Hieuiue ^THÏlsdjr ©«trant Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken PRESIDENT RUYS HERDACHT abonnementsprijs Per kwartaal in Leiden en in plaatsen waar een agentschap gevestigd is 235 Franco per post 235 4- portokosten Per week0.18 Voor het Buitenland bij wekelijksche zending430 Bij dagelijksche zending530 Alles bij vooruitbetaling Losse nummers 5 ct. met Zondagsblad 7ct Zondagsblad niet afzonderlijk verkrijgbaar Bureau: Breestraat 123 Telefoon 2710 (na 6 uur 3166) Postbox 20 Postgiro 58936 NO. 5759 SttforrtrntiEprtptn: Van I tot 5 regels1.17'/» Elke regel meer 0.22'/i Ingezonden Mededeelingen van 1—5 regels2.30 EJke regel meer045 Voor bet bevragen aan 'I bureau V wordt berekend 0.10 MAANDAG 20 APRIL 1936 15e Jaargang ONHEIL AFGEWEND Jaar en dag hebben de vrijzinnig-demo craten zich geoefend in de ontwapenings- propaganda; het is waarlijk niet ie verwon deren, dat de massa der partij hierin vast gegroeid ziL Nog in 1933 heette de „eenig mogelijke" conclusie van het verkiezings program: „als oorlogsmiddel is ons mili tair orgaan niet bruikbaar en een bruik baar orgaan om oorlog te voeren, kunnen wij niet betalen". Dit was geheel in overeenstemming met het werkprogram: geen militaire macht om oorlogsactie te voeren, slechts een politie macht met eenvoudige bewapening onder het departement van Binnenlandsche Zaken Nauwlijks echter waren de verkiezingen achter de rug of twee vrijzinnig democrati sche leiders werden minister en bij de in stelling van het Verdedigingsfonds is mi nister Oud geheel in de lijn van Dr. Colijn gekomen. Gevolg van een ander was een extra con gres met voorstellen van het hoofdbestuur om de uitspraak „voor nationale ontwape ning" te laten vervallen, verdediging des lands bij een aanvalsoorlog als plicht te beschouwen en- ons aandeel te leveren bij een Volkeubondsactie. Wekenlang was er groote beroering in de V.D. bond over deze voorstellen,; demassa wilde er niet aan cn de heeren Van Emb- den cn Ketelaar waren vastbesloten het oude standpunt te handhaven. Gisteren helaas weer op Zondag heeft het er dan ook gespannen op de bui tengewone vergadering en ondanks dc hartstochtelijke betoogen van minister Oud, prof. Kranenburg en mr. Joekes zou het tot een scheuring gekomen zijn in de partij, Wanneer eenige Friesche afgevaardigden niet een modus vivendi aan de hand had den gedaan, welke ton slotte, nadat de scherpe amendementen van Dr Van Emb- den verworpen waren, met 165 tegen 29 stemmen, is aangenomen. Men zal straks de letterlijke tekst voor zich moeten hebben om goed te begrijpen, welke verzachting de Friesche vredestich ters voor de ontwapenaars aanbrachten. De persverslagen zeggen, dat niet meer ge sproken zal worden over „verdediging tegen een oorlogsaanval"; maar dat de uitspraak „voor nationale ontwapening" wèl is ver vallen. Dat zou er dus op wijzen, dat de weermacht alleen moet dienen voor hand having der orde en als onderdeel van Vol kenbondsactie. Het lijkt ons min of meer woordenspel om een al te hevige botsing te voorkomen, doch hoe het zij, het verheugt ons, dat het niet tot een breuk in de vrijz.-dem. bond is gekomen. Principieel gesproken stonden we altijd tegenover deze partij; maar prak tisch waren er veel punten van aan rak in tr- alleen de op de spits gedreven nationale ontwapening vormde een scherpe tegenstel ling. Deze is nu öf geheel óf voor 't grootste deel vervallen; en samenwerking is in deze tijden noodig als brood. Doch ook verheugt het ons, dat de poli tieke versplintering, welke al bedenkelijker proporties aanneemt, niet door een breuk in de V.D.B. is toegenomen. Daarom kan men zeggen, dat een onheil is afgewend. DE NEDERLANDSCHE AMBULANCE Is te Assa aangekomen De Nederlandsche ambulance is veilig te 'Assa eearriveerd, een plaatsje ongeveer 100 KM. ten noorden van Addis Abeba. Het Capitulantenbesluit Ingesteld worden een Capitulanten- Raad en een Centraal Capitulantenbureau Leden worden benoemd voor 4 jaren In het „Staatsblad" is afgekondigd een koninklijk besluit tot vaststelling van een algemeenen maatregel van be stuur ter uitvoering van het Capitu- lantenreglement. Ingesteld worden een Capitulantenraad en, tot bijstand van dezen raad een Centraal Capitulantenbureau, tot directeur van welk bureau de minister van Defensie a.i. inmid dels heeft aangewezen den heer J. Vennik, referendaris aan zijn Departement. De Capitulantenraad bestaat uit 11 hoofd ambtenaren, van elk departement één en den directeur van het Centraal Capitulantenbu reau, terwijl voorts de spoorwegmaatschap pijen en de vereeniging van Nederlandsche Gemeenten ieder een lid kunnen aanwijzen. De Kroon wijst uit de leden een voorzitter aan. De aanwijzing der leden geschiedt telken male voor een termijn van vier jaren. De raad beraadslaagt en beslist in den regel met drie leden. Hij heeft tot taak te beslis sen in alle zaken, wplke zich voordoen met betrekking tot de toelating van dienstplich tige onderofficieren, als bedoeld in artikel 1 van het Capitulanten-reglement, tot een vrij willige verbintenis als militair ambtenaar bij de Koninklijke Landmacht, alsmede met be trekking tot oe plaatsing van militairen en gewezen militairen, hertoeld in de artikelen 1 en 2. in betrekkingen als ambtenaar dan wel als spoorwegambtenaar. De caoitnlanten worden ingeschreven op candirlatcnlijsten, welke de directeur van Centraal Capitulantenbureau aanhoudt» Tweede Kamer De heer J. J. C. van Dijk en Dr. H. Colijn spreken over den overleden voorzitter Overzicht 20 April 1936. Toen op 1 April de Kamer uiteenging kondigde de president als zijn voornemen aan haar op 5 Mei a.s. wederom bijeen te roepen. Het is pas 20 April en de Kamer is bijeen. Maar president Ruys is er niet meer. God nam hem weg. Onverwacht. Opeens midden uit het volle leven, toen hij zich gereed maakte om wat rust te nemen en zich me disch te doen observeeren. Met een glimlach op het gelaat betrad hij de Utrechtsche zie- keninrichting en slechts weinige minuten later ontvlood zijn ziel het lichaam en keer de weder tot Hem, die haar gegeven heelt. De Kamer heeft hedenmiddag haar zoo plotseling verscheiden voorzitter herdacht. Op het hooge podium ontbrak ditmaal en voor goed zijn markante figuur. Diep waren de aanwezige volksvertegen woordigers daarvan onder den indruk. Want de voorzitter werd gerespecteerd en gewaar deerd door allen. Hij was de erkende leider der debatten! Voor allen was hij de man met superieure kwaliteiten voor deze niet zoo ge makkelijke en eenvoudige taak. Zijn regi ment was krachtig en soepel tevens: soepel waar het kon, krachtig waar het moest. Moest het krachtig zijn, dan voelde echter niemand dat als een onaangenamen da-uk, omdat de geboren regent aan kracht hoffe lijkheid en gemoedelijkheid paarde. Gewillig, steeds gewilliger ondeiwierp de Kamer zich zijn beleid, ook als dit beleid £ich richtte op snelheid van wenken en op het hooghou- van den parlementairen toon. Zelfs de meest oppositioneele volksvertegenwoordiger at bij wijze van spreken uit zijn hand lachend gaf hij zich gewonnen, zoodra een kort maar krachtig hamertje en een schijn baar booze blik des voorzitters hem beduid de, dat hij "uitgegleden was en iets had te verbeteren. En kon hij niet dadelijk zelf het goede vervangende woord vinden, de pre sident had het reeds klaar en gaarne nam menigmaal „de geachte afgevaardigde" het over. Beide partijen waren dan tevreden: de spreker vervolgde zijn rede en de voorzitter glunderde eens oolijk en zette zijn „audiën tie" voort. Want bij zijn zetel was het steed6 een komen en gaan van ministers en kamer leden. Groot was het overwicht van president Ruys op hen, die hem ten volle hun vertrou- sohonken jaar na jaar. En met reden. Ruys was voor de Kamer precies wat zij noodig had. Zijn bijzondere gaven van geest en hart. Zijn groote ervaring, zijn rustige be dachtzaamheid en bezonnen wijsheid schon ken hem een autoriteit, als wellicht geen zijner voorgangers ooit genoten heeft. Hij was een man van beginsel, van diepen ernstigen godsdienstzin, van zielegrootheid -vroomheid, van grooten eenvoud en van gave en volle toewijding aan vorstin en va derland. Hij diende zijn God boven alles, hij nam niets van het leven, maar gaf er zich met zijn volle persoonlijkheid aan. Zijn brandend begeeren was: doen wat God van hem vroeg. Ruys was een christelijke persoonlijkheid den dieps ten zin van dit woord. Daardoor werd hij bewaard voor vele gevaren des levens, daaruit verklaart zich zijn sobere Levensopvatting, zijn eenvoud en ernst. Hij wist zich klein onder de hoogste autoriteit en daarom was hij groot onder de mensohen Daardoor ook viel hij zoo ontzaglijk mee, toen hij in 1918 door Dr. Nolens onverwacht op het eerste plan geschoven werd. „Ze zijn ze mogen er zijn', zei deze, toen het Kabinet gevormd was. En inderdaad Ruys heeft getoond, dat hij er mocht zijn. „De wereld wordt geregeerd door de wijs heid Gods en de dwaasheid der menschen". Dat was een van de richtsnoeren van zijn leven. Bijbelsehe wijsheid: eerst God en daarna de mensch. Ruys zij daarin ons en velen ten exempel. Met grooten eerbied zullen we hem blij ven gedenken. Hij moge niet gerangschikt worden onder de heroën der menschheid, in de voi-vulling van zijn levenstaak is hij waarlijk groot geweest; aan het welzijn van zijn volik heeft hij zich volkomen gegeven. Dat geldt ook voor het staatkundig terrein des levens, waarop hij zich meer dan dertig jaren heeft bewogen. Ook de Kamer zal ongetwijfeld haar over leden voorzitter in eerende nagedachtenis houden. Haar gevoelens zijn vanmiddag op rtreffelijke wijze vertolkt door den twee den voorzitter.den heer v. Dijk, terwijl ook legeering bij monde van minister Colijn niet nagelaten heeft uiting te geven aan wat haar bij diit plotseling sterven innerlijk be- Beiden hebben liet werk van Ruys in eeuwigheidslieht mogen plaatsen en hem niet alleen als staatsman, maar bovenal als christen gezien, voor wien het „Repos ail- leurs" geen ijdele klank geweest is. De Kamer heeft beide redevoeringen met grooten eerbied aangehoord en is daarna weer uiteengegaan. Verslag Herdcnkinq van president Ruys. Na opening der vergadering houdt de heer v. Dijk als ondervoorzitter der Kamer de volgende rede: Diep onder de indruk van zijn onver wacht verscheiden, zijn wij samengekomen om in dankbaarheid en eerbied te herden ken onzen hooggeschatten voorzitter, den Minister van Staat jhr. mr. Charles Joseph Marie Ruys do Beerenbrouck. Vele en gewichtige waren de diensten, die hij in een hoogst eervolle loopbaan aan het land bewees. Commissaris der Koningin in de provincie Limhurg," werd hij op 9 September 1918 aangewezen als verantwoordelijk raadsman der kroon. Tweemaal werd hij sindsdien opnieuw tot het Ministersambt geroepen. Al die keeren droeg het kabinet zijn signatuur. Vele ja ren maakte hij deel uit van deze kamer. Leider van haar werkzaamheden was hij van 1 September 1925 tot 10 Augustus 1929 eu van 9 Mei 1933 tot aan zijn overlijden. Zwaar is menig jaar van zijn minister schap voor hem geweest.. Met nimmer fa lende blijmoedigheid hooft hij de moeilijk heden, die hij op zijn weg vond, onder het oog gezien eu bij het zoeken van de oplos sing gold voor hem slechts de vraag op welke wijze 's lands belangen het bost werden gediend. Van de wetten, door de onder zijn leiding staande kabinetten voor bereid en verdedigd, mogen die tot herzie ning der Grondwet, tot stand gekomen in 1922, in het bijzonder in herinnering wor den gebracht. Het lidmaatschap der Kamer ln 1905 deed hij er voor het eerst zijn intred« vervulde hij met groote liefde. Reeds spoe dig had zijn woord gezag. En het voorzit terschap wij weten het allen, ook nog uit het jongste verleden bekleedde hij op een'wijze, die moeilijk te evenaren is. Toen hij, in 1925, voor dc eerste maal het voorzitterschap der Kamer aanvaardde, verklaarde hij, dat het zijn ernstig streven zou wezen als voorzitter onpartijdig te zijn en de inzichten en opvattingen van allen naar waarde te schatten. Hij heeft gestreefd, gelijk hij beloofde, hij heeft ten volle bereikt waarnaar hij streef de. Alle partijdigheid bleef verre van hem. En voor overwegingen, die afweken van de zijne, had hij steeds een open oor. Twee dingen waren er, waaraan hij niet geraakt'wenschte te zien. Dat waren de goede toon hij de beraadslagingen eu de juiste verhouding tusschen de regeering cn de kamer. Het was in September 1927. dat hij in de rede, waarmede hij het voorzitter schap aanvaardde, de kamer voorhield: „de opvatting, dat tot dc groote stijl in ons werk ook behoort het bewaren van de goe de toon, zal u van uw voorzitter niet be vreemden". Dat op dit gebied met hem niet te t.ransigeeren viel, wetou wij allen. En de juiste verhouding tusschen de regeering en de kamer, hoevele malen is hii daar voor niet opgekomen, als die in het ge drang dreigde te geraken, bijvoorbeeld door het stellen van schriftelijke vragen, die de strekking hadden op een te venvachten be slissing van de regeering invloed te oefe- ten? Zulke vragen weigerde hij dan, in de vriendelijkste vorm door te zenden. Eu hoe kon hij ook hoffelijk maar beslis! zijn standpunt bepalen, als hij meende, dat het optreden van de regecring niet geheel strookte met de positie, welke voor het parlement in ons staatsbestel is~ weggelegd. Lange redevoeringen achtte hij uit den booze. „Zaakkundige bondigheid bonriiae zakelijkheid" beval hij in zijn aanvaardings rede van September 1933 aan de Kamer aan. Wij onderwierpen ons gaarne aan zijn leiding, omdat wij gevoelden, dat die lei ding een eerlijke was, waarbij niemand werd ontzien en niemand met opzet werd belast, en omdat wij wisten, dat die leiding gericht was op het hoog houden van hst parlement En het was ons te gemakkelijker hem te volgen, omdat wij telkens weer onder de bekoring kwamen van zijn ongekunstelde oud, van zijn bij die eenvoud toch zoo hoffelijke omgangsvormen, van zijn bij alle ernst van levensopvatting zoo blijmoedige natuur, van zijn gevoel voor humor, en van het sprankelende van zijn geest. Eenzijdig was onze voorzitter allerminst. Naast het werk, dat zijn voornaamste functie hem bracht, verrichtte hij nog veel andere arbeid. Verschillende colleges van heteeke- nis telden hem onder hun leden. Van tic mijnraad was hij de gewaardeerde voor zitter. Voor de staatkundige partij, waartoe hij behoorde, stond hij steeds op de bres; zij erliest in hem een schat van toewijding en van leidende kracht- De drankbestrijding vond in hem een •arm aanhanger. Voor charitatieve arbeid 'erd nooit te vergeefs een beroep op hem gedaan. Ruijs is van ons genomen, vrij hebben ens te buigen voor Gods wil. Zijn beeld blijft ons voor de geest staan. En dan zien wij hem als een oprecht Christen, diep belevend het geloof, dat zijn plechtanker was in leven en in sterven, daarnaast ten vol' eerbiedigende de levensovertuiging va anderen. Dan zien wij hem als trouw dienaar van het Vorstenhuis, dat hij vereerde, en var. het vaderland, dat hij liefhad. Dan zien wij hem als toegewijd strijder voor de beginselen, die hij met zijn vo'i« hart en zijn groote gaven diende. Dan zien wij hem als een eenvoudig, edel en grootmoedig mensch. Ruijs is van ons genomen, wij hebben God te danken, dat hij dit vruchtbare, rijke leven aan land en volk heeft geschonken. De herinnering aan deze nobele figuur lichte over onzen gemeenschappelijkcn ar beid. Moge aan zijn nabestaanden Gods rijke vertroosting worden geschonken. De rede van den Minister-President Het woord is daarna aan Dr. H. C o 1 ij n, voorzitter van den Raad van ministers. Hij spreekt als volgt: In aansluiting aan de door U gesproken woorden wenscht ook de regeering in deze plechtige zitting uitdrukking te geven aan haar deelneming in het door de Kamer ge leden ernstige verlies en te getuigen van haar groote waardeering voor den persoon en de arbeid van den staatsman, die zoo plotseling ontviel aan de dienst van land pn Koningin en wiens verscheiden in zoo breede kringen wordt betreurd. Slechts weinigen kunnen hogen op zulk een groote staat van dienst voor de publieke zaak, als het geval was met den nu over leden staatsman. Ruim 30 jaren lang heeft Ruijs do Beerenbrouck in een of andere vorm aan het parlementaire leven deelge nomen en daarvan heeft hij niet minder dan elf jaren de leiding gehad van een kabinet, een grooter aantal jaren dan ten onzent ooit een voorzitter van de Raad van ten deel govalle-i is. Niet ieder van de 3 perioden waarover die 11 jaren verdeeld waren, was even belang rijk, maar in geen van die 3 perioden ble- 'en de moeilijkheden gespaard. Het eerste Kabinet-Rnijs trad op toen do wereldoorlog nog woedde en de voedsel- moeilijkheden in ons land een hoogtepunt hadden bereikt. Kort daarna moest met rustige kracht worden opgetreden tegen ernstige gisting in het binnenland en kwam men voorts te staan tegenover de liquidatie van de gedurende den oorlogstijd getrof fen maatregelen op economisch gebied. Maak ik dan verder nog melding van de invoering der verzekermgswetgeving, van de in de eerste periode tevens tot sland ge komen arbeidswet en van de uitvoering van 't nieuwe grondwetsartikel inzake het onderwijs, dan mag van het eerste kabinet Ruijs worden getuigd, dat het in onze par lementaire geschiedenis een zeer eervolle plaats zal blijven innemen. Het tweede kabinet had weer andere moeilijkheden, waarvan ik slechts noem de financieele zorgen, die zich in de jaren 192: —1924 openhaarden. En ook het derde bleef niet gespaard van bijzondere moeilijkheden, toen de huidige economische inzinking, met haar financiee le gevolgen, zich in de beide laatste jaren van bet derde kabinet ook ten onzent duch tig voelbaar begon te maken. Onder zulke omstandigheden gedurende elf jaren werkzaam te zijn op de meest in het oog vallende plaats, eischt meer dan ge wone geestkracht en is zonder het bezit van regentenkwaliteiten niet tot een goed einde te brengen. Het voorrrecht gehad hebbend met den nu ontslapen staatsman in een kabinet te hebben gezeten, zou het een tekortkoming mijnerzijds, zijn indien ik niet ook getuigde van zijn voortreffelijke gave om meenings- verschillen in.de boezem van de minister raad tot overeenstemming te brengen. In dit opzicht was hij onbetwist primus inter Dat. dit leven vroeg, te vroeg werd afge sneden, mag naar menschelijk oordeel wor den getuigd, met het oog op wat van gerijp te levenservaring nog te verwachten viel. Maar de Almachtige God oordeelt anders. Hij roept de mensch op zijn tijd weg, ook van do meest verantwoordelijke posten. En zijn doen is wijsheid. Daarvoor buigt de regeering ootmoedig het hoofd en dankt slechts namens Kroon cn volk voor al den openharen arbeid door Ruys verricht. En zij voegt daaraan de bede toe, dag God de zwaar getroffen familie, inzonderheid de weduwe en de kinderen, zal schragen in 't dragen van dit zware verlies. Alle ministers waren aan de regeerings- tafel gezeten. In de loges hadden o a. plaats genomen oud-minister Van IJsselsteyn, de minister van Staat. Commissaris der Ko ningin in Zuid-Holland, jhr mr dr Van Karnebcek; de griffier van de Eerste Kamer mr de Block, oud-minister Schokking. lid van den Raad van State en mr Knottenbelt lid van de Eerste Kamer. De Communistische fractie was in haar geheel aanwezig, terwijl ook de heer Snee vliet, rev.-soc., de vergadering bijwoonde. HET WERKKAMP TE RODEN GEOPEND BELANGSTELLING VAN PRINSES JULIANA In tegenwoordigheid van H. K. H. Prinses Juliana, vele autoriteiten en tal van belangstellenden heeft vanmiddag te Roden (Dr.) de officieele opening plaats gehad van het werkkamp voor Jeugdige werkloozen „Roden", gesticht door dp Centrale voor Werkloozenzorg te Utrecht Juliana met gevolg was gearriveerd, werd Toen tegen drie uur H. K. H. Pri-pses zij begroet door den heer W. J. Heraraes, voorzitter van de Centrale voor Werkloo zenzorg. Verder heette de heer Hemmes in het bij zonder welkom den Commissaris der Ko ningin in de provincie Drente, den heer mr. dr. R. H. baron de Vos van Stcenwijk en den burgemeester van Roden, den heer mr. H. W. Bloemers, alsmede den heer Meyer de Vries, directeur van de Werkver schaffing, die den minister van Sociale Zaken vertegenwoordigde. De heer Hemmes gaf daarna een zicht van de bedoeling en de oprichting van de kampen van de Centrale, speciaal van dat te Roden. Op de vraag, die wel eens gesteld wordt, wat éigenlijk de drijfveer van de Centrale tot dezen arbeid is. zegf hij, dat het zeer zeker van groot belang is, dat de jonge menschen eenigen tijd onttrokken worden aan de sfeer van het nietsdoen en dat een verblijf in de werkkampen weer orde regelmaat in hun leven brengt, maar Centrale, opgericht door de Protestantsche Kerken van Nederland heeft toch ook nog een andere bedoeling met dit werk. Zij wil de jonge menschen doen verstaan, dat zoo zij geloóven, zij de heerlijkheid Gods zullen zien, zelfs in hun moeilijke levensomstan digheden. Daarom wordt groote nadruk gelegd op de sfeer in het kamp, door on derlinge gesprekken en dagsluitingen wordt gepoogd het verblijf aldaar niet alleen een tijdelijken maar tot een eeuwigen gen voor de deelnemers te doen zijn. Spr. eindigde met voor te lezen het eer ste vers van Gezang 2: „Den hoogen God alleen zij eer", welk lied door de aanwi zigen staande werd gezongen. In de plaats van den Minister van Sociale Zaken mr. M. Slingenberg, die heden in verband met het overlijden van jhr. mr. Ch. J. M. Ruysch do Beerenbrouck de zitting van de Twee de Kamer bijwoonde, heeft daarop de Commissaris der I< erin gin in da Provincie Drente, baron De Vos van. Steenwijk, het werkkamp met een korte rede voor geopend verklaard. Nadat ook nog de burgemeester van de gemeente Roden, mr. H. W. Bloe mers, en de voorzitter van het Pro vinciaal Comité Groningen, da. A. N. Tonsbeck, bet woord hadden gevoerd en de kampcommandant, de heer ir. G. Meyerink, een woord van dank had gesproken, ontrolde H. K. H. Prinses Juliana de nationale vlag als bewijs dat het kamp officieel was ge opend. Vervolgens werd de thee geserveerd en bezichtigden H. K. H. Prinses Juliana en de genoodigden het kamp. WANBELEID HOLL. GRONDCREDIETBANK Verslag van den curator VOORNAAMSTE NIEUWS Dit nummer bestaat uit DRIE bladen De Engelsche minister-president Baldwin heeft een rede gehouden over den politieleen toestand. Hitler is heden 47 jaar oud gewórden. De Italiaansche legers naderen Addis* Abeba. Ankober en Jigiga zouden bezet zijn. De Abessyniërs hebben een grooten slag op. het Zuidfront verloren. Buitengewone algemeene vergadering van den Vrijz.-Dem. Bond. Met groote meerder heid werd een bestuursvoorstel aangenomen, waardoor nationale ontwapening uit hei werkprogram is vervallen. De laatste salarisverlaging voor de Rijks ambtenaren overtrof dc verwachting met fVi millioen. Zaterdag is in het paleis van Justitie te Don Haag de verificatievergadering gehou den in het faillissement van de N.V Hol landsche Grondkredietbank, in welke ver gadering dc curator, mr. D. J. Veegens. verslag heeft uitgebracht, waaruit wel zeei duidelijk bleek welk een wanbeheer er crc- voerd was. Verschillende frappante dingen kwamen daarbij aan het licht. Alvorens een oordeel te vellen over het gevoerde (wan)beleid, zullen crediteuren goed doen te bedenken, dat de personen die vooral in de termen vallen om aan sprakelijk te worden gesteld de direc teuren en commissarissen, die op 1 Aug. 1923 zijn af- resp. opgetreden niet allen in dezelfde mate schuld dragen, zoo zeide de curator. Crediteuren kunnen er van verze kerd zijn, dat de curator het als zijn voornaamste taak beschouwt om al degenen, die middellijk of onmiddel lijk bij de plundering der H.G.B. be trokken zijn geweest of haar door on voldoende toezicht hebben mogelijk gemaakt, zonder aanzien des per- soons tot schadevergoeding aan den boedel te noodzaken. Tot zijn leedwezen moet de curator hier aan toevoegen, dat de leden van het oude bestuur en hun erfgenamen, die hij van de herkomst der door hen en hun erflaters genoten provisiën en schadevergoedingen in kennis heeft gesteld, de genoten ï;elden niet hebben willen terugstorten. In Augustus 1935 kon de bank het niet langer bolwerken en zag zij zich genood zaakt surseance van betaling te vragen. Ter vergadering van de schuldeischers bleek de stand van den boedel van dien aard te zijn, dat de rechtbank oo 24 October 1935 het faillissement uitsprak. De vorderingen wegens premie-aandeclen werden voor de stukken, die bij controle vanwege den curator bleken te zijn uitge loot,. gesteld op het bedrag van de getrok ken premie en voor de niet-uitgelote stuk ken op de z.g. „contante waarde" die met inachtneming van het bepaalde bij art 131 der faillissementswet nader is vastgesteld op 7.04 voor ieder stuk. Deze uitdrukking heeft tot veel misverstand aanleiding gege ven. Tal van crediteuren verkeeren in de meeiiing, dat 'dit bedrag hun binnenkort zal worden uitgekeerd. Dit is ni e t j u i s L De percenten, die te zijner tijd voor hen zullen worden uitgetrokken, moe ten over dit bedrag worden berekend. Op de lijst van voorloopie erkende schuldvorderingen komen de namen voor van 5250 Nederlandsche en 375 Buitenland- sche houders van premie-aandeelen, terwijl 260 houders hun vorderingen aan toonder hebben doen verifieeren. Tezamen hebben zij 136 uitgelote premie-aandeelen. waarop in totaal 37.462,— aan premiën is geval len en 51.146 niet-uitgelote premie-aandee len. waarvan de „contante waarde" h 7.04 bedraagt 360.067.84 bij den curator ingeleverd. Voorts bevat de lijst de namen van 16 houders van pandbrieven, die erkend zijn voor her nominaal bedrag van hun stukken met bijberekening van rente tot den dag der faillietvei'klaring, tezamen voor 64.43725. Overigens komen op de lijst nog negen crediteuren voor, die te zamen 287,22 pre ferent wegens achterstallige belastingen en 37.084,14 concurrent te vorderen hebben. Tenslotte merkt de curator op, dat de af wikkeling van dit faillissement nog gerui men tijd, op zijn minst een paar jaar, zal vergen en dat hem volstrekt onmogelijk is eenige voorspelling te doen over het per centage. dat crediteuren te wachten hebben De hij de faillietverklaring aanwezige en sindsdien geïnde haten, bestaande uit kas saldo, postrekening, effecten, meubilair en opbrengst „Ons Maandblad" zijn tot nu toe voldoende geweest en zullen ook in de toe komst toereikend zijn om dc faillissemcnts- kosten en de kosten van procedures te be talen. Voor een uitkeering hebben zij prak tisch geen beteekenis. Deze zal moeten ko men uit hetgeen op debiteuren kan worden verhaald. Nat Vereeniging „Pro Rege" De algemeene vergadering op 2 Juni Naar we vernemen zal de jaarlijksche al gemeene vergadering van de Nat. Vereen. „Pro Rege" Dinsdag 2 Juni a.s. worden ge houden onder presidium van Ds. T. J. Ha gen. Geref. predikant te Delft. De vergade ring die steeds in de Pinksterweek te Utrecht pleegt gehouden te worden, zal thans voor het eerst te Amersfoort plaats vinden. Door het Intern. Handelsconsortium geves* tigd te Amsterdam zal in Mexico 200 K.M* spoorweg worden aangelegd. Zooveel moge lijk zal dit werk door de Nederlandsche in* dustrie worden uitgevoerd Te Dirksland zijn in de Ned, Herv. kerk tal van kerkgangers bedwelmd geworden door kolendamp. Kolendamp in een kerkgebouw Zondagmorgen werd de godsdienstoefe ning in de Ned. Herv. Kerk te Dirks land, welke geleid werd door Ds C van der WaL verstoord, doordat ver- schillende menschen tengevolge van kolendamp, zich onwel voelden Volgens het N. v. d. D. vielen midden ln den dienst drie kindéren bewusteloos uit de banken. Dr Boot, die in het kerk- - gebouw aanwezig was, droeg de kinde ren naar buiten en na toepassing van kunstmatige ademhaling, konden ze naar huis worden gebracht Ondertus- schën verlieten ook eenige dames, die zich eveneens onwel begonnen te voelen, de kerk. Een en ander veroorzaakte groote consternatie en na anderhalf uur zag de predikant zich genoodzaakt den dienst te beëindigen, daar ook hij door zware hoofdpijn werd gekweld. Sommige vrouwen moesten geholpen wor den om het gebouw te verlaten, niet weten de, wat er eigenlijk gaande was. De taxi's hadden druk werk om de zieke menschen naar huis te brengen. Een juffrouw moest in het ziekenhuis worden opgenomen. Van de bediening van den Heiligen Doop en het aannemen van nieuwe lidmaten, moest worden afgezien, terwijl de avonddienst werd afgelast. De ooi-zaak moet gezocht worden in 't feit dat thans een nieuwe centrale verwarming in aanbouw is. De daarvoor dienende schoorsteen was aangesloten op die van de kachel. Zoodoende trok het buizennet in 't gebouw harder en kwam er op deze wijze kolendamp in het kerkgebouw. Ernstig auto-ongeluk te Naarderi Drie personen gewond. Nabij de Karnemelksloot te Naard e-tt is Zondagmiddag een auto. bestuurd door den 19-jarigen J. v. B. uit Hilversum, die in de richting Amsterdam reed, door den 28-ja- ritren automobilist A. van der R. uit Soest, toen deze met zijn wagen naar rechts wilde uithalen, gehaakt Het rechterachterspatbord van de auto van Van der R. kwam in aanraking met de linkervoorbumper van den wagen van v< B.. die de macht over zijn stuur verloor en in de sloot reeds. Van B. bleef ongedeerd. De naast hem zitende 19 jarige J. L. uit Hilversum en twee meisjes, die achterin zaten, waren er evenwel ernstiger aan toe. Met ernstige verwondingen aan het hoofd zijn zij het huis van een geneesheer bin nengedragen, waajna zij na verbonden te zijn, naar hun woningen te Hilversum wer den vervoerd. Van der R. bleef ongedeerd. Zijn auto werd niet beschadigd. BEROEP ONGEGROND VERKLAARD De Kroon hoeft ongegrond verklaard het beroep, ingesteld door de N.V. Rotterdamsche Tramweg-Maatschappij, te Rotterdam, tegen de beschikking van Ged. Staten van Noord-Brabant van 9 Augustus 1935, waar bij haar vergunning is geweigerd tot het in werking brengen van een autobusdienst van Willemstad over Dinteloord naar Steen bergen. HOLL. MAATSCHAPPLT VAN LANDBOUW De 141ste algemeene vergadering der Hol- landsche maatschappij van Landbouw, welke gehouden zou worden op Woensdag 29 April as. is uitgesteld tot Woensdag 13 Mei des v.m. te half elf, in hotel „Krasnapolsky" te Amsterdam.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1936 | | pagina 1