DONDERDAG 27 FEBRUARI 1936
TWEEDE BLAD PAG. 5
DE ECONOMISCHE SAMENWERKING
NEDERLAND-INDIE
SOCIALE ZAKEN AAN DE ORDE
GEESELING
Tweede Kamer
De Gouverneür-G ener aal
treedt met September af
GEEN POLITIEKE STORM
Vergadering van 26 Februari 1936
Overzicht
Nog een klein uurtje beeft minister Colijn
noodig gehad om zijn rede te beëindigen. In
totaal heeft hij dus drie uur voor zijn ant
woord noodig gehad.
Allereerst hesprak hij de economische
samenwerking tusschen Nederland en Indië.
De balans werd zoo 'n bee je opgemaakt,
waaruit duidelijk bleek, dat Nederland heel
veel offers gebracht heeft en nog brengt in
het economisch belang van Indië, veel meer
dan Indië ooit voor Nederland zou kunnen
brengen. Dit laatste werd geenszins als ver
wijt bedoeld, maar als eenvoudig feit vast
gesteld.
Minister Colijn is iemand, die van aanpak
ken houdt. Om zich ten volle van deze din
gen op de hoogte te doen stellen, had hij
bereids den gouverneur-generaal verzocht
den directeur van Economische Zaken naar
Nederland te willen zenden, tevens met een
uitvoerig rapport over den voedingstoesland
der bevolking.
Reeds is bedoelde hoofdambtenaar per
vliegtuig onderweg en vandaag of morgen
komt hij in ons land aan. A.s. Maandagmor
gen zal Dr. Colijn met hem confereeren.
Het is te verwachten, dat van het resul
taat dezer besprekingen bij de verdere be
handeling der Indische begrooting nog wel
een en ander openbaar zal worden.
Duidelijk zal dan kunnen worden hoe on
rechtmatig de geprikkeldheid is, die ten aan
zien van Nederlands offers in het belang
van Indië blijkbaar in Indië bestaat. Ook de-
Kamer zal zich kunnen overtuigen, indien
zij het na het door den minister opgesomde
nog niet heelcmaal mocht zijn.
Ten aanzien van de binnenlandsche poli
tiek schaarde de minister zich aan de zijde
,van den gouverneur-generaal. Hij wees er
nog eens op. dat het moeilijk is hier te be
slissen wat Indië noodig heeft in verband
inet de handhaving van rust en orde. Wat
dit laatste betreft heeft de G.G., die met
September aftreedt de verlenging van den
ambtstijd schijnt van de baan buitenge
woon verdienstelijk werk gedaan. En men
bedenke daarbij, dat hij het bewind heeft ge-,
voerd in jaren, die moeilijker zijn geweest
dan eenige periode in de laatste 100 jaar.
Aan de zedelijke roeping, welkfe Nederland
ten opzichte van Indië heeft blijven we in
ons beleid trouw, binnen de grenzen en
mogelijkheden, welke door de omstandig
heden thans worden veroorloofd.
Bij dg replieken kwam duidelijk uit, dat
de rede van den minister een goeden indhik
had gemaakt.
Ze had het vertrouwen in zijn beleid ver
sterkt, verklaarde de heer Boetzelaer v. Dub
beldam. En zelfs de heer Feber toonde zich
heel wat rustiger dan enkele dagen geleden.
De nadere informaties, welke hij nog
Avenscbte, werden hoewel de Regeering
haar politiek handhaaft gevraagd in be
daarden "vorm en op rustigen toon.
Ook de heer v. Poll verklaarde later er
geen oogenblik aan gedacht te hebben om d«-
Regeering den voet dwars te zetten.
We hadden niet anders verwacht, al heeft
misschien de roode sensatiepers wel op iets
anders gehoopt. Zij is echter gewoon aan
politieke tactiek vaak grooter plaats toe te
kennen, dan wy met het landsbelang ver
een igbaar achten.
Lr gebeurt, ondanks misschien ook een
enkele alarmecrende uitdrukking in een
R.K. blad, niets. I-lol zou ook onverantwoor
delijk zijn geweest voor wie de dingen ern
stig neemt.
We behoeven over de replieken weinig
meer te zeggen. Nieuws konden zc moeilijk
brengen.
Als nieuwe spreker deed zich de heer de
Geer hooien, die nog eens de opmerking
onderlijnde van den minister, dat ook de
Tweede Kamer mede verantwoordelijk ts
voor den moeilijken toestand, waarin Indië
heden ten dage verkeert. Ook van haar is
de drang naar telkens hoogere uitgaven uit
gegaan in de boomperiode. toen men meen
de, dal geld geen rol meer speelde. „Er kan
nooit genoeg worden uitgegeven", verklaarde
in dien tijd o.a. de heer Marchant. En ihans
zitten we met de hooge schulden en de hooge
pensioenen en moeten we meer aantasten
dan noodig zou zijn geweest indien een meer
bezonnen beleid zou zijn gevolgd. Wie des
tijds daarop aandrongen, werden echter ge
hoond, maar zijn thans gerechtvaardigd.
Dat mocht ook de heer Joekes wel eens
beseffen, die aardig zijn best deed om in
het koor der critici zijn partijtje mee te
blazen.
Minister Colijn verzocht zijn dupliek tot
heden te mogen uilstellen.
De Voorzitter had daar geen bezwaar tegen
en dus konden we weer op een schappelijk
uur huiswaarts.
Verslag
De behandeling der Indische begrooting werd
voortgezet.
MINISTER COLIJN vervolgde zün n' - Token
redo; hjj was genaderd tot
de economische samenwerking
tusschen Nederland en Indië.
Nederland zou niet genoeg voor Indië doen,
wordt beweerd. Op dit punt .3 er ontstemming
De directeur voor Economische Zaken
la reeds öp weg' naar Nederland op ver
roek van den minister en reeds Maandag
staat een bespreking op cle agenda over
dit onderwerp. Ook brengt de directeur
mee een rapport over den algemeenen
voed.ngstocstand van de bevolking.
De wederzijds verleende economische steun
niet volledig ln cüfers uit te drukken. Met tel
len en wegen komt men or nit.
De rampzalige do-ut-des-polltlek in de we
reld drlitt Nederland en Indiö naar elkaar tot-
We moeten over en weer offers brengen.
De Daten van de samenwerking kunnen soms
niet positief aantoonbaar zijn c-n er toch zijn
B.v. b(J de clearing, waardoor Indië tegen beta
ling naar Dultschland kan uitvoeren. Ook wd
profitec-rcn van deze regeling, maar ln cijfers ls
dat n et te zeggen.
Wat deed Indië voor Nederland?
Wtj kunnen er een deel van onze textielpro
ducten a/zetten en nog enkele andere artikelen.
Werken de desbetreffende maatregelen door.
Nederland heeft voor Indië
allerlei moeilijkheden afgeweerd.
ons verding met Dultschland ziin belang
rijke concessies opgenomen voor palmolie, kof
fie en coprii. Vooral dit laatste s van groote
bet kenis. Daartegenover hebben wü aan
Dultschland het oude credlet van 130 millloen
o'. ten verlengen.
ln Tsjechc s-lovakfie hebben we ruim eer.
half millloen aan tabak kunnen Ingevoerd krij-
inaar wü moesten voor ons Tsjechische
text elgotde)-en en glaswaren accepteeren tot
een zeer belangt iik bedrag.
Voor Spanje en l'ortugal zün ook consessies
voor Indische artikelen verkregen. Hetzelfde
geldt voor Polen. Denemarken. Italië en Ameri
ka. Alles ten koste van invoeren, die wü in ons
land uit de genoemde landen ons hebben moeten
laten welgevallen.
Over de clearing werd reeds gesproken.
Verder ziin er allerlei compensatie-transacties
De crlsishefflng op mals werd hier te lande
erlangdln Indiö verdubbelden toen de prlj-
cn. Indië kreeg voorts een groot contingent
oor kokrisveekoeken en ook de uitvoer van
lnniaardige vetten werd krachtige gestimu
leerd.
Wat ij voor Indië liehhcn gedaan In
belangrijk meer dan Indië heeft k o n-
3 naar de mogelükheld
alcohol uit suilierbio'.en
Is daar oen oplossing van, dan kan misschien
rle Indische sulke,. er van profiteeren. Er ziin
echter meer kanten unn deze kwestie. Zal alco
hol benz ae vervangen, dan kost dat aan
schatkist Inkomsten uit de benzine. Ook onze
bletoncultuur krüst nieuwe moeilllkheden. Bo-
endlpri zou de .Invasiiiker te maken krijgen
met de dumpingprijzen voor suiker uit het
hu ten'.anu Eerst als de alcohol uit bleten 1 4
cent per liter kost. Is er evènwlclit- Thans
de Prijs nog 21 cent. We zün dus nog ver v
liet a jol af.
E- riang zal een wetsontwerp worden Inge
diend om aan Indiö ruim f S00.000 te restltuee-
ren. zijnde hetgeen door Irdiö wordt uitgegeven
in verhand met de bevordering van de batikln-
dustrio.
Op de onafhnnkelijkbeldskwestle van
Indië ging de minister niet In, zulks onder
herinnering aan de berichten over de mi
litaire staatsgreep ln Japan van heden
morgen. We moeten het ontstaan van
nerveuze stemmingen voorkomen.
De binnenlandsche politiek
besprekende, merkte de minister op. dat hU 6p
de benoemingen voor d'-n volksraad geen in
vloed kan u toefenen. Hij is daartoe volkomen
onbevoegd. Van een streven om hel vopren
oppositie te verhinderen. Is geen sprake ge
weest. Dat zal wel nader blliken.
Een centraal bestuursapparaat ls niet ideaal
en ware ook practlsch niet uitvoerbaar in een
gebied, dat z'ch uitstrekt over een afstand alr
van Ierland tot d* Kaspische zee. We kunner
bovendien ook de nlgsmeene volksontwikkeling
in Indië niet negeeren.
„Soort over soort, dat is genade"
zegt men in Ind roet een Arahlsch spreek
woord Die r chting moeten we uit.
Er is gedecentraliseerd, maar de autonome
lichamen heeft men niet voldoende op eigen
beenen durven laten staan. Binnenkort zal daar
breeder over kunnen worden gespioken.
Naar een orcaninntie van Dultsche nat.-socia
listen m Indië zal de. minister een onderzoe!
doen Instellen.
De N.S.B. In Tndië treedt niet als hier
te lande tegen de Regeering op. maar
staat achter haar. Het ls moellUk hier te
zeggen of ln Ind ln dit opzicht uitzon
deringsmaatregelen noodig zün. Indië is
op dit gebied autonoom, ook wat betreft
het bele d tegenover de lnbeerosche volks
beweging.
De G.G .Is volkomen op de hoogte van wat
onder ,de bevolking, loeft, zulks als gevolg van
zün contact met de hoofden van gewestelijk
bestuur.
Toezicht op besloten politieke vergaderingen
heeft plaats als men meent, dat het toezicht
gewenscht Is ln hel belang van de openbare
orde. Daarvoor ls bovendien muchtig ng van
den procureur-generaal noodig. Deze maatregel
is geen handeling van den G.G., maar door den
Volksraad genomen.
De algemeene Ciitiek op het beleid van den
G.G. acht de minister ongefundeerd, al zou
men misschien zelf ln sommige gevallen anders
gehandeld hebben ln dit uitgestrekte gebied
met H5 millloen zielen.
Het gezag is krachtig gehandhaafd, rust en
orde zijn bewaard, financieel is ontzaglük werk
gedaan en economisch is nr groote activiteit
betoond.
De laatste 4 jaar waren in Indië moei
lijker dan welke periode ook ln de laatste
100 jaar. Alles büeen mag met voldoen ng
worden teruggezien op hst beleid van den
met September heengaanden gouverneur-
de Jonge.
De Regecrlng blijft tegenover Indië aan haar
zedelijke verplichtingen vasthouden binnen de
grenzen der uitvoerbaarheid, die door de fl-
nancieele mogelijkheden werden aangegeven.
Replieken
De heer SNEEVLIET (r.s.a.p.) repl ccerde en
prikkelde de Kathol.-ken om een eind te ma
ken aan de kuei s-Colün.
De beer FEüER ir.k.) had tegen bet finan
cieel program van den minister geen bezwaar,
al meende hij, dat het wegnemen van de zwak
ke plekken in de begrooting misschien n
di.-htbü zal zün als de minister zich voorstelt
Het sluitend maken van d*; begrooting is een
goed b,eg:ns(-l, maar het moet zoo worden ge
hanteerd. dat geen ontoelaatbare verhoudingen
ontstaan.
Gevraagd werd of de arbeidsinspectie zoo zal
worden uitgebreid, dat waarborg voor redelijke
arbeidsverhoudingen ont3taut.
De voedingstoestand moet geregeld worden
gecontroleerd. Voedsel verstrekking geschiede u
alle gevallen, dat de hoofden van gewestelu1-
bestuur zulks noodig achten.
Is de minister voornemens ln te grijpen. In
dien bü ondernemingen het loon beneden rede-
Hjke eischen ls en men toch dividend zou willen
ultlceeren?
Als het ten slotte niet anders kan. In uiterste
noodzaak dus, woi de gebruik gemaakt v
paardenmiddel: de gedwongen conversie.
De heer CRAMER (s.d.) achtte de Indische
Regeering med" verantvvoordelUk voor de ver
meerdering van de schuldenlast Op onderwijl
en volksgezondheid is thans teveel bezuinigd er
In 't algemeen is te snel bezuinigd. We doen
veel voor Indiö maar moeten nog meer doen.
Gevraagd werd een m-nlmnm-loonregeliiu
voor bedrijven, waarin abnormaal lage looner
worden betaald.
Over het beleid van den G.G. zal de geschie
denis anders oorde -len dan de minister.
De heer DE GEER (c.h.) was erkentelijk da-
de minister gezecd had specfiïlc heff ngen op
bepaalde bedrilfstakken uit den booze te ach
ten. Deze methode stamt eigenlijk uit den fis
calen voortlid 'n Indië.
Dat men in Indië jarenlang geleefd heeft op
de basis van zeer abnormale Inkomsten, was
een andere ult.-prnak van den minister, waar
mee de heer de Geer zün Instemming betuigde
Öp die hooge uitgaven is echter ook ln deze
Kamer aangedrongen
D-ï heer Marchant b.v. vond. dat nooit ge
noeg kon worden u tgegeven. Zoo'n mentaliteit
moest tot ongelukken voeren.
Het sluitend budget zonder schuldtoe
neming ls alleen te aanvaarden, Indien ove
rigens geen nieuwe kapitaalsuitgaven be
hoeven te worden gedaan. Verwacht de
minister die voorlooplg voor Indië niet?
De heer ROESTAM (comm.) was door 's mi
nisters antwoord teleurgesteld. Gaarne had hü
antwoord gehad op zün beschouwingen over de
verhouding NederlandIndië. De communisten
willen toch zoo'n beetje hetzelfde als de heer
v. Poll.
De heer JOEKES (v.d.) meende, dat van op
leving over de geheele linie moeilük sprake
kan zün.
Over de voedselnood en de lage loonen be
staat vrtiwel overeenstemming.
Het stelsel van de N.S.B. ls in Indië net zoo
sterk af te keuren als hier en daarom was het
verkeerd, dat de minister zeide, dat in In 1 o
de X.SB. achter de RegeeUng staat. Denk non
Musserts optreden! Wü moeten het staatkundig
beleid in Indië mee beïnvloeden. Bü een zede
lijke politiek moet een beleid worden gevolgd,
dat het aan de goedwillende elementen moge
lijk bltift met de R-egeering mee te werken, ln
dit opzicht ziin thans ln Indië de grenzen te
eng getrokken.
De heer v. KEMPEN (lib.) drong aan op
hulp voor Indië. Hu" hoopte, dat het bezoek van
den directeur van Economische Zaken er toe
eu bijdragen om bestaande spanningen weg te
Defheer v. BOETZELAER (c.h.) was van oor
deel. dat door de rede van den minister het
vertrouwen in diens beleid Is versterkt. Met de
bestrüding van de denkbeelden van den heer
v. Poll was bil het volkomen eens.
De heer v. POEL (r.lc.) sprak nogmaals een
aanbevelend woord voor de Imperiale zelfvoor
ziening. De aanpassingsweg is niet verder be
gaanbaar. De schulden kunnen niet onaangetast
blüven.
BÜ zijn pleiten voor zün denkbeeld
heer v. Poll elke bedoeling vreemd om de Re
geering te bemoellUken. Do heer \Vünl>oop was
volkomen mis toen hü deze minderwaardige
toeleg veronderstelde.
De heer WESTERMAN verdedigde
m&als centralisatie van het bestuur. Vindt de
minister het goed. dat op het gebied der legos
lat eve centralisatie nieuwe schreden worden
gezet?
De MINISTER VAN KOLONIëN verzocht van-
daag te mogen antwoorden.
Te ruim half zes kon de vergadering worden
verdaagd.
Spoorwe ff wer
ken te Utrecht.
Overzicht der
werkzaamheden
mn den onder
bouw van de
nieuwe brug,
welke als on
derdeel der
werkzaamheden
over de Kruis
vaart wordt
gelegd.
Verschillende leg er autoriteiten brachten een bezoek a/in de Ripperda-kazer ne te Haarlem ter bezichtiging van de
- nieuwe pantserauto's
Eerste Kamer,
Officieele Berichten
BURGEMEESTERS
Aan jhr mr W F Roëll is mert ingang van I
Maart 1936, eervol ont6lag verleend als burge
meester van Scherpenzeel.
Opnieuw benoemd zün de volgende burge
meesters: J. A. Baken, van Riethoven: A. J
v Gerrevink, van Oegstgeest; L J Lucasse. van
Reeuwük: J A. Schründer. van Grootebroek:
H. ter Cock, van Wpewormer; jhr mr H. H.
Roëll,, van Breukelen-Nüenrode en Breukelen-
St Pleters; G. W. Stroink, van Steenwijkerwold;
J. W. H. Houblers, van Bocholtz; P. L. H. Mer-
tens, van Heythuizen.
DE WERKLOOSHEIDS-
BESTRIJDING
Het verssche Kadetje
Vergadering van 26 Februari 1936
De VOORZITTER deed mededeelIng van een
rantsoeneering van den spreektijd bij verschil
lende hoofd=tukken.
De heer MEN DELS (S.D.) verklaarde, dat
zün fractie de regeling wel niet zoo nooalg
acht, maar desniettemin wil aanvaarden.
Het voorstel werd goedgekeurd.
Daarna werd aan de oröe gesteld de be-
rooting van
Sociale Zaken.
De heer DANZ (S.D.) betoogde, dat de aan
passingspolitiek de werkloosheid niet heeft
doen verminderen en het leven ook niet goe-d-
ko'oper heef: gemaakt.
Verlaging van loonen. speciaal voor de export-
Industrleön is noodig. Maar daarmee alleen
komen we er niet. De Regeering zal moeten
zorgen voor werk of steun.
De steunregeling Is voortdurend slechter ge
worden; waardoor steeds minder voor de voe
ding in de gezinnen beschikbaar is. De regeling
moet eer verbeterd dan beknibbeld.
De zorg voor jeugdige werkloozen moet niet
leiden tot verplaatsing van werkloosheid of
verandering van de verhoudingen.
Het ware het beste dat de Hooge Raad van
Arbeid het vraagstuk der jeugdwerkloosheid in
studje nam. -
Wat den Taatsten tijd met de werkverschaf
fing geschiedt, gaat de perken te buiten. Aller
lei werk wordt maar voor werkverschaffing
aangewezen.
De loonen in de werkverschaffing moeten
orden vastgesteld los van de loonen in hél
ije bedrijf. Anders zal het noodig zijn ver
zet te gaan bieden tegen verlaging der loonen
in de bedrijven, die telkens weer verlaging
var, de stcunnormen insluit.
Ten slotte werd aangedrongen op krachtigei
toepassing van de BedrlJfsradenwet. De be-
drijfsraden moeten verordenende bevoegdheid
krügen. De minister wil wel algemeene bedrijfs-
-egelen verbindend verklaren, maar het voor
naamste: de loonen, schakelt hij uit.
De. ''eer ANDRIESSEN (R.K.) bepleitte de
verbindend verklaring van collectieve arbelds-
contracten. Het is voor de bedrijven van be
lang. ndien de factor van het loon stabiel is
De bednjfsradenwet werkt onvoldoende. W-
zullen een anderen kant uit moeten met deze
wet. De taak der bedrijfsraden moet concretei
worden omschreven.
Aangedrongen werd op Instelling van een
KADASTER
Eervol ontslag verleend uit 's Rijksdienst aan
H. WHann. voort, te Den Haag; II. C. de Koek
Driebergen; H. L. Drost te Den Haag-
Kruidhof te Nijmegen. Deze laatste Is benoemd
tot lector aan de Landbouwhoogeschoul te Wa-
geningen.. e
BELASTINGEN
Benoemd is tot accountant der dir. bel te
Rotterdam. W Bü'leveld; idem M. Migcliels-n- t-^
den Haag: J. F. van den Berg.
ONDERSCHEIDINGEN
Benoemd is tot ridder in de Orde van Oranje-
Nassau L. H. A. Stols te Maastricht.
PENSIOENRAAD
Benoemd ls tot pl.verv. geneesk. adviseur bü
de Pensioenraad, dr W F Noordhoek Hegt te
den Haag.
Rljksklndertoeslagtonds. Er ls 12 millloen mee
gemoeid, en het is moeilijk, die to dezen tijd
op de volksgemeenschap te leggen. Maar de
klnderroke gezinnen hebben het zeer moeilijk
en daarom moet er iets worden gedaan.
Op de volkshuisvesting zal verlies genomen
moeten worden In het belang van huurverla-
ging en betere huuropbrengst. Ook schenke de
minister gr.oote aandacht aari de krotoprui
ming. Hij bevordere voorts het vlottend maken
van de kapitaalmarkt voor het bouwbedrijf.
Bezwaren werden gemaakt tegen het telkens
weer wijzigen van de regelen voor de werk-
loosheidsuitkeering-en. Dat brengt onzekerheid
en moeilijkheden.
Voor de werkverschaffing werd vaststelling
van een m:nimum-loon gevraaed.
De heer TER HAAR (C.H.) hield zijn Jaar
lijkse)! pleidooi in het belang van het verscho
kadetje.
Mr WERKER (V.D.) betoogde, dat het onge-
wenschi la orr. aai, bedrüfsvereeniging-n
beslissende bevoegdheden toe te kennen bij do
uitvoering van de Ongevallenwet.
De heer VAN DER HOEVEN (c.h.) betoogt,
dat met de wateronttrekking aan de duinen
niet langer meer door zal mogen worden ge
gaan. Er zün hier groote belangen bü betrok
ken en het nemen van spoedige maatregelen Is
van de allerhoogste beteeken s.
Na de pauze behandelt de heer DE LA BELLA
(s.d.) en waarschuwde tegen het veisehe ka
detje. ook met het oog op het gevaar van her
leving van de nachtarbeid.
De minister begeeft zich In een wespennest
als hü zich met de zaak inlaat: hü kome aan
de geuite verlangens niet tegemoet Er zün wel
belangrijker kwest.es, welke thans meer aan
dacht vragen.
De bedriifsvereenigngen moeten beter ge
regeld worden. Bü de uitvoeilng van de Onge
vallenwet moeten ze niet worden ingeschakeld.
Met het oog op de werkloosheid moet de
werktijd verkorting ernstig worden overwogen.
De heer v. RAPPARD (lib.) bepleit vermen
ging van aardappelmeel en tarwemeel bli de
broodbereiding en wenscht voorts kleine boe
ren. die in moeilü'kheden zün geraakt, op an
dere wijze tegemoet te komen dan door hun
plaatsing in de werkverschaffing.
De heer MARCHANT ET d'ANSEMBODKO
(n.s.b.) acht de wüze van werkloosheidbestrü-
ding verkeerd. De geest van kameraadschap rn
algemeen belang behoort daarbü te domlneerei:.
De pensioenen der münwerkers werden ta
laag genoemd.
De n.s.b. sal tegen de begrooting stemmen,
De heer DE BRUYN (r.k.) had bij de benoe
ming van dezen m nister goede verwachtingen,
welke verwachtingen echter niet gehee] bevre
digd schijnen te zullen worden, voornamelijk
niet wat betreft de vermindering van de werk
loosheid. Bü de bestriding der werkloosheid
d ent op de voorgrond te staan een rechtvaar
dige verdeeling der lasten. Dit geldt ook bii de
vervanging van oudere door jongere arbeids
krachten. Hier dient solidariteit te bestaan, er»
spr. meent, dat de omstaDd Kheden thans zoo
danig zün. dat zü tot een daad van solidari
teit verplichten. En die plicht kan alleen van
wege de Regeering wordc-n geëffectueerd Uit
een beroepstelling is gebleken, dat er nog
99.133 mannen en 15.210 vrouwen van 60 i ir en
ouder arbeiden. Dit aantal acht spr." bü de
tegenwoord ge werkloosheid niet gering en dit
vraagstuk behoeft dringend de aandacht van
den min:ster.
Volgens spr. zouden er verschillende maat
regelen genomen dienen te worden om de werk
loosheid te bcstrüden. Zoo zouden meisjes- en
vrouwen-niet-kostwlnstera moeten worden ver
vangen door mannelüke krachten.
Spr. vraagt den minister alsnog deze kwestie
ernst g te willen overwegen.
Dg heer VAN VESSEM (n.s.b.) herinnert aa:i
zün vraag omtrent de reclame voor de Blue
Band-margaiine. Spr. wenscht te verklaren, dat
hü bij het stellen van zün vragen niet de be
doeling heeft gehad om iemand van omkoo-
perü te betichten.
De minister heeft gezegd, dat dergelijke ver
klaringen in het vervolg niet meer ter publi
catie zullen worden afgegeven. Daaruit volgt,
dat ze nog wel kunnen worden afgegeven. Sp,-.
yraagt hoe de minister ln dat geval publicatie
kan voorkomen
De vergadering werd verdaagd tot heden
Feuilleton
floor D. E R IJ 6 E R
(6
„Lekker eten is wel" aardig", 'dacht hij, „en 'drinken en pret
ïnaken ook maar zonder iets anders er bij wordt het op den
duur toch wel wat geestdoodend en voor je lichaam kan het
toch evenmin goed zijn; dat moet verslappen op die manier.
Niemand kan mij mijn leeftijd aanzien, zoo goed heb ik mijzelf
geconserveerd weten te houden: ik zal zorgen, dat het zoo blijft
Ik kan heel goed, geleidelijk weg, zonder dat het opvalt, wat
soberder gaan leven. Waarom maar klakkeloos alle uitnoodi-
gingen voor diners met hun avondnapret aangenomen? Ik kan
er best eens een overslaan".
De eigenlijke oorzaak van dien ommekeer lag echter ergens
anders. Herberts diepste verlangen ging uit naar het rustige
leventje van vroeger. Daar in Nederland, in zijn prettige kamer.
Wat een rustige uurtjes had hij daar niet doorgebracht! Met
een mooi boek vlogen de avonden om. En daarom voelde hy
zich niet voldaan met zijn tegenwoordige levensopvatting. Hoe
meer dat verlangen in hem begon te werken hoe meer hij er
naar ging zoeken er bevrediging aan te geven. „Wat deksel, ik
ben toch mijn eigen baas; waarom moet ik lederen avond
mijn beenen onder andermans tafel steken, steeds dezelfde ge
zichten zien en bijna altijd om dezelfde moppen lachen?
Natuurlijk kon Herbert, nu zijn huis in orde was, niet nalaten
ook zelf van tijd tot tijd gasten te vragen, maar hij zou dit al
lengs verminderen, waardoor men hem vanzelf wel wat meer
zou overslaan, in zijn huls liep alles op uitstekende wijze. A'
de meeste buitenlanders in China had hij de huishouding naar
Eygelsch model ingericht, met kok, boy die tafeldienen en
het huis verzorgen moest en koelie, die in den tuin arbeid Je
fen den boy bij het zware en vuile werk in zijn huis behulp
zaam moest zijm Met den kok had hij het uitstekend getroffen
en zijn dinertjes vielen goed in den smaak.
„Als ik eens probeerde zelf den toon aan te geven wanneer
men bij mij komt om den avond door te brengen", vroeg Her-
bert zich af. „Dit moet ik toch kunnen". „Met hoeveel verschil
lende nationaliteiten heb ik op reis niet kennis gemaakt t*n
het is mij altijd opgevallen, dat het Hollandsche ras superieur
is. Met den Amerikaan is het wijs te vermijden over den dol
lar te praten, want dan krijg je er hem niet onder, maar be-
gin over wat amders en hij staat dadelijk met den mond vol
tanden. Met den Engelschman is het ook al zoo: praat over
voetballen en je ligt onmiddellijk tegen de vlakte, maar breng
hem op wetenschappelijk of wel ander onderwerp over en ie
boort hem gemakkelijk in den grond. Laat ik dus toonen geen
ontaard lid van den Hollandschen stam te zijn en mijn soirées
maken tot een middelpunt, waar van alles beoefend wordt uit
genomen het banale en het ij dele. Lukt me dit, dan heb ik voor
mezelven veel werkelijk voordeel gevonden. Lukt het niet, dnn
zal mijn poging wel tot gevolg hebben, dat men mij meer met
rust laat. Het is mij beide even welkom".
Natuurlijk kon Herbert niet dadelijk aan zijn plan volle
uitvoering geven, dit moest geleidelijk gebeuren. De eerst
volgende soirees waren dus als van ouds. Men at en dronk
smakelijk, hield een dansje en liet piano en gramofoon weer
klinken tot diep in den nacht. Van lieverlede kon hij probee-
ren een kringetje om zich heen te verzamelen, dat er voor
te vinden bleek in de conversatie geestelijk wat dieper te
duiken.
Het lukte echter niet best. Hoe Herbert het ook aanlegde, als
hij meer ernstig begon te praten zag hij den een voor den and^r
verdwijnen en bleef hij tamelijk wel eenzaam zitten. Zelfs met
godsdienstige gesprekken probeerde hij het, maar toen keek
men hem wantrouwig aan. Hij was toch geen verkapt Zenae
ling, want 'daar moesten zij niets van hebben. Dat had hij
dus maar spoedig opgegeven; godsdienst lag toch niet in zijn
lijn ook. Niet dat hij bepaald vijandig tegenover den godsdienst
stond, volstrekt niet, maar de zaak liet hem onverschillig. In
zijn jeugd had hij wel eens gedacht een anderen weg te zullen
opgaan, had zich verdiept in het zoeken van kennis over het
wezen van God, ook den Bijbel bestudeerd, maar van liever
lede was de belangstelling verflauwd en ten slotte ingeslapen.
Niet zonder tevredenheid zag hij het „gezellig verkeer" al
minder worden en werd hijzelf weer de trouwe kamerklant, d»e
hij altijd geweest was. Het was hem goed zoo. „Wat heb ik aan
dat laat thuis komen eiken avond en overdag op kantoor te zit
ten gapen? Ik ben heel blij, dat ik daarvan af ben". Hij vond
het trouwens voor het Chineesche personeel geen goed voorbeeld
ook, zelfs onverstandig. De Cliineescho bedienden en werklui
waren beleefd, onderdanig, voorkomend, allemaal niet tegen to
spreken; maar wat ging er in hun hersens om? Wat verborg
2ich achter die altijd glimlachende gezichten? Het a in tal
roovers in de bergen groeide met den dag, schietpartijen waren
niet van de lucht. De Chineeaen, die ervan houden het er dik
op te leggen, noemden dit „burgeroorlog". Herbert was zoo
vrij het „onzin" te noemen. „Burgeroorlog", pruttelde hij dik
wijls, „burgeroorlog, het mocht wat; daartoe zijn toch in de
eerste plaats burgers noodig zou ik zeggen. En burgers kent
China niet, evenmin als vaderlandsliefde, omdat het begrip
vaderland den Chinees vreemd is. Bovendien zouden die zoo
genaamde burgers dan toch in partijen verdeeld moeten zijp,
die elkaar, onderling oneens, in de haren vliegen. Maar van
dit alles is geen spoor te zien hier", vond Herbert, „het volk
dóet niet aan politièk en heeft er ook niet het minste verstand
van. Roovers zijn het die burgeroorlog-soldaten, roovers, anders
niet!" en daarmee meende Herbert zijn meening voldoende te
hebben wedergegeven.
Zijn meening wel, maaj het gevaarlijke van zijn eigen toe
stand, dat er mede samenhing, niet. Dat zou hij later nog wel
ondervinden, en nog veel meer daartoe.
HOOFDSTUK VI
Inderdaad wend de toestand in China gevaarlijk, ook voor de
vreemdelingen, al was Herbert nog niet lang genoeg in het
land om dien genoegzaam te kunnen overzien. Trouwens wie
kon dat en wie kan dit op dit oogenblik nog? Het is moeilijk
daarover in China vasten grond onder de voeten te krijgen, om
dat de ooi-zaak der troebelen en der vijandelijkheden niet
schuilt in een ernstig meeningsverschil over het bestuur van
land en volk, maar in de zucht naar macht van telkens op
nieuw opduikende persoonlijkheden, die een bende om zich hoen
weten te verzamelen van menschen, die bereid zijn het rooven
aan te vatten als een vak, op dezelfde wijze als een ander besluit
timmerman te worden. Alleen is dit laatste besluit minder ris
kant. Dat het ook eerlijker is komt in niemands brein op. Zoo-
lang het Chineesche Rijk bestaat en dat is reeds eenige dui
zenden jaren wordt het rooversbedrijf er als een vak ba
oefend, dat volkomen in den haak is. Alleen heeft men er voor
op te passen niet gesnapt te worden, want dan wordt men Be
hangen. Dit is ook in den haak.
Het boek met de „drie Grondregels voor het Volk" (San Min
Chu i), geschreven door Dr. Sun Yat-sen, bevat principes, die
ln "et Westen reeds jaren geleden ontdekt werden, maa- die
nu in China opgeld moesten doen om het Volk den indruk to
geven, dat het leefde in de Sturm und Drangperiode van vrij
making en van het zich opworstelen naar hooger peil. Maar
wat Herbert er van gezien had leek niet veel op vrijmaking. In
tegendeel, liet volk ging gebukt onder de last van het militai-
risme, te weten het militairisme zooals het uitgeoefend wordt
door eigengemaakte krijgsaanvoerders, gisteren nog ambachts
man, vandaag generaal en wie weet morgen misschien veld
maarschalk. De onderlinge, naijver onder riie groot en in !e
jacht naar geld en macht was groot: persoonlijke eerzucht vrij
wel het eenig oogmerk; liefde voor volk en vaderland e*n on
bekend iets. Dat dergelijke rooverbenden legers kon men bet
mot noemen gevaarlijker zijn dan geregelde troepen, is van
zelfsprekend. Niemand is er die verantwoordelijkheid draagt.
(Wordt vervolgd).