Met de ambulance in Abessynië We behandelen een muilezel, die door bomscherven gewond werd De eerste patiënten genezen ontslagen Een sombere toekomst is voor hen weggelegd Invaliden in Abessynië niet bruikbaar Dessié, 1 Maart 1936. Een week lang hebben de vliegtui gen ons met rust gelaten. Doch j.l. Maandagmorgen was 'het ineens weer mis. 's Morgens om negen uur hoorden iwe motorgezoem en het duurde niet lang of een driemotorig Italiaansch verkenningsvliegtuig vloog over. Zeer snel ging het in de richting van Dessié. Boven deze plaats gekomen liet het toestel eenige bommen vallen om di rect daarna terug te keeren ten eind© de op 5 Kilometer van ons kamp gele gen karavaanweg geducht onder han den te nemen. Een kwartier lang re gende het bommen. Toen vertrok „de voorlooper van de Italiaansche be schaving" en bleef het verder rustig. Het groepje wachtenden voor onze polikli niek was intusschen sterk verminderd. Ook vele patiënten waren tijdelijk zoek. 's Middags om drie uur werd ons het ©enigste slachtoffer van dit bombardement gebracht. Het was eenmuilezel. Ook voor ezels bleek ons hospitaal 'n toevluchts oord te zijn. Het dier had scherfwonden aan de rechterzijde, aan de hals en het achter lichaam bekomen. Het gedroeg zich zeer on behoorlijk toen wij zijn verwondingen wil den reinigen. De geleiders wisten echter raad. De pooten werden vastgebonden en het beest op de grond getrokken, zoodat de operateur zijn werk kon beginnen. Als dank daarvoor incasseerde hij een klap met de staart op zijn vingers! Er was een assistent noodig om dit wapen in bedwang te houden en zijn zware voeten op de pluim te plaatsen. Het muiltje kwam levend van de beihan deling af en beloofde over een paar dagen voor controle terug te komen. Uit dankbaar heid wuifde het niet zijn staart goedendag In de geschiedenis van de Nederl. Roode Kruis-ambulance zal deze dag zeker als een zeer belangrijke worden aangeteekend. De polikliniek. Poliklinisch bleek dat er veel werk te doen was. lederen morgen reeds in de vroegte ko men de patiënten ons kamp binnen en zitten geduldig te wachten tot zij aan de (beurt komen om geholpen te worden. Verschillen de gevallen kwamen voor opname in aan merking, zoodat ons patiënten-aantal deze week vermeerderde. Het is opmerkelijk dat er nog steeds patiënten met stille trom ver- trékken. Zoo gingen de dagen door het toenemende .Werk spoedig voorbij. Donderdag 27 Februari Vertrok Dr v. Schelven per karavaan naar Waldia. Vrij dag 28 kwamen twee auto's van de Engel- sche Ambulance ons negen min of meer ernstige patiënten brengen, zoodat we onze handen yol kregen. Bij dit transport bleken jOnae boys Koop-en lij een vrouw, langs den weg thalla en voedsel, Zich verscheidene ernstig gewonden ïe be vinden. Tengevolge van de onhygiënische levens wijze dezer menschen waren de meesten zoo vervuild, dat hun wonden ontstoken waren en een afschuwelijke stank verspreidden Daar deze patiënten onverwachts hier kwa men, moest er ruimte worden gemaakt. En kele oudere patiënten die als genezen ont slagen konden worden, moesten hun plaat sen inruimen. De geesel van den oorlog. In tegenstelling met anderen bleke® deze zeer moeilijk te bewegen ons hos pitaal te verlaten, waar ze goede Fig ging en voeding genoten. De een vertelde geen ouders te hebben, bij een ander deed de buurman het woord en zei niet bij ons te kunnen blijven als zijn vriend er niet was, aangezien hij dan stellig niet beter zou worden, enz. Het was hard deze menschen weg to moeten zenden, omdat het leven vooï hen als invalide zeker erg moeilijk zal zijn. Er zijn hier geen ziekte- of inval ide-wef- len, die de menschen een inkomen verzeke ren. Bedelen zal hun vak worden en als arme verminkten zullen zij zitten aan de kant van een of andere groote karavaanweg, toonend hun stompen en verwondingen, jammerend de handen uitstrekkend om een aalmoes, die bijna niemand geeft. Invaliden tellen hier immers niet mee. (omdat ze niet voort kunnen in de maat schappij. Het zijn stumpers zonder eenig bestaan, pr -egeven aan de liefdadigheid hunner mcdemc-rchen, die dit stellig, zoo- Bls ik meermal-u kou waarnemen, niet op de vriendelijkste manier toonen. Is het won der, dat deze patiënten, deze toekomst voor zich ziende, moeilijk te bewegen waren het Hospitaal te verlaten? Stil en schuw zijn z.e vertrokken en ik heb ze nagestaard, er over peinzend wat er zal worden van deze men schen, die op zoo wreede wijze uit hun be roep van herder zijn weg gerukt. Hoevelen zullen er komen zoo? Als de oorlog voort duurt zal dit land vol bedelaars zijn en wee den armen invalide. Zijn bestaan zal treurig zijn. Nieuwe patiënten. Zaterdag werden onze nieuwe patiënten degelijk onderzocht en hun prognose opge maakt. Verschillende röntgen-foto's werden gemaakt en aan de hand daarvan een voor loopig werkprogram samengesteld. Het bleek dat voor diverse zieken operatief ingrijpen noodzakelijk was. In de komende week zul len we dus weer volop van werk voorzien zijn. Een van onze geopereerde patiënten, die het eerst 'heel goed maakte, doch daarna snel achteruit ging, is helaas overleden. Aangezien ook hij Invalide was, is hij mis schien voor veel narigheid gespaard geble ven. Toch is zulk een sterven altijd min of meer aangrijpend. Onze röntgeninriebting blijkt uitstekend te functionneeren. We konden hierdoor vele gevallen herkennen en bij fracturen de juiste plaatsen aanwijzen en tevens de stand der beenstukken ten opzichte van elkaar troleeren. Het aanslaan van het eentacts-motortje, dat een dynamo in beweging brengt voor de te leveren electrische stroom, brengt soms nog wel eenige schrik te weeg, vooral onder de muildieren, die van angst op hol slaan. Ook de patiënten kijken met een zeker wan trouwen naar het instrument, waar ze onder worden gelegd, doch de verzekering dat het werkelijk geen pijn doet, maakt dat ze zich wat geruster gevoelen, doch merkbaar ver licht zijn ze, als hun gezegd wordt dat de behandeling afgeloopen is. Met Ingera en watt, zijn ze meer ver trouwd en wanneer zij zich daaraan te goed doen heeft hun gelaat een geheel andere uit drukking want een echte Abessijn zonder ingera walt, tets en tihalla is ondenkbaar. Zoo was de tets (wijn van gegiste honig) oorzaak dat mijn boy 24 uur afwezig was. Later bleek dat hij aan polsen en enkels in Dessie gekluisterd en gevangen was geweest (Nadruk verboden)' P. v. d. HONING Een vroolijk groepje kinderen uit Tigre, het Abessijnsche ge bied, dat sinds cenigen tijd onder Italiaansch gezag staat Haagsche Briefschrijver Prof. Aalberse ls het niet In breede kring leeft de gedachte, dat d© veelgeciteerde briefschrijver ip. de r.k. T ij d sedert het overlijden van den heer Van Vuu- ren niemand anders is dan Prof. Aalberse. In zijn laatste brief zegt de schrijver ech ter: „dat men in mij hardnekkig een ander blijft zien dan die ik ben". „Een ander" is dan professor Aalberse; deze is de briefschrijver derhalve niet In de M o r g e n schrijft het Kamerlid Max van Poll dat hem met zekertieid bekend is, „dat de voorzitter der katholieke Kamerfrac tie zelf beslist afwijzend staat tegenover alle pogen om polemiek tegen den Haagschen briefschrijver van de Tijd gelijk te stellen met polemiek tegen hèm". En verder: „Indien hij als fractievoorzitter en leider der katho lieke politiek iets te zeggen heeft, doet hij dat openlijk en als zoodanig en verschuilt hij zich waarlijk niet achter de anonymiteit van een briefschrijver van een dagblad". Men kan hieruit niets anders lezèn dan dat mr. Aalberse de Haagsche brief schrijver n i e t is. DE VERDEDIGING VAN NEDERLAND Een zakelijk en deskundig overzicht Over de verdediging van Nederland en Nederlandsoh-Indië sohreef kolonel J. J. van Santen een hoofdstuk in het „Handboek der Aardrijkskunde" van R. Schuiling, waar van dezer dagen de zesde druk verscheen bij de Erven J. J. Tijl te Zwolle. Dit opstel werd afzonderlijk verkrijgbaar gesteld en beslaat 48 pagina's druk. Naar onze meening kan deze deskundige en zeer objectieve beschouwing groot nut doen. Het eerste kunnen wij niet voldoende waardeeren; het tweede maakte daarom op ons te meer indruk. Vooral in onze dagen van spanning is het goed en noodig te we ten, waarom en hoe ons land naar de mate onzer financieele krachten in staat van ver dediging gebracht moet worden. Do schrijver ziet daarbij niets over het hoofd en begint daarom op de eerste blad zijde met er op te wijzen, dat de ligging van ons land tusschen machtige, naijverige sta ten veelaleen voordeel bleek. „Dit voordeel was en is te danken aan het belang, dat de ons omringende landen hadden en hebben bij een onafhankelijk, doch krachtig, Nederland. Immers, indien er een controverse: En gelandDuitschland, dan wel Engeland Frankrijk, zou bestaan, dan moet het voor eerstgenoemd land wel zeer onaan genaam zijn, indien een of meer onzer belangrijke zeehavens, op zéér korten af stand van de Engelsche kust gelegen, door den tegenstander als marinebasis zou worden gebruikt, terwijl omgekeerd de continentale mogendheid er belang bij heeft, dat Engeland cr niet in 6laagt in ons land vasten voet op het conti nent te verkrijgen, en onze havens ie gebruiken voor den verderen aanvoer van troepen en van alles, wat voor deze noodig is. Deze waarheid, welke door alle eeuwen heen heeft gegolden, is door de intrede van het nieuwe wapen het luchtwa- pen opnieuw bevestigd." Dit leidt er toe, dat onze weermacht voor al een preventieve werking moet kunnen uitoefenen cn na de beteekenis hiervan uit eengezet te hebben, zegt de schrijver: „Ook deze eiseh geldt te land, te wa ter en in de lucht. Uit het bovenstaande volgt, dat de taak van de weermaoht is: I. bewaking van de grenzen en kus ten, met gewapend tegengaan van iedere neutraliteitssohennis; II. zoo noodig hardnekkige ver d e d i g i n g van eon deel van het grond gebied; III. gereedstaan voor offensieve handelingen van zoodanige ajlure, dat hiervan voldoende preventieve werking uitgaat, om ons buiten deu oorlog te houden; IV. deelnemen aan een gemeen schappelijke actie als lid van den Volkenbond, Daar het te leveren contingent nog geenszins vaststaat, blijft dit p.unt ver der buiten beschouwing." Achtereenvolgens worden dan besproken: de strijdkrachten te land; de duurzame versterkingen (waarbij in 't bizonder aan dacht wordt geschonken aan de vesting Am sterdam en de Nieuwe Holl. Waterlinie); de maritieme middelen; de kustversterkio- gen; de luchtstrijdkrachten; de organen voor luchtverdediging en luchtbescherming; terwijl aan 't slot de verdediging van NccL- Indië aan de orde komt. Deze technische uiteenzettingen leeneo zich echter niet voor een recensie; ze zijn wel uitermate leerzaam voor hen, die mee$ in 't bizonder studie yan deze dingen mo> ten maken. Terecht merkt de sohrijver aan 't slot opi „Aan het einde van onze besohouwin. gen gekomen, moeten wij er nog aan her- neren, dat op het tijdstip, waarop wij deze afsluiten (Juni 1935), over de ge. hcele wereld een streven merkbaar is tof opvoering van de weermacht, een stre- ven, dat de bedroevende economisclia omstandigheden ten spijt, juist ui( deze is geboren, als gevcjlg van de ven scherpte concurrentie, en het besohen men van eigen productie door hoogo ta- riefmuren door het meerendeel der Stai ten. Het is dus nu wel allerminst een tijd, om door te gaan mot de voortdu- rende inkrimping van de weermacht hier te lande en in Indië welken weg wij reeds een tiental jaren hebben be. wandcld. Eerder zullen wij het voorbeeld dienen te volgen van andere kleine lan< den: België, Zwitserland en Denemarken, waar versterking van de weermacht go- paard ging met oplevend nationaal be- wustzijn. In de stellige overtuiging, dat in da naaste toekomst belangrijke beslissingen in zake de landsverdediging zullen moe ten worden getroffen, is in het boven staande meer aandacht gevraagd voor de taak van de weermacht en voor da leemten, waarin voorzien zal moeten worden, dan voor de bijzonderheden van de bestaande organisatie". Dit is o. i. zeer goed gezien. De groofe massa kan niet oordeelen over technische bizonderheden; maar wel over de vraag, welke houding we principieel en praktisch tegenover de landsverdediging behooren aan te nemen. Radiorede en Dienstplicht verlenging De Kamer protesteert Onder het hoofd „Nieuw Aspect" schrijft het „Bat. Nbl." over de critiek welke in de Kamer is geoefend op het feit, dat Minister Colijn mcdedeelingen tot het volk gericht heeft door de radio. „De Kamer protesteert, en zij doet dit niet alleen op goede gronden maar zij heeft hei „grootste gelijk" van de wereld. Formeel al thans. Het zal haar alleen niet veel baten, want nieuwe verhoudingen grijpen over wetten en conventies heen en wanneer od zeker oogenblik aldus de toestand ontstaat, dat zij niet meer beantwoorden aan eischen en mogelijkheden van den nieuwen tijd. kan ook het scherpste protest het verbreken van den „normalen" gang van zaken niet meer verhinderen. Men doordringe zich, aan de hand van het Kamerdebat, van het feit, dat met de radio een nieuw element zijn intrede heeft gedaan in de moderne publiciteit een element waarvan de toekomstige betee kenis nog nauwelijks valt te schatten". Terwijl een siddering van angstige span ning door de geheele wereld gaat, ter wijl nieuwe oorlogen, nieuwe omwente lingen, nieuwe verwarring aan de deur kloppen, terwijl ieder weet dat het ge vaar, als het onverhoopt toch komen mocht, dicht langs onze grenzen zal strij ken, kan de Nederlandsche volksverte genwoordiging niet anders dan op klein geestige en zielige wijze klagen, dat zij zioh gepasseerd gevoelt. Gepasseerd, om dat Minister Colijn niet haar, doch het geheele Nederlandsche volk bericht en uitleg heeft gegeven van de noodzaak om drieduizend man een paar weken langer onder de wapenen te houden. Welk een misdaad! Is het prestige van de Kamer dan zoo klein, moet zij vasthouden aan haar rechten en prerogatieven als een vakbond arbeider aan schaftuur, om die rechten niet in gevaar te brengen. Nood breekt immers wet. Het feit dat het hier een maatregel betreft van geringe beteekenis het in dienst houden van circa 3000 man neemt niet weg dat in dit geval inderdaad van een noodmaatregel sprake is. Juist omdat het besluit eenerzijds In gegeven door nood, anderzijds wat om vang betreft van zoo'n geringe beteeke nis was, had de Kamermeerderheid ver trouwen in de Regeering behooren t« toonen en zich daarvan niet mogen laten weerhouden door een kinderachtige vrees vöor een aantasting van de democrati sche rechten en vrijheden. DE KARTEERINGS-VLIEGER VONK VERTELT Van de aankomst op Nieuw-Guinea Onder Papoea-gezang binnengehaald V). Zoo kwamen we dan op 27 October de na tuurlijke haven van Babo binnenstoomen. U moet zich dat voorstellen als een l K.M. breede rivier, aan weerszijden begrensd door ondoordringbaar oerwoud, terwijl het water de wortels der boomen bespoelt; een spoor van vaste grond was niet te bekennen. Op een gegeven oogenblik echter werd de strak ke, zwarte rand van 't bosch gebroken door een kleine opening, waaruit als een voel hoorn een kleine steiger zich een honderd meter ver had neergeplant: de toegang tot Balbo. Nu was het steigertje belangrijk overbe volkt'. een evenement, wanneer er een boot aankomt, vooral nu we de langverbeide vliegtuigen aan boord hadden. Ook van de zijde der Papoea's was een sterke bezetting uitgekomen, die hadden natuurlijk vreemde verhalen gehoord over kapal terbang, vlie gende schepen, waarvoor ze zelf een stuk oerwoud met de grond gelijk hadden ge maakt, zonder de bedoeling daarvan te snappen. Nieuwsgierig kwamen ze met tal rijke prauwen om het schip rondneuzen, zonder veel resultaat echter, want de voor werpen in kwestie waren met een groot zeil toegedekt om ze tegen de malsche tropische regenbuitjes te beschermen. Al heel gauw verschenen diverse be kende gezichten boven de verschansing: onze mede-expeditieleden, die hier reeds een maand vroeger gearriveerd zijn. Als het haudjesdrukken afgeloopen is, ver schaffen ze ons een koele dronk, want de ijsfabriek op Babo had nog geen vrucht afgeworpen. Zoo langzamerhand hadden we onze ba gage bijeengegaard en konden we voet aan wal krijgen. De wal was nogal glibberig en met de noodige omzichtigheid maakten we onze entree in Babo. De toegangsweg naar het kamp voerde door de kampong en vrij postig werden de nieuwe bewoners door 't mannelijk gedeelte van de bevolking aan gestaard; de vrouwen waren meer ingeto gen en gluurden hier en daar om een hoekje. Een kilometer land in ligt ons kamp, een vierkant blok huizen en het vliegveld er naast. In de soos hoorden we van de reeds inge zetenen van Babo allerlei verhalen over 's lands hebbelijk' en onhebbelijkheden Autoritair spraken ze over het vlieg- en fotoweer in Nieuw-Guinea. Verder kwam hier malaria tropica en amoebe-dysenterie veelvuldig voor; slangen waren al in de uQnj hui* tê Baloj' huizen gesignaleerd en 's avonds waren aan de kalioever krokodillen waargenomen. Mus kieten waren er bij de vleet en agga's, een soort kleine vliegjes, die zelfs door de klam boe heenkwamen en staken als speldeprik- ken. Wij lieten ons evenwel zoo maar niet in de put helpen en een prima rijsttafel smoor de eventueele nawerkingen van deze sterke verhalen in de kiem. 's Middags ging ik m'n huishouden een beetje op orde brengen. Met Tideman deel ik een huis, bestaande uit twee kamers en een voorgalerij. Do muren zijn van gaba- gaba, een houtsoort van de sago-palm, op getrokken en de dakbedekking wordt vormd door een laag gedroogde sagoblade- ren. Het geheel is gebouwd op palen van ongeveer een meter hoog. Ik kwam in m'n kamer en daar zag ik wat meubilair opgehoopt staan en een sta pel koffers ernaast Ik krabde is achter m'n ooren cn begon maar met de koffers onder- ste-boven te keeren. M'n kast maakte ik open en daar mikte ik alles in, wat op kleeren leek; de rest gaf ik ook hier endaar een plaatsje. Na een uurtje zag het geheel er toonbaar uit, hoewel een degelijke Hol- landsche huisvrouw waarschijnlijk mee warig het hoofd geschud zou hebben. In ieder geval kon ik m'n bedje nu spreiden en sliep de eerste nacht in Babo oervast, zelfs had ik in m'n droomen geen last van slangen, boeaja's (krokodillen) of ander ge spuis. Het eerste toestel vliegt. De volgende morgen werden de vliegtui gen van boord op vlotten overgeladen en zoo naar de kant gesleept. We moesten wachten op hoog water om ze aan wal te kunnen krijgen. Bij laag water wordt een breed modderveld langs de kant zichtbaar, waarin je tot je knieën wegzakt, zoodat je met geen mogelijkheid met een vaartuig de vaste grond kunt bereiken. Om een uur of twaalf was het zoover en met behulp van een heel stel koelies wer den de toestellen op lorries gerold om ze verder naar de hangar te expedieeren. De inlanders vonden het prachtig om de kapal terbang te mogen aanraken; dit deden ze dan ook op de onmogelijkste plaatsen, vleu gelranden en roeren waren niet meer veilig. Aan deze overmaat van enthousiasme werd ten spoedigste een eind gemaakt. Daama ging het wel voorzichtiger, maar toch moes ten ze af en toe nog op de vingers getikt worden. Toen alles goed op de lorries vastgebon den was, werd het heele geval naar 't vlieg veld geduwd. Wanneer koelies een last transportecren zingen ze een refrein, terwijl een voorzanger er willekeurige opmerkingen tusschen plaatst Wanneer zoo'n knaap iets geestigs zegt of er de een of ander tusschen neemt, hebben ze een reuze pret en kraaien ze af cn toe als kinderen. Het zingen oefent een gunstige in- yloed uit op de werklust der inlanders. Er zijn wel ondernemingen in Indië, waar een speciale voorzanger in dienst is, die de heele dag moet zingen. Zoo'n artist voelt zich heel gewichtig, omdat-ie zonder werken geld verdient. Een uur later waren de toestellen afge leverd in do hangar en werden verder over gelaten aan de technische dienst. Na vier dagen was het eerste toestel weer gemonteerd en feestelijk werd het door Koppen voor de eenste maal in de Nieuw- Guineesche lucht gevoerd. Natuurlijk waren van alle kanten de Papoea's toegestroomd, die in het begin het evenement met stomme bewondering gadesloegen. Al heel gauw ech ter kwamen de tongen los en begonnen ze te schreeuwen en te springen. Als het toe stel een bocht maakte, klapten ze in de handen en sloegen elkaar op de schouders. Ze waren geweldig trotsch, dat er op hun vliegveld nu ook echte vliegtuigen vlogen. Toen het toestel weer op de grond stond, gingen ze het nog eens van alle kanten be kijken; misschien wel om liet wonder te ontdekken, waardoor het los van de grond kon komen. Gedurende de volgende vluchten werd 't publiek steeds minder talrijk en ten slotte nihil. Het nieuwtje was er af. (Nadruk verboden.) JOIL VONK. De vierde brief werd geplaatst in ons blad van 2é Maarts Omzet- of reisbelasting Een en andermaal hebben wij er op ge wezen, dat wie zijn vacantie in het buiten land doorbrengt, daardoor de omzetbelas. ting „misloopt", zoodat er in de reisbelas- ting ook een sociale factor schuilt Daarop wijst ook de Maasbode, welk' blad van oordeel is, dat er al te veel lawaai tegen dit belastingvoorstel gemaakt wordt, Wil men de bedoeling van minister Oud billijk beoordeelen, dan moet men zijn hoofdbeginsel in het oog houden: naast de vele vormen van vertering, die in Nederland belast zijn, wordt een i we vorm van vertering getroffen. In allen ernst hebben wij de stelling hooren verdedigen, dat zeker wel draag, kracht in de reis naar het buitenland steekt, maar dat het onrechtvaardig is, deze reizigers te belasten, vermits ande ren hun geld anders opmaken. Liev had men dan nog één percent op Omzetbelasting, want dan betaalde ieder. De redeneering lijkt ons onjuist: degene, die in Nederland reist, heeft draagkracht, welke zich uit in zijn ver teringen, waarvoor hij speciale accijnzen betaalt. Degene, die naar het buitenland reist, verteert ook, maar betaalt accijns in 't buitenland, i|iet hier. De reisbelas- ting bedoelt ook hier de speciale uiting van het verteerbaar inkomen, speciaal te belasten. Verhoogde men de Omzetbelasting dan trof men allerlei mensvhen, die de hier bedoelde, speciale draagkracht niet be zitten. Er zijn vele bezwaren tegen deze be- lasting; maar verhooging der omzet, belasting zou schreeuwend onbillijk zijn. Nemen en afrekenen In een rede, gehouden o© het Jongste Con gres der soc.-dem. Vrouwenclubs zei de heer de Miranda, wethouder van Amsterdam, dat het oogenblik van de afrekening voor de S.D.A.P. komen zal om terug te nemen wat in de crisisjaren aan de arbeiders werd ontnomen. De Nieuwe Tilb. Crt. (p.It.) noemt hef een raadsel „hoe christenen en a fortiori katholieken, politiek moeten samenwerken raet^mensohen in wie zulk een mentaliteit Daarmee zijn wij het roerend eens. Spoor en Papenspiegel .Wij lezen in de Maasbode: De „Deutsche Weg" van 22 Maart deelt meo, dat in een der werkplaatsen van de Duitsche spoorwegen te München een be kendmaking is opgehangen, geteekend te Munchen op 6 Februari door „Propaganda wart" Obermcyer. Aan de spoorwegarbeiders in dit katho lieke land worden tegen afbetaling aange prezen: „Mein Kampf" van A. Hitier en... „De Papenspiegel", een der meest grove, vieze en lasterlijke schotschriften tegen da Katholieke Kerk, dat herhaaldelijk door den burgerlijken rechter werd veroordeeld Dit onuitsprekelijk vod wordt gerekend tot de nationaal-socialistisclie strijdschrif ten. Het merkwaardige is, dat men het in Nederland slechts vindt bij do achterlijk ste Dageraders. De moeder van den schrij ver was toevallig een jodin. En zoo wordt onder officieel stempel der nazi-partij aan de Duitsche spoorwegarbeiders de Bijbel van Adolf den Ariër en Corvinus, den godloochenaar niet-Ariër, in éen adem aangeboden. In de kamer van den cantinehouder van de spoorwegenweikplaats München—Frei- mann, die publiek toegankelijk is, leest men aan de wand deze schoone spreuk. Wann wird der Menschheit „Heil" ge- schaffen, Wann wird die Welt zum Licht geführt? Wenn mit dem Darm des letzten Pfaffen Der letzte Jud erdrosselt wird. Wat een pracht van een spoorbeheer en wat een positief Christendom, houdt d c Maasbode aan graaf de Marchant voor, die in de Eerste Kamer beide uitbundig prees,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1936 | | pagina 12