De Bondsdag van den Ned. Bond van Jongelings- vereenigingen op Gereformeerden grondslag VRMDAG 22 MEI 1936 DERDE BLAD PAG 10 Eenige duizenden jonge Calvinisten in het land van Uz Heit bijeen - Geestdrift allerwege - Een zestiental sprekers (Van onzen eigen verslaggever). Leeuwarden, Hemelvaartsdag. Na 9 jaar ziet de Oldehove aan haar voet wederom duizenden jonge Calvinisten bijeen gestroomo uit alle deelen des lands om samen hoogtij te vieren en in Bondsverga dering bijeen te komen. De Ned. Bond van Jongelingsvereenigingen op Geref. grondslag heeft dit jaar in Leeuwarden zijn tenten op geslagen. En dat hebben de Friezen terdege getoond, te verstaan, want de massale op komst uit stad en dorp uit het Friesche land zelf, van Stavoren tot Paesens en Modder gat is oorzaak geworden, dat men het met drie gebouwen niet afkon en dus een vierde moest worden ingericht om zooveel jonge menschen te ontvangen. .Maar niet alleen vandaag was het een beweeg langs de straten van de duizenacn die gekomen waren met allerlei voertuig naar de Friesche hofdstad, reeds de middag- enel. die Woensdag naar het Noorden trok, verried voor wie eens langs de coupe's trok, cat er iets gaande was. Dat waren de afge vaardigden die naar Leeuwarden trokken om dien avond in huishoudelijke vergade ring allereerst de zaken af te doen. Een communiqué licht onze lezers over het daar verhandelde nader in. Deze bijeenkomst stond onder leiding van den nieuwen Bondsvoorzitter, Dr. K. D ij k, zelf een van Frieslands zonen, die zich de leiding voor het eerst zag toevertrouwd in het land waar eens zijn wieg stondl De Bondsdag werd gehouden ln de Har monie, dePelikaankerk, de Koe pelkerk en de Huizumerkerk en ale gebouwen liepen vol. In de Harmonie vond de hoofdbijeenkomst plaats en daar waren dan ook al de officieele afgevaardig den bijeen. De leden van het bondsbestuur ■waren uiteraard over de vier vergaderplaat sen gedistribueerd. Reeds lang vóór den aanvang der verga dering vulden de gebouwen zich met hel bekende geroezemoes en het geestdriftig gezang, waartoe de resp. organisten als vanzelf de „groeiende Deputatenvergadering aanzetten. Het is de bekende Bondsdag sfeer die haar hoogtepunt bereikt als klok slag half elf de voorzitters met enkele leden van het hoofdbestuur op het podium ver schijnen en het handgeklap opstijgt tot on gekende hoogten. De huishoudelijke zitting Woensdagavond half zeven ving de huis houdelijke vergadering aan. Nadat het Bondsbestuur met applaus Öoor de vergadering was begroet, opende de Bondsvoorzitter, Dr. K. D ij k, van Den Haag, de samenkomst Besloten werd de Bondsdag in 1937 te houden in Middelburg. De jaarverslagen van secretaris en pen ningmeester gaven aanleiding tot het stel len van tal van vragen, die resp. door de heeren J. Wijnbeek van Zwolle en A. van Rijn van Rotterdam werden beantwoord. De heer B. Meilink van Zwolle rappor teerde namens de Commissie van Controle over de administratie van den Bondspen- ningmeester over het afgeloopen boekjaar en adviseerde tot goedkeuring van reke ning en balans en tot décharge van den penningmeester, hetgeen werd goedgevon den. Inzake het verzoek van den ring Botter- 'dam-Noord om te overwegen of het moge lijk zou zijn, dat maatschappelijke onder werpen op de vereenigingen voortaan wor den behandeld aan de hand van de in de laatste jaren verschenen literatuur van Calvinistische zijde, gaf de Voorzitter de toezegging, dat de Methodiek-commissie deze zaak zal overwegen en dat het Bonds bestuur zal trachten aan de wenschen van genoemden ring tegemoet te komen. Een voorstel van de J.V. te Zaandam in zake het stichten van een zomerhuis wordt gezien het prae-advies van het Bondsbe stuur tot onderzoek van deze zaak inge trokken. Een voorstel van den ring Bolsward tol wijziging van het bondsreglement over goedkoope uitgave van bronnen werd ver worpen. Hierna kwamen een drietal rapporten laan de orde en wel over het groole-steden vraagstuk, over de feestelijke vergaderingen en over de houding tegenover lichamelijke oefening en sport. Bij de verdediging van het tweede rap port werd namens het Bestuur mot kracht opgetreden tegen tooneel en samenspraken op de jaarvergaderingen van de aangeslo ten vereenigingen; bij het derde tegen alle sportverheerlijking en sportverdwazing. Ds Van der Vliet keurde bij zijn verdediging van de conclusies van het Bondsbestuur in een enthousiaste en telkens door applaus onderbroken rede scherp af de houding van die Christelijke dagbladen, die dnor het op nemen van lange verslagen deze helaas toenemende sportverdwazing in de hand werken, welke afkeuring door de vergade ring op ondubbelzinnige wijze krachtig werd ondersteund. Nadat gezongen was ,,'k Wil U o God mijn dank betalen", ging de tweede Voor zitter, de heer P. van Nes Czn. in dank gebed voor. DE HOOFDSAMENKOMST In de hoofdsamenkomst, die gehouden werd in „De Harmonie", presideerde de nieuwe Bondsvoorzitter, dr. K Dijk, Geref. predikant te 's Gravenhage-West. Hij opende de bijeenkomst met het staande doen zingen van Ps. 689 en 17, het lezen van Hand. 11—12 en gebed. Hierna hield hij de Openingsrede die tot titel droeg: „Doleeren en Reforme ren". Spr. achtte i t een voorrecht om In Fries lands hoofdstad, ook de hoofdstad van spr. geboorteland, voor het eerst als bondsvoor zitter de Bondsdag te mogen begroeten. Het Ur TL Dijk is in de stad van waaruit 27 Maart 1616 Willem Lodewijk, Uz Heit, aan den weifelenden Maurits in Den Haag deze kloeke woorden schreef: „Door kleinmoe digheid en or verschilligheid in den gods dienst kan Gods toorn komen, wel over den staat als over uw eigen per soon. De religie is 't bloed, ja het het raakt uw hart zelf van dezen staat, eer, als ze wordt verdrukt". In dit fiere woord van Frieslands stadhouder ligt eigen lijk spr.'s program. Onder beding van Gods 5enade en met een open oog voor de eischen van dezen tijd, wil spr. onbewegelijk blij ven in de lijn van zijn voorgangers, wijlen ds. J. E. Vonkenberg en het Tweede Ka merlid, do heer A. Zijlstra. Door het op den voorgrond stellen van de kerngedachten van den strijd, komt spr. als vanzelf tot het onderwerp, dat hij voor zijn openings oord koos. In het gouden gedenkjaar van de Doleantie wil de Geref. Jongelingschap de reformatie van 1SS6 niet stilzwijgend voorbijgaan. Spr. toonde voorts aan, dat de naam Doleantie en Doleeren niet een vin ding is geweest van de mannen van maar dateert uit den strijd en den tijd waarin Uz Heit Maurits herinnerde aan den eed der Oranjes en hem aanspoorde om tegen de tyrannie van regenten en Re monstranten de zuivere religie en haar belijders met open vizier te verdedigen. Want doleeren, klagen is niet jammeren en ach-en-wee roepen zonder meer, maar voor al zich beklagen en wel bij den rechter over aangedaan onrecht, en doleeren is het klagend roepen om recht. Dit essentieele van het klagen is zoo treffend uitgedrukt in de verklaring van Voorthuizen's kerke- aad, opgesteld door wijlen Mr. Dr. Willem v. d. Bergh. Kuypcr heeft eens geestig ge zegd dat „doleeren" niet is „lamenteeren" over verworden toestanden, maar het kla gend roepen en strijden om recht. Spr. wil de dan ook iets zeggen over de heilige drijfveeren van den strijd van '86 en over het beginsel der ware reformatie. Dit be ginsel is de erkenning van Gods souverei- niteit voor heel het leven, en wij bewegen ons in de lijn der ware reformatie, indien we uit die erkentenis leven. Door dat prin cipe wordt ook do Bond beheerscht, die da- leert van de dagen na de Doleantie, toen Vonkenberg en Flipse met genialen greep de J.V. uit den methodistischen tuin over brachten op den calvinistischen kleigrond, waar het graven en spitten, het ploegen en zaaien wel zweetdroppels kost en Jan Salie niet zint. Spr. ziet in de oprichting van den Bond een der kostelijkste vruchten van de Doleantie en op dezen dag gaan zijn ge dachten terug naar Kuyper, de held Gods, Rutgers, den wijzen raadsman, v. d. Bergh, den vurigen bidder, van der Ploos v. Am- stel, den godvruchtigen strijder uit Weit- dr. Lützen Wagenaar, den moedigen dominé van Heeg, den eenvoudigen Haan, den onverzettelijken Sikkel, Fernhout, den reformator van Buitenpost, de vaders, wa- ■n Israël en zijn ruiteren Spr. wil een waarschuwend woord doen hooren nu er een geslacht opkomt dat een herinnering aan de historie vervelend vindt en alleen oor heeft voor den roep van hef heden. In dit verband wees spr. het com munisme, het socialisme en het nationaal- socialisme met nadruk af. Wat de laatste strooming betreft, haar gedoe is zoo onhis torisch mogelijk, haar beginselprogram in wezen Italiaansch haar groet op en top Duitsch, haar zwarte hemd Somalisch, haar manieren verdund Russisch en haar taal dikwijls een Nederlandsch van het filiaal van de bierkaai! Van de echte reformatie blijft men daar vreemd evenals bij de C. D. U. wier A-ertegemvoordiger in het parle ment altijd in gezelschap is van de mannen van Moskou. De geest der eeuw doet ook in den Geref. kring haar invloed gelden in een niet sterk willen trekken van de kerkelijke grenzen en een spelen met het woord oecu menisch. Daartegenover wekt spr. op tot een zich buigen onder de gehoorzaamheid van het Evangelie van Christus. Niet door repristinatie en vertroeteling van het oude, maar door een voortarbeiden in de lijn der vaderen en een bewandelen van den weg der reformatie door Calvijn en Kuyper ge wezen. Houdt het oude beginsel met alle kracht vast, roept spr. zijn jeugdige hoor ders toe. Ook in persoonlijke aanvaarding van het A'erbond Gods en in hartelijke lief de tot Jezus Christus. In heiligen ijver voor de kerk des Heeren en in een nooit opge ven van den strijd in de Doleantie gevoerd, in trouw op politiek en maatschappelijk terrein aan het antirevolutionaire vaandel en in een vasthouden van het beginsel in liet werk van vereeniging en bond. Alleen als de leden der J.V. werken, kan spr. zijn werk doen. In de kracht van den God de.' Verbonds vernieuwen we, zoo besloot spr. onze belofte voor Zijn aangezicht, dat wij de oude banier blijA'en omklemmen, ook al stormt de strijd. Wilt gij dat? Uw en mijn antwoord kan slechts zijn ja, door Christus onzen Koning, ja! Deze openingsrede, meermalen door luid applaus onderbroken, ontlokte aan het eind een stormachtig en langdurig handgeklap. Hierna werd overgegaan tot afdoening van enkele huishoudelijke zaken. Na zijn openingsrede verwelkomde D D ij k onder luiden bijval de heeren M r. J. A. d e W i 1 d e, Minister van Binnenlandsche Zaken, den oud-bondsvoorzitter, den heer A. Zij ls tra, lid der Tweede Kamer eerelid van den Bond; Ds. A. S n ij m a n uit Ventersdorp, namens de Z.-Afrikaansche zusterorganisatie; 'n vertegenwoordiger ven de Geref. Jeugdbeweging in Hongarije; J Westra (R.K.) wethouder van Leeuwarden, vertegenwoordiger van het gemeentebestuur van Leeuwarden; en voorts afgevaardigden van de Raden der Geref. Kerken van Hui- zum en Leeuwarden; de Geref. Meisjeshond: de Chr. Geref. J ngelingsbond; de Calvinis tische Studentenbeweging; het Ned. Werk liedenverbond Patrimonium en de Arja. Telegrafische en schriftelijke gelukwen- ichen waren ingekomen van den Bond van Ned. Herv. J. V. op G. G.; den Geref. Man nenbond; den Ned. Mil. Bond; de West. Duitsche Geref. Jongelingsbond; de J. V. der Oud-Geref. Gem. in Bentheim en Oost-Fries land, alsook een telegram van 20 honds- vrienden, die in het sanatorium „Sonne- vanck" te Harderwijk verpleegd worden. Telegrammen De vergadering verzond onder groote geestdrift telegrammen van hulde en trouw aan H. M. de Koningin en H.K.H. Prinses Juliana. Staande werden twee coupletten van het Wilhelmus gezongen. Ook werden telegrammen gezonden aan den Minister- President Dr. H. Colijn en aan de jubilee- rende Herv. Geref. zusterorganisatie. De Voorzitter deelde mede, dat de beer P. van Nes C n. te Den Haag was herkozen als bondsbestuurslid met 821 stem men en Ds. P. Ch. v. d. Vliet te Utrecht als raadsman met 776 stemmen. Tot lid der financieele commissie was gekozen de heer J. R ij k s e n te Zwolle. De lectuur der jongeren Hierna was het woord aan den heer A. Kuiper van Utrecht, lid van het bonds bestuur, om te refereeren over: „De lectuur der jongeren". (Men zie het verslag van de rede van Ds. S. D. Lankhuyzen, Geref. predikant te Zoutkamp, over ditzelfde onder werp in de Pelikaankerk. Op het referaat van den heer Kuiper volgde eenige discussie, waaraan een twee tal vrienden deelnam. Minister De Wilde spreekt Hierna sprak Minister Mr. J. A. de Wilde de vergadering toe. Hij werd met daverend - applaus begroet 1 Dankend voor de I vriendelijke ont- vangst, richtte spr. een woord van hartelijke ge- lukwensch tot den Bond. De Bond gaat uit van zuivere beginselen, die hij tot gelding bren- gen wil. De Bond staat als een betrouw baar element in de Ned. samen leving. Spr. zegt dat niet om te vleien, maar in oprechte dank baarheid. Zijn verdwijning ware een ramp voor Nederland. Spr. roemde de leiding van bondsbestuur en Jongelingsblad. Ouderen en jongeren hebben in het leven voortdurend leiding noodig. We mogen de traditie niet verachten, Avant dan komen op de revolutionaire lijn. Groen had klare visie op zijn tijd en een prachtige stijl. Spr. herinnerde aan Groens Proeve, waar uit spr. een citaat gaf. De Bond is een werk Gods waar aan velen hun beste krachten gegeven hebben. Het huidige geslacht heeft hier roemruchte traditie en spr. hoopt, dat dit geslacht de traditie zal vasthouden en de Bond nog steviger en beginsel vaster het nageslacht overgeven zal. (Applaus.) De Voorzitter dankte den Minister voor zijn aa-oord en verzekerde de Regeering en het Huis a'an Oranje de onwankelbare trouw van het jonge Calvinisme. (Hernieuw de toejuichingen.) Met het zingen van het eerste couplet van Da Costa's krijgspsalm werd de mor genvergadering gesloten. Minister de Wilde P. van Nes Czn In de Pelikaankerk In de Pelikaankerk stond de Bondsverga dering onder leiding van den vice-voorzitter, den heer P. van Nes Czn., hoofd inspecteur L. O. te 's-Gravenhage. De heer v. Nes opende de verga dering op gebrui kelijke wijze en hield een ope ningsrede, die tot titel droeg: „De trouw der gehoor zaamheid". Spr. wees er op, dat de overwinning van het Hemelvaarts feest het loon der gehoorzaamheid is. Wie hoort maar niet handelt is ongehoorzaam. De gehoorzaamheid die God eischt moet zijn een vrijwillig zich stel len onder de tucht van Gods heilig Woord. Spr. wees in dit verband ook op de verkeer de gehoorzaamheid, zooals die gevonden werd bij Ignatius de Loyola en Rousseau en thans bij de N.S.B. De Gereformeerde vraagt de trouw der gehoorzaamheid omdat die ge hoorzaamheid aan het leven eischen stelt. Dat hebben ook de vaderen der Doleantie verstaan en daardoor kan in de Geref. Ker ken het Koningschap van Christus worden erkend. Spr. spoorde zijq jeugdig gehoor aan om die trouw der gehoorzaamheid steeds te toonen. want daarin alleen ligt de ware kracht om weerstand te bieden aan de macht van het ongeloof. (Applaus.) Hierna kwam aan de orde het door het bondsbestuur voor alle morgenvergaderin gen opgegeven onderwerp: „De lectuur der jongeren." Referent in deze bijeenkomst was Ds. S. D. L a n k hu ij zen, Geref. predi kant te Zoutkamp. Na bespreking van het onderwerp en me- dedeeling van de uitslag der verschillende verkiezingen werd de morgenvergadering gesloten. In de Koepelkerk In de Koepelkerk stond de Bondsvergade ring onder leiding van den Bondspenning- nieester. den heer A. van R ij n Dzn., van Rotterdam-Zuid. Zijn openingswoord droeg tot titel: „In het licht der historie". Het licht der historie, dat op dezen dag valt. aldus spr., is allereerst het feit van Christus hemelvaart. Ook voor ons jonge ren van de twintigste eeuw, heeft dit feit nog dezelfde beteekenis als voor onze vaderen uit de 16de eeuw, die dat in hun Catechismus zoo schoon vertolk ten. Deze belijdenis is alle eeuwen door in de Kerk bewaard. Na ver val kAvam ze doo! reformatie weer op den voorgrond. Zoo ook door de Doleantie, van we dit jaar herdenken, dat ze voor vijftig jaar A. van Rijn D.m plaats vond. De oelijdenis- strijd in het Hervormd Genootschap, onder leiding van G*ocn van Prinsterer en later onder die van dr A. Kuyper, leidde in 1886 tot de Doleantie. Deze reformatie heeft voor ons nog groo'.e beteekenis en legt ons groote verplichtin gen op, nl. om in dezelfde geloofstrouw, als onze vaderen, te strijden voor het zuiver houden van Kerk en belijdenis en ook voor die Kerk ons te offeren, indien dit in de toekomst van ons zou worden gevraagd. (Instemming). Hierna kwam aan de orde het onderwerp „De lectuur der jongeren". Het werd in do: vergadering ingeleid door het bondsbe stuurslid, den heer H A 1 g ra, van Huizum. Na bespreking van het onderwerp ging de vergadering uiteen. In de Huizumerkerk De vierde bijeenkomst vond plaats in de Huizumerkerk en stond onder leiding van het bondsbestuurslid dr C. N. I m p e t a, van Kampen, die tot titel van zijn openings rede gekozen had: ..Menschen Gods". Jongelingen zijn jonge menschen, aldus spr., die nog tot ontplooiing moeten komen en tot ontwikkeling hunner gaven. Dit er kent ook de wereld. Maar de Christen zegt: ze moeten zijn en meer en meer blijken: menschen Gods. Alles is van God, Zijn eigendom. Maar een mensch Gods behoort Hem toe door geloofsgemeenschap. Die heft vele tegenstellingen op, krachtens deze hoo- gere eenheid. Spr. Avekt dan ook op tot geloofsgehoor zaamheid, met name tot trouw in het ver een igingsleA'en. 't Grootste voorrecht brengt de hoogste verantwoordelijkheid mee. Het offer van uzelfl (Applaus). Het onderwerp voor deze morgenvergade ring „De lectuur der jongeren" werd inge leid door het bondsbestuurslid, den heer E. K i e f t. A'an Meppel Men zie het verslag van de samenkomst in de Pelikaankerk. Na eenige bespreking werd de morgenver gadering gesloten. DE MIDDAGVERGADERING In de Harmonie Te 2 uur vingen de middagvergaderingen aan. De Harmonie Avas zoo overvol dat een bijzaal werd in gebruik genomen teneinde allen een plaats te verzekeren. De bondsvoorzitter Dr. K. Dijk opende de bijeenkomst met het doen zingen van Ps. 103 1 en richtte hierna een woord van welkom tot de sprekers. Ook tot de luis teraars in den lande richtte spr. een woord waarbij hij zich speciaal wendde tot de 20 bondsvrienden in Sonne\ranck verpleegd, die hij aller medeleven en gebed verze kerde. Hierna refereerde prof. dr. K. Schilder a'an Kampen, met overweldigend applaur begroet, over: „Band aan de belijdenis". Referaat Prof. Dr. K. Schilder Prof. Schilder ving aan met een histori sche herinnering uit 1892. De band aa belijdenis wordt slapper. Spr. stond stil bij de bezwaren tegen de belijdenis bij tAvee groepen, waarvan de een het spontane op den voorgrond stelt en de ander binding zelfs gevaarlijk acht In dit verband wees spr. ook op het oecumenisch streven. De bezwaren tegen de band aan de belijdenis aa'ortelen in de dialectische iheologie, aan he. streven van h;t oecume nisch Christendom en aan het samentref fen a'an beide groepen in dezen tijd. De dialectische theologie oordeelt dat men niet kan gelooven met steun van de gemeenschap maar dat men persoonlijk verantwoordelijk moet staan. Het protest dezer theologie tegen het zich vasthaken in welken bodem ook, heeft niet nagelaten in druk te maken. Men oordeelt dat de kerk misverstanden prolongeert door een band m de belijdenis te leggen en dat dit stre- ?n ongehoorzaam en onchristelijk is. Men wil slechts onder bepaalde voor waarden respect hebben voor de belijdenis dér kerk en zet de onderscheiden belijde nissen naast elkander op één lijn. De hoedanigheid der belijdenis wordl criterium wat betreft haar vroomheid en haar spanning en de kerk moet onder de stormwind van Gods oordeelen bereid zijn onmiddellijk haar belijdenis los te late i Doet de kerk dat niet, dan wordt zij neo calvinistisch geoordeeld en zegt men dat zij heeft een belijdenis die stil legt. Van d dialectische theologie is voor een band aan de belijdenis niets te wachten. Wat het oecumenisch streven betreft dit oordeelt dat er niet moet zijn de heer schappij van het schijnbaar-christelijke dat in particuliere afgeslotenheid wordt gehou den. maar dat de belijdenis moet oversprin gen als een vonk. Boven het zuivere harl der kerk doet men privileeren het goeda hart van let christendom. Het hart van het christendom, oordeelt men, moet net als het menschelijk hart, zich uitzette i (vermeerder uw kerk) en dan zich weer intrekken (bewaar uav kerk). Waartoe dit 'nseqnent voert toonde spr- vervolgens ader aan. Ho' samentreffen van deze heide stroo mingen in dezen tijd doet komen tot écu solutie: de belijdenis is oud, verouderd, en de verdwijning nabij. Prof. Dr E. Schilder. Deze vergadering zegt tegen dezulken wat de belijdenis beteekent ook 44 jaar na 1S921 Dit geslacht dat vandaag 4 ge bouwen in Leeuwarden vult houdt de band aan de belijdenis vast in bet levend heden. Noch in de bewaring noch in de vermeer dering zullen we nooit de geest tegenover de letter stellen. Daarvoor beware ons God. Verkiezing is bij uitstek persoonlijk i er is niets massaler dan de vergadering door Zijn Woord en Geest. Wij gelooven dat de band aan belijdenis en kerk voor Nederland van machtige be teekenis is geweest en dat het aspect var ons land er zonder dat heel anders zou uitzien. In den band aan God Zelf en onder be ding van Zijn genade willen wij God eeren met, in en door de belijdenis (daverend applaus). Toespraken Namens de Z.-Afrikaansche zusterorgani satie sprak Ds. S n ij m a n een enkel woord in zijn landstaal. Met jalouzie is spr. hier als hij ziet de geweldige voorrechten die Geref. Nederland heeft. Waardeer dat, roept spr. de jongeren toe- Het calvinisme heeft een internationale roeping tot aan de grenzen van Zuid-Afrika. Spr. neemt gaarne de groeten van den bond mede naar zijn moederland (langdurige toejuichingen). Namens de I-Iongajarsche Geref. Jonge lingsbond sprak de heer L. Göbölyös, die gewaagde van de voortgaande actie a'an zijn organisatie. De invloed A'an het Bolsje wisme is sterk in Hongarije- Maar men a-oelt den band des geloofs en ook in Nederland moge men strijden den goeden strijd des geloofs (luide toejuichingen). Staande zong de vergadering hierna het Lutherlied. Met prof. Schilder wisselden 10 vrienden van gedachten. Na repliek van prof. S ch'ilder was het woord aan Ds. N. Buff inga, Geref- predikant te Rotter dam, om de opwekkende rede te houden, getiteld: „Die Zijn verbond en woorden." Opwekkende rede Ds. N. Buffinga Spr. ziet de bondsdagen als een^ bewijs a'an Gods onwankelbare trouw. Niet uit zucht tot machtsontplooiing, maar omdat onze ziel hier wijdt met een verwond'rend oog! In de veelheid der onderdanen is des Konings heerlijkheid. Calvijn heeft uit de goudmijn A'an Gods Woord het Verbond zuiver opgebouwd en in de Geref. Kerken is een krachtig leven uit de VerboncLsleer. Daarom wordt zij rechts en links bestookt. Spr. zette nader uiteen hoe God het verbond met den mensch oprichtte en hoe dat hem tot zegen is vervolgens te wijzen op de droeve gevolgen van de mislukking van dat verbond. Het verbond der genade geeft vele weldaden, waarvan spr. er eenige noemde. Het ver bond geeft een sterke pleitgrond voor het gebed. Ook hier geldt: Noblesse oblige! Adeldom verplicht! Daarom wees spr. met een enkel woord op de verbondsplichten om te besluiten met een klemmende oproep tot zijn jeugdig auditorium om als gehoorzame Verbondskiaderen te wandelen en zich te klemmen aan de vastigheden van dat Ver bond. (Luid aplaus). Dr K. Dijk sprak nog een kort woord van dank, liet zingen twee verzen van Psalm en ging voor in dankgebed. In de Pelikaankerk In de Pelikaankerk trad in ds middag vergadering als referent op Ds. W. van 't Sant, Geref. predikant te 's Gravenhcgc- West, met het onderwerp: „Het snoer der belijdenis". Referaat Ds. W. van 't Sant Ref. ving zijn betoog aan met te wijzen op de beide kerkelijke reformaties der vorige eeuAv, Afscheiding en Doleantie, die hun ge wichtige beteekenis niet het minst gehad hebben in de versterking van het snoer dat de Kerken bond aan de Belijdenisschriften, met name aan de Drie Formulieren van Eenigheid. De Canones kunnen het Credo der Af scheiding genoemd en van de Doleantie kan hetzelfde getuigd. In heel den veelvormigen strijd van 1886 is het gegaan om het snoer der belijdenis. Ook thans poogt men op aller lei Avijze en in menigerlei vorm dat snoer uiteen te rafelen of te verbreken. In dat verband waarschuwde spr. tegen het „Zoek licht-Christendom", waar in waarheid het oude Remonstrantisme in nieuw gewaad wordt binnengeloodst. Daarnaast is de Ox- fordgroep die souvereine minachting kweekt voor binding aan confessie. Het ge denkjaar der Doleantie nu dringt ons op nieuw ons rekenschap te geven waarom de Geref. vaderen in de reformaties van 16e en 17e eeuw, in Afscheiding en Doleantie, met taaie volharding opkwamen voor de belijde nis naar de Schriften. Spr wees met een enkel woord op de beteekenis der Belijdenis schriften. In het bezit der belijdenis ligt een keursteen waaraan waarheid en leugen kunnen getoetst. Zonder twijfel moet de per soonlijke levenshand aan Christus worden gekend en het snoer der belijdenis mag geen uitwendige band wezen Velen vallen tegen woordig gemakkelijk ten prooi aan de ver lokkingen van N.S.B. en C.D.U., aan die van *t Groepsmethodisme en de Zwitsersche school, maar zijn het niet bijna uitsluitend zulken die opgegroeid zijn buiten den vollen Invloed der Geref. jeugdactie, vreemd gebleven aan den rijken inhoud der confessie-erfenis? Daartegenover spoorde spr. de jongeren aan trouw te blijven aan hun taak om den God des Verbonds to leeren belijden in den band aan de belijdenis der Kerk, met een levend geloof en warme liefde, en zich daarin to betoonen kinderen van het edel voorgeslacht, (luide bijval). Na óe bespreking van dit referaat waa het woord aan Dr. Joh. H. S che ur er, van Amersfoort, om de opwekkende rede te houden, die tot titel droeg „Tempelreini- gers". Toespraak Dr. Joh. Scheurer Herinnerend aan een rede van den gouw leider, Dr. Krause, voor S jaar in Duitsch- land voor 20.000 Prot. Duitschers gehouden waarin deze een heldhaftige Christus figuur eischte, wees spr. er op dat het haastige tempo en de vurige tempera tuur van het jonge bloed, velen zien wel eens aan Christus zich doen stootent eooals Hij nu de wereld regeert. De zulken wees spr. op lezus' tempelrelni- Dr Joh. Scheurer ?ing, waarbij velen wel in heilige bewon dering en geestdrift tot hiun Heiland en Heer opzien. Wie echter reinigt moet zelf rein willen zijn en zeer scherp vuil van schoon en leugen van waarheid weten te onderscheiden. Anders AA'ordt hij een bruta beeldenstormer. In het karakter van den bond en de houding der jonge Calvinisten ligt de golfbreker tegen elke revolutionaire strooming. Tempelreinigers zijn zij, die in hun Calvinisme zich meer inhoud willen geven door een scherper onderscheidings- A-ermogen en een diepere doorgronding vatt de wijsheid Gods. Daarom studeert. Tempel reiniging is geen kwestie van graag eens willen hervormen, het is plicht. En zóó! moet spr.'s gehoor de komende generatie zijn van Calvinistisch Nederland. De vice-voorzitter, de heer P. v. Nes Czrr. dankte de sprekers voor hun bezielende woorden en sloot daarna de vergadering met de gebruikelijke plichtplegingen. In de Koepelkerk In de Koepelkerk was in de middagbijeen komst referent Dr. G. Brillenburg Wurth, Geref. predikant te Rotterdam- Zuid, die refereerde over: „Geesteskinderen van Calvijn nu!" Referaat Dr. G. Brillenburg Wurth Dr. Wurth begon met zijn gehoor te her inneren aan het feit dat het 400 jaar gele den is dat Cal- wijn zijn Institu tie in het lichl gaf. Hel spreekt over de vragen ook van dezer» tijd meer actueel dan menig theo logisch werk van 1936. De beteeke nis van Calvijn ligt niet het minst ook hierin dat hij op on overtroffen ma nier het EA-ange- lie van Christus en de belijdenis der kerk gecon fronteerd heeftj met de geestelijke Eewegingen van zijn tijd. Dat is ook de roeping van de huidige Cal vinisten. Spr. zette nu uiteen wat de geesteskinde ren van Calvijn te zetten hebben cenerzijdsf tegenover het getuigenis van de volgelin gen van Frank Buchman. anderzijds tegen over de verkondiging van de aanhangers van Karl Barth, waarbij hij enkele mar kante momenten aanstipte. Daarbij wees hij met name op de verhouding van God en mensch; op de vraag boe of de mensch nader kennis kan verkrijgen van God, do A'erhouding van heiligmaking en rcchtvaar- digmaking en de verhouding van heden en toekomst in het christenleven. Het zien a'an heel het leven vanuit het gezichtspunt van de gloria Dei, de heerlijk heid Gods, die eens in de A'oJIe openbaring» van Zijn koninkrijk aan het licht zal tre den, dat is wat óoor do eeuwen heen aan het Calvinisme dat merkwaardige spraaJc- recht heeft verleend. Dat maakt ook voor Calvijns geesteskinderen hun roeping ia dezen tijd zoo overweldigend schoon. Daar bij willen zij zich bij Barth niet achterstel len in heilige nuchterheid noch bij do Groep-beweging in geloovig vertrouwen. Als de geesteskinderen van Calvijn zóó op trekken en hun roeping verstaan en zichi als militia Christi geven in het zegevieren de leger van den verhoogden Koning des heils, dan zal in de donkere wereld van he den nog dezelfde kracht van het Calvinis me uitgaan als eens in de bange dagen van crisis der 16e eeuw (langdurig applaus). Toespraak Ds. B. A. Bos Nadat gelegenheid gegeven was met den spreker over zijn referaat van gedarh'pn te wisselen, was 't woord aan Ds. B. A Bos. Geref. predikant te Assen, om het opwek kend slotwoord te spreken, waarvoor hij als titel had gekozen: „En het recht overwint". Spr. wees er op dat we le\'en in tijden van geweldige gebeurtenissen, waarop wel licht het nageslacht jaloersch zal zijn. maaf ook niet minder in tijden van ernstige ge- varen, die van alle zijden het leven bedrei gen. In die dagen nu eindigen allerlei pro clamaties en pamfletten die de geesten der menschen beïnvloeden willen met de mode slagzin „En het recht overwint". De Chris ten-jongeling nu zoekt de norm niet in de natuurwet, in het algemeen-, groeps- of persoonlijk belang, maar naar zijn belijdo- is in het recht in het \A"oord van God. Dat houdt in eeuwigheid stand en wie zóó zijn vaandel opheft mag in het geloof zeggen; En het recht overwint! Uit die geloofswaar heid, aldus spr., moeten we leven. Dan worden we door God gemaakt tot helden, Christus is Koning en allen die Hem vol gen, zullen met Hem als koningen heer- schen. Als we dat meenemen ziju we rijk en staan we in de lente van ons leven en toonen ondanks veel desillusies de schoon de lentebloesems. Onder zoo groof« genade vallen we aanbiddend neder en spreken, mogen en moeten spreken: „Enhet Recht overwint!" De bondspenningmeester. de heer A. v. R ij n Dzn. van Rotterdam, die deze verga dering presideerde, richtte een wetord van dank tot. de sprekers, waarna de vergade ring op gebruikelijke wijze gesloten werd. Ut Brillenburg Wurth (Zie vervolg llz. 9]

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1936 | | pagina 10