cVJaat de, Madm, "AKKERTJES11 GEESELING DINSDAG 31 MAART 1936 TWEEDE BLAD PAG. 5 Stad en platteland Wat dezer dagen in De Morgen (r.k.) geschreven werd, kan er misschien toe mee werken de tegenstelling tusschen stad en platteland te verzachten: Schromelijk overdreven is de voorstel ling, alsof de stedelijke bevolking het on geveer Zy2 maal zoo goed zou hebben als de boerenbevolking. Deze suggestie wordt gewekt, doordat men als volgt redeneert* de prijzen der landbouwproducten voor den oorlog op IOC gesteld, staan nu op 70. Daarentegen slaan de kosten van het levensonderhoud op 140. Hieruit volgt, dat de diensten in de stad en de prijzen van niet-lanclbouwartikelen dooreen ge nomen minstens op 175 moeten staan, waaruit dan de bovenstaande gevolgtrek king wordt gemaakt De heer Smeenk heeft verdienstelijk- werk gedaan door deze sofistische rede neering uit statistische cijfers eens afdoen de te weerleggen. Hij toonde aan: le dat het cijfer 140 al niet meer juist is. doch 136.2 moet zijn. 2e Dat in dit cijfer de distribuiiekosten verrekend zijn. welke clü landbouwer voor zijn eigen voedingsmid delen niet behoeft te betalen; 3e. dat de kosten van levensonderhoud berekend zijn voor gezinnen in Amsterdam en Den 1-Iaag, waar het cijfer van de kosten van levensonderhoud uit den aard der zaak wegens vervoerkosten, hooge huren enz. belangrijk hooger zal liggen dan in klei nere plaatsen des lands; 4e dat tal van industrieele producten in prijs nog lager staan dan het percentage 70, hetwelk voor de landbouwproducten geldt; 5e dat de boeren, doordat er veel gemechani seerd is, veel minder loon betalen dan in 1914 het geval was; 6e dat met name de kunstmeststoffen nog veel lager in prijs zijn gedaald dan het percentage 70. waarop de prijs der landbouwproducten staat; 7e dat de bodemopbrengsten per H.A. sedert 1914 belangrijk zijn gestegen. Spellingpuzzles De parlementaire redacteur van D e T e 1 e- graaf heeft naar aanleiding van het spel lingdebat in de Eerste Kamer een onder hond gehad met oud-Minister Marchant. Gesproken werd ook over de regel, om zich in sopimige dingen te houden aan de beschaafde uitspraak. Dat is vaag gezegd, maar het is iets, meende Mr. Marchant. Men 1 moet het er thans ook vaak mee doen: ITet. zal zeker voorkomen, dat twee ver schillende keuzen geen van beiden fout zijn. Dat komt nu al dagelijks voor. Moet men voor „het meisje", of van „het kind", dat een meisje is, schrijven haar hoed omdat het woord onzijdig is? De poes heeft hier een belangrijke rol gespeeld. Voor den minister is nog aan te hooren „de poes likt z ij n baard", in plaats van haar baard, omdat hij niet zeker is, of het een mannelijke of een vrouwelijke poes is! Maar hij krijgt kippenvel als hij leest: „de poes zoogt zijn jongen", omdat hij dan als zeker zal moeten aannemen, dat „zij" een vrouwelijke poes is. Zoo mo gen wij van de koe niet zeggen „zijn" melk, maar wel zijn staart, omdat die laatste koe mogelijk een os is. Of mogen wij dan uitsluitend van „het rund" spro ken en is „koe" fout? Daarom luidt zijn conclusie: Minister Slotemaker de Bruine zal 't niet aanvaarden. Ilij wil een „norm"; maar hij zoekt den steen der wijzen. Dien zal hij niet vinden in drie, niet in zes en ook niet in 15 maanden Maar het Is mij best, dat hij blijft zoeken. Men kan, gegeven de bestaande regeling, ten hoogste voorschrijven: voor mannelijke per soonsnamen en mannelijke diernamen geldt de mannelijke pronominale aanduiding en voor vrouwelijke de vrouwelijke. Argumenten vóór de reisbelasting Waar er zooveel tegen de reisbelasting geageerd wordt, voel ik me geroepen er iets voor te zeggen, schrijft een mede werker iu de V r ij z.-D emocraat en hij somt o.m. op: Gefeliciteerd degene, die in de termen valt, om reisbelasting te betalen. Hij wordt nog niet door de geesel van deze tijd, de werkloosheid, gemarteld, en ondervindt het genot van één of meer weken ontspanning. Waar elk jaar meer het spaarvar- kentje ton nutte van de vacantie in hot buitenland geconsumeerd wordt, getuige de tabellen van de A.N.W.B., wat be treft reis-aanvragen naar het buiten land (met auto's de grootste toename) en de Nederlander profiteert van twee ruggen uit één zoo'n varkentje (gave guldens plus lage valuta's), daar kan ik me voorstellen, dat de Minister van Financiën de hand uitsteekt naar een paar lendenlapjes. Meerderen met mij zullen gaarne dit offer aan den fiscus brengen, ook al zon een buitenlandsche reis eerder afgebro ken, of een jaar van het verlanglijstje geschrapt moeten worden Grof De oud-Minister Posthuma heeft ook eens „geestig" willen zijn, schrijft de Stan daard. Aan een maaltijd in de „Industrieele Club" te Amsterdam gaf hij een „tip" voor een Tweede Kamer-lied. Dit door hem geminachte college zou kunnen zingen: „Laat mij niet mijn lot beslissen; Zoo ik mocht, ik durfde niet. Ach, hoe zou ik mij vergissen, Als gij mij de keuze liet." Er zal wel niet één Tweede Kamerlid zijn, die zich van deze „geestigheid" iets aantrekt! Het werk van dit college als geheel wordt er niet minder door, wan neer de heer Posthuma daarvoor geen waardeering toont. Ergerlijk is, dat de heer Posthuma zijn geestigheid" meende te moeten ontlee- nen aan een der schoonste gedichten van Jacqueline van der Waals, waarin dé vrome dichteres zich ook in de geciteerde woorden richt tot God, Die haar leven leidt. De oud-Minister behoort zich voor het debiteeren van een dergelijke „geestig heid" diep te schamen. Als hij de Tweede Kamer bespottelijk wil maken, zij hij tenminste oorspro n. k e 1 ij k. Hij dichte dan zelf een vers voor een cabaret. Maar hij misbruike een hooggestemd lied niet. Dat is al te grof. Radicale wijziging noodig Te Utrecht is een Christelijke Werk geversclub opgericht. In de oprichtings vergadering spralv de heer Borst, vice-, voorzitter der Vereeniging van Christe lijke Werkgevers, die voor bedrijfsorga nisatie pleitte, over de geestelijke nood van onze tijd. Die nood bestaat, zei spreker, hierin, dat al die patroons, die bij een zooge naamd neutrale, doch in wezen liberale of vrijzinnige organisatie zijn aangeslo ten, vaak onbewust zijn gekomen onder de bekoring der liberale denkbeelden. De toekomst van ons volk kon hij eerst dan met vertrouwen tegemoet zien wan neer alle christelijke patroons zich via hun eigen vakorganisatie, bij de centrale van prot.estantsch-christelijke werkgevers hebben aangesloten De heer Borst, aldus laat de „Velks^ krant" (r.k.) hierop volgen heeft zijn Utrechtsche en andere collega's een prachtig richtsnoer voorgehouden. Indien men het algemeen volgen wil naar het woord van den spreker: zijn houding ra dicaal wijzigen kunnen daarvan ver blijdende resultaten worden verwacht. Het geval-Feber Cumulatie van ambten De roomsch-kath. bladen houden zich nog steeds bezig met het geval-Feber. Terwijl aan de eene zijde een motie wordt aangenomen om het euvel der cumulatie te bestrijden wordt uit Den Haag medegedeeld, dat het bestuur van de Rijkskieskring 's-Gra venhage een verzoek gedaan heeft aan de R.K. Raadsfractie om den heer Feber van zijn met de fractie gemaakte afspraak te ontslaan en hem, naast het wethouderschap tot 1937 het Kamerlidmaatschap te laten vervullen De redactie van de Volkskrant (r.k.) acht dat ook nu de verkiezingen voor de deur staan het beste, maar voegt er aan toe: „Wat natuurlijk wel klemt is de vraag; of 't in deze tijd verantwoord is te doen cu muleeren: een Kamerlidmaatschapsvergoe ding, een Haagsch wethouderstraktement, een stevig Indisch pensioen, een niet te ver smaden commissariaat en wat zoo hier en daar wordt neven-verdiend. Dat zoo iets de menschen in deze tijd steekt, is te begrijpen. En van een gebaar in zekere rich ting hebben wij althans uit Den Haag niets Aankomst van het Elbert cider Kurrende bij de Jacobikerk te Utrechtwaar het een uitvoering gdf, die groote belangstelling trok. Zondaqmorgen verleende het zijn medewerking tijdens de morgengodsdienstoefening in de Wilhelminakerk, onder leiding van ür G. W. Oberman. Zaterdag a.s. zal dit Duitsche jongenskoor te Rotterdam optreden. Overal bi) Apothekers en Drogisten 12 stuks in koker 52 cent, 3 stuks in zakdoosje 20 cent. Nederlandsch Fabrikaat De kootts daalt onmiddellijk, De besmetting wordt gestuit, De ziekte-duur wordt ingekort, Steeds goede resultaten met: (AKKER-CACHETS) Recept van Apotheker Dumont BINNENLAND De verkoop van „Der Stürmer" Bij verdere verspreiding zal onverwijld worden ingegrepen In Antwoord op vragen van het Twee de Kamerlid Boon in verband met den verkoop van het Duitsohe weekblad „Der Stürmer" in een sigarenwinkel te Amsterdam heeft de Minister van Justi tie medegedeeld, dat er voor een ver zoek om inlichtingen aan de Duitsche regeering geen reden bestaat. Volgens de afgelegde verklaringen werd het blad alleen verkocht aan klanten die speciaal om het blad vroegen; aan Duit- scliers, die naar Duitsche tijdschriften in formeerden. zou echter te kennen zijn ge geven, dat het blad voorhanden was. De betrokken verkoop, die naar het schijnt niet vóór Februari 1936 is begonnen, is inmiddels stopgezet. Er bestaan geen aanwijzingen, dat de ver koop met medeweten van de leiding der N. S. B. heeft plaats gehad. Volgens verkregen inlichtingen is de uit voer van „Der Stürmer" door de Duitsche Regeering niet verboden. Ter zake van de verspreiding van het bedoelde blad van Februari 1.1. no. 9 wordt een gerechtelijk vooronderzoek uitgelokt, waarna, zoo mogelijk, een strafvervolging zal worden ingesteld. ITet noodige is verricht, opdat bij verde re verspreiding van „Der Stürmer" in ons land onverwijld worde ingegrepen. ALGEMEEN VERBOND VAN ACCOUNTANTS In T de laatstgehouden ledenvergadering jwfertl prof. <lr. J. Veraart te 's-Gravenhage ^enoenra toé4icl'dë¥" CbfiinttiS'si'e" -vait Tóe- zicht op de Examens. Verder werden o. m. de verslagen v$n secretaris en penningmeester goedgekeurd, u Tot lid van de Examencommissie werd 'door het bestuur benoemd Drs. J. S. Car- miggelt te 's-Gravenhage. BLIJDE TIJDING De K.N.A.C. meldt, dat blijkens een mede- deeling van den betrokken Rijkswaterstaats dienst het verhoogde tarief van den nacht dienst van het Moerdijksche veer met in gang van 1 April a.s. vervalt, zoodat dus voor de nachtdienst van genoemde datum af het gewone tarief wordt toegepast. ROTTERDAM LLOYD RAPIDE De Firma Ruys «Sc Co., Hoofdagente van de N.V. Rotterdamsche Lloyd, meldt, dat de Rotterdam Lloyd Rapide, rijdende in aansluiting op het dd. 31 dezer te Marseille verwacht wordende mailschip „Baloeran" Woensdag 1 April a.s. om 6.16 uur te Roo sendaal, 7.14 uur te Rotterdam D.P. en 7.40 uur te toen Haag HSM verwacht wordt. BOOTTREIN MIJ. NEDERLAND De N.V. Stoomvaart Maatschappij Neder land meldt, dat de speciale trein met pas sagiers en post in aansluiting op het d.d. 3 April a,s. van Genua vertrekkende s.s. Johan de Witt Donderdagochtend 2 April om 8.55 uur van Den Haag S.S. zal ver trekken. Vertrek van Utrecht C.S. 9.54 uur, van Arnhem 10.47 uur, van Nijmegen 11.10 uur. Vertrek van den aansluitenden trein naar Utrecht van Amsterdam C.S. 8.22 uur, van Amsterdam W.P. 8.36 uur. De aanslui tende trein van Rotterdam-Maas vertrekt om 8.32 uur. Aankomst te Genua Vrijdag ochtend 3 April te 7.31 uur. Officieele Berichten ONDERSCHEIDINGEN :kend i Gaastra te Workum en aan mej. J. Nlspeling Den Haag; in brons aan den werkman in a! dienst bü het 5e reg. veldart. R. Reyerse. CONSULAATWEZEN Aan den heer R. J. Lampe is eervol ontsl; verleend uit zjjn betrekking van consul der N derlanden te Münster i/W. DEPARTEMENTEN Bij het Dep. van Onderwijs zijn benoemd: t hoofdcommies jhr mr O. J. A. de Ranitz en t commies mevr. M. J. H Riem en T L. W Sim RIJKSVERZEKERINGSBANK Benoemd is tot pl.v. lid van don Raad v Toezicht, bedoeld in art 11 van de Wet op Rijksverzekeringsbank en de Raden van Arbf W de Jong te Utrecht. Aangewezen is als beheerder van het büpost- telegraaf- en telefoonkantoor te Maastricht- Wijk de commies J W H Hoppers te Maastricht CRISISORGANISATIEBESLUIT 1933 De Min. van Landbouw heeft aan jhr mr G. W Aan der Does, adv. en proc. te Den Haag, eervol ontslag verleend als rechtsgeleerd lid te vens voorz. van de comm. van advies, bedoeld ■ganisatieb* J N M Struycken te Den 1933. Idem a Haag. als rechtsgeleerd lid Benoeiriti^ ^zün in bedoelde commissie Noyon eri jhr mr G H V de'Villeneuve™' Haag: tot rechtgeleerd lid: jhr mr L. L I Nispen tot Sevenaer te Den Haag; tot rechtsgel. lid: mr C H Telders te Den Benoemd is tot rechtsgel. lid tevens mr. F J de Jong. thans rechtsgel. lid, tever LAND- EN TUINBOUW De baconregeling Nog meer bezwaarden Door een 21-tal fabrikanten, betrokken bij de bacon-fabricatie is een telegram aan den Minister van Landbouw en Visscherij gezonden van den volgenden inhoud: „In het belang van ons zelf en van ons personeel doen wij nogmaals een dringend beroep op Uwe Èxcellentie om de beper kende bepaling voor de baconfabrikanten betreffende nevenbedrijven nog te hand haven in afwachting van een grondig on derzoek. Wij zullen het ten zeerste op prijs stellen indien eenige afgevaardigden van ons aan dit onderzoek mogen deelnemen. Daar de beperkende bepaling nu reeds drie en een half jaar bestaat kan een verlenging van enkele weken niet van overwegend bezwaar zijn en vertrouwen wij des te meer dat Uwe Excellentie aan ons verzoek gevolg zal geven." Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur In de gister te Haarlem gehouden 180ste algemeene vergadering van de Algemeene ,Vereeniging voor Bloembollencultuur werden na de openingsrede van den voorzitter, dr. A. J. Verhage (zie ons blad van gister) de verschillende jaarverslagen behandeld en goedgekeurd. De voorzitter deelde o.a. mede, dat de reorganisatie-commissie aandacht zal wijden aan de mogelijkheid tot contributie verlaging. Het hoofdbestuur heeft adhaesie betuigd met het adres aan de Tweede Ka mer inzake de reisbelasting van den Bond van Bloembollenhandelaren. Tenslotte hield dr. J. J. Beyer, plantkun dige aan het Laboratorium voor Bloembol- lenonderzoek te Lisse, een voordracht over: „De invloed van de schuurbehandeling op de bloemkwaliteiten van den hyacinth". ROFFELR1JMEN SURROGAAT Er is in 't stadje Pnrmerend Een „klokkenspel" gehangen Dat mij niét naar de nadering Der toekomst doet verlangen. Vier toeters zijn er opgesteld Hoog in de raadhuistoren; Daardoor laat zich van tijd tot tijd Een gramofoonplaat hooren, Een zwarte schijf, waarop correct In was is neergeschreven Het carillonspel dat Vincent Ten beste heeft gegeven. Het moet heel mooi zijn, zegt de krant. Vincent zegt: haast volkomen. Mij spijt het zeer, dat de techniek Zoo'n luchtsprong heeft genomen: De echte carülonmuziek Is niet te evenaren En wie een klokkenspel verlangt Die dient er voor te sparen. Het is, hoe opperbest bedoeld, Een nare imitatie Van 't. werk waardoor ons voorgeslacht De roem werd onzer natie. Wanneer dit fraaie surrogaat De kans krijgt door te werken, Dan kHjgen we de gramofoon Straks ook in onze kerken, Dan zingen wij ons Levenslied Bij levenlooze platen Ja vrees ik zelfs met groote vrees Voor onze candidaten! (Nadruk verboden.) LEO LENS. De markttuinders Het Centraal Bureau van Veilingvereeni- gingen in Nederland heeft aan den Minister een adres gezonden, waarin aangedrongen wordt zoodanige maatregelen te treffen, Jat ook de z.g.n. markttuinders, die dus hun producten niet aan de veiling brengen, zich hebben te houden aan de voorschriften om trent kwaliteitseischen enz. aan de produc ten gesteld. Waar dit nu niet gebeurt, ondervinden de veilingverenigingen biervan ernstige hinder bij het handhaven der bepalingen. Zuiveldemonstraties Het Zuivelbureau te 's-Gravenhage deelt ons het volgende mede: Het programma der zuiveldemonstraties van Jan AVelgemoed voor de eerstvolgende vier weken is als volgt samengesteld: Van 31 Maart tot en met 3 April te Hengelo. Van 6 tot en met S April te Almelo. Gedurende de daarop volgende 2 weken zullen de demonstraties resp. te Zutfen en te Groningen worden gehouden. Ook gisteren werd in heel Duitschland de uitslag der verkiezingen gevierd. Alle open bare gebouwen vlagden en waren 's avonds verlicht. Een foto van den dom te Keulen. Feuilleton (33 door D. K R IJ G E R Wij treffen Herbert aan op het oogenblik van zijn vertrek; naar Peking. De trein zou er hem in enkele dagen heen brengen. Ilij had oen compartiment met slaapgelegenheid voor zich alleen en kon dus rustig reizen. Zonder stoornis werd de reis volbracht en spoedig zette Her' bert den voet weder in de vermaarde stad vol van geheim zinnigheid. Enkele dagen later reeds lag hij in een ziekenhuis, aanvankts lijk alleen om rust te nemen, maar aldra openbaarde zich een ernstige ziekte, die zijn leven in gevaar bracht en hem weken lang aan het ziekbed bond. Toch behoorde die tijd tot den schoonsten van Herberts leven. Nooit ,had hij zich in die mate voelen opwassen in genade nooit zoodanig in kennis toenemen van Gods Woord en wat dit Woord voor hem beteekende. De aanleiding hiertoe was zoo eenvoudig mogelijk. Het ziekenhuis werd regelmatig bezocht dooi een landgenoot, reeds jaren in Peking werkzaam, die gaarne voor de Zending arbeidde en het grootste deel van zijn vrijen tijd gaf aan het bezoeken van kranken. Weldra kreeg ook Herbert een bezoek van hem en hoe verblijd was zijn bezoeker in hem een geloofs- genoot te vinden. Zijn bezoeken volgden elkander steeds vaker op, want niet alleen dat zij elkander hun ondervinding in het Hemelsche Rijk en de ontvangen berichten uit het vaderland meedeelden, zij versterkten elkander ook in het geloof en deden niets liever dan Gods liefde te prijzen. Al spoedig behoefden zij elkaar geen kennis meer te noemen, maar waren zij inderdaad goede -vrienden geworden, en vooral Herbert kon van zi in nieuwen vriend veel leeren als het hem aan het rechte inzicht ontbrak van hetgeen hij in den Bijbel of in een of andere gees telijke lectuur las. Dit bleek inzonderheid op een dag waarop zijn vriend hem aantrof, verdiept in het lezen van een boek van Stanley Jones. Herbert had reeds meer van dien schrijver gelezen, ook van Andrews, Kawaga e.a. en hij dweepte met hen. Hoe kon Herbert verlangen met denzelfden ijver als zij bezield te zijn voor den arbeid in Gods Koninkrijk! ,jBoeit dat boek je?" vroeg zijn vriend. „Boeien! Het woord is te zwak voor het uiten van mijn gevoe lens voor die menschen; ik vind hen aan Paulus gelijk", klonk Herberts antwoord. En na eenig zwijgen voegde hij er bij: „één ding doet mij leed."' „En dat is?" vroeg zijn vriend. „Dat ik gevoel nooit, zelfs niet in de verte, hen te kunnen evenaren in arbeidskracht, ijver en liefde voor de menschheid." „Stop even", riep eensklaps zijn vriend uit; „laten wij over dit laatste even praten. Wat stel je het hoogst, de liefde voor God of de liefde voor de menschen?" „Je maakt mij het antwoord nogal gemakkelijk", klonk het uit Herberts mond, „er staat immers geschreven, dat wij God moeten liefhebben boven al en onze naasten als ons zei ven!" „Juist", antwoordde zijn vriend op bedaarden toon, „lees nu nog eens oplettend de werken van die schrijvers en houd daarbij voortdurend die twee geboden in gedachten. De liefde van den men9ch voor God kan slechts gegrond zijn in de volkomen over gave zijns harten aan zijn Heiland, in het afsterven van den ouden mensch en het aanhangen van den nieuwen, zooals Paulus leert." „Welnu, doen die menschen dit dan niet"? vroeg Herbert ver wonderd, niet begrijpend waarop zijn vriend doelde. „Volg mijn raad maar", kreeg hij ten antwoord, „en lees het boek, dat je nu onderhanden hebt nog eens over in het licht der twee geboden, die je zooeven aanhaalde. Om het je gemakkelijk te maken zal ik je w lectuur zenden, die je meer op de hoogte zal brengen met den arbeid van die schrijvers." Zijn vriend hield woord; na een uur reeds lag Herbert,-met brochures en Amerikaansche zoowel als Engelsche bladen en tijdschriften op zijn bed uitgespreid, aandachtig het boek over te lezen, dat hem zoo machtig gegrepen had. Hoe meer hij las, hoe meer hij inzag een zoete dwaling als versterkende spijze voor de ziel te hebben aangenomen. Immers wat vertelden die brochures en bladen hem? Verschillende Zendingsarbeiders in het Oosten werden getoetst aan hun eigen uitlatingen bij gelegenheid van door hen, meest in Amerika, gehouden lezingen. De algemeene indruk van allen was vrijwel dezelfde. Stanley Jones heeft zich vooral door zijn eminent geschreven boeken, die even eminent vertaald werden, die sympathie der moderne Christenen niet alleen, maar ook van een groot deel van Gods volk, niet het minst van studeerende, aanstaande predikanten en zendelingen, verworven. Hoe is dit mogelijk, zoo vraagt men zich af en men gelooft voor een raadsel te staan. Verstaat God9 volk dan zoo weinig de kunst van lezen of vergaapt het zich zóó gemakkelijk aan welsprekende woorden en prachtige zins wendingen, dat het dien schijn voor het wezen neemt en niet bemerken kan wat er op den bodem van al dat moois verborgen ligt? Stanley Jones staat wat betreft de Godheid van Jezus en onze verlossing door Zijn bloed op hetzelfde standpunt als zijn medewerkers, die zich brengers noemen van een Boodschap aan het Oosten; die medewerkers, die het voor eenige jaren gehouden Wereld-Zendingscongres te Jeruzalem vrijwel tot een fiasco maakten voor hen, die zich waarlijk en uitsluitend door Gods Woord willen laten leiden, en die aan John R. Mott den weg effenden tot doorvoering der leiding in vrijzinnige richting. Toen Stanley Jones in 1931 naar China kwam om daar lezingen te houden, nam „the Fundamentalist", het orgaan der ver- eenigde fundamentalisten in het Hemelsche Rijk, daartegen onmiddellijk stelling in met het nader in beschouwing nemen der door hem geschreven drie boeken, in Nederlandsche ver taling verschenen als „Christus langs den Indischen heirweg", „Christus en de tafelronde", „Op iederen weg Christus", Na rechtmatige hulde gebracht te hebben aan den ijver en werkkracht van dezen apostel, die zich geroepen noemt bet Evangelie van Christus uit te dragen in het Oosten, eindigt het blad met de verzuchting dat het, hoe gaarne ook, allerminst kan instemmen met de soort van boodschap, die door hem gebracht wordl. „Hij staat en valt zijn eigen heer en zijn en ons oordeel wacht den dag af waarop God het in duisternis ver borgene aan het licht zal brengen en des harten raadslag zal openbaren; en alsdan zal een iegelijk lof hebben van God." (Zie 1 Kor. 4 5). „Maiar intusschen is het onze plicht 's man3 woorden te toetsen aan het onfeilbare Woord van God." ,De boeken van Stanley Jones zijn over de geheele wereld verspreid en hun invloed is onberekenbaar groot Deze invloed zal door zijn bezoek aan China nog toenemen; zijn boodschap zal ongetwijfeld wel eenige nuttige en practische wenken voor den zendingsarbeid bevatten, voornamelijk om hetgeen hij le zeggen heeft over het nut, dat de Zendeling er van trekt als hij zijn woorden kiest in overeenstemming met het standpunt zijner toehoorders. De apostel heeft hierin slechts de voetstap pen te drukken van zijn gezegenden Heere, óns voorbeeld in dit opzicht. Hoe zeer verschilt de samenspraak van den Heere en Nico- demus met die van de vrouw aan de bron; en Paulus' toespraak te Antiochië tot de Joden en proselieten, vergeleken bij zijn rede te Athene. Hebben wij Zendelingen niet allen de behoefte gevoeld om op dezelfde wijze aanraking te zoeken met ons gehoor, en hebben wij niet steeds gebeden om de wijsheid die zoo helder voortblinkt uit die welsprekendheid te Athene' ten eigen gerieve? Verstandig zullen wij doen, acht te slaan op de conclusie, die er uil voortvloeit, n.l. het Oordeel der wereld door Christus, een Mensch, die van den dood verrees. Ook lezen wij dat te KoHnthe was het diezelfde apostel niels wilde kennen dan Jezus Christus en Dien gekruisigd Hieruit mogen wij dus afleiden, dat het Paulus' gewoonte niet was aanhalingen te doen uit Griekscbe dichlers en filosofen." (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1936 | | pagina 5