HET WERK
NDS
JOHANNA BREEVOORT
J S
MAANDAG 25 MEI 1936
Het vinden en voorbereiden
van werkobjecten
Over het resultaat van liet Werkfonds ga
ven we 7 Mei J.I. een overzichtelijk artikel;
over zijn taak en plaats schreven we 13 Mei
een critisch-3 beschouwing. Dit laatste be
wijst, dat we niet blind zijn voor gevaren en
gebreken, welke aan-de werkwijze kunnen
Ijlcyen; maar we willen er vooral niet mee
gezegd hebben, dat wij de critiek door dik
en dun, welke van andere zijde met wellust
geoefend wordt,.steunen of onderschrijven.
Holaas kan onze indruk niet anders zijn,
dan dat niet zelden politieke motieven de
economische grieven stimulceren. Voor ve
len deugt het economisch beleid van het Ka
binet nu eenmaal niet; zij droomen van wel-
yaartspolitiek, welke op leeningen gebaseerd
is, en omdat de regeering hun plan een
utopie noemt, kleuren zij de regeerings-
plannen zoo zwart mogelijk.
De critici, die ons land en volk nv3t een
plan van de arbeid gelukkig willen maken
en met 200 mill, per jaar wonderen denken
te doen en direct en indirect een paar hon
derdduizend werkloozen aan arbeid hopen
te helpen, mogen wel eens ernstig nota ne
men van de rekening, welke het bestuur van
het Werkfonds aan de hand der praktijk
heeft opgemaakt.
Uit een opgave van de gereed zijnde wer
ken blijkt, dat de kosten, om één arbeider
gedurende één week op de bouwplaats te
werk te stellen, bedragen f 75a f SO.
I-Iet gemiddelde loon voor d?ze werken be-
'Idraagt f 25.De overige kosten vinden hun
oorzaak in materialen, onteigening, euz.
In de materialen, voor zoover deze van
binnenlandsche oorsprong zijn, is ook loon
.vertegenwoordigd.
Rekent men dit L>?drag gelijk aan het di-,
recte loon t>p de bouwplaats en telt men
daarbij liet aantal arbeiders, dat in de trans
portondernemingen enz. werkt, dan komt
men tot de slotsom, dat het bedrag, om een
arbeider gedurende een week te werk te
6tcllcn, bedraagt pirn. f 40.of f 2000.per
Zou dus het gehcele bedrag van f 60 mil-
liocn in één jaar worden verwerkt aan open
bare werken, dan kwamen daardoor op
bouwplaats, in fabrieken enz. 30.000 arbeiders
gedurende één jaar aan het, werk.
Zou men alle werkloozen willen helpen
'(thans plm. 400.000), dan was daarvoor noo-
dig een bedrag van f 700 niillioen per jaar
en dat voor één jaar.
Krasser en onopzettelijker veroordeeling
van het fraaie plan van ds arbeid is moeilijk
te vinden.
Daar komt echter nog iels anders bij. Te
■uit en to na wordt het bestuur van het
•\Verkfonds, in feite dus dc Regeering ver
weten, dat alles op zijn elf en dertigst gaat.
•Het duurt al zóó lang en er is nog zoo wei
nig gedaan.
In 't algemeen zijn wij geneigd die klacht
niet geheel af te wijzen. Het ambtelijk ap
paraat werkt nu eenmaal vaak heer-stroef.
Een wegverbctering kost menigmaal even
veel vierkante meters aan papier voor tee-
keningen en' correspondentie als de opper
vlakte van de weg bedraagt.
Maar niemand late zich daardoor wijs ma
ken, dat liet met het plan van de arbeid
'èriders zou gaan.
Terecht is opgemerkt, dat de werken, door
gemeenten en andere openbare lichamen
aangebracht, meestal slechts in schema wer
den voorgedragen, maar dat de uitwerking
pas aan de orde kwam, wanneer in beginsel
tot uitvoering met behulp van hèt Werk
fonds besloten was.
Een typisch voorbeeld daarvan zijn de
spoorwegplannen te Utrecht. In verband met
het doorgaande rijverkeer was het noodza
kelijk de spoorweg naar beide zijden (Am
sterdam—Deu Haag en Den Bosch—Arnhem)
omhoog te brengen.
In Mei 1934 richtte het Gemeentebestuur
van Utrecht een schrijven tot het bestuur
van het Werkfonds voor steun. Daarbij werd
verwezen naar een verslag van een speciale
onderzo-3kingscommissic, uitgebracht in Fe
bruari 1934. Uitgewerkte bestekken waren
toen nog uiet ter beschikking. Slechts een
globaal plan bestond met een globale, kos
ten begroot ing.
Er moest toen overlag worden gepleegd
met verschillende instanties, o.a. Gemeente
Utrecht, Spoorwegen en Rijkswaterstaat"over
de financiering dezer 'werken.
Rijkswaterstaat had bijv. slechts belang
stelling voor het verkeer naar en van
Utrecht, omdat het Rijkswegenplan voorzag
in wegen om Utrecht heen.
In Februari 1935 is officieer bericht aan de
Gemeente Utrecht, onder welke voorwaarden
het werk kon worden ter hand genomen.
Onmiddellijk is toen aangevangen met het
maken der bestekken en in Januari 1936 is
door den Commissaris der Koningin de eer
ste paal geheid.
Thans werken te Utrecht 10S arbeiders bij
4 in uitvoering zijnde bestekken en dit bij
een werk, oat plm. f 7.5 millioen zal kosten.
Men behoeft zich hierover, niet te verba-
In een dichtbevolkt land als het onze,
waarin men maar niet vrij kan „watten und
schallen" sluit men bij dc uitvoering-van
openbare werken op eigendomsrechten van
anderen, op inmenging van bestuursinstan-
ti3s, op geprojecteerde plannen van de Over
heid, op defensiebelangen, enz.
Overleg is geboden, wil men niet vervallen
in het onoordeelkundig besteden der kost
bare mïllioenen en het vervallen in een or-
ganisatorischen chaos.
Dit mogen velen bedenken, die de Regèe-
ring zooals in het Voorloopig Verslag, een te
langzaam tempo verwijten.
Het bovenstaande wordt bevestigd door de
spoedige hulp welke voor de bouw van «eni
ge kleine kustvaartuigen tot ongeveer 400
ton verleend werd. Hier was de voorbe
reiding geheel af; ja, het gevaar bestond,
dat de scheepjes, waaraan behoefte, was, op,
buitenlandsche werven gebouwd zouden wor
den, omdat men hier geen voldoende crerijigt
kon krijgen. Men kwam altijd 10.a 25 pCt.
van de bouwkosten te kort. Door dit bedrag
tegen een matige rentevoet van 4V£ a,5 pCt.'
te leenen, werd de bouw op N d e i- l a h'd -
sche werven met voor 't grootste deel-Ne-
dcrlandsch materiaal, mogelijk.
Wel rijst hierbij de vraag of de voorwaar
den, waaronder geleend wqrdj^desnoodsjiog
niet wat soepeler gerij aakt kunnen wordèn'.-
Meegedeeld werd immers, dat het geleende'
bedrag in 5 a 10 jaar terugbetaald moet
worden. Kan dat, dan is dat best. Maar men
vei'gete niet, dat ook van de eerste hypo
theek en zeker van het crediet, dat de'
Scheepswerf verleende, afgelost moet wor
den en dan is de termijn van zelfs 10 jaar
heel krap.
We zijn de ellende nog niet vergeten van
de voorschotten voor bouw van huisjes na
do overstrooming in het land van Maas en
WaaL
Het spreekt vanzelf, dat veel meer plan
nen worden afgewezen dan ingewilligd.
Iedereen wil wel door het Werkfonds gehol
pen worden.
Reeds merkten wc op, dat voorzichtigheid
geboden is.
Het is wellicht niet onaardig er op te
wijzen, dat het Werkfonds in het leven is
geroepen, omdat particulieren indertijd een
plan lot bestrijding der werkloosheid ont
wórpen hadden, dat 120 millioen zou kosten.
Het eerste plan van de arbeid dus.
Men vroeg daarvoor 60 millioen van de
Rcgeering en beloofde zelf ook 60 millioen
bijeen te brengen. In dit opzicht was het clus
aannemelijker dan het tweede (roode) plan.
Maar de Regecring voelde er. niet veel voor
rijksgcld ter beschikking van particulieren
te stellen; kreeg ook te weinig garantie, dat
de andere 60 millioen er zouden komen en
wees daarom het aanbod af.
Zij.nam echter de idéé over en zoo kwam
bet Werkfonds tot stajid.
Nu moet men echter niet denken, dat van
alle kanten plannen werden ingediend.
Volstrekt niet. Vaak waren het, zooals ge
zegd, maar suggesties, welke nader uitge
werkt moesten worden. Doch ook die bleven
soms achterwege.
Is 't niet teckcnend, dat hoofdopzichters
van de Provinciale Waterstaat in Zuid-
llolland dezer dagen namens de Werkver-
ruimingscommissié een aanschrijving kre
gen om eens na te gaan of er in deze pro
vincie niets op dit gebied te doen is?
Geheel bevreemden doet dit niet. Zuid-Hol
land was de rijkste provincie en liet sedert
jaren veel werk uitvoeren. Maar het is ons
toch onbegrijpelijk, dat er zóó weinig belang
stelling was en er blijkt wel uit, dat het zeer
onbillijk is om de trage gang \an zaken en
het weinige tastbare resultaat tot heden ge
heel of voornamelijk op rekening van het
Werkfonds te stellen.
Men vergete bij alles niet, dat reeds de
voorbereiding van plannen werk geeft en
geld kost; doch vooral, dat van lieverlede
bij de uitvoering der plannen steeds meer
Wanneer men ten minste niet handelt als
aan de rijksweg bij Waddingsveen e.o.; waar
arbeidei-s vervangen worden door een graaf
machine. Want daarvan begrijpen we hu
weer niets.
Doch met alle erkenning, dat vlotter cn
soepeler gang van zaken mogelijk is en dat
daaraan alle instanties moeten meewerken,
zal het Werkfonds mits goed geleid!
een zegen zijn voor duizenden werkloozen;
honderdduizenden te helpen ligt helaas
buiten de macht der Regeering.
Reünie tc Neerbosch
De gewoonte van jaren her trouw, zijn
ook dit jaar op Hemelvaartsdag de oud-
weezeri weer oen dagje teruggekeerd naar
hun jeugdvrienden en -vriendinnen om
oude herinneringen op te halen. Vroeger
beetle Hemelvaartsdag te Neerbosch dan
ook OUrt-Weezendfeg.
Ook dc vorige w eek. hoe ongunstig Tiet
weer ook was, waren velen naar hun voor
malig huis, waar ze opgegroeid zijn, ge-
Extra-trams stonden bij het station te Nij
megen om de 400 'reünisten te brengen naar
de Witte Poort (grens tussehen de dorpen
Hees en Neerbosch). Vandaar wandelde
men .voorafgegaan' door de Neerbosch-fan-
fare naar de stichting.
Hoe word ik snel bruin
Door AMILDA-zonnebruincrêmc krijgt Uw
gelaat, armen en hals. direct een gezond,
sportief bruine teint, die tevens volkomen
beschermt tegen zonnebrand.
Flacon 90 ct. Tube 60 ct. Doos 50 en 25 ct
(Ado.)
De dag is uitstekend geslaagd, dank zij
ook de goede zorgen van de directrice, me
vrouw Ivluin en haar medewerksters voor
de talrijke gasten aan tafel in dc feesttent.
Des voormiddags is, in verband met het
100e geboortejaar van „Vader van 't Lin-
denhout" een krans gelegd bij zijn stand
beeld en heeft zich daar een spreekkoor
van oud-weezen huldigend laten lioorcn.
Nadat 's middags op liet middenplein een
gedenkplaat was onthuld, ook te zijner ccrc.
en andere nummers van liet programma
waren afgewerkt, is in de kapel dc slot-
samenkomst gehouden onder leiding van
Ds II. Kluin, predikant-directeur, die na
samenzang van verzen van Gezang 273, een
openingswoord sprak. Gesproken hebben de
heeren K. Wessels, voorzitter der C.C. van
Neerbosch' Oud-Weezenverecnigingen en
J. N. B. van Es. Meermalen heeft liet koor
van Neerbosch gezongen; dc lieer Kluin
heeft een slotwoord gsproken. Extra-Irciuen
hebben de gasten huiswaarts gevoerd.
LAND- EN
TUINBOUW
UITKEERING
AAN VEEWEIDERS EN -MESTERS
Aanvrage moet Ingediend worden
vóór 23 Juni
Gelijk reeds werd bekend gemaakt, zal
worden overgegaan tot een uit keering aan
de veeweiders cn -mesters, die door de ab
normale tijdsomstandigheden in ernstige
financieele moeilijkheden zijn geraakt.
Deze uitkeering wordt vastgesteld op f 20
per rund, dat is begrepen onder bet aantal
bij do inventarisatie van de maand Mei
1935 opgegeven in de rubriek: „mestvee en
vee. bestemd om vet te maken".
Voor deze uitkeering komen alleen in aan
merking die veeweiders en -mesters, die
aan beide hierna te noemen voorwaarden
voldoen: a. dat zij niet zijn of worden aan
geslagen in de.rijksinkomstenbolasting voor
het belastingjaar 1935/1936.; b. dat van het
aantal te hunnen name bij de inventarisa
tie van Mei 1935 getelde stuks rundvee met
uitzondering van het bij die inventarisatie
getelde aantal mannelijk en vrouwelijk
jongvee, jonger dan een jaar en mest kalve
ren, tenminste drievierde bestond uit vee.
opgegeven in de rubriek „mestvee en vee,
bestemd om vet te maken".
Degenen, die aan deze beide voorwaarden
voldoen, kunnen zich wenden tot liet regee-
ringsbureau voor de uitvoering van cle
landbouw-crisiswet 1933, Lange Voorhout 1
en 3 te 's-Gravenhage, ter bekoming van een
aanvraagformulier. Zij dienen daarbij dui
delijk hun voorletter, naam en volledig
adres op te geven.
Deze formulieren zijn slechts verkrijgbaar
tot 23 Juni 1936. Na dat tijdstip zullen geen
aanvragen meer in behandeling worden ge
nomen.
Nog wordt- er de aandacht, op gevestigd,
dat van de hierboven onde.r a en b genoem
de voorwaarden niet kan worden afge
weken.
HET FRUIT IN ZEELAND
Aangaande de fruitvooruitzichtcn op Zuid-
Beveland schrijft men ons. dat de stand van
de kersen goed is te noemen, vooral in de
boomgaarden waar men het noodige aan
ziektebestrijding heeft gedaan.
De stand van de kruisbessen, welke teelt
toch reeds in de laatste jaren sterk is inge
krompen, is over het algemeen matig, op
verschillende pereeelen zelfs slecht. De
roode bessen daarentegen beloven meer.
Dc peren staan er goed voor. Over de
vroege appelen kan nog weinig gezegd wor-1
den. De vroege pruimen zullen maar
schaarsch zijn. voor de latere soorten is meer
verwachting, al zal van een overvloedigen
oogst b.v. van Reine Victoria dit jaar wel
geen sprake zijn.
Dc aardbeien bloeien mooi, maar de per
eeelen hebben erg van de langdurige droog
te tc lijden. Het heeft hier n.l. de laatste
weken abnormaal weinig geregend,
ONDERWIJS
EN OPVOEDING
ONDER WIJSBENOEMINGEN
Utrecht. Prinses Julianaschool. Tot
hoofd (beh. disp.) in de vacature-A. L. van
Hulzen: de heer Th. And ré, le ondenv.
aan die school.
S p ij k. Chr. School (hoofd J. J. Muel-
ders). Tot kw. m. a.: Mej. Eikelenboom
aldaar.
Nieuw lande (gem. Hoogeveèn). Chr.
School. Tot onderwijzeres: Mej. S. Nuis, tijd.
onderw. aldaar.
NAAR DE RUST
Met ingang van 1 Juli a.s. zal de heer K.
P. P I u i s t e r, hoofd der Bijzondere school
te G lessen dam, het onderwijs met pen
sioen verlaten cn afscheid nemen van zijn
Na zijn privaatopleiding trad hij als on
derwijzer in dipnst te Sauwerd, welke plaats
hij laler verwisselde met Doornspijk. Arn
hem, Middclstum, Amsterdam, om in 1905
benoemd te worden in Giessendam. Drie
jaar later werd liij hoofd dezer school.
Op 1 Juni a s. zal ook de heer G. d e
Z e e u w, hoofd van de Koningin Wilhel-
mina school te Giessendam, zijn arbeid
neerleggen.
Ruiin 42 jaar mocht hij in Giessendam
werkzaam zijn; 15 jaar als onderwijzer, 27
jaar als hoofd.
HET ONDERWIJS AAN
ZWAKZINNIGE KINDEREN
Op het congres van de buitengewoon lager
onderwijsgroep van den Bond van Ned. On
derwijzers, werd een door de „onderzoek
commissie" uitgebracht rapport met een vier
tal conclusies uitvoerig toegelicht en bespro
ken. Het rapport behandelde de wijze van
toelating onderzoek en beoordeeling van de
zwakzinnige kinderen tot de school voor
buitengewoon onderwijs.
Met algemeene stemmen werd het rapport
aanvaard waarin de tests BinetSirrion, zoo
als die in ons land vrij algemeen wórden ge
bruikt, op utiliteitsgronden, sléchts in han
den van ervaren onderzoekers, een bruikbaar
schiftingsmiddel ten dienste van de b. o.
school worden geacht. De bestaande revisies
(o.m. de Stanford-revision) en bewerkingen
(BobertagNorden) zijn als verbeteringen te
beschouwen. De methode BinetSimon is
onbruikbaar om inzicht te verkrijgen in de
psychische structuur van het kind, aldus de
rapporteurs. Uitbreiding van de taak der ge
wone lagere school om uitvoerige inlichtin
gen te verschaffen over de leerling, die opge
geven wordt voor het onderzoek voor de
b. o.-school is h.i. noodzakelijk.
Teneinde tot een beoordeeling te komen
van de persoonlijkheid van de aan het b. o.
toevertrouwde leerlingen, achten zij een sy
stematisch onderzoek door den klasse-onder
wijzer met voorlichting van den schoolarts
over medisch-psychiatrische vraagpunten,
noodzakelijk.
NED. SCHOLIEREN IN BELGIE
Evenals het vorig jaar in omgekeerde orde,
heeft dit jaar een reis van Nederlandsche
scholieren naar België plaats gehad. Zij is
besloten met een officieele ontvangst te
Brussel door den Belgischen Minister van
Staat Lippens, die daarbij meedeplde, dat
Prof. Dr. G. A. van Poelje, dir.-gen. van het
Onderwijs in ons land, benoemd was tot
Groot-Officier in de orde van Leopold II,
welke mededeeling met luid applaus door de
aanwezigen werd ontvangen.
ONDERWIJS AAN SCHIPPERSKINDEREN
Prinses Juliana heeft het beschermvrouw
schap aanvaard van het Nationaal Comité
voor het onderwijs aan schipperskinderen
door Chr. scholen met internaat.
Binnenkort zal de vestiging van een inter
naat te Zwolle worden voorbereid.
LAGER ONDERWIJS IN ZWEDEN
De Zweedsche Rijksdag heeft een Leer
plichtwet afangenomen, waarbij de leerplicht
van zeven jaar voor het lagei onderwijs tot
alle provincies wordt uitgebreid; tot dusver
bestond hij nog niet overal.
DE KLAP OP SCHOOL
„I-Iet gezond verstand, aldus J. L.(ens) Irfi
De school met den Bijbel heeft getriom
feerd, en het récht is gehandhaafd, óók te
genover den aanrander van het gezag.
„De rechter heeft den Uddelschen boven
meester. die een weerstrevenden leerling
lichamelijk had gestraft, en tegen wien daar
voor f 40 boete was geëischt of 40 dagen
hechtenis, vrijgesproken, omdat de tucht
oefening niet als mishandeling
werd beschouw d.
„Om twee redenen verheugen we ons over
deze rechterlijke uitspraak. Vooreerst voor
den betrokkene Maar ook, omdat liier door
den rechter het tuchtigingsreeht der school
wordt erkend, natuurlijk, zoolang er niet
van mishandeling sprake is".
Van groot belang acht de schrijver de uit
spraak ook hierom, dat er voor onbezonnen,
heethoofdige ouders een waarschuwing in
zit. om niet al te spoedig naar den rechter
te loopen
„Zal de loenemende tuchteloosheid der
jeugd met eenige kans van slagen worden
legcngegaaan, dan dient, wil men op de me
dewerking der school in dezen kunnen re
kenen. het tuchtigingsreeht der school ta
worden erkend.
„Mallenjoertjes en -vaartjes moeten leeren
zien, dat hun slappe methode niet noodza
kelijk aan de school moeten worden op
gelegd.
„Ze moeten leeren zien, dat de school een
eigen tuchtrecht heeft, dat natuurlijk be
grensd wordt door de algemeene regelen
van het strafrecht.
„En steeds sterker moet worden de band
van samenwerking tussehen huis en school
waarbij beide gelijkelijk samenwerken in
het belang vier kindoren, een belang dat co-
diend wordt door liefdevolle, doch strakke
tuchtoefening".
Examens
Acad*inU<-he Examen*. L.eiden. Gesl.: Ro«
maansclie Taal- en Letterkunde: cand.ex., mej^
A. M. O ving.
Utrecht. Ge.sl.: Rechten: cand.ex., de hee
ren F. C. Roels en P. W. Smits.
Handenarbeid. Pe examens akte Handertarboict
sullen dit jaar aanvangen op 2 Juli. De commis
sies, met het afnemen van deze examens belast,
zullen zitting houden te Eindhoven. Den Haag.
Haarlem en Groningen. Tot voorzitters van dezo
commissies zijn benoemd: te Eindhoven: J. Cats,
te '.s-Gravenhage: Mr 13. Jorna, te Haarlem: S.
Anema, te Groningen: Dr J. Brinkman. Zij, die
zich aan dit examen wenschen te onderwerpen,
moeten zich vóór 27 Juni aanmelden bij den
voorzitter van de commissie, voor welke zii
examen zullen aflegg-en, per brief op ongezegeld
Yeertig jaar schrijfster
Langs laaiend gele bremvlammen, bron
zen sparren en teer lentegroen van loof
hout, had ons het gezellige lokaaltreintje
naar SoestcLijk gebracht. Na een kwartier
door de rustige lanen van het mooie dorp
te hebben gewandeld, stonden we voor het
landhuisje van Johanna Breevoort, op den
top van den „Lazarusberg", met een breed
en ver uitzicht over korenvelden in de
richting van Amersfoort.
De schrijfster kwam ons zelf hij de deur
tegemoet en noodde ons vriendelij k-bedrij-
"vig binnen.
De kennismaking was spoedig geschied,
want het gesprek, waarvoor wij kwamen,
mocht niet zoo heel lang duren, vooral om
dat de autrice, die de 66 nu al gepasseerd
is en pas een langdurige ziekte te boven is,
zich niet vermoeien mag.
De reden waarom we haar tóch wel even
onder het journalistieke mes wilden heb
ben, lag in het niet onbelangrijke feit, dat
Johanna Breevoort dezer dagen herdenkt,
dat zij vóór 40 jaren met het publiceeren
van haar eerste letterkundig werk is be
gonnen.
Er is over deze merkwaardige Christe
lijke schrijfster al een en ander gepubli
ceerd en zelf heeft zij o.a. nog in het Ju
bileum-nummer van Dc Rotterdammer in
1928 een lezenswaardig stuk van haar
Rotterdamsche jeugdherinneringen gegeven.
Toch bleef er nog wel een en onder betref
fende haarzelf te vragen over. En dat was
dan ook het doel van ons onderhoud.
benedendijks. Waar ging U dan toch
school?
O, we woonden in de Baan en ik ging in
de Eendrachtstraat op de burgerschool van
Van Wouw. We moesten dan een eindje
langs den kop van den Schiedamschesingel
en kozen benedendijks. Daar zaten dan henge
laars en wij, ondeugden, vlak bij hen hard
aan 't dansen, om de visch te verjagen!
Dan tegen de dijk opklauteren en door het
toenmalige Stuiverslaantje en de Korte-
naerstraat naar school.
U hebt maar tot Uw tiende jaar school
gegaan?
Op mijn tiende jaar zat ik al in de hoog
ste klas en daar er geen leerplicht was,
werd ik maar van school genomen. Ik kon
thuis beter helpen machinenaaien. Vond ik
al lang goed. Des te meer kon ik lezen!..
Zij genoot zichtbaar nóg van de kostelijke
gelegenheid, die haar toen te beurt viel om
lectuur te genieten.
Hoe ik tot schrijven gekomen ben?
Op catechisatie bij Ds Lion Cachet, des
tijds nog Ned. Herv. predikant, moesten
we iets over de Zondags gehoorde preek op
schrijven cn inleveren. Toen merkte Ds
Lion Cachet me op onder de ongeveer 60
leerlingen. Hier is nog zoo'n „preek".
We zagen een vergeeld papier, vol taal
fouten wel, maar twee kanten van een
groot vel volgeschreven en dat over een
zware tekst als Openbaring 22 vs. 17.
De ond-erteekening: Groote Kerk, Marie
Michels, 21 Januari 1884. En daarnaast het
vereerend ondersohrift van den predikant:
„Zeer goed opgelet".
Dat Johanna Breevoort dit papiertje be
waarde, heeft wel reden. Want Ds Lion
Cachet was het, die haar het eerst voort
hielp, en 'haar o.a. in kennis bracht met den
heer Krekel, corrector van het weekblad
„De Hoop", die haar de gladvergeten taal-
regeLs weer leerde.
„M'n allereerste werk kwam in „De Geu-
zenbode", in 1891, dus 45 jaar geleden. Maar
m'n loopbaan als schrijfster begon eigenlijk
in 1896.
Toen kwamen m'n eerste versjes in „Ex
celsior" en verscheen de eerste jaargang
van „Ons Tijdschrift". Hoogenbirk was erg
aanmoedigend voor me. Kijk eens wat hij
..Marie G. M. te R. Met groot genoegen
heb ik uw briefje gelezen. Uw vraag is vol
strekt niet te vrij. Dat ge „eenvoudig" zijl
is heel goed. Dat ze zoo uiet zijn, alles beter
willen weten cn zoodoende dom blijven is
juist tegenwoordig de fout van vele kin
deren en jongelui. Ga gerust zoo voort. Al
leen maar, leg u wat toe op taal; anders
zoudt ge nooit iets wezenlijk goeds voort
brengen. Wat ge zondt was lang niet
kwaad, maar behoeft hier en daar veran
dering, ook wat verbetering. Binnenkort
hoop ik er wat. van te plaatsen. Als daar
dan iels in wordt veranderd, ziet ge meteen
hoe het beter gezegd kan worden. Iloogen-
Ik kwam, zoo vervolgde Johanna Bree
voort het gesprek, in den eersten tijd ook
in kennis met L. Bückman; dat ^'as door
een ziek vriendinnetje, die in Cappele bij
zijn ouders verpleegd werd. De Schemers
waren vrienden van de familie Bückman.
I-Iet door mij gemaakte versje bij het over
lijden van de directrice van Eudokia. mejuf
frouw Scheurer, werd in de Kerkbode op
genomen. Dat ti'ok de banden nauwer. Ik
heb er de copie nog van bewaard.
/3* a
IS*. l
aJy l/n JZl nY,n «I ni i
Het valt ons bij het doorlezen van dit
op vergeeld papier geschreven vers van
acht vlot-loopende stiophen op, hoe de en
fV. c&tis /Cryjw «f
1/
kele „verbeteringen", door Ds Lion Cachet
aangebracht, dichterlijk zeker geen verbete
ringen zijn geweest! Integendeel. Len stukje
copie als dit is wel een opvallend bewijs
van het natuurlijk talent van Johanna
Breevoort.
Van het bezit van talent was Johanna
Breevoort al vroeg overtuigd, al kwam het
herhaaldelijk uit haar mond, dat zij zich
ook zeer wel de beperktheid van haar
gaven bewust is.
Dit is zeker in haar te waardeeren, dat
zij zich geroepen voelde om haar talent in
's Heeren dienst te gebruiken.
Ik sta niet op den titel „literator", ik
ben maar een eenvoudige volksschrijfster"
zoo sprak ze zich ook nu weer uit en
voel mezelf heelemaal niet belangrijk. Om
geld schreef ik nooit. Ik ben van m'n toch
wel vele boeken niet rijk geworden. Wat
een uitgever zeide te kunnen betalen, heb
ik altijd in goed vertrouwen, dat hij met
meer geven kon, aanvaard.
Ik schreef eenvoudig gedreven door
het gebod dat we vinden in de gelijkenis
van dc talenten.
U hebt in die veertig jaar op literair
gebied heel wat beleefd. In 1929 schreef U
daar nog uitvoerig over in „De Rotterdam-
Hier w-erd de snaar aangeroerd, die bij
Johanna Breevoort ook nu nog gemakkelijl.
in trilling gebracht wordt.
„Ja, ik heb dezen winter, vóór mijn zware
ziekte honderden brieven over die 40 jaar
verscheurd. Ik vond er pas weer een heele
bende, van Van As, Bückman, Lens, Wou
ters enzdie gaan er óók aan! Weet
u wat ik er wel uit merkte, dat wij al des
tijds onze club heel deftig „Unie van
C h r i s t e 1 ij k e auteurs" hedden ge
doopt. Ik lieb nog agenda's met J. v. d.
Valk als praeses en L. Bückman als secre
taris liggen. Leden waren: Van As, Buck-
man, Valk, Lens, Enka, Jo üe Liefde, Jo
hanna Breevoort en Mulder (Adel Anker
smit). De jongeren van heden vergeten wel
wat teveel, dat zij geen baanbrekend werk
hebben verricht. Dat deed „Ons Tijdschrift"
dat, zooals ik al zei, in '96 werd opgericht.
En al de nu-ouderen van beteekenis waren
lid van onze Unie.
Wij, jongeren-van-toen, waren verre van
den stelregel „elkaar niet afvallen". Wij
hekelden eikaars werk juist duchtig, zoo
wel in brieven als in het openbaar. Ik las
gisteren nog in een brief van Van As: Je
zegt: „Ontwapend" beteekent niet veel lite
rair." Accoord. Ik vind 't zelf ook maar
„jeugdwerk". In no. I van „Ons Tijdschrift"
staat op blz. 85: „Een oorspronkelijk Chris
telijk boek van eenige beteekenis is ons
niet bekend. De Christelijke lectuur lijdt
een kwijnend leven". Wat vielen we elkaar
in „Ons Tijdschrift" aan al waren we
persoonlijk vrienden
Er is zoo ging Johanna Breevoort ver
der door „Ons Tijdschrift" van de toen
maals „jongeren" ook veel verandering ge
komen. De literatuur van 'S0 en '90 werkte
op ons in. Maar we wilden iets beters,
frisschers en naluurlijkers geven. „Een
jonger geslacht sta op oin de eer der va-
derlandsche letteren te wreken" schreef
Bnimmelkamp op blz. 251 van dien eersten
jaargang. En J. C. de Moor gaf een Bede
om eerherstel voor Jan Luyken. Later werd
Bnimmelkamp ook weer voor conservatief
uitgemaakt.
Ik heb dat alles heel intens meegeleefd
en is het dan te verwonderen, dat ik de
jongere generatie wat ondankbaar vitfd
tegenover de „Ons Tijdsohrifters"?
Wat dat „meeleven" betreft, met m'n be
wogen temperament voelde ik de toestan
den en gebeurtenissen sterk aan. Ik denk
aan mijn „Werkmanslied" in den stakings-
tijd in 1903:
„Wij laten ons niet knechten
Door Troelstra, Oudegeest" enz.
Ik denk aan m'n gloeiend artikel in 1902
in „Ons Tijdschrift" voor de oprichting van
een Christenvrouwenbond, vooral met het
oog op de verzorging van oude dienstboden.
In 1905 hielden we een vergadering om tot
zou'n „Chr. Vrouwenbond voor maatschap
pelijke belangen" te komen. Er kwam toen
nog niets van, maar na het Sociaal Congrea
is de bond ontstaan. Zónder dat ik een uit-
noodiging kreeg. Maar buiten mijn weten
heeft toen de heer Diemer gezorgd, dat ik
bij de besprekingen werd genoodigd, zoo
wel voor het maandblad „Christelijk Vrou
wenleven" als voor de „Ned. Christelijke
Vrouwenbond".
Ook in de actie, die destijds te Rotterdam
voor' de afschaffing van de kermis is ge
voerd, heb ik een zeer werkzaam aandeel
genomen, o.a. honderden brieven met het
oordeel van bekende personen gelezen en
er uittreksels uit gemaakt.
Dat sterke meeleven heeft U zeker ook
wel conflicten gebracht?
•Ia, ik heb me veel vijanden gemaakt. Ds
Lion Cachet waarschuwde me, toen ik
jong was, al: „Marie Michels moét niet
haar vingers in elk bakje heet water ste
ken!" Maar ik kón het niet nalaten. Ik was
ook gewend nooit iemand te ontzien, en
zeide ieder, vaak scherp, hoe ik over de
dingen dacht. Ik denk ook, dat dit voor
een deel daardoor komt, dat ik me geheel
zelf heb moeten vormen. Ik had niet het
geluk van een academische opleiding
waarbij men het voordeel heeft, te kunnen
oordeelen nd studie. Dit mag ik evenwel
zeggen, dat het bij mijn conflicten nooit
tegen personen ging maar altijd over be
ginselen en zaken, waarin ik steeds mijr.
eigen sterke meeningen had.
Aan welk van Uw boeken bent U 't
meest gehecht?
De schrijfster lachte alsof ze de vraag
een tikje dwaas vond.
„Ik ben aan geen énkel boek gehecht!
Zoodra een boek van de pers was, deed hel
me aan alsof een ander het geschreven
had. Ik was onder het schrijven te vergelij
ken met een medium. Ik heb nooit op de
pen behoeven te bijten. Ik kon mijo werk
ook achteraf nooit „mooier maken". Het
schrijven ging me vanzelf af. Ik heb ook
nooit tevoren een schema ontworpen. Wel
ben ik elk boek biddend begonnen. Toch
geloof ik, helaas ook veel onkruid te heb
ben gezaaid bij het goede zaad
Weet u wat ik met bijzonder plezier lieb
gedaan? Mijn werk voor het weekblad „De
Ster". U weet, daar zijn vijf jaargangen van
verschenen. Dat gaf elke week een vaste
taak. En ik heb nooit in die vijf jaar om
copie verlegen gezeten.
U schrijft tegenwoordig niet meer?
Behalve eens in de maand het stichtelijk
stuk in Christelijk Vrouwenleven wat ik
al 19 jaar doe weinig.
Vroeger, toen ik nog sterk was, rustte ik
door te schrijven uit. vau lichamelijke ver
moeidheid. Dat gaat tegenwoordig niet
meer. Als ik nu lichamelijk moe ben, ben
ik het geestelijk ook. De lust om te wer
ken is nog wel aanwezig, maarik
ben altijd zoo'n „jager" geweest. De dokter
zegt du eiken keer: remmen, remmen! En
ik voel het zélf: het moet. Probeer ik het
eens anders dan heb ik zóó verhooging.
M'n man helpt den dokter ijverig mee om
me in toom te houden. Maar dat gaat over
en weer: i k moet zorgen, dat h ij zich in
acht neemt.
U hebt dus niet alleen in uw jeugd,
maar ook later altijd de taak van huis
vrouw met die van schrijfster moeten com-
bineeren?
Ja, dat heb ik altijd moeten doen en het
is dan ook niet te verwonderen, dat ik nu
niet meer kan. Een huisvrouw, die liaar
werk met liefde doet, hééft al een zware
taak. Als moeder, die haar kinderen klaar
moet maken voor de eeuwigheid en voor het
maatschappelijke tevens, doet zij zelfs ont
zaglijk veel. Als God een huisvrouw, die
geen geld heeft om hulp te betalen er bo
vendien nog ander werk bij geeft, heeft ze
een dubbele en dus buitengewoon zware
taak. Maar dan onthoudt God weer andere
dingen, die het leven haar te moeilijk zou
den maken, zooals God mij kinderen ont
houden heeft hoe graag wij ze ook zouden
hebben gehad.
De tijd voor beëindiging van ons onder
houd begon te dringen. 1-Iet was ook wel aan
het gelaat van mevrouw Bakhoven te zien,
dat het noodig werd haar bewegeiijk ge
moed niet door nieuwe vragen of opmer
kingen in actie te brengen.
Met haar echtgenoot deed zij ons uitge
leide. Het bejaarde paar liep een eindweegs
mee om ons, na een vluchtig kijkje in don
mooien grooten tuin, den koristen weg naar
het station te wijzen.
„Vindt u het hier niet heerlijk? Kijk, als
we nog even doorloopen, ziet u tusschen die
huizen door den Stompert. Toen we hier
kwamen wonen, elf jaar geleden, zagen we
dien berg en Amersfoort zoo uit ons huis.
Wat heb ik me kwaad gemaakt dat ze daar
die huizen gingen bouwen. Het moest toch
niet mogen, dat men de mooie natuur zoo
maar bederft
Een kort, hartelijk afscheid maakte een
zeer gewenscht einde aan deze boutade.
Moge de schrijfster-in-ruste met haar echt
genoot nog menig jaar gegeven zijn om op
haar idyllisch plekje na te genieten van
een volbrachte levenstaak, in de weten
schap, dat die voor duizenden waarde heeft
gehad, ook, ja vooral eeuwigheidswaarde.