cVJaat de, Madm,
"AKKERTJES11
GEESELING
DINSDAG 31 MAART 1936
TWEEDE BLAD PAG. 5
Stad en platteland
Wat dezer dagen in De Morgen (r.k.)
geschreven werd, kan er misschien toe mee
werken de tegenstelling tusschen stad en
platteland te verzachten:
Schromelijk overdreven is de voorstel
ling, alsof de stedelijke bevolking het on
geveer Zy2 maal zoo goed zou hebben als
de boerenbevolking. Deze suggestie wordt
gewekt, doordat men als volgt redeneert*
de prijzen der landbouwproducten voor
den oorlog op IOC gesteld, staan nu op
70. Daarentegen slaan de kosten van het
levensonderhoud op 140. Hieruit volgt,
dat de diensten in de stad en de prijzen
van niet-lanclbouwartikelen dooreen ge
nomen minstens op 175 moeten staan,
waaruit dan de bovenstaande gevolgtrek
king wordt gemaakt
De heer Smeenk heeft verdienstelijk-
werk gedaan door deze sofistische rede
neering uit statistische cijfers eens afdoen
de te weerleggen. Hij toonde aan: le dat
het cijfer 140 al niet meer juist is. doch
136.2 moet zijn. 2e Dat in dit cijfer de
distribuiiekosten verrekend zijn. welke clü
landbouwer voor zijn eigen voedingsmid
delen niet behoeft te betalen; 3e. dat de
kosten van levensonderhoud berekend
zijn voor gezinnen in Amsterdam en Den
1-Iaag, waar het cijfer van de kosten van
levensonderhoud uit den aard der zaak
wegens vervoerkosten, hooge huren enz.
belangrijk hooger zal liggen dan in klei
nere plaatsen des lands; 4e dat tal van
industrieele producten in prijs nog lager
staan dan het percentage 70, hetwelk
voor de landbouwproducten geldt; 5e dat
de boeren, doordat er veel gemechani
seerd is, veel minder loon betalen dan
in 1914 het geval was; 6e dat met name
de kunstmeststoffen nog veel lager in
prijs zijn gedaald dan het percentage 70.
waarop de prijs der landbouwproducten
staat; 7e dat de bodemopbrengsten per
H.A. sedert 1914 belangrijk zijn gestegen.
Spellingpuzzles
De parlementaire redacteur van D e T e 1 e-
graaf heeft naar aanleiding van het spel
lingdebat in de Eerste Kamer een onder
hond gehad met oud-Minister Marchant.
Gesproken werd ook over de regel, om
zich in sopimige dingen te houden aan de
beschaafde uitspraak. Dat is vaag gezegd,
maar het is iets, meende Mr. Marchant. Men
1 moet het er thans ook vaak mee doen:
ITet. zal zeker voorkomen, dat twee ver
schillende keuzen geen van beiden fout
zijn. Dat komt nu al dagelijks voor. Moet
men voor „het meisje", of van „het kind",
dat een meisje is, schrijven haar hoed
omdat het woord onzijdig is? De poes
heeft hier een belangrijke rol gespeeld.
Voor den minister is nog aan te hooren
„de poes likt z ij n baard", in plaats van
haar baard, omdat hij niet zeker is, of
het een mannelijke of een vrouwelijke
poes is! Maar hij krijgt kippenvel als hij
leest: „de poes zoogt zijn jongen", omdat
hij dan als zeker zal moeten aannemen,
dat „zij" een vrouwelijke poes is. Zoo mo
gen wij van de koe niet zeggen „zijn"
melk, maar wel zijn staart, omdat die
laatste koe mogelijk een os is. Of mogen
wij dan uitsluitend van „het rund" spro
ken en is „koe" fout?
Daarom luidt zijn conclusie:
Minister Slotemaker de Bruine zal 't niet
aanvaarden.
Ilij wil een „norm"; maar hij zoekt den
steen der wijzen. Dien zal hij niet vinden in
drie, niet in zes en ook niet in 15 maanden
Maar het Is mij best, dat hij blijft zoeken.
Men kan, gegeven de bestaande regeling, ten
hoogste voorschrijven: voor mannelijke per
soonsnamen en mannelijke diernamen geldt
de mannelijke pronominale aanduiding en
voor vrouwelijke de vrouwelijke.
Argumenten vóór de reisbelasting
Waar er zooveel tegen de reisbelasting
geageerd wordt, voel ik me geroepen er
iets voor te zeggen, schrijft een mede
werker iu de V r ij z.-D emocraat en hij
somt o.m. op:
Gefeliciteerd degene, die in de termen
valt, om reisbelasting te betalen. Hij
wordt nog niet door de geesel van deze
tijd, de werkloosheid, gemarteld, en
ondervindt het genot van één of meer
weken ontspanning.
Waar elk jaar meer het spaarvar-
kentje ton nutte van de vacantie in hot
buitenland geconsumeerd wordt, getuige
de tabellen van de A.N.W.B., wat be
treft reis-aanvragen naar het buiten
land (met auto's de grootste toename)
en de Nederlander profiteert van
twee ruggen uit één zoo'n varkentje
(gave guldens plus lage valuta's), daar
kan ik me voorstellen, dat de Minister
van Financiën de hand uitsteekt naar
een paar lendenlapjes.
Meerderen met mij zullen gaarne dit
offer aan den fiscus brengen, ook al zon
een buitenlandsche reis eerder afgebro
ken, of een jaar van het verlanglijstje
geschrapt moeten worden
Grof
De oud-Minister Posthuma heeft ook eens
„geestig" willen zijn, schrijft de Stan
daard.
Aan een maaltijd in de „Industrieele
Club" te Amsterdam gaf hij een „tip"
voor een Tweede Kamer-lied. Dit door
hem geminachte college zou kunnen
zingen:
„Laat mij niet mijn lot beslissen;
Zoo ik mocht, ik durfde niet.
Ach, hoe zou ik mij vergissen,
Als gij mij de keuze liet."
Er zal wel niet één Tweede Kamerlid
zijn, die zich van deze „geestigheid" iets
aantrekt! Het werk van dit college als
geheel wordt er niet minder door, wan
neer de heer Posthuma daarvoor geen
waardeering toont.
Ergerlijk is, dat de heer Posthuma zijn
geestigheid" meende te moeten ontlee-
nen aan een der schoonste gedichten van
Jacqueline van der Waals, waarin dé
vrome dichteres zich ook in de geciteerde
woorden richt tot God, Die haar leven
leidt.
De oud-Minister behoort zich voor het
debiteeren van een dergelijke „geestig
heid" diep te schamen.
Als hij de Tweede Kamer bespottelijk
wil maken, zij hij tenminste oorspro n.
k e 1 ij k. Hij dichte dan zelf een vers
voor een cabaret. Maar hij misbruike
een hooggestemd lied niet.
Dat is al te grof.
Radicale wijziging noodig
Te Utrecht is een Christelijke Werk
geversclub opgericht. In de oprichtings
vergadering spralv de heer Borst, vice-,
voorzitter der Vereeniging van Christe
lijke Werkgevers, die voor bedrijfsorga
nisatie pleitte, over de geestelijke nood
van onze tijd.
Die nood bestaat, zei spreker, hierin,
dat al die patroons, die bij een zooge
naamd neutrale, doch in wezen liberale
of vrijzinnige organisatie zijn aangeslo
ten, vaak onbewust zijn gekomen onder
de bekoring der liberale denkbeelden.
De toekomst van ons volk kon hij eerst
dan met vertrouwen tegemoet zien wan
neer alle christelijke patroons zich via
hun eigen vakorganisatie, bij de centrale
van prot.estantsch-christelijke werkgevers
hebben aangesloten
De heer Borst, aldus laat de „Velks^
krant" (r.k.) hierop volgen heeft zijn
Utrechtsche en andere collega's een
prachtig richtsnoer voorgehouden. Indien
men het algemeen volgen wil naar het
woord van den spreker: zijn houding ra
dicaal wijzigen kunnen daarvan ver
blijdende resultaten worden verwacht.
Het geval-Feber
Cumulatie van ambten
De roomsch-kath. bladen houden zich nog
steeds bezig met het geval-Feber.
Terwijl aan de eene zijde een motie wordt
aangenomen om het euvel der cumulatie te
bestrijden wordt uit Den Haag medegedeeld,
dat het bestuur van de Rijkskieskring 's-Gra
venhage een verzoek gedaan heeft aan de
R.K. Raadsfractie om den heer Feber van
zijn met de fractie gemaakte afspraak te
ontslaan en hem, naast het wethouderschap
tot 1937 het Kamerlidmaatschap te laten
vervullen
De redactie van de Volkskrant (r.k.)
acht dat ook nu de verkiezingen voor de
deur staan het beste, maar voegt er aan
toe:
„Wat natuurlijk wel klemt is de vraag; of
't in deze tijd verantwoord is te doen cu
muleeren: een Kamerlidmaatschapsvergoe
ding, een Haagsch wethouderstraktement,
een stevig Indisch pensioen, een niet te ver
smaden commissariaat en wat zoo hier
en daar wordt neven-verdiend. Dat zoo
iets de menschen in deze tijd steekt, is te
begrijpen. En van een gebaar in zekere rich
ting hebben wij althans uit Den Haag niets
Aankomst van het Elbert cider Kurrende bij de Jacobikerk te Utrechtwaar het een uitvoering gdf, die groote belangstelling trok.
Zondaqmorgen verleende het zijn medewerking tijdens de morgengodsdienstoefening in de Wilhelminakerk, onder leiding van ür
G. W. Oberman. Zaterdag a.s. zal dit Duitsche jongenskoor te Rotterdam optreden.
Overal bi) Apothekers
en Drogisten 12 stuks in
koker 52 cent, 3 stuks
in zakdoosje 20 cent.
Nederlandsch Fabrikaat
De kootts daalt onmiddellijk,
De besmetting wordt gestuit,
De ziekte-duur wordt ingekort,
Steeds goede resultaten met:
(AKKER-CACHETS)
Recept van Apotheker Dumont
BINNENLAND
De verkoop van
„Der Stürmer"
Bij verdere verspreiding zal onverwijld
worden ingegrepen
In Antwoord op vragen van het Twee
de Kamerlid Boon in verband met den
verkoop van het Duitsohe weekblad
„Der Stürmer" in een sigarenwinkel te
Amsterdam heeft de Minister van Justi
tie medegedeeld, dat er voor een ver
zoek om inlichtingen aan de Duitsche
regeering geen reden bestaat.
Volgens de afgelegde verklaringen werd
het blad alleen verkocht aan klanten die
speciaal om het blad vroegen; aan Duit-
scliers, die naar Duitsche tijdschriften in
formeerden. zou echter te kennen zijn ge
geven, dat het blad voorhanden was. De
betrokken verkoop, die naar het schijnt niet
vóór Februari 1936 is begonnen, is inmiddels
stopgezet.
Er bestaan geen aanwijzingen, dat de ver
koop met medeweten van de leiding der
N. S. B. heeft plaats gehad.
Volgens verkregen inlichtingen is de uit
voer van „Der Stürmer" door de Duitsche
Regeering niet verboden.
Ter zake van de verspreiding van het
bedoelde blad van Februari 1.1. no. 9
wordt een gerechtelijk vooronderzoek
uitgelokt, waarna, zoo mogelijk, een
strafvervolging zal worden ingesteld.
ITet noodige is verricht, opdat bij verde
re verspreiding van „Der Stürmer" in
ons land onverwijld worde ingegrepen.
ALGEMEEN VERBOND
VAN ACCOUNTANTS
In T de laatstgehouden ledenvergadering
jwfertl prof. <lr. J. Veraart te 's-Gravenhage
^enoenra toé4icl'dë¥" CbfiinttiS'si'e" -vait Tóe-
zicht op de Examens.
Verder werden o. m. de verslagen v$n
secretaris en penningmeester goedgekeurd,
u Tot lid van de Examencommissie werd
'door het bestuur benoemd Drs. J. S. Car-
miggelt te 's-Gravenhage.
BLIJDE TIJDING
De K.N.A.C. meldt, dat blijkens een mede-
deeling van den betrokken Rijkswaterstaats
dienst het verhoogde tarief van den nacht
dienst van het Moerdijksche veer met in
gang van 1 April a.s. vervalt, zoodat dus
voor de nachtdienst van genoemde datum
af het gewone tarief wordt toegepast.
ROTTERDAM LLOYD RAPIDE
De Firma Ruys «Sc Co., Hoofdagente van
de N.V. Rotterdamsche Lloyd, meldt, dat
de Rotterdam Lloyd Rapide, rijdende in
aansluiting op het dd. 31 dezer te Marseille
verwacht wordende mailschip „Baloeran"
Woensdag 1 April a.s. om 6.16 uur te Roo
sendaal, 7.14 uur te Rotterdam D.P. en 7.40
uur te toen Haag HSM verwacht wordt.
BOOTTREIN MIJ. NEDERLAND
De N.V. Stoomvaart Maatschappij Neder
land meldt, dat de speciale trein met pas
sagiers en post in aansluiting op het d.d.
3 April a,s. van Genua vertrekkende s.s.
Johan de Witt Donderdagochtend 2 April
om 8.55 uur van Den Haag S.S. zal ver
trekken.
Vertrek van Utrecht C.S. 9.54 uur, van
Arnhem 10.47 uur, van Nijmegen 11.10 uur.
Vertrek van den aansluitenden trein
naar Utrecht van Amsterdam C.S. 8.22 uur,
van Amsterdam W.P. 8.36 uur. De aanslui
tende trein van Rotterdam-Maas vertrekt
om 8.32 uur. Aankomst te Genua Vrijdag
ochtend 3 April te 7.31 uur.
Officieele Berichten
ONDERSCHEIDINGEN
:kend i
Gaastra te Workum en aan mej. J. Nlspeling
Den Haag; in brons aan den werkman in a!
dienst bü het 5e reg. veldart. R. Reyerse.
CONSULAATWEZEN
Aan den heer R. J. Lampe is eervol ontsl;
verleend uit zjjn betrekking van consul der N
derlanden te Münster i/W.
DEPARTEMENTEN
Bij het Dep. van Onderwijs zijn benoemd: t
hoofdcommies jhr mr O. J. A. de Ranitz en t
commies mevr. M. J. H Riem en T L. W Sim
RIJKSVERZEKERINGSBANK
Benoemd is tot pl.v. lid van don Raad v
Toezicht, bedoeld in art 11 van de Wet op
Rijksverzekeringsbank en de Raden van Arbf
W de Jong te Utrecht.
Aangewezen is als beheerder van het büpost-
telegraaf- en telefoonkantoor te Maastricht-
Wijk de commies J W H Hoppers te Maastricht
CRISISORGANISATIEBESLUIT 1933
De Min. van Landbouw heeft aan jhr mr G.
W Aan der Does, adv. en proc. te Den Haag,
eervol ontslag verleend als rechtsgeleerd lid te
vens voorz. van de comm. van advies, bedoeld
■ganisatieb*
J N M Struycken te Den
1933. Idem a
Haag. als rechtsgeleerd lid
Benoeiriti^ ^zün in bedoelde commissie
Noyon eri jhr mr G H V de'Villeneuve™'
Haag: tot rechtgeleerd lid: jhr mr L. L I
Nispen tot Sevenaer te Den Haag; tot
rechtsgel. lid: mr C H Telders te Den
Benoemd is tot rechtsgel. lid tevens
mr. F J de Jong. thans rechtsgel. lid, tever
LAND- EN
TUINBOUW
De baconregeling
Nog meer bezwaarden
Door een 21-tal fabrikanten, betrokken bij
de bacon-fabricatie is een telegram aan
den Minister van Landbouw en Visscherij
gezonden van den volgenden inhoud:
„In het belang van ons zelf en van ons
personeel doen wij nogmaals een dringend
beroep op Uwe Èxcellentie om de beper
kende bepaling voor de baconfabrikanten
betreffende nevenbedrijven nog te hand
haven in afwachting van een grondig on
derzoek.
Wij zullen het ten zeerste op prijs stellen
indien eenige afgevaardigden van ons aan
dit onderzoek mogen deelnemen. Daar de
beperkende bepaling nu reeds drie en een
half jaar bestaat kan een verlenging van
enkele weken niet van overwegend bezwaar
zijn en vertrouwen wij des te meer dat Uwe
Excellentie aan ons verzoek gevolg zal
geven."
Algemeene Vereeniging
voor Bloembollencultuur
In de gister te Haarlem gehouden 180ste
algemeene vergadering van de Algemeene
,Vereeniging voor Bloembollencultuur werden
na de openingsrede van den voorzitter, dr.
A. J. Verhage (zie ons blad van gister) de
verschillende jaarverslagen behandeld en
goedgekeurd. De voorzitter deelde o.a. mede,
dat de reorganisatie-commissie aandacht zal
wijden aan de mogelijkheid tot contributie
verlaging. Het hoofdbestuur heeft adhaesie
betuigd met het adres aan de Tweede Ka
mer inzake de reisbelasting van den Bond
van Bloembollenhandelaren.
Tenslotte hield dr. J. J. Beyer, plantkun
dige aan het Laboratorium voor Bloembol-
lenonderzoek te Lisse, een voordracht over:
„De invloed van de schuurbehandeling op
de bloemkwaliteiten van den hyacinth".
ROFFELR1JMEN
SURROGAAT
Er is in 't stadje Pnrmerend
Een „klokkenspel" gehangen
Dat mij niét naar de nadering
Der toekomst doet verlangen.
Vier toeters zijn er opgesteld
Hoog in de raadhuistoren;
Daardoor laat zich van tijd tot tijd
Een gramofoonplaat hooren,
Een zwarte schijf, waarop correct
In was is neergeschreven
Het carillonspel dat Vincent
Ten beste heeft gegeven.
Het moet heel mooi zijn, zegt de krant.
Vincent zegt: haast volkomen.
Mij spijt het zeer, dat de techniek
Zoo'n luchtsprong heeft genomen:
De echte carülonmuziek
Is niet te evenaren
En wie een klokkenspel verlangt
Die dient er voor te sparen.
Het is, hoe opperbest bedoeld,
Een nare imitatie
Van 't. werk waardoor ons voorgeslacht
De roem werd onzer natie.
Wanneer dit fraaie surrogaat
De kans krijgt door te werken,
Dan kHjgen we de gramofoon
Straks ook in onze kerken,
Dan zingen wij ons Levenslied
Bij levenlooze platen
Ja vrees ik zelfs met groote vrees
Voor onze candidaten!
(Nadruk verboden.) LEO LENS.
De markttuinders
Het Centraal Bureau van Veilingvereeni-
gingen in Nederland heeft aan den Minister
een adres gezonden, waarin aangedrongen
wordt zoodanige maatregelen te treffen, Jat
ook de z.g.n. markttuinders, die dus hun
producten niet aan de veiling brengen, zich
hebben te houden aan de voorschriften om
trent kwaliteitseischen enz. aan de produc
ten gesteld.
Waar dit nu niet gebeurt, ondervinden
de veilingverenigingen biervan ernstige
hinder bij het handhaven der bepalingen.
Zuiveldemonstraties
Het Zuivelbureau te 's-Gravenhage deelt
ons het volgende mede:
Het programma der zuiveldemonstraties
van Jan AVelgemoed voor de eerstvolgende
vier weken is als volgt samengesteld:
Van 31 Maart tot en met 3 April te
Hengelo.
Van 6 tot en met S April te Almelo.
Gedurende de daarop volgende 2 weken
zullen de demonstraties resp. te Zutfen en
te Groningen worden gehouden.
Ook gisteren werd in heel Duitschland de
uitslag der verkiezingen gevierd. Alle open
bare gebouwen vlagden en waren 's avonds
verlicht. Een foto van den dom te Keulen.
Feuilleton
(33
door D. K R IJ G E R
Wij treffen Herbert aan op het oogenblik van zijn vertrek;
naar Peking. De trein zou er hem in enkele dagen heen
brengen. Ilij had oen compartiment met slaapgelegenheid voor
zich alleen en kon dus rustig reizen.
Zonder stoornis werd de reis volbracht en spoedig zette Her'
bert den voet weder in de vermaarde stad vol van geheim
zinnigheid.
Enkele dagen later reeds lag hij in een ziekenhuis, aanvankts
lijk alleen om rust te nemen, maar aldra openbaarde zich een
ernstige ziekte, die zijn leven in gevaar bracht en hem weken
lang aan het ziekbed bond.
Toch behoorde die tijd tot den schoonsten van Herberts leven.
Nooit ,had hij zich in die mate voelen opwassen in genade
nooit zoodanig in kennis toenemen van Gods Woord en wat
dit Woord voor hem beteekende.
De aanleiding hiertoe was zoo eenvoudig mogelijk.
Het ziekenhuis werd regelmatig bezocht dooi een landgenoot,
reeds jaren in Peking werkzaam, die gaarne voor de Zending
arbeidde en het grootste deel van zijn vrijen tijd gaf aan het
bezoeken van kranken. Weldra kreeg ook Herbert een bezoek
van hem en hoe verblijd was zijn bezoeker in hem een geloofs-
genoot te vinden. Zijn bezoeken volgden elkander steeds vaker
op, want niet alleen dat zij elkander hun ondervinding in het
Hemelsche Rijk en de ontvangen berichten uit het vaderland
meedeelden, zij versterkten elkander ook in het geloof en deden
niets liever dan Gods liefde te prijzen. Al spoedig behoefden zij
elkaar geen kennis meer te noemen, maar waren zij inderdaad
goede -vrienden geworden, en vooral Herbert kon van zi in
nieuwen vriend veel leeren als het hem aan het rechte inzicht
ontbrak van hetgeen hij in den Bijbel of in een of andere gees
telijke lectuur las. Dit bleek inzonderheid op een dag waarop
zijn vriend hem aantrof, verdiept in het lezen van een boek
van Stanley Jones. Herbert had reeds meer van dien schrijver
gelezen, ook van Andrews, Kawaga e.a. en hij dweepte met
hen. Hoe kon Herbert verlangen met denzelfden ijver als zij
bezield te zijn voor den arbeid in Gods Koninkrijk!
,jBoeit dat boek je?" vroeg zijn vriend.
„Boeien! Het woord is te zwak voor het uiten van mijn gevoe
lens voor die menschen; ik vind hen aan Paulus gelijk", klonk
Herberts antwoord. En na eenig zwijgen voegde hij er bij: „één
ding doet mij leed."'
„En dat is?" vroeg zijn vriend.
„Dat ik gevoel nooit, zelfs niet in de verte, hen te kunnen
evenaren in arbeidskracht, ijver en liefde voor de menschheid."
„Stop even", riep eensklaps zijn vriend uit; „laten wij over
dit laatste even praten. Wat stel je het hoogst, de liefde voor
God of de liefde voor de menschen?"
„Je maakt mij het antwoord nogal gemakkelijk", klonk het
uit Herberts mond, „er staat immers geschreven, dat wij God
moeten liefhebben boven al en onze naasten als ons zei ven!"
„Juist", antwoordde zijn vriend op bedaarden toon, „lees nu
nog eens oplettend de werken van die schrijvers en houd daarbij
voortdurend die twee geboden in gedachten. De liefde van den
men9ch voor God kan slechts gegrond zijn in de volkomen over
gave zijns harten aan zijn Heiland, in het afsterven van den
ouden mensch en het aanhangen van den nieuwen, zooals
Paulus leert."
„Welnu, doen die menschen dit dan niet"? vroeg Herbert ver
wonderd, niet begrijpend waarop zijn vriend doelde.
„Volg mijn raad maar", kreeg hij ten antwoord, „en lees het
boek, dat je nu onderhanden hebt nog eens over in het licht der
twee geboden, die je zooeven aanhaalde. Om het je gemakkelijk
te maken zal ik je w lectuur zenden, die je meer op de
hoogte zal brengen met den arbeid van die schrijvers."
Zijn vriend hield woord; na een uur reeds lag Herbert,-met
brochures en Amerikaansche zoowel als Engelsche bladen en
tijdschriften op zijn bed uitgespreid, aandachtig het boek over
te lezen, dat hem zoo machtig gegrepen had. Hoe meer hij las,
hoe meer hij inzag een zoete dwaling als versterkende spijze voor
de ziel te hebben aangenomen.
Immers wat vertelden die brochures en bladen hem?
Verschillende Zendingsarbeiders in het Oosten werden getoetst
aan hun eigen uitlatingen bij gelegenheid van door hen, meest
in Amerika, gehouden lezingen.
De algemeene indruk van allen was vrijwel dezelfde. Stanley
Jones heeft zich vooral door zijn eminent geschreven boeken,
die even eminent vertaald werden, die sympathie der moderne
Christenen niet alleen, maar ook van een groot deel van Gods
volk, niet het minst van studeerende, aanstaande predikanten
en zendelingen, verworven. Hoe is dit mogelijk, zoo vraagt men
zich af en men gelooft voor een raadsel te staan. Verstaat God9
volk dan zoo weinig de kunst van lezen of vergaapt het zich
zóó gemakkelijk aan welsprekende woorden en prachtige zins
wendingen, dat het dien schijn voor het wezen neemt en niet
bemerken kan wat er op den bodem van al dat moois verborgen
ligt?
Stanley Jones staat wat betreft de Godheid van Jezus en
onze verlossing door Zijn bloed op hetzelfde standpunt als zijn
medewerkers, die zich brengers noemen van een Boodschap aan
het Oosten; die medewerkers, die het voor eenige jaren gehouden
Wereld-Zendingscongres te Jeruzalem vrijwel tot een fiasco
maakten voor hen, die zich waarlijk en uitsluitend door Gods
Woord willen laten leiden, en die aan John R. Mott den weg
effenden tot doorvoering der leiding in vrijzinnige richting.
Toen Stanley Jones in 1931 naar China kwam om daar lezingen
te houden, nam „the Fundamentalist", het orgaan der ver-
eenigde fundamentalisten in het Hemelsche Rijk, daartegen
onmiddellijk stelling in met het nader in beschouwing nemen
der door hem geschreven drie boeken, in Nederlandsche ver
taling verschenen als „Christus langs den Indischen heirweg",
„Christus en de tafelronde", „Op iederen weg Christus",
Na rechtmatige hulde gebracht te hebben aan den ijver en
werkkracht van dezen apostel, die zich geroepen noemt bet
Evangelie van Christus uit te dragen in het Oosten, eindigt het
blad met de verzuchting dat het, hoe gaarne ook, allerminst
kan instemmen met de soort van boodschap, die door hem
gebracht wordl. „Hij staat en valt zijn eigen heer en zijn en ons
oordeel wacht den dag af waarop God het in duisternis ver
borgene aan het licht zal brengen en des harten raadslag zal
openbaren; en alsdan zal een iegelijk lof hebben van God."
(Zie 1 Kor. 4 5). „Maiar intusschen is het onze plicht 's man3
woorden te toetsen aan het onfeilbare Woord van God."
,De boeken van Stanley Jones zijn over de geheele wereld
verspreid en hun invloed is onberekenbaar groot Deze invloed
zal door zijn bezoek aan China nog toenemen; zijn boodschap
zal ongetwijfeld wel eenige nuttige en practische wenken voor
den zendingsarbeid bevatten, voornamelijk om hetgeen hij le
zeggen heeft over het nut, dat de Zendeling er van trekt als
hij zijn woorden kiest in overeenstemming met het standpunt
zijner toehoorders. De apostel heeft hierin slechts de voetstap
pen te drukken van zijn gezegenden Heere, óns voorbeeld in dit
opzicht.
Hoe zeer verschilt de samenspraak van den Heere en Nico-
demus met die van de vrouw aan de bron; en Paulus' toespraak
te Antiochië tot de Joden en proselieten, vergeleken bij zijn
rede te Athene. Hebben wij Zendelingen niet allen de behoefte
gevoeld om op dezelfde wijze aanraking te zoeken met ons
gehoor, en hebben wij niet steeds gebeden om de wijsheid die
zoo helder voortblinkt uit die welsprekendheid te Athene' ten
eigen gerieve? Verstandig zullen wij doen, acht te slaan op de
conclusie, die er uil voortvloeit, n.l. het Oordeel der wereld
door Christus, een Mensch, die van den dood verrees. Ook
lezen wij dat te KoHnthe was het diezelfde apostel niels
wilde kennen dan Jezus Christus en Dien gekruisigd Hieruit
mogen wij dus afleiden, dat het Paulus' gewoonte niet was
aanhalingen te doen uit Griekscbe dichlers en filosofen."
(Wordt vervolgd.)