dinsdag 14 april 1936 vierde blad pag. Provinciale Bondsdag van het N.J.V. te Gouda BOND VAN CHR. GEREF. MEISJESVEREENIG1NGEN De Zuid-Hollandsche Afdeeling van den Bond van J.V. op G.G. „Een dag van goede boodschap" Opvoering van het leekespel O v erwt nnaar'* In de stad van kaarsen, pijpen en stroopwafels is gisteren de alleszins geslaagde Bondsdag van de Provincie Zuid-Holland van het Nederlandsch Jongelings Verbond gehouden. Meer dan 1000 jongelui uit alle deelen van de provincie kwamen van hun be langstelling blijk geven, zoodat het omstreeks 9 uur een bedrijvige drukte was in Gouda, waar de deelnemers per trein, autobus of fiets arriveer den. De morgenvergadering ving om half tien aan in de mooie, oude St.. Janskerk. Door den heer J. Kap te in, voorzitter van de regelingscommissie werd een welkdnst- woord gesproken, waarin hij van zijn blijd schap over de groote belangstelling ge waagde en de C.J.M.V.ers een prettige, ge regende dag toewenschte. Christus en de Jongeman In verband met. het Bondsonderwerp „Een dag van Goede Boodschap" hield de heer J. A. Amesz van Rotterdam, voor zitter van de P.G Zuid-Holland een toe spraak over „Christus en de Jongeman". De heer Amesz wees er eerst op dat Christus tijdens Zijn omwandeling op aarde van gelijke beweging was als wij, zij het dan ook als mensoh zonder zonde. Ook nu nog staat Hij midden in het leven. Door Zijn krachtige figuur, die toch zoo wonder lijk zacht was, zijn tal van kunstenaars ge ïnspireerd, wat de spreker met verschillen de voorbeelden illustreerde. In onzen tijd hebben wij de Christus-beeltenis van Toor- op, een afbeelding die ons aanziet en toe spreekt, die ons iets te zeggen heeft in deze verbijsterende tijd en ons levensmoed, ja, lelfs levensvreugde kan geven. Wij moeten er de oogen niet voor sluiten dat de jongeman in de-ze tijd van stoffelijke en geestelijke nood roept om een Ueber- mensch, die leiding kan geven aan zijn be staan, maar het heden bezien en de toe komst overzien. Doen we dat in het licht van het Paaschevangelie, dan zien we over onze nooden heen naar den Heiland, die Zich naast iedere jongeman wil stellen. Hem moeten wij volgen! Spr. schetste vervolgens de legende van Ophorus, die nadat hij Christus had leeren kennen „Christophorus" genaamd werd en toen de ledigheid van zijn vroegere leven inzag. Zoo moet ook ons leven door Chris tus geleid worden, zeide spr., dan krijgt het weer perspectief, zelfs al zijn we werkloos. Groot is het leger der verdervers, en daar tegen moeten jongemannen naast Christus een sterke macht vormen. In Zijn dienst te mogen strijden is -heerlijk, te meer als men een eenvoudig middel mag gijn om nog me nig jonge makker tot den Koning te bren gen. Voor wie dat begrijpt is deze Paasch- dag inderdaad een dag van goede bood schap. Met het vers: „Tk ben een zeiler op de matelooze zee" besloot de heer Amesz zijn toespraak. Door den voorzitter van het Eere-comlté, burgemeester E. G. Ga ar landt van Gou da, werd een toespraak gehouden, waarin hij zeide verheugd te zijn, dat de Zuid-Hol landsche C.J.M.V.-cre na 6 jaar weer in Gouda gekomen waren. Spr. hoopte dat de gasten een prettige aag zouden hebben. i i s van Rotterdam, Christus en de gemeente waarbij hij begon met de vraag te stellen: Wat is Christus voor de gemeente? In de eerste plaats, zeide Spr., is Christus d e r~r Profeet. De zin van het profetische is niet het schou wen in een verre toekomst. Dat is er een kant van. Een profeet brengt tot z'n volk het woord van God! Jezus Christus heeft ons het hart van God onthuld. Daarom is Hij niet een profeet maar de profeet. De Zoon kwam tot ons met het hart van den Kluis Vaaer en wij nie tige menschen mochten er in zien, lang en diep. Hij sprak tot ons van dat hart niet onduidelijk, niet gedeeltelijk, maar volkomen Hij hoorde niet alleen Gods Woord vlak aan Zijn oor Hij was liet. Gods eigen woord, Gods vleescthgeworden woord. Daar om sprak Hij als geen ander en zag als geen andcr en hoorde als geen ander. Hij heeft het geaaan, toen hij trok stad tot stad, van dorp tot dorp, en hij doet het nog. Ook nu. Hij vertelt het ons, men- sahen van dezen tijd. Christus de hoogste profeet, Hem zult ge fiooron. In de tweede plaats ls Christus de Hoo gepriester voor de gemeente, zeide spr. De zin van het priesterlijke is het dienen. Christus heeft gediend als geen ander. Hij gaf zichzelf op Golgotha. F.n daar eindigt het priesterlijk werk niet. Het gaat door: Een priester bidt. Christus bidt voor ons. Wij hebben een voorspraak bij den Vader. Ten derde is Christus de Koning dei- gemeente. Ze heeft geen anderen koning dan Hean. Hij regeert, leidt en behoedt In Jezus' armen en aan Jezus' hart is het veilig. Christus is Koning over de gemeente en Straks over de heele menschheid. Voorts stelde spr. de vraag: Wat is Chris tus van de gemeente? Hij is de hoogste profeet de eenige hoogopriester, de eeuwi ge koning. Daarom moet de gemeente in zich dragen iets van het profetische, iets van het priesterlijke en iets van het ko ninklijke. Het profetische moet bij die ge meente borrelen en opspuiten als een fon tein. Ze moet het hart van Christus onthul len voor de wereld, omdat Christus haar het hart onthuld heeft van God. Ze moet er van spreken, getuigen, zingen. Een zwij gende gemeente is een onding. Dat is zoc i'ets als een donkere ster, duister licht, uit gedoofd vuur, m.a.w. dat is geen ster, geen Jicht, geen vuur. Wat betreft het priesterlijke, heeft de ge meente te zijn één vlam van heilige toe wijding aan God. Voortdurend moet de bede omhoog gaan: Wil U ons gebruiken Heer voor de evangelisatie van de wereld. Doe ons zijn oen bruikbaar instrument in Uwe hand. Offer en gebed moet staan in het middelpunt van elk gejond Christelijk ge- meenteleveiij Wat het koninklijke betreft, zeide spr. tenslotte: In de strijd met de machten der duisternis heeft de gemeente zich vorstelijk te gedragen, want het zijn de zonen des grooten Koninga, die strijden. En zij strij den vanuit de overwinning. Christus heeft de glorie behaald. Zijns is de zegepraal. Daarom wanhoopt de gemeente niet. Ook nu niet. Ze gelooft in Jezus Christus. De toespraken werden afgewisseld met gemeenschappelijk gezang cn twee trompet sol i door den heer G. Geukes. op het or gel begeleid door oen heer H. J. C. de M a n. Nadat op een viertal plaatsen koffietafels waren gehouden, waar de inwendige mensch versterkt kon worden, vingen om één uur de middagvergaderingen aan in do Nieuwe Schouwburg en in de zaal „Kunstmin". Daar werd ongevoerd het leekenspel „Over winnaar" van M. C. F a 11 e n t i n, resp. door de C.J.M.V. Dordrecht en Gouda, De was gevoerd door den heer J. H. Schoorel. Dit spel van Vloek en Vrede werd keurig opgevoerd en maakte diepen indruk op de toeschouwers. Om kwart over vier ving de slotsamen- komst aan in de Groote Kerk, waar Ds F. W. G. Verheul van Gouda het. openings woord sprak en Ds A. Adr;ani van Rot terdam een reoe hield over De C.J.M.V. en de gemeente Spr. bepaalde zich tot hoofdzaken. Hij maakte drie opmerkingen en wel allereerst dat de C.J.M.V. en de gemeente geestelijke familie van elkaar zijn. Ze hebben de C ge il zullen beide niet zijn zonder Chris tus. Ze hebhen ook gemeenschappelijke doeleinden en wenschen: het gaat bij bei den om het Koninkrijk Gods. Ze hebben als echte familie ook telks^s dezelfde fouten; gaat ze niet altijd alléén om- het Ko ninkrijk Gods; ook wel eens om het eigen koninkrijk; en bij beide worden Farizeeërs en Sadduceeërs gevonden. In de tweede plaats zeide spr.: Van de C.J.M.V. en de gemeente is de gemeente de oudste. De gemeente is de Moeder, CJ.M.V. is het kind. De C.J.M.V telt haar jaren bij tientallen; de gemeente bij eernwen. De Moeder is de draagster van de schatten van het Evangelie; wat haar kin deren als Evangelie-schatten hebben, heb- ze door deze Moeder ontvangen. Daar om geldt voor de CJ.M.V. het gebod: „Eer Uw Moeder". Daarom heeft de C.J.M.V.- ■e-el thuis te zijn. bij Moeder thuis in de gemeente, in de kerk. Daarom heeft de CJ.M.V. te genieten van de rijkdom, die de gemeente heeft te geven (ook in catechisa tie en Avondmaal); als een echt kind. In de derde plaats merkte de spr. op dat het volwassen kind de ouders helpt. De CJ.M.V.-er mag ongetwijfeld een taak in de gemeente vervullen. Hij mag meehel- Ds. A. Adriani pen om het innerlijk leven te versterken; de naam der gemeente te verhoogen; de ar beid der gemeente mede te verrichten, in ootmoed en afhankelijkheid. De CJAI.V. en de gemeente mogen samen staan bij het kruis: „Vrouw, zie uw zoon". „Zie uw Moeder". Ze mogen ook samen zijn in de opperzaal; „eendrachtelijk volharden de in 't bidden en smeeken." Het slotwoord in deze samenkomst werd gesproken door den heer J. A A me s z. De toespraken werden afgewisseld door ge meenschappelijk gezang en door zang van het Jeugddienstkerkkoor „Vrede", o.I.v. den heer Ph. J. I serin. Voldaan en ongetwijfeld innerlijk gesterkt zijn daarop de CJ.M.V.-ers naar hun diverse woonplaatsen teruggekeerd. Jaarverslag over 1935 In Huize ..Rlche" te Rotterdam is onder lei- ding van den heer J a c. v. d. Koog-b. te Rü's- wUk (Z.H.) de JaarlUksche al-gemecne vergade ring gehouden van de Zold-Hollandache Land- bouw-Onderllnge, afdeeling van de Vereen. „Dj Centrale Landbouw-Onderllngc". Uit het Jaarverslag, loopende over het boek jaar 1 November 1934 tot en met 31 October 1935 blUkt:, dat de Zuld-HoUandsclio Landbouw- Onderllnge bij het einde van het boekjaar 3555 leden had. met een jaarloon van f 5.912.941.-— Het leden-aantal van de Centrale Landbouv Onderlinge beliep b|j het sluiten van het boek jaar 32003 met een jaarloon van btjna 50 mll- lioen gulden In het verslagjaar werden bü de Zuld-Hol- landeche Landbouw-Onderlinge aang-egi 1070 ongevallen. van welke éém geval doodelijken afloop had Dit geval gaf geen i leiding tot het toekennen van een blüvende te aan nagelaten betrekkingen. Het totaal tal ongevallen voor rekening van „De Centrale Landbouw-Onderlinge" bedroeg 8376 Het verslag geeft voorts mededeeltagen de vrijwillige verzekering voor patroons kinderen van leden en over de Zieto'.eregeltog voor Inwonend PersoneeL Jaarvergadering afdeeling Zuid-Holland De afdeeling Zuid-Holland Van der* Bond van Chr. Ger. M. V. in Neder land hield Tweede Paaschdag haar vier de jaarvergadering in gebouw „Patri monium" aan de Steynlaan. Ds. L. II. v. d. Meiden hield een refe- raait over „De kruislijn, in het leven dec meisjes". De presidente mej. M. K1 e ij n, van Den Haag, opende de drukbezochte vergadering op de gebruikelijke wijze en wees in haar openingswoord op de rijke beteekenis van het Paaschfeest voor het vereenigingsteven. De secretaresse mej. M. Peels bracht het jaarverslag uit. Heit ledental van den Bond steeg in het afgeloopen ja,ar. Als leden tra den toe de M. V. te Goucla, Zwijndreoht, Rot terdam-Zuid en Lisse. Er zit groei in den Bond. Kringvorming werd voorbereid en inmiddels kwam in Zuid-Holland reeds éen kring tot stand. Het verslag maakte melding van veel ze gen en vrucht op den arbeid. Het financieel verslag, dat evenals het vorig verslag, zondef bespreking werd goed gekeurd. gaf een ibatig saldo aan van f 11,63. Door de M. V. „Eunice", van Den Haag, werd hierna zeer verdienstelijk een zang stukje ten beste gegeven. Tot bestuurslid van den Z.-Holl. Bond werd gekozen Cor Hageman van Lisse. De bespreking van het huishoudelijk re glement had een vlot verloop. In de pauze werd thee aangeboden door de M. V. Eunice. Jozien van Rietschoten leverde een inlei ding over de zaligsprekingen; een keurig staaltje van den arbeid op de M. V. Een geanimeerde bespreking volgde, w$l- ke geruimen tijd duurde en waarin de in- leidstcr tal van vragen te beantwoorden kreeg. Na recitatie van Cor Hageman volgde de pauze voor de koffiemaaltijd, welke een zeer gezellig deel van de vergadering bleek te zijn. De vergadering weid heropend met 't zingen van Ps. 150 1 en 3. Inmiddels werd gecollecteerd voor de afgebrande kerk van Eindhoven. Bij monde van den heer M. Visser Mzn. werd de felicitatie overgebracht van de afd. Z.-Holland van den Bond van Chr. Ge ivf. J. V. Daarna refereerde Ds. L. H. v. d. Mei den, adviseur van den Bond, over „Do kruis lijn in het leven der meisjes". Referaat Ds L. H. v. d. Melden Ook het meisje, zoo ving spr. aan, leeft in den crisistijd. In de worsteling van haar leven zijn twee lijnen, welke elkander snij den. Een objectieve en een subjectieve lijn. Ds L. II. van der Meiden De eerste is een vaste, onbuigzame lijn; .de tweede is een vrije lijn. De objectieve lijn is de horizontale, die aangeeft wat is. De sub jectieve lijn, als verticaal gezien, zal steeds getoetst moeten worden aan de objectieve. Die laatste lijn mag nimmer losgelaten wor den; wie dat doet heeft geen kompas meer op den levensweg. In onzen tijd. waarin alles relatief gesteld wordt, is meer dan ooit noodig het besef dat wij hebben te buigen voor de absolute waarheid van Gods Woord. De subjectieve lijn, die van het onderzoeken van begins len moet dus ondergeschikt blijven aan de objectieve lijn, en daarvoor onvoorwaï lijk buigen. Hot meisjesleven groeit tusschen het tien de en vijftiende jaar sneller dan voordien, en op achttien-jarigen leeftijd neemt men aan, dat lichamelijk de groei voltooid is. Ook geestelijk voltrekt zich een ontwik kelingsproces, hetwelk spr. nader uitvoerig omschreef. Het meisjesleven kent ook zijn moeilijke tijden. Hoe gelukkig, wanneer in dien tijd 't meisje haar keuze voor Christus gedaan geeft. Immers, dat kan sterken in strijd. De horizontale lijn is die van het houwen en bewaren; het is de onbuigzame lijn van het objectieve. De geringste afwij king is verkeerd. En hoe vaak komt het meisje niet voor dingen, die haar van die objectieve lijn zouden trekken. De subjec tieve lijn, die de objectieve verticaal kruist, HEEFT EEN MOOIE DAG IN DE SLEUTELSTAD Redevoeringen van Prof. Vollenhoven en Ds. den Boeft De jaarvergadering van de afdeeling Zuid- Holland van den Bond van Jongelingsver- eenigingen op Gereformeerden Grondslag, die ditmaal in Leiden werd gehouden, was druk bezocht. De Stadsgehoorzaal, waarvan het podium was versierd met vlaggedoek, was bijna geheel gevuld met jong volk uit de geheele provincie. Voordat het uur van tienen sloeg werd de tijd gekort met het zin gen van nationale liederen. Zóó werd ge zorgd, dat reeds dadelijk de juiste sfeer in de zaal kwam te hangen, een sfeer van en thousiasme en van prettige ontvankelijkheid voor de dingen die te komen stonden. De Voorzitter van het afdeelingsbestuur, de heer H. de Ruig, sprak, na de opening op de gebruikelijke wijze, een openingswoord over het onderwerp: „Als een ghetrouwe Helt" Spr. wijst er op, dat er woorden zijn welke veel worden gebruikt en toch weet niemand precies wat er onder wordt verstaan. De tijd geest is een dergelijk woord. Het is de denk en levenswijze, die in een bepaalden tijd of algemeen is of als ideaal wordt beschouwd. Dc mensch tracht dikwijls een ideaal te benaderen, dat hij niet persoonlijk gevormd heeft, maar dat in zijn tijd heerscht. Door de mode te volgen wil men op een bepaalde toonaangevende groep lijken. De mensch is modieus uit hoofde van een gevoel van zwakte tegenover anderen, die hij niet impo- neeren kan door werkelijke apartheid. Zoo ontstaat, door onderlinge concurrentie van dit mensch-type de verwarring des geestes, waarvan de Maandagochtendbladen ons ge noeg leeren. Dc modezucht brengt ook heldenvereenng mede, waarbij men niet moet vragen welke prestatie aan dat „hcld-zijn" ten grondslag ligt. Ook Barabbas, door Pilatus tegenover Jezus gesteld, was zulk een held. Hij deed immers daden? De massa-suggestie deed hier haar werk. Ook nu nog komt men, om die massa-suggestie volmaakter te doen zijn, tot ordening van de geestdrift. Met pakkende middelen moet dan de massa aan haar eens gezindheid worden herinnerd. Men wil ge garandeerde jubel en roept dan uit Hosan- nah. En toch kan na de massasuggestie de daad, die beloofd is, slechts komen als God dat wil. In dit verband wees spr. op het ge vaarlijke van de S. D. A. P., welke als een kameleon verandert van kleur. Van rood verbleekt tot rose, en nu zelfs gemetamor- phoseerd in oranje. De vraag is echter of die liefde voor ons volkslied wel echte vader landsliefde is. De niet-te-begrijpen, maar alleen te-gevoe- leu beweging (getuige de open brief van den leider aan Dr. Colijn) toont zelf weinig ge voel te hebben. Hoogstens is er een gevoel van eigenwaan, die nu doet schrijven: „het is onze beweging gelukt binnen 4 jaar tijds principieel al onze tegenstanders te verslaan op alle punten cn op alle fronten." Met moet maar durven! Prof. Schilder, door henzelf het Anti-N.S.B.-nummer genoemd in het A.R.-Geref.Combinatieplan, laat zich nogal gemakkelijk verslaan. Het groote gevaar ligt hier voor hen, die niet schriftuurlijk denken. Wanneer gezegd wordt, dat door God alle dingen gemaakt zijn, wil dat zeggen dat Hij de structuur van de gansche kosmos heeft bepaald. Alle din gen bestaan dus door en dus ook om dio verbon dsgemeenschap tusschen God en mensch. Van die grondgedachte gingen onze Vaderen, speciaal Calvijn, uit. Hij maakte streng onderscheid tusschen God als den Souverein en het door Hem geschapene en op die grondgedachte is gebouwd de Calvi nistische levensovertuiging. Tot die grond gedachte moeten wij terug. Ons daarover te bezinnen is noodig. Gods Verbond stelt ons voor plichten, welke wij in gehoorzaamheid hebben te vervullen. Onverzwakte studie is eisch, zoowel voor ieder persoonlijk als ge zamenlijk op de vereeniging. Wij moeten stand houden en voortvaren evenals Willem van Oranje, die als een „Ghetrouwe Helt" de grondlegger is geweest van onze Vrijheid. Huishoudelijke zaken Na dit openingswoord, dat luiden bijval ondervond, werden de notulen gearresteerd en had de aflezing er presentielijst plaats. De vergadering betuigde met een hartelijk applaus instemming met de verzending van een telegram van gelukwensch aan de afdee ling Noord-Brabant-Limburg, die dit jaar haar 40-jarig bestaan viert. Nadat een tweetal coupletten van het bondslied waren gezongen bracht de secre taris, de heer Karssen uit Bodegraven het jaarverslag uit, dat in 't algemeen in opti mistische toon was gesteld. Er kon weer een stijging in 't ledental (nl. met 31) wor den geconstateerd. In het afdeelingsbestuur hadden groote mutaties plaats, wat helaas het vruchtbaar werken niet bevorderde. Uit voerig werd het werk van dc ringen 1 fespro- ken. Het ringbezoek liet veel te wenschen over. Gelukkig worden roeping en taak weer beter gezien, zooals blijkt uit de ring- onderwerpen.. De verbondsgedachte wordt weep zuiverder aangevoeld. Dat bleek ook uit het centraal rapport van 'het bondsbezoek, dat de heer Karssen daar na uitbracht. Daarnaast is helaas ook opmerkelijk een zekere zelfgenoegzaamheid ten opzichte van eigen geestelijke vorming. Verdere doorwer king van de verbondsgedachte is dus wel zeer noodzakelijk. Het methodisch werken laat op vele ver- eenigingen nog te wenschen over. Met aan drang beval spr. het bondswerkplan aan. De ervaringen der vereenigingen, die het plan invoerden, zijn zeer gunstig. Het sectie- werk op de vereenigingen neemt in bloei toe. Beide verslagen, die zeer veel statistisch materiaal bevatten, werden goedgekeurd onder dank voor het uitgebreide werk van den secretaris. Het rapport van de commissie voor de boekencontrole luidde gunstig. Het financi eel verslag en de begrooting van den pen ningmeester werden aanvaard. De heer Lod. Koovman werd herkozen als afgevaardigde in het bondsbestuur, de heer Karssen als secundus-afgevaardigde in dit bestuur. De heer Karssen werd ook als af- deelingsbestuurder herkozen. Goedgekeurd werd een voorstel van dit afdeelingsbestuur om de leiderevergaderin gen te houden te Bodegraven, Leiden Meer kerk en Rotterdam. Meerkerk vervangt daar bij Gorinohem. Voorts werd aanvaard een voorstel van het afdeelingsbestuur waarin goedkeuring aan de splitsing van de Ring „Hoeksche Waard" wordt gehecht alsmede oen voorstel van de Jongelings-Vereeniging te Maassluis om den afdeelingsdag 1937, in verband met de her denking van den lOOsten geboortedag van wijlen Dr. Kuyper in de geboorteplaats van Dr. Kuyper, dus in Maassluis te houden. Een voorstel van „Obadja" te Leióen om een permanente commissie te benoemen, be staande uit één afgevaardigde van elke plaats, die een meeting of landdag pleegt te organiseeren en een voorzitter, lid zijnde van bet Moderamen, ten einde eenige meer dere orde te scheppen bij het organiseeren van landdagen of meetings werd verworpen. Daarna werd de morgenvergadering ge sloten. MIDDAGVERGADERING in de middagvergadering heette de voor zitter speciaal welkom de vertegenwoordi gers van den kerkeraad van Leiden, w.o. Ds. H. Thomas, alsmede de sprekers voor de zen middag Prof. Dr. D. H. Th. Vollenhoven van Amsterdam en Ds. F A den Boeft van Kralingen. Onder langdurig aanhoudend daverend applaus deed de voorzitter mede- deeling van een telegram van gelukwensch voor het welslagen van deze vergadering, van Dr. H. Colijn. Een driewerf hoera werd op den politieken leider uitgebracht. Prof. Vollenhoven hield vervolgens zijn rede over het onderwerp; „Bezinning noodig" Spr. ontwikkelde in deze rede de volgende stellingen: 1 Onze tijd is ten prooi aan een nog steeds toenemende verwarring. Deze is te ka- raktcriseeren als een in de kern geestelijke. Historisch is ze te vatten als het gevolg van het niet-voldoende letten op het verschil tus schen schriftuurlijk en niet-schriftuurlijk denken. 2 Schriftuurlijk denken onder scheidt: 1 God en kosmos de verhouding is lie van Souverein en mderdaan. 2 In den kosmos: hemel (engelenwe reld) en aarde. 3 In de aarde: tal van rijken, temidden van welke dat van het rnenschelijk ge slacht de centrale plaats inneemt. 4 ln het mensche lijk geslacht: den re ligieuzen ambtsdra ger en degenen die in hem begrepen zijn. 5 Bij religieuze ambtsdragers: den eersten en den tweeden Adam. 6 In elk individueel lid van het rnensche lijk geslacht: hart en leven (functiemantel). 7 In den functiemantel: tal van onder ling onherleidbare functies. 8 In één functie: object en subj'ect. 3 Het n i e t-S c h r i f t u u r 1 ij k den ken gaat scheef doordat het één of meer van deze onderscheidingen verwaarloost. Van beide hoofdrichtingen die hier te onder scheiden zijn het objectivisme (wel te onderscheiden van het dogmatisme) en het subjectivisme levert voor niet-Roomsche kringen het subjectivisme de grootste ge varen op. Vandaar dat vooral deze richting onze aandacht vergt. Binnen haar zijn te onderscheiden een niet- en een wél-dialectische strooming. Met name laatstgenoemde richting is thans aan de winnende hand. Zoowel in haar individu alistische als in haar universalistische ver takking levert haar hoogmoed een groot ge vaar op voor het leven in 't Verbond. 4 Zal deze richting ook in de toekomst met kracht bestreden worden, dan is het noodig, dat ook de J.V. bij de beginselstudie zic-h steeds weer bezinne op de grondgedach ten van het Calvinisme. Door verschillende aanwezigen werden vragen gesteld, die door Prof. Vollemhoven uitvoerig werden beantwoord. Langdurig handgeklap dankte hem voor zijn interes sante voordracht. Ten slotte hield Ds. F. A. d e n Bo ef t van Kralingen een opwekkende rede over het onderwerp: is de lijn van Gods genade; deze lijn is vol wisseling en groei en zal het goed zijn moet wedergeboorte die lijn kenmerken. Hoe vaak nu ontstaat een conflict tus schen dit objectieve en subjectieve in het meisjesleven? Zal niet vaak het subjectieve de overhand hebben? Dat is immers de jeugd eigen? Gelukkig, dat de verticale lijn •an het subjectieve gesneden wordt door do onbuigzame lijn van het objectieve. Die beiden vormen een kruis; beteekenisvol is die kruislijn in het natuurlijk leven van onschatbare beteekenis echter voor 't gees telijk leven. Wie door Gods genade de kruislijn in het leven heelt mogen zien, zal steeds de toevlucht zoeken bij het kruis van Golgotha, dat ons tot heil werd opgericht. De kracht, die ons, door Christus' kruisver- dienste, geschonken wordt, zal ons er voor aren van de objectieve lijn ook maar schrede te wijken. j het kruis is het Licht, en wie dicht er bij leeft, zal alle teleurstelling te boven komen, en in den strijd niet ondergaan. Na dit met groote aandacht aangehoorde referaat, zong de M. V. Eunice, nogmaals een lied en werd de goed geslaagde ver gadering, die door declamatie werd afge wisseld, met dankzegging gesloten. teeken der doleantie-herdenking. De dolean tie was een terugkeer tot het Verbond. De Verbondsrelatie is de betrekking van God tot Zijn volk. Achteruitgang is loslaten van het Verbond. Dit heeft tot gevolg het ontbreken van lust tot het volgen van de Verbondsverplichting, tot het vervullen van de doopsbelofto door ouders en onderwijzers. De kinderen zijn in het Verbond gebracht bij den Doop. Daar door krijgt de Chr. school haar beteekenis. Het is verkeerd te zeggen: als jullie aan dat verbond nu maar deel hebt Neen, daar hebt ge deel aan, aldus spr. Zoo moeten we het beschouwen en dan komt jeugdbeweging en gezin op zijn plaats. Wij hebben te wan delen: dan komt de zegen. Ds. F. A. den Boeft Achteruitgang komt door Verbondsovertre- ding. Loslaten van het Verbond bracht de afgodendienst in Israël. Wij moeten God recht leeren kennen, hem vertrouwen, aan hem alleen onderwerpen. De bestrijding van het Barthianieme eischt geen catechis musaanvulling. Wij moeten alles laten varen en God leen dienen. Verlaten van het Verbond is deformatie, het is van jezelf afgoderij ma ken, de aanbidding van de ziel, de mystiek, de wetenschap. Deze afgoden maken ons ver- eemgingsleven kapot, Vonkenberg heeft de lijnen goed getrokken. Wij hebben rijken arbeid to vervullen. We moeten do Schrift leeren kennen, de Vorbondsgeschicdenis. Wat heeft God ons veel geschonken. Niet wat, menschen zondigen, maar wat God doet, heeft onze belangstelling. De groote werken Gods te leeren kennen, dat is onze taak. Als wij van den Heere zijn, dan heeft God alles over ons leven te zeggen. Wij zijn kin deren der reformatie. Uitdrukingen als; ik neem die tekst maar heel ruitn, komen voor ons niet te pas. Wij hebben niets ruim te God zal zijn waarheid nimmer krenken; Hij is zooals Hij zich openbaart, Hij kan zich niet verloochenen. Het Verbondsleven moet doorwerken, andere worden de zegeningen der vaderen een gevaar. De jeugdorganisatie leeft thans in een moeilijke tijd. God make u getrouw aldus spr. God van den hemel bepa'e uwe gangen. Hij geve u het goede uit Sion te aanschouwen. Aanvaardt het Dan zal het nocit ontbreken in Kerk, Staat en Maatschappij naar Zijn belofte. Do heer Dc Ruig sprak nog een kort slotwoord met een opwekking om het ge hoorde nu ook in practijk te brengen en sloot de vergadering, nadat.Ds. den Boeft in dank gebed was voorgegaan. Na afloop van de zeer geslaagde vergade ring werd in de fraaie Hooglandscho Kerk door denMieer Feike Asma, den organist dezer kerk een orgelconcert gegeven, dat vele bezoekers trok, die van dit besluit van een toch al zoo mooien dag geen spijt zul len hebben gehad. Plantsoenaanleg bij de Nootdorpsche Plassen Men meldt ons uit Delft: Rond de Nootdorpsche plassen heerschÉ den laatsten tijd een en al actie en bedrij vigheid. Men is daar bezig met een plant- soenaanleg en het is over dit werk en ol wat er aan vast zit, dat de directeur van Openbare Werken, ir. J. <le booy, inlich tingen heeft verstrekt aan vertegenwoordi gers van de Pers. De heer de Booy wees er allereerst op, dat Delt als oude vestingstad natuurlijk steeds arm aan plantsoenen is geweest. Het plantsoenoppervlak, dat in 1927 slechts 4 H.A. bedroeg, was in 1933 echter reeds gtgroeid tot ruim 13 H.A. Sedertdien wordt het als middel gebruikt tot werkverschaf fing en zijn een serie plantsoenen gereed en in uitvoering gekomen, die het plantsoen- bezit zullen uitbreiden tot circa 30 H.A. Het voornaamste deel vormt de a-anleg van de plantsoenen aan weerszijden van het zwem bad aan de Twee Molentjesvaart, die één geheel zullen vormen met het thans in aanleg zijnde plantsoen aan de Nootdorp, sche plassen. Een en ander is uitgestippeld in hei uitbreidingsplan van Delft, waarop circa 60 H.A voor ontspanningsterrein staat aan gegeven. Hoewel de aan te leggen terrein oppervlakte slechts een zesde deel hiervan uitmaakt, zal door de huidige aanleg het voornaamste en meest waardevolle gedeelte tot stand komen. Immers daardoor zal reeds nu gevormd worden één groot door loopend ontspanningsterrein, beginnend bij den Oostsingel en culmineerend bii de Nootdorpsche plassen. Door een en" ander wordt een vaste kern verkregen, die len allen tijde kan worden uitgebreid. Tot de uitvoering van r.e aanleg om de Plassen waarvan de kosten zijn geraamd op -f 77.500 is besloten bij raadsbesluit van 2-4 Juli '35. Op 26 Nov. d.a.v. volgde do toekenning van Rijkssubsidie. Het werk bestaat v.n.l. in het uitdiepen der plassen, waarin zich in de loop der eeuwen een modderlaag van 2 a 3 M. dikta heeft vastgezet Van de drie ineenloopende plassen hebben de beide Oostelijke nog slechts een diepte van y2 M. terwijl de Westelijke op een zeer smalle geul na, geheel is dichtgegroeid. Verder zal aanvulling noodig zijp door beplanting in het bestaande karakter. Ten slotte is het noodig om de toegangswegen te verbeteren door de paden langs de plas sen totaal circa 3 K.M. te verbreeden, le verhoogen en te verharden. Ook de brugge tjes zullen worden vernieuwd. De oude molen „Het rieten dak" zal voorts worden ingericht tot landelijke thee- schenkerij en hier zal op een aan te leggen en met kastanjeboom en te beplanten terras een „zitje" worden aangebracht van waar uit men een prachtig uitzicht zal hebben op de plassen. Met de uitvoering is zij het aanvanke lijk op bescheiden schaal aangevangen op 9 Dcc. '35. Thans is alles op volle kracht 'n werking. Er arbeiden tusschen de 30 en 40 man. Gerekend wordt op een totale uitvoeringsduur van 2 h 3 jaren. Verwacht wordt echter dat in Juli a.8. de werkzaamheden zoover gevorderd zullen zijn, dat de theeschenkerij en de twee Wes telijke plassen (die het dichtst bij de stad zijn gelegen) voor het publiek opengesteld zullen kunnen worden. In de zomermaanden zal dan in hoofd zaak aan de derde plas doorgewerkt worden die dus niet toegankelijk wordt gesteld. Het werk geschiedt onder leiding van' Openbare "Werken. De heer De Booy wordt bijgestaan door den opzichter van de Plantsoenen, den heer O. de Vries en den heer B. D. F. A. van der Most, aan wiens zorg de verbouwing van den molen „Het rieten dak" is toevertrouwd. GEMENGD NIEUWS BEL-ETAGE UITGEBRAND Zaterdagmiddag tegen half drie heeft een korte, maar felle brand gewoed in de bel etage van het perceel Llnnaeuskade 12, Amsterdam, bewoond door het gezin van den heer H. van E., die zelf bij het uit breken van den brand aan het werk was in het sousterrain, waarin de door hem geëx ploiteerde stoomwasschery is gevestigd. In het bovenhuis was niemand van het gezin aanwezig, toen de heer van E. plotseling twee knallen hoorde. Hij snelde naar boven en ontdekte, dat de beide ineenloopende ka mers van het woonhuis in lichterlaaie ston den. Weldra sloegen de vlammen aan voor- en achterzijde uit en dreigde, via de houten waranda aan den achterkant van het huis, ook de bovenverdieping te worden aange tast. De brandweer was toen echter reeds ter plaatse verschenen en wist uitbreiding van den brand te voorkomen en het vuur met eenige stralen te bedwingen. De beide kamers brandden van voor- tot achterkant ;eheel uit. ONTEVREDEN STEUNTREKKER Van het gebouw van maatschappelijken steun op Sloterdijk te Amsterd am zijn Zondag een paar ruiten ingegooid door een gepensionneerd beambte van de posterijen, die door deze daad zijn ontevredenheid wil de betuigen over den toeslag, die hem in den vorm van steun op z\jn pensioen werd uitgekeerd. De man is door een agent aan gehouden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1936 | | pagina 11