Q)qn fr ONS LICHAAM Ontspannings Lectuur Gezondheid, Ziekten, Genezing Samengesteld door Dr. K. Pels, Arts te A'dam Uitgave van Erven J. Bijleveld te Utrecht Reeds eenigen tijd geleden is 'dit boek van de pers gekomen, doch ora redenen die noch met de inhoud, noch met de prijs iets te maken hadden, kwam er van publiciteit en dus afname niet veel terecht. Zoo is het thans in andere handen gekomen en we willen hopen, dat het nu wel verkocht zal worden. Want het boek is het waard. De prijs is uiterst laag voor een boek van zoo'n omvang en grootte en niet het minst .van zoo'n inhoud. Niet alleen, dat de samensteller een be kend Amsterdams arts is, doch deze heeft ook de hulp ingeroepen van verschillende specialisten terwijl Prof. Dr. R. P. van C a 1 c a r, te Leiden, nog toezicht uitoefende op de inhoud. Toch moet men geen geleerdheid verwach Hen in den zin van wetenschappelijke ter men en voor een leek onbegrijpbare taal .Wetenschappelijk is het wel, zeer zeker, doch zóó populair geschreven, dat iemand die eenige ontwikkeling heeft opgedaan het volgen kan. Dus echt wat men noemt po- pulair-wetenschappelijk. Dit is een groote verdienste van dit boek. Want op het gebied van wat wij mensch- kunde noemen, bestaat nog wel eenige dom heid, als we het zoo eens mogen noemen. Het valt dus te prijzen, dat Dr. Peis het bestond een populair-wetenschappelijk werk te schrijven over ons lichaam. Hij deed het, op verzoek van de uitgevers zelfs gaarne, naar in de inleiding gezegd wordt, om dat de ondervinding hem dagelijks leert, dat er nogal wanbegrippen onder het groo te publiek bestaan ten opzichte van de me dische wetenschap. De arts staat vaak versteld over het ge brek aan begrip van hygiëne en de hulp loosheid bij plotselinge ongevallen. De wei nige kennis van de leek op het gebied van zwangerschap en alles wat daarmede in verband staat kan onberekenbare, onherstel bare gevolgen hebben wordt zeer terecht op gemerkt. De schrijver heeft de bedoeling gehad om op eenvoudige, duidelijke wijze de leek te leeren hoe de verschillende organen zijn opgebouwd en welke hun taak is Dit ken nende zal naar Dr. Pels veronderstelt de leek de hygiënische adviezen, die met de bouw en verrichting der organen in verband staan beter waardeeren en opvolgen. Dit is zeer terecht. Als men eenigszins begrijpen Ikan waarom de arts bepaalde voorschriften geeft, dan zal men ze met accuratesse uit- .vóeren omdat men b e g r ij p t dat het nut tig is zoo te handelen. Begrijpt men ze niet, dan denkt men allicht: larie, wat die dok- Her zegt en men laat na wat goed is te doen. Dr. Pels is naar het ons voorkomt er in geslaagd om door dit boek de leek veel te Jeeren omtrent zijn lichaam. Elk gebied yan de medische wetenschap waar in de praktijk mee gerekend moet worden, is be- itreden. En aan de hand van een kundige gids is gewezen op alles wat van belang is, zonder dat al te veel in details is ge treden, waardoor voorkomen is dat het al .te geleerd werd. Om het behandelen van de ziekten en 3-aadgevingen tot zijn récht te laten komen is het eerste gedeelte van het boek gewijd aan de bouw van de mensch. Dat begint natuurlijk bij de cel, de opbouw daarvan en de beteekenis, die deze kleine onderdee- len van het lichaam hebben, waar ze b.v. in de chromosomen de dragers zijn der erfc- Bijkheidsfactoren. Na de cellen komen de Weefsels in hun groote verscheidenheid aan de beurt, waarna de verschillende deelen iVan het menschelijk lichaam, uit deze cel len en weefsels opgebouwd, in hun samen stelling en functie ieder voor zich en in yerband met elkander beschouwd worden. Qp deze wijze worden de allereerste be ginselen der anatomie gelegd. We hebben alle achting voor de schrij ver, die het op zoo duidelijke, volledige en toch zoo beknopte wijze klaar speelt de leek eenig inzicht van zichzelf als kunstig orga nisme to geven. Vol eerbied moet men ge raken voor God, die de mensch aldus schiep Zoo wonderlijk, zoo kunstig, zoo gecompli ceerd als geen enkele machine hoe won derlijk,, hoe kunstig, hoe gecompliceerd deze tegenwoordig ook zijn. Voor de laatste staan we vol verbazing stil en noemen het in genieus van den uitvinder, den construc teur zoo iets tot stand te brengen. En ons eigen lichaam, wondervol kunstwerk uit Gods hand voortgekomen, kennen we niet. Dat is een van de (vele) menschelijke dwaasheden. In het tweede hoofdstuk worden bespro ken de oorzaken van d« ziekten voor zoo ver dat voor een leek begrijpbaar is. Na tuurlijk zijn het in de eerste plaats de bac teriën (coccen, bacillen en vibrionen) die besproken worden in hun wezen en wer king. Verder komen aan de beurt van be handeling gestel en aanleg, gifwerking, bv. die van nicotine, morfine, alcohol enz., na tuurkundige factoren, wij zouden ook kun nen zeggen geweldpleging in algemeeno zin enz, Ook.in dit hoofdstuk is het de kenner die doceert. Duidelijk, kort en toch voor een leek, Volledig. Deze twee hoofdstukken beslaan nog niet het derde deel van het groote boek werk. Ruim tweederde wordt ingeruimd voor de vele ziekten, de belangrijkste die in ons land voorkomen Zoowel de wijze van ontstaan als het verloop wordt beschreven. Van de behandeling wordt als voor een leek meestal niet doenlijk, maar weinig gezegl. We moeten zeggen, dat we respect hebben voor dit werk van dr. Pels. Niet het minsi ook daardoor, dat hij kiesche onderwerpen die in een boek als dit natuurlijk meerma len voorkomen, zóó weet te behandelen, dat zonder geheimzinnige taal geen lagere in stincten wakker geroepen worden en het den lezer toch duidelijk wordt. Zoo'n boek behoort in ieder huis* moet ge lezen worden door ieder, die eenige ontwik keling, welke boven het allerlaagste uitgaat heeft opgedaan. Men -zal, als men het heeft gelezén. er nog vaak naar grijpen. De uitgave is mooi. Royaal groot formaat. Keurige band, verduidelijkende platen, tee- keningen en grafieken. En nog een aparte bijlage met gekleurde afbeeldingen. Algemeen aanschaffen van dit werk zal voor ons publiek zeer te loven zijn. Het Evangelie in de wereld van heden, door Ds. J. J.Buskes Jr. H. J. Paris te Amsterdam. Het eerste hoofdstuk van dit hoogst be langrijke boek verklaart den geheelen ver deren inhoud. Ds. Buskes wil ons laten zien de beteeke nis van het Evangelie voor de wereld van den tegenwoordigen tijd. I-Iet Evangelie slaat hoven den tijd, heeft waarde voor alle tijden. „Godsdienst is opium voor het volk", heeft Marx eens gezegd. Maar Ds. Buskes toont ons aan, hoe mannen als Pascal en BI urn- hardt in het verleden en Barth en Kagawa in het heden door hun leven getuigenis heo- ben gegeven, dat het Christendom wat an ders is dan opium. Het verdooft niet, maar leidt tot de meest volle en rijke levensont plooiing. Gods verlossingswerk, ons in het Evangelie geopenbaard, verzoent oe zonde schuld en bekwaamt tot onze levensroeping. OE KLAMGJMSTE P0OD500RZAKEM in 1930 wmm IN 1ÓO-1 OVEHLEPEMEN PER. ioooo wWiefö flgpmfcwp-fMj. yemt.Ctxm. wv. Een vpn 'de illuslralies uil hei boek. Dat Evangelie is van rijke beteekenis voor het persoonlijk, kerkelijk, nationaal, sociaal en politiek leven. Hel geheele boek van Ds. Buskes is één krachtige bazuinstoot, om ons op te wek ken tot een d a a d w e r k e 1 ij k Christen dom, dat echter nooit los gemaakt kan of mag worden van den Christus der Schriften. Daarom dient er in belijden en leven altijd band aan het Woord te zijn. Die band aan het Woord kan ons nimmer in hooghartig-, heid aan de Kerk doen voorbijgaan, zelfs niet, als deze ingezonken is. Wel mag en moet de Kerk luisteren naar de boodschap van geestelijke bewegingen, zooals bv. de Buchmanbcweging in onzen tijd, in zoover deze bewegingen herinneren aan allerlei, dat God in Zijn Woord tot haar zegt en dat zij, n.l. de Kerk, soms niet meer juist verstaat. An&ers verstart en verdort de Kerk. Luiste ren naar de stem dier bewegingen mag ech ter nooit insluiten, dat wij zouden nalaten haar te toetsen aan het geopenbaarde Woord. Op enkele punten kunnen we niet in stemmen met Ds. Buskes. Zijn groote waar deering voor Barth gaat o.i. te ver. wanneer hij diens theologie vrijwel volkomen aan vaardt. En dat hij de uitspraak van Pascal overneemt, dat Jezus in voort durenden doodsstrijd is en wij daarom niet hebben te slapen, doch te waken, onderschrijven we evenmin. Ook het anti-militairisme, dat in Ds. Buskes een ijverig verdediger vindt, kun nen we niet aanvaarden. Wel heeft het onze volle instemming en waardeering, als hij bij alle waardeering voor het goede in de Buchman-beweging, toch erop wijst, dat deze beweging gevaar loopt van de Kerk af te voeren en liet ge loofsleven te vertechniseeren. Deze opmerkingen verhinderen ons ech ter niet het boek van Ds. Buskes ter lezing warm aan te bevelen, omdat het zoo krach tig en vol heiligen ernst erop aandringt, om door een daadwerkelijk Christendom, dat belijden en beleven samenbindt, de kracht van het Evangelie te toonen in de wereld van het heden. Ds II. Bakker De herder en z'n schapen, door Ds H. Bakker, Predikant te Amsterr dam. II. Veenman en Zonen te Wageningen. Ds H. Bakker geeft ons in bovenstaand werk schetsen en beschouwingen uit het pastorale leven. Er behoort inderdaad bij een predikant moed toe, om in een groote stad als Amsterdam het herderlijk werk aan te vat ten. t Schijnt wel bijna een hopeloo- ze taak te zijn. Maar Ds Bak ker heeft zicn i niet laten af schrikken door het groot getal gezinnen, dat aan., zijn ambtelijke! zorg werd loevèr- trouwd.. Hij' heèfti' zelfs tijd gevon den, om een en' ander van zijnl bevindingen bij het huisbezoek ons 'in den vorm van pak kende schetsen mee te deelen. Nu eens maakt hij kennis met spiritisten, die treurende kinderen trachten over te ha len om op de séance te komen, teneinde hun overleden moeder nog eens te ontmoeten. Dan weer komt een oud vrouwtje hem raad plegen. hoe zij aan eenigen financieelen steun kan komen, omdat haar vroegere broodwinning, het kaartleggen, geen bestaan meer oplevert. Maar tegenover dien schaduwkant valt ook een heerlijke lichtzijde op te merken. In dagen van tegenspoed en smart geloofs kracht, geloofsvreugcle en geloofsverwach- ting tot openbaring ie zien komen, geeft den zieleherder dikwijls meer, dan hij onder die omstandigheden kan brengen. Gaarne bevelen we dit boek ter lezing aan. Zijn schetsen zijn interessant om te lezen. Maar wat meer zegt, deze schetsen geven ons meteen een duidelijk bewijs, hoe groot de wisselwerking is tusschen huisbezoek en prediking. Het aangezioht der schapen te kennen geeft een hoogere actualiteit aan de bediening des Woords, dan die van het in de preek ter sprake brengen van een of 'ander schokkend courantenbericht. „Dan ontmoeten", zooals Ds Bakker zoo kern achtig schrijft, „de vragen der menschen èn liet Woord Gods elkaar in zijn ziel en uit dat levend ceutrum zal dan zijn prediking ontspringen als levend getuigenis. Deze pastorale schetsen boeien door hun frisschen, pakkenden dikwijls geestigen stijl, en kunnen ongetwijfeld dienen tot meerijere waardeering van het werk van den predi kant, vooral in een groote stadsgemeente.' Neem en lees. Een handleiding tot liét lezen van de Heilige Schrift, door Dr A. H. E d e 1- k o o r t, Herv. predikant te Am sterdam, R'óam, J. M. Bredce's Uitg. Mij. N.V, 1936. Een eigenaardig boek. Dr. Edelkoort heeft voor 52 weken maal 7 dagen pericopen uit de Bijbel verzameld en zpó geordend, dat zij een chronologische samenvatting geven van len Bijbel-inhoud. Die Schriftgedeel ten worden aan gegeven, voor el- ken dag één, op dat men ze (voor) lezen zal, en ze zijn tevens voor zien van een kor- le, handige toe lichting, die 6—10 regels beslaat. Ongetwijfeld is hiermee een uit nemend werk ver richt, dat naar twee kanten vrucht kan af werpen. Zij, die den Bijbel niet kennen, zullen hem langs dezen weg 1 e e ren kennen, maar clan zoo Dr. Edel koort wijst er met nadruk op dat zij niet een verzameling interessante geschiedenis sen. ook niet een onovertroffen stuk wereld literatuur lezen, doch Gods Woord ver nemen, persoonlijk tot hen gericht. Maar ook voor degenen, die het dage- lijksch verkeer met don Bijbel kennen, kan dil boek van waarde worden. Immers, het leidt hen door heel de Schrift, zoodat ge deelten. die vaak buiten de aandacht, Mij- ven. hun nu ook naderbij gebracht worden. .Wij hopen, dat de schrijver van dit veel A. K. Edclkotr, zoeken en schikken gevergd hebbende boek, de voldoening moge hebben, welke hij er van verwachten mag. Elke poging, om in dezen tijd de volkomen eenige beteekenis van Gods Woord voor het leven van eiken dag te verhelaeren of te verrijken, verdient groolelijk waardeering. Deze poging brengt ons een nieuwe vorm, en wij twijfelen niet, of de gebruiker zal in stijgende mate ervaren, dat Gods Woord niet ledig weder keert, als het in Geestesgemeenschap wordt gelezen. Vaderlandsche Kerkgeschiedenis VADERLANDSCHE KERKGESCHIE DENIS, door Ds G. v. d. ZEE, Ned Herv. Pred. te Vaassen. Deel I. J. H. Kok te Kampen. In het midden der vorige eeuw zijn wel een paar werken verschenen over de ge schiedenis der Chr. Kerk in ons vaderland En zeker mogen die werken nog heden ten dage met eere genoemd worden. Evenwel, de vele en belangrijke dissertaties van de laatste c.ecenniën over détails der Vader landsche Kerkgeschiedenis, zouden ongetwij feld er toe bijdragen, dat een vernieuwde uitgave dier oudere werken tevens in menig opzicht een herziening en omwerking nood zakelijk zou maken. Ds v. d. Zee heeft echter gemeend, en o.i. terecht, dat het beter was, een geheel nieuw boek het licht te c.oen zien, dat het resuliaat van zelfstandig onderzoek is. Zoo heeft hij voort willen bouwen op hei te voren gelegde fundament door oudere be oefenaars der vaderlandsche Kerkgeschieiie- in dit eerste deel wordt door c.en auteur behandeld de geschiedenis vóór de Hervor ming in de zestiende eeuw. Hot 'weede deel zal dan oe historie der Kerk na de Refor matie bevatten. Wij herinneren ons uit onze jeugdjaren, hoe onze leeraar in de Vaderlandsche ge schiedenis ons erop wees, dat rechte be oefening dor historie méér is dan een dorre kroniek van opeenvolgende feiten, omdat al leen het opmerken van de leiding Goc.s in de historie het rechte verband tusschen de elkaar opvolgende feiten doet zien. Van uit dit standpunt bezien, rijst voor ons de waarde van deze populair-weten- schappelijke studie van Ds v. d. Zee. Deze auteur toch is niet enkel een uit nemend historicus in dezen zin, dat hij be langrijke feiten weet te verzamelen uit den schat der historie. Maar hij heeft, zich als hoofddoel gesteld, duidelijk te doen uitko men, dat de Kerk dan alleen kan bloeien, wanneer ze aan niets gebonden is, dan aan het Woord Goos, dat haar fundament en tevens haar richtsnoer is. Inzonderheid voor onze Jeugd- en ma/i- ncnvereenigingen bevelen wij dit werk van Ds v. d. Zee warm aan. Zij vinden in dit werk een rijke bron en betrouwbaren gids. Hoewel van ondergeschikt belang ln een boek over Kerkgeschiedenis, kunnen we toch niet nalaten, erop te wijzen, dat het ons minder juist voorkomt, wat de Schr. ons zegt over de oorsprong de taal der oud ste bewoners van ons land. Wat hij daar over zegt op blz. 8 en 9 is niet geheel Juist. Trouwens, Hofdijk is geen autortieit op het gebied der taalkunde, en in de nieuwere tijd heeft dit terrein van wetenschap zich steeds verder ontwikkeld. Gotisch en Friesch zijn niet op één lijn te stellen; en om te spreken van „de Friesche stam der Angc lep" gaat wel wat al te ver. Héél voorzich tige linguïsten durven op het allerhoogst te spreken^ van de mogelijkheid van een pTal historische Anglo-Friesche eenheid, maar verder gaan zij niet. Betere autoriteiten dan Hofdijk zijn Van Ginueken. Schönfeldt en Franck. Maar deze opmerkingen doen niets af van onze groote waardeering voor dit werk als betrouwbare bron voor de studie van da Vaderlandsche Kerkgeschiedenis. Het verdient zeker aanbeveling, dat, wan neer ook het tweede deel verschenen is. eer» vrij uitgebreid zaak- en naamregister het opzoeken van de behandelde onderwerpen vergemakkelijkt. Hierdoor toch zal dit stan daardwerk nog meer aan zijn bedoeling kunnen beantwoorden. „NAPOLEON III EN BISMARCK", door II. L. VAN OORDT. Uitg. N.V. Stemerding en Co. Rotterdam 1936. 't Tijdperk van Napoleon en Bismarck is, vooral door de ontknooping in den vorm van den Fransch-Duitschen oorlog, van groote beteekenis geweest, ook voor onze eeuw. Het is daarom goed, wanneer over deze periode een studie verschijnt als die van den gewezen luitenant-generaal b. d. H L. v. Oordt, die zich met name verdienste lijk maakte door in dit werk ook de nieuw ste bronnen te betrekken. Met genoegen hebben we van dit geschrift kennis geno men, omdat het geschreven is met scherpe logica, die geen enkel element verwaar loost. Echter komt de helderheid wel eens in gedrang, hetzij door onjuiste woordkeuze, hetzij door onnoódig ingewikkelden zins bouw. Het is bv. minder juist om te spre ken van het „omhelzen" van een leuze (bl.z. 31). Ook is in het verband niet ge heel duidelijk, wat op bl.z. 38 bedoeld wordt met „middelbare" staten". Het is eveneens de vraag of men wel aan een oplossing kan „deelnemen" (bl.z. 59). En wat denkt u van de medcdecling, dat Engeland trachtte „een middel te vinden Oostenrijk te bewegen Venetië af te staan" (bl.z. 85)? Over den opzet hebben we veel lof. De verschillende lijnen worden nauwkeurig in hun historische ontwikkeling geteekend, al mag van een werk van 150 bl.z. uiter aard niet te veel gevraagd. Zoo kon aan Bismarks karaktertrekken wellicht wat meer aandacht zijn besteed. Het geheel ge tuigt echter .\an een degelijk inzicht en rombinatic\ermogcn, dat we het boek. het welk, helaas, niet van enkele drukfouten vrij is, gaarne aan hen, die ecnigermate met de historie op de hoogte zijn, aanbe- SLOEBERKE SLOB Een verhaal uit Vlaanderen. Door W. Laats- man. J. N.'Voorhoeve, Den Haag. Op onderhoudende wijze, in smeuig Vlaamsch. vertelt Laatsman in dit verhaal van den zwaren gang-des Evangelies in het Roomsclie land. Schoenmaker Slob en zijn Bea, Sjefke en Peerke, de Evangelieman en de duivenclub, het zijn even zoovele kleu rige figuren geworden tegen den achter grond van een geestelijk donker land met een leutig volk van weinig kennis, maar in z'n goerlighpid vatbaar voor den ernst van het „Bekeert u"! 'n Boek van Mevrouw Lindbergh OM DE NOORD NAAR HET VERRE OOSTEN, door ANNE MORROW LINDBERGH. Uitg. A. A. M. Stols, Maastricht en Brussel. Met twintig kaarten van Charles A. Lindbergh en een inleiding door A. Viruly. Er is een tijd geweest, nog niet eens zoo lang geleden, dat er jaarlijks meerdere boeken over vliegen en wat daarmede an nex is, verschenen. Nog was het eene niet van de pers, of het andere werd al weer aangekondigd. Door het publiek Werden die boeken grif gekocht en gelezen, al was de literaire waarde dikwijls gering. Wat zijn de boeken van Viruly, die trouwens ook heel mooi waren, niet verslonden! Men kon er eenvoudig niet genoeg van krijgen van de verovering van de lucht te lezen. Zoo ongemerkt is deze geestdrift, wat be koeld èn het is nu al weer eenigen tijd ge leden, dat het laatste boek op luchtvaart gebied verscheen. Te verwonderen valt dat. niet. Het nieuwtje gaat er een beetje af, ieder weet zoo langzamerhand wat er alle maal aan de vliegerij vast zit. Daarom gaat het publiek nu iets anders vragen. De boeken, die lot nu toe verschenen, be handelden alle min of meer de buitenkant van het vlieg wezen. Dat kan op den duur geen voldoening schenken. Men neemt er nu geen genoegen meer mee te vernemen, wat een vliegenier doet als hij in moeilijk heden komt, maar men wil lezen en mee beleven, wat er dan in die vliegenier om gaat: men wil menschen beschreven zien. Boeken, die aHn die eisch voldeden, waren er nog niet. Onze Hollandsche luchtvaart auteurs beroerden deze innerlijke kant slechts zeer oppervlakkig of in het geheel niet. Wel zijn er in het buitenland enkele „luchtvaartromans" verschenen, zooals bij voorbeeld het prachtige boekje van den Franschen piloot De St. Exuperv, dat in hel Hollandsch vertaald werd onder de titel „Nachtvlucht". Een dergelijke roman is voor zoover ons bekend, in Nederland nog niet geschapen. Hier ligt een taak voor de Hollandsche auteurs, een taak, die op vervulling wacht! Voor ons ligt nu een boek van de echt- genoote van kolonel Lindbergh, de man die het eerst over de Oceaan vloog, heel in z'n eentje. Het is onder toezicht van Viruly vertaald in het Hollandsch onder de titel: „Om de Noord naar het verre Oosten". In dit werk geeft de vliegersvrouw haar in drukken van de tocht, die zij met haar man Het boek gaat overigens ver boven z'n soort uit. Teekening en dialoog zijn voor treffelijk, maar ook in de karakterteekening is Laatsman gelukkig geweest. Een in alle opzichten goed boek. DOOR WOLVEN OPGEVOED, door Rudyard Kiplir.g. Bewerkt door Ar thur Tervooren. Amsterdam, J. M. Meulenhoff, tweede druk. Tusschen de afzonderlijke, opzichzelf staande verhalen, die Kipling in zijn Jungle Books heeft gegeven, is de geschiedenis ge weven van Mowgli, het bruine inlandertje, dat door de wolven in hun midden werd opgenomen, toen zijn ouders voor Shere Khan, de tijger, waren gevlucht. De heer Tervooren heeft de door de werken ver spreide stukken van de Mowgli-geschiede- nis verzameld en er een verhaal van gemaakt. ORlfiNTEEREND HANDBOEK OVER DE STAATSINRICHTING VAN NE. DERLAND, door G. H. Mouw. Uitg. .T. B. Wolters' Uitgevers-Mij. N. V. Groningen—Batavia 1936. Een ieder, die met dit handige werk ken- nis maakt, kan wel het succes begrijpen, waardoor nu reeds een vijfde druk nood zakelijk werd. De nieuwe druk bracht naast noodige wijzigingen en aanvullingen ook de Spelling-1934. wellicht minder noodig, als wel begrijpelijk voor een boek, dat op on derwijsinrichtingen wordt gebruikt. Met genoegen boelen we wederom dit heldere, overzichtelijke werk aan. Het is echter on. juist van den schrijver, te doen voorkomen, alsof „De Standaard" het orgaan der Anti- Re\olutionaire partij is (blz. 121). April 1936 VONDELKRONIEK Dr. G. Kazemier opent met een studie over Vondels Lucifer en Luther. Schrij ver beweert, dat er in Vondels voornaams:o drama ..reminiscenties aan onze opstana tegen Spanje te vinden zijn en speciaal aan het optreden van Willem de Zwijger". Wel accepteert dr Kazemier niet de conclusie van Van Lennep en Jonckbloet, dat wij in Lu cifer een politieke allegorie hebben, een meening, die ook de onlangs overleden prof. Prinsen nog huldigde. Dr. Kazemier spant alle kracht in, om aannemelijk te maken, dat Vondel „voor Lucifer zijn menschelijk voorbeeld zocht in een bestrijder van het Katholicisme, waar voor Luther allicht in de eerste plaats in aanmerking kwam". Ons kan deze inlegkunde weinig bekoren. Het heele betoog maakt veel méér de in druk van spitsvondig hineininterpretieren dan van psychologische exegese. Een enkel voorbeeld. Vondel spreekt in Lucifer een paan keer van „Godt en zijnen stoel". Inderdaad is die toevoeging „en zijnen stoel" zonder zin en overboo.ig. 1-Iet is logisch hier een reminiscentie te zien aan de pauselijke stoel. Maar waarom zou deze associatie opgewekt moeten zijn, „door de gedachte aan Luther"? Waarom die omweg? De 'bekende dr. Slerck heeft een onder- maakle van Amerika naar China, via hj hooge Noorden. Het is geen roman, maa toch is het ook heel iets anders dan ec louter beschrijvend boek. Inderdaad vinriei "lier vaak de binnenkapt van de vlie gerij behandeld, heel 'sober en onopgesmukt écht eenvoudig, zooals Lindbergh en ziji •ouw nu eenmaal eenvoudig zijn: Hier n schrijfster aan het woord, die stellij niet de pretentie heeft literaire gave bezitten, maar die blijken geeft van zeer goed ontwikkeld opmerkingsvermogen die bovendien haar gedachten uitstckenj op papier weet te brengen. Zij vertelt de meest interessante dingen die ze onderweg meemaakte, beschrijft d landen en volken, die ze onderweg passeer de en laat 'ze voor ons leven. Ze maak] geen ophef van de moeilijkheden, die zij i haar man onderweg beleefden en toch heb ben ze die ongetwijfeld vele gehad. Men lezef maar eens de boeiende beschrijving van 'tl vliegen in de mist, als ze nergens een gaatje! in de wolken zien, waardoor ze de aarde kunnen bereiken. Dat is werkelijk de moei-[ te waard. Er wordt in dit boek niet eens zoo veef| over vliegen geschreven, maar Anne Mor row Lindbergh heeft zich over de randvanl de cockpit gebogen en de wereld, die snell onder haar vergleed, bekeken met de oogeit van een avialrice, die zoo haar eigen dachten heeft Bij de indrukken, die ie daarover op papier bracht, zijn heel vaak aardige. ori« gineele gedachten en ideeën, die het werke lijk tot een genoegen maken haar boek té lzen. Dil is niet een simpele, dorre reis beschrijving, maar een levendig, geestig boek, waarin de lezer een zeer aparte kijk krijgt op het leven van de menschen daar in het hooge Noorden en het Verre Oosten en op het leven van een vlieger- De heer Viruly schreef in de hem eigen, frissche trant een zeer waardeerende in leiding. zoek ingesteld naar de drukkers-uitgevers van eenige van Vondels werken, nk van A11 a e r-g e h e lm e n i s s e n, Maria S t'u- art. en H e e r 1 y c k h e i t der Kercke, welke vermeld worden als gedrukt te Keu len. Vermoedelijk zijn deze gedichten van Vondel gedrukt door Blaeu te Amsterdam. Het adres van den Keulschen uitgever Ju- docus Calcovius werd opgegeven om geen moeilijkheden met de overheid te krijgen, „als hij óe Amsterdamsche uitgever nL verboden „paepsche" boeken drukte". Vermoed wordt verder, dat bedoelde fami lie Kalcoven of Calcovius van Zuid-N'eder- landsche oorsprong w as of dat misschien do afstammelingen van den Keulschen Juaocus zich in België hebben gevestigd. Prof. Stoett wijst er op. dat Vondels beeld in Joseph in D o t h a n„Het veldt heeft oogen, het geboomte sla dil ga", reeds se dert de Middeleeuwen in verschillende taleA voorkomt. Geciteerd wordt een beschouwing van de „N.R.Ct.", welks correspondent meent, dat Vondel zijn schildering van een „Xoorsche waterval" uit eigen aanschouwing had. waarop prof. Verdenius aantoont, dat het beeld in J e p h t a zijn ooi-sprong niet had in een visueel beeld, maar een 1 i te ra i- re herinnering was aan Vergilius. Prof. Molkenboer keurt het laatste werk van den onlangs op 75-jarigen leeftijd over leden kenner onzer Goucien Eeuw Dr. P. Leendertz. Het ligt voor de hand, dat Mol kenboer het humanistisch-liberalistiscri standpunt van den auteur scherp veroor deelt. Molkenboer acht het verder „ten hoogste twijfelachtig, dat de verwijdering tusschen Hooft en Vondel geen direct ge volg van Vondels overgang geweest zou Ondanks zijn bezwaren tegen vele van Leendertz" stellingen, waardeert de redac teur dei- Vondelkroniek dr. Leendertz' arbeid voor Vondel, Hooft Maerlaent en de Geuzenliederen zeer: „Een voor de navor- sching van onze twee grootste 17e eeuwsehe dichters verdienstelijk en vruchtbaai- leven is door zijn dood beëindigd". Molkenboer looft het boek van Horst Ger- son over Philips Koninck, den Amsterdam- schen schilder uit de dagen van Vondel en Rembrandt. Hij stelt de vraag of verschil lende van Koninek's doeken (betrekking hebbende bv. op Joseph, Salomo, Adam en Eva, Noach) niet door de treurspelen „van den bewonderden Vondel zijn uitgelokt of beïnvloed". In het verdere der aflevering nog allerlei citaten en wetenswaardigheden, op Vonael en Vondelstudie betrekking hebbende. Ontvangen Boeken Van de Klein® Bijbelsche Geschiedenis, verhaal door J. C. de Koning, is bij H. J. Spruvt te Amsterdam de vierde druk verschenen. Wijzigingen zijn er niet in aan gebracht: wel zijn een aantal overbodige let ters geschrapt, omdat de „nieuwe" spelling is toegepast, maar dit 'beteekent voor ae in houd natuurlijk niet de minste verandering. Gaarne bevelen we dit werk ook in de vier de druk aan. De heer W. Prins, leeraar ln de Fran- sche taal te Leiden heeft eveneens bij de firma H. J. Spruyt te Amsterdam uitge geven „Nouveau cahier de Verbes", dat erg practisch lijkt voor leerlingen die zich in ae ingewikkelde historie \an de Fransche werkwoorden degelijk in willen werken. „Grundriss der Deutsche Sprache" zu „Frölich Deulsch", Teil 2—4, van de hand van F. Kuhlman n en G. V e 11 verscheen bij W. Versluys te A'dam, in een vierde druk. In dit werkje wordt de stof overzichte lijk voorgesteld.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1936 | | pagina 10