INZEEP... Met de Ambulance in Abessynië DAGERAAD WOENSDAG 13 MEI 1936 DERDE BLAD PAG. 9 VLIEGTUIGEN BRENGEN ANGST EN ONTZETTING TE WEEG Rookwolken van onschuldig karakter Geen gifgas maar de Italiaansche driekleur Een pokkenepidemie bezworen DESSIE, 5 April 1936 Maandagmorgen. 30 Meart in de vroegte begonnen onze Fordmotoren te ronken. Er werd haastig ingeladen, handen werden gedrukt en afscheid genomen. Voor de tweede maal ver trok een onzer chirurgen, Dr v. d. Does, die zijn reis oaar het vaderland aanving, tot Addis Abeba uitgeleide gedaan door Ir. de Vries, die daar nog enkele zaken had te regelen en Dr Veeneklaas die berooid en beroofd als hij van alles was, naar de hoofd- stad moest, teneinde zijn garderobe aan te vullen. liet w-as bitter koud en huiverend liepen wij in onze dekens gehuld rond, om de vertrek kenden zoo lang mogelijk na te zien. Nauwelijks waren ze uit het gezicht ver dwenen en wilden we ons nog enkele oógenblikkcn in onze tent terugtrekken, of we werden opgeschrikt duor ecnige kanon schoten, die te kennen gaven dat er vlieg tuigen in aantocht waren. Weinige minuten later zagen we drie stippen aan den hemel opdoemen en repten wij ons zoo hard we konden naar onze bomvrije schuilplaatsen. Gelukkig verliep dit bezoek in het vroege ochtenduur zonder incidenten, doch het gebeurde hield voor ons'deze waarschuwing in, dat we ook in de vroegte vliegtuigen konden verwachten. Als er vliegtuigen in aantocht zijn, schreeuwen onze boys „Mata, mata" en heerscht er in een ommezien de grootste onrust in het kamp. Het hospitaal levert dan een troostelooze aanblik. De zwaar ge wonde patiënten, als ze zich nog maar even kunnen bewegen, trachten te vluch ten naar een van onze schuilplaatsen die veel patiënten kunnen bergen. Oud en jong, verminkt of ziek probeert zoo vlug mogelijk die plaats te bereiken waar men zich veilig voelt.. Zélfs geamputeerden komen weg, op welke manier is dikwijls een raadsel. Weinig hulpbetoon Iïet is mij opgevallen dat men elkaar onderling in deze dingen zoo weinig helpt. Slechts enkelen zijn er die er toe komen anderen de behulpzame hand te bieden. Het grootste gedeelte van onze patiënten is zoo vervuld van eigen lijfsbehoud dat men aan den ander niet denkt. Die vlucht van gewonden en verminkten bij de nadering van vliegtuigen biedt een hopelooze aanblik. Het Roode Kruis biedt hun geen bescherming. Niettegenstaande onze ambulance tot nu toe gespaard bleef, neemt bij 't hooren van motorgezoem in de lucht de onrust telkens opnieuw toe. De menschen zijn er niet toe te krijgen rustig af te wachten. Ze blijven waakzaam, en als ze de kans krijgen, gaan ze er van door. .We besloten yoorloopig *s morgens niet Een van onze toys aan cLe wasch. De heer P. v. d. Honing ver volgt zijn brieven over de weder waardigheden van de ambulance in Abessinië. Hiernevens ver haalt hij van de moeilijke om standigheden, waaronder de am bulance te Dessié werkte. In de volgende brief zal hij 'n boeiend relaas geven van de chaotische verwarringdie er heerschte in de laatste dagen voor den val van Dessié. op zaal af van het humeur der patiënten. Dat wisselt nocr al eens. Een ontevreden natuur veroorzaakt soms veel strubbeling, doch over 't algemeen zijn de menschen dankbaar voor de behandeling. Dit neemt niet weg dat later in Dessié de vreemdste dingen van ons worden verteld. P. v. d. HONING (Nadruk verboden) meer te opcreeren, omdat het nu al eenige malen was voorgekomen dat we met een operatie bezig waren, wanneer een of meer vliegtuigen overkwamen. Vooral dit laatste was voor ons een zeer onaangename sen satie. We zijn deze week geen dag zonder liegtuigbezoek gebleven. Nu eens waren het er drie, dan weer zes, doch steeds brach ten de vliegende monsters groote onrust met zich mee. Onschuldige rookwolken Woensdag veroorzaakten ze onder de be volking een paniek, doordat drie vliegtui gen ieder een groote wolk uitbliezen. Aan vankelijk had het goedje veel weg van gas. Vol ontzetting werd dit door de bevolking gadegeslagen. Men wapende er zich tegen door doeken voor den neus te houden. An deren liepen met beide handen voor ht gelaat vol angst heen en weer. Spoedig bleek evenwél dat de drie rookwolken de kleuren der Italiaan sche vlag vormden. Het was een mooi schouwspel. Verder kwamen in den loop der week 'crscheidene dysenterie-gevallen voor, waar an twee, mede door zeer ernstige verwon dingen, met doodelijken afloop. Infectie ziekten brengen, door de onhygiënische toe standen onder de bevolking, groot infectie gevaar met zich mee. Reinheid voor zichzelf is ook ons inlandsch personeel bijna niet hij te brengen. Orde en regelmaat is van hen niet te verwachten. Met groote moeitt leeren ze eindelijk hoe het moet en dan gaat het goed zoolang men ze niet uit het oog verliest. Eenmaal zelfstandig aan 't werk, begint echter het geknoei van voren af aan en er is niet het minste inzicht in de eenvoudigste dingen. Neemt men meer erklustigen in diertst dan zou men ver wachten dat er meer arbeid verricht werd, doch het tegendeel is juist. Verdubbeling van arbeidskracht geeft hier heel weinig aan arbeidsvermogen. Een oploopjo Vrijdagmorgen vroeg ontstond voor de tent van Dr Belmonte een oploopje. Spoe dig bleek dat er een rechtszitting geëischt werd. Zes verplegers klaagden elkaar we derzijds aan dat ze ingera en watt, de hoofdschotel der patiënten, stalen. De een wees den ander aan als den dief. Hierdoor werd de zaak zeer verward want er waren zes beklaagden en evenveel aanklagers. We hebben hieruit de conclusie getrokken, dat wellicht allen gestolen hadden. We hebben hun dat aan het verstand gebracht, waarmee de zaak eindigde. De menschen zelve waren het er nog lang niet mee eens, want het verdere van den dag stonden tel kens kleine groepjes, hefig gesticuleerend en hevig schreeuwend, de kwestie te be spreken. Pokkengevaarl Nog een moeilijkheid deed zich in het kamp voor. Door dr. Lampe werd Vrijdag morgen de ontdekking gedaan, dat een pa tient van het laatste transport pokpuisten had. Direct moesten de noodige maatrege len genomen worden om uitbreiding van deze zoozeer gevreesde en infecteuze ziekte tegen te gaan. Van het personeel bleek nie mand ooit pokken gehad te hebben of inge ënt te zijn. Direct toog dr. Winckel op weg om in het Makonnen Hospitaal koepokstof te gaan halen. Bij zijn terugkomst werd het personeel, al de patiënten en de gezinnen uit de bevolking ingeënt. Velen maakten van deze gelegenheid gebruik. Vaders met vrouwen cn kinderen stonden Zaterdagmorgen in de rij hun beurt af te wachten. Eén gezin was er bij, dat bestond uit vader, drie moeders en acht kinderen. (Een bijzonderheid die natuurlijk op de ge voelige plaat werd vastgelegd). Het yerbin- den der gewonden blijft overigens nog steeds de meeste tijd en zorg vragen. Het grootste deel der verwondingen is ontzet tend verwaarloosd en daardoor een bron van infectie met tal van complicaties. Evenals in Holland hangt de stemming LAND- EN TUINBOUW Proeftuin Z.-H. Glasdistrict In het jaarverslag van den Proeftuin Z.H. Glasdistrict, geveetigd te Naaldwyk, wordt medegedeeld dat in het afgeloopen jaar een groote bloei en vooruitgang van de vereeni- g:ng valt te constateeren, waaruit blijkt, dat de kweeker het nut van den tuin beter gaat inzien en mede wil profiteeren van cfe voor deden welke hem en den landbouw in het al gemeen, ten goede kunnen komen. Door het drukke bezoek moesten de spreek- •en welke de Consulent op den Proeftuin houdt, met vier uur per week worden ver lengd. I>e proeftuin blijkt ook hier weer on misbaar te zijn, omdat hij den consulent ge legenheid geeft nieuwe ideeën en vindingen practisch te toetsen. Een groot aantal waarschuwingen tegen be paalde ziekten in de gewaseen zijn in het af geloopen jaar door den proeftuin uitgegeven. Op verzoek van tuinders-leden werd spe ciaal bestreden het spint en de witte vlieg, die veel schade veroorzaken. Veel succes wordt ook verkregen door het grondonderzoek dat ten behoeve van de kweekers wordt toegepast. Op 33 pi aa toen van het district werd regel matig het zoutgehalte van het boezemwater onderzocht. het succes met de champignoncultuur, deed zich direct de groote behoefte gevoelen aan het champignon-broed, in Engeland ver kocht onder den naam „Spewn" en door den tuinder wel eens „paddenstoelenzaad" ge noemd, hetgeen ten onrechte plaats heeft, daar het een schimmel is. Moest tot op heden het broed uit het buiten land komen, aan Ir. Gerritsen op het labora torium van den Proeftuin is het gelukt uit de mooiste hoeden het broed te kweeken. We kun nen dus selecteeren en met het buitenland jveren. De proeven met het champignon teelt zijn uitstekend geslaagd. Het ledental der vereeniging is in het af geloopen jaar met 690 gestegen, dank zij voor al het werk van den directeur, Ir. Riemens, die talrijke lezingen hield, en voor wiens uit stekenden arbeid in het verslag dank wordt gebracht. Het ledental bedraagt thans 3034. Het financieel verslag geeft voor de i meene exploitatiekosten een uitgaaf f 25.733.32, waardoor een nadeelig saldo f 181.64 is ontstaan. Spekexport door de V eehouderij -centrale De vereeniging van Nederlandsche Expor teurs van vleesch en vleeschproducten hield dezer dagen te Den Haag haar jaarlijksche algemeene vergadering. Op deze vergadering werd een motie aangenomen, waarin de leden der groep „spek" er hun teleurstelling over uitspreken, dat de Nederlandsche Veecentrale steeds meer er toe overgaat, rechtstreeks^ met uitschakeling van de erkende porteurs, transacties te sluiten betreffende de levering van spek naar verschillende landen, waar die exporteurs met groote moeite kosten een afzetgebied veroverd hebben. Zij besluiten, bij den Minister van Land bouw er op aan te dringen, hieraan paal perk te stellen, derhalve de bemoeiingen van de Nederlandsche Veehouderijcentrale te beper ken tot zuiver administratieve en controlee- rende en in het vervolg den exporteurs van spek die plaats toe te kennen, welke hun als zoodanig toekomt. Blikvleeschverschaffing De Vereeniging van Nederlandsche expor teurs van vleesch en vleeschproducten heeft den Minister van Sociale Zaken een gram doen toekomen, waarin de vereeni ging er haar leedwezen over uitspreekt, zooals: Hoofdpijn, Migraine, Kies pijn, Zenuwpijnen, Rheumatische pijnen, Spit, verdwijnen in tien mi nuten door de verrassende werking van de Nederlandsche Pijnstillers Koker ra»; 12 stuks 52 ct. Zakdoosje, 3 stuks 20 et, Het schoonheidsgeheim der eeuwen, aan U geopenbaard om U mooier en jeugdiger te maken. Olijfolie! Verzachtend, verjongend, niet- irriteerend. Dokters gebruiken ze voor pasgeborenen; reeds Cleopatra kende haar waarde als schoonheidsmiddel. En thans raden meer dan 20.000 schoon heidsspecialisten het gebruik aan van Palmolive, de olijfolie-zeep. Palmolive wordt gemaakt volgens een geheim recept, en is even verzachtend als doeltreffend. Bij haar bereiding wordt een groote hoeveelheid olijfolie gebruikt: de olie die op lichaamstemperatuur „smelt", de poriën zachtjes binnendringt en deze zonder irritatie grondig reinigt. Wilt U natuurlijke charme bezitten, een teint die ieder bewondert? Volg dan de Palmolive methode: masseer dage lijks gezicht, hals en schouders met het overvloedige Palmolive schuim. Laat het diep doordringen: zóó worden Uw poriën grondig gereinigd. Spoel af met warm, dan met koud water. Reeds bin nen enkele weken bemerkt U de resul taten frissche charme een jeugdige huid de gezonde „Palmolive" teint, die Uw levensvreugde verhoogt. Gebruik voor een dagelijksch voetbad ook Palmolive - de kosten zijn zoo gering en Uw voeten blijven in goede conditie. dat de regeling omtrent de verschaffing van ingeblikt vleesch aan werkloozen, is ge maakt zonder de georganiseerde vleesch- warenfabrikanten hierin te kennen en pro testeert er verder tegen, dat de opdracht slechts aan een leverancier is verstrekt. WETENSCHAP Folkloristisch museum te Lievelde Zaterdagmidag vond in tegenwoordigheid van tal van autoriteiten de opefilng van de Oud-Saksische boerderij „Het Erve Kots" te Lievelde plaats. De groote boerderij met een wei- en bouwlandencomplex van ettelijke bunders is meer dan 400 jaar oud en heette in den volksmond vroeger „Het Klein Aovink". Na het overlijden van den vorigen eigenaar den heer H. E. Kots, ging zij in eigendom over aan den landbouwer B. A. Weenink, die haar thans als museum heeft ingericht. Nadat zich alle genoodigden bij het oude schaapsschot hadden verzameld heette de heer Weenink allen welkom, waarna bur gemeester A. J. van de Laar van Lichten voorde de openingsplechtigheid verrichtte. In een korte rede herinnerde de burgemees ter aan de opgravingen die onder leiding van dr. Bursch door den rijksopsporingsdienst op de gronden van „Het Erve Kots" reeds zijn gedaan en binnenkort voortgezet wor den; ook roemde hij het initiatief door den eigenaar aan den dag gelegd, en sprak den wensch uit dat dit folkloristisch museum in alle opzichten aan het gestelde doel mag be antwoorden. Daarna werd een rondgang door de boerderij gemaakt. Het museum bevat voorwerpen, die blijkens mededeelingen van deskundigen in geen enkel museum hier te lande te vinden zijn, o.a. een tweetal halssnoe ren gevonden in een Frankischen grafheuvel, welke op de gronden van het Erve ligt. De vijf vertrekken van de boerderij zijn geheel voor de plaatsing der diverse historische voorwer pen benut. Gebinten en sporen der boerderij rijn alle van eikenhout. Voorts is aanwezig een zeer oude kelder met kruisgewelf. Het oorspronkelijke plan van den eigenaar was, de boerderij te verhuren, doch toen men tot de ontdekking kwam dat èn boerderij èn grondencomplex zeer merkwaardige bijzon derheden verborgen hielden, werd dit voor nemen overboord gezet en rijpte de idee: stichting van een museum, hetgeen nu wer kelijkheid is geworden. De openingsdag mocht zich reeds in een druk bezoek verheugen. Nadat alle bezoe- :ers en genoodigden een kijkje hadden ge- ïomen werd de thee aangeboden, waarbij „boerendeerns" in typisch ouderwetsche klee der dracht als „schenksters" fungeerden; boer Weenink getooid met een hoogen zijden „Kips" zooals men in vroeger jaren placht te doen, leidde zijn gasten rond. Het geheel werd opgeluisterd door muziek. UIT HET SOCIALE LEVEN Christendom In het Al gr.Weekblad voor ChrLstendom Cultuur lezen we in de rubriek „Oog en Oc hctvolgende t gevoe Ik he woede in de oogen DONDERDAG 14 MEI HILVERSUM 1 1875 M. 8.00—9.15 KRO. 10.00 NCRV. 11.00 KRO. 3.00 NCRV. 8.00 9.15 en 10.00 Gram.pl. 10 15 Morgendienst door Ds. G. fJ b b i n k, Gerei. Pred. (HV) te Utrecht en Tienhover. 11.30—12.00 Godsd. Halfuur. 12.15 KRO-orkest. 2.15 KRO-Boys. 3.00—3.45 Orgelspel. 4.00 Bij bellezing. 5.00 Handenarbeid v. d. jeugd, 5.30 Piano-recital. 6.30 Leger des Heils- causerie. 7.00 Berichten. 7.15 Reportage, 7.30 Cursus psychologie. 8.00 Berichten. 8.15 Gevar. koor- en orkestconcert. 9.05 Causerie „De crisis en wij". 9.35 Koor- en orkestconcert. HILVERSUM H 301 M. AVRO-Uitzendinr- Gram.pl. 10.00 Morgenwijding. 10.30 Viool en piano. 11.00 Knipcursus. 11.30 Trio. 12.15 Omroeporkest. 2.15 Declama tie, zang en piano. 3.00 Aeolian-orkest. 4.00 Voor de zieken. 5.00 Voor de meisjes. 5.15 Bezoek van Orkestralië. 7.00 Voor de kinderen. 7.05 Pianoduetten. 7.30 Engel- sche les. 8.00 Berichten. Gram.pl. 8.15 Concertgebouworkest. 9.30 Gram.pl. 9.40 Modepraatje voor heeren. 10.00 Omroep orkest. DROITWICH 1500 M. 10.25—10.50 Orgelspel, 12.35—1.20 Yascha Kreins Zigeuner orkest. 3.10 Causerie over Arbeidsbemid deling. 4.05 Het Harp-Trio. 4.35 Populair concert. 5.50 Cembalo-recital. 8.10 Dis cussie „The Means Test". 9.20 Kerkdienst, 9.40 Piano-recital. RADIO PARIS 1648 M. 8.50 Orgelconcert, 10.20 Orkestconcert. 3.20 Symphonieoon- cert. 7.20 Zang en piano. 8.05 Nat. orkest, Raugelkoor en solisten. KEULEN 456 M. 11.20 Orkestconcert. 1.3S Gevar. concert 4.10 Omroepkoor. 5.20 Omroeporkest. 6.10 Operette-uitzending, 7.30 Weragkamerorkest. BRUSSEL 322 en 484 M. 322 M.: 11.50 Sa lon-orkest. 4.20 Concert. 7.30 Omroep- 484 M.: 11.50 Licht-orkest 12.50—1.20 Gram.pl. 4.20 Salon-orkest. 7.20 Sympho- nieconcert. -treft Is niet het feit dat hij arm Is, Maar Het ellendige gevoel dat de anderen met al hun goede bedoelingen minzaam of neer buigend naar Je kijken. Het christendom stelt ons heel andere eischen dan liefdadigheid be trachten of regelmatig je gave op het altaar offeren. Ik zag dat plotseling heel duidelijk, toen Ik In een krant een verslag las van eea onderhoud, dat Iemand met de directeuren van de jubileerende firma Verkade heeft gehad. Het gesprek liep over de samenwerking met de arbeiders en één der directeuren zeide: Slechts eenmaal heeft bij ons een staking ge dreigd: dat was In den roerigen tijd na den oorlog. Wij gaven toe, om erger te voorkomen, maar 11c ging zeer gedeprimeerd kort daarop naar Amerika, als werkgevers-gedelegeerde naar de eerste arb-ldsconferentle van den Vol kenbond. Daar heb ik allermerkwaardigste voorbeelden gezien van bedrijven, die In den goeden geest werkten. En gemerkt, dat ik bij* al mijn goede bedoelingen moest herzien mijn nood bij siij zelf weer ik! 1 bij een collega, wiens bedrijf Ik zeer de. Toen zed hij: „Geef mil eens zonder antwoord op de vraag: Houd Je Wn je mensonen?" Ik aarzelde natuurlijk toch even. waarop bij onmiddellijk Inviel „Neen. zeg maar niets meer. het is al mis. Als ik je dezelfde vraag gesteld had over Je vrouw en kinderen had je niet geaarzeld!' Toen heb ik begrepen, waar bij mij de fout zat- Goddank, dat er mensohen zijn. die dit zeggen durven. Want het MIJNHEER PIMPELMANS GAAT „EN PENSION" 35. Nu, het verhoor hielp in elk geval den1 tijd wat passeeren. En toen eindelijk de derde trein arriveerde, kon mijnheer Pimpel mans met al z'n medereizigers met 'n zucht van verlichting instappen. In de coupé ge komen. kostte het den armen man echter heel wat zweetdroppels, om den zwaren koffer in het netje te krijgen. 36. De koffer was veel te breed; hij staik veel te ver buiten 't netje uit En toen de trein halverwege tusschen Mietjesdorp en Pieternellagast, een schok kreeg, tuimelde de koffer omlaag en kwam open en wel over de hoofden van mijnheer Knevel en juffrouw De Buf te hangen. En toen Wordt Vrijdag vervolgd) door H. KINGMANS Met grooten schrik was Munco Ketel bevangen, toen, geheel Onverwachts, de leider van het kleine reisgezelschap, Stella, was gearresteerd. Dat beteekende een leelijke streep door de rekening van den Brusselaar en ook door zijn rekening: de kans was nu zeer groot, bijna zeker zelfs, dat er van de be raamde plannen niets komen zou. Dat,beteekende ook, dat hij niet veilig was in Groningen en verstandig deed, zoo spoedig mogelijk te vertrekken weer. Vandaar zijn blijdschap, toen hij bespeurde, dat, voorzoover hij oordeel en kon, althans niemand hem herkende, hoewel hij verschillende van zijn vroegere mede burgers nog zeer goed kende. Midden in de Gëlkingestraat aarzelde Munco Ketel even. Aan het eind der straat rees het bastion van het groote kasteel, dat hij buiten de stad reeds had gezien, op en met één oogopslag bespeurde hij, dat de oude straat, waarin hij als kwajongen .vrij en onbezorgd had gespeeld, veranderd was. Er waren huizen afgebroken en de vrees bekroop hem, dat de woning van zijn moeder er niet meer zijn zou, zoodat hij dan weer naar de Ebbingestraat moest loopen, naar zijn oom Roclf, als daar niets veranderd was. In geen zeven jaren had hij Groningen gezien noch iets van de zijnen gehoord. Zijn hart klopte hem tot in de keel Het laatste huisje, aan den rechterkant, vlak bij het bastion... Öe ouderlijke woning, niets veranderd- Hij liet den klopper vallen. Wanneer wie openldeed hem inocht herkennen, dan was het nog niet erg, want zijn komst was bekend: de hertrouwde knecht van koopman Clant, dien ÖJfar Drente had ontmoet, zou het meedeelen,- Hij werd niet herkend. Sibrigje stond in de deur en zag verbaasd den man aan, die wilde binnenkomen. Het drong niet tot haar door, dat die persoon Munco wel eens kon zijn: een man mqt een baard! „Ken je me niet meer, Sibrigje 7"1 „Munco!" De stem was niet veranderd. Ze liet hem staan, waar hij stond en holde terug. „Moeder, moeder, Munco is daar!" Hij was haar gevolgd. En na zeven Jaar lag hij in de armen Van zijn moeder. Hij had toen niet eens afscheid kunnen nemen, want hij was op het werk gevangen genomen en toen hij zijn gevangenis was ontvlucht, had hij zich gehaast, Gronin gen zoo ver mogelijk achter zich te hebben. „Mijn jongen! Mijn jongen! Gode zij ulank, dat je niet 'dood bent. Laat mij je eens goed aanzien- Ja, jo bent Munco. 'k Zie het aan je oogen en je neus en je haar. Maar anders, ik ken je niet meer. Wat ben je veranderd! Hoe maak je het toch, mijn jongen? Wat heb je moeten zwerven. Maar de Heero heeft het welgemaakt. We dachten niet anders, of je waart niet meer in leven." Moeder ik Over de groote keien van de Gelkingestraat klonken zware stappen. Schichtig keek Munco op. „Wat is dat?" „Soldaten van het kasteel. Zij gaan naar de Markt", legde Sibrigje uit Dan omhelsde zij haar broeder, die verlicht adem haalde, toen het geluid op straat wegstierf- „Waarom ben je bang? „Moeder, niemand mag weten, dat ik in Groningen ben. 't Is niet in orde. Stella heeft de knecht van Clant verteld? neen? o, aan oom Roelf, dan weet u Stella is gevangen genomen, direct al bij de Heerepoort. Ik ben gauw weggevlucht naar hier, maar ik geloof niet, dat iemand mij gekend heeft, 'k Zal weer wel weg moeten, als Stella.Maar een paar dagen houd ik mij hier verborgenJe kunt nooit wetenH I Hij sprak gejaagd, zag schichtig om zich heen. I „Je blijft in huis en, als het moet, verberg je je in den kelder, 'k Zal straks even naar Hilligje loopen en zeggen, dat je er bent Dan kan ze hier komen." ,,'k Heb gehoord, dat Hilligje het nog goed maakt. Die trouwe ziel wachtte op mij. En wéér moet ik vluchten, misschien O, moeder, wanneer zal dat toch eens verandeen?" „Dat weet God alleen, jongen. We leven in zware tijden, maar eenmaal zal het dagen. Hoe staat het met jou, Munco?" Hij begreep de vraag onmiddellijk. „'k Heb veel gezien en meegemaakt, moeder. Ik zal in uw oogen wel ruwer geworden zijn. liet leven onder de Geuzen is ruw. Maar God heb ik niet uit het oog verloren. Moeder kan gerust wezen." „Dan is het goed, jongen. Dat is weer een onverdiende zegen' .van onzen God." „Ga nu, Sibrig. Ik verlang zoo najar Hilligje." Het meisje spoedde zich onmiddellijk naar de Heerestraat, om met de maerte van burgemeester Hillebrands, den banneling van Groningen, weer te keeren. Moeder Ketel en haar dochter lieten de twee geliefden even alleen. En toen zij in het kleine vertrek weerkeerden zaten die twee daar, hand in hand, als zeven jaar geleden. En de vrouwen weenden van blijdschap. En daarop vertelde Sibrigje: het was rumoerig in de stad; algemeen was de arrestatie bekend; men zei, dat Stella onmid dellijk een verhoor had ondergaan; er werd beweerd, dat hij morgen op de Groote Markt gevierendeeld zou worden En Hilligje: haar juffer was er heel ontdaan van, want zij had op betere tijden gehoopt, op tijden, die den burgemeester weer in Groningen zouden brengen „En wat nu, Munco?" ,,'k Weet het niet, mijn meisje. Ik houd mij hier verborgen. !Als het met sinjeur Stella niet goed gaat, moet ik weer ver dwijnen. Het is wreed voor ons allen, maar ik durf hier niet blijven „Natuurlijk niet Als De Mepsche er achter komt, kom ja aan de wipgalg van Billy. Er is hier heel wat gebeurd in dia zeven jaar, Munco", zeide Sibrig. ,,'k Heb er van gehoord. Men snakt er in het Zuiden naar, dat Groningen aan de Pacificatie komt. Maar als nu Stella „Kom, jongen, misschien valt het nog mee", bemoedigde moeder Ketel, hoewel haar hoop niet groot was: wie in da „klauwen" van Kolonel Billy kwamhad hij onlangs in een driftbui niet een soldaat met zijn dolk eigenhandig dood gestoken? Dan vertelde, in grove trekken, Munco. Hoe hij naar Emden was gevlucht, daar even werk had gehad, maar onder de Geuzen was gegaan. Eerst ter zee. Maar dat was hem da landrot, niet bevallen. Anders zou hij de verovering van Den Briel ook hebben meegemaakt Hij had later weer in Duitsch- land gezworven, had zich aangemeld, toen graaf Lodewijk van Nassau troepen wierf; toen de slag op de Mookerheide, waarin twee Nassauers sneuvelden; hij was altijd ongedeerd gebleven; geen schram was op zijn gelaat of lichaam te bekennen; het ontzet van Leiden had hij daarna meegemaakt; Prins Willem van Oranje heel vaak gezien, ook gesproken wel; iemand, om voor door het vuur te vliegen; vervolgens had hij in de Zuidelijke Nederlanden gezworven; toen hij van de zending van Stella hoorde, had de lust hem bekropen, zich aan te melden, omdat hij naar Groningen verlangde het liefst zou hij er blijven, om zijn beroep weer op te vatten te hmven en een stil en gerust leven te leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1936 | | pagina 9