(Vcm Owe-km, m^aMehkiA^rb
Een psychologische Roman
no RBOPTRPDM mm Beiep-
m
SbelaA wexfmi
TWEEDE BLAD PAG. 8
MAANDAG 4 MEI 1936
He TaR A&BHO ..GoatmeBna'
OcoCeHaoO ocïpoToö aoanepKHya
(5e3o6pa3H09 cocToaane KyjtTypBO-
6HTOBHX vcjobhö Ba apoMucae au.
^baephia. Hpomao oojmjaoibo Bpe-
Mean, ho npoMucaoBue opraBasa-
a,aa zo cos nop He yqan Te* yxa-
gaHHfl b pemeana paflsoua napTon
bo eiouy-jKe Bonpooy.
iKganmaue ycaoBna Ba apo-
mjcae Be yaynneaa. Keaanipnan-
poBaaeue saApu neiuacTepoB, nao-
TOBue, coaeabntBKH, npoAOjnnatoT
JEflTB aa naoTy b „capaflqaEe" r^e
OEB.i Be BacTesafObi, Qoau B cxeau
BMPWT meJB.
Eme xyace oGcxobt «eao c
Maciepou BsopHoro Reaa t.
HaboneBUM, Roxopuft noue-
maeTca b «lyaaae aaxoaa-
ïnauca b sopBAope anpesTopa
>MAP'a t. Epeyca c nao-
maawa b 2 kbo jpathtix uei-
pa a meaaau b aoxoaae pasue-
POM B 20 CAHTBUexpOB.
WeXSHHJt O nOMOmHnKOSI 3KH#yT
b» ny^me. ObB aaaauaioT noMe
menaa uejaBHiecsofl MacTepcsoft,
BSïoAameËca npa euxoze c«eim-
HeHBOM C aeABHEOU.
B"3MoatHDCTa couen^Biia ene-
-nnaaHCToB b 6oaee aynnee ma-
amna Ba npouscae eert. Saan-
MaeuuB noxeineaaa paöovaira i
cocxaaa mojeho paaaib spa «ap-
Zes maanden werd zij gevangen gehoud'en,
zonder dat een ondervraging plaats vond.
zonder dat een vonnis werd geveld. In die
tijd reeds maakte zij kennis met de on-
menschelijke wreedheid der Sovj et-ambt ena-
n. Vreeselijk is het lot van hen, die ver
bannen worden naar het Noorden en er
er millioenen, die dat trol! De reis er
heen is een kruisweg apart.
„Indien men schrijft Olga in welk
land ook, vee zou transporteeren en behan
delen op dezelfde wijze, waarop de roode-
machthebbers in Rusland bannelingen ver
voeren, wier eenige misdaad is, aai ze in
God gelooven, dan zou een storm van ver
ontwaardiging gaan over de wereld
Olga Dimdtrievna heeft lange tijd door
gebracht op de Solovki-eilanden. Wat daar
geleden werd en wordt, is niet te bevroe
den. Dat weet God alleen. Honderd duizen
den bij honderdduizenden slachtoffers zijn
en worden daar doodgemarteld door de
Tscheka en G.P.Oe, welke dienaren van de
Russische Staat grootendeels gerecruteerd
zijn uit veroordeelde boeven, verhard in
misdadigheid; menschen, die voor geen en
kel middel terugschrikken, om de gevange
nen te kwellen of te vermoorden.
In heel het gebied der deportatie-kolonies
Ln het Noorden is elke naleving van elk
godsdienstig gebruik verboden. Mgr Jijilen-
ko, orthodox bisschop van Voronej, Werd in
1930 gefusilleerd, omdat hij betrapt was op
het toedienen van de laatste sacramenten
ran een stervende.
Meer dan 20.000 gevangenen kwamen in
dat jaar aan de Witte Zee om. Verwondert
ons dit nog, als we vernemen, dat het
meerendeel der gevangenen in tenten on
dergebracht is, terwijl in de winter c.e ther
mometer meer dan 30 graden onder nul
aanwijst? Als we vernemen, dat de gevan
genen van de vroege ochtend tot de late
avond hout moeten hakken en vervoeren,
daarbij ondeiwoed zijn en bijna geheel
naakt?
Twee d'ingen trekken uit deze ervaringen
nog vooral de aandacht. Vooreerst de doel
loosheid van de meeste groote Sovjet-
werken, waarvoor de arbeid der gedepor
teerden gebruikt wordt. Zoo deelt prof. Solo-
■nevitsch mee, dat hij in een geweldig ka
naal, dat in het Noorden door gevangenen
gegraven is, nooit, zelfs niet het kleinste
xupu cneaaaJurcTOB, a aa oxBecia
saaaaomaAb aa nyaaxe ,,lla<ie-
PHBCKoro" npoMucaa.
B noMemeanB, r^e ssHByT ce-
Meüime paöoqae—rpaas, aaxaca-
aaTapaoe cocToaaae, OTcyTcxsae
CTecoj. ocBemesHe coBepmeHöo
aeAocTaxoEHo. CKyiCKHOcmb a
Memeuunx npueodum k- tacmbun
3a6oAeaaHusiM paóomnnu, u pa-
ÓOHUX.
B nouetnesHax (rimeJKHTBfl gyas
xypeo-MaccoBoa b noaata-iecitofl
paöom He seaexca, apacahie yroa-
kh oicyrcxByioT," anxepaxyp» h
oöoieseTBax aex, «raxRa ra3er a
sypaaaoB He BeAerca, óecpftHnan
uicyT6XByiox, paöoaae paöoxaa
BU Buecxo Kyabxypaoro oTgbua
Buay>KAeHU aa Boae, eoaae none-
mean3 ycTpaaBaTB Taauu.
rde otce 6bui do cux nop Paü-
3dpaa1uau Cuupxoo dyMaem,
<imo docmamoHHO noMecmumb e
zaseme cmamb/o „pafodpaepa-
6omy AuufiM k nymune" u na
3moM noHueamb na Aaopax.
TAC se napTHSaue b KOBCO-
uoabcaae opraHB3agaB npouucna'
Heyaceaa ohh ae bbaht öeaoöpa-
3nö, HeyjKean 6iopoEpaTa a CBaA
paxe—Bpeyca, neabsa aacxaeaTb
yayqmaxb RyAbxypBo-6MTOBhfe yc'
sobhs paSoqus.
k fpOHCKHft.
armzaligste bootje gezien heeft. „Ik heb
eens aan de ingenieurs, die aan het hoofd
van deze onderneming staan, gevraagd:
„Maar waarom is dit kanaal aan toch aan
gelegd?" Schouderophalend antwoordden
zij: „Omdat zoo de opdracht luidde".
Zoo is het met dit kanaal, zoo is het
overal elders: planlooshcid en ondeskundig
heid vieren hoogtij en leiden tot de schro-
melij.kste verknoeiing van tijd, kracht en
geld.
En dan geeft ook deze Schrijfster weer
merkwaardige staaltjes van het opzette-
1 ij k bedrog, waarmee de Sovjetdespotcn
de treurige toestanden in hun land trach
ten te verbergen. Zij deinzen daarbij niet
voor duivelsche handelwijzen terug.
Het tweede deel van het boek geeft
beschouwingen over Sovjet-Rus
land. De communistische huwelijks- en
gezinsmoraal, de opvattingen over de posi
tie en het leven van vrouwen, kinderen,
boeren en arbeiders worden uitvoerig ge
schetst, in één woord: men wordt hierdoor
een deskundige volledig ingelicht over de
Sovjet-hel, van te meer waarde, omdat de
Schrijfster eerst in 1933 Rusland verliet.
Achttien jaar Sovjet is een boek,
dat ernstige, denkende menschen lezen
moeten en aan anderen ter lezing moeten
geven. Want er bestaat ook in ons land
groote behoefte aan besliste bestrijders van
de Sovjet-ideeën, die terdege met de prak
tijk op de hoogte zijn.
ANKEREN IN GOD, door Dr. M. M.
den Hertog. Jeugdpreeken. Amster-
dam, Uitg. Mij. Holland.
Tien jeugdpreeken van den bekenden
ITaagschen prediker, die als overtuigd voor
stander van jeugddiensten reeds tal van
jaren met woord en daad hun bestaan heeft
verdedigd en bevorderd. Begaafd spreker
als hij is, dient hij ook zelf de jeugdkerk
DEN GULDEN WINCKEL APRIL 193G
Gent is een zeer belangrijk centrum van
Nederlandsche cultuur in Vlaanderen en in
dit centrum is eind 1935 een der beste boe
ken geboren die onze literatuur de laatste
tijd is rijker geworden. Het boek, dat ik
hier bedoel, is echter niet van de hand van
een Vlaamsche schrijfster, maar van iemand
van onvervalschte Nederlandsche nationali
teit; zij wóónt alleen in Gent en studeert
aan de Universiteit aldaar.
Agni van der Torre heeft reeds eerder
bekendheid verkregen door haar medewer
Icing aan verschillende tijdschriften, zooals
s,Dc Jonge Vrouw". Ik meen zelfs dat zij,
toen zij nog leerling was van een Christe
lijke Kweekschool te Rotterdam, in ons
Zondagsblad met korte novellen debuteerde
Snkele romans zijn ook reeds vroeger van
liaar hand verschenen, nl. „Bakvischland"
pn „Vreugdekind:".
Thans is Agni van der Torre voor bet
Voetlicht gekomen met „Mientje" en de
ïirma J. I-I. Kok te Kampen heeft haar Loek
in de V.C.L.-bibliotheek opgenomen.
Qqni van 'der. Torre.
Onder het' lezen van dit werk trof mij
Weer precies hetzelfde als wat ik onlangs
an deze rubriek constateerde bij de aan
kondiging van een werk van Lode Zielens:
er gebeuld; in dit boek eigenlijk zoo goed
als niets. Dat wil zeggen, er gebeurt eigen
lijk heel veel, maar niet op de wijze, die
We zoo lang gewend zijn geweest. Het ac
cent ligt niet in de handeling, het ligt el-
jders, het ligt in het gebeuren in een men-
Bcheniziel. De schrijfster schetst ons de
ziel van Mientje, op één na het jongste
kind in het gezin van de Van Voordens
Vanaf het oogenblik dat ze zich bewust
svordt dat ze Mientje is tot op het moment
dat ze van haar ouderlijk huis zal gaan
(scheiden, om zelfstandig in de wereld te
Btaan. Wat er dan verder met haar of lie
ver met deze ziel gebeurt, zullen we ver
moedelijk in een volgende publicatie van
mejuffrouw van der Torre vernemen.
Zooals gezegd, onze oudere romans waren
Vol handeling; er moest veel gebeuren met
Ü0 personen, die erin voorkwamen; ze
moesten gevaren doorstaan en weet ik wat
Bi, maar onder al die d'ingen werd vaak de
fciel, het diepste'van do persoonlijkheid van
het individu, vergeten. En de ziel is toch
eigenlijk veel belangrijker dan al het
Bndcre.
In het drukke dagelijksche leven gaat het
Iprecies zoo: wie denkt er om de ziel van de
menschen clie hij op straat, op de beurs,
jol waar dan ook, ontmoet? Maar in de
eenzaamheid en in het verkeer met enkele
Uitverkorenen kan men de groei van de
ziel constateeren, de observatie onttrekt
fcich aan alle drukke gedoe. Daarom moet
men dit boek van Agni van der Torre ook
alleen in rustige oogeniblikken lezen, van
letter tot letter. Dat is juist het eigenaardi
ge bij dit soort lectuur: men kan geen
regel overslaan, zulke achteloosheid duldt
ïde zuiver psychologische roman niet. Want
dat is het „genre" waarmee we hier te
idoen hebben: deze roman is zuiver psy
chologisch.
Het eenige werkelijk belangrijke wat- ik
Over dit boek zou kunnen zeggen is: lees
het zelf, lees het met aandacht en lees het
'daarna nog eens. En als ge het dan gelezen
en herlezen hebt, dienk ©r dan over na. Ge
zult dan telkens weer de situaties en de
ïiguren voor u op zien doemen en u de
meesterlijke teekening, los van de woorden
van het boek, voor oogen halen Ik noem
bijv. die prachtige scène yan Mientje met
haar geitje, of het avontuur met de poes. of
dat schitterende trekje van Mientje die zich
zelf de vinger in 't yleesch drukt en denkt:
allemaal Mientje".
Do omgang in het gezin, waartoe Mientje
behoort, is buitengewoon juist en naar bet
leven geteekend. Alles groepeert zich op
natuurlijke wijze rondom de hoofdpersoon;
elk heeft z'n eigen karakter, dat met korte
trekken direct voor u staat. Het is als in
het leven van elk huisgezin: al heeft men
er tien kinderen, men zal toch altijd de
ouders hooren zeggen: ze zijn allemaal ver
schillend. Zoo is het ook hier. Niets bij
zonders zal men wellicht zeggen. Dat is
waar: maar probeert u het zelf eens op die
wijze weer te geven als Agni van der Torre
'dat met kunstenaarshand heeft gedaan!
Van de kinderen staat Jaan het dichtst
bij Mientje, de anderen staan van baar
eigenlijke wezen feitelijk een goed eind af.
Mientje is van het zuiverste kristal, maar
juist als het zuiverste kristal is ook haar
persoonlijkheid zich het spoedigst bewust
van vlekken en waar een ander niet over
tobt of waar hij langs loopt, daarvan onder
gaat zij de invloed. Wat een ander niet
deert dat hindert haar; wat een ander on
beroerd, laat, brengt haac ia .de grootste bo.
Agni van der Torre, MIENTjE,
Kampen, J. H. Kok.
weging. Ze heeft een ziel zooals Gezelle, 'die
ook gebukt ging onder dingen waar een
ander niet de minste last noch de flauwste
notie van had.
Prachtig geschetst is ook de figuur van
de oude vader, op wie de zorgen zoo zeer
drukken. Ook deze man is zoo door en door
echt. In een andere zin dan waarover ik
hierboven sprak, groepeert het gezin zich
om hem als de vader. Maar men voelt ook
weer zoo goed, dat Mientje in werkelijkheid
veel dichter bij haar moeder staat dan bij
li aar vader. Als men zou moeten groepee-
ren zou men zeggen, dat de moeder, Mien
tje en Jaan de eene groep vormen en de
andere dochters met 'de vader in dit
gezin is geen enkele zoon daarnaast
In enkele trekjes van Mientje herkent
men de schrijfster zelf. Ik herinner me bijv.
dat ik eens in Gent met Agni van der
Torre in dc Sint Baafskerk stond voor het
beroemde schilderwerk van de Van Eycks
..Het Lam Gods". En aangezien ik een leek
ben op het gebied der schilderkunst, kon ik
niet anders doen dan aan mijn deskundig
gezelschap vragen: wat is daar nu feitelijk
het mooie aan. Went voor leeken is de
eerste aanschouwing van „Het Lam Gods"
min of meer een teleurstelling (al roept na
tuurlijk ieder dadelijk uit: wat prachtig')
Ik stelde dus aan mijn begeleidster mijn
onnoozele vraag en zij zei: „Kijk dan, de
kleuren, dat is alles, maar dat is schitte
rend, dat is de kunstenaarshand; kleuren
die bijna 600 jaar nadat zij op het doek ge
bracht zijn, nog zóó prachtig gebleven zijn,
alsof het stuk daar gister pas was opge
hangen." Agni van der Torre, dit bleek mij
en ik was dankbaar voor haar explicatie
had gevoel voor kleuren. Is het dus
wonder dat Mientje deze zelfde eigenschap
Misschien zal een enkele lezer vragen:
waar, in welke plaats woonde Mientje nu
eigenlijk? En ik moet zeggen, dat ik het
ook niet weet. Maar wat doet dat er toch
toe! Het is bij een spoorbaan, het is in een
polder, maar verder is het ongedefinieerd
Net als in de prachtige boeken van Jörgen
Falk Rönne over de zee. De zee, de eilanden
en de menschen staan duidelijk voor ons;
maar ze localiseeren op een bepaald punt
van onze planeet, dat zal niet gaan.
Wat zal ik nog verder over dit boek
zeggen? Ik zou «alles kunnen weergeven, ik
zou u kunnen zeggen wat ik allemaal
prachtig vind, ik zou kunnen uitweiden
over de stijl, die nergens hapert, over de
karaktertekening, die van diepe psycholo
gische studie getuigt, maar ik zou er de
ruimte niet voor beschikbaar hebben.
Daarom herhaal ik wat ik reeds eerder zei:
lees dit boek zelf en lees het regel voor
regel en denk er dan over na. Ge zult dan
een groot genot gesmaakt hebben.
J. P. PRINS.
Hoewel de Nederlandse bewerking van
het hock van Dr Wilhelm Stekel door den
heer J. H. Schouten al weer cnlkele jaren
oud is, zijn de onderwerpen, daar aan de
orde gesteld, ook thans nog van zo wezen
lijk belang, dat t zeker geen overbodig werk
mag worden genoemd er in deze rubriek een
ogenblik aandacht voor te vragen. De be
kende psychiater en psycholoog dr Stekel
behandelt hier in een aantal brieven, ge
richt aan een moeder, die voorlichting
wenst bij de opvoeding van haar opgroeien
de kinderen, in bonte verscheidenheid een
massa levensproblemen, waarmee ieder
ouder, die leiding heeft te geven aan zijn
of anaerer kinderen van de leeftijd van 12
tot 18 jaar, bijna dagelijks te worstelen
heeft. En al krijgt men in dit werk natuur
lijk niet, als in een kookhoek, een aantal
uitgewerkte recepten vóór zich, die bij vaar
dige en stipte toepassing onfeilbaar 't be
geerde baksel of brouwsel leveren, toch leert
het ieder ouder en opvoeder ten minste
twee dingen: le. het zien van de gevaren,
die de rijpende jeugd alom bedreigen; 2e. 't
nadenken over de middelen om de aan zijn
zorgen toevertrouwden te bewaren voor veel,
dat onherstelbare verwoesting in de jonge
mensenziel kan aanrichten.
Voor ik nader inga op de verdiensten, die
deze brieven m.i. bezitten, wil ik tweeërlei
opmerking maken.
In de eerste plaats geeft dit boek veel
dingen, die gelukkig voor onze kinderen van
geen urgentie geacht behoeven te worden.
De uitvoerige beschouwingen over de nood
zaak van het dansen, maar daarnaast de
tekening van de gevaren, inhaerent aan de
moderne negerdansen, en de goede raad tot
het organiseren van huiselijke danspartijen,
mogen toch voor orthodoxe Christenen over
bodig heten. De huidige naaktcultuur, met
grenzenloze excessen ook in 't intiem fami
lieleven toegepast, waarbij iedere schroom
tussen ouoers en kinderen is uitgewist,
vindt toch gelukkig onder ons geen verde
digers! En het hartstochtelijk dobbelspel,
onder welke naam dan ook, wordt toch nog
altijd geweerd. Of deze vraag dringt zich
onder 't schrijven en nadenken over deze
dingen met kracht aan mij op staan hier
ook in onze omgeving de deuren al veel te
yael op een kier?. Offeren, yelen onzer de
Jubileum - A. Wapenaar
Betreffende de ïiitgave van een jubileum
bundel uit het werk van A. Wapenaar wiens
huldiging als letterkundige in September
c.k. te Utrecht zal plaats vinden, deelt hel
comité mede, dat de uitgave waaraan typo
grafisch veel zorg besteed wordt, ter perse is.
De titel luidt: Literaire Overdenkingen.
Het geheel zal een keur bevatten dit de let
terkundige studiën van den jubilaris"be
nevens de verzen door hem geschreven na
het verschijnen van zijn laatste bundel
Van 'de studies worden genoemd
Ten tijde der sentimentaliteit.
Bilderdijk en de tachtigers.
Rondom Da Costa's poëzie.
Het kind in de literatuur.
De dichter A. Roland Holst.
Adama van Scheltema.
Rondom Rilke.
Christelijk dichterschap.
Benevens een aantal verzen zal de bundel
enkele foto's bevatten.
Zooals reeds is medegedeeld, blijft de op
lage van deze jubileumbundel beperkt en zal
het boek in deze vorm niet worden herdrukt.
Aan iedert die een bijdrage stort op post
rekening van den secretaris van het comité,
den heer 3. P. Prins, Louise de Cotignystr. 51
Schiedam, onder nummer 125306, wordt een
exemplaar van het jubileumboek loege-
Ten einde het oplage-cijfer vast te stellen
verzoekt het comité, om teleurstelling te
voorkomen, spoedig aan bovengenoemd adres
opgave van deelname.
ACHTTIEN JAAR SOVJET. Ervarin
gen van Olga Diimitriëvna, coor M
BOSSO. Paul Brands U. B.. Hil
versum.
Dit boeiende, goedgedocumenteerde bock
is een bijdrage tot de reeds overvloedige
literatuur, welke ons het Russische treur
spel bij uitnemendheid beter doet kennen.
In het eerste deel beschrijft Olga Dimi-
triëvna, de dochter van een groot Russisch
diplomaat, schrijfster van een aantal wer
ken, ook tijdens het communistisch régime
professor aan de Universiteit te Sint Peters-
burg, haar ervaringen.
In 1923 werd zij gearresteerd, omdat zij
„een spion van Rome was en een geheime
correspondentie onderhield met den H.Vader".
een meer, 'de ander minder ook in dit op
zicht niet reeds al te gewillig op 't altaar,
in naam van cultuur en ruimhartigheid op
gericht? Durven wij als ouders en opvoe
ders op gevaar ai voor benepen gehouden
te worden krachtig genoeg stelling nemen
tegen wereldgelijkvormigheid? Ik hoop, dat
ik te pessimistisch ben, maar ik vree6, dat
deze onderwerpen ons in de toekomst met
steeds klemmender kracht zullen bezig
houden.
De tweede vóóropmerking die ik wil ma
ken, hangt eigenlijk nauw met de eerste
samen. Het gemis hiér gevoeld, is 'de oor
zaak van het te veel, waarover ik in de
eerste opmerking sprak. De grote leemte van
't boek ligt in 't totale gemis aan zonde
besef, dat we bij den schrijver moeten con
stateren. De kernwaarheid van onze wereld
beschouwing, dat de zonde oorzaak van alle
leed is, en dat de zonde ook zonde moet
worden genoemd en als zonde moet worden
gestraft, zoekt men in Stekel's boek te ver
geefs. De Nederlandse bewerker drukt zich
in zijn inleidend, woord euphemistisch aldus
uit: „Wel schijnt het me, dat dr Stekel den
machtigen karaktervormenden invloed van
een waarlijk godsdienstigen opvoeding on
derschat. Van een godsdienst, die niet wordt
voorgepréékt, maar voorgelééfd". Wanne ei'
we ieder dezer woorden zo positief moge
lijk laden, dan hebben we daarmee 't essen-
tiëel tekort van dit boek duidelijk aange
geven.
Daaruit volgt noodzakelijkerwijze, dat wij
bij de beaming van de diagnose van vele ge
varen en gebreken, toch bijna zonder uitzon
dering moeten kiezen voor een andere thera
pie! Niet de opvoeding tot deugdzame en
rechtschapen mensen, oprecht in hun woor
den en daden en zuiver van geweten tegen
over zichzelf en deri naaste is 't Christelijk
ideaal. Ook dat kunnen wij niet missen en
willen we niet ontberen, maar 't is voor ons
geen doel; 't is voor ons noodwendig ge
volg. Gehoorzaamheid aan Gods geboden,
schuldbelijdenis en strafaanvaarding na be
dreven kwaad zijn de pijlers van onze op
voedingsleer. We mogen niet blijven staan
bij psychologisch verklaren en begrijpelijk
maken van het kwade; 't kan ons hoogstens
door Gods genade de weg wijzen tot herstel.
Wji moeten belijden ons aller afval yan .en
vijandschap tegen God en ook in de op
voeding erkennen de liefde van Christus,
die alleen onze vergrijpen kan verzoenen.
Maar juist als we ons er klaar van be
wust zijn, hoe groot de afstand is tussen
den schrijver en ons: gene zoekend naar
zuiver menselijke braafheid, wij biddend
om Goddelijke vergeving, juist dan kan dit
boek van beschamend nut zijn ook voor
Christelijke oudere en opvoeders.
Het aantal behartigenswaardige wenken,
die dit boek bevat, is zo groot, dat 't on
mogelijk is daar in dit bestek een volledig
overzicht van te geven. Op enkele punten
wil ik even wijzen.
Met nadruk wijst Stekel op de verderfe
lijke invloeden die er kunnen uitgaan van
krant en boek. Werd dit maar algemener
aanvaard ook in onze kringen.
Ik laat hier Stekel zelf spreken: Vreemde
ogen dwingen best, zegt 't spreekwoord. Hij
zegt o.m.:
„Een veel grooter probleem is
't dagblad. In veel gezinnen vliegen de
kinderen het eerst op de krant aan, waarin
ze dan van alles lezen, wat hun gedachte
in een verkeerde richting stuurt, 't Is jam
mer, dat zoo'n massa couranten alleen op
sensatie belust en specialiteit zijn in 't uit
voerig beschrijven van misdaden".
Elders heet het: „Wie gezonde kin
deren wil hebben, moet er voor
zorgen, dat zich in huis alleen
goede hoeken bevinden". „Wie in
zijn bibliotheek een menigte misdadigers-en
detektive-romans heeft, mag zich niet ver
wonderen, als zich bij zijn spruiten crimi
neel© neigingen vertoonen. Het voor
beeld van de ouders is't beste
opvoedingsmiddel. Niet alleen
wat de ouders zijn, maar ook
wat de ouders lezen is van be
te e k e n i s". Hij zegt ten slotte: „Bijna zou
ik zeggen: Laat mij je boeken zien
en dan zal ik je zeggen, hoe
je kinderen zijn!"
Moet Stekel nu nog vele Nederlanders de
ogen openen voor de betekenis van de
Christelijke pers, van Christelijke leeszalen
en bibliotheken?
Stekel strijdt voor eenvoud cn na
tuurlijkheid in de opvoeding.
Zeer tereoht laat hij zich ongunstig
uit over „den demon Mode". Welk een af
mattende en telkens terugkerende strijd
wordt daarover niet gestreden ook in de
Christelijke gezinnen? Hoe moeilijk is 't de
kinderen van 12—18 te leren zelfstandig te
staan tegenover allerlei fratsen en moderne
bedenksels? En dit te meer daar veel ouders
zelf en heus niet alleen moeders al
lang vergaten dat strijd hier mogelijk en
nodig is. Slechts door niet meer te strijden
jyorden nederlagen yoorkomenl
Zullen wij niet met Stekel laken de onge
limiteerde behoefte aan uitgaan, waarin
oudere hun kinderen het verkeerde voor
beeld geven? Wat is er vaak overgebleven
van de gezinsrust, die zo onmisbaar is voor
't verwerven van grondige kennis? Organi
seren we ons niet dood met opoffering van
t belang van ons gezin? De waarschuwing
van Stekel geeft ook velen onzer rijke stof
tot nadenken: „Alle menschen, die in 't pu
blieke leven staan, al die onrustigen, die al
leen aan hun beroep en aan hun zaak den
ken, die dat niet van zich af kunnen zetten,
als ze thuis zijn, dokters, die het te druk
hebben, kortom, alle mannen, die geen tijd
voor hun gezin hebben, loopen gevaar hun
huiselijk leven te vernietigen. Het geheim
van het huwelijk bestaat in de juiste ver
houding tussdhen beroep en tehuis, tusschen
de buitenwereld en de kleine wereld van
het eigen gezin."
Sportverdwazing cn arbeidsvreugde, ver
enigingsleven en omgang met vrienden; 't
zijn alle onderwerpen, waarover dit boek
gezonde denkbeelden geeft.
Ook 't middelbaar onderwijs en de taak
der leraren behandelt het uitvoerig. De lei
ders der rijpende jeugd komen er bij dezen
schrijver al heel slecht af. Gelukkig adstru
eert Stekel zijn betoog hoofdzakelijk met
voorbeelden van Duitso en Amerikaanse
scholen. Maar dit neemt niet weg, dat ook
Nederlandse leraars hier menig waarschu
wend woord te horen krijgen. Het is voor
zeker verblijdend, dat ook in ons land in de
kringen van 't M. O. meer en meer 't grote
belang wordt ingezien van de betekenis der
studie van psychologie en paedagogiek, die
al te lang minachtend werd voorbijgegaan.
Waakzaamheid en oplettendheid, de ogen
open altijd en overal, dat zijn wel de
luidst klinkende vermaningen tot ieder
ouder en ieóeren opvoeder, die ons van
iedere bladzijde van dit boek toespreken.
Natuurlijk do lezer begrijpt dit reeds
vanzelf komen ook sexuele problemen, die
in de puberteitsperiode zo talrijk zijn, hier
uitvoerig ter sprake; te uitvoerig zelfs en te
Freudiaans in 't centrum geplaatst naar
onze mening. Het is hier niet de geschikte
plaats daarop nader in te gaan; wel is ook
hier de aansporing niet overbodig, dat
ieder ouder en opvoeder om nauwlettende
maar kiese aandacht en eigen correct voor
beeld bidde bij dit verantwoordelijke opvoe-
dingsstuk.
Dr J. KARSEMEIJER
1). Naar aanleiding van 't boek van Dr
Wilhelm Stekel, voor Nederland bewerkt
door J, H-. Sohouterv, Thieane en Cie, Zutfen,
en het is zeer wel te begrijpen, dat men
sommige van zijn preeken een langer le
ven dan het uur van den jeugddienst ge
ven wilde. Bovendien kunnen nu ook ouders
en ouderen lezen, hoe dc jeugd niet Gods
Woord te bereiken cn cr door te verrijken
is. Vorm, toon en inhoud van dit tiental
zijn geheel berekend op het jeugdig ge- r
moed en vele jongeren zullen, nu hun door
het lezen wat rustiger tempo om te over-
denken en na te denken verschaft wordt
dan bij het'hooren, er hun winst mee kun
nen doen. Dat Dr. den Hertog zijn tijd en
de kinderen van dezen tijd goed kent, geeft
aan de lezing ook actueele bekoring.
DE KRUISKONING, door J. H C,
Kamsteeg. Uitgegeven door Uitg. Mij. i
Holland te Amsterdam in het jaar I
1936.
Gelijk de titel aangeeft behooren deze
zes overdenkingen tot het tijdperk der lij
densweken en van den Paasohmorgen. Een
te late bespreking dus? Geenszins, want de
schrijver, Ned. Herv. predikant tc Gorsscl,
is erin geslaagd, de werking van zijn me
ditaties te verbreeden tot geestelijke spijze
voor eiken dag. Daarbij beschikt hij over
een woordkeus cn zeggingskracht, welke
de lezing tot een genot van hoogcr orde
maken.
Vijf van de zes meditaties zijn aan het I
lijden des Hoeren gewijd: de zalving in
Bethanië, in Gcthsemané, voor Kajafas, voor I
Pilatus, en aan het kruis; één betrekt don
Paaschmorgen in het geheel. Terecht: het I
Evangelie eindigt niet met het „Wit setzen j
uns mit Thrancn nieder".
Het bezit van dezen bundel zal men zich
niet berouwen; hij voert dieper in de smart i
en doet 'hooger stijgen tot de glorie van
den Kruiskoning.
Een interview met Anton van Duinkerken! j
„Het dichterschap bevredigt niet per só 1
alle publicatierang van den mensch; liij.
wordt romanschrijver, polemist, redenaar,
wait ge wilt".
Van Duinkerken betreurt, dat de artike
len over literatuur in de dagbladen te kort
moeten zijn. Hij is het oneens rnet Coster,
dat de poëzie van 1935 niet de moeite van
een beschouwing in „Geschenk" loonde.
Een biographie van Gottfried Keller be
wijst, dat deze Zwitsersche dichter, roman
schrijver en novellist ook in Nederland be
langstelling genoot.
Schrenier bespreekt Junkers' Nieder-
landisciie Schauspieler u n d N i e.
derlandisches S c h a u s p i e 1 i m 17
Jahrhundert in Deutscliland.
De communistische veelschrijver Nico
Rost ontvangt een welverdiende terechtzet-
ting.
Ghr. Sanders betoogt, dat „de eerste 1
goede Nederlandsche detectiveroman van
daag den dag nog geschreven moet wor-
J. Denijs bespreekt de opstellen van Paul
Valéry.
Interessant is het opstel n.a.v. Stanley
Valkers City Editor, waarin deze jour
nalist een vrijmoedige beschrijving geeft 1
van de Amerikaansche krant.
In hoofdzaak zijn plaats cn taak en lot
van het dagblad in alle landen ongeveer
dezelfde. Doch er zijn ook specifieke natio
nale eigenschappen. Zoo is de Amerikaan-
sche krantenlezer zeer veeleischend: „Hij
wil bij blijven; in zijn jachtend leven moet
zijn krant hem in één oogopslag een beeld
geven van datgene wat cr over het heelc
land voorgevallen is".
Aan den Amerikaanschen persman wor
den absurde eisohen gesteld, do eischen i
van „verbluffende snelheid cn ontstellende
brutaliteit".
Pater van Heugten drukt zijn radio-toe
spraak af over „Het Boek". Hij zingt de
lof van het boek, want „in een boek toch
werd de openbaring Gods cn de geschie
denis Zijner ontfermingen neergelegd".
Het boek is de autobiografie van het
menschdom. In niets heeft dc mensch zoq
zeer uitgedrukt zijn gedachten, gevoelens,
bedoelingen als in het boek. „Het hoek is
een reflector, die alles opvangt en weer
kaatst, wat zich in den mikrokosmos van
het menschen-innerlijk afspeelt".
De schrijver adviseert de Hollandsche uit.
gevers, hun boeken minder omvangrijk te
maken: „Een Fransche bibliotheek kan het
dubbele aantal boeken bevatten togenbvee
een Nederlandsche van gelijke grootte"-
Pierre van Valkenhoff draagt een hym-
pathiek artikel bij over A. C. G. Bosboom—
Toussaint, „een grootse verschijning, zowel
als mens en als kunstenaresse".
Van Valkenhof meent o.i. terecht, da£
het moderne werk van mevr. Toussaint
spoediger verouderd zal zijn dan haar his
torische.
Ook Het Huis Lauernesse wordt
door dezen Katholieken schrijver gewaar
deerd. Wel meent hij, dat aan haar kunst
één groote kwaliteit ontbreekt: het subjec
tieve.
Felix van Aret besluit zijn studie over
de Crisis in de Fransche roman-
kun s t.
Ontvangen Boeken
AFGODEN OP DEN BRANDSTAPEL,
door MATHIEU CORMAN, vert K.
JONCKHEERE. W. B., A'dam.
Dit boek bevat tweeërlei: het is een jour
nalistiek verslag van een reis van twee
zwervers in het in opstand gekomen Astu-
rië en tevens een beschrijving van oorzaken
en verloop van deze opstand.
De schrijver is het blijkbaar vrijwel eens
met de communistische opstandelingen. Dit J
blijkt, bijv. hieruit, dat hij al zijn best doet
de gruwelverhalen" over de wandaden der
opstandelingen voor lasterlijke fabels van de
conservatieven en clericalen le doen door
gaan. Het doet eigenaardig aan, dat hij
daarbij meteen zoo langs zijn neus weg, hen
die dergelijke verhalen over „zeer verre
streken, zooals in Mexico, Rusland enz."
verbreiden, de les leest over hun „laf werk".
Anderzijds tracht Corman de inaruk te sug- I
gereeren, dat niet- slechts de heele schuld
van en verantwoordelijkheid voor de Spaan-
sche opstand ten laste komt van deSpaan
sche regeering, doch deze zich bij het lem- I
pen van ae revolutionaire beweging ook zou
bediend hebben van de onmenschelijkste
strijdmethoden.
Wij bezien deze zaak nu eenmaal uit een
heel ander gezichtspunt en kunnen daarom
dit boek, de niet onverdienstelijke reisbe
schrijving ten, spijt, onmogelijk aanbevelen.
Onze jongens en meisjes boven de twaalf
Een boek met een groot aantal
behartigingswaardige wenken.
De betekenis van het Dagblad en het Boek ook voor de jeugd.
BOEKENSCHOUW APRIL 193$