Siroop Famel
BEGROOTING VAN
ONDERWIJS AANGENOMEN
GEESELING
WÖÊNSDAG 1è MAART 1936
r DERDE BLAD PAG. S
Eerste Kamer
MINISTER SLOTEMAKER
EN DE SPELLING
Geestelijke vrijheid
geen dulden
Gezag, geen dictatuur
Begrooting van Waterstaat
Vergadering van 17 Maart 1906
Overzicht
Het was op 8 April 1924 dus nog niet
zoo heel lang geleden dat het liberale
„Vaderland" aan het slot van een artikel
over „Vrijheid en dogma" deze woorden
neerschreef: „En daarom kan het niet
noeg betreurd worden, dat de vrijzinnigen
thans de leus van: Geen godsdienst op het
politieke erf, loslaten". Afgekeurd werd
voorts, dat Yrijheidsbonders toenmaals
meenden, dat „in een politiek program ge
sproken moet worden door vrijzinnigen van:
erkenning van de waarde van het geeste
lijk en van het godsdienstig leven voor
maatschappij en staat". Ten besluite luidde
het: „Wij waarschuwen tegen verflauwing
der grenzen in deze. Principiis obsta.
Sinds 1921 schijnt er een en ander veran
derd te zijn bij liberalen en vrijz.-dem. en
zelfs bij de soc.-dem., die elkaar eertijds
steeds weer vonden in de leuze: godsdienst
is privaatzaak. al vertolkte elk van de ge
noemde drie dit adagium op eigen wijze.
lie beteekenis van het geestelijk en gods
dienstig leven voor maatschappij en staat
wordt in vrijzinnigen kring niet langer
ontkend, maar bijna om strijd geloofd. Bij
belkennis ook op de openbare school bren
gen, is een roep geworden uit het milieu
van hen, die daartegen voor nog niet zoo
langen tijd hun ernstig „principiis obsta".
deden hooren Het is nu niet meer: wacht u
voor den eersten stap op den verkeerden
wpg. maar eer: slaat dien weg in, want hij
is de goede Zelfs uit soc.-dem. kring begint
deze opvatting openbaar te worden.
Moezeer we intusschen dit verschijnsel,
na een periode van bijbelverachting en-mis
kenning, welke aan de geestelijke en cul-
tureele standing van ons volk groote schade
heeft aangericht, weten te waardecren, toc-h
meenen wc, dat met het slagwoord: de bijbel
op de openbare school, een moeilijk pro
bleem niet is opgelost. Niet alleen rijst
reeds terstond de vraag in welken zin en in
welken geest deze bijbelkennis bedoeld
wordt, maar veel grooter moeilijkheid baart
nog het antwoord op de vraag: door wio
moet deze bijbelkennis worden onderwezen?
Daaraan heeft ook in 't bijzonder gister
middag minister Slotemaker de Bruine aan
dacht geschonken, toen hij zijn begrooting
verdedigde.
TTet gaat hier. aldus de minister, om hei
lige dingen en daarom is hier niet intellec-
tueele bekwaamheid beslissend en voldoen
de, maar gaat. liet bovenal om geestelijke
geschiktheid, die niet aller deel' is.
Dat is zeer juist gezien. En al is de minis
ter dan bereid overal, waar de ouders bijbel
kennis aan hun kinderen onderwezen wen-
schen te zien. dit streven te steunen, het
perfeonenvraagfcituk zal hier nog niet zoo
eenvoudig zijn op te lossen.
De wensch, dat ons onderwijs, ook op de
openbare school, een nationaal karakter zal
dragen, werd uit den aard der zaak door
den minister gedeeld. Ouweersproken kan
hij constateeren, dat in de laatste jaren
dwaze, onnationale uitingen van onderwij
zers niet meer zijn voorgekomen.
Gaarne zal de minister er toe medewer
ken om de beperking uit onze onderwijs
wetten weg te nemen, dat. de onderwijzer
,.bij het geven van onderwijs" niet in strijd
mag handelen met de openbare orde en de
goede zeden. Inderdaad, dezo beperking
deugt niet en herinnert aun opvattingen,
welke bijna algemeen niet sneer worden
"'j"'
Vraagt het oordeel van Uw dokter! jjlf\
aanvaard. Ook buiten de school heeft do
onderwijzer zich tp gedragen overeenkom
stig de houding, welke hem in de school als
goed onderwijzer is voorgeschreven.
Uitvoerig stond de mmister stil bij zijn
spellingbeieid. Hij moet zijn houding nog
nader bepalen op grond van aan hem uit
gebrachte en nog uit te brongen rapporten.
Maar dan komt de beslissing spoedig. Hoe
deze zal uitvallen, is niet gezegd. Maar wié
goed luisterde naar 's ministers analyse
van het resultaat van de maatregelen en
regelen van oud-minister Marchant, dien zal
het niet al te zeer verrassen, indien eerlang
van de zes spellingregels van 's ministers
ambtsvoorganger, wel iets zal afgaan.
Minister Slotemaker de Bruine heeft,
vermoedelijk uiet zonder bedoeling er
sterken nadruk op gelegd, dat de kwestie
van de geslachten en de voornaamwoorde
lijke aanduiding hem zeer bezwaren.
Ten slotte heeft de minister gesproken
over de N.S.B. en de opvoeding en dat op
zeer voortreffelijke wijze. Kort, principieel
en raak en in een vorm en met een inner
lijke bewogenheid, welke niet naliet grooten
indruk te maken.
Van de nationaal-socialistische beschou
wingen bleef niet veel over.
Dat kerkloozen in dezen tijd niet allen
godsdienstloozen zijn, scheen de heer De
Marchant et d'A. niet te kunnen begrijpen.
Ook 'wil het blijkbaar maar niet tot hem
doordringen, dat de „vrijheid" der Fransche
revolutie die later geleid heeft tot den
liberalen dwang in geestelijke zaken heel
iets anders is dan de vrijheid voor kerk en
school, welke door en voor ons christelijk
volksdeel en daarmee voor alle anderen, in
langen en bangen strijd is veroverd en
thans nog slechts door de Nationaal-Socia-
listen krachtens hun beginselen al be
grijpen velen van hen zelf de principieele
draagwijdte dier beginselen niet wordt
bestreden en belaagd. Met hen staan nog in
hetzelfde vlak de aanhangers van het bols
jewisme.
Wat dan wel door de heeren N.S.B-ers be
grepen wordt? Het is moeilijk te zeggen.
Met allerlei onnoozele kronkeluitvluchten
onttrekken ze zich aan alle principieel
debat. Bovendien verloochenen ze met groote
ongegeneerdheid hun geestelijke familie, ook
al is hun houding buiten het Parlement en
in hun lectuur daarmede allerminst in over
eenstemming.
Met grooten nadruk heeft de minister er
op gewezen, dat we de liberale tirannie van
1850 niet willen verruilen voor de N.S..B-
tirannie, waarvan we de weerzinwekkende
toepassing in hun eigen kringen buiten
Principieel wijzen we ook af de dwang-
étaatsopvoeding der schoolvrije jeugd. Wat
communisten en nat-socialisten in dit op
zicht willen, is verfoeilijke geestelijke tiran
nie. Bij het lager onderwijs wordt niemands
geweten onderdrukt; 't tegendeel wenschen
we niet, wanneer onze kinderen de lagere
school hebben verlaten.
We willen niet slechts geduld worden,
zoolang we aan het staatsdoel ondergeschikt
ons maken, niaar in kerk en school willen
we de geestelijke vrijheid behouden. En het
gezag, dat het recht dient en beschermt,
ruilen we niet uit voor dictatuur, die alles
neerslaat en vernietigt, wat haar in den
weg treedt en haar hinderlijk voorkomt
Zoo besloot ook ongeveer de minister zijn
Tede, die zeer zeker mf de geheele Kamer
op twee na weerklank heeft gevonden.
De begrooting van Onderwijs ging er ver
der z.hit door en met de begrooting van
Waterstaat werd een begin gemaakt.
Verslag
Voortgrecet werd de behandeling
begrooting van onderwijs
Huishoudelijke voorlichting is van den
lister zelf uitgegaan aan zün vorig depai
nc-nt. Meer geld
toont de minister. HU V
i levende kunste-
reval moet worden bekeken.
De tweejarige cursus der ambachtsscholen
rordt door tal van autoriteiten verdedigd. Er
objectief criteria
i be-
De heer Ossendorp had een lange lijst
voor nieuwe uitgaven. Vermoedelijk ver
wacht htJ Diet spoedig socialistische minis
ters, want dan zou hy wel wat soberder
zün geweest met zün verlangens.
Om te houden wat we hebben zullen we de
overheidsbemoeiing tend ee Ie moeten Inper
ken. Anders zullen we spoedig over heel de
line moeten terugtrekken.
Uitbreiding van den leerplicht zou alleen 4%
m llloen kunnen kosten. Die z[)n er niet.
De géést in het onderwijs Is intellectualistisch
maar karaktervorming Is daarnaast noodig. In
tellect bepaalt ons Wezen niet.
De ondei
Uit een vr
diffe uitial
•wüz«
onderwijzer zich by het geven
d e r w li s niet mag gedragen in
t de openbare orde en d« goede ze
en bepaling van de onderwyswet-
rin noodig de beperkende woor-
inaar de onderwijzers zullen voor het on
derwijzen er voor ook geestelijk niet al
leen intellectueel geschikt moeten zijn.
In de bijbelkennis Is een zoo beUlge mate
rie vervat, dat ze niet aan alle handen kan
worden toevertrouwd.
De heer Ossendorp wenscht geen bijbelken-
Geei
wil
hy geven en geschiktheid
wenscht hy. Maar hjj zweeg over de absolute
neutraliteit en over het „geven aan het kind
van wat des k.nds U'\
Waar ouders het willen moet Bijbelkennis
worden onderwezen. De Minister zal het streven
Komende tot de
spellingkwestie
do motleven voor
gevers reeds hadden gedaan om met groote kos
ten hun fondsen ir. nieuwe spelling om te
ten. Invoering van nieuwe spelling voor de
geeringsstukken was niet mogelijk zonde
der onderzoek. De kwt
beer Sei
i onderzoek gegeven De z a a
geen nieuwe cbacs te krijgen. Consequent!
moesten nader worden onderzocht. Men mt
niet „hU" of „zij- van de koe kunnen zeggeD
schryven. Ook de butglngs-n is nog steeds e
onopgeloste kwestie. Er waren nu reeds me
schcn, die eigenmachtig verder gingen dan bin
nen het kader der regels-Marchant lag. Da
was ontoelaatbaar en bracht nieuwe tuchteloos
heid.
De opdracht der commlssle-v. Haeringen
zal moeten gewijzigd en beperkt tot de oor
spronkelijke opdracht. Woordenlijst en
nwoordelljke aanduiding moeten
met de uitgevers en drukkers.
Ziln eenmaal de nieuwe gegevens bewerkt,
dan zal met spoed een beslissing worden bevor
derd.
Wettelijke regeling Is niet noodig naar 's ml-
de N.S.B. en de opvoeding
sprak de minister t
jesprol
•gat dat. En „Ordnun^
herinnerde de minister (VroolUkheid).
In de openbare school zou de demo-liberale
geest heerschen, tuchteloosheid, egoïsme en af
keer van den godsdienst zouden er door toe-
Al groeit echter het aantal kerkloozen. aldus
de minister, dat beteekent niet, dat die allen
godedienstlooz«n zijn. Zelfs „De Rykseenheia"
rob re er-onlangs, 'dat ~lrer —godsdienstig -beser
Ontkerkel0klhg kan moetiyk dan de school
54 pCt. der leerlingen op
In de school heerscht niet de demo-libe
rale geest de geest der Fransche .revolutie.
Een rij van grooten beeft onder ons ge
ijverd voor de vrijheid op de basis van de
beginselen van Willem van Oranje, en niet
op de vrijheidsbasis der Fransche revolu
tie. Om dezo revolutionaire vrijheid tegen te
gaan hadden wo geen N.S.B. noodig. wy heb
ben een staat van dienst achter ons, die e>
ziin mag.
eugdbeweging I
holen kwade trouw bij den minister ten opzichte
worden ze slechts geduld.
De minister zal er zich tegen bltJven ver
zetten. dat langs den weg van de N.S.B.
In ons land vrijheid zal worden getrans
poneerd in „geduld worden" en gezag zal
worden getransponeerd In dictatuur.
Voor den practischen man
De modern* schoen voor den practischen man.
Dat is Swift I Een degelijke schoen die als gegoten zit en
daarbij zoo gemakkelijk als.... tja, als 'n Swift-schoen. U zult
die bijzondere prestatie van de Swift-ontwerpers pas goed
waardeeren, als U Swift 'n tijdlang draagt.
Dan ook zult U merken hoe door de degelijkheid van
het materiaal het model er volkomen in blijft. Karakter en
distinctie spreken uit iedere lijn van 'n Swift-heerenschoen.
En het mooie is, dat er voor eiken voet breed, smal of
forsch zoo'n onberispelijk Swift-model bestaat. Laat Uw
winkelier als vakman U adviseeren welke Swift-vorm voor
Uw voet het meest geschikt is.
f. 4.95
f. 5.95
f. 6.95
VOOR ELKEN VOET - VOOR ELKE GELEGENHEID.
Prof. STEGER (r.k.) zette een heelo nieuwe
speech op, waarin hij het optreden van do R. K.
met betrekking tot de opvoeding met een be
roep op encyclieken tegen de opvattingen van
den heer de Marchant verdedigde.
De heer DE SAVORNIN LüHMA.N (c.h.) vroeg
hoe het nu precies met de spelling staat. Het
zelfde deed de heer v. CITTERS (a.r.)
Minister SLOTEMAKER dupliceerde. HU con
stateerde dat do N.S.B. fractie uit den laat-
sten tUd geen feiten genoemd heeft, die voor
den natlonalen geest ln de openbare school on
gunstig zjjn.i - -
De minister kan over de spelling pas beslis
sen na de ontvangen adviezen te hebben bestu
deerd. Dan zal men spoedig weten, wat met
betrekking tot de zes spel-regels-Marchant zal
geschieden.
Een ornschre\-en machtigingswet zal de mi-
wegingen betrekkei
daarna de begrooting van
WATERSTAAT
De heer v. LANSCHOT (R.K.) drong aan op
erschillende waterstaatswerken in N. Brabant:
binatle van het ambt van secretaris-generaal
saris der spoorwegen.
Dit bezwaar werd gedeeld door den heer v.
CITTERS (a.r.).
Tegen half vjjf werd de vergadering verdaagd.
Te Guestro geveild
Onder groote belangstelling heeft te
Guestro de veiling plaats gevonden van
de tot de nalatenschap van Wijlen Z.K.H.
Prins Hendrik behoorende goederen Dobbin
Zietlitz. Het hoogste bod (1.050.000 R.M.)
werd gedaan door den Rijksstadhouder Hil-
debrandt, voorzitter van de Friedrich Land-
stiftung ln Schwerin, die tevens optrad voor
-Sir Henry Deterding.
Proeftochten met de 016
Zijn dezer dagen begonnen
Eendge dagen geleden is een begin
gemaakt met de proeftochten vaa de
bij de Kon. Mij. „de Schelde" te Vlis-
singen ln aanbouw zijnde Onderzoe
boot O 16, zoo vernemen wij.
Met deze proeftochten zal ©en geruimen
tijd gemoeid zijn, daar niet alleen de vaart-
krommen voor boven en onder water moe
ten worden bepaald, maar ook de vele
hulpwerktuigen, de lanceer-inrichtingen en
de verschillende bijzondere installaties moe
ten wordien beproefd.
Voel torpedobuizen.
Hiervan vorderen vooral de lanceer-in-
riclitingen zeer veel tijd, wegens het groot
aantal torpedobuizen aan boord van de
O 16.
Behalve de genoemde beproevingen, moe
ten nog tal van andere bijzonderheden wor
den bepaald, zooals de vultijd van de hoofd
tanks, de duiktijd, de manoeuvreerbaar
heid. de spaningen in den drukvasten
romp, die tijdens het duiken optreden, het
brandstofverbruik bij verschillende snel
heden. enz.
Voor het verkrijgen van al deze benoo-
digde gegevens is eveneens vrij veel tijd
noodig.
De beschieting
Na de proeftochten krijgt „de Schelde"
nog eenige maanden om de beschieting
klaar te maken en het schip af te schilde
ren. waarna de boot in dienst gesteld zal
worden.
Men hoopt, dat dit laatste nog dezen, zo
mer zal kunnen plaats hebben.
leder pak HONIG's VERMICELLI h'onig" Bouillonblokje GRATIS
DONDERDAG 19 MAART
HILVERSUM I 1875 RL AVRO-Uitzcndi»**.
5.30 VPRO. 8.00 Gram.pL 10.00 Mojg«en-
wijding. 10.30 Ensemble Jonny Kroon.
11.00 Knipcursus. 11.30 Ensemble. 12.15
Cantabilé-orkest. 2.15 Voor de Vrointv.
3.00 Knipcursus. 4.00 Voor zieken /en
ouden-van-dagen. 4.45 Voor de kinder on.
5.30 Causerie. 6.00 Gram.pl. 7.00 Voor de
kinderen. 7.05 Moderne Kamermuziek.
7.30 Engelsche les. 8.00 Berichten. 8.10
Operetteconcert. 9.30 Radio-tooneeL HXOQ
Omroeporkest. 11.00 Berichten.
HILVERSUM D 301 RL 8.00—9.15 KJRQ.
10.00 NCRV. 11.00 KRO. 2.00 NCRV. 8^00
9.15 H. Mis. 10.15 Morgendienst dot>r
Ds. G. W. v a n D e t h, Geref. Pred. (H.U.)
te Bussum. 10.45 Gram.pL 11.3012JOO
Gods. halfuur. 2.00 Handwerkcursus. 3JOO
3.45 Gram.pL 4.00 Bijbellezing. 4145
Handenarbeid v. d. jeugd. 5.20 Solisteju-
concert. 7.00 Berichten. 7.15 Reportage^
7.30 Cursus Psychologie. 8.00 Berichten*
8.15 Zang en orgel. 9.00 Relig. causerie*
10.00 Berichten.
DROITWICH 1500 RL 11.25—11.50 Orgelspel*
12.10 Trocadero-Cinema-orkest. 4.10 t^-
zing. 4.30 BBC-Schotsch orkest. 6.50 Ka
mermuziek. 8.20 Gevar. programma. 9l20
Viool-recitaL 10.20 Kerkdienst. 10.43
BBC-Midland-orkest.
RADIO PARIS 1648 RL 9.50 Orgelconcert*
11.20 Omroeporkest. 4.20 Gram.pL 4.35
Hoorspel. 8.20 Zang. 9.05 Nationaal orkest.
KEULEN 456 RL 11.20 Orkestconcert. 12.35
Orkestconcert en Schrammelmuziek. 1.33
Gevar. concert. 3.20 Concert 5.20 Omroep*
kleinorkest. 7.30 Kamermuziek. 8.40 Om*
roeporkest 9.50 Pianorecital.
BRUSSEL 322 en 484 RL 323 M. 12.50 Om*
roeporkest 8.20 Relig. muziek. 9.20 Klein*
orkest.
484 M.: 12.50 Klein-orkest 5.20 Zigeuner-
muziek. 6.35 Zang. 7.35 Gram.pL 8.23
Omroeporkest
M. S.S.-cachets
Regelen darm-functies.
Houden het bloed rein.
Zijn de beste wachters
voor Uw gezondheid
Volg de BL8.S.-gewoomtel
De moord op Gustloff
Vragen 1
l een Eerste Kamerlid
In het nummer van 29 Februari jj. van
„De Vrijzinnig Democraat" komen, blijkens
vragen, die het Eerste Kamerlid Van V e s-
s e m stelt aan den minister van Justitie ca
van Buitenlandsche Zaken, om. de volgende
passages voor naar aanleiding van den
moord te Davos op Gustloff:
„En hoeveel menschen zouden hun leven
te danken hebben gehad aan den man, die
in September 1935 Mussolini zou hebben
doodgeschoten?
„Laat ons alle dogmatiek vermijden, ook
met betrekking tot het verbod te dood en.
Niet iedere politieke moord is gemeen, bruut
en misdadig. Wilhelm Teil wordt terecht ver
eerd in het democratische Zwitserland, eu
wat betreft den man, die Hitier doodschiet:
als hij het op het goede moment doet, ben ik
bereid, hem te vereeren."
De heer van Vessem vraagt of de Minister»
van Justitie ter zake van bovenvermelde op
ruiing tot moord en opruiing tot aanslag op
het leven van het hoofd van een bevrienden
Staat bereids last heeft gegeven tot vervol
ging van daders en medeplichtigen, en welke
stappen de Minister van Buitenlandsche
Zaken denkt te- doen om te voorkomen dat
bovenvermelde uitingen in het orgaan eener
politieke partij schade toebrengen aan Ne
derlands buitenlandsche betrekkingen?
CRISIS-PUBLICATIES
Envstensteun
De Neder! an dsche Akkerbouwcentra fa
maakt bekend, dat de steunvergoedins voop
groene erwten en schokkererwten, gedenatu
reerd in het tijdvak van 23 Februari 1936
en met 29 Februari 1936 voor de kwaliteits
klassen C en D respectievelijk f3.50 en f3
per 100 k.g. zal bedragen; de steun vergoe
ding voor in dat zelfde tijdvak gedoischta
gele erwten, voldoende aan de standaard
monsters C en D, zal respectievelijk f3 ei*
f 2.50 per 100 k.g. bedragen.
Feuilleton
(22
door D. K R IJ G E R
HOOFDSTUK XVIII
Ovci-i 'ijn droom een zendbode te zien, bad Herbert om
licht, op'. i weg hem duidelijk gemaakt mocht worden. Het
drong tot i door, hoe hij zich zelfzuchtig met zijn geluk
opgesloten liud. zonder er aan te denken, dat God hem niet
gegrepen had om stil thuis te blijven zitten, rustig genietend
van het heil hem in Christus geschonken, maar dat God meer
van hem verlangde. Thans moest hij naar buiten doen blijken,
dat het Licht in zijn ziel ontstoken was en het hem een behoefte
werd van zijn Heiland te getuigen, te getuigen Vooral tegenover
hen die nog nooit van Hem gehoord haddpn.
Het denkbeeld te mogen bijdragen tot het werk in Gods
Koninkrijk greep Herbert machtig aan en biddend overdacht hij
hoe hij het zou kunnen aanvatten.
„Zendeling worden kan ik niet. dat spreekt", sprak hij tot
zichzelf, „daartoe mis ik de bekwaamheid en bovendien laat
mijn werkkring het niet toe. Maar wat ik wel doen kan is met
mijn eigen huispersoneel t.e beginnen en het te vertellen hoe de
Heere Jezus ook voor hen gestorven is, ook hen roept."
Overtuigd dat God hem dien weg gewezen had en dat de
Heilige Geest hem verder leiden zou, trok Herbert onverwijld
aan den arbeid. Hij moest den weg van den Heiland betreden en
Wel zonder dralen; die weg lag vóór en niet achter hem.
Hij bedacht met schaamte en berouw welk een leven van
zonde en ontrouw aan God hij achter zich had liggen en hoe
We Heere, al had hij zich niet om I-Iem bekommerd, toch
el die jiaren hem bewaard had en in Zijn onuitsprekelijke genade
Herbert vergund had Hem te leeren kennen en Jezus Christus,
Zijn Eengeboren Zoon, het hoogste wat de Vader geven kon, als
zijn Borg en Middelaar. O, hoe lief kreeg hij dien Zaligmaker,
genoot hij van de gelijkenis van den Goeden Herder! Ja, wel
wezenlijk een Goede Herder, zonder Wien Herbert nooit den weg
tot den schaapsstal gevonden had en in zijn zonden zou zijn
omgekomen. Die zondenlast, die dagelijks nog vermeerderde en
een schuld vormde, die hij nooit zou kunnen aflossen, drukte
Herbert zwaarder en zwaarder en hij vond slechts verlichting
van dien druk in het naderen tot den Troon der Genade, waar
hij wist zijn zonden te mogen belijden en vergeving te vinden
om Jezus' wil. Juichend kon hij uitroepen: „ik ben gered!"
Op denzèlfden dag, na den maaltijd, begon Herbert een
gemoedelijk praatje met den kok. „Wel, kok", zoo begon hij,
„gaat het nog al zoo met al dat kleine grut?'*
„Monsier bedoelen?"
„Wel, ik zou zoo zeggen met al dae kinderen moet het je wel
eens moeilijk gevallen zijn om rond te komen."
„Si, Monsieur", klonk het antwoord. „Dat deed het net en
als ik Monsieur niet had, die mij iedere maand trouw mijn
loon geeft, dan zou ik niet weten hoe mij te redden."
„Zoo", zei Herbert, ,jnaar als ik je nu eens op een keer
vertelde, dat ik geen geld had om je te betalen of dat ik je
dienst niet langer noodig had, wat dan?'*
Een verschrikt gezicht van den kok. „Monsieur toch niet on
tevreden, moi altijd zijn best doen!"'
„Zeker, beste kerel, dat weet ik wel, maar alles is toch moge
lijk, niet waar? Doch maak je niet ongerust, want ik zal je eens
iets vertellen. Weet je wel, dat je een Vriend hebt, die je door
alle moeilijkheden wil heenhelpen en het niet alleen wil
maar ook kan eri het zeker doen zal ook als je er Hem op
recht om vraagt"
„Monsieur bedoelen goede geest?" klonk 's koks vraag. „Ik ver
scheiden goede geesten kennen; moi wierookstokjes koopen en
voor hen branden, ik altijd vragen om hulp als ik in nood."
„En helpen zij altijd"
.Altijd niet, goede geesten Veel te 'doen hebben en veel men
schen aanhooren, zij eens vergeten en dan kok in zorg blijven."
„Wil ik je eens vertellen, hoe dit komt, kok? Die geesten
kunnen je niet helpen, want die bestaan slechts in je verbeel
ding, maar ik zal je vertellen van den besten Vriend, dien je
bezit, en dien je ook moet leeren kennen, want dan zal je Hem
zeker leeren Iiefkrijgen en in Hem gelooven. Die Vriend vil niets
liever dan dat je Hem vertelt wat je bezwaart en Zijn hulp in
roept; nooit laat Hij je in den steek."
Toen begon Herbert den kok te vertellen hoe de Heere Jezus
op aarde kwam om het verlorene te zoeken en zondaren te
redden. Hij vertelde hem dat het geen nut had geesten te aan
bidden; dat God de wereld geschapen heeft met alles wat er op
en in is, en ten slotte ook den mensch schiep. „Wij moeten dien
God aanbidden, kok, begrijp je wel? en Hem dagelijks danken,
dat Hij zoo trouw voor ons zorgt."
Ook vertelde hij den ko* van den val van Adam en Evv, en
dat God toen niets meer met de menschen te maken «slide
hebben, zóó boos was God de Heere.
De kok svas geheel oor. Als Chinees was hij verzot op vertellen
maar een verhaal als dit sprak wel op geheel bijzondere wijze
tot hem.
„Ja, kok, en weet je wat er toen gebeurde?" Vol verwachting
keek de man Herbert aan. „Ik zal het je vertellen. God bad
maar één kind, een Zoon, dien Hij natuurlijk loven alles lief
had, dat begrijp je wel."
„Si, Monsieur, moi heel goed begrijpen, ik veel kinderen
hebben, moi van allen houden, maar als ik maar één kind
hebben ik nog meer er van houden."
„Welnu, kok, die eenige Zoon van den Heere God had zulk
een medelijden met de menschen, van wie Zijn Vader niets
meer weten wou, dat Hij vroeg of Hij naar de menschen toe
mocht gaan om hun te vertellen hoe zondig zij waren en dat Hij
borg voor hen wilde zijn bij den Vader, en dat God hen dan
weer wju willen aannemen. En God vond het goed, kok, Hif
liet Zijn Zoon onder de menschen gaan. En daar heeft Hi}
veel wonderen gedaan, kok, alleen maar omdat Hij de menschen
zoo lief had en zoo graag wilde, dat zij Zijn liefde begrijpen
zouden cn in Hem gelooven. Als zij dat maar wilden doen. dan
zou God de menschen weer aanzien. De Heere Jezus, zoo heet
Gods Zoon, kok, genas veel kranken, gaf blinden het gezicht
terug en deed dooven weer hooren, terwijl Hij zelfs doodea
weder levend maakte".
Ook vertelde Herbert aan den kok hoe de Heerc op het wates
wandelde en Petrus in staat stelde hetzelfde te doen.
De kok, rustig op zijn hurken gezeten, luisterde met gespannen
aandacht toe. Bij het laatste verhaal begonnen zijn oogeD te
glinsteren. „Monsieui", klonk het op eenmaal uit zijn mond:
.Clnnois ook zulke geesten hebben, maar wij hebben er aoht,
heusch waar." En meteen liep de kok het huis in en kwarrj
weldra terug met een plaatje, waarop een man was afgebeeld,
met opgetrokken been op een stok rustend, en een mandje voor
de borst dragend met een vogeltje er in. net stelde één der
acht watergeesten voor, die de heerschappij voeren over al wat
onder water leeft, waar zij voortdurend strijd te voeren hebbea
met booze geesten, die daar beneden in crooten getale heerschen*
Herbert legde den kok uit, dat rog nooit iemand één van die
acht watergeesten met eigen oogen gezien had. en dat zij slechts
in de verbeelding bestonden, maar dat de Heere Jezus werkelijk
een mensen van vieesch en bloed was, dien men gezien en
gekend had, en, vrecselijk het te moeten zeggen, tenslotte voac
al Zijn üefde en goedheid aan den smadelijken kruisdood over*
leverde.
„Je moet nu maar eens overdenken, kok, wat ik Je allemaal
verteld heb, dan verteJ ik je later nog wel meer er van", besloot!
Herbert het gesprek,
(Wordt vervolgd.)