f
m
m
m
u
m
m
qï-
r
1
L
J
1
r
Ve tvolciveiliacu
1
K:<
i
g
jg
f i
18
i
i
ii
a
li
fp^l
Hl
I
II
Ét1
i
i
§1
i
i
i
n
i
li
«7
i
A'
A
ffgf
JU
m
A
li
5?
Het aanzoek van
Dorus de Dunne
door C. Key
2)
„W-w-wat ga j-jij doen, B-dorus?" zegt Lammere
minzaam.
„Een erfenis incasseeren!" zeg ik, „nou, jong, suc
ces Jboor! Je zult eens zien: Zondag!"
„Denk je?" zegt hij, 'n beetje zenuwachtig toch.
„Zeker. Natuurlijk!" zeg ik, bemoedigend.
„W-w-wat h-heb tie 'n haast!" zegt Lammere.
„Vind je?" vraag ik strijdlustig.
Maar Lammere heeft te veel gegeten.
Hij knort van behaaglijkheid, languit op z'n krib.
Jk berg Dorus' bord en lepel maar zoolang in mijn
kastje, zoek m'n Zondagschc broek op, waar een
zak uitgescheurd is.
Ook zoek ik een papier en een touwtje.
Op 't papier zet ik: Korporaal C. Key, kleeding-
nummer 241.
Een scheur erin. Touwtje erdoor. Aan een knoops
gat vastmaken.
Ik breng het naar de rustkamer.
Dan ga ik me 'n beetje waaschcn, haal m'n fiets
en rijd 'n eind om, want het is lekker weer en ik
ben blij.
M'n gedachten zijn bij Dorus.
Zou d'r één meisje zijn, die naar 'm kijken kan,
Zonder te lachen?
Hij kan vast geen onbenullige dingen zeggen. En
hij heeft een snor.
Toch zou 't me voor 'm spijten, als 't niks werd,
Want 'k geloof, dat ie 't heusch méént!
Als ik om half negen in 't tehuis aanland, kan
'k m'n gedachten niet bij de krant houden. Daar
om ga ik sjoelen, en we smijten extra hard.
'k Heb zin, om iets geks te doen.
Maar daarmee wacht ik, tot vanavond: op de
kamer.
Na 't bijbellezen ga ik langzaam naar de kazerne
terug, 'k Vorm het plan, Dorus op te wachten,
aan 't begin van de Kazernelaan.
3s 't nieuwsgierigheid? Of ook sympathie?
Jk wachtVoor elke soldaat groet ik plechtig
terug. Ik tel de keeren, cat ik salueer.
Hit is een schoon tijdverdrijf
Als ik bij zes-cn-twintig ben, komt Dorus aanrij
den, woest-gevaarlijk kort neemt hij de linkscho
bocht.
Dan ziet ie mij, en springt eraf.
^Hallo!" zegt ie, uitbundig.
„En?" vraag ik.
„Voor mekaar!" zegt ie
Dan loopen wo 'n eindje zonder woorden.
Totdat de overstrooming begint.
Hij weel fan geen ophouden.
W at is tie welsprekend!
Jk verwonder me gansch zeer
Van de week is er oen meeting van 't Jeugdver
band. Natuurlijk interesseert zij zich ervoor.
Jlij is eerst naar 't tehuis gegaan, om In de kerk
bode te kijken naar bijzonderheden.
Aldus toegerust toog hij naar de winkel.
Ze vroeg: „Wat blieft u, meneer?'
Jlij kwam niet om iets te koopen.
Jlij heeft inlichtingen gevraagd over die meeting.
Zo heeft geprobeerd, hem kort en bondig af lo
6chepen. Hij heeft nóg meer, en nóg precie6er alles
Jlij heeft zich voorgesteld.
Toon hebben ze 'n hecle poos gepraat over de
M. V. en over de J. V. en over do verhouding tus-
schen militairen en burgers.
En ze houdt veel van planten, net als hij.
Ze heeft hem spontaan een verzameling gedroogde
planten meegegeven, en een leiddraad voor 't on
derwerp dat Vrijdag a.s. op de meeting behandeld
wordt.
En hij haalt ze uit z'n tasch, met dronkemans
bewegingen: een boekje, en een dik schrift,
llij groet den schildwacht niet terug.
Ziet niets meer
Natuurlijk houdt hij óók van plantkundel
Maar wat kunnen hem al die planten schelen?
't Gaat alleen maar om hdar
Want zij is
En ze kan
En ze zei
Op de kamer komen wc even voor tienen.
Veldhorst zit te glimlachen als een wassen beeld.
Alleen z'n handen streelen liefkoozend over 't acht
ste kantje van een lila brief,
ifartje zoekt overal naar z'n helm.
Wat ie dóór nou ineens mee beginnen wil, snapt
niemand. Hijzelf misschien ook niet.
Hij is half uitgekleed.
Dan blaast de tron^petter 't avondappèl.
„Gekleed vóór de bedden, of naakt eronder", zoo
luidt dc dienstterm, 't consigne voor tien uur.
Lammere snurkt model.
Bartje schiet onder de wol.
Hij heeft z'n schoenen nog aan.
Moutje is weer op familiebezoek
De kamerwacht gooit de deur open.
De wachtmeester-van-de-week kijkt vluchtig rond.
Hij ziet gelukkig niet, dat Dorus z'n tasch nog on
der z'n arm heeft
Dan verlaat hij de kafner.
De deur dreunt dicht.
Hij foetert op dat model gedoe hier.
Veldhorst vertelt enthousiast over 'n film, die
komt of al gekomen Is, en over 't nieuwe zwem
bad in Apeldoorn. Nog veel meer.
„Hou nou asjeblieft je snater es, tante!" zegt Kie
vit je.
Toch duurt het nog wel even, voordat de kamer
op de hoogte gebracht is van deglorieuse victorie
van Dorus de Dunne.
En het duurt lang, voor alle geluid in de duis
ternis is opgelost en alleen 't piepen van Lam
mere' getrekzaag ons in slaap zeurt.
Ik denk niet, dat Doms veel geslapen heeft.
Maar dat doet er niet toe.
Want het is, het komt althans, in orde.
Morgenavond gaat hij 't boekje en 't schrift terug
brengen.
Hij zal praten.
Zij zal óók praten.
Ze zullen véél praten.
En dan
Dan wordt alles mooi.
Het i s al mooi, maar 't wordt nóg mooier.
't Gaat omhoog, naar de toppen van geluk ea
heerlijkheid.
Een wijde wereld van weelde beloone dc dapper-
doortastende daad van Dorus de Dunne!
III
Geertje zit in dc kamer.
Ze breit.
Het is al bij half acht: om acht uur gaat de win
kel dicht.
Dat geeft een rustig gevoel, vooral als 't druk ge
weest is.
Niet, dat ze moe wordt van 't vele loopen, heen
en weer: van dc kninpr naar de winkel; van de
■winkel naar ac bakkerij.
En dan weer van de bakkerij naar de winkel.
Geertje kent geen moeheid.
Ze kan gerust 's morgens om vijf uur opstaan,
tot na 't middageten werken, en dan „even", op
Prachtige wande
ling langs het
Eibmeer. (Zie het
artikel ,J£en zeer
schoon gedeelte
van Europa" op
ph. m.y
Geertje,
'de fiets, met vader op familiebezoek gaan, 40 K.M«
heen en 40 K.M. terug.
En als ze op Zaterdagavond zich vliegensvlug ver*
kleed heeft om naar de gymnastiek te gaan«
danst ze gewoon de winkel uit
En dit dansen zal niemand haar kwalijk nomen,
zelfs dc ouwe dominee niet Men getuigt van de
zen dominee, dat hij zeer zwaar is.
Zware dominees zijn tegen dansen. Of dominee
zwaar is, weet Geertje niet. Ze gaat wel met
weegschalen om. Dit hoort bij haar dagelijkscli!
beroep. Doch zo gebruikt geen geestelijke weeg
schalen: ze weegt geen dominees, wel Arnheni-
sche meisjes.
Anderen mogen klagen over of roemen op do
zwaarte van hun oominec, Geertje vindt hem
een lieveu man. Maar wol eens een beetje vreemd.
Lief, omdat ie altijd zoo vriendelijk praat en lacht;
vreemd, omdat zc hem vaak niet goed begrijpt-
Er hangt soms een zwaar overgordijn om z'n:
vriendelijke woorden.
Den jongen dominee vindt ze alleen maar héél
lief. Dit heeft Geertje mot veel andere jonge meis
jes gemeen.
De jonge dominee is eigenlijk hulpprediker.
Hij heeft oonker krulhaar en zwarte oogen.
En vaak, véél te vaak eigenlijk, prijst hij Geertje,
als ze een moeilijke vraag weet te beantwoorden.
De catechisatie-uurtjes zijn even prettig als do
uurtjes gymnastiek. Maar toch dnders.
Geertje houdt van den jongen dominee.
Ze houdt van hem, zooals ze van haar moeder
houdt: met een zuiver hart en een onbegrensd ver
trouwen.
Moeheid kent ze bijna niet.
En tóch is ze soms blij; als ze de winkel sluiten:
Komt het, omdat er zoo véél tegelijk is, waaraart
ze denken moet? Ze zet het dan alles op een rijtje
in haar hoofa.
Eerst do taarten bespuiten in de bakkerij, en dirt
de étalage bijvullen. Do veranderde prijsjes eruit
halen en nieuwe stempelen. Dan helpen met be
schuit inpakken.
En als zo even gemist kan worden, de kousen;
stoppen.
En onderwijl denken over die inleiding voor do
M. V.
En
Het staat alles op een rijtje en onfeilbaar zeker
grijpt zo steeds het op dat oogonblik moest
nooaigo.
He hoogtepunten van dc dag zijn do goedkeurendo
woorden, of enkel maar knikjes, die ze soms krijgt-
Soms van de klanten in de winkel.
Op do gym, als zij iets kan, dat de anderen niet
durven. Op de catechisatie, als zij iets weet, oat
de anderen niet weten.
Hit zijn de hoogtepunten in haar bestaan.
Want ze is eerzuchtig. Mateloos eerzuchtig. Bio
eerzucht vormt de kern van haar wezen. Alles is
daaraan ondergeschikt. Daardoor komt het, dat zo
verschillende baantjes hoeft.
Zet zit in 't bestuur van de M. V. en in dat van.
't Jeugdverband. En ze is er trotsch op, oat ze
ook de boeken kan bijhouden, als vader geen tijd
heeft De winkelboeken, en de papieren van de
Middenstand. Vader is secretaris van de Christe
lijke Middenstanosvcrecniging.
Deze Geertje nu telt negentien jaar.
Bijna even groot als haar eerzucht is haar wel
sprekendheid.
Zo kan overal over meepraten. Dit is wel noodig
in een winkel. En in de bakkerszaak van De Geus
wordt heusch niet alleen 't weer behandeld. Na
tuurlijk ook dit wel, en dat is zeer verklaarbaar.
De bakker staat vaak voor heete vuren. Als 't bui
ten koud is en binnen warm
De menschen praten bij voorkeur in tegenstellin
gen.
Omdat het niet netjes is, over jezelf veel goeds to
zeggen, zeg je iets kwaads van ac buurvrouw et
208
KRUISWOORDRAADSEL
A
1
2
3
b
5
A
b
7
8
A
V
10
11
12
Ï3~
ÜT
15
16
W
18
19
2T
21
22
W
24
25
2b
V
27*"
2b
V
2T
Be oplossing die men ons niet behoeft toe tc
zenden geven wij in bei nummer van volgende
SCHAAKRUBRIEK
Redacteur: W. J. B. CARON. Jacob Marlsstraat <2,
Amsterdam-West. Men wordt verzocht correspon
dentie over deze rubriek aan bovenstaand adres
te richten.
Probleem no. <91
Van E. E. WESTBURY
I
'k
s
M*
ffcll
wwA
Wit begint en geeft in twee zetten mat.
.Wit (10); Kei, Dd2, Tc3, Tf3, Lc7, Lf5, Pg3,
pi. d7, e7, hi.
Zwart (10): KfG, Dh8, TdG, Tg8, LaS, Lg7, pi. bG,
<14, f7, hö.
Probleem
Is
Bk'J
a us m*
WTJÊTM
,Wit begint en geeft in drie zetten mat.
Wit (11): Kg3, DaS, Toi, T17, pi. ci, cG, e2, f3,
g2, g€, h7.
Zwart (8): Kh8, Ta5, LaG, Pc8, pi. bG, c5, dG, e3„
Men wordt verzocht de oplossingen binnen acht
dagen in tc zenden.
Oplossing van Probleem No. <89
iVan E. PAPE.
Wit (9): Kli8, Da7, Tc2, Thl, Ld3, Ld2, Phi,
pi.e2, h2.
Zwart (10): Kf2, Tal, Tc7, La8, Ll>2, Pc8, Pdl,
pi.<44, f4, h7. i
Mat in twee zetten.
HORIZONTAAL:
1. Onwaarheid spreken.
6. Indische koe.
7. Boom.
9. Sidderen.
10 geestdrift.
13. Panter.
14. Kleine plantjes.
16. Band.
17 Stug.
20 Bid (Latijn).
21 Werk.
24. Kreupel.
26. Beneden (Fransch).
27 Dicht
28 Ruw.
29. Onderdeel van een locomotief.
VERTICAAL;
1. Eiland in den Indischen Archipel.
2. Muziekdrama.
3. Spruit.
4. Voortreffelijk.
5. Meisjesnaam.
6. Afzonderlijk.
8. Deel van den dag.
11. Kloosterzuster.
12. Geluidsweerkaatsing.
15. Zonder geluid.
18. Lichaamsdeel.
19. Stad in Italië.
21. Putemmer.
22. Boom.
23. Nijlreiger.
25. Top.
OPLOSSING
Sleutelzet: 1. e2—e4.
Varianten: 1 f4Xe3 e.p. 2. Lelt
1 d4Xe3 e.p.t 2. Lc3t!
1f3. 2. Tflt
1LXe4 2. Tflt
1TXc2 2. Tflt
1 Pe3 2. Lelt
1 Pc3 2. DXd4t!
Ncvcnoplossing: 1. Lelt Kc3; 2. Pf5t
Oplossing van Probleem Na <90
Van: Dr E. PALKOSKA.
Wit (7): Kcl, Df3, Tc4, Lal, pi.b4, c2, dG.
Zwart (12): Ka3, Dh8, Ta8, La5, Pg2, Ph7, pi.a2,
b?. e3, e7, fG g€.
Mat in drie zetten.
Sleutelzet: 1. Df3f5.
Er dreigt: 2bXa5.
Varianten: 1Lb6 2. Lb2| Kal 3. Dd7 mat;
1Ka4 2. bXa5t enz.; 1LXb4 2. Dcó enz.;
1Dg8 (c8) 2. Db5 enz.; 1gXfo 2. bXa5 enz.
Goede oplossingen ontvangen van: M. v. d. Berg
(489 en ncv.opl., 490), P. van Eyk (nev.opl. 489), G.
Holleman (4S9 en nev.opl., 490) Rotterdam; J de
Bruyne (4S9, 490) Slootdorp; Th. Visser (4S9 en
nev.opl., 190) Rotterdam; J. A. L. v. Dam (489),
J. F. Stoffels (nev.opl. 489, 490) Den Haag; G. G.
den Hollander (489, 490) Harderwijk; H. Janscns
(489, 490), Langerak; W. Korpershoek (489, 490)
Vlaardingcn; H. P. Nelleke (489, 490) Ermelo; Th.
F. Pieters (489) Zeist; .J. A. Scheepmaker (nev,
opl. 489, 490) Noordwijkerhout; H. Wisman (nev.
opl. 489) Utrecht.
Réti-opening
Gespeeld te Weenen 1923.
Wit: Réti Zwart: Dr Grubcr
1. Pgl—f3 Pg8f6
2. c2c4
De ontwikkeling van het koningspaard in den
eersten zet werd reeds een halve eeuw voor Réti's
tijd door Zukertort ingevoerd. Deze liet eohlcr
meestal d2(14 volgen, waarna een gewoon dame-
gambiet ontstond.
Réti wil echter de annvalakraeht van den c-pion
benutten, maar niet in open spel op ouden trant.
Hij, de profeet van dc moderne theorie, zoekt een
zuiver positioneelen opbouw, waarbij het centrum
wel wordt aangevallen, maar voorloopig niet be
zet; een strijd vanuit dc loopgraven.
Lu 1923 verraste hij de schaakwereld met zijn
schepping: 1. Pf3 (om het open spel mot e7eö
te beletten); 2. c2c4 (om zwarts andere moge
lijkheid in het centrum nl. d7d5 aan te tasten
van meet af. De verbinding van deze twee zetten
vormt de hoofdgedachte der Réti-opening.
Het is wel mogelijk, dat voor dien tijd ook wel
eens een Zukcrtort-opcning voortzette met 2. c4,
maar daarom mag men nog niet zeggen, dat er
geen reden is te spreken van een Réti-opcnnig,
omdat Zukertort „eerder" was. Integendeel, het
is do zaak niet, wie wel eens zoo gespeeld heeft,
maar wel wie het tot een eigen doorgedacht
systeem uitgewerkt heeft. Zoo is het bekend, dat
dc Nimzowitsch-opening van het damegambiet
reeds lang voor Nimzowitscl» aangewend is!
Hoe kan zwart zich nu in dc Réti-opening op
stellen? Drieërlei systeem kan hij volgen: zijn eer
ste doel kan zijn a. een spoedig c7—c5 met onge
veer symmetrische opstelling; b. d7—d5 met op
stelling als in de dame-pionopening; c. e7e5,
dwars tegen wits eersten zet in.
Van deze laatste methode is deze partij een voor-
2d7—dG
3. g2—g3 Lc8—f5
A. Lflg2 c7—cG
[Om b7, dat don steun van Lc8 mist, te versterken-
5. b2b3 Dd8—cS
van bet Kruiswoordraadsel uit het vorig nummer
Horizontaal: Bras; Tint; Uoyd; Togo; Neef; Skat;
Eest; Nede; Koel; Alom; Roxy; Obdam; Agra;
S S.T.T.
Verticaal: Bits; Olga; Slot; Tyne; Idee; Taft; Ok
sel; Essex; Naja; Door; Emba; Kras; Ooms; Lijst.
Belet de rochade wegens Lh3 en afruil van den
sterken witten Koningslooper.
6. h2h3 e7—eo
7. Lel—b2 Ph8aC
8. Pbl—c3 h7h6
Inconsequent: zwart heeft zich opgesteld mei net
doel de witte rochade te verhinderen, derhalve
moet de looper naai h7.
9. d2d3 LfSe7
10. Ddl—<12 Pa6c7
11. Pc3—dl!
Deze zet, die een ideaal-economische samenwer
king der stukken bcteekent, is mogelijk, omdat
zwart niet d5 kan spelen weaens PX»ö.
110-C
12. Pdl—e3 Lf5h7
13. 0-0
Maak nu dadelijk gebruik van de rochadc-moge-
13.
14. Pf3-h2 Pc7—e6
15. f2—f4 «MÉtf4?
Opent een diagonaal voor Lb2!
16. g3Xf4 f7—f5
17. Kgl—hl Pd7—16
18. TH—gl!
Een bijzonder fijn pionoffer: na PXf4 slaat
19. Pe3<15!! een ster in de ruit; er dreigt PXc7?t.
Op Pf4Xd5 volgt 20. LXdöf c6Xd5. 21. DXhGü
18. PfGha
19. Lg?-tt Ph5>f4
Zwart meent, dat het geschenk op deze wijze wel
te aanvaarden is. Wit weerlegt dit echter op
grootsehe wijze met den briljanten paardensprong,
die reeds in het offer van den 18dcn zet verdiscon
teerd was.
Stand na 19Ph5Xf4
'Wik.
m
"k
m
k
k\
k
mm
W>%\
20. Pe3d51!
Tc fraaier wordt deze zet, ate men bedenkt, Jat in
de variant, gegeven bij den lSden zet, het paard
op 14 niet gedekt stond, thans echter wel! Toen
was derhalve Pf4Xd5 het eenige, maar thans
schijnt het, dat zwart met 20. 6cXd5 op een
voudige wijze een stuk wint. Een even geniaal nis
verrassend dam co ff er, doet echter zwarts verwach
ting in rook vervliegen: 21. DXf4ü (dreigt LXd5!)
PX14, 22. TXg7f Kh8, 23. TXe7f TfG, 24. LXfGf
Kg8, 25. Tglt Kf8, 2G. Tglg7 en zwart gaat mat.
20. Pf4Xd5
21. c4Xd5 Le7g5
22. d5XeGI!
Opnieuw een prachtig dameofferl Bij aanneming
22.LXd2, 23. TXgTf
22.
Dc8Xe6
Lg5f6
Kg8h8
23. Dd2c3
24. Dc3d2
25. Tglg2
He laatste stelling wordt nu onder vuur genomen;
g7 is niet te behouden zonder opofferingen eiders.
25. Tf8f7
26. Tal—gl, LfG—e5
27. d3<14 Le5—f6
'28. d4d5
Zwart capituleert: de beslissende opmarsch in het
centrum scheurt zijn stelling open. Réti's positio-
noele en combinatorische partij behandeling dwingt
hoogc bewondering af. Voor mij is deze partij eea
van dc heerlijkste juweelen der schaaklitteratuur.
Correspondentie
H. W. te U. Een probaat middel is altijd: de ge
geven oplossingen nauwkeurig controleeren.
ïh. V. .te R. Bon het geheel met U eens.
11. J. te L. Men mag wel een paar dagen Inter,
inzenden dan acht, maar zulke oplossingen kan
ik dan pas in een volgende rubriek verantwoor
den, daar ik steeds op Maandagavond mijn kopij
verzend.
J. F. S. te D. H. U had inderdaad 42 p. in den
eindstand; 1. Dg7t Kh4, 2. Pf2 f3, 3. Kg3+ wordt
weerlegd door KXg3; hierdoor ging een punt ver
loren.
213