Siroop Famel BEGROOTING VAN ONDERWIJS AANGENOMEN GEESELING WÖÊNSDAG 1è MAART 1936 r DERDE BLAD PAG. S Eerste Kamer MINISTER SLOTEMAKER EN DE SPELLING Geestelijke vrijheid geen dulden Gezag, geen dictatuur Begrooting van Waterstaat Vergadering van 17 Maart 1906 Overzicht Het was op 8 April 1924 dus nog niet zoo heel lang geleden dat het liberale „Vaderland" aan het slot van een artikel over „Vrijheid en dogma" deze woorden neerschreef: „En daarom kan het niet noeg betreurd worden, dat de vrijzinnigen thans de leus van: Geen godsdienst op het politieke erf, loslaten". Afgekeurd werd voorts, dat Yrijheidsbonders toenmaals meenden, dat „in een politiek program ge sproken moet worden door vrijzinnigen van: erkenning van de waarde van het geeste lijk en van het godsdienstig leven voor maatschappij en staat". Ten besluite luidde het: „Wij waarschuwen tegen verflauwing der grenzen in deze. Principiis obsta. Sinds 1921 schijnt er een en ander veran derd te zijn bij liberalen en vrijz.-dem. en zelfs bij de soc.-dem., die elkaar eertijds steeds weer vonden in de leuze: godsdienst is privaatzaak. al vertolkte elk van de ge noemde drie dit adagium op eigen wijze. lie beteekenis van het geestelijk en gods dienstig leven voor maatschappij en staat wordt in vrijzinnigen kring niet langer ontkend, maar bijna om strijd geloofd. Bij belkennis ook op de openbare school bren gen, is een roep geworden uit het milieu van hen, die daartegen voor nog niet zoo langen tijd hun ernstig „principiis obsta". deden hooren Het is nu niet meer: wacht u voor den eersten stap op den verkeerden wpg. maar eer: slaat dien weg in, want hij is de goede Zelfs uit soc.-dem. kring begint deze opvatting openbaar te worden. Moezeer we intusschen dit verschijnsel, na een periode van bijbelverachting en-mis kenning, welke aan de geestelijke en cul- tureele standing van ons volk groote schade heeft aangericht, weten te waardecren, toc-h meenen wc, dat met het slagwoord: de bijbel op de openbare school, een moeilijk pro bleem niet is opgelost. Niet alleen rijst reeds terstond de vraag in welken zin en in welken geest deze bijbelkennis bedoeld wordt, maar veel grooter moeilijkheid baart nog het antwoord op de vraag: door wio moet deze bijbelkennis worden onderwezen? Daaraan heeft ook in 't bijzonder gister middag minister Slotemaker de Bruine aan dacht geschonken, toen hij zijn begrooting verdedigde. TTet gaat hier. aldus de minister, om hei lige dingen en daarom is hier niet intellec- tueele bekwaamheid beslissend en voldoen de, maar gaat. liet bovenal om geestelijke geschiktheid, die niet aller deel' is. Dat is zeer juist gezien. En al is de minis ter dan bereid overal, waar de ouders bijbel kennis aan hun kinderen onderwezen wen- schen te zien. dit streven te steunen, het perfeonenvraagfcituk zal hier nog niet zoo eenvoudig zijn op te lossen. De wensch, dat ons onderwijs, ook op de openbare school, een nationaal karakter zal dragen, werd uit den aard der zaak door den minister gedeeld. Ouweersproken kan hij constateeren, dat in de laatste jaren dwaze, onnationale uitingen van onderwij zers niet meer zijn voorgekomen. Gaarne zal de minister er toe medewer ken om de beperking uit onze onderwijs wetten weg te nemen, dat. de onderwijzer ,.bij het geven van onderwijs" niet in strijd mag handelen met de openbare orde en de goede zeden. Inderdaad, dezo beperking deugt niet en herinnert aun opvattingen, welke bijna algemeen niet sneer worden "'j"' Vraagt het oordeel van Uw dokter! jjlf\ aanvaard. Ook buiten de school heeft do onderwijzer zich tp gedragen overeenkom stig de houding, welke hem in de school als goed onderwijzer is voorgeschreven. Uitvoerig stond de mmister stil bij zijn spellingbeieid. Hij moet zijn houding nog nader bepalen op grond van aan hem uit gebrachte en nog uit te brongen rapporten. Maar dan komt de beslissing spoedig. Hoe deze zal uitvallen, is niet gezegd. Maar wié goed luisterde naar 's ministers analyse van het resultaat van de maatregelen en regelen van oud-minister Marchant, dien zal het niet al te zeer verrassen, indien eerlang van de zes spellingregels van 's ministers ambtsvoorganger, wel iets zal afgaan. Minister Slotemaker de Bruine heeft, vermoedelijk uiet zonder bedoeling er sterken nadruk op gelegd, dat de kwestie van de geslachten en de voornaamwoorde lijke aanduiding hem zeer bezwaren. Ten slotte heeft de minister gesproken over de N.S.B. en de opvoeding en dat op zeer voortreffelijke wijze. Kort, principieel en raak en in een vorm en met een inner lijke bewogenheid, welke niet naliet grooten indruk te maken. Van de nationaal-socialistische beschou wingen bleef niet veel over. Dat kerkloozen in dezen tijd niet allen godsdienstloozen zijn, scheen de heer De Marchant et d'A. niet te kunnen begrijpen. Ook 'wil het blijkbaar maar niet tot hem doordringen, dat de „vrijheid" der Fransche revolutie die later geleid heeft tot den liberalen dwang in geestelijke zaken heel iets anders is dan de vrijheid voor kerk en school, welke door en voor ons christelijk volksdeel en daarmee voor alle anderen, in langen en bangen strijd is veroverd en thans nog slechts door de Nationaal-Socia- listen krachtens hun beginselen al be grijpen velen van hen zelf de principieele draagwijdte dier beginselen niet wordt bestreden en belaagd. Met hen staan nog in hetzelfde vlak de aanhangers van het bols jewisme. Wat dan wel door de heeren N.S.B-ers be grepen wordt? Het is moeilijk te zeggen. Met allerlei onnoozele kronkeluitvluchten onttrekken ze zich aan alle principieel debat. Bovendien verloochenen ze met groote ongegeneerdheid hun geestelijke familie, ook al is hun houding buiten het Parlement en in hun lectuur daarmede allerminst in over eenstemming. Met grooten nadruk heeft de minister er op gewezen, dat we de liberale tirannie van 1850 niet willen verruilen voor de N.S..B- tirannie, waarvan we de weerzinwekkende toepassing in hun eigen kringen buiten Principieel wijzen we ook af de dwang- étaatsopvoeding der schoolvrije jeugd. Wat communisten en nat-socialisten in dit op zicht willen, is verfoeilijke geestelijke tiran nie. Bij het lager onderwijs wordt niemands geweten onderdrukt; 't tegendeel wenschen we niet, wanneer onze kinderen de lagere school hebben verlaten. We willen niet slechts geduld worden, zoolang we aan het staatsdoel ondergeschikt ons maken, niaar in kerk en school willen we de geestelijke vrijheid behouden. En het gezag, dat het recht dient en beschermt, ruilen we niet uit voor dictatuur, die alles neerslaat en vernietigt, wat haar in den weg treedt en haar hinderlijk voorkomt Zoo besloot ook ongeveer de minister zijn Tede, die zeer zeker mf de geheele Kamer op twee na weerklank heeft gevonden. De begrooting van Onderwijs ging er ver der z.hit door en met de begrooting van Waterstaat werd een begin gemaakt. Verslag Voortgrecet werd de behandeling begrooting van onderwijs Huishoudelijke voorlichting is van den lister zelf uitgegaan aan zün vorig depai nc-nt. Meer geld toont de minister. HU V i levende kunste- reval moet worden bekeken. De tweejarige cursus der ambachtsscholen rordt door tal van autoriteiten verdedigd. Er objectief criteria i be- De heer Ossendorp had een lange lijst voor nieuwe uitgaven. Vermoedelijk ver wacht htJ Diet spoedig socialistische minis ters, want dan zou hy wel wat soberder zün geweest met zün verlangens. Om te houden wat we hebben zullen we de overheidsbemoeiing tend ee Ie moeten Inper ken. Anders zullen we spoedig over heel de line moeten terugtrekken. Uitbreiding van den leerplicht zou alleen 4% m llloen kunnen kosten. Die z[)n er niet. De géést in het onderwijs Is intellectualistisch maar karaktervorming Is daarnaast noodig. In tellect bepaalt ons Wezen niet. De ondei Uit een vr diffe uitial •wüz« onderwijzer zich by het geven d e r w li s niet mag gedragen in t de openbare orde en d« goede ze en bepaling van de onderwyswet- rin noodig de beperkende woor- inaar de onderwijzers zullen voor het on derwijzen er voor ook geestelijk niet al leen intellectueel geschikt moeten zijn. In de bijbelkennis Is een zoo beUlge mate rie vervat, dat ze niet aan alle handen kan worden toevertrouwd. De heer Ossendorp wenscht geen bijbelken- Geei wil hy geven en geschiktheid wenscht hy. Maar hjj zweeg over de absolute neutraliteit en over het „geven aan het kind van wat des k.nds U'\ Waar ouders het willen moet Bijbelkennis worden onderwezen. De Minister zal het streven Komende tot de spellingkwestie do motleven voor gevers reeds hadden gedaan om met groote kos ten hun fondsen ir. nieuwe spelling om te ten. Invoering van nieuwe spelling voor de geeringsstukken was niet mogelijk zonde der onderzoek. De kwt beer Sei i onderzoek gegeven De z a a geen nieuwe cbacs te krijgen. Consequent! moesten nader worden onderzocht. Men mt niet „hU" of „zij- van de koe kunnen zeggeD schryven. Ook de butglngs-n is nog steeds e onopgeloste kwestie. Er waren nu reeds me schcn, die eigenmachtig verder gingen dan bin nen het kader der regels-Marchant lag. Da was ontoelaatbaar en bracht nieuwe tuchteloos heid. De opdracht der commlssle-v. Haeringen zal moeten gewijzigd en beperkt tot de oor spronkelijke opdracht. Woordenlijst en nwoordelljke aanduiding moeten met de uitgevers en drukkers. Ziln eenmaal de nieuwe gegevens bewerkt, dan zal met spoed een beslissing worden bevor derd. Wettelijke regeling Is niet noodig naar 's ml- de N.S.B. en de opvoeding sprak de minister t jesprol •gat dat. En „Ordnun^ herinnerde de minister (VroolUkheid). In de openbare school zou de demo-liberale geest heerschen, tuchteloosheid, egoïsme en af keer van den godsdienst zouden er door toe- Al groeit echter het aantal kerkloozen. aldus de minister, dat beteekent niet, dat die allen godedienstlooz«n zijn. Zelfs „De Rykseenheia" rob re er-onlangs, 'dat ~lrer —godsdienstig -beser Ontkerkel0klhg kan moetiyk dan de school 54 pCt. der leerlingen op In de school heerscht niet de demo-libe rale geest de geest der Fransche .revolutie. Een rij van grooten beeft onder ons ge ijverd voor de vrijheid op de basis van de beginselen van Willem van Oranje, en niet op de vrijheidsbasis der Fransche revolu tie. Om dezo revolutionaire vrijheid tegen te gaan hadden wo geen N.S.B. noodig. wy heb ben een staat van dienst achter ons, die e> ziin mag. eugdbeweging I holen kwade trouw bij den minister ten opzichte worden ze slechts geduld. De minister zal er zich tegen bltJven ver zetten. dat langs den weg van de N.S.B. In ons land vrijheid zal worden getrans poneerd in „geduld worden" en gezag zal worden getransponeerd In dictatuur. Voor den practischen man De modern* schoen voor den practischen man. Dat is Swift I Een degelijke schoen die als gegoten zit en daarbij zoo gemakkelijk als.... tja, als 'n Swift-schoen. U zult die bijzondere prestatie van de Swift-ontwerpers pas goed waardeeren, als U Swift 'n tijdlang draagt. Dan ook zult U merken hoe door de degelijkheid van het materiaal het model er volkomen in blijft. Karakter en distinctie spreken uit iedere lijn van 'n Swift-heerenschoen. En het mooie is, dat er voor eiken voet breed, smal of forsch zoo'n onberispelijk Swift-model bestaat. Laat Uw winkelier als vakman U adviseeren welke Swift-vorm voor Uw voet het meest geschikt is. f. 4.95 f. 5.95 f. 6.95 VOOR ELKEN VOET - VOOR ELKE GELEGENHEID. Prof. STEGER (r.k.) zette een heelo nieuwe speech op, waarin hij het optreden van do R. K. met betrekking tot de opvoeding met een be roep op encyclieken tegen de opvattingen van den heer de Marchant verdedigde. De heer DE SAVORNIN LüHMA.N (c.h.) vroeg hoe het nu precies met de spelling staat. Het zelfde deed de heer v. CITTERS (a.r.) Minister SLOTEMAKER dupliceerde. HU con stateerde dat do N.S.B. fractie uit den laat- sten tUd geen feiten genoemd heeft, die voor den natlonalen geest ln de openbare school on gunstig zjjn.i - - De minister kan over de spelling pas beslis sen na de ontvangen adviezen te hebben bestu deerd. Dan zal men spoedig weten, wat met betrekking tot de zes spel-regels-Marchant zal geschieden. Een ornschre\-en machtigingswet zal de mi- wegingen betrekkei daarna de begrooting van WATERSTAAT De heer v. LANSCHOT (R.K.) drong aan op erschillende waterstaatswerken in N. Brabant: binatle van het ambt van secretaris-generaal saris der spoorwegen. Dit bezwaar werd gedeeld door den heer v. CITTERS (a.r.). Tegen half vjjf werd de vergadering verdaagd. Te Guestro geveild Onder groote belangstelling heeft te Guestro de veiling plaats gevonden van de tot de nalatenschap van Wijlen Z.K.H. Prins Hendrik behoorende goederen Dobbin Zietlitz. Het hoogste bod (1.050.000 R.M.) werd gedaan door den Rijksstadhouder Hil- debrandt, voorzitter van de Friedrich Land- stiftung ln Schwerin, die tevens optrad voor -Sir Henry Deterding. Proeftochten met de 016 Zijn dezer dagen begonnen Eendge dagen geleden is een begin gemaakt met de proeftochten vaa de bij de Kon. Mij. „de Schelde" te Vlis- singen ln aanbouw zijnde Onderzoe boot O 16, zoo vernemen wij. Met deze proeftochten zal ©en geruimen tijd gemoeid zijn, daar niet alleen de vaart- krommen voor boven en onder water moe ten worden bepaald, maar ook de vele hulpwerktuigen, de lanceer-inrichtingen en de verschillende bijzondere installaties moe ten wordien beproefd. Voel torpedobuizen. Hiervan vorderen vooral de lanceer-in- riclitingen zeer veel tijd, wegens het groot aantal torpedobuizen aan boord van de O 16. Behalve de genoemde beproevingen, moe ten nog tal van andere bijzonderheden wor den bepaald, zooals de vultijd van de hoofd tanks, de duiktijd, de manoeuvreerbaar heid. de spaningen in den drukvasten romp, die tijdens het duiken optreden, het brandstofverbruik bij verschillende snel heden. enz. Voor het verkrijgen van al deze benoo- digde gegevens is eveneens vrij veel tijd noodig. De beschieting Na de proeftochten krijgt „de Schelde" nog eenige maanden om de beschieting klaar te maken en het schip af te schilde ren. waarna de boot in dienst gesteld zal worden. Men hoopt, dat dit laatste nog dezen, zo mer zal kunnen plaats hebben. leder pak HONIG's VERMICELLI h'onig" Bouillonblokje GRATIS DONDERDAG 19 MAART HILVERSUM I 1875 RL AVRO-Uitzcndi»**. 5.30 VPRO. 8.00 Gram.pL 10.00 Mojg«en- wijding. 10.30 Ensemble Jonny Kroon. 11.00 Knipcursus. 11.30 Ensemble. 12.15 Cantabilé-orkest. 2.15 Voor de Vrointv. 3.00 Knipcursus. 4.00 Voor zieken /en ouden-van-dagen. 4.45 Voor de kinder on. 5.30 Causerie. 6.00 Gram.pl. 7.00 Voor de kinderen. 7.05 Moderne Kamermuziek. 7.30 Engelsche les. 8.00 Berichten. 8.10 Operetteconcert. 9.30 Radio-tooneeL HXOQ Omroeporkest. 11.00 Berichten. HILVERSUM D 301 RL 8.00—9.15 KJRQ. 10.00 NCRV. 11.00 KRO. 2.00 NCRV. 8^00 9.15 H. Mis. 10.15 Morgendienst dot>r Ds. G. W. v a n D e t h, Geref. Pred. (H.U.) te Bussum. 10.45 Gram.pL 11.3012JOO Gods. halfuur. 2.00 Handwerkcursus. 3JOO 3.45 Gram.pL 4.00 Bijbellezing. 4145 Handenarbeid v. d. jeugd. 5.20 Solisteju- concert. 7.00 Berichten. 7.15 Reportage^ 7.30 Cursus Psychologie. 8.00 Berichten* 8.15 Zang en orgel. 9.00 Relig. causerie* 10.00 Berichten. DROITWICH 1500 RL 11.25—11.50 Orgelspel* 12.10 Trocadero-Cinema-orkest. 4.10 t^- zing. 4.30 BBC-Schotsch orkest. 6.50 Ka mermuziek. 8.20 Gevar. programma. 9l20 Viool-recitaL 10.20 Kerkdienst. 10.43 BBC-Midland-orkest. RADIO PARIS 1648 RL 9.50 Orgelconcert* 11.20 Omroeporkest. 4.20 Gram.pL 4.35 Hoorspel. 8.20 Zang. 9.05 Nationaal orkest. KEULEN 456 RL 11.20 Orkestconcert. 12.35 Orkestconcert en Schrammelmuziek. 1.33 Gevar. concert. 3.20 Concert 5.20 Omroep* kleinorkest. 7.30 Kamermuziek. 8.40 Om* roeporkest 9.50 Pianorecital. BRUSSEL 322 en 484 RL 323 M. 12.50 Om* roeporkest 8.20 Relig. muziek. 9.20 Klein* orkest. 484 M.: 12.50 Klein-orkest 5.20 Zigeuner- muziek. 6.35 Zang. 7.35 Gram.pL 8.23 Omroeporkest M. S.S.-cachets Regelen darm-functies. Houden het bloed rein. Zijn de beste wachters voor Uw gezondheid Volg de BL8.S.-gewoomtel De moord op Gustloff Vragen 1 l een Eerste Kamerlid In het nummer van 29 Februari jj. van „De Vrijzinnig Democraat" komen, blijkens vragen, die het Eerste Kamerlid Van V e s- s e m stelt aan den minister van Justitie ca van Buitenlandsche Zaken, om. de volgende passages voor naar aanleiding van den moord te Davos op Gustloff: „En hoeveel menschen zouden hun leven te danken hebben gehad aan den man, die in September 1935 Mussolini zou hebben doodgeschoten? „Laat ons alle dogmatiek vermijden, ook met betrekking tot het verbod te dood en. Niet iedere politieke moord is gemeen, bruut en misdadig. Wilhelm Teil wordt terecht ver eerd in het democratische Zwitserland, eu wat betreft den man, die Hitier doodschiet: als hij het op het goede moment doet, ben ik bereid, hem te vereeren." De heer van Vessem vraagt of de Minister» van Justitie ter zake van bovenvermelde op ruiing tot moord en opruiing tot aanslag op het leven van het hoofd van een bevrienden Staat bereids last heeft gegeven tot vervol ging van daders en medeplichtigen, en welke stappen de Minister van Buitenlandsche Zaken denkt te- doen om te voorkomen dat bovenvermelde uitingen in het orgaan eener politieke partij schade toebrengen aan Ne derlands buitenlandsche betrekkingen? CRISIS-PUBLICATIES Envstensteun De Neder! an dsche Akkerbouwcentra fa maakt bekend, dat de steunvergoedins voop groene erwten en schokkererwten, gedenatu reerd in het tijdvak van 23 Februari 1936 en met 29 Februari 1936 voor de kwaliteits klassen C en D respectievelijk f3.50 en f3 per 100 k.g. zal bedragen; de steun vergoe ding voor in dat zelfde tijdvak gedoischta gele erwten, voldoende aan de standaard monsters C en D, zal respectievelijk f3 ei* f 2.50 per 100 k.g. bedragen. Feuilleton (22 door D. K R IJ G E R HOOFDSTUK XVIII Ovci-i 'ijn droom een zendbode te zien, bad Herbert om licht, op'. i weg hem duidelijk gemaakt mocht worden. Het drong tot i door, hoe hij zich zelfzuchtig met zijn geluk opgesloten liud. zonder er aan te denken, dat God hem niet gegrepen had om stil thuis te blijven zitten, rustig genietend van het heil hem in Christus geschonken, maar dat God meer van hem verlangde. Thans moest hij naar buiten doen blijken, dat het Licht in zijn ziel ontstoken was en het hem een behoefte werd van zijn Heiland te getuigen, te getuigen Vooral tegenover hen die nog nooit van Hem gehoord haddpn. Het denkbeeld te mogen bijdragen tot het werk in Gods Koninkrijk greep Herbert machtig aan en biddend overdacht hij hoe hij het zou kunnen aanvatten. „Zendeling worden kan ik niet. dat spreekt", sprak hij tot zichzelf, „daartoe mis ik de bekwaamheid en bovendien laat mijn werkkring het niet toe. Maar wat ik wel doen kan is met mijn eigen huispersoneel t.e beginnen en het te vertellen hoe de Heere Jezus ook voor hen gestorven is, ook hen roept." Overtuigd dat God hem dien weg gewezen had en dat de Heilige Geest hem verder leiden zou, trok Herbert onverwijld aan den arbeid. Hij moest den weg van den Heiland betreden en Wel zonder dralen; die weg lag vóór en niet achter hem. Hij bedacht met schaamte en berouw welk een leven van zonde en ontrouw aan God hij achter zich had liggen en hoe We Heere, al had hij zich niet om I-Iem bekommerd, toch el die jiaren hem bewaard had en in Zijn onuitsprekelijke genade Herbert vergund had Hem te leeren kennen en Jezus Christus, Zijn Eengeboren Zoon, het hoogste wat de Vader geven kon, als zijn Borg en Middelaar. O, hoe lief kreeg hij dien Zaligmaker, genoot hij van de gelijkenis van den Goeden Herder! Ja, wel wezenlijk een Goede Herder, zonder Wien Herbert nooit den weg tot den schaapsstal gevonden had en in zijn zonden zou zijn omgekomen. Die zondenlast, die dagelijks nog vermeerderde en een schuld vormde, die hij nooit zou kunnen aflossen, drukte Herbert zwaarder en zwaarder en hij vond slechts verlichting van dien druk in het naderen tot den Troon der Genade, waar hij wist zijn zonden te mogen belijden en vergeving te vinden om Jezus' wil. Juichend kon hij uitroepen: „ik ben gered!" Op denzèlfden dag, na den maaltijd, begon Herbert een gemoedelijk praatje met den kok. „Wel, kok", zoo begon hij, „gaat het nog al zoo met al dat kleine grut?'* „Monsier bedoelen?" „Wel, ik zou zoo zeggen met al dae kinderen moet het je wel eens moeilijk gevallen zijn om rond te komen." „Si, Monsieur", klonk het antwoord. „Dat deed het net en als ik Monsieur niet had, die mij iedere maand trouw mijn loon geeft, dan zou ik niet weten hoe mij te redden." „Zoo", zei Herbert, ,jnaar als ik je nu eens op een keer vertelde, dat ik geen geld had om je te betalen of dat ik je dienst niet langer noodig had, wat dan?'* Een verschrikt gezicht van den kok. „Monsieur toch niet on tevreden, moi altijd zijn best doen!"' „Zeker, beste kerel, dat weet ik wel, maar alles is toch moge lijk, niet waar? Doch maak je niet ongerust, want ik zal je eens iets vertellen. Weet je wel, dat je een Vriend hebt, die je door alle moeilijkheden wil heenhelpen en het niet alleen wil maar ook kan eri het zeker doen zal ook als je er Hem op recht om vraagt" „Monsieur bedoelen goede geest?" klonk 's koks vraag. „Ik ver scheiden goede geesten kennen; moi wierookstokjes koopen en voor hen branden, ik altijd vragen om hulp als ik in nood." „En helpen zij altijd" .Altijd niet, goede geesten Veel te 'doen hebben en veel men schen aanhooren, zij eens vergeten en dan kok in zorg blijven." „Wil ik je eens vertellen, hoe dit komt, kok? Die geesten kunnen je niet helpen, want die bestaan slechts in je verbeel ding, maar ik zal je vertellen van den besten Vriend, dien je bezit, en dien je ook moet leeren kennen, want dan zal je Hem zeker leeren Iiefkrijgen en in Hem gelooven. Die Vriend vil niets liever dan dat je Hem vertelt wat je bezwaart en Zijn hulp in roept; nooit laat Hij je in den steek." Toen begon Herbert den kok te vertellen hoe de Heere Jezus op aarde kwam om het verlorene te zoeken en zondaren te redden. Hij vertelde hem dat het geen nut had geesten te aan bidden; dat God de wereld geschapen heeft met alles wat er op en in is, en ten slotte ook den mensch schiep. „Wij moeten dien God aanbidden, kok, begrijp je wel? en Hem dagelijks danken, dat Hij zoo trouw voor ons zorgt." Ook vertelde hij den ko* van den val van Adam en Evv, en dat God toen niets meer met de menschen te maken «slide hebben, zóó boos was God de Heere. De kok svas geheel oor. Als Chinees was hij verzot op vertellen maar een verhaal als dit sprak wel op geheel bijzondere wijze tot hem. „Ja, kok, en weet je wat er toen gebeurde?" Vol verwachting keek de man Herbert aan. „Ik zal het je vertellen. God bad maar één kind, een Zoon, dien Hij natuurlijk loven alles lief had, dat begrijp je wel." „Si, Monsieur, moi heel goed begrijpen, ik veel kinderen hebben, moi van allen houden, maar als ik maar één kind hebben ik nog meer er van houden." „Welnu, kok, die eenige Zoon van den Heere God had zulk een medelijden met de menschen, van wie Zijn Vader niets meer weten wou, dat Hij vroeg of Hij naar de menschen toe mocht gaan om hun te vertellen hoe zondig zij waren en dat Hij borg voor hen wilde zijn bij den Vader, en dat God hen dan weer wju willen aannemen. En God vond het goed, kok, Hif liet Zijn Zoon onder de menschen gaan. En daar heeft Hi} veel wonderen gedaan, kok, alleen maar omdat Hij de menschen zoo lief had en zoo graag wilde, dat zij Zijn liefde begrijpen zouden cn in Hem gelooven. Als zij dat maar wilden doen. dan zou God de menschen weer aanzien. De Heere Jezus, zoo heet Gods Zoon, kok, genas veel kranken, gaf blinden het gezicht terug en deed dooven weer hooren, terwijl Hij zelfs doodea weder levend maakte". Ook vertelde Herbert aan den kok hoe de Heerc op het wates wandelde en Petrus in staat stelde hetzelfde te doen. De kok, rustig op zijn hurken gezeten, luisterde met gespannen aandacht toe. Bij het laatste verhaal begonnen zijn oogeD te glinsteren. „Monsieui", klonk het op eenmaal uit zijn mond: .Clnnois ook zulke geesten hebben, maar wij hebben er aoht, heusch waar." En meteen liep de kok het huis in en kwarrj weldra terug met een plaatje, waarop een man was afgebeeld, met opgetrokken been op een stok rustend, en een mandje voor de borst dragend met een vogeltje er in. net stelde één der acht watergeesten voor, die de heerschappij voeren over al wat onder water leeft, waar zij voortdurend strijd te voeren hebbea met booze geesten, die daar beneden in crooten getale heerschen* Herbert legde den kok uit, dat rog nooit iemand één van die acht watergeesten met eigen oogen gezien had. en dat zij slechts in de verbeelding bestonden, maar dat de Heere Jezus werkelijk een mensen van vieesch en bloed was, dien men gezien en gekend had, en, vrecselijk het te moeten zeggen, tenslotte voac al Zijn üefde en goedheid aan den smadelijken kruisdood over* leverde. „Je moet nu maar eens overdenken, kok, wat ik Je allemaal verteld heb, dan verteJ ik je later nog wel meer er van", besloot! Herbert het gesprek, (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1936 | | pagina 9