De Bondsdag van den Ned. Bond van Jongelings-
vereenigingen op Gereformeerden grondslag
VRMDAG 22 MEI 1936
DERDE BLAD PAG 10
Eenige duizenden jonge Calvinisten in
het land van Uz Heit bijeen - Geestdrift
allerwege - Een zestiental sprekers
(Van onzen eigen verslaggever).
Leeuwarden, Hemelvaartsdag.
Na 9 jaar ziet de Oldehove aan haar voet
wederom duizenden jonge Calvinisten bijeen
gestroomo uit alle deelen des lands om
samen hoogtij te vieren en in Bondsverga
dering bijeen te komen. De Ned. Bond van
Jongelingsvereenigingen op Geref. grondslag
heeft dit jaar in Leeuwarden zijn tenten op
geslagen. En dat hebben de Friezen terdege
getoond, te verstaan, want de massale op
komst uit stad en dorp uit het Friesche land
zelf, van Stavoren tot Paesens en Modder
gat is oorzaak geworden, dat men het met
drie gebouwen niet afkon en dus een vierde
moest worden ingericht om zooveel jonge
menschen te ontvangen.
.Maar niet alleen vandaag was het een
beweeg langs de straten van de duizenacn
die gekomen waren met allerlei voertuig
naar de Friesche hofdstad, reeds de middag-
enel. die Woensdag naar het Noorden trok,
verried voor wie eens langs de coupe's trok,
cat er iets gaande was. Dat waren de afge
vaardigden die naar Leeuwarden trokken
om dien avond in huishoudelijke vergade
ring allereerst de zaken af te doen. Een
communiqué licht onze lezers over het daar
verhandelde nader in.
Deze bijeenkomst stond onder leiding van
den nieuwen Bondsvoorzitter, Dr. K. D ij k,
zelf een van Frieslands zonen, die zich de
leiding voor het eerst zag toevertrouwd in
het land waar eens zijn wieg stondl
De Bondsdag werd gehouden ln de Har
monie, dePelikaankerk, de Koe
pelkerk en de Huizumerkerk en
ale gebouwen liepen vol. In de Harmonie
vond de hoofdbijeenkomst plaats en daar
waren dan ook al de officieele afgevaardig
den bijeen. De leden van het bondsbestuur
■waren uiteraard over de vier vergaderplaat
sen gedistribueerd.
Reeds lang vóór den aanvang der verga
dering vulden de gebouwen zich met hel
bekende geroezemoes en het geestdriftig
gezang, waartoe de resp. organisten als
vanzelf de „groeiende Deputatenvergadering
aanzetten. Het is de bekende Bondsdag
sfeer die haar hoogtepunt bereikt als klok
slag half elf de voorzitters met enkele leden
van het hoofdbestuur op het podium ver
schijnen en het handgeklap opstijgt tot on
gekende hoogten.
De huishoudelijke zitting
Woensdagavond half zeven ving de huis
houdelijke vergadering aan.
Nadat het Bondsbestuur met applaus
Öoor de vergadering was begroet, opende
de Bondsvoorzitter, Dr. K. D ij k, van Den
Haag, de samenkomst
Besloten werd de Bondsdag in 1937 te
houden in Middelburg.
De jaarverslagen van secretaris en pen
ningmeester gaven aanleiding tot het stel
len van tal van vragen, die resp. door de
heeren J. Wijnbeek van Zwolle en A. van
Rijn van Rotterdam werden beantwoord.
De heer B. Meilink van Zwolle rappor
teerde namens de Commissie van Controle
over de administratie van den Bondspen-
ningmeester over het afgeloopen boekjaar
en adviseerde tot goedkeuring van reke
ning en balans en tot décharge van den
penningmeester, hetgeen werd goedgevon
den.
Inzake het verzoek van den ring Botter-
'dam-Noord om te overwegen of het moge
lijk zou zijn, dat maatschappelijke onder
werpen op de vereenigingen voortaan wor
den behandeld aan de hand van de in de
laatste jaren verschenen literatuur van
Calvinistische zijde, gaf de Voorzitter de
toezegging, dat de Methodiek-commissie
deze zaak zal overwegen en dat het Bonds
bestuur zal trachten aan de wenschen van
genoemden ring tegemoet te komen.
Een voorstel van de J.V. te Zaandam in
zake het stichten van een zomerhuis wordt
gezien het prae-advies van het Bondsbe
stuur tot onderzoek van deze zaak inge
trokken.
Een voorstel van den ring Bolsward tol
wijziging van het bondsreglement over
goedkoope uitgave van bronnen werd ver
worpen.
Hierna kwamen een drietal rapporten
laan de orde en wel over het groole-steden
vraagstuk, over de feestelijke vergaderingen
en over de houding tegenover lichamelijke
oefening en sport.
Bij de verdediging van het tweede rap
port werd namens het Bestuur mot kracht
opgetreden tegen tooneel en samenspraken
op de jaarvergaderingen van de aangeslo
ten vereenigingen; bij het derde tegen alle
sportverheerlijking en sportverdwazing. Ds
Van der Vliet keurde bij zijn verdediging
van de conclusies van het Bondsbestuur in
een enthousiaste en telkens door applaus
onderbroken rede scherp af de houding van
die Christelijke dagbladen, die dnor het op
nemen van lange verslagen deze helaas
toenemende sportverdwazing in de hand
werken, welke afkeuring door de vergade
ring op ondubbelzinnige wijze krachtig
werd ondersteund.
Nadat gezongen was ,,'k Wil U o God
mijn dank betalen", ging de tweede Voor
zitter, de heer P. van Nes Czn. in dank
gebed voor.
DE HOOFDSAMENKOMST
In de hoofdsamenkomst, die gehouden
werd in „De Harmonie", presideerde de
nieuwe Bondsvoorzitter, dr. K Dijk, Geref.
predikant te 's Gravenhage-West.
Hij opende de bijeenkomst met het
staande doen zingen van Ps. 689 en 17,
het lezen van Hand. 11—12 en gebed.
Hierna hield hij de
Openingsrede
die tot titel droeg: „Doleeren en Reforme
ren".
Spr. achtte i t een voorrecht om In Fries
lands hoofdstad, ook de hoofdstad van spr.
geboorteland, voor het eerst als bondsvoor
zitter de Bondsdag te mogen begroeten. Het
Ur TL Dijk
is in de stad
van waaruit
27 Maart 1616
Willem Lodewijk,
Uz Heit, aan den
weifelenden
Maurits in Den
Haag deze kloeke
woorden schreef:
„Door kleinmoe
digheid en or
verschilligheid
in den gods
dienst kan Gods
toorn komen,
wel over den
staat als over
uw eigen per
soon. De religie
is 't bloed, ja het
het raakt uw
hart zelf van dezen staat,
eer, als ze wordt verdrukt". In dit fiere
woord van Frieslands stadhouder ligt eigen
lijk spr.'s program. Onder beding van Gods
5enade en met een open oog voor de eischen
van dezen tijd, wil spr. onbewegelijk blij
ven in de lijn van zijn voorgangers, wijlen
ds. J. E. Vonkenberg en het Tweede Ka
merlid, do heer A. Zijlstra. Door het op
den voorgrond stellen van de kerngedachten
van den strijd, komt spr. als vanzelf tot
het onderwerp, dat hij voor zijn openings
oord koos. In het gouden gedenkjaar van
de Doleantie wil de Geref. Jongelingschap
de reformatie van 1SS6 niet stilzwijgend
voorbijgaan. Spr. toonde voorts aan, dat de
naam Doleantie en Doleeren niet een vin
ding is geweest van de mannen van
maar dateert uit den strijd en den tijd
waarin Uz Heit Maurits herinnerde aan
den eed der Oranjes en hem aanspoorde
om tegen de tyrannie van regenten en Re
monstranten de zuivere religie en haar
belijders met open vizier te verdedigen.
Want doleeren, klagen is niet jammeren en
ach-en-wee roepen zonder meer, maar voor
al zich beklagen en wel bij den rechter
over aangedaan onrecht, en doleeren is het
klagend roepen om recht. Dit essentieele
van het klagen is zoo treffend uitgedrukt
in de verklaring van Voorthuizen's kerke-
aad, opgesteld door wijlen Mr. Dr. Willem
v. d. Bergh. Kuypcr heeft eens geestig ge
zegd dat „doleeren" niet is „lamenteeren"
over verworden toestanden, maar het kla
gend roepen en strijden om recht. Spr. wil
de dan ook iets zeggen over de heilige
drijfveeren van den strijd van '86 en over
het beginsel der ware reformatie. Dit be
ginsel is de erkenning van Gods souverei-
niteit voor heel het leven, en wij bewegen
ons in de lijn der ware reformatie, indien
we uit die erkentenis leven. Door dat prin
cipe wordt ook do Bond beheerscht, die da-
leert van de dagen na de Doleantie, toen
Vonkenberg en Flipse met genialen greep
de J.V. uit den methodistischen tuin over
brachten op den calvinistischen kleigrond,
waar het graven en spitten, het ploegen en
zaaien wel zweetdroppels kost en Jan Salie
niet zint. Spr. ziet in de oprichting van den
Bond een der kostelijkste vruchten van de
Doleantie en op dezen dag gaan zijn ge
dachten terug naar Kuyper, de held Gods,
Rutgers, den wijzen raadsman, v. d. Bergh,
den vurigen bidder, van der Ploos v. Am-
stel, den godvruchtigen strijder uit Weit-
dr. Lützen Wagenaar, den moedigen
dominé van Heeg, den eenvoudigen Haan,
den onverzettelijken Sikkel, Fernhout, den
reformator van Buitenpost, de vaders, wa-
■n Israël en zijn ruiteren
Spr. wil een waarschuwend woord doen
hooren nu er een geslacht opkomt dat een
herinnering aan de historie vervelend vindt
en alleen oor heeft voor den roep van hef
heden. In dit verband wees spr. het com
munisme, het socialisme en het nationaal-
socialisme met nadruk af. Wat de laatste
strooming betreft, haar gedoe is zoo onhis
torisch mogelijk, haar beginselprogram in
wezen Italiaansch haar groet op en top
Duitsch, haar zwarte hemd Somalisch, haar
manieren verdund Russisch en haar taal
dikwijls een Nederlandsch van het filiaal
van de bierkaai! Van de echte reformatie
blijft men daar vreemd evenals bij de C.
D. U. wier A-ertegemvoordiger in het parle
ment altijd in gezelschap is van de mannen
van Moskou. De geest der eeuw doet ook in
den Geref. kring haar invloed gelden in een
niet sterk willen trekken van de kerkelijke
grenzen en een spelen met het woord oecu
menisch. Daartegenover wekt spr. op tot
een zich buigen onder de gehoorzaamheid
van het Evangelie van Christus. Niet door
repristinatie en vertroeteling van het oude,
maar door een voortarbeiden in de lijn der
vaderen en een bewandelen van den weg
der reformatie door Calvijn en Kuyper ge
wezen. Houdt het oude beginsel met alle
kracht vast, roept spr. zijn jeugdige hoor
ders toe. Ook in persoonlijke aanvaarding
van het A'erbond Gods en in hartelijke lief
de tot Jezus Christus. In heiligen ijver voor
de kerk des Heeren en in een nooit opge
ven van den strijd in de Doleantie gevoerd,
in trouw op politiek en maatschappelijk
terrein aan het antirevolutionaire vaandel
en in een vasthouden van het beginsel in
liet werk van vereeniging en bond. Alleen
als de leden der J.V. werken, kan spr. zijn
werk doen. In de kracht van den God de.'
Verbonds vernieuwen we, zoo besloot spr.
onze belofte voor Zijn aangezicht, dat wij
de oude banier blijA'en omklemmen, ook al
stormt de strijd. Wilt gij dat? Uw en mijn
antwoord kan slechts zijn ja, door Christus
onzen Koning, ja!
Deze openingsrede, meermalen door luid
applaus onderbroken, ontlokte aan het eind
een stormachtig en langdurig handgeklap.
Hierna werd overgegaan tot afdoening
van enkele huishoudelijke zaken.
Na zijn openingsrede verwelkomde D
D ij k onder luiden bijval de heeren M r. J.
A. d e W i 1 d e, Minister van Binnenlandsche
Zaken, den oud-bondsvoorzitter, den heer
A. Zij ls tra, lid der Tweede Kamer
eerelid van den Bond; Ds. A. S n ij m a n
uit Ventersdorp, namens de Z.-Afrikaansche
zusterorganisatie; 'n vertegenwoordiger ven
de Geref. Jeugdbeweging in Hongarije; J
Westra (R.K.) wethouder van Leeuwarden,
vertegenwoordiger van het gemeentebestuur
van Leeuwarden; en voorts afgevaardigden
van de Raden der Geref. Kerken van Hui-
zum en Leeuwarden; de Geref. Meisjeshond:
de Chr. Geref. J ngelingsbond; de Calvinis
tische Studentenbeweging; het Ned. Werk
liedenverbond Patrimonium en de Arja.
Telegrafische en schriftelijke gelukwen-
ichen waren ingekomen van den Bond van
Ned. Herv. J. V. op G. G.; den Geref. Man
nenbond; den Ned. Mil. Bond; de West.
Duitsche Geref. Jongelingsbond; de J. V. der
Oud-Geref. Gem. in Bentheim en Oost-Fries
land, alsook een telegram van 20 honds-
vrienden, die in het sanatorium „Sonne-
vanck" te Harderwijk verpleegd worden.
Telegrammen
De vergadering verzond onder groote
geestdrift telegrammen van hulde en trouw
aan H. M. de Koningin en H.K.H. Prinses
Juliana. Staande werden twee coupletten
van het Wilhelmus gezongen. Ook werden
telegrammen gezonden aan den Minister-
President Dr. H. Colijn en aan de jubilee-
rende Herv. Geref. zusterorganisatie.
De Voorzitter deelde mede, dat de
beer P. van Nes C n. te Den Haag was
herkozen als bondsbestuurslid met 821 stem
men en Ds. P. Ch. v. d. Vliet te Utrecht
als raadsman met 776 stemmen. Tot lid
der financieele commissie was gekozen de
heer J. R ij k s e n te Zwolle.
De lectuur der jongeren
Hierna was het woord aan den heer A.
Kuiper van Utrecht, lid van het bonds
bestuur, om te refereeren over: „De lectuur
der jongeren". (Men zie het verslag van de
rede van Ds. S. D. Lankhuyzen, Geref.
predikant te Zoutkamp, over ditzelfde onder
werp in de Pelikaankerk.
Op het referaat van den heer Kuiper
volgde eenige discussie, waaraan een twee
tal vrienden deelnam.
Minister De Wilde spreekt
Hierna sprak Minister Mr. J. A. de Wilde
de vergadering toe. Hij werd met daverend
- applaus begroet
1 Dankend voor de
I vriendelijke ont-
vangst, richtte
spr. een woord
van hartelijke ge-
lukwensch tot den
Bond.
De Bond gaat
uit van zuivere
beginselen, die hij
tot gelding bren-
gen wil.
De Bond staat
als een betrouw
baar element in
de Ned. samen
leving.
Spr. zegt dat
niet om te vleien, maar in oprechte dank
baarheid. Zijn verdwijning ware een ramp
voor Nederland. Spr. roemde de leiding van
bondsbestuur en Jongelingsblad.
Ouderen en jongeren hebben in het leven
voortdurend leiding noodig. We mogen de
traditie niet verachten, Avant dan komen
op de revolutionaire lijn. Groen had
klare visie op zijn tijd en een prachtige stijl.
Spr. herinnerde aan Groens Proeve, waar
uit spr. een citaat gaf.
De Bond is een werk Gods waar
aan velen hun beste krachten gegeven
hebben. Het huidige geslacht heeft hier
roemruchte traditie en spr. hoopt, dat
dit geslacht de traditie zal vasthouden
en de Bond nog steviger en beginsel
vaster het nageslacht overgeven zal.
(Applaus.)
De Voorzitter dankte den Minister
voor zijn aa-oord en verzekerde de Regeering
en het Huis a'an Oranje de onwankelbare
trouw van het jonge Calvinisme. (Hernieuw
de toejuichingen.)
Met het zingen van het eerste couplet
van Da Costa's krijgspsalm werd de mor
genvergadering gesloten.
Minister de Wilde
P. van Nes Czn
In de Pelikaankerk
In de Pelikaankerk stond de Bondsverga
dering onder leiding van den vice-voorzitter,
den heer P. van
Nes Czn., hoofd
inspecteur L. O. te
's-Gravenhage.
De heer v. Nes
opende de verga
dering op gebrui
kelijke wijze en
hield een ope
ningsrede, die tot
titel droeg: „De
trouw der gehoor
zaamheid". Spr.
wees er op, dat de
overwinning van
het Hemelvaarts
feest het loon der
gehoorzaamheid
is. Wie hoort
maar niet handelt
is ongehoorzaam. De gehoorzaamheid die
God eischt moet zijn een vrijwillig zich stel
len onder de tucht van Gods heilig Woord.
Spr. wees in dit verband ook op de verkeer
de gehoorzaamheid, zooals die gevonden
werd bij Ignatius de Loyola en Rousseau en
thans bij de N.S.B. De Gereformeerde vraagt
de trouw der gehoorzaamheid omdat die ge
hoorzaamheid aan het leven eischen stelt.
Dat hebben ook de vaderen der Doleantie
verstaan en daardoor kan in de Geref. Ker
ken het Koningschap van Christus worden
erkend. Spr. spoorde zijq jeugdig gehoor
aan om die trouw der gehoorzaamheid steeds
te toonen. want daarin alleen ligt de ware
kracht om weerstand te bieden aan de
macht van het ongeloof. (Applaus.)
Hierna kwam aan de orde het door het
bondsbestuur voor alle morgenvergaderin
gen opgegeven onderwerp: „De lectuur der
jongeren." Referent in deze bijeenkomst was
Ds. S. D. L a n k hu ij zen, Geref. predi
kant te Zoutkamp.
Na bespreking van het onderwerp en me-
dedeeling van de uitslag der verschillende
verkiezingen werd de morgenvergadering
gesloten.
In de Koepelkerk
In de Koepelkerk stond de Bondsvergade
ring onder leiding van den Bondspenning-
nieester. den heer A. van R ij n Dzn., van
Rotterdam-Zuid. Zijn openingswoord droeg
tot titel: „In het licht der historie".
Het licht der historie, dat op dezen dag
valt. aldus spr., is allereerst het feit van
Christus hemelvaart. Ook voor ons jonge
ren van de twintigste eeuw, heeft dit
feit nog dezelfde beteekenis als voor
onze vaderen uit
de 16de eeuw,
die dat in hun
Catechismus zoo
schoon vertolk
ten.
Deze belijdenis
is alle eeuwen
door in de Kerk
bewaard. Na ver
val kAvam ze doo!
reformatie weer
op den voorgrond.
Zoo ook door de
Doleantie,
van we dit jaar
herdenken, dat ze
voor vijftig jaar
A. van Rijn D.m plaats vond.
De oelijdenis-
strijd in het Hervormd Genootschap, onder
leiding van G*ocn van Prinsterer en later
onder die van dr A. Kuyper, leidde in 1886
tot de Doleantie.
Deze reformatie heeft voor ons nog groo'.e
beteekenis en legt ons groote verplichtin
gen op, nl. om in dezelfde geloofstrouw, als
onze vaderen, te strijden voor het zuiver
houden van Kerk en belijdenis en ook voor
die Kerk ons te offeren, indien dit in de
toekomst van ons zou worden gevraagd.
(Instemming).
Hierna kwam aan de orde het onderwerp
„De lectuur der jongeren". Het werd in do:
vergadering ingeleid door het bondsbe
stuurslid, den heer H A 1 g ra, van Huizum.
Na bespreking van het onderwerp ging
de vergadering uiteen.
In de Huizumerkerk
De vierde bijeenkomst vond plaats in de
Huizumerkerk en stond onder leiding van
het bondsbestuurslid dr C. N. I m p e t a,
van Kampen, die tot titel van zijn openings
rede gekozen had: ..Menschen Gods".
Jongelingen zijn jonge menschen, aldus
spr., die nog tot ontplooiing moeten komen
en tot ontwikkeling hunner gaven. Dit er
kent ook de wereld. Maar de Christen zegt:
ze moeten zijn en meer en meer blijken:
menschen Gods. Alles is van God, Zijn
eigendom. Maar een mensch Gods behoort
Hem toe door geloofsgemeenschap. Die heft
vele tegenstellingen op, krachtens deze hoo-
gere eenheid.
Spr. Avekt dan ook op tot geloofsgehoor
zaamheid, met name tot trouw in het ver
een igingsleA'en. 't Grootste voorrecht brengt
de hoogste verantwoordelijkheid mee. Het
offer van uzelfl (Applaus).
Het onderwerp voor deze morgenvergade
ring „De lectuur der jongeren" werd inge
leid door het bondsbestuurslid, den heer
E. K i e f t. A'an Meppel Men zie het verslag
van de samenkomst in de Pelikaankerk.
Na eenige bespreking werd de morgenver
gadering gesloten.
DE MIDDAGVERGADERING
In de Harmonie
Te 2 uur vingen de middagvergaderingen
aan. De Harmonie Avas zoo overvol dat een
bijzaal werd in gebruik genomen teneinde
allen een plaats te verzekeren.
De bondsvoorzitter Dr. K. Dijk opende
de bijeenkomst met het doen zingen van
Ps. 103 1 en richtte hierna een woord van
welkom tot de sprekers. Ook tot de luis
teraars in den lande richtte spr. een woord
waarbij hij zich speciaal wendde tot de 20
bondsvrienden in Sonne\ranck verpleegd,
die hij aller medeleven en gebed verze
kerde.
Hierna refereerde prof. dr. K. Schilder
a'an Kampen, met overweldigend applaur
begroet, over: „Band aan de belijdenis".
Referaat Prof. Dr. K. Schilder
Prof. Schilder ving aan met een histori
sche herinnering uit 1892. De band aa
belijdenis wordt slapper.
Spr. stond stil bij de bezwaren tegen de
belijdenis bij tAvee groepen, waarvan de een
het spontane op den voorgrond stelt en de
ander binding zelfs gevaarlijk acht In dit
verband wees spr. ook op het oecumenisch
streven. De bezwaren tegen de band aan
de belijdenis aa'ortelen in de dialectische
iheologie, aan he. streven van h;t oecume
nisch Christendom en aan het samentref
fen a'an beide groepen in dezen tijd.
De dialectische theologie oordeelt dat
men niet kan gelooven met steun van de
gemeenschap maar dat men persoonlijk
verantwoordelijk moet staan. Het protest
dezer theologie tegen het zich vasthaken in
welken bodem ook, heeft niet nagelaten in
druk te maken. Men oordeelt dat de kerk
misverstanden prolongeert door een band
m de belijdenis te leggen en dat dit stre-
?n ongehoorzaam en onchristelijk is.
Men wil slechts onder bepaalde voor
waarden respect hebben voor de belijdenis
dér kerk en zet de onderscheiden belijde
nissen naast elkander op één lijn.
De hoedanigheid der belijdenis wordl
criterium wat betreft haar vroomheid en
haar spanning en de kerk moet onder de
stormwind van Gods oordeelen bereid zijn
onmiddellijk haar belijdenis los te late i
Doet de kerk dat niet, dan wordt zij neo
calvinistisch geoordeeld en zegt men dat
zij heeft een belijdenis die stil legt. Van d
dialectische theologie is voor een band aan
de belijdenis niets te wachten.
Wat het oecumenisch streven betreft
dit oordeelt dat er niet moet zijn de heer
schappij van het schijnbaar-christelijke dat
in particuliere afgeslotenheid wordt gehou
den. maar dat de belijdenis moet oversprin
gen als een vonk. Boven het zuivere harl
der kerk doet men privileeren het goeda
hart van let christendom. Het hart van
het christendom, oordeelt men, moet net
als het menschelijk hart, zich uitzette i
(vermeerder uw kerk) en dan zich weer
intrekken (bewaar uav kerk). Waartoe dit
'nseqnent voert toonde spr- vervolgens
ader aan.
Ho' samentreffen van deze heide stroo
mingen in dezen tijd doet komen tot écu
solutie: de belijdenis is oud, verouderd, en
de verdwijning nabij.
Prof. Dr E. Schilder.
Deze vergadering zegt tegen dezulken
wat de belijdenis beteekent ook 44 jaar
na 1S921 Dit geslacht dat vandaag 4 ge
bouwen in Leeuwarden vult houdt de
band aan de belijdenis vast in bet
levend heden.
Noch in de bewaring noch in de vermeer
dering zullen we nooit de geest tegenover
de letter stellen. Daarvoor beware ons God.
Verkiezing is bij uitstek persoonlijk i
er is niets massaler dan de vergadering
door Zijn Woord en Geest.
Wij gelooven dat de band aan belijdenis
en kerk voor Nederland van machtige be
teekenis is geweest en dat het aspect var
ons land er zonder dat heel anders zou
uitzien.
In den band aan God Zelf en onder be
ding van Zijn genade willen wij God eeren
met, in en door de belijdenis (daverend
applaus).
Toespraken
Namens de Z.-Afrikaansche zusterorgani
satie sprak Ds. S n ij m a n een enkel woord
in zijn landstaal. Met jalouzie is spr. hier
als hij ziet de geweldige voorrechten die
Geref. Nederland heeft. Waardeer dat,
roept spr. de jongeren toe- Het calvinisme
heeft een internationale roeping tot aan de
grenzen van Zuid-Afrika. Spr. neemt gaarne
de groeten van den bond mede naar zijn
moederland (langdurige toejuichingen).
Namens de I-Iongajarsche Geref. Jonge
lingsbond sprak de heer L. Göbölyös,
die gewaagde van de voortgaande actie a'an
zijn organisatie. De invloed A'an het Bolsje
wisme is sterk in Hongarije- Maar men a-oelt
den band des geloofs en ook in Nederland
moge men strijden den goeden strijd des
geloofs (luide toejuichingen).
Staande zong de vergadering hierna het
Lutherlied.
Met prof. Schilder wisselden 10 vrienden
van gedachten. Na repliek van prof.
S ch'ilder was het woord aan Ds. N.
Buff inga, Geref- predikant te Rotter
dam, om de opwekkende rede te houden,
getiteld: „Die Zijn verbond en woorden."
Opwekkende rede Ds. N. Buffinga
Spr. ziet de bondsdagen als een^ bewijs
a'an Gods onwankelbare trouw. Niet uit
zucht tot machtsontplooiing, maar omdat
onze ziel hier wijdt met een verwond'rend
oog! In de veelheid der onderdanen is des
Konings heerlijkheid.
Calvijn heeft uit de goudmijn A'an Gods
Woord het Verbond zuiver opgebouwd en
in de Geref. Kerken is een krachtig leven
uit de VerboncLsleer. Daarom wordt zij
rechts en links bestookt. Spr. zette nader
uiteen hoe God het verbond met den mensch
oprichtte en hoe dat hem tot zegen is
vervolgens te wijzen op de droeve gevolgen
van de mislukking van dat verbond. Het
verbond der genade geeft vele weldaden,
waarvan spr. er eenige noemde. Het ver
bond geeft een sterke pleitgrond voor het
gebed. Ook hier geldt: Noblesse oblige!
Adeldom verplicht! Daarom wees spr. met
een enkel woord op de verbondsplichten om
te besluiten met een klemmende oproep tot
zijn jeugdig auditorium om als gehoorzame
Verbondskiaderen te wandelen en zich te
klemmen aan de vastigheden van dat Ver
bond. (Luid aplaus).
Dr K. Dijk sprak nog een kort woord van
dank, liet zingen twee verzen van Psalm
en ging voor in dankgebed.
In de Pelikaankerk
In de Pelikaankerk trad in ds middag
vergadering als referent op Ds. W. van
't Sant, Geref. predikant te 's Gravenhcgc-
West, met het onderwerp: „Het snoer der
belijdenis".
Referaat Ds. W. van 't Sant
Ref. ving zijn betoog aan met te wijzen op
de beide kerkelijke reformaties der vorige
eeuAv, Afscheiding en Doleantie, die hun ge
wichtige beteekenis niet het minst gehad
hebben in de versterking van het snoer dat
de Kerken bond aan de Belijdenisschriften,
met name aan de Drie Formulieren van
Eenigheid.
De Canones kunnen het Credo der Af
scheiding genoemd en van de Doleantie kan
hetzelfde getuigd. In heel den veelvormigen
strijd van 1886 is het gegaan om het snoer
der belijdenis. Ook thans poogt men op aller
lei Avijze en in menigerlei vorm dat snoer
uiteen te rafelen of te verbreken. In dat
verband waarschuwde spr. tegen het „Zoek
licht-Christendom", waar in waarheid het
oude Remonstrantisme in nieuw gewaad
wordt binnengeloodst. Daarnaast is de Ox-
fordgroep die souvereine minachting
kweekt voor binding aan confessie. Het ge
denkjaar der Doleantie nu dringt ons op
nieuw ons rekenschap te geven waarom de
Geref. vaderen in de reformaties van 16e en
17e eeuw, in Afscheiding en Doleantie, met
taaie volharding opkwamen voor de belijde
nis naar de Schriften. Spr wees met een
enkel woord op de beteekenis der Belijdenis
schriften. In het bezit der belijdenis ligt
een keursteen waaraan waarheid en leugen
kunnen getoetst. Zonder twijfel moet de per
soonlijke levenshand aan Christus worden
gekend en het snoer der belijdenis mag geen
uitwendige band wezen Velen vallen tegen
woordig gemakkelijk ten prooi aan de ver
lokkingen van N.S.B. en C.D.U., aan die van *t
Groepsmethodisme en de Zwitsersche school,
maar zijn het niet bijna uitsluitend zulken
die opgegroeid zijn buiten den vollen Invloed
der Geref. jeugdactie, vreemd gebleven aan
den rijken inhoud der confessie-erfenis?
Daartegenover spoorde spr. de jongeren aan
trouw te blijven aan hun taak om den God
des Verbonds to leeren belijden in den band
aan de belijdenis der Kerk, met een levend
geloof en warme liefde, en zich daarin to
betoonen kinderen van het edel voorgeslacht,
(luide bijval).
Na óe bespreking van dit referaat waa
het woord aan Dr. Joh. H. S che ur er, van
Amersfoort, om de opwekkende rede te
houden, die tot titel droeg „Tempelreini-
gers".
Toespraak Dr. Joh. Scheurer
Herinnerend aan een rede van den gouw
leider, Dr. Krause, voor S jaar in Duitsch-
land voor 20.000 Prot.
Duitschers gehouden
waarin deze een
heldhaftige Christus
figuur eischte, wees
spr. er op dat het
haastige tempo en
de vurige tempera
tuur van het jonge
bloed, velen zien wel
eens aan Christus
zich doen stootent
eooals Hij nu de
wereld regeert. De
zulken wees spr. op
lezus' tempelrelni-
Dr Joh. Scheurer ?ing, waarbij velen
wel in heilige bewon
dering en geestdrift tot hiun Heiland en
Heer opzien. Wie echter reinigt moet zelf
rein willen zijn en zeer scherp vuil van
schoon en leugen van waarheid weten te
onderscheiden. Anders AA'ordt hij een bruta
beeldenstormer. In het karakter van den
bond en de houding der jonge Calvinisten
ligt de golfbreker tegen elke revolutionaire
strooming. Tempelreinigers zijn zij, die in
hun Calvinisme zich meer inhoud willen
geven door een scherper onderscheidings-
A-ermogen en een diepere doorgronding vatt
de wijsheid Gods. Daarom studeert. Tempel
reiniging is geen kwestie van graag eens
willen hervormen, het is plicht. En zóó!
moet spr.'s gehoor de komende generatie
zijn van Calvinistisch Nederland.
De vice-voorzitter, de heer P. v. Nes Czrr.
dankte de sprekers voor hun bezielende
woorden en sloot daarna de vergadering
met de gebruikelijke plichtplegingen.
In de Koepelkerk
In de Koepelkerk was in de middagbijeen
komst referent Dr. G. Brillenburg
Wurth, Geref. predikant te Rotterdam-
Zuid, die refereerde over: „Geesteskinderen
van Calvijn nu!"
Referaat
Dr. G. Brillenburg Wurth
Dr. Wurth begon met zijn gehoor te her
inneren aan het feit dat het 400 jaar gele
den is dat Cal-
wijn zijn Institu
tie in het lichl
gaf. Hel spreekt
over de vragen
ook van dezer»
tijd meer actueel
dan menig theo
logisch werk van
1936. De beteeke
nis van Calvijn
ligt niet het
minst ook hierin
dat hij op on
overtroffen ma
nier het EA-ange-
lie van Christus
en de belijdenis
der kerk gecon
fronteerd heeftj
met de geestelijke Eewegingen van zijn tijd.
Dat is ook de roeping van de huidige Cal
vinisten.
Spr. zette nu uiteen wat de geesteskinde
ren van Calvijn te zetten hebben cenerzijdsf
tegenover het getuigenis van de volgelin
gen van Frank Buchman. anderzijds tegen
over de verkondiging van de aanhangers
van Karl Barth, waarbij hij enkele mar
kante momenten aanstipte. Daarbij wees hij
met name op de verhouding van God en
mensch; op de vraag boe of de mensch
nader kennis kan verkrijgen van God, do
A'erhouding van heiligmaking en rcchtvaar-
digmaking en de verhouding van heden en
toekomst in het christenleven.
Het zien a'an heel het leven vanuit het
gezichtspunt van de gloria Dei, de heerlijk
heid Gods, die eens in de A'oJIe openbaring»
van Zijn koninkrijk aan het licht zal tre
den, dat is wat óoor do eeuwen heen aan
het Calvinisme dat merkwaardige spraaJc-
recht heeft verleend. Dat maakt ook voor
Calvijns geesteskinderen hun roeping ia
dezen tijd zoo overweldigend schoon. Daar
bij willen zij zich bij Barth niet achterstel
len in heilige nuchterheid noch bij do
Groep-beweging in geloovig vertrouwen.
Als de geesteskinderen van Calvijn zóó op
trekken en hun roeping verstaan en zichi
als militia Christi geven in het zegevieren
de leger van den verhoogden Koning des
heils, dan zal in de donkere wereld van he
den nog dezelfde kracht van het Calvinis
me uitgaan als eens in de bange dagen van
crisis der 16e eeuw (langdurig applaus).
Toespraak Ds. B. A. Bos
Nadat gelegenheid gegeven was met den
spreker over zijn referaat van gedarh'pn te
wisselen, was 't woord aan Ds. B. A Bos.
Geref. predikant te Assen, om het opwek
kend slotwoord te spreken, waarvoor hij als
titel had gekozen: „En het recht overwint".
Spr. wees er op dat we le\'en in tijden
van geweldige gebeurtenissen, waarop wel
licht het nageslacht jaloersch zal zijn. maaf
ook niet minder in tijden van ernstige ge-
varen, die van alle zijden het leven bedrei
gen. In die dagen nu eindigen allerlei pro
clamaties en pamfletten die de geesten der
menschen beïnvloeden willen met de mode
slagzin „En het recht overwint". De Chris
ten-jongeling nu zoekt de norm niet in de
natuurwet, in het algemeen-, groeps- of
persoonlijk belang, maar naar zijn belijdo-
is in het recht in het \A"oord van God. Dat
houdt in eeuwigheid stand en wie zóó zijn
vaandel opheft mag in het geloof zeggen;
En het recht overwint! Uit die geloofswaar
heid, aldus spr., moeten we leven. Dan
worden we door God gemaakt tot helden,
Christus is Koning en allen die Hem vol
gen, zullen met Hem als koningen heer-
schen. Als we dat meenemen ziju we rijk
en staan we in de lente van ons leven en
toonen ondanks veel desillusies de schoon
de lentebloesems. Onder zoo groof« genade
vallen we aanbiddend neder en spreken,
mogen en moeten spreken: „Enhet
Recht overwint!"
De bondspenningmeester. de heer A. v.
R ij n Dzn. van Rotterdam, die deze verga
dering presideerde, richtte een wetord van
dank tot. de sprekers, waarna de vergade
ring op gebruikelijke wijze gesloten werd.
Ut Brillenburg Wurth
(Zie vervolg llz. 9]