar de gladvergeten taal- regeLs weer leerde. „M'n allereerste werk kwam in „De Geu- zenbode", in 1891, dus 45 jaar geleden. Maar m'n loopbaan als schrijfster begon eigenlijk in 1896. Toen kwamen m'n eerste versjes in „Ex celsior" en verscheen de eerste jaargang van „Ons Tijdschrift". Hoogenbirk was erg aanmoedigend voor me. Kijk eens wat hij ..Marie G. M. te R. Met groot genoegen heb ik uw briefje gelezen. Uw vraag is vol strekt niet te vrij. Dat ge „eenvoudig" zijl is heel goed. Dat ze zoo uiet zijn, alles beter willen weten cn zoodoende dom blijven is juist tegenwoordig de fout van vele kin deren en jongelui. Ga gerust zoo voort. Al leen maar, leg u wat toe op taal; anders zoudt ge nooit iets wezenlijk goeds voort brengen. Wat ge zondt was lang niet kwaad, maar behoeft hier en daar veran dering, ook wat verbetering. Binnenkort hoop ik er wat. van te plaatsen. Als daar dan iels in wordt veranderd, ziet ge meteen hoe het beter gezegd kan worden. Iloogen- Ik kwam, zoo vervolgde Johanna Bree voort het gesprek, in den eersten tijd ook in kennis met L. Bückman; dat ^'as door een ziek vriendinnetje, die in Cappele bij zijn ouders verpleegd werd. De Schemers waren vrienden van de familie Bückman. I-Iet door mij gemaakte versje bij het over lijden van de directrice van Eudokia. mejuf frouw Scheurer, werd in de Kerkbode op genomen. Dat ti'ok de banden nauwer. Ik heb er de copie nog van bewaard. /3* a IS*. l aJy l/n JZl nY,n «I ni i Het valt ons bij het doorlezen van dit op vergeeld papier geschreven vers van acht vlot-loopende stiophen op, hoe de en fV. c&tis /Cryjw «f 1/ kele „verbeteringen", door Ds Lion Cachet aangebracht, dichterlijk zeker geen verbete ringen zijn geweest! Integendeel. Len stukje copie als dit is wel een opvallend bewijs van het natuurlijk talent van Johanna Breevoort. Van het bezit van talent was Johanna Breevoort al vroeg overtuigd, al kwam het herhaaldelijk uit haar mond, dat zij zich ook zeer wel de beperktheid van haar gaven bewust is. Dit is zeker in haar te waardeeren, dat zij zich geroepen voelde om haar talent in 's Heeren dienst te gebruiken. Ik sta niet op den titel „literator", ik ben maar een eenvoudige volksschrijfster" zoo sprak ze zich ook nu weer uit en voel mezelf heelemaal niet belangrijk. Om geld schreef ik nooit. Ik ben van m'n toch wel vele boeken niet rijk geworden. Wat een uitgever zeide te kunnen betalen, heb ik altijd in goed vertrouwen, dat hij met meer geven kon, aanvaard. Ik schreef eenvoudig gedreven door het gebod dat we vinden in de gelijkenis van dc talenten. U hebt in die veertig jaar op literair gebied heel wat beleefd. In 1929 schreef U daar nog uitvoerig over in „De Rotterdam- Hier w-erd de snaar aangeroerd, die bij Johanna Breevoort ook nu nog gemakkelijl. in trilling gebracht wordt. „Ja, ik heb dezen winter, vóór mijn zware ziekte honderden brieven over die 40 jaar verscheurd. Ik vond er pas weer een heele bende, van Van As, Bückman, Lens, Wou ters enzdie gaan er óók aan! Weet u wat ik er wel uit merkte, dat wij al des tijds onze club heel deftig „Unie van C h r i s t e 1 ij k e auteurs" hedden ge doopt. Ik lieb nog agenda's met J. v. d. Valk als praeses en L. Bückman als secre taris liggen. Leden waren: Van As, Buck- man, Valk, Lens, Enka, Jo üe Liefde, Jo hanna Breevoort en Mulder (Adel Anker smit). De jongeren van heden vergeten wel wat teveel, dat zij geen baanbrekend werk hebben verricht. Dat deed „Ons Tijdschrift" dat, zooals ik al zei, in '96 werd opgericht. En al de nu-ouderen van beteekenis waren lid van onze Unie. Wij, jongeren-van-toen, waren verre van den stelregel „elkaar niet afvallen". Wij hekelden eikaars werk juist duchtig, zoo wel in brieven als in het openbaar. Ik las gisteren nog in een brief van Van As: Je zegt: „Ontwapend" beteekent niet veel lite rair." Accoord. Ik vind 't zelf ook maar „jeugdwerk". In no. I van „Ons Tijdschrift" staat op blz. 85: „Een oorspronkelijk Chris telijk boek van eenige beteekenis is ons niet bekend. De Christelijke lectuur lijdt een kwijnend leven". Wat vielen we elkaar in „Ons Tijdschrift" aan al waren we persoonlijk vrienden Er is zoo ging Johanna Breevoort ver der door „Ons Tijdschrift" van de toen maals „jongeren" ook veel verandering ge komen. De literatuur van 'S0 en '90 werkte op ons in. Maar we wilden iets beters, frisschers en naluurlijkers geven. „Een jonger geslacht sta op oin de eer der va- derlandsche letteren te wreken" schreef Bnimmelkamp op blz. 251 van dien eersten jaargang. En J. C. de Moor gaf een Bede om eerherstel voor Jan Luyken. Later werd Bnimmelkamp ook weer voor conservatief uitgemaakt. Ik heb dat alles heel intens meegeleefd en is het dan te verwonderen, dat ik de jongere generatie wat ondankbaar vitfd tegenover de „Ons Tijdsohrifters"? Wat dat „meeleven" betreft, met m'n be wogen temperament voelde ik de toestan den en gebeurtenissen sterk aan. Ik denk aan mijn „Werkmanslied" in den stakings- tijd in 1903: „Wij laten ons niet knechten Door Troelstra, Oudegeest" enz. Ik denk aan m'n gloeiend artikel in 1902 in „Ons Tijdschrift" voor de oprichting van een Christenvrouwenbond, vooral met het oog op de verzorging van oude dienstboden. In 1905 hielden we een vergadering om tot zou'n „Chr. Vrouwenbond voor maatschap pelijke belangen" te komen. Er kwam toen nog niets van, maar na het Sociaal Congrea is de bond ontstaan. Zónder dat ik een uit- noodiging kreeg. Maar buiten mijn weten heeft toen de heer Diemer gezorgd, dat ik bij de besprekingen werd genoodigd, zoo wel voor het maandblad „Christelijk Vrou wenleven" als voor de „Ned. Christelijke Vrouwenbond". Ook in de actie, die destijds te Rotterdam voor' de afschaffing van de kermis is ge voerd, heb ik een zeer werkzaam aandeel genomen, o.a. honderden brieven met het oordeel van bekende personen gelezen en er uittreksels uit gemaakt. Dat sterke meeleven heeft U zeker ook wel conflicten gebracht? •Ia, ik heb me veel vijanden gemaakt. Ds Lion Cachet waarschuwde me, toen ik jong was, al: „Marie Michels moét niet haar vingers in elk bakje heet water ste ken!" Maar ik kón het niet nalaten. Ik was ook gewend nooit iemand te ontzien, en zeide ieder, vaak scherp, hoe ik over de dingen dacht. Ik denk ook, dat dit voor een deel daardoor komt, dat ik me geheel zelf heb moeten vormen. Ik had niet het geluk van een academische opleiding waarbij men het voordeel heeft, te kunnen oordeelen nd studie. Dit mag ik evenwel zeggen, dat het bij mijn conflicten nooit tegen personen ging maar altijd over be ginselen en zaken, waarin ik steeds mijr. eigen sterke meeningen had. Aan welk van Uw boeken bent U 't meest gehecht? De schrijfster lachte alsof ze de vraag een tikje dwaas vond. „Ik ben aan geen énkel boek gehecht! Zoodra een boek van de pers was, deed hel me aan alsof een ander het geschreven had. Ik was onder het schrijven te vergelij ken met een medium. Ik heb nooit op de pen behoeven te bijten. Ik kon mijo werk ook achteraf nooit „mooier maken". Het schrijven ging me vanzelf af. Ik heb ook nooit tevoren een schema ontworpen. Wel ben ik elk boek biddend begonnen. Toch geloof ik, helaas ook veel onkruid te heb ben gezaaid bij het goede zaad Weet u wat ik met bijzonder plezier lieb gedaan? Mijn werk voor het weekblad „De Ster". U weet, daar zijn vijf jaargangen van verschenen. Dat gaf elke week een vaste taak. En ik heb nooit in die vijf jaar om copie verlegen gezeten. U schrijft tegenwoordig niet meer? Behalve eens in de maand het stichtelijk stuk in Christelijk Vrouwenleven wat ik al 19 jaar doe weinig. Vroeger, toen ik nog sterk was, rustte ik door te schrijven uit. vau lichamelijke ver moeidheid. Dat gaat tegenwoordig niet meer. Als ik nu lichamelijk moe ben, ben ik het geestelijk ook. De lust om te wer ken is nog wel aanwezig, maarik ben altijd zoo'n „jager" geweest. De dokter zegt du eiken keer: remmen, remmen! En ik voel het zélf: het moet. Probeer ik het eens anders dan heb ik zóó verhooging. M'n man helpt den dokter ijverig mee om me in toom te houden. Maar dat gaat over en weer: i k moet zorgen, dat h ij zich in acht neemt. U hebt dus niet alleen in uw jeugd, maar ook later altijd de taak van huis vrouw met die van schrijfster moeten com- bineeren? Ja, dat heb ik altijd moeten doen en het is dan ook niet te verwonderen, dat ik nu niet meer kan. Een huisvrouw, die liaar werk met liefde doet, hééft al een zware taak. Als moeder, die haar kinderen klaar moet maken voor de eeuwigheid en voor het maatschappelijke tevens, doet zij zelfs ont zaglijk veel. Als God een huisvrouw, die geen geld heeft om hulp te betalen er bo vendien nog ander werk bij geeft, heeft ze een dubbele en dus buitengewoon zware taak. Maar dan onthoudt God weer andere dingen, die het leven haar te moeilijk zou den maken, zooals God mij kinderen ont houden heeft hoe graag wij ze ook zouden hebben gehad. De tijd voor beëindiging van ons onder houd begon te dringen. 1-Iet was ook wel aan het gelaat van mevrouw Bakhoven te zien, dat het noodig werd haar bewegeiijk ge moed niet door nieuwe vragen of opmer kingen in actie te brengen. Met haar echtgenoot deed zij ons uitge leide. Het bejaarde paar liep een eindweegs mee om ons, na een vluchtig kijkje in don mooien grooten tuin, den koristen weg naar het station te wijzen. „Vindt u het hier niet heerlijk? Kijk, als we nog even doorloopen, ziet u tusschen die huizen door den Stompert. Toen we hier kwamen wonen, elf jaar geleden, zagen we dien berg en Amersfoort zoo uit ons huis. Wat heb ik me kwaad gemaakt dat ze daar die huizen gingen bouwen. Het moest toch niet mogen, dat men de mooie natuur zoo maar bederft Een kort, hartelijk afscheid maakte een zeer gewenscht einde aan deze boutade. Moge de schrijfster-in-ruste met haar echt genoot nog menig jaar gegeven zijn om op haar idyllisch plekje na te genieten van een volbrachte levenstaak, in de weten schap, dat die voor duizenden waarde heeft gehad, ook, ja vooral eeuwigheidswaarde.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1936 | | pagina 10