Het Verdwenen Dorp Jacobswoude Bij 't 200-jarig bestaan van deVierambachtspolder M'dden in het vlakke polderland van de Vieram bachtspoidcr, aan de moderne verkeersweg Alphen aan den Rijn—Rijnsaterwoude, staat een eenvou dig gedenkteeken, waarop de woorden: „Geen mu ren verduren der uren geweld", dat de herinnering levenig houdt aan het verdweneai dorp Jacobs woude. Waar thans het nederige Hollandschc landschap slechts doet donken aan het werk van den vee houder of landbouwer, rust toch de historie van een eens belangrijk dorp. Reeds zeer vroeg in de geschiedenis is er sprake van Jacobswoude. dat haar ooi-sprong ontleende aan de bouw van het kasteel Ter Woude, waarom zich allengs een dorpje vormde, dat, naar de combinatie van de Woorden Ter Wouden en Jacob zooals 17 ach tereenvolgende bewoners van het kasteel heetten Jacobswoude werd genoemd. Op de ontwikkeling van liet maatschappelijk en geestelijk leven van de omtrek is dit dorp van vee] invloed geweest. Om bij het laatste te blijven: in de t.ijd der reformatie was Jacobswoude „een broeinest van ketterijen", waar pastoor was Jo hannes Pistorius, die, meer bekend als Jan do Bakker, in 1525 om liet geloof is verbrand. Jacobswoude is dan ook onlosmakelijk met do geschiedenis van de Vierambachtspoidcr verbon den. En daar dit jaar deze polder 200 jaar bestaat, is or gereede aanleiding om hierbij een oogonblik stil te staan. Het ontstaan van Jacobswoude Door het overgebleven slib van de overstroomin- gen van de rivier de Rijm waren groote streken in dit gedeelte van Zuid-Holland allengs zoo hoog geworden dat op de duur het land droog bleef en daarop dichte bosschen van verschillende boom soorten ontstonden. Ooi-spronkelijk heeft dan ook het kasteel Ter Woude, met daaromheen de hutten der lijfeigenen, temidden' van dichte wouden ge staan. Maar buitengewoon hoog water en zware storm hebben deze bosschen vernietigd. In 839 b.v. toen geheel Friesland overstroomde en de Zuider zee ontstond, is er ook in de Rijnstreek veel ver nield. Terwijl oude bronnen ook nog spreken van een groote watervloed in 800 „die alle boomen van Nijmegen tot Leiden heeft nedergeveld". Om dan ook nabij hot kasteel Ter Woude te kun nen blijven wonen, moest men er toe overgaan gedeelten in te dijken, en zoo ontstonden ver schillende kleine poldertjes, waarvan die van Ja- cobswoudc wel de eerste is geweest. In die pol do r- tjes werd de landbouw beoefend en verschafte zoo aan do bewoners het noodzakelijke levensonder houd. Blijkbaar was de opbrengst echter niet al te royaal, want toen kloosterlingen de bevolking met liet turfsteken bekend maakten, ging men daartoe vrij algemeen over. Dit werk gaf welvaart, maar het had de schaduwzijde, dat er in de poldertjes steeds meer water kwam te staan, zoo zelfs, dat Jacobswoude tenslotte als een eiland temidden van een groote watervlakte kwam te liggen. Het verval van Jacobswoude. En dit werd het einde van Jacobswoude. Steeds meer bevolking vertrok uit het dorp naar dc omliggende plaatsen, waarvan vooral Wou- brugge door zijn gunstige ligging aan dc Woud- watering veel aantrekkingskracht bezat. Daartoe werkte ook nog mee dat men' in 1630 er toe over ging de kerk af te breken, zoodat de bevolking voor huar kerkbezoek wel op Woubruggc was aan gewezen. Enkele jaren nadat de kerk was gesloopt werd ook de toren afgebroken. Het was met de welvaart van Jacobswoude gedaan en steeds harder ging dorpje achteruit. Het maken van dc polder Vierambacht Deze toestand duurde tot 1736. Toen besloten dc besturen van de negen omlig gende gecombineerde of deelen van polders, nl. do Vroonlandsche-. Zvvot-, Heerenwegsche-, Middel-, Uiteinder-, Heuvel-, Kalkovensche-, Kleine- en Oudshoornsehepoldcr een groote polder te maken. Zich uitstrekkende over Vierambachtsheerlijkhcden zou die de naam Vierambaolitspolder dragen. Hot bestuur verkreeg daarbij de modewerking van de Staten van Holland. De elfde Januari 1738 ver leende men het polderbestuur liet octrooi £5 jaar vrijgesteld te worden van betaling der lasten. In het jaar daarop ging men over tot het aanleggen van dijken. Het waren de Woudsclie dijk die loopt langs de Leidsche Vaart en liet Brasemermeer, en «le Achterweg-tusschen de Vierambachtspoidcr en Woubruggc. En toen na de bouw van twaalf wa termolens met malen werd begonnen, was de pol der in 1740 droog. Vier jaar later in 1741 werd de eerste graanoogst binnengehaald. De op- liengst voor gemeenschappelijke rekening verkocht hraoht een bedrag van 2-1193 op. De laatste resten van Jacobswoude werden door het polderbestuur gekocht en opgeruimd. Jacobs woude was geschiedenis goworden De overstrooming Men meene echter niet dat vanaf die tijd de polder zich rustig verder kon ontwikkelen. Nog eenmaal zou de groote vijand van de ingelanden, het water, trachten de oude heerschappij te herwinnen. Een hooge waterstand en storm waren oorzaak dat in het jaar 1788 op 9 Januari, in de nabijheid van het Paddegat, bij het Brasemermeer, een gat in de dijk ontstond. Met geweld stroomde het water de Vierambachtspoidcr binnen. Ternauwernood konden do bewoners zich met hun vee op de dijken in veiligheid stellen. Dc groote polder werd in een meer herschapen. De polder... als vischwater verpacht. Het eigenaardige is, dat men toen de strijd tegen het water maar wilde opgeven. Er werd van do ondergeloopen polder een verpachting voor vis- schers uitgeschreven. Dit mochten echter de eigenaars van de Vierambachtspoidcr niet doen, maar de stad Leiden, als eigenares van het Bra semermeer. De verpachting ging intussclicn, door gebrek aan liefhebbere, niet door. Opnieuw droog gemalen Men besloot toen op een ingelandenvergadering do polder weer droog te malen. Het door de storm geslagen gat zou niet worden gedicht, maar een nieuwe inleg dijk werd aangelegd, terwijl ook de andere dijken terdege werden versterkt En zoo gebeurde het dat 28 April 1788 elf watermolens éón had men er voor de som van 1500 verkocht aan de Ouden dij kschc polder voor de tweede maal begonnen met het droogmulen van dc Vicr- ambachtspol der. Ook toen deed men aan de Staten van Holland het verzoek toekomen om vrijstelling te verleencn van het betalen der lasten. Voor de helft word dit verzoek ingewilligd. Men vroeg voor een tijd vak van 50 en verkreeg een vrijstelling voor 25 jaren. Intusschcn heeft men zich niet de volle 25 jaren in dit genot kunnen verheugen. Ondanks protesten van het polderbestuur trokken de ver tegenwoordigers der Bataafsclie Republiek in 1806 do gedane toezegging in. Tot 1880 hebben de watermolens, naast trouwe dienst de polder gesierd. Toen ging men tot Het is na deze geschiedenis geen wonder te noe men dat door het toedoen van den heer v.Hemesscn, archivaris te Woubruggc van wiens interessante boek „Een wandeling door Woubrugge. en Hoog-, made" wij verschillende gegevens ontleenden daar midden in de Vierambachtepolder een ge denkteeken werd geplaatst ter herinnering aan het verdwenen Jacobswoude. Zoo ligt dan de Vierambachtspoidcr met zijn op pervlakte van 1707 H.A. als een zichtbaar bewijs van wat een eeuwenlange strijd tegen het water vermag, als een vruchtbare vlakte in onze mooie provincie. En als straks zoo God liet wil betere tijden zullen aanbreken, zal ook deze pol der zijn aandeel weer leveren in de algemeen© welvaart van ons land. A. a. d. R. VAN W. NOOMEN. Een zeer schoon gedeelte van Europa De. overstrooming van den Vierambachtspoidcr. in J788. 210 Tc Parlnachklamm, stapt op een zijlijiiitjc, dan arriveert men in korten tijd in het wereldberoemde Gbcr-Arirmcrgau met zijn bekende Passie-spelen. In den tijd, dat doze Passie-spelen worden ver- toond, zijn die treintjes uit Münchcn dan ook! overvol en zitten de passagiers als sardientjes in een busje. Stapt men te Murnau echter niet af, zoo voert dc trein u naar het schoone tvveclings- dorpje Garmisch-Partenkirclien. Het z.g. Bahnhof-holcl over het station aldaar ge legen, was geheel gebouwd en berekend op win- terdienst Overal dubbele ramen en deuren en centrale verwarming. Een zeer schoon binnenpad loopt van daar nuar dc Partnacliklamin, (zie foto) dat is een zeer nauwe rotsspleet, waar de rivier de Partnach met woeste vaart doorheen stroomt. Door die gehocle rotsspleet is een weg gebouwd, waarop dc toerist 7.ó( rijkelijk wordt besproeid en wel van alle kanten, dat een inpormeablo regenjas met tot oen overbodige luxe knn worden gerekend Een bekend uitstapje hier is naar Eibsoe, aan den voet der bekende en veel bestegen Zugspitze, waarheen men in een soort kooi langs een kabel spoor naar hoven kan worden gevoerd. Velen vin den dat „griezelig". Als die kabel breekt valt men per se te plotter. Dit geschiedt natuurlijk ook ats de kabel yan een Drahtscilbahn, waar do eene. wagon steil tegen den Ibcrg opklimt, terwijl dc andere daalt, door een ongeval zou breken. Dat zou men denken. Maar de Zwitsersche Bond staat heeft ook daarbij gedacht en wel dit: „Wij leven voor een goed deel van hetgeen de toeristen ons inbrengen en wanneer er ooit een ongeluk zou geschieden mot deze officieoio vervoermiddelen, dan zou dit een slag zijn, die bijna niet to boven was te komen." Vandaar dan ook, dat men ver steld staat over de geweldige controle door ingenieurs en tevens over het aantal rem- inrichtingen, die ook automatisch werken, dus als b.v. de machinist eens door schrik b.v. totaal zijn hoofd vertoren had. Zoo vertelde mij eens zoo'n ambtenaar, dat bij het eventueel breken van den kabel, de wagon hoogstens een goede Meter kan dóórloopcn, maar dan ook muurvast is geremd. Het zou dan geloof ik, toch wel een heclc toer zijn om de passagiers langs zoo'n steillc helling naar beneden te krijgen, waarbij het noodige gegil ]>eslist niet zou ontbreken. Een half uur van Gannisch langs een zig-zag wegje naar boven ligt een allerliofst meertje „do Riessorseo" geheeent, dat als zwemplaats zeer in trek is en waaraan een aangenaam ingericht hotel ligt. Er werd toen veel gezwommen en zittend op een bank aan het meer nadert een roeiboot met twee dames en een badmeester. De zwemles begon, toen op eens een der dames een gil slaakt. Pas in het hotel aangekomen, wisten ze nog niet, dat dit meer vol groote karpers zat en op dat moment was juist een dier heeren met zijn scherpe vinnen langs haar been gezwom men. Des avonds werd aan tafel Gulascli rond- r eiend, een gerecht, waardoor iedere Beier ver- teederd wordt, en dat hij ons hutspot heet, die niet lokker is. Do eigenaar van liet voornoemd hotel was zulk' een eigenaardig type, dat ik er beslist niet over zwijgen kan. Hij was klein van stuk, dik, stekel harig, droeg een zeer dikken gouden bril met groote glazen en had een gelaatskleur...:., als een nieuwe cent. Zijn heele arbeid bestond hierin door de eetzaal te draven en soms tot driemaal toe aan de aan wezige gasten te vragen: „Ilaben Sie schon be stel lt? Dat een eigenaar eens bij zijn gasten informeert of de kellner reeds bij hen is geweest, dat is actief en begrijpelijk, maar hij deed het op een nianier, die jc zou doen denken, of hij je aanzag voor menschcn, die van die gelegenheid eens ge bruik wilden maken om wat uit te ruston. Het personeel liet hij arbeiden van 6 uur 's morgens tot 11 12 uur 's avonds. Ook Zondags had dit geen vrijaf. Alleen bij dc wisseling der seizoenen zond hij ze een maand met verlof naar huis, maarzonder bezwaar van zijn eigen schat kist Hij liet letterlijk alles over aan den portier en genoot zelf op een naburige villa een welver diende rust op zijn ontelbaar geuite vragen! „Haben Sie schon bestcllt? Middelburg. G. K. A. NONHEBEI* DE STERRENHEMEL IN MEI De kaartjes stellen elk het halve hemelgewelf Voor, boven den noordelijken en den zuidelijken horizon, in den stand van 1!i Mei 's avonds te negen uur. De Poolster geeft het noorden aan. Do circumpolaire sterrenbeelden, op het noord- Te Kloetinge bij Goes staan de boomgaarden in volle bloesempracht. kaartje binnen de gebogen lijn, staan op onze breedte altijd boven den horizon. De pijlen op de kaartjes geven de richting van de hemel draaiing aan. De sterrenbeelden Hoog in het noorden staan de zeven heldere sterren van den Grooten Beer. In het westen dalen de Tweelingen en de Wagenman, met de heldere Capella, en in het oosten verrijzen de Zwaan en de Lier met de heldere sterren Deneb en Wega. Boven den zuidelijken horizon trekken Arcturus, Regulus en Spica, de helderste sterren uit Boötes, Leeuw en Maagd de aandacht. Het snijpunt van ecliptica en equator, in de Maagd, geeft de plaats <ic: zon aan op 23 September. De Melkweg staat laag boven den horizon, dus zijn Algolminima moeilijk waarneembaar. De zon, dc en de planeten De zon treedt 21 Mei in het teeken Tweelingen. De volle maan van 6 Mei staat in de Weegschaal, het eerste kwartier van 28 Mei in den Leeuw. Mercurius is de kleinste der groote planeten. De middellijn bedraagt 4800 K.M. (aarde 12756 K.M.). De gemiddelde zonsafstand is 58 millioen KM. (aarde 150 millioen K.M.). Mercurius heeft geen manen. Zjj staat het dichtst bij de zon. Men heeft langen tijd gerekend met de mogelijkheid dat er nog een planeet dichter bij de zon zou staan, maar tegenwoordig neemt men aan dat er geen „intra- mercurialc" planeet bestaat. Mercurius is dus oen „binnenplaneet", kan zich, van de aarde uit gezien, nooit ver van de zon lerwijdere» en kan dus alleen worden waarge nomen als morgen- of avondster. De omloopstijd, van de zon uit gezien, dus de werkelijke omloopstijd, is 88 dagen. De terugkeer tot denzelfden stand van de aarde uit gezien, de synodische omloopstijd, is 116 dagen. De vier ken merkende standen van een binnenplaneet ten op zichte van de zon, van de aarde uit gezien, zijn: de boven-conjunctie, de beneden-conjunctie, do grootste oostelijke en de grootste westelijke elon- gatic. Bij de conjuncties (samenstanden) staat de planeet voor of achter maar in elk geval in dc onmiddellijke nabijheid der zon, bij de elongaties op de grootst mogelijke afstand daarvan. De elongaties zijn de gunstige gelegenheden voor de waarnoming der binnenplaneet. Mercurius bereikt 7 Mei dc grootsto oostelijke clongatic (afstand 21 gr.) en gaat dan ruim twee uren na dc zon onder. Dc planeet bevindt zich langzaam rechtloopend in den Stier en zal dus onder zeer gunstige omstandigheden aan den avondhemel zichtbaar zijn. 31 Mei bevindt Mercu rius zich alweer in benedenconjunctie. Venus is onzichtbaar. Mars, rechtloopend in den Stier, is eveneens on zichtbaar. Jupiter is de grootste der planeten van het zonne stelsel. De middellijn van Jupiter bedraagt 142.700 K.M., de gemiddelde zonsafstand 778 millioen K M., de omloopstijd ongeveer 12 jaren, de siderische omloopstijd (dus b.v. van oppositie tot oppositie) 1 jaar en 34 dagen. Jupiter heeft 9 manen waar van 4 reeds in kleinen kijker zichtbaar. In de nabijheid der oppositie (in Juni a.s.) schittert de planeet met buitengevvonen glans aan den nach- tolijken hemel. Wanneer omstreeks hot midden der maand Mei Mercurius in het westen is ondergegaan, verrijst te 10 uur de glanzende Jupiter in het «>osten. De planeet is van de helderheid —2.0 m en dus van grooter lichtkracht dan de sterren der eerste grootte. Jupiter in den Schorpioen nadert lang zaam tot de roode ster Antares in dat sterrenbeeld en staat des nachts laag aan don zuidelijken hemel. Saturnus, nagenoeg in stilstand jn de Visschen, komt steeds vroeger op en is dus aan den mor- gcnliemel zichtbaar. Wanneer 15 Mei don zomertijd wordt ingevoerd, moeten van dien datum af, alle tijdsopgaven met 1 uur worden vermeerderd. De Duitsche Spoorwegen in 1935 De Duitsche spoorwegen hebben in 1935 in het geheel anderhalf milliard personen vervoerd cf 9.5 pet meer dan in 't vorige jaar en zelfs 20.1 pet meer dan in 1933. In het reizigersverkeer werden door oe treinen der ondernoming in 1935 39.5 mil liard kilometer afgelegd of 13.5 pet meer dan in het vorige jaar en 312 pet meer dau in 1933. Do gemiddelde afstand per reiziger bedroeg in 1935 26.6 kilometer, tegen 25.6 in het vorige jaar en 24.3 kilometer in 1933. Het totale net der Duitscho Spoorwegen is in 1935 461 kilometer grooter ge worden en heeft een omvang van 54.332 kilometer. Dit is in de eerste pluats het gevolg van de terug keer van het Saargcbied tot het Rijk. Einac 1935 beschikte de Rijksspoorweg-Maatschappij over 21.65 locomotieven, 1561 motor-wagons, 60.341 wa gons voor reizigers en 596.598 wagons voor goede renverkeer. Het personeel der Duitsche Spoor wegen. de grootste onderneming van de wereld, steeg in 1935 met rond 25.000 tot 656.200 personen. VEMU5 ■V- MAR3 JUPITER •"5ATURNU5 2111

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1936 | | pagina 16