'HU G GET" DE NEDERLANDSCHE KOLONISTEN IN ARGENTINIË VRIJDAG 6 MAART 1936 r TWEEDE BLAD PAG. 5 NEDERLANDS SUCCES: MELBOURNE RACE geste SIGAREN HANDWERK PRODUCT VRIJ. VOOR CONTROLE tn prijzen ven 4 tot 15 c«nt Fa. van Goor van Oorschot, Kampen. VRAAGT NU JAN DE RUYTER'S TABAK HET BESTE VOOR WEINIG GELD In Berlijn werd dezer dagen bovenstaand vehikel, dat den naam draagt van de vliegende Köpenlckei? ontving, in We&nen heeft iemand een spél bedacht, waarbij bedrijf gesteld. Het niet bepaald elegants model heeft een lengte van niet minder dan XSy% meter, de figuren bestaan uit Abessijnsche en ItaUaanschc Typische Ingang Van Lindbergh's nieuwe huis te KenL soldaten, aangevoerd door den Negus en Badoglio. Links boven: Oud buitenhuls tn Kenï (EngJ, waar de familie Lindbergh zich zal vestigen. Onze Schoenindustrie - 'S? fftgrng? Geeft de mode DE IDEALE SCHOENWAS yWAALWIJK GROOTSTE KEUS NIEUWSTE CREATIES DUIFJES Kindei» schoenen Wanneer 't om KINDERSCHOENEN gaat, Vraagt dan het DUlFJES-fabrikaat! N.V. „CEVABO" SCHOENFABRIEKEN MOERGESTEL Specialiteit in: Waterdichte ('f? 1)5 Sneeuwschoenen Ervaring sedert 1852 RAVOl" natmaakt, maar God is het dia den wasdom geeft. Hem koant voor den zegen op den arbeid onder de Hollandsche kolonis ten in Argentinië de dank toe. Naschrift San Cayetano, dat destijds door mij bij Tres Arroyos werd ingedeeld, is later een zelfstandige gemeente geworden en uiet ver dwenen maar door nieuwe emigratie van de gelijke landbouwersgezinnen uit Nederland, in 19-25 en nu onlangs flink gegroeid. Ook de Geref. Kerk van Chubut wordt nog steeds door ds Sonnevelt door bezoeken van tijd tot tijd gediend. Zooals uit het jubileum nummer van «Kerkblad" blijkt, wordt ook daar de arbeid van ds. Sonnevelt zeer ge waardeerd, Li Overzicht van het Noord-Oostelijk déél van het groote voetbalstadion in Rotterdam-Zuid. In Juli zal 't werk gereed zijn. Onze Sigarenindustrie Mijlpaaltjes Sigaren Wat zijn die lekker! Zeer verklaarbaar, uit de beste tabakken en... HANDWERK product. Herinneringen uit den tijd varf de geestelijke organisatie Door Dr. Jvan Lonkhuyzen VI (Slot) m Zoo was Ik dan na deze emotie-volle reis weer terug in het oude vaderland. En het. land scheen blij te wezen, dat ik weer levend terug was. Men had door de uitzendingen van de Engelsche boot van onzen brand aan boord gehoord, de bladen hadden er over ge schreven. Deuren en harten gingen voor mij open en ook beurzen voor mijn arbeid voor de Hollanders in Argentinië. Ik nam aanvankelijk mijn intrek in het ouderlijk huis te Heteren bij Arnhem al was de le dige plaats door het overlijden mijner moe der ontstaan, een zaak van droefheid. Behalve dat ik er mijn boek over Argen tinië schreef, ging ik vandaar uit nu den arbeid organiseeren. Ik bezocht minister Van Swinderen, die mij zijn vriendelijk schrijven meegegeven had, en werd zeer hartelijk door hem op zijn bureau ontvangen. Ik deelde hem mijn plan mede om aldaar eenige Hol landsche scholen op te richten en verzocht hem. of hij niet, zooals de Duitschers ook deden, een subsidie voor deze scholen aan de Staten-Generaal wilde aanvragen. Hij be loofde steun tot een maximum van 10.000 per jaar aan te vragen. En straks stemden de beide Kamers zonder lange discussie toe. Ik had daarbij veel hulp van dr. Kiewiet de Jonge, den voorzitter van het Algemeen Ne- derlandsch Verbond, te Dordrecht, die door zijn medewerking er veel toe bijdroeg, dat weldra, zonder te letten op partijverhouding, de Staten-Generaal het gevraagde bedrag toestonden. Op de synode der Geref. Kerken, welke in die dagen gehouden werd, weiden Br. Bening en schrijver dezes met liefde ontvangen en werd ons, zeer terecht, een plaats onder de buitenlandsche afgevaardig den ingeruimd. De Synode beloofde haar steun. Br. Bening moest, na nog zijn familie in Duitschland bezocht te hebben, mij eenigen tijd hier getrouw bijgestaan te hebben, naar zijn land en zijn werk terug. Het ging mij aan het hart dezen lieven broeder, met wien ik zooveel doorgemaakt had, weer naar do boot te moeten brengen en hem te zien heen gaan. Maar vandaag vertelt hij nog in Buenos Aires op het jubileumfeest van Gods goedheid en bewarende genade. Maar ik had meer noodig dan dat Ik had ook voor de kerken en voor de uitzending van de onderwijzers-predikanten gelden noo dig. Een comité werd geformeerd, dat met mij deze uitzending zou behartigen. In het comité waren zoo vriendelijk met mij te wil len zitting nemen oud-minister De Marez Oyens, het Tweede Kamerlid (later mi-lis ter) dr. J. Th. de Visser, nu*. Van Beeck Calkoeu te Utrecht en ds. K. Fernhout tc Utrecht. Dat waren twee Hervormden en twee Gereformeerden. Immers de kerken in Argentinië waren zelfstandige kerken en bestonden zoowel uit leden uit de Herv. Kerk als uit de Geref. Kerken afkomstig. Met dit comité ging ik aan het werk. En ik heb nooit aangenamer samenwerking ge had. y stond in ons blad van i Maart. Ds. C. Sonneveldt 1 In overleg met hen legde ik een aan tal bezoeken af en in korten tijd had den we verscheidene duizenden in kas Daaronder was een vorstelijke gift van Hare Majesteit de Koningin, eveneens een niet veel mindere van de K o n i n g i n-M o e d e r en een gift van Prins Hendrik. Dat was mij een zaak van groote blijd schap ziende de belangstelling van ons Koninklijk Huis voor deze verlaten en ver waarloosde Nederlanders, maar, zooals de lezer denken kan, dat voorbeeld deed velen volgen. Nu konden we aan uitzending denken. De Kerken waren zelfstandige kerken, met eigen kerkorde, zoodat zij niet gebonden waren aan de regels voor de opleiding voor of toelating tot het predikambt. Waarom zouden we? De toestanden en behoeften wa ren daar zoo geheel anders, dat het dwaas heid zou zijn dezelfde regels toe te passen. We zochten voor den dienst in Gods Konink rijk onderwijzers, die geschiktheid hadden als predikanten voor deze eenvoudige men- schen op te treden, en aldus als geestelijke leidslieden werkzaam te zijn. Zoo verscheen dan in 1909 of 1910 in de. bladen een oproep voor een onderwijzer, van Geref. beginselen, die lust had kerkelijken arbeid te v-erichten en gaven had om een eenvoudig stichtelijk woord te spreken. De eerste die zich aanmeldde was de heer A. C Sonnevelt, destijds hoofd van de Chr. school te Brouwershaven. Ik was intusschen predi kant bij de Geref. Kerk van Rijswijk (Z.-H.) geworden. We verzochten hem over te ko men. In het onderhoud gaf hij kostelijke vol doening. Ook „preekte" hij bij die gelegen heid in de kerk van Rijswijk, op een week dag, voor een gehoor, bestaande uit oud minister De Marez Oyens, enkele vrienden en schrijver dezes. Men was algemeen over tuigd, dat er niet alleen een onderwijzer, maar ook een dominee in br. Sonnevelt zat Zoo werd hij dan ter gezetter tijd naar de kerk van Buenos Aires gezonden, om daal de Hollandsche school op te richten en het kerkelijk leven te leiden en in het algemeen om een geestelijk leidsman tc zijn. Met op dracht aan den kerkeraad om na eenigen tijd te rapporteeren, waarna dan broeder Sonnevelt tot predikant kon worden beoepen En zoo is geschied. Nooit heb ik spijt ge had. dat we dezen broeder uitgezonden heb ben, een man met een hart van goud, en van buitengewone zelfopoffering. Weldra zou hij vanuit Buenos Aires naar Ohubut gaan, waar hij in tamelijk onher bergzame oorden, onder broeders die niet gemakkelijk te hanteeren waxen en ook niet geheel eensgezind, met trouw en ijver vele jaren gearbeid heeft. Sinds is hij nu enkele jaren weer terug in Buenos Aires. Zoo iemand prijs verdiend heeft voor arbeid voor de Hollandsche kolonisten in Argentinië ge daan, dan is het zeker deze broeder. Na hem werden nog door ons comité uit gezonden ds. Rolloos, die een acte als onder wijzer bezat, en de Amsterdainsche ouder wijzer de heer Rijper, die vele jaren in Tres Arroyos gewerkt heeft, en daar ook, evenais ds. Sonnevelt in Buenos Aires, tot predikant beroepeu en bevestigd werd. Intusschen was ik blijven correspondeeren met de deputaten van de Ghr. Geref. Kerk van Noord-Amerika voor den arbeid in Zuid Amerika, welke Kerk, als boven gezegd is, oordeelde, dat Zuid-Amerika haar zendings- veld was en die ook gaarne bereid was haar steun daaraan te verleenen. Ten einde dit te regelen ging ik in het voorjaar van '9j1 naar Noord-Amerika, om op verzoek der Noord-Amerikaansolie kerken tevens in een reeks kerkelijke centra over de zaken van Zuid-Amerika te spreken en alzoo de fiDan- tieele steun dier Kerk volledig te verzeke ren. Sinds hebben dan ook beide kerken groepen (de Geref. Kerken hier te lande en de Chr. Geref. Kerk in Noord-Amerika) de kerken in Zuid-Amerika gesteund. De Noord- Amarikaansche kerken zonden ds. Brux- voort uit, meer bijzonder voor de Holland sche kolonies in Brazilië, en nu onlangs candidaat Mulder. Gedurende mijn rondreis door de Noord- Amerikaansche kerken, ontving ik het be roep van de groote gemeente van Alpine Avenue, in Grand-Rapids, Mich., juist va cant geworden door het vertrek van ds. Vol- beda, die aan de V. U. zijn studies ging voortzetten. Dat beroep werd, toen ik weer in Nederland terug was, aangenomen. Niet zonder strijd. Had ik ons volk en ons vaderland niet lief? Had ik den arbeid ook voor „Sonne- vanck", dat ik enkele jaren tevoren met prof. Bieeterveld en ds. Sikkel op had mo gen richten, ook niet zeer lief? En had ik geen groote verwachtingen van de predikau- ten-vereeniging en het Theol. Tijdschrift, juist in dat voorjaar met prof. Lindeboom ROFFELRIJMEN VREEMD Ik hoorde door de radio Zuid-Afrika's Gezant, Den jongen, grijzen, geestigen Stam-, taal- en geestverwant. Hij sprak voor de Oranjejeugd In Alphen aan den Rijn En grapte met ons spelling wee Oubollig raak en fijn. Wij spreken van dèn baas, dè vrouw, Het kind, dèn lessenaar; Verwonderd vroeg ons de Gezanti Hoe hou je 't uitelkaar? Bij ons is 't allemaal gelijk, Is 't altijd: die, die die! Waarom is 't: van dèn lessenaar Is dat een mannetjie De gwlle glundere gezant Het ft blijkbaar niet bevroed Dat Nederland de uitgangs-^n Beslist behouden moet Als meter van 't „beschavings"peil Waarmee de deftigheid Zich van 't gewone burgerdom Zoo sprékend onderscheidt! Mar chant heeft ons van deze waan Verlost en 't Kabinet Heeft, één van zin!, op zijn besluit Zijn machtig merk gezet. Waarom is nu bij „Onderwijs" De weerhaan weer gedraaid En wordt opnieuw de twijfel in Het effen veld gezaaid? Ik duld niet dat mijn moedertaal Besnoeid wordt of genekt, Maar minder nog dat men de taal Met buitenlandsch doorspekt Zooals onze Minister doet Die zoo angstvallig waakt Voor onze taal en die er zelf Zoo vreemd gébruik van maakt. (Nadruk verboden.) LEO LENS. opgericht, toen na mijn referaat mijn voor stel op de vroegere „Pastorale Conferentie" (waai' predikanten en ook ouderlingen saam kwamen) om voortaan twee conferen ties (een predikanten-conferentie) en een oude- lingen-conferentie) te hebben aange nomen was? Dat alles moest ik nu vaarwel zeggen. Maar Gods weg leidde naar Noord-Ameri- ka. En ik vond er het hoogste aardsche ge luk, dat een mensch hebben kan, maar ook twaalf jaar later de diepste smart, welke ooit een man treffen kan. Dat verlies dreef mij weer naar Nederland. Ook in Noord-Amerika bleef ik de zaken der Zuid-Amerikaansehe kerken met mijn rnede-deputaten os. Van Wijngaarden en dr. Beets, voor de Hollandsche kerken in Argen tinië benoemd, behartigen. "V Dudcflinq F. Bating Het werk in Argentinië is nu, vooral ook door den arbeid van ds. Sonnevelt en door nieuwe emigratie derwaarts, zeer gegroeid. Maar van dit alles geldt bet woord van den apostel: een ander is hts die plant en een ander is het dia

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1936 | | pagina 5