Met de ambulance in Abessynië
We behandelen een muilezel, die
door bomscherven gewond werd
De eerste patiënten genezen
ontslagen
Een sombere toekomst is voor
hen weggelegd
Invaliden in Abessynië niet
bruikbaar
Dessié, 1 Maart 1936.
Een week lang hebben de vliegtui
gen ons met rust gelaten. Doch j.l.
Maandagmorgen was 'het ineens weer
mis. 's Morgens om negen uur hoorden
iwe motorgezoem en het duurde niet
lang of een driemotorig Italiaansch
verkenningsvliegtuig vloog over. Zeer
snel ging het in de richting van Dessié.
Boven deze plaats gekomen liet het
toestel eenige bommen vallen om di
rect daarna terug te keeren ten eind©
de op 5 Kilometer van ons kamp gele
gen karavaanweg geducht onder han
den te nemen. Een kwartier lang re
gende het bommen. Toen vertrok „de
voorlooper van de Italiaansche be
schaving" en bleef het verder rustig.
Het groepje wachtenden voor onze polikli
niek was intusschen sterk verminderd. Ook
vele patiënten waren tijdelijk zoek.
's Middags om drie uur werd ons het
©enigste slachtoffer van dit bombardement
gebracht. Het was eenmuilezel. Ook
voor ezels bleek ons hospitaal 'n toevluchts
oord te zijn. Het dier had scherfwonden aan
de rechterzijde, aan de hals en het achter
lichaam bekomen. Het gedroeg zich zeer on
behoorlijk toen wij zijn verwondingen wil
den reinigen. De geleiders wisten echter
raad. De pooten werden vastgebonden en
het beest op de grond getrokken, zoodat de
operateur zijn werk kon beginnen. Als dank
daarvoor incasseerde hij een klap met de
staart op zijn vingers!
Er was een assistent noodig om dit wapen
in bedwang te houden en zijn zware voeten
op de pluim te plaatsen.
Het muiltje kwam levend van de beihan
deling af en beloofde over een paar dagen
voor controle terug te komen. Uit dankbaar
heid wuifde het niet zijn staart goedendag
In de geschiedenis van de Nederl. Roode
Kruis-ambulance zal deze dag zeker als een
zeer belangrijke worden aangeteekend.
De polikliniek.
Poliklinisch bleek dat er veel werk te doen
was. lederen morgen reeds in de vroegte ko
men de patiënten ons kamp binnen en zitten
geduldig te wachten tot zij aan de (beurt
komen om geholpen te worden. Verschillen
de gevallen kwamen voor opname in aan
merking, zoodat ons patiënten-aantal deze
week vermeerderde. Het is opmerkelijk dat
er nog steeds patiënten met stille trom ver-
trékken.
Zoo gingen de dagen door het toenemende
.Werk spoedig voorbij.
Donderdag 27 Februari Vertrok Dr v.
Schelven per karavaan naar Waldia. Vrij
dag 28 kwamen twee auto's van de Engel-
sche Ambulance ons negen min of meer
ernstige patiënten brengen, zoodat we onze
handen yol kregen. Bij dit transport bleken
jOnae boys Koop-en lij een vrouw, langs den
weg thalla en voedsel,
Zich verscheidene ernstig gewonden ïe be
vinden.
Tengevolge van de onhygiënische levens
wijze dezer menschen waren de meesten zoo
vervuild, dat hun wonden ontstoken waren
en een afschuwelijke stank verspreidden
Daar deze patiënten onverwachts hier kwa
men, moest er ruimte worden gemaakt. En
kele oudere patiënten die als genezen ont
slagen konden worden, moesten hun plaat
sen inruimen.
De geesel van den oorlog.
In tegenstelling met anderen bleke®
deze zeer moeilijk te bewegen ons hos
pitaal te verlaten, waar ze goede Fig
ging en voeding genoten.
De een vertelde geen ouders te hebben,
bij een ander deed de buurman het woord
en zei niet bij ons te kunnen blijven als zijn
vriend er niet was, aangezien hij dan stellig
niet beter zou worden, enz.
Het was hard deze menschen weg to
moeten zenden, omdat het leven vooï
hen als invalide zeker erg moeilijk zal
zijn.
Er zijn hier geen ziekte- of inval ide-wef-
len, die de menschen een inkomen verzeke
ren. Bedelen zal hun vak worden en als
arme verminkten zullen zij zitten aan de
kant van een of andere groote karavaanweg,
toonend hun stompen en verwondingen,
jammerend de handen uitstrekkend om een
aalmoes, die bijna niemand geeft.
Invaliden tellen hier immers niet mee.
(omdat ze niet voort kunnen in de maat
schappij. Het zijn stumpers zonder eenig
bestaan, pr -egeven aan de liefdadigheid
hunner mcdemc-rchen, die dit stellig, zoo-
Bls ik meermal-u kou waarnemen, niet op
de vriendelijkste manier toonen. Is het won
der, dat deze patiënten, deze toekomst voor
zich ziende, moeilijk te bewegen waren het
Hospitaal te verlaten? Stil en schuw zijn z.e
vertrokken en ik heb ze nagestaard, er over
peinzend wat er zal worden van deze men
schen, die op zoo wreede wijze uit hun be
roep van herder zijn weg gerukt. Hoevelen
zullen er komen zoo? Als de oorlog voort
duurt zal dit land vol bedelaars zijn en wee
den armen invalide. Zijn bestaan zal treurig
zijn.
Nieuwe patiënten.
Zaterdag werden onze nieuwe patiënten
degelijk onderzocht en hun prognose opge
maakt. Verschillende röntgen-foto's werden
gemaakt en aan de hand daarvan een voor
loopig werkprogram samengesteld. Het bleek
dat voor diverse zieken operatief ingrijpen
noodzakelijk was. In de komende week zul
len we dus weer volop van werk voorzien
zijn.
Een van onze geopereerde patiënten, die
het eerst 'heel goed maakte, doch daarna
snel achteruit ging, is helaas overleden.
Aangezien ook hij Invalide was, is hij mis
schien voor veel narigheid gespaard geble
ven. Toch is zulk een sterven altijd min of
meer aangrijpend.
Onze röntgeninriebting blijkt uitstekend
te functionneeren. We konden hierdoor vele
gevallen herkennen en bij fracturen de
juiste plaatsen aanwijzen en tevens de stand
der beenstukken ten opzichte van elkaar
troleeren.
Het aanslaan van het eentacts-motortje,
dat een dynamo in beweging brengt voor de
te leveren electrische stroom, brengt soms
nog wel eenige schrik te weeg, vooral onder
de muildieren, die van angst op hol slaan.
Ook de patiënten kijken met een zeker wan
trouwen naar het instrument, waar ze onder
worden gelegd, doch de verzekering dat het
werkelijk geen pijn doet, maakt dat ze zich
wat geruster gevoelen, doch merkbaar ver
licht zijn ze, als hun gezegd wordt dat de
behandeling afgeloopen is.
Met Ingera en watt, zijn ze meer ver
trouwd en wanneer zij zich daaraan te goed
doen heeft hun gelaat een geheel andere uit
drukking want een echte Abessijn zonder
ingera walt, tets en tihalla is ondenkbaar.
Zoo was de tets (wijn van gegiste honig)
oorzaak dat mijn boy 24 uur afwezig was.
Later bleek dat hij aan polsen en enkels in
Dessie gekluisterd en gevangen was geweest
(Nadruk verboden)'
P. v. d. HONING
Een vroolijk
groepje kinderen
uit Tigre, het
Abessijnsche ge
bied, dat sinds
cenigen tijd onder
Italiaansch gezag
staat
Haagsche Briefschrijver
Prof. Aalberse ls het niet
In breede kring leeft de gedachte, dat d©
veelgeciteerde briefschrijver ip. de r.k. T ij d
sedert het overlijden van den heer Van Vuu-
ren niemand anders is dan Prof. Aalberse.
In zijn laatste brief zegt de schrijver ech
ter: „dat men in mij hardnekkig een ander
blijft zien dan die ik ben".
„Een ander" is dan professor Aalberse;
deze is de briefschrijver derhalve niet
In de M o r g e n schrijft het Kamerlid Max
van Poll dat hem met zekertieid bekend is,
„dat de voorzitter der katholieke Kamerfrac
tie zelf beslist afwijzend staat tegenover alle
pogen om polemiek tegen den Haagschen
briefschrijver van de Tijd gelijk te stellen met
polemiek tegen hèm". En verder: „Indien
hij als fractievoorzitter en leider der katho
lieke politiek iets te zeggen heeft, doet hij
dat openlijk en als zoodanig en verschuilt
hij zich waarlijk niet achter de anonymiteit
van een briefschrijver van een dagblad".
Men kan hieruit niets anders lezèn
dan dat mr. Aalberse de Haagsche brief
schrijver n i e t is.
DE VERDEDIGING
VAN NEDERLAND
Een zakelijk en deskundig
overzicht
Over de verdediging van Nederland en
Nederlandsoh-Indië sohreef kolonel J. J.
van Santen een hoofdstuk in het „Handboek
der Aardrijkskunde" van R. Schuiling, waar
van dezer dagen de zesde druk verscheen
bij de Erven J. J. Tijl te Zwolle.
Dit opstel werd afzonderlijk verkrijgbaar
gesteld en beslaat 48 pagina's druk.
Naar onze meening kan deze deskundige
en zeer objectieve beschouwing groot nut
doen. Het eerste kunnen wij niet voldoende
waardeeren; het tweede maakte daarom op
ons te meer indruk. Vooral in onze dagen
van spanning is het goed en noodig te we
ten, waarom en hoe ons land naar de mate
onzer financieele krachten in staat van ver
dediging gebracht moet worden.
Do schrijver ziet daarbij niets over het
hoofd en begint daarom op de eerste blad
zijde met er op te wijzen, dat de ligging van
ons land tusschen machtige, naijverige sta
ten veelaleen voordeel bleek.
„Dit voordeel was en is te danken aan
het belang, dat de ons omringende landen
hadden en hebben bij een onafhankelijk,
doch krachtig, Nederland.
Immers, indien er een controverse: En
gelandDuitschland, dan wel Engeland
Frankrijk, zou bestaan, dan moet het
voor eerstgenoemd land wel zeer onaan
genaam zijn, indien een of meer onzer
belangrijke zeehavens, op zéér korten af
stand van de Engelsche kust gelegen,
door den tegenstander als marinebasis
zou worden gebruikt, terwijl omgekeerd
de continentale mogendheid er belang
bij heeft, dat Engeland cr niet in 6laagt
in ons land vasten voet op het conti
nent te verkrijgen, en onze havens ie
gebruiken voor den verderen aanvoer
van troepen en van alles, wat voor deze
noodig is.
Deze waarheid, welke door alle eeuwen
heen heeft gegolden, is door de intrede
van het nieuwe wapen het luchtwa-
pen opnieuw bevestigd."
Dit leidt er toe, dat onze weermacht voor
al een preventieve werking moet kunnen
uitoefenen cn na de beteekenis hiervan uit
eengezet te hebben, zegt de schrijver:
„Ook deze eiseh geldt te land, te wa
ter en in de lucht. Uit het bovenstaande
volgt, dat de taak van de weermaoht is:
I. bewaking van de grenzen en kus
ten, met gewapend tegengaan van iedere
neutraliteitssohennis;
II. zoo noodig hardnekkige ver
d e d i g i n g van eon deel van het grond
gebied;
III. gereedstaan voor offensieve
handelingen van zoodanige ajlure,
dat hiervan voldoende preventieve
werking uitgaat, om ons buiten deu
oorlog te houden;
IV. deelnemen aan een gemeen
schappelijke actie als lid van
den Volkenbond,
Daar het te leveren contingent nog
geenszins vaststaat, blijft dit p.unt ver
der buiten beschouwing."
Achtereenvolgens worden dan besproken:
de strijdkrachten te land; de duurzame
versterkingen (waarbij in 't bizonder aan
dacht wordt geschonken aan de vesting Am
sterdam en de Nieuwe Holl. Waterlinie);
de maritieme middelen; de kustversterkio-
gen; de luchtstrijdkrachten; de organen
voor luchtverdediging en luchtbescherming;
terwijl aan 't slot de verdediging van NccL-
Indië aan de orde komt.
Deze technische uiteenzettingen leeneo
zich echter niet voor een recensie; ze zijn
wel uitermate leerzaam voor hen, die mee$
in 't bizonder studie yan deze dingen mo>
ten maken.
Terecht merkt de sohrijver aan 't slot opi
„Aan het einde van onze besohouwin.
gen gekomen, moeten wij er nog aan her-
neren, dat op het tijdstip, waarop wij
deze afsluiten (Juni 1935), over de ge.
hcele wereld een streven merkbaar is tof
opvoering van de weermacht, een stre-
ven, dat de bedroevende economisclia
omstandigheden ten spijt, juist ui(
deze is geboren, als gevcjlg van de ven
scherpte concurrentie, en het besohen
men van eigen productie door hoogo ta-
riefmuren door het meerendeel der Stai
ten. Het is dus nu wel allerminst een
tijd, om door te gaan mot de voortdu-
rende inkrimping van de weermacht
hier te lande en in Indië welken weg
wij reeds een tiental jaren hebben be.
wandcld. Eerder zullen wij het voorbeeld
dienen te volgen van andere kleine lan<
den: België, Zwitserland en Denemarken,
waar versterking van de weermacht go-
paard ging met oplevend nationaal be-
wustzijn.
In de stellige overtuiging, dat in da
naaste toekomst belangrijke beslissingen
in zake de landsverdediging zullen moe
ten worden getroffen, is in het boven
staande meer aandacht gevraagd voor
de taak van de weermacht en voor da
leemten, waarin voorzien zal moeten
worden, dan voor de bijzonderheden van
de bestaande organisatie".
Dit is o. i. zeer goed gezien. De groofe
massa kan niet oordeelen over technische
bizonderheden; maar wel over de vraag,
welke houding we principieel en praktisch
tegenover de landsverdediging behooren aan
te nemen.
Radiorede en Dienstplicht
verlenging
De Kamer protesteert
Onder het hoofd „Nieuw Aspect"
schrijft het „Bat. Nbl." over de critiek
welke in de Kamer is geoefend op het
feit, dat Minister Colijn mcdedeelingen
tot het volk gericht heeft door de radio.
„De Kamer protesteert, en zij doet dit niet
alleen op goede gronden maar zij heeft hei
„grootste gelijk" van de wereld. Formeel al
thans. Het zal haar alleen niet veel baten,
want nieuwe verhoudingen grijpen over
wetten en conventies heen en wanneer od
zeker oogenblik aldus de toestand ontstaat,
dat zij niet meer beantwoorden aan eischen
en mogelijkheden van den nieuwen tijd. kan
ook het scherpste protest het verbreken van
den „normalen" gang van zaken niet meer
verhinderen. Men doordringe zich, aan de
hand van het Kamerdebat, van het feit, dat
met de radio een nieuw element zijn intrede
heeft gedaan in de moderne publiciteit
een element waarvan de toekomstige betee
kenis nog nauwelijks valt te schatten".
Terwijl een siddering van angstige span
ning door de geheele wereld gaat, ter
wijl nieuwe oorlogen, nieuwe omwente
lingen, nieuwe verwarring aan de deur
kloppen, terwijl ieder weet dat het ge
vaar, als het onverhoopt toch komen
mocht, dicht langs onze grenzen zal strij
ken, kan de Nederlandsche volksverte
genwoordiging niet anders dan op klein
geestige en zielige wijze klagen, dat zij
zioh gepasseerd gevoelt. Gepasseerd, om
dat Minister Colijn niet haar, doch het
geheele Nederlandsche volk bericht en
uitleg heeft gegeven van de noodzaak om
drieduizend man een paar weken langer
onder de wapenen te houden.
Welk een misdaad!
Is het prestige van de Kamer dan zoo
klein, moet zij vasthouden aan haar
rechten en prerogatieven als een vakbond
arbeider aan schaftuur, om die rechten
niet in gevaar te brengen.
Nood breekt immers wet. Het
feit dat het hier een maatregel betreft
van geringe beteekenis het in dienst
houden van circa 3000 man neemt niet
weg dat in dit geval inderdaad van een
noodmaatregel sprake is.
Juist omdat het besluit eenerzijds In
gegeven door nood, anderzijds wat om
vang betreft van zoo'n geringe beteeke
nis was, had de Kamermeerderheid ver
trouwen in de Regeering behooren t«
toonen en zich daarvan niet mogen laten
weerhouden door een kinderachtige vrees
vöor een aantasting van de democrati
sche rechten en vrijheden.
DE KARTEERINGS-VLIEGER
VONK VERTELT
Van de aankomst op Nieuw-Guinea
Onder Papoea-gezang
binnengehaald
V).
Zoo kwamen we dan op 27 October de na
tuurlijke haven van Babo binnenstoomen.
U moet zich dat voorstellen als een l K.M.
breede rivier, aan weerszijden begrensd door
ondoordringbaar oerwoud, terwijl het water
de wortels der boomen bespoelt; een spoor
van vaste grond was niet te bekennen. Op
een gegeven oogenblik echter werd de strak
ke, zwarte rand van 't bosch gebroken door
een kleine opening, waaruit als een voel
hoorn een kleine steiger zich een honderd
meter ver had neergeplant:
de toegang tot Balbo.
Nu was het steigertje belangrijk overbe
volkt'. een evenement, wanneer er een boot
aankomt, vooral nu we de langverbeide
vliegtuigen aan boord hadden. Ook van de
zijde der Papoea's was een sterke bezetting
uitgekomen, die hadden natuurlijk vreemde
verhalen gehoord over kapal terbang, vlie
gende schepen, waarvoor ze zelf een stuk
oerwoud met de grond gelijk hadden ge
maakt, zonder de bedoeling daarvan te
snappen. Nieuwsgierig kwamen ze met tal
rijke prauwen om het schip rondneuzen,
zonder veel resultaat echter, want de voor
werpen in kwestie waren met een groot zeil
toegedekt om ze tegen de malsche tropische
regenbuitjes te beschermen.
Al heel gauw verschenen diverse be
kende gezichten boven de verschansing:
onze mede-expeditieleden, die hier reeds
een maand vroeger gearriveerd zijn. Als
het haudjesdrukken afgeloopen is, ver
schaffen ze ons een koele dronk, want
de ijsfabriek op Babo had nog geen
vrucht afgeworpen.
Zoo langzamerhand hadden we onze ba
gage bijeengegaard en konden we voet aan
wal krijgen. De wal was nogal glibberig en
met de noodige omzichtigheid maakten we
onze entree in Babo. De toegangsweg naar
het kamp voerde door de kampong en vrij
postig werden de nieuwe bewoners door 't
mannelijk gedeelte van de bevolking aan
gestaard; de vrouwen waren meer ingeto
gen en gluurden hier en daar om een
hoekje.
Een kilometer land in ligt ons kamp, een
vierkant blok huizen en het vliegveld er
naast.
In de soos hoorden we van de reeds inge
zetenen van Babo allerlei verhalen over
's lands hebbelijk' en onhebbelijkheden
Autoritair spraken ze over het vlieg- en
fotoweer in Nieuw-Guinea. Verder kwam
hier malaria tropica en amoebe-dysenterie
veelvuldig voor; slangen waren al in de
uQnj hui* tê Baloj'
huizen gesignaleerd en 's avonds waren aan
de kalioever krokodillen waargenomen. Mus
kieten waren er bij de vleet en agga's, een
soort kleine vliegjes, die zelfs door de klam
boe heenkwamen en staken als speldeprik-
ken.
Wij lieten ons evenwel zoo maar niet in
de put helpen en een prima rijsttafel smoor
de eventueele nawerkingen van deze sterke
verhalen in de kiem.
's Middags ging ik m'n huishouden een
beetje op orde brengen. Met Tideman deel
ik een huis, bestaande uit twee kamers en
een voorgalerij. Do muren zijn van gaba-
gaba, een houtsoort van de sago-palm, op
getrokken en de dakbedekking wordt
vormd door een laag gedroogde sagoblade-
ren. Het geheel is gebouwd op palen van
ongeveer een meter hoog.
Ik kwam in m'n kamer en daar zag ik
wat meubilair opgehoopt staan en een sta
pel koffers ernaast Ik krabde is achter m'n
ooren cn begon maar met de koffers onder-
ste-boven te keeren. M'n kast maakte ik
open en daar mikte ik alles in, wat op
kleeren leek; de rest gaf ik ook hier endaar
een plaatsje. Na een uurtje zag het geheel
er toonbaar uit, hoewel een degelijke Hol-
landsche huisvrouw waarschijnlijk mee
warig het hoofd geschud zou hebben. In
ieder geval kon ik m'n bedje nu spreiden
en sliep de eerste nacht in Babo oervast,
zelfs had ik in m'n droomen geen last van
slangen, boeaja's (krokodillen) of ander ge
spuis.
Het eerste toestel vliegt.
De volgende morgen werden de vliegtui
gen van boord op vlotten overgeladen en
zoo naar de kant gesleept. We moesten
wachten op hoog water om ze aan wal te
kunnen krijgen. Bij laag water wordt een
breed modderveld langs de kant zichtbaar,
waarin je tot je knieën wegzakt, zoodat je
met geen mogelijkheid met een vaartuig de
vaste grond kunt bereiken.
Om een uur of twaalf was het zoover en
met behulp van een heel stel koelies wer
den de toestellen op lorries gerold om ze
verder naar de hangar te expedieeren. De
inlanders vonden het prachtig om de kapal
terbang te mogen aanraken; dit deden ze
dan ook op de onmogelijkste plaatsen, vleu
gelranden en roeren waren niet meer veilig.
Aan deze overmaat van enthousiasme werd
ten spoedigste een eind gemaakt. Daama
ging het wel voorzichtiger, maar toch moes
ten ze af en toe nog op de vingers getikt
worden.
Toen alles goed op de lorries vastgebon
den was, werd het heele geval naar 't vlieg
veld geduwd. Wanneer koelies een last
transportecren zingen ze een refrein, terwijl
een voorzanger er willekeurige opmerkingen
tusschen plaatst Wanneer zoo'n knaap iets
geestigs zegt of er de een of ander tusschen
neemt, hebben ze een reuze pret en kraaien
ze af cn toe als kinderen.
Het zingen oefent een gunstige in-
yloed uit op de werklust der inlanders.
Er zijn wel ondernemingen in Indië,
waar een speciale voorzanger in dienst
is, die de heele dag moet zingen. Zoo'n
artist voelt zich heel gewichtig, omdat-ie
zonder werken geld verdient.
Een uur later waren de toestellen afge
leverd in do hangar en werden verder over
gelaten aan de technische dienst.
Na vier dagen was het eerste toestel weer
gemonteerd en feestelijk werd het door
Koppen voor de eenste maal in de Nieuw-
Guineesche lucht gevoerd. Natuurlijk waren
van alle kanten de Papoea's
toegestroomd,
die in het begin het evenement met stomme
bewondering gadesloegen. Al heel gauw ech
ter kwamen de tongen los en begonnen ze
te schreeuwen en te springen. Als het toe
stel een bocht maakte, klapten ze in de
handen en sloegen elkaar op de schouders.
Ze waren geweldig trotsch, dat er op hun
vliegveld nu ook echte vliegtuigen vlogen.
Toen het toestel weer op de grond stond,
gingen ze het nog eens van alle kanten be
kijken; misschien wel om liet wonder te
ontdekken, waardoor het los van de grond
kon komen.
Gedurende de volgende vluchten werd 't
publiek steeds minder talrijk en ten slotte
nihil. Het nieuwtje was er af.
(Nadruk verboden.) JOIL VONK.
De vierde brief werd geplaatst in ons
blad van 2é Maarts
Omzet- of reisbelasting
Een en andermaal hebben wij er op ge
wezen, dat wie zijn vacantie in het buiten
land doorbrengt, daardoor de omzetbelas.
ting „misloopt", zoodat er in de reisbelas-
ting ook een sociale factor schuilt
Daarop wijst ook de Maasbode, welk'
blad van oordeel is, dat er al te veel lawaai
tegen dit belastingvoorstel gemaakt wordt,
Wil men de bedoeling van minister
Oud billijk beoordeelen, dan moet men
zijn hoofdbeginsel in het oog houden:
naast de vele vormen van vertering, die
in Nederland belast zijn, wordt een i
we vorm van vertering getroffen.
In allen ernst hebben wij de stelling
hooren verdedigen, dat zeker wel draag,
kracht in de reis naar het buitenland
steekt, maar dat het onrechtvaardig is,
deze reizigers te belasten, vermits ande
ren hun geld anders opmaken. Liev
had men dan nog één percent op
Omzetbelasting, want dan betaalde
ieder.
De redeneering lijkt ons onjuist:
degene, die in Nederland reist, heeft
draagkracht, welke zich uit in zijn ver
teringen, waarvoor hij speciale accijnzen
betaalt. Degene, die naar het buitenland
reist, verteert ook, maar betaalt accijns
in 't buitenland, i|iet hier. De reisbelas-
ting bedoelt ook hier de speciale uiting
van het verteerbaar inkomen, speciaal
te belasten.
Verhoogde men de Omzetbelasting dan
trof men allerlei mensvhen, die de hier
bedoelde, speciale draagkracht niet be
zitten.
Er zijn vele bezwaren tegen deze be-
lasting; maar verhooging der omzet,
belasting zou schreeuwend onbillijk zijn.
Nemen en afrekenen
In een rede, gehouden o© het Jongste Con
gres der soc.-dem. Vrouwenclubs zei de heer
de Miranda, wethouder van Amsterdam,
dat het oogenblik van de afrekening voor
de S.D.A.P. komen zal om terug te nemen
wat in de crisisjaren aan de arbeiders
werd ontnomen.
De Nieuwe Tilb. Crt. (p.It.) noemt hef
een raadsel „hoe christenen en a fortiori
katholieken, politiek moeten samenwerken
raet^mensohen in wie zulk een mentaliteit
Daarmee zijn wij het roerend eens.
Spoor en Papenspiegel
.Wij lezen in de Maasbode:
De „Deutsche Weg" van 22 Maart deelt
meo, dat in een der werkplaatsen van de
Duitsche spoorwegen te München een be
kendmaking is opgehangen, geteekend te
Munchen op 6 Februari door „Propaganda
wart" Obermcyer.
Aan de spoorwegarbeiders in dit katho
lieke land worden tegen afbetaling aange
prezen: „Mein Kampf" van A. Hitier en...
„De Papenspiegel", een der meest grove,
vieze en lasterlijke schotschriften tegen da
Katholieke Kerk, dat herhaaldelijk door
den burgerlijken rechter werd veroordeeld
Dit onuitsprekelijk vod wordt gerekend
tot de nationaal-socialistisclie strijdschrif
ten.
Het merkwaardige is, dat men het in
Nederland slechts vindt bij do achterlijk
ste Dageraders. De moeder van den schrij
ver was toevallig een jodin. En zoo wordt
onder officieel stempel der nazi-partij aan
de Duitsche spoorwegarbeiders de Bijbel
van Adolf den Ariër en Corvinus, den
godloochenaar niet-Ariër, in éen adem
aangeboden.
In de kamer van den cantinehouder van
de spoorwegenweikplaats München—Frei-
mann, die publiek toegankelijk is, leest
men aan de wand deze schoone spreuk.
Wann wird der Menschheit „Heil" ge-
schaffen,
Wann wird die Welt zum Licht geführt?
Wenn mit dem Darm des letzten Pfaffen
Der letzte Jud erdrosselt wird.
Wat een pracht van een spoorbeheer en
wat een positief Christendom, houdt d c
Maasbode aan graaf de Marchant voor,
die in de Eerste Kamer beide uitbundig
prees,