Vervolgverhaal
i
i
B
i
83
RH
i
41
§8
u
«34 'Wêfééj
H
n
H
EENZAMEN
li
PU
s
Q
'door A.v.d. Vlugt-TValop
Met groots toejuiching werd haar plan daar ont
vangen. Het had den burgervader al heel wat
Ikoofdbrekens gekost, wat hij met het kind moest
beginnen. Het beste was het naar een school te
sturen waar het meteen inwoning had, een kost
school dus. Maar dat was nog geen tehuis voor
üiem die vader en moeder en alles miste. En wat
een ramp zou het voor zoo'n kind worden als de
andere kinderen met vacantie naar hun ouders
gingen en hij moest blijven, altijd maar blijven.
De burgemeester had een groot gezin, durfde zijn
wouw die last er niet bij opleggen maar nu het
tdoo geschikt kon worden was het in één woord
schitterend voor den jongen.
Dus als het de freule ernst was, dan konden ze
meteen de zakelijke kont bepraten en afdoen. Als
Matelone hem even naar zijn kantoor wilde vol-
gen, daar zou hij haar de brieven en voorwerpen
overhandigen, die het ventje toebehoorden, maar
«Me Matelone in haar bezit moest houden totdat
Bij het kind oud genoeg vond om die nagedachte-
niesen van zijn ouders te waaideoren.
Het geheele reisplan was daarin uitgewerkt Hoe
de heer Römersdorff met zijn vrouw en elfjarig
zoontje La is vanuit hun woonplaats Gofchennurg
in Zweden, door het Skager Rak, de Deensclie
Westzee. de Noordzee en door de Straat van Dover
naar het Kanaal, langs de Normandische eilanden
naar de Atlantische Oceaan, de Golf van Biscaye,
langs Kaap do Varez en Kaap Finisterre verder
«Ie Atlantische Oceaar, dan langs Kaap de Roca
en Espichel, zoo om Kaap de Sao Vicente, om de
Golf van Cadiz te nemen naar de Straat van
Gibraltar zouden gaan.
Vandaar gingen ze tot Malaga, waar zij zich voor
«Ie eerste maal voor een korte reis aan land iou-
«Jen begeven om de interessantste bezienswaardig
heden in Spanje te gaan zien, voornamelijk de
Moorsche bouwwerken en aquaducten; om later
tot hun vaartuig terug te keeren en langs de
kust tot Kaap Tortosa te varen ♦an waar de heer
Römersdorff de gedeeltelijk gekanaliseerde Ebro
in oogcnschouw wilde nemen. Dan weer verder de
Gallische zee om naar de Golf van Genua te gaan
om de gelijknamige stad daaraan te bereiken.
Daar zou de boot met een Noors ch vrachtschip
worden meegegeven en konden de reizigers ver
der over land terugkeoren; na in Italië een be-
aoek gebracht te hebben aan de Romaansche
bouwwerken en de laatste opgravingen te Rome
en Pompeji.
Ook vertelde de burgemeester aan Matelone, dat
Lars een kind was van zeer gefortuneerde oudere,
iïat zij de beschikking kreeg over een ruim vrucht
gebruik, terwijl het kapitaal voor het kind belegd
bleef tot zijn meerderjarigheid. En nu Lars toch
hier in Holland bleef, zou er last gegeven worden
de villa in Gothenburg met omliggende gronden
te verkoopen en het geld op te sturen; terwijl de
beoi' Vronensteyu en dokter Klots toeziende voog
den bleven.
Daar hij echter vernomen had dat ingenieur
Römersdorff een zeer intellectueel man was ge
weest, die ecu uitgezochte, waardevolle bibliotheek
in zijn bezit had, stelde hij voor dat deze voor
Lars zou bewaard blijven; de verschillende boeken
en plaatwerken konden dan in kisten verpakt in
eens worden doorgezonden aan het adres van
freule van Klaveren.
Van de papieren wilde Matelone slechts wat por
tretten en kaarten meenemen, en ook het medail
lon; het overige moest maar in een safo worden
opgeborgen.
De burgemeester zou verder in dc loop der week
een stuk opmaken, waarin stond dat Matelone
van Kleveren het kind tot zich nam, terwijl hijzelf
imet dokter Klots voogden bleven.
De daarop volgende dag ging Matelono het kind
weer bezoeken.
Reeds voor ze de deur der ziekenkamer opende
hoorde ze het muziekiustrumentje, toeken dat
Lars er mee bezig was.
„Dat geeft hem afleiding," zei de zuster. En het
was een minder strak gezichtje, dat Matelone die
middag begroette.
Ze probeerde wat met hem te pralen, liet hem
eens snoepen van de vruchten, die ze had mee
gebracht.
Toen ze wegging drukte ze hem een kus op het
voorhoofd, en dat pakte het kind zoo aan, dat
het plots zijn beide armen om haar hals sloeg
en luid zijn verdriet uitschreide.
„Laat hem maar oven uithuilen!" zei ze tegen do
zuster, die ijlings kwam toegeschoten.
„Hij heeft nog nooit gehuild", was het ecnigszins
verontwaardigde antwoord.
„Dos te beter dat hij hot nu doet. Er zit zooveel
opgekropt verdriet in dat ventje, dat moet een
uitweg hebben."
Langzaam aan bedaarde het snikken weer, zijn
armen gleden weg van Matelonc's hals, en het
kind viel in slaap.
Dan stapte Matelono op; ze wilde nog even de
directrice spreken en raadplegen. Deze vroeg ze
of het nu niet beter voor hel kind zou zijn als
het op een zaal lag met meerdere patiëntjes van
zijn leeftijd, en tevens vertelde zij, dat ze het
kind had aangenomen.
De volgende dag toen ze weer kwam, want ze
Jlet Haagsche Binnenhof In wintergewaad
88
ging er nu alle 'dagen Reen, lag Lars op de kin-
dei-zaal, liet hiid rijn gramofoontje draaien, tot
groot genoegen van rijn medepatientjes.
Toen Matelone bij hem kwam gaf ze het ventje
een kus, en dadelijk gaf het kind er haar een
terug.
Ook begon hij nu zelf wat in een gebroken taaltje
te vertellen, en het was duidelijk merkbaar dat
Lam zich hier beter aanpaste dan in de eenzaam
heid van zijn vorige ziekenkamer. Ook legde hij
zich wart meer toe om de Hollandsche taal mach
tig to worden, lette op welke benaming de kinde
xen aan do verschillende voorwerpen gaven, welke
vragen ze deden en hoe het antwoord viel.
ZieiKleroogen knapte het kind nu op en weldra
brak de eerste morgen aan dat Larsje eens uit
ibed mocht
Voorzichtig tilde de zuster hem op, zette hem
dan op do stoel naast het bed. Doch nauwelijks
bemerkte het kind dat eene slappe broekspijpje
dat geen been meer herbergde, waaruit geen
voetje keok, of hij viel met zijn hoofd in de arm
op het bed, rukte met de andere hand de deken
«laarvan af en trok die over zich heen.
Eén been... één been...
Zóó zat hij nog toen de dokter kwam, de zus teil
Ikon hem niet overreden zijn hoofd op te lichten.
Maar do dokter begreep hom beter, die nam hem
eens even met deken en al op zijn schoot en zorgde
er goed voor dat niemand het slobberend broeks
pij pjo zag. En dan begon hij te vertellen, dat Lara
een nieuw been kroeg, een heel nieuw.
Verwonderd keek het kind hem aan, een nieuw
been, kon dat, zoo een met een kous en een
schoen?
Met Matelone sprak de dokter er over Lars een
kunstbeen te geven, dat door middel van een
mechaniekje langer gemaakt kon worden, zoodat
het zeker eenige jaren mee kon gaan. Wel was
het kostbaar, doch Matelone vond het beter deze
duurdere maatregel toe te passen, dan het land
oen houten stompje te geven
Zij besprak dit ook met den heer Vronensteyn en
dokter Klots, en beiden keurden haar handelwijze
goed; hoe minder het kind van zijn gemis be
merkte hoe beter het was; hij zou in zijn leven
nog genoeg teleurstellingen door dit euvel beleven.
Zoo werd afgesproken, en op een morgen werd
Lars naar de dokterskamer gebracht, waar deze
met behulp van een zuster het kunstbeen aan
gespte.
,,'t Is toch geen echt been," zei Lars nadat de
znistcr hen verlaten had, en hij met den dokter
alleen was gebleven.
„Niet heelemaal, dat is waar," gaf de medicus
toe. „Maar als we er nu een kous overdoen en
een schoen, dan bemerk je er niets van."
Al pratend werden beide kleedingstukken aange
past, en het ventje was weer tevreden.
Maar nu moest hij ook beproeven te staan en té
loopen en dat viel niet mee. Doch de dokter gaf
hem do verzekering dat het wel gauw zou aan-
leeron.
Dien middag vertelde Matelone hem, dat hij nu
gauw naar huis mocht. Hij zat aan tafel en was
bezig met een legkaart.
Het woord huis deed zijn gezichtje weer over*
floersen. Thuis was er immers niemand meer,
geen vader, geen moeder
Én toen het kind er niets op antwoordde, begon
Matelone hem te vertellen dat hij nu voortaan
bij haar zou wonen. Dat daar ook Sijtje was, een
lieve oude juffrouw, en Marijke m de keuken.
Zoo ecnigszins ingewijd begon Lars te verlangen'
naar het nieuwe dat hem wachte.
lederen morgen moest hij komen in de dokters
kamer, en als hij daar wat mee overweg kon, dan
moolit hij aan het eind van de week mee naar
huis.
Het was Zaterdag toen het ventje afscheid nam
van zijn medepatiënt jee, en naast tante in de
auto naar Noordwijk reed.
Het was een zonnige voorjaaredag in Mei en
Lars keek zijn oogen uit over de kleurige velden
met blauwe, gele, rose, witte en roode hyacinthen,
tulpen en narcissen.
„Wat mooi was dat!"
„Was heel Holland zoo?" i
„Groeiden hier enkel maar bloemen ,geen groen
den, geen graan?"
„Zeker wel," zei tante, „maar hier in deze streek
groeien meest bloemen."
INa een poosjo reed de auto het hek in en stond
weldra stil voor de villa van freule van Kleveren.
Doch eer do chauffeur gebeld had, ging de deur
al open en stond dc oude Sijtje met haar zwart
Erijden schortje voor en het helder witte kraagjé
op haar .'upon, al klaar om hem te ontvangen.
Eerst stu. e Matelone uit en hielp met den chauf-
feur het rereltjc met zijn nog wat óngewone
béen. Maar met dc eene hand op tante's arm en
fin de andere een stokje, kon hij zich toch al aar
dig voortbewegen tot de plek waar Sijtje hem op
Biaar moederlijke manier omhelsde.
„Dit is nu jufrouw Sijtje," stelde Matelone voor.
„Juffrouw Sijtje!" herhaalde het kind glimlachend,
want juffrouw Sijtje had stormenderhand zijn
hart gewonnen.
Hét was te bemerken dat het kind het heerlijk'
vond weer in een huis te zijn, dat hij het zijne
mocht noemen. En zoo zonder de oogen van andere
jongens begon hij zich meer te oefenen met zijn
been. In de gladde marmeren gang mocht hij zich
echter niet alleen wagen, dan liep Matelone of
Sijtje mot hem mee,
{Wordt vervolgd
KRUISWOORDRAADSEL
De oplossing die men ons niet behoeft toe ld
eenden geven wij in het nummer van volgende
weck.
HORIZONTAAL?
I berg op Java.
5 Spaan sehe munt
9 voedingswijze.
10 plaats in Frankrijk
12 aan elkaar hechten van plantcndccleru
14 naam van een maand.
15 Bhoeddistisch begrip.
16 gespannen.
20 afnemer.
24 zijrivier van de Maas.
25 groot aantal.
26 plaats in Arabië.
27 larve.
28 Mohammedaanschc godsdienst
.VERTICAAL:
1 stuk van een boom.
2 tijdperk.
3 bloedhuis.
4 bewaarplaats.
6 hand-egge.
6 vulkaan.
7 noodzakelijke levensvoorwaarde.
8 Meisjesnaam.
II schoeisel.
13 langzaam.
16 voertuig zonder wielen,
17 uitdrukking.
18 toevluchtsoord.
19 loods.
20 grondsoort
21 deel van een verrekijker.
22 palmsoort
23 teugel.
SCHAAKRUBRIEK
Redacteur: W. J. H. CARON. Jacob Marisstraat 52,
Amsterdam-West. Men wordt verzocht correspon
dentie over deze rubriek aan bovenstaand adres
te richten.
Probleem no. 582
(no. 13 van den wedstrijd)
[Wit begint en geeft in drie zetten mat.
Wïl \m>' Kfel. Df2, Te4, Lc7, Ld5, pi. b6.
Zverl ODi KaS, Ta3, Th8, Lal, Pg2. Ph2, pi. b7, h3.
Eindspelstudie
(no. 14 van den wedstrijd)
[Wit begint en winl. Hoe?
Wit (3): Kcl, TdG, Lb8.
Zwart (6): Kh8, Ta3, LeS, pi. c2,
Oplossing van probleem no. 578
(no. 9 van den wedstrijd)
Wit (10): Kg3, Dc2, Tf8, Lb7, Lh8, Pfl, Pi7, pi. bJ,
c5, go.
Zwart (9): Kdi, Df6, Ta8, Td8, Lg4, Ph7, pi. a6,
b5, f2.
Mat in twee zetten.
Sleutelzet: 1. Pf7e5.
Oplossing van probleem no. 479
'(no. 10 van den wedstrijd)
Wit (10)Ka6, Dfl, Lf5, Lg7, Pb3, Pdo, pi. b5, c3,
ei, g3.
Zwart (11): Kd6, Ta2, Td2, Pbl, Pgl, La3, pi. a5.
a7, d3, f2, go.
Mat in drie zetten.
Sleutelzet: 1. Dfl—cl!
Dreigt: 2. e4e5f en 3. c3cit
Varianten: 1. Te2, 2. Dg5 enz.; 1. Pf 3, 2. Dhf
enz.; 1. Tac2,2. PXa5 enz.; 1. LXcl; 2. c4 enz.j
1. PXc3, 2. DX c3 enz.
Goede oplossingen ontvangen van: M. v. d. Berg
(2, 3), J. Daams (2, 3), J. v. Donkelaar (2, 3), G,
Holleman (2, 3), R. D. v. d. Kooij (2, 3), W. J.
Loeve (2, 3; en 2 van de vorige maal), A. J. do
Ruytcr (2, 2), A. Snoek (2, 3), J. Vermeulen (2, 3),
Th. Visser (2, 3), allen té Rotterdam; J. J. de Best
(2, 0), Scheveningen; C. H. v. d. Gaag (2, 3; en 2, 3,
2, 3 van de vorige maal), W. Korpershoelc (2, 3),
Vlaardingen; G. G. den Hollander (2, 3), Harder
wijk; M. Opbroelc (2, 3), H. C. J. Spier (2, 3), Den
Haag; J. A. Scheepmaker (2,3), Noordwijkerhout;
A Verduyn (2, 3), Honselersdijk; Twee begin
ners (2), Dordrecht; J. J. Ruitenberg (2, 3), G. G<
Vereendaal (2, 3), Werkendam; N. N. (2, 0); D.
Zemel), Leimuiden; C. W. Kieboom (0, 3), Wer
kendam; D. de Mos (2, 0; benevens 1 voor 476),
Naaldwijk; W. Heinocke (2, 3), Rotterdam; J. F,
Stoffels (2, 3), Den Haag; H. Jansens (2, 3), Lan-
gerak; H. P. Nelleko (2, 3), Emielo.
CORRESPONDENTIE
In de notatie van probleem no. 480 zijn twee fou
ten geslopen. Het diagram was juist.
A. v. H. te B. Uw beide problemen komen niet
in aanmerking voor plaatsing. De inhoud is to
gering voor zooveel stukken. Het groot aantal
pionnen maakt de zaak te star.
Twee beginners te D. In no. 478 klopte Uw zet
1. Tc7f7 niet met den sleutelzet 1. T c7c5.
C. W. K. te W. De manier van opschrijven kunt
U in do gegeven oplossingen vinden.
J. y. V. te H. Dank voor partij. Zal ze bespreken.
TSJECHISCH
Gespeeld te Weencn, Nov. 1935.
Noten van Eliskases
Wit: E. GRüNFELD
1. d2di
2. c2c4
3. ©2c3
4. Pbl—c3
5. Pgl—f3
6. Lfl—<13
7. Ld3Xc4
8. 0-0
de Wiener Scliachztg,
Zwart: L. STEINER
d7—d5
c7c6
Pg8—f6
e7—e6
Lf8—e7
d5X c4
0-0
b7—1>5
OPLOSSING
van het Kruiswoordraadsel uit het vorig nummer
Horizontaal: 1 mal; 4 vadem; 6 lei; 7 nik; 9 éla;
10 Ada; 12 analist; 15 liëeren.
Verticaal: 1 mais; 2 ad; 3 Lena; 4 velijn; 5 Midas;
6 letaal; 8 kasten; 11 al; 13 ade; 14 Ier.
9. Lc4d3 b5bi
10. Pc3c4 Lc8a6
Eon nieuwe gedachte van den Hongaarschen
meester, waarover nog niets bepaalds gezegd kar»
worden, omdat zij nog aan de practijk moet ge
toetst worden.
11. Ld3XaG Pb8Xa6
12. Ddld3 Dd8b6
13. Pe4d2 Tf8U8?
Zwart moest hier có' en daarna cXd4 spelen. Door
dit tempoverlies geeft hij wit gelegenheid op di
met den looper terug te slaan
14.
b2b3
cbc5
15.
Lel—b2
c5Xd4
16.
Lb2Xd4!
Le7c5
17.
Pd2c4
Db0c7
18.
Pc4e5
Lc5Xd4
19.
e3Xd4
Dc7b6
20.
Tal—cl
Td8d6
21.
Tel—c2
h7h6
22.
Tfl—cl
Db6b7
23.
Pe5c.4
Db7—b5?
24.
Pf»—e5!
Td6d5
25.
Pé5Xf7ü
25.
Ta8—f8
.Want 25.
KXf7, 25. P
dGt wint de
26.
Pf7e5
Pa6c5
27.
Dd3©3
Tf8d8
28.
Pc4d2
Pf6—eil?
De partij was in ieder geval verloren, daar wit
over veel meer tijd beschikte. Dc gespannen strik
is niet kwaad; 29. PXe4 TXd4! 30. PXc5 Tdlf,
31. Del TXelf, 32. T Xel Td5! enz. Zwart heert
de dame tegen twee torens. Op 30. Pd2 volgt Pei!
De zet 28Pcei past niet in dezen gedachten-
gang en wordt weerlegd door 29. PXei TX«I4,
30. PXfOt gXf, 31. Pf3 of 29PXel, 30. DXei
TXd4, 31. Del DXcö? 32. DXe5! Tdlf 33. Del! met
.torenwinst.
Stand na
PfGe4!?
'm£k
m
WÊêk
29. Pd2—f3!
De eenvoudigste zetten ziet
hoofd.
29.
Pe4c3
Td5—dit
Td8dlf
Db5Xc5
Dc5—f5
Pc3d5
Tdl—al
30. d4Xc5
31. TclXdl
32. Pf3—cl
33. Pe5d3!
34. h2h3
35. De3e.2
36. De2— d2
,Valt pion bi aan bereidt tuvens torcriruil yooB
door 39 Tel,
36Pd5c3
37. Pd3Xb4 Pc3—ei
38. Dd2e3 Df5—c5
39. Tc2e2 Opgegeven.
Bewaar Uw
Zondagsblad zorgvuldig
Laat Uw jaargang
inbinden, 't Wordt
'n rijk geïllustreerd
boekwerk van meer
dan 600 bladzijden
sa