DE REGENJAS
DE NEDERLANDSCHE
KOLONISTEN IN ARGENTINIË
MAANDAG 2 MAART 1936
TWEEDE BLAD PAG. 5
Zondagmorgen ie brand ontstaan oen straatorgel-bmcaarplaals aan het
van Aikemadcplein te Rotterdam. Vele orgels zijn verbrand of liepen
groots tehade op. Ook het bekende orgel van de Stadsevangelisatie ,Met
Vtschnet" behoort bij de slachtoffers.
Zaterdagmiddag had te Utrecht de ter aarde bestelling plaats van het
stoffelijk overschot van wijlen Prof. Dr. L. Bonman. Hoogleeraren en
studenten-corporaties achter de baar.
De Geref. Jongelingsvereeniging Eben-Haëzerte Oud-Beijerland vierde
haar UO-jung bestaan. Foto van bestuur en leden tijdens de herdenking
in dc GerefKerk,
Van een Amsterdamschen verzamelaar heeft het museum te Leeuwarden bovenstaand uit 1685 dateerend zeestuk,
vervaardigd door Wigerus Vitringa voor geruimen tijd in bruikleen mogen ontvangen.
Als onderdeel der werkverschaffingsobjecten In Limburg wordt te Swalmen een. groot bassin aangelegd met een
roeivijver, welke werkzaamheden 't natuurschoon moeten verfraaien.
N.V. STOOMWEVERIJ
HERMAN DRIESSEN ZOON
Fabriceert ook INTERLOCK ONDER
GOEDEREN, alleen prima kwaliteiten,
onder het wettig gedeponeerde merk:
„HEDRIZ O"
Levering nltslnltend aan den handel
D. BOOS CZN.'t
VITRAGEHANDEL N.V.
AMSTERDAM GRONINGEN
TELEFOON 30427
Op bit «ibted
TELEFOON KM
DE IDEALE
VLOER
BEDEKKING
PN i til «Ik Marklesdoett metdubbe-
UAnLIIN levensduur met Inge
weven .Damlin* merk op
neggekant, alt waarborg
N-darlandicfc Fabrtkaa*
N.V VAN OERLE S
WEVERIJEN - BOXTEL
LEVERING VIA DEN HANDEL
„WONDERGOED
TREEBEEK TRICOT
ONDERGOED*
TEL 5323 OOK IN INTERLOCK
HEERLEN
De Chr. Bond van Schoenmakerspatroons en
•winkeliers hoopt Woensdag 24 Juni zyn
Bondsdag te houden.
Herinneringen uit den tijd van
de geestelijke organisatie
Door Dr. J. van Lonkhuyxen
tv
Uitbreiding van den arbeid
Een paar uren sporens van Tres Arroyos
ligt San Cayetano. Dit is, of was, een land
bouwerskolonie. Ik zeg „is" of „was". Dat
zal de lezer verstaan als ik hem meedeel, op
welke wijze toen, en ook nu nog, veelszins
in Argentinië het landbouwvak uitgeoefend
wordt. Men heeft er de groote „estanciaas"
die verscheidene mijlen in het vierkant zijn,
de Kleine „ranchos", en voorts doet men veel
aan roofbouw. De onafzienbare pampavlakte,
waaruit bijna geheel de groote provincie
Buenos Aires bestaat, een provincie zoo
groot als ruim half Frankrijk, is uitermate
vruchtbaar vlak land. Twee oogsten en
buitengewoon groote oogsten in het jaar
is voor sommige producten geen zeldzaam
heid. Voor een roofbouw huurt men met
enkele families van 10 tot 20 families
van de groote landeigenaren een strees van
dit pampaland voor 4 tot 6 laren. Men
bouwt er zich een rancho" op, dat is een
woonhuis, bestaande uit wat palen in den
grond, daartegen latten en dit ailes bestre
ken, van buiten en van binnen, met aarde.
Van binnen wordt de drooggeworden aarde
dan gewit. Van plaatijzer bouwt men een of
meer schuren. Hout is in Argentinië en
vooral in de stad en provincie Buenos Aires
zeer kostbaar en moeilijk te verkrijgen
dit gedeelte vanArgentinië is alles vlakke
boomlooze pampa, waarop vroeger de enorme
wilde kudden paarden en runderen rond
zwierven. En ook nu nog wel. Alléén ze zijn
nu evenals het land na het uitroeien
van de Indianen, het eigendom van rijke
Argentijnen. Ze worden bij de honderden
in het ruwe geschat en zoo verkocht. En
naar Liebigs slachterijen vervoerd. Ze wor
den met de lasso gevangen. Toen ik er was.
Diamanten jubileums zijn zeldzaam, en een
paard dat „Diamanten Jubileum" of in het
Eng els ch ,j)iamond Jubilee" heetmoet dus
wel erg kostbaar zijn. Het beestje waarvan
we hierbij het portret geven werd omstreeks
1906 door een Argentijn aan den Koning van
Engeland verkocht voor het prijsje van
30.000 guineaswat toen nog gelijk stond
met 378.000 Hollandsclie guldens.
III stond in ons blad van 26 Februari.
waren er nog maar weinig dra3d-afheinin-
gen. Men kon voor uren in den trein over
de pampa rijden en zag af en tos hoogstens
hier en daar een met wat boomen omgeven
estancia of ellendig dorp, maar anders niets
dan de in het voorjaar groene, maar in den
t en het najaar bruin gebrande gras
vlakte. Met hier en daar het scherpe, hooge
pampa-gras, dat wij om de witte plu men in
onze tuinen kweeken. Wee als die bruine
drooge pampa in brand raakt!
Ook de wilde paarden worden met de
lasso door de gauchos gevangen en voor een
paar gulden verkocht. Mooi zijn ze niet.
Overigens beschouwen de Argentijnen een
jong veulen als een lekkernij.
Vleesch is daar ongelooflijk goedkoop. Ten
minste in den tijd van mijn bezoek. Het had
op het land schier geen waarde.
Na afloop van den huurtermijn van roof
bouw slecht men zijn aarden rancho huis en
vertrekt naar elders, om daar opnieuw te
beginnen. De grond is zoo vruchtbaar en de
zoo overvloedig, dat als de landbouwer
één goede oogst in de 3 of 4 jaren
heeft, hy wel af is, want niet zelden ver
droogt zijn oogst, of wordt door de sprink
hanen opgegeten.
Als sneeuwvlokken uit een donkere
wolk zoo dalen deze dieren neer en
in weinige uren is alles vernield. De
regeering begon toen een hand te
nemen in de bestrijding van deze
plaag.
Waren andere Hollandsche kolonies door
vermenging met Spanjaarden en Italianen
ten gronde gegaan, of althans voor onze
nationale en geestelijke bearbeiding verloren
an, in San Cayetano vond ik onder
leiding van de gebroeders Zijlstra een dege
lijke wel georgende kolonie. Zij waren, als
de naam reeds zegt, uit Friesland afkomstig,
en hadden het eerste vuur der Doleantie
meegemaakt en nog was het na zoovele jaren
niet geheel uitgedoofd. Mijn arbeid hier was
gemakkelijk en aangenaam. Natuurlijk was
het wat aanpassen aan het leven van deze
Hollandsch-Argentij nsche rancher oos. Hun
leven is anders dan het Europeesche leven
in de stad Buenos Aires en ook andera dan
van onze landbouwers. Hun voedsel is
hoofdzakelijk vleesch. Het menu was b.v.:
Eerste dag: des morgens schapenvleesch, des
middags rundvleesch, des avonds varkens-
vleesch. Tweede dag. Des morgens rund
vleesch, des middags varkensvleesch, des
avonds schapenvleesch. Derde dag: Des mor
gens varkensvleesch, enz. era.
Dan daarbij niet veel meer dan een stuk
hard brood. Een brood rond als een ouder
wets che kanonskogel, en ook bijna
hard. De heer des huizes neemt het en met
een forschen slag met een groot mes slaat
hij er een schilver, of spaan, af. Dit eet ge
dan bij het vleesch. Groenten of aardappelen
heeft men (of had men) toen ten platten
lande, zelden, daar het klimaat er niet voor
deugt en het gedierte het verslindt. Alleen
kool heeft men nog wel voor de onmisbare
Spaansche of Argentijnsche „potchero" (men
zegt een woord afkomstig van .het Holland
sche „hutspot", het woord werd met de zaak
door de Spaansche soldaten toen ze hier in
den 80-jarigen oorlog dienden, overgenomen).
De potchero bestaat uit" eenige stukken
vleesch met wat koolbladeren en veel nat er
op in een grooten pot tesaam gekookt,
i De schadelijke gevolgen van dit ietwat
eenzijdige menu worden in Argentinië teniet
gedaan door de nationale drank, de „mattee".
De mattee is een soort groene thee, welke
men drinkt, ze opzuigende door een zilveren
buis uit een uitgeholde sierlijk bewerkte ka-
la bas. De mattee is niet alleen een dage-
iiksch gezelligheidsmiddel en een gezond
heidsdrank, maar vervult ook de rol van de
Indiaansche vredespijp. Indien men u de
mattee aanbiedt zijt ge welkom, anders niet.
Zoo heb ik temidden van deze degelijke
landbouwers van San Cayetano enkele aan-
me dagen gesleten. Het scheen soms
alsof we daar op die uitgestrekte schier ein-
delooze boomlooze pampa-vlakte in Friesland
Eindelijk mag ik hier niet vergeten een
derde type van de kolonies, welke ik be
zocht, te beschrijven. Een type dat weer
geheel anders was. Dat was de tamelijk
groote Hollandsche kolonie .te Rosario,
gemeenlijk naar de provincie waarin die stad
gelegen is, geschreven als Rosario de Santa
Fè. Ten Noordwesten van Buenos Aires ge
legen niet ver van Paraguay aan de Parana.
Hier woonden een 600 a 700 Hollanders, of
menschen van Hollandsche afstamming. De
kolonie bestond uit twee bestanddeelen. Aan
de eene zijde uit de emigranten die allengs
in Rosario waren aangedreven na de deba-
'an 1889/90, en aan de andere zijde uit
de Hollanders die hier bezig waren voor een
der groote aannemers havenwerken aan te
leggen. De Hollandsche arbeiders woonden
met een paar ploegbazen op een eiland in
de rivier, en waren gekwartierd in nette
barakken.
De mannen kwamen uit Sliedrecht, Gies-
sendam, Hardinxveld, enz.
Zij contracteerden voor twee jaren en kon
den dan een goede duit overhouden. Het
andere deel der kolonie was nogal uiteen
loopend van karakter. De meesten waren
arbeiders, doch er waren ook anderen meer
of min tot welvaart gekomen. Er waren
onderscheidene nette gezinnen, maar ook
hier was veel kaf onder het koren. Geholpen
door den uitnemenden Nederlandschen con
sul de heer Van Oppen, gehuwd met een
Engelsche dame, een man die verbazend
veel voor de arme Hollanders gedaan heeft,
maatschappelijk maar ook geestelijk, heb ik
heel wat aandacht en zorg aan deze kolonie
besteed. Geen vrijmoedigheid vindende om
er tot de oprichting eener kerk over te gaan,
heb ik er ten slotte een Evangelisatie-ver-
eeniging onder leiding van den heer Van
Oppen staande, opgericht, om te zien wat er
van groeien zou. De samenkomsten waren
druk bezocht en er waren er ook wel die
»en kerkformatie wenschten over te
gaan, maar aangezien de heer Van Oppen,
gelijk ook andere vooraanstaande Hollan
ders, tot een andere kerk behoorden en
daarbij wenschten te blijven, zoo vond ik
niet genoegzame leiding voor kerkformatie.
Misschien was ik te voorzichtig, 'daar de
kerkformaties in stand bleven maar deze
Evangelisatie-vereeniging, zoover ik weet,
niet veel vrucht nagelaten heeft.
Rosario is een mooie stad aan de
Paranarivier gelegen, zoodat zelfs de
oceaan booten er kunnen naderen. Ik
vond er veel gastvrijheid, behalve bij
den consul en eenige vooraanstaande
Hollandsche families, ook bij den
Duitschen predikant, wiens gast ik
was. Sommige Hollandsche families
behoorden aan zijn kerk. Ik 'mocht er
gaarne wezen. Er was een groot Evan
gelisatie-terrein. En het spijt me al
tijd, dat, trots de opdrachten nader
hand door mij gegeven, het daar nim
mer tot kerkformatie is gekomen. De
geschiedenis gaf me dus toch wel gelijk.
Als ik reeds vroeger zeide, zoo ontbrak
mij de tijd om een bezoek te brengen aan de
Zuid-Afrikaans che Boerenkolonie in het
verre Zuiden, in Chubut, al was ik met hen
in correspondentie. Dit zou later een groot
arbeidsveld worden.
Zoo naderde allengs de tijd van mijn te
rugkeer, nadat ik ongeveer 7 maanden in
Argentinië geweest was. In het laatst van
mijn verblijf aldaar werd ik bedroefd door
het ontvangen van een telegram uit Neder
land, meldende het overlijden mijner lieve
Intusschen had ik herhaaldelijk nagedacht
en gesproken over blijvende geestelijke hulp
aan deze kolonisten te geven.
Het probleem was veelzijdig. Het was mij
duidelijk, -dat, zou er iets van hun toekomst
terecht komen, er dan naast de kerken
Christelijke scholen, Hollandsche scholen,
opgericht moesten worden. Hollandsch, zoo
lang tenminste het Hollandsch karakter der
nu georganiseerde kerken bewaard zou wor
den. Anders zouden de kleine kinderen, die
nu naast hun ouders in de kerk zaten, even-
ale hun oudere broeders en zusters, via de
Spaansch-Roomsche openbare school, zich
weldra van de kerk afwenden, en huwende
met Spanjaard, Italiaan, Argentijn of derge
lijke, in minder dan geen tijd voor het Ge
reformeerde kerkelijke leven verloren zijn.
Zoo, zag ik, deden met name ook de Duit-
schers en Engelschen. Maar zij vooral de
Duitschers werden daarbij rijk onder
steund door him regeeringen in Europa en
deze arme Hollanders hadden nog nooit eeni
ge steun, wat dan ook en waarvoor dan ook,
uit Nederland ontvangen. Behalve de 300
die zij naar Nederland gezonden hadden en
die mij gegeven waren, en de bulp van de
Boothuivan ten Nederlandschen opzichter bij de havenwerken in Rosariojde Santa Fè
N.V. Papierfabriek
„MAASMOND"
RAAMSDONK.SVEER
Houtvrije- en Houthoudende schrijf- en Druk
papieren en Pergamyn
Uitsluitend verkrijgbaar b. d. Groothandel
aanzienlijke Hollanders in Buenos Aires, had
ik tot nog toe alles zelf moeten betalen. Het
plan rijpte bij mij om naast de kerken dus
scholen te stichten, waar de kinderen" in de
taal der vaders naast de Spaansche taal on
derwezen zouden worden en zoo bewaard
voor het Hollandsch-Geref. kerkelijk leven.
En waarom zou dan niet een onderwijzer
aan het hoofd der school staande, en met
behulp van zijn Spaansch personeel de
school verzorgende, ook niet predikant in
deze kleine kerken kunnen zijn en voor deze
eenvoudige broeders en zusters en hun kin
deren het Woord Gods kunnen verklaren en
zoo hun geestelijke leidsman zijn? Het plan
vond hartelijke instemming zoowel bij de
kerkeraden als bij de rijkere Hollanders, die
wel gaarne een Hollandsche school mee wil
den ondersteunen, maar niet zooveel voor
het kerkelijk leven gevoelden.
Een tweede probleem was: bij welke ker
kengroep zouden deze kerken zich aanslui
ten? Bij die in Nederland of bij die in Noord-
Amerika? Ze waren herhaaldelijk, reeds
voor mijn komst, en tijdens mijn verblijf,'
met de Chr. Geref. Kerk van Noord-Ame-
rika in correspondentie geweest, die hen
tenminste nog wat litteratuur en kerkelijke
bladen tamelijk geregeld zonden. Ik had ze
georganiseerd als zelfstandige „Nederlandsch
Geref. Kerken", hun eenige regels voor hun
kerkelijk leven gegeven, waar zij op den
duur zich bij zouden aansluiten, zou de tijd
leeren. Dat hing er ook van af, welke ker
kengroep hier niet alleen geestelijken steun
wilde geven, maar ook, welke behoefte al
zeer duidelijk was, finantieele steun voor hun
kerkelijk leven.
Na de kerken nog met elkaar in nader
verband gebracht te hebben gevoelde fk vrij
heid. om tot nader overleg, en om blij vend en
steun voor hen te verkrijgen, naar Neder
land weer te keeren.
En hoe ging dat? Ja, dan komt het tweede
Interessante deel van mijn arbeid voor de
Hollanders in Argentinië.
Daarover nog een artikel.
Naar aanleiding van do staking op de N.V.
Sigarenfabriek ?.h. Suasn en Bertram fe
Amersfoort, waarbij ca- 200 arbeiders zijn be
trokken, heeft ten kantore van deze onder
neming een conferentie plaati gehad tusschen
het Verbond van Sigarenfabrikanten in Neder
land en de werklieden-Organisaties in de
sigaren-industrie.
De vertegenwoordigers van de patroons
stelden den eisch, dat de hoofdbestuurders van
hun leden zouden verlangen, dat deze het werk
eerst zouden hervatten en dat de hoofdhestu-
ren van de Werklieden-Organisaties hun
steun aan deze staking zouden onthouden.
Men kwam niet tot een resultaat inzake
oplossing van het conflict.