dinsdag 14 april 1936
vierde blad pag.
Provinciale Bondsdag van het
N.J.V. te Gouda
BOND VAN CHR. GEREF.
MEISJESVEREENIG1NGEN
De Zuid-Hollandsche Afdeeling
van den Bond van J.V. op G.G.
„Een dag van goede
boodschap"
Opvoering van het leekespel
O v erwt nnaar'*
In de stad van kaarsen, pijpen en
stroopwafels is gisteren de alleszins
geslaagde Bondsdag van de Provincie
Zuid-Holland van het Nederlandsch
Jongelings Verbond gehouden. Meer
dan 1000 jongelui uit alle deelen van
de provincie kwamen van hun be
langstelling blijk geven, zoodat het
omstreeks 9 uur een bedrijvige drukte
was in Gouda, waar de deelnemers
per trein, autobus of fiets arriveer
den.
De morgenvergadering ving om half tien
aan in de mooie, oude St.. Janskerk. Door
den heer J. Kap te in, voorzitter van de
regelingscommissie werd een welkdnst-
woord gesproken, waarin hij van zijn blijd
schap over de groote belangstelling ge
waagde en de C.J.M.V.ers een prettige, ge
regende dag toewenschte.
Christus en de Jongeman
In verband met. het Bondsonderwerp
„Een dag van Goede Boodschap" hield de
heer J. A. Amesz van Rotterdam, voor
zitter van de P.G Zuid-Holland een toe
spraak over „Christus en de Jongeman".
De heer Amesz wees er eerst op dat
Christus tijdens Zijn omwandeling op aarde
van gelijke beweging was als wij, zij het
dan ook als mensoh zonder zonde. Ook nu
nog staat Hij midden in het leven. Door
Zijn krachtige figuur, die toch zoo wonder
lijk zacht was, zijn tal van kunstenaars ge
ïnspireerd, wat de spreker met verschillen
de voorbeelden illustreerde. In onzen tijd
hebben wij de Christus-beeltenis van Toor-
op, een afbeelding die ons aanziet en toe
spreekt, die ons iets te zeggen heeft in deze
verbijsterende tijd en ons levensmoed, ja,
lelfs levensvreugde kan geven.
Wij moeten er de oogen niet voor sluiten
dat de jongeman in de-ze tijd van stoffelijke
en geestelijke nood roept om een Ueber-
mensch, die leiding kan geven aan zijn be
staan, maar het heden bezien en de toe
komst overzien. Doen we dat in het licht
van het Paaschevangelie, dan zien we over
onze nooden heen naar den Heiland, die
Zich naast iedere jongeman wil stellen.
Hem moeten wij volgen!
Spr. schetste vervolgens de legende van
Ophorus, die nadat hij Christus had leeren
kennen „Christophorus" genaamd werd en
toen de ledigheid van zijn vroegere leven
inzag. Zoo moet ook ons leven door Chris
tus geleid worden, zeide spr., dan krijgt het
weer perspectief, zelfs al zijn we werkloos.
Groot is het leger der verdervers, en daar
tegen moeten jongemannen naast Christus
een sterke macht vormen. In Zijn dienst te
mogen strijden is -heerlijk, te meer als men
een eenvoudig middel mag gijn om nog me
nig jonge makker tot den Koning te bren
gen. Voor wie dat begrijpt is deze Paasch-
dag inderdaad een dag van goede bood
schap.
Met het vers: „Tk ben een zeiler op de
matelooze zee" besloot de heer Amesz zijn
toespraak.
Door den voorzitter van het Eere-comlté,
burgemeester E. G. Ga ar landt van Gou
da, werd een toespraak gehouden, waarin
hij zeide verheugd te zijn, dat de Zuid-Hol
landsche C.J.M.V.-cre na 6 jaar weer in
Gouda gekomen waren. Spr. hoopte dat de
gasten een prettige aag zouden hebben.
i i s van Rotterdam,
Christus en de gemeente
waarbij hij begon met de vraag te stellen:
Wat is Christus voor de gemeente? In de
eerste plaats, zeide
Spr., is Christus d e r~r
Profeet. De zin
van het profetische
is niet het schou
wen in een verre
toekomst. Dat is er
een kant van. Een
profeet brengt tot
z'n volk het woord
van God!
Jezus Christus
heeft ons het hart
van God onthuld.
Daarom is Hij niet
een profeet maar
de profeet. De Zoon
kwam tot ons met
het hart van den Kluis
Vaaer en wij nie
tige menschen mochten er in zien, lang en
diep. Hij sprak tot ons van dat hart niet
onduidelijk, niet gedeeltelijk, maar volkomen
Hij hoorde niet alleen Gods Woord vlak
aan Zijn oor Hij was liet. Gods eigen
woord, Gods vleescthgeworden woord. Daar
om sprak Hij als geen ander en zag als
geen andcr en hoorde als geen ander.
Hij heeft het geaaan, toen hij trok
stad tot stad, van dorp tot dorp, en hij doet
het nog. Ook nu. Hij vertelt het ons, men-
sahen van dezen tijd.
Christus de hoogste profeet, Hem zult ge
fiooron.
In de tweede plaats ls Christus de Hoo
gepriester voor de gemeente, zeide spr.
De zin van het priesterlijke is het dienen.
Christus heeft gediend als geen ander. Hij
gaf zichzelf op Golgotha. F.n daar eindigt
het priesterlijk werk niet. Het gaat door:
Een priester bidt. Christus bidt voor ons.
Wij hebben een voorspraak bij den Vader.
Ten derde is Christus de Koning dei-
gemeente. Ze heeft geen anderen koning dan
Hean. Hij regeert, leidt en behoedt In Jezus'
armen en aan Jezus' hart is het veilig.
Christus is Koning over de gemeente en
Straks over de heele menschheid.
Voorts stelde spr. de vraag: Wat is Chris
tus van de gemeente? Hij is de hoogste
profeet de eenige hoogopriester, de eeuwi
ge koning. Daarom moet de gemeente in
zich dragen iets van het profetische, iets
van het priesterlijke en iets van het ko
ninklijke. Het profetische moet bij die ge
meente borrelen en opspuiten als een fon
tein. Ze moet het hart van Christus onthul
len voor de wereld, omdat Christus haar
het hart onthuld heeft van God. Ze moet
er van spreken, getuigen, zingen. Een zwij
gende gemeente is een onding. Dat is zoc
i'ets als een donkere ster, duister licht, uit
gedoofd vuur, m.a.w. dat is geen ster, geen
Jicht, geen vuur.
Wat betreft het priesterlijke, heeft de ge
meente te zijn één vlam van heilige toe
wijding aan God. Voortdurend moet de bede
omhoog gaan: Wil U ons gebruiken Heer
voor de evangelisatie van de wereld. Doe
ons zijn oen bruikbaar instrument in Uwe
hand. Offer en gebed moet staan in het
middelpunt van elk gejond Christelijk ge-
meenteleveiij
Wat het koninklijke betreft, zeide spr.
tenslotte: In de strijd met de machten der
duisternis heeft de gemeente zich vorstelijk
te gedragen, want het zijn de zonen des
grooten Koninga, die strijden. En zij strij
den vanuit de overwinning. Christus heeft
de glorie behaald. Zijns is de zegepraal.
Daarom wanhoopt de gemeente niet. Ook
nu niet. Ze gelooft in Jezus Christus.
De toespraken werden afgewisseld met
gemeenschappelijk gezang cn twee trompet
sol i door den heer G. Geukes. op het or
gel begeleid door oen heer H. J. C. de
M a n.
Nadat op een viertal plaatsen koffietafels
waren gehouden, waar de inwendige mensch
versterkt kon worden, vingen om één uur
de middagvergaderingen aan in do Nieuwe
Schouwburg en in de zaal „Kunstmin".
Daar werd ongevoerd het leekenspel „Over
winnaar" van M. C. F a 11 e n t i n, resp.
door de C.J.M.V. Dordrecht en Gouda, De
was gevoerd door den heer J. H.
Schoorel. Dit spel van Vloek en Vrede
werd keurig opgevoerd en maakte diepen
indruk op de toeschouwers.
Om kwart over vier ving de slotsamen-
komst aan in de Groote Kerk, waar Ds F.
W. G. Verheul van Gouda het. openings
woord sprak en Ds A. Adr;ani van Rot
terdam een reoe hield over
De C.J.M.V. en de gemeente
Spr. bepaalde zich tot hoofdzaken. Hij
maakte drie opmerkingen en wel allereerst
dat de C.J.M.V. en de gemeente geestelijke
familie van elkaar zijn. Ze hebben de C ge
il zullen beide niet zijn zonder Chris
tus. Ze hebhen ook gemeenschappelijke
doeleinden en wenschen: het gaat bij bei
den om het Koninkrijk Gods. Ze hebben als
echte familie ook telks^s dezelfde fouten;
gaat ze niet altijd alléén om- het Ko
ninkrijk Gods; ook wel eens om het eigen
koninkrijk; en bij beide worden Farizeeërs
en Sadduceeërs gevonden.
In de tweede plaats zeide spr.: Van de
C.J.M.V. en de gemeente is de gemeente de
oudste. De gemeente is de Moeder,
CJ.M.V. is het kind. De C.J.M.V telt haar
jaren bij tientallen; de gemeente bij
eernwen. De Moeder is de draagster van de
schatten van het Evangelie; wat haar kin
deren als Evangelie-schatten hebben, heb-
ze door deze Moeder ontvangen. Daar
om geldt voor de CJ.M.V. het gebod: „Eer
Uw Moeder". Daarom heeft de C.J.M.V.-
■e-el thuis te zijn. bij Moeder thuis in de
gemeente, in de kerk. Daarom heeft de
CJ.M.V. te genieten van de rijkdom, die de
gemeente heeft te geven (ook in catechisa
tie en Avondmaal); als een echt kind.
In de derde plaats merkte de spr. op dat
het volwassen kind de ouders helpt.
De CJ.M.V.-er mag ongetwijfeld een taak
in de gemeente vervullen. Hij mag meehel-
Ds. A. Adriani
pen om het innerlijk leven te versterken; de
naam der gemeente te verhoogen; de ar
beid der gemeente mede te verrichten, in
ootmoed en afhankelijkheid.
De CJAI.V. en de gemeente mogen samen
staan bij het kruis: „Vrouw, zie uw zoon".
„Zie uw Moeder". Ze mogen ook samen zijn
in de opperzaal; „eendrachtelijk volharden
de in 't bidden en smeeken."
Het slotwoord in deze samenkomst werd
gesproken door den heer J. A A me s z. De
toespraken werden afgewisseld door ge
meenschappelijk gezang en door zang van
het Jeugddienstkerkkoor „Vrede", o.I.v. den
heer Ph. J. I serin.
Voldaan en ongetwijfeld innerlijk gesterkt
zijn daarop de CJ.M.V.-ers naar hun diverse
woonplaatsen teruggekeerd.
Jaarverslag over 1935
In Huize ..Rlche" te Rotterdam is onder lei-
ding van den heer J a c. v. d. Koog-b. te Rü's-
wUk (Z.H.) de JaarlUksche al-gemecne vergade
ring gehouden van de Zold-Hollandache Land-
bouw-Onderllnge, afdeeling van de Vereen. „Dj
Centrale Landbouw-Onderllngc".
Uit het Jaarverslag, loopende over het boek
jaar 1 November 1934 tot en met 31 October
1935 blUkt:, dat de Zuld-HoUandsclio Landbouw-
Onderllnge bij het einde van het boekjaar 3555
leden had. met een jaarloon van f 5.912.941.-—
Het leden-aantal van de Centrale Landbouv
Onderlinge beliep b|j het sluiten van het boek
jaar 32003 met een jaarloon van btjna 50 mll-
lioen gulden
In het verslagjaar werden bü de Zuld-Hol-
landeche Landbouw-Onderlinge aang-egi
1070 ongevallen. van welke éém geval
doodelijken afloop had Dit geval gaf geen i
leiding tot het toekennen van een blüvende
te aan nagelaten betrekkingen. Het totaal
tal ongevallen voor rekening van „De Centrale
Landbouw-Onderlinge" bedroeg 8376
Het verslag geeft voorts mededeeltagen
de vrijwillige verzekering voor patroons
kinderen van leden en over de Zieto'.eregeltog
voor Inwonend PersoneeL
Jaarvergadering
afdeeling Zuid-Holland
De afdeeling Zuid-Holland Van der*
Bond van Chr. Ger. M. V. in Neder
land hield Tweede Paaschdag haar vier
de jaarvergadering in gebouw „Patri
monium" aan de Steynlaan.
Ds. L. II. v. d. Meiden hield een refe-
raait over „De kruislijn, in het leven dec
meisjes".
De presidente mej. M. K1 e ij n, van Den
Haag, opende de drukbezochte vergadering
op de gebruikelijke wijze en wees in haar
openingswoord op de rijke beteekenis van
het Paaschfeest voor het vereenigingsteven.
De secretaresse mej. M. Peels bracht het
jaarverslag uit. Heit ledental van den Bond
steeg in het afgeloopen ja,ar. Als leden tra
den toe de M. V. te Goucla, Zwijndreoht, Rot
terdam-Zuid en Lisse. Er zit groei in den
Bond. Kringvorming werd voorbereid en
inmiddels kwam in Zuid-Holland reeds éen
kring tot stand.
Het verslag maakte melding van veel ze
gen en vrucht op den arbeid.
Het financieel verslag, dat evenals het
vorig verslag, zondef bespreking werd goed
gekeurd. gaf een ibatig saldo aan van f 11,63.
Door de M. V. „Eunice", van Den Haag,
werd hierna zeer verdienstelijk een zang
stukje ten beste gegeven.
Tot bestuurslid van den Z.-Holl. Bond
werd gekozen Cor Hageman van Lisse.
De bespreking van het huishoudelijk re
glement had een vlot verloop.
In de pauze werd thee aangeboden door
de M. V. Eunice.
Jozien van Rietschoten leverde een inlei
ding over de zaligsprekingen; een keurig
staaltje van den arbeid op de M. V.
Een geanimeerde bespreking volgde, w$l-
ke geruimen tijd duurde en waarin de in-
leidstcr tal van vragen te beantwoorden
kreeg.
Na recitatie van Cor Hageman volgde de
pauze voor de koffiemaaltijd, welke een zeer
gezellig deel van de vergadering bleek te
zijn. De vergadering weid heropend met 't
zingen van Ps. 150 1 en 3. Inmiddels werd
gecollecteerd voor de afgebrande kerk van
Eindhoven.
Bij monde van den heer M. Visser Mzn.
werd de felicitatie overgebracht van de afd.
Z.-Holland van den Bond van Chr. Ge ivf.
J. V. Daarna refereerde Ds. L. H. v. d. Mei
den, adviseur van den Bond, over „Do kruis
lijn in het leven der meisjes".
Referaat Ds L. H. v. d. Melden
Ook het meisje, zoo ving spr. aan, leeft
in den crisistijd. In de worsteling van haar
leven zijn twee lijnen, welke elkander snij
den. Een objectieve en een subjectieve lijn.
Ds L. II. van der Meiden
De eerste is een vaste, onbuigzame lijn; .de
tweede is een vrije lijn. De objectieve lijn is
de horizontale, die aangeeft wat is. De sub
jectieve lijn, als verticaal gezien, zal steeds
getoetst moeten worden aan de objectieve.
Die laatste lijn mag nimmer losgelaten wor
den; wie dat doet heeft geen kompas meer
op den levensweg.
In onzen tijd. waarin alles relatief gesteld
wordt, is meer dan ooit noodig het besef
dat wij hebben te buigen voor de absolute
waarheid van Gods Woord. De subjectieve
lijn, die van het onderzoeken van begins
len moet dus ondergeschikt blijven aan de
objectieve lijn, en daarvoor onvoorwaï
lijk buigen.
Hot meisjesleven groeit tusschen het tien
de en vijftiende jaar sneller dan voordien,
en op achttien-jarigen leeftijd neemt men
aan, dat lichamelijk de groei voltooid is.
Ook geestelijk voltrekt zich een ontwik
kelingsproces, hetwelk spr. nader uitvoerig
omschreef.
Het meisjesleven kent ook zijn moeilijke
tijden. Hoe gelukkig, wanneer in dien tijd
't meisje haar keuze voor Christus gedaan
geeft. Immers, dat kan sterken in
strijd. De horizontale lijn is die van het
houwen en bewaren; het is de onbuigzame
lijn van het objectieve. De geringste afwij
king is verkeerd. En hoe vaak komt het
meisje niet voor dingen, die haar van die
objectieve lijn zouden trekken. De subjec
tieve lijn, die de objectieve verticaal kruist,
HEEFT EEN MOOIE DAG
IN DE SLEUTELSTAD
Redevoeringen van
Prof. Vollenhoven
en Ds. den Boeft
De jaarvergadering van de afdeeling Zuid-
Holland van den Bond van Jongelingsver-
eenigingen op Gereformeerden Grondslag,
die ditmaal in Leiden werd gehouden, was
druk bezocht. De Stadsgehoorzaal, waarvan
het podium was versierd met vlaggedoek,
was bijna geheel gevuld met jong volk uit
de geheele provincie. Voordat het uur van
tienen sloeg werd de tijd gekort met het zin
gen van nationale liederen. Zóó werd ge
zorgd, dat reeds dadelijk de juiste sfeer in
de zaal kwam te hangen, een sfeer van en
thousiasme en van prettige ontvankelijkheid
voor de dingen die te komen stonden.
De Voorzitter van het afdeelingsbestuur,
de heer H. de Ruig, sprak, na de opening
op de gebruikelijke wijze, een openingswoord
over het onderwerp:
„Als een ghetrouwe Helt"
Spr. wijst er op, dat er woorden zijn welke
veel worden gebruikt en toch weet niemand
precies wat er onder wordt verstaan. De tijd
geest is een dergelijk woord. Het is de denk
en levenswijze, die in een bepaalden tijd of
algemeen is of als ideaal wordt beschouwd.
Dc mensch tracht dikwijls een ideaal te
benaderen, dat hij niet persoonlijk gevormd
heeft, maar dat in zijn tijd heerscht. Door de
mode te volgen wil men op een bepaalde
toonaangevende groep lijken. De mensch is
modieus uit hoofde van een gevoel van
zwakte tegenover anderen, die hij niet impo-
neeren kan door werkelijke apartheid. Zoo
ontstaat, door onderlinge concurrentie van
dit mensch-type de verwarring des geestes,
waarvan de Maandagochtendbladen ons ge
noeg leeren.
Dc modezucht brengt ook heldenvereenng
mede, waarbij men niet moet vragen welke
prestatie aan dat „hcld-zijn" ten grondslag
ligt. Ook Barabbas, door Pilatus tegenover
Jezus gesteld, was zulk een held. Hij deed
immers daden? De massa-suggestie deed hier
haar werk. Ook nu nog komt men, om die
massa-suggestie volmaakter te doen zijn,
tot ordening van de geestdrift. Met pakkende
middelen moet dan de massa aan haar eens
gezindheid worden herinnerd. Men wil ge
garandeerde jubel en roept dan uit Hosan-
nah. En toch kan na de massasuggestie de
daad, die beloofd is, slechts komen als God
dat wil. In dit verband wees spr. op het ge
vaarlijke van de S. D. A. P., welke als een
kameleon verandert van kleur. Van rood
verbleekt tot rose, en nu zelfs gemetamor-
phoseerd in oranje. De vraag is echter of die
liefde voor ons volkslied wel echte vader
landsliefde is.
De niet-te-begrijpen, maar alleen te-gevoe-
leu beweging (getuige de open brief van den
leider aan Dr. Colijn) toont zelf weinig ge
voel te hebben. Hoogstens is er een gevoel
van eigenwaan, die nu doet schrijven: „het
is onze beweging gelukt binnen 4 jaar tijds
principieel al onze tegenstanders te verslaan
op alle punten cn op alle fronten." Met moet
maar durven! Prof. Schilder, door henzelf
het Anti-N.S.B.-nummer genoemd in het
A.R.-Geref.Combinatieplan, laat zich nogal
gemakkelijk verslaan.
Het groote gevaar ligt hier voor hen, die
niet schriftuurlijk denken. Wanneer gezegd
wordt, dat door God alle dingen gemaakt
zijn, wil dat zeggen dat Hij de structuur van
de gansche kosmos heeft bepaald. Alle din
gen bestaan dus door en dus ook om dio
verbon dsgemeenschap tusschen God en
mensch. Van die grondgedachte gingen onze
Vaderen, speciaal Calvijn, uit. Hij maakte
streng onderscheid tusschen God als den
Souverein en het door Hem geschapene en
op die grondgedachte is gebouwd de Calvi
nistische levensovertuiging. Tot die grond
gedachte moeten wij terug. Ons daarover te
bezinnen is noodig. Gods Verbond stelt ons
voor plichten, welke wij in gehoorzaamheid
hebben te vervullen. Onverzwakte studie is
eisch, zoowel voor ieder persoonlijk als ge
zamenlijk op de vereeniging. Wij moeten
stand houden en voortvaren evenals Willem
van Oranje, die als een „Ghetrouwe Helt" de
grondlegger is geweest van onze Vrijheid.
Huishoudelijke zaken
Na dit openingswoord, dat luiden bijval
ondervond, werden de notulen gearresteerd
en had de aflezing er presentielijst plaats.
De vergadering betuigde met een hartelijk
applaus instemming met de verzending van
een telegram van gelukwensch aan de afdee
ling Noord-Brabant-Limburg, die dit jaar
haar 40-jarig bestaan viert.
Nadat een tweetal coupletten van het
bondslied waren gezongen bracht de secre
taris, de heer Karssen uit Bodegraven het
jaarverslag uit, dat in 't algemeen in opti
mistische toon was gesteld. Er kon weer
een stijging in 't ledental (nl. met 31) wor
den geconstateerd. In het afdeelingsbestuur
hadden groote mutaties plaats, wat helaas
het vruchtbaar werken niet bevorderde. Uit
voerig werd het werk van dc ringen 1 fespro-
ken. Het ringbezoek liet veel te wenschen
over. Gelukkig worden roeping en taak
weer beter gezien, zooals blijkt uit de ring-
onderwerpen.. De verbondsgedachte wordt
weep zuiverder aangevoeld.
Dat bleek ook uit het centraal rapport van
'het bondsbezoek, dat de heer Karssen daar
na uitbracht.
Daarnaast is helaas ook opmerkelijk een
zekere zelfgenoegzaamheid ten opzichte van
eigen geestelijke vorming. Verdere doorwer
king van de verbondsgedachte is dus wel
zeer noodzakelijk.
Het methodisch werken laat op vele ver-
eenigingen nog te wenschen over. Met aan
drang beval spr. het bondswerkplan aan.
De ervaringen der vereenigingen, die het
plan invoerden, zijn zeer gunstig. Het sectie-
werk op de vereenigingen neemt in bloei
toe.
Beide verslagen, die zeer veel statistisch
materiaal bevatten, werden goedgekeurd
onder dank voor het uitgebreide werk van
den secretaris.
Het rapport van de commissie voor de
boekencontrole luidde gunstig. Het financi
eel verslag en de begrooting van den pen
ningmeester werden aanvaard.
De heer Lod. Koovman werd herkozen als
afgevaardigde in het bondsbestuur, de heer
Karssen als secundus-afgevaardigde in dit
bestuur. De heer Karssen werd ook als af-
deelingsbestuurder herkozen.
Goedgekeurd werd een voorstel van dit
afdeelingsbestuur om de leiderevergaderin
gen te houden te Bodegraven, Leiden Meer
kerk en Rotterdam. Meerkerk vervangt daar
bij Gorinohem.
Voorts werd aanvaard een voorstel van het
afdeelingsbestuur waarin goedkeuring aan
de splitsing van de Ring „Hoeksche Waard"
wordt gehecht alsmede oen voorstel van de
Jongelings-Vereeniging te Maassluis om den
afdeelingsdag 1937, in verband met de her
denking van den lOOsten geboortedag van
wijlen Dr. Kuyper in de geboorteplaats van
Dr. Kuyper, dus in Maassluis te houden.
Een voorstel van „Obadja" te Leióen om
een permanente commissie te benoemen, be
staande uit één afgevaardigde van elke
plaats, die een meeting of landdag pleegt te
organiseeren en een voorzitter, lid zijnde
van bet Moderamen, ten einde eenige meer
dere orde te scheppen bij het organiseeren
van landdagen of meetings werd verworpen.
Daarna werd de morgenvergadering ge
sloten.
MIDDAGVERGADERING
in de middagvergadering heette de voor
zitter speciaal welkom de vertegenwoordi
gers van den kerkeraad van Leiden, w.o.
Ds. H. Thomas, alsmede de sprekers voor de
zen middag Prof. Dr. D. H. Th. Vollenhoven
van Amsterdam en Ds. F A den Boeft van
Kralingen. Onder langdurig aanhoudend
daverend applaus deed de voorzitter mede-
deeling van een telegram van gelukwensch
voor het welslagen van deze vergadering,
van Dr. H. Colijn. Een driewerf hoera werd
op den politieken leider uitgebracht.
Prof. Vollenhoven hield vervolgens
zijn rede over het onderwerp;
„Bezinning noodig"
Spr. ontwikkelde in deze rede de volgende
stellingen:
1 Onze tijd is ten prooi aan een nog
steeds toenemende verwarring. Deze is te ka-
raktcriseeren als een in de kern geestelijke.
Historisch is ze te vatten als het gevolg van
het niet-voldoende letten op het verschil tus
schen schriftuurlijk en niet-schriftuurlijk
denken.
2 Schriftuurlijk denken onder
scheidt:
1 God en kosmos
de verhouding is
lie van Souverein en
mderdaan.
2 In den kosmos:
hemel (engelenwe
reld) en aarde.
3 In de aarde: tal
van rijken, temidden
van welke dat van
het rnenschelijk ge
slacht de centrale
plaats inneemt.
4 ln het mensche
lijk geslacht: den re
ligieuzen ambtsdra
ger en degenen die in hem begrepen zijn.
5 Bij religieuze ambtsdragers: den eersten
en den tweeden Adam.
6 In elk individueel lid van het rnensche
lijk geslacht: hart en leven (functiemantel).
7 In den functiemantel: tal van onder
ling onherleidbare functies.
8 In één functie: object en subj'ect.
3 Het n i e t-S c h r i f t u u r 1 ij k den
ken gaat scheef doordat het één of meer
van deze onderscheidingen verwaarloost.
Van beide hoofdrichtingen die hier te onder
scheiden zijn het objectivisme (wel te
onderscheiden van het dogmatisme) en het
subjectivisme levert voor niet-Roomsche
kringen het subjectivisme de grootste ge
varen op. Vandaar dat vooral deze richting
onze aandacht vergt.
Binnen haar zijn te onderscheiden een
niet- en een wél-dialectische strooming. Met
name laatstgenoemde richting is thans aan
de winnende hand. Zoowel in haar individu
alistische als in haar universalistische ver
takking levert haar hoogmoed een groot ge
vaar op voor het leven in 't Verbond.
4 Zal deze richting ook in de toekomst
met kracht bestreden worden, dan is het
noodig, dat ook de J.V. bij de beginselstudie
zic-h steeds weer bezinne op de grondgedach
ten van het Calvinisme.
Door verschillende aanwezigen werden
vragen gesteld, die door Prof. Vollemhoven
uitvoerig werden beantwoord. Langdurig
handgeklap dankte hem voor zijn interes
sante voordracht.
Ten slotte hield Ds. F. A. d e n Bo ef t van
Kralingen een opwekkende rede over het
onderwerp:
is de lijn van Gods genade; deze lijn is vol
wisseling en groei en zal het goed zijn moet
wedergeboorte die lijn kenmerken.
Hoe vaak nu ontstaat een conflict tus
schen dit objectieve en subjectieve in het
meisjesleven? Zal niet vaak het subjectieve
de overhand hebben? Dat is immers de
jeugd eigen? Gelukkig, dat de verticale lijn
•an het subjectieve gesneden wordt door do
onbuigzame lijn van het objectieve. Die
beiden vormen een kruis; beteekenisvol is
die kruislijn in het natuurlijk leven van
onschatbare beteekenis echter voor 't gees
telijk leven. Wie door Gods genade de
kruislijn in het leven heelt mogen zien, zal
steeds de toevlucht zoeken bij het kruis van
Golgotha, dat ons tot heil werd opgericht.
De kracht, die ons, door Christus' kruisver-
dienste, geschonken wordt, zal ons er voor
aren van de objectieve lijn ook maar
schrede te wijken.
j het kruis is het Licht, en wie dicht er
bij leeft, zal alle teleurstelling te boven
komen, en in den strijd niet ondergaan.
Na dit met groote aandacht aangehoorde
referaat, zong de M. V. Eunice, nogmaals
een lied en werd de goed geslaagde ver
gadering, die door declamatie werd afge
wisseld, met dankzegging gesloten.
teeken der doleantie-herdenking. De dolean
tie was een terugkeer tot het Verbond. De
Verbondsrelatie is de betrekking van God
tot Zijn volk.
Achteruitgang is loslaten van het Verbond.
Dit heeft tot gevolg het ontbreken van lust
tot het volgen van de Verbondsverplichting,
tot het vervullen van de doopsbelofto door
ouders en onderwijzers. De kinderen zijn in
het Verbond gebracht bij den Doop. Daar
door krijgt de Chr. school haar beteekenis.
Het is verkeerd te zeggen: als jullie aan
dat verbond nu maar deel hebt Neen, daar
hebt ge deel aan, aldus spr. Zoo moeten we
het beschouwen en dan komt jeugdbeweging
en gezin op zijn plaats. Wij hebben te wan
delen: dan komt de zegen.
Ds. F. A. den Boeft
Achteruitgang komt door Verbondsovertre-
ding. Loslaten van het Verbond bracht de
afgodendienst in Israël. Wij moeten God
recht leeren kennen, hem vertrouwen,
aan hem alleen onderwerpen. De bestrijding
van het Barthianieme eischt geen catechis
musaanvulling.
Wij moeten alles laten varen en God
leen dienen. Verlaten van het Verbond is
deformatie, het is van jezelf afgoderij ma
ken, de aanbidding van de ziel, de mystiek,
de wetenschap. Deze afgoden maken ons ver-
eemgingsleven kapot, Vonkenberg heeft de
lijnen goed getrokken. Wij hebben rijken
arbeid to vervullen. We moeten do Schrift
leeren kennen, de Vorbondsgeschicdenis.
Wat heeft God ons veel geschonken. Niet
wat, menschen zondigen, maar wat God doet,
heeft onze belangstelling. De groote werken
Gods te leeren kennen, dat is onze taak.
Als wij van den Heere zijn, dan heeft God
alles over ons leven te zeggen. Wij zijn kin
deren der reformatie. Uitdrukingen als; ik
neem die tekst maar heel ruitn, komen voor
ons niet te pas. Wij hebben niets ruim te
God zal zijn waarheid nimmer krenken;
Hij is zooals Hij zich openbaart, Hij kan zich
niet verloochenen. Het Verbondsleven moet
doorwerken, andere worden de zegeningen
der vaderen een gevaar. De jeugdorganisatie
leeft thans in een moeilijke tijd. God make
u getrouw aldus spr. God van den hemel
bepa'e uwe gangen. Hij geve u het goede uit
Sion te aanschouwen. Aanvaardt het Dan
zal het nocit ontbreken in Kerk, Staat en
Maatschappij naar Zijn belofte.
Do heer Dc Ruig sprak nog een kort
slotwoord met een opwekking om het ge
hoorde nu ook in practijk te brengen en sloot
de vergadering, nadat.Ds. den Boeft in dank
gebed was voorgegaan.
Na afloop van de zeer geslaagde vergade
ring werd in de fraaie Hooglandscho Kerk
door denMieer Feike Asma, den organist
dezer kerk een orgelconcert gegeven, dat
vele bezoekers trok, die van dit besluit van
een toch al zoo mooien dag geen spijt zul
len hebben gehad.
Plantsoenaanleg bij de
Nootdorpsche Plassen
Men meldt ons uit Delft:
Rond de Nootdorpsche plassen heerschÉ
den laatsten tijd een en al actie en bedrij
vigheid. Men is daar bezig met een plant-
soenaanleg en het is over dit werk en ol
wat er aan vast zit, dat de directeur van
Openbare Werken, ir. J. <le booy, inlich
tingen heeft verstrekt aan vertegenwoordi
gers van de Pers.
De heer de Booy wees er allereerst op,
dat Delt als oude vestingstad natuurlijk
steeds arm aan plantsoenen is geweest. Het
plantsoenoppervlak, dat in 1927 slechts
4 H.A. bedroeg, was in 1933 echter reeds
gtgroeid tot ruim 13 H.A. Sedertdien wordt
het als middel gebruikt tot werkverschaf
fing en zijn een serie plantsoenen gereed en
in uitvoering gekomen, die het plantsoen-
bezit zullen uitbreiden tot circa 30 H.A. Het
voornaamste deel vormt de a-anleg van de
plantsoenen aan weerszijden van het zwem
bad aan de Twee Molentjesvaart, die één
geheel zullen vormen met het thans in
aanleg zijnde plantsoen aan de Nootdorp,
sche plassen.
Een en ander is uitgestippeld in hei
uitbreidingsplan van Delft, waarop circa
60 H.A voor ontspanningsterrein staat aan
gegeven. Hoewel de aan te leggen terrein
oppervlakte slechts een zesde deel hiervan
uitmaakt, zal door de huidige aanleg het
voornaamste en meest waardevolle gedeelte
tot stand komen. Immers daardoor zal
reeds nu gevormd worden één groot door
loopend ontspanningsterrein, beginnend bij
den Oostsingel en culmineerend bii de
Nootdorpsche plassen. Door een en" ander
wordt een vaste kern verkregen, die len
allen tijde kan worden uitgebreid.
Tot de uitvoering van r.e aanleg om de
Plassen waarvan de kosten zijn geraamd
op -f 77.500 is besloten bij raadsbesluit
van 2-4 Juli '35. Op 26 Nov. d.a.v. volgde do
toekenning van Rijkssubsidie.
Het werk bestaat v.n.l. in het uitdiepen
der plassen, waarin zich in de loop der
eeuwen een modderlaag van 2 a 3 M. dikta
heeft vastgezet Van de drie ineenloopende
plassen hebben de beide Oostelijke nog
slechts een diepte van y2 M. terwijl de
Westelijke op een zeer smalle geul na,
geheel is dichtgegroeid.
Verder zal aanvulling noodig zijp door
beplanting in het bestaande karakter. Ten
slotte is het noodig om de toegangswegen
te verbeteren door de paden langs de plas
sen totaal circa 3 K.M. te verbreeden, le
verhoogen en te verharden. Ook de brugge
tjes zullen worden vernieuwd.
De oude molen „Het rieten dak" zal
voorts worden ingericht tot landelijke thee-
schenkerij en hier zal op een aan te leggen
en met kastanjeboom en te beplanten terras
een „zitje" worden aangebracht van waar
uit men een prachtig uitzicht zal hebben
op de plassen.
Met de uitvoering is zij het aanvanke
lijk op bescheiden schaal aangevangen
op 9 Dcc. '35. Thans is alles op volle kracht
'n werking. Er arbeiden tusschen de 30 en
40 man. Gerekend wordt op een totale
uitvoeringsduur van 2 h 3 jaren.
Verwacht wordt echter dat in Juli a.8.
de werkzaamheden zoover gevorderd zullen
zijn, dat de theeschenkerij en de twee Wes
telijke plassen (die het dichtst bij de stad
zijn gelegen) voor het publiek opengesteld
zullen kunnen worden.
In de zomermaanden zal dan in hoofd
zaak aan de derde plas doorgewerkt worden
die dus niet toegankelijk wordt gesteld.
Het werk geschiedt onder leiding van'
Openbare "Werken. De heer De Booy wordt
bijgestaan door den opzichter van de
Plantsoenen, den heer O. de Vries en den
heer B. D. F. A. van der Most, aan wiens
zorg de verbouwing van den molen „Het
rieten dak" is toevertrouwd.
GEMENGD
NIEUWS
BEL-ETAGE UITGEBRAND
Zaterdagmiddag tegen half drie heeft een
korte, maar felle brand gewoed in de bel
etage van het perceel Llnnaeuskade 12,
Amsterdam, bewoond door het gezin
van den heer H. van E., die zelf bij het uit
breken van den brand aan het werk was in
het sousterrain, waarin de door hem geëx
ploiteerde stoomwasschery is gevestigd. In
het bovenhuis was niemand van het gezin
aanwezig, toen de heer van E. plotseling
twee knallen hoorde. Hij snelde naar boven
en ontdekte, dat de beide ineenloopende ka
mers van het woonhuis in lichterlaaie ston
den. Weldra sloegen de vlammen aan voor-
en achterzijde uit en dreigde, via de houten
waranda aan den achterkant van het huis,
ook de bovenverdieping te worden aange
tast. De brandweer was toen echter reeds
ter plaatse verschenen en wist uitbreiding
van den brand te voorkomen en het vuur
met eenige stralen te bedwingen. De beide
kamers brandden van voor- tot achterkant
;eheel uit.
ONTEVREDEN STEUNTREKKER
Van het gebouw van maatschappelijken
steun op Sloterdijk te Amsterd am zijn
Zondag een paar ruiten ingegooid door een
gepensionneerd beambte van de posterijen,
die door deze daad zijn ontevredenheid wil
de betuigen over den toeslag, die hem in
den vorm van steun op z\jn pensioen werd
uitgekeerd. De man is door een agent aan
gehouden.