Clkm fraeJmh
Wolken, Wind en Water
SDe VRIEND
ES HUIZES
Ontvangen Boekei
MAANDAG 10 FEBRUARI 1936
Literaire bijdragen van: Hilde-
brandt Bosch ma; J. K. van Eer
beek; E. van Everdingen; J. Fort.
gens; K. Norel; Mary Pos; H. M.
van Randwijk^ Rie van Rossuxn;
Prof. Dr. A. van Veldhuizen; An
ne de Vries; Wilma.
Bandontwerp van Machiel Wil
mink.
Foto's van Willem van Malsen.
Boekverluchting van Jules Ter-
lingen.
Typografie Kees Camper.
Uitgave G. F. Callenbach, Nij-
kerk.
i
De tweede jaargang der Nobelrceks opent
met een gemengde bundel naar de wijze
van deze tijd geïllustreerd: met foto's. Be
halve deze foto's, .treffen w?e randteekenin-
Jtie van Rossum.
gen aan, aJ of niet met betrekking tot de
tekst of boektitel.
Zooals het boek voor ons ligt maakt het
een welverzorgde indruk.
Wolken, wind en water een bij uitstek
Hollandsch onderwerp, dat voor auteurs
en illustrators zeker een dankbaar onder-
.werp is geweest.
Wanneer wij de bijdragen in chronologi
sche volgorde zullen nagaan zal het den ie
zer opvallen dat er, ondanks de beperking
van de titel, verscheidenheid genoeg is. De
mogelijkheden binnen bet afgebakende ter
rein zijn zelfs nog niet uitgeput in dit boek:
Ik denk hier voornamelijk aan het ontbre
ken van poëzie. De ballade en het zeemans
lied hadden hier niet mogen ontbreken.
K. Norel, wiens eerste jongensboek „Land
In Zicht" (de drooglegging der Zuiderzee)
zulk een gunstig onthaal vindt, opent de rij
met „De Zee trekt", het verhaal van de Enk-
huizer visscher Arie Blok, die in arren moede
een vischwinkel in Bussum begonnen is en
achter het vischkarretje zijn stembanden
forceert
Hij kan niet .aarden" en als hij de kans
krijgt keert hij terug, doch het is juist de
28e Mei 1932: „Het sluitgat bij de Vlieter
Werd die dag gesloten".
Wanneer Norel belletrie schrijft voor „vol
wassenen" komt zijn werk niet uit boven een
goed genre volkslectuur.
Norel zal er m.i. verstandig aan doen zich
naast de journalistiek vooral te bepalen tot
het schrijven van jongensboeken. Enkhuizen
biedt, vooral ook in het verleden, voorloopig
nog stof genoeg.
Rie van Rossum is in „Samenzwering" op
haar best. Haar zin voor humor ,de school
sfeer; haar kijk op een kweekeling met acte,
op een volksjoggie als Siem, alles werkte
hier samen om van Pieter Aandeweg's hunker
naar een middag op het water, een vertelling
te maken, zooals wij die nog te veel missen
in onze, au fond zwaar op de handsche
christelijke letterkunde.
H. M. van Randwijk, wiens „Rationalisa
tie" verleden jaar „doel" heeft getroffen en
Wiens eerste roman „Burgers in nood" ter
perse is, geeft een novelle „Van het anker".
De eerste bladzijde munt niet uit door hel
derheid. De aanloop is te gecompliceerd. Wie
doorbijt wordt beloond. Want het verhaal
yan twee schippersjongens rondom één meis
je rondom het dorpsche leven is heel
goed gezien en suggestief verteld.
Oud-zendeling J. Fortgcns stond een In
dische schets af, getiteld: „Oerami's Orakel".
Het verhaal verplaatst ons naar het vul
kanische Ternate. Er zit wel sfeer in dit
stuk, dat men overigens niet met te zware
literaire maat moet meten. Het is hier en
'Anne de Vries
daar lang niet vrij van gemeenplaatsen en
traditioneele stijlbloemen.
Als geheel echter een prettig leesbaar stuk
dat ons een goede kijk geeft op dit stukje
zendingsgebied.
Van bijzondere schoonheid zijn de „Reis
herinneringen" van Wilma. Dat kalme, be
zonken proza is een weldaad. Wilma vertelt
van haar indrukken op een reis naar Zuid-
Africa.
De wijze waarop zij enkele medepassagiers
typeert is zoo zuiver en menscheiijk als men
van Wilma kan verwachten.
Hot lezen van deze reisherinneringen zal
voor velen een genot zijn.
Hilbrandt Boschma vertelt in de trant van
„Oostloorn" over Friesland, en Friesche men-
schen in „Het Fromanes van de Himeltille".
In de trant van „Oostloorn" schreef ik,
doch niet zóó zoet.
De schets is met liefde geschreven. Auteurs
als Hilbrandt Boschma hebben zeker hun
eigen beteekenis: Menschenkennis en liefde
voor het land, dat is zeker het karakter van
dit werk.
Jammer, dat het niet meer een complete
novelle is. Daar, waar de schrijver „naar de
diepte" afsteekt, lezen we plots de titel
vande volgende bijdrage.
Mary Pos is present met een reportage van
een robbenjacht op TexeL
J. K. van Eerbeek geeft, wat hem direct
typeert, een „Schets". Gegeven: een visch-
partij.
Is het u wel eens opgevallen ,dat van Eer
beek doorgaans zoo gelukkig is in het kiezen
van namen voor zijn figuren? Hier, in deze
korte schets: Bot ter gat, den Doeve, Luttien.
In het dialoogje tusschen de scheldende
visschers en de woedende boer (gescheiden
door een kanaal) laat van Eerbeek de teu
gel vrij. Tóch houdt hij ze vast. En dat is
zijn geheim.
Van Anne de Vries is er een kleine ver
telling, waarvoor een in het kader passende
titel gezocht is: „In het land van Wind en
Wolken".
't Gaat over de oude Janna, de „Deborah"
van het dorp. Deze Janna kam ongemakke
lijk zijn. Dat heeft Hendrik-Jan ondervonden
toen hij, oud van dagen, nog een aanslag
deed op haar hart.
Het Drentsche dialeot doet het goed in de
dialoog.
Dit schetsje, dat nog vóór „Bartje" dateert
typeert Anne de Vries reeds als een ras-
verteller.
Prof. Dr. A. van Veldhuizen vertelt in dit
Wind- en Waterhoek over zijn eerste gemeen
te Molkwerum, op onderhoudende wijze.
Hij schrijft over Friesland wat nuchter
der dan Hilbrandt Boschma, doch als Hól
lander voelt men zich daar heel"wel bij.
Het boek besluit met Marine-herinnerin
gen van E. van Everdingen. Het leven van
onze Jantjes omstreeks 1S94 was nu niet
bepaald een heerenleventje. Van Everdingen
kent het jargon. Het zou mij overigens niet
verwonderen als er hier en daar nog wat
besnoeid is op krachttermen!
Overigens een zeer typische bijdrage.
De verluchting van het boek bestaat, zooals
gezegd, uit foto's van de cineast Willem van
Malsen. Voor zijn werk kan men respect heb
ben. De druppels water b.v. „op de snijtafel"
zijn prachtig genomen.
Ook de randteekeningen van Jules Terlin-
gen zijn doorgaans heel goed. Doch een be
zwaar acht ik het, dat deze geen verband
houden met de tekst, behalve dan een enkele
teekening aan de kop.
Dat geeft een verward beeld. Meerdere een
heid was zeker wel mogelijk geweest. De op-
atting der illustraties- in „Het Heerlijk Am
bacht" was dan ook origineeler.
De typografie van Kees Camper is wel
verzorgd. Alleen vraagt men zich af: wat zal
het einde zijn?
Het lijkt mij niet mogelijk, telkens nieuwe
variaties te vinden, zonder te vervallen tot
bizarre dingen.
Wat mij persoonlijk betreft: ik houd het
meest van een goede blad verdeel ing met be
hulp van het voornaamste materiaal: de let
ter, dus zonder „lijnenspel".
Al met al: een zeer te waardeeren uitgave.
Ranneforths Schachkalender 1936.
Uitgave Hans Hedewigs Nachfolger,
Curt Ronniger, Perthestrasze 10,
Leipzig C I. Prijs RM. 1.50; geb.
R.M. 2.—.
De bekende Schaakkalender is ook dit
jaar weer stipt op tijd verschenen. Reeds
voor de 26ste achtereenvolgende maal. Dit
wijst er dus op dat het werkje in een be
hoefte voorziet, anders ware het in den loop
der jaren wel van het tooneel verdwenen.
Men kan er zoo ongeveer alles in vinden,
wat men bij het practische spel noodig hééft:
notatie-biljetten, diagrammen, roosters, enz.
Daarnevens vindt men interessante artike
len, o.a. een artikel van E. Post over de z.g.
schaak olympiade 1936, een humoristisch op
stel van den verleden jaar overleden scha
ker P. S. Leonhardt, een studie vau G. Ernst
over de dynamiek als grondelement van de
nieuw-duitsche richting in het schaakpro
bleem, enz.
Verder vindt men dan nog een adreslijst
van alle bekende schakers in de geheele
wereld, een kalender, de z.g. paringstabellen,
een beschouwing over het Zwitsersche
systeem, met behulp waarvan het mo
gelijk is bij een groot aantal deel
nemers door het spelen van een beperkt
aantal ronden toch een betrouwbaar eind
stand op te maken.
Het boekje is in handig formaat uitgege
ven en kan den practischen schaker goede
diensten bewijzen.
P. J. RISSEEUW.
„Judenhass von Heute; Wesen des
Antlsemitismus" door Coudenhove-
Kalergi (Paneuropa-Verlag, Wien-
Zuerich)
Dit boek over den jodenhaat is in zooverre
merkwaardig, dat het een probleem behan
delt, dat ons heden ten dage zeer actueel
voorkomt, terwijl het ons er de oogen voor
opent, hoe er ook in dit opzicht weinig
nieuws is onder de zon. Van oude tijden af
de jood het mikpunt geweest van alles,
wat men ham geliefde naar het hoofd te
werpen.
In het eerste deel, geschreven door R. N.
Coudenhove-Kalergi, geeft de auteur ons een
exposé van de oorzaken, die tot het oplaaien
in onzen tijd van dezen haat hebben gevoerd:
wereldoorlog en crisis; bolsjewisme en com
munisme; het emigreeren der Oostjoden; het
nationaal-socialisme, enz. enz.
Het tweede deel, geschreven door graaf H.
Coudenhove-Kalergi, wijlen den vader van
eerstgenoemden auteur, geeft ons een kijk
op de historische ontwikkelingsgang van het
antisemitisme, vanaf voor-christelijke tijden
tot op den drempel der twintigste eeuw. Bei
de schrijvers, vader en zoon, vullen dus in
dit opzicht elkaar aan. Hun gezamenijke ar
beid strekt ertoe, de afkeer van den jood, die
vrijwel overal latent is, psychologisch en his
torisch te doorlichten en in zijp gronden te
verklaren. Daarbij treedt duidelijk aan den
dag, hoezeer complex het geheele jodenvraag
stuk in wezen is.
Inleiding tot den BiJbeL Door Prof.
Dr. H. Th. Obbink en Prof. Dr. A M.
Brouwer. 2e herziene en vermeerder
de druk. 1935. A W. Sijthoff's Uitge
vers Mpij. N.V., Leiden.
Den zegen van bijbelkennis ervaart
slechts een beperkt aantal menschen; het
nut van bijbelkennis is een grooter aantal
bekend; de noodzakelijkheid van bij
belkennis is een door de meesten niet erken
de, maar als zij ontbreekt, dan ook voor de
me-esten een onberekenbare schade aanrich
tende werkelijkheid. Aan pogingen, om dit
hart. en hoofd verarmende kwaad te keeren,
ontbreekt het in dc laatste jaren piet. Een
ervan is de voor ons liggende „inleiding" tot,
feitelijk een handleiding bij het gebruik van
den Bijbel. Hoewel gericht op de door Prof.
Obbink en Prof. Brouwer bezorgde bijbelver
taling, is zij ook op zichzelf een schatboek
van wetenswaardigheden, die de lezing en
bestudeering der H. Schrift kunnen verhèl-
deren en verrijken. En zeker komt lof toe
aan hoogleeraren, die hun wetenschappelijk
bezit op zóó leerzame wijze aan de praktijk
ten goede doen komen.
Het precies" 5Ó0 'bladzijden tellende boek
geeft ons den indruk van een in het midden
geplaatste bijbel, die van verschillende kan
ten belicht wordt: van geschiedkundige,
staatkundige, aardijkskundige, volkenkundi
ge en zielkundige zijde. Op dit raam zijn de
draden van de gewijde geschiedenis gespan
nen, zooals die in de Heilige Schrift geboek
staafd is. Voorafgegaan door een breed histo
risch overzicht van het Oude Testament, ge
ven de schrijvers eerst een beeld van de oude
cultuur, zooals die in het particuliere, het
maatschappelijke, het staatkundige en het
Godsdienstige leven in den Israelietischen
tijd zich voordeed. Veel aandacht wijden
geleerde schrijvers verder aan den achter
grond van het Nieuwe Testament: de staat
kundige en de geestelijke toestand v<
Joodsche volk, h'et Romeinsche wereldrijk, de
chronologie van het N. T. en het Hellenisme.
Dan volgt, na hoofdstukken over de bronnen
en de taal van het N.T., een overzicht van
de boeken, waaruit het bestaat, waarna nog
afzonderlijke hoofdstukken gewijd zijn aan
Jezus, Paulus, de pastorale brieven, den
brief aan de Hebreeën er. de Johanneïsche
geschriften. Als zeer nuttige afsluiting zijn
«r dan een register der besproken bijbelplaat
sen plus een naam en zaakregister.
De vorm, waarin deze zeer omvanrijke en
veelsoortige stof verwerkt is, dwingt eerbied
af vooral door de helderheid van oriënteering
en betoog. Een commentaar is "het lang niet,
wil het ook niet zijn; toch commentarieert
het de H. Schrift als geheel. Natuurlijk moest
er beperking zijn; zij werd beheerscht door
•het persoonlijk inzicht der schrijvers. Hier
aan willen wij ook toeschrijven dat over zoo
belangrijke onderwerpen als de Driëenheid,
de hemelvaart, de uitverkiezing en het ver
bond nauwelijks met een woord of gansche-
lijk niet gerept wordt
Niet alleen helder, ook boeiend af en toe
weten de schrijvers sommige bijbelgedeelten
te schetsen. Heeft men daarbij de belichting
door interessante foto's van de opgravingen
zooals er hier talrijke van de jongste zijn
vertegenwoordigd dan is het zeer wel mo-
gelijk, en in hooge mate profijtelijk, om hel
geheele boek bij wijze van geordend verhaal
to lezen gelijk wij gedaan hebben.
Dit laatste geeft ons ook het recht, om bij
den totaal-indruk, door het gelezene op ons
gemaakt, één aanmerking te maken. En dat
is een algemeene. Wij vragen ons af: heb
ben de schrijvers wel voortdurend eh doel
bewust gearbeid in het besef, dat het onder
werp van hun studie het Boek der boeken
is en mitsdien hen plaatst onder de autori
teit van dat Boek? Wij lezen Bijv. op bl. 117,
dat het scheppingsverhaal van Gen. 1 „ook
voor ons zoo belangrijk is, niet omdat dit
hoofdstuk ons leert, hoe de wereld is ont
staan (want die kennis behoort tot de ge
wone, zuiver verstandelijke en mensche
iijk e wetenschap, zondereenigereli-
gieuse beteekenis)" en wij vragen ons
af, of dezen schrijvers het eerste der twaalf
gel o ofs-artikelen ook ontgaan ia Op blz.
444 lezen we, dat zij „het decretum horrible
van Calvijn, het ijzingwekkend raadsbesluit
Gods om de grootste meerderheid der men
schen voor eeuwrig te verdoemen, bij Paulus
niet vinden". Wij meenen, dat voor dit raads
besluit (dat trouwens in de H. Schrfit ner
gens zóó geformuleerd wordt) in andere ge
is, en die gedeelten zijn één met de brieven I en meer de aandacht. Zij nemen een hetee-
van Paulus in hel geheel van Gods Woord, kenisvollc plaats in. in hel goederen dlslri-
Doch liever dan op deze en meer afzonder- hnt'eproces. ondanks de klarhten van den
u ij .„handeldrijvende» middenstand, welke het
lijke voorbeelden beroepen vuj ons op den maBsa.flliaalsystecm lieL,t maar uit de sa-
goest en den toon, waarin de geheele hand- menleving zag verdwijnen, al waa het al-
j» jeen no„ maar uj( concurrcnticoverwegin-
leiding geschreven is. In de wijze, waarop
b.v. dc groote heilsfeiten worden besproken,
missen wij de houding, welke den lezer
van Gods Woord voegt. In het algemeen
missen wij, vooral ook in de hoofdstukken
der historische belichting en die over de
bronnen, het besef (en ook dc duidelijke aan
wijzing), dat de Bijbel de 'Godsopenbaring
is; dat hij is de drager der e e n i g e docu
menten, welke den mensch gegeven zijn om
te kennen den weg der verlossing.
Houdt men mot deze gesteldheid rekening,
dan biedt overigens deze handleiding een
schat van gegevens, die geordend en ver
werkt zijn op buitengewoon knappe en leer
zame wijze.
K .Zeeman
K. Zeeman. Mondelinge Exa
mens Aardrijkskunde, metho-
disdh gerangschikt 1935.
Muusses, Purmerend.
De heer K. Zeeman is op geografisch ge
bied een autoriteit. Zijn kaarten en leer
boeken wc
heel Nederland
door gebruikt De
ze aardrijkskun
dige is een man,
die in de ond<
wijswereld e
uitstekende naam
gevestigd heeft
Wat opvalt bij
alles, wat uit zijn
handen komt
dat het af is,
men er op aan
kan, dat de stof,
zoo eenvoudig
overzichtelijk
behandeld.
Er zijn veel
schrijvers
leerboeken, diG heel knap zijn en verbazend
veel te zeggen hebben, maar die ten eenen-
male verstoken zijn van dio heerlijke gav
de moeilijkheden te kuhnen verklaren zelfs
aan micldelmatigen. Zeeman is geogra
hij is niet minder pedagoog. Hij tracht
het moeilijke begrijpelijk te maken. Een
prachtig staal van doceerkunst gaf hij in
het boekje, waaraan hij in zijn voorbericht
van deze laatste uitgave herinnert:
hoofdzaken der klimatologie en
geologie.
Het was een voortreffelijke gedachte, in
Mondelinge Examens Aardrijks
kunde a-h.w. al wat schrijver tot nog loi
voor de opleiding heeft geschreven in kort
bestek samen te vatten.
De mondelinge examens werden bijeen
gebracht uit de aanteekeningen, die Zeeman
in veeljarige practijk als examinator in zijn
bezit had. Men krijgt hier dus een juist
beeld van wat den Hoofdakte-candidaat
voor aardrijkskunde wordt gevraagd. Zijn
gewooiïte getrouw, de stof overzichtelijk te
maken- heeft schrijver de vragen onder ge
bracht in 10 groepen. Elke groep behandelt
de vier omterdeeten-van het Neder
land, Nederlandscb-Indië, een speciaalland
(re-ap. Palestina, Zuid-Afrika, Frankrijk
Engeland, Vereen. Staten, Australië, Noord-
Afrika, Japan, Skandinavië, Zwitserland)
en cosmografie.
Zéér rijk zijn de toelidbtingen en aanvul
lingen, welke bij de vragen zijn gegeven.
Alles bijeen: een boekje, dat Muusses'
hoofdakte-bibliotheek tot eer strektl
De Massa-filiaalonderneming. Een
onderzoek naar de problemen in ver.
band met ontstaansoorzaak en mo
gelijkheid van ontwikkeling, door
K. F. Mallee. Uitg. H. J. Paris, Am
sterdam.
De groote winkelbedrijven trekken in het
hedendaagsche maatschappelijke leven i
De Vriend des Huizes. Maand
schrift voor het Christelijk Huis
gezin. Uitgave van Neerbosch'
boekhandel en Uitgeverij.
Een pretentielooze naam. Vriend des hui
zes! Zoo eenvoudig, nietwaar! Zoo... zoo..,
ja hoe zullen wij het zeggen? Zoo'n beetje
ouderwetsch zoetelijk. Zoo iets waar men,
I MAANDSCHRIFT M3DR
H£T CHRISTCLUHBJ
HUISGEZIN ONDC.O
HODFDDEDACTIC
tKLUIN
gen. In dit werkje behandelt ir. Mallee alle
vraagstukken die mei het massafiliaalsys-
teem samenhangen. Hij vangt aan met een
kort historisch overzicht van do ontwikke
ling die tot het stichten van groote winkel
huizen leidde, op welke cliëmele zij zich bij
voorkeur hebben in te stellen en welke arti
kelen zich het beste voor het massafiliaal-
systeem leenen.
De schrijver concludeert dat dc groote
winkelhuizen uit het kleinbedrijf zijn voort
gekomen en dat het groot bedrijf alleen suc
ces heeft voor zoover het zich baseert op
massadistributie van massa artikelen onder
vermijding van alle onnoodige onkosten.
In de tweede helft van het boekje behan
delt de schrijver de organisatie problemen
van de massafiliaalondernemingcn en be
schrijft hij hoe men tot lage kosten kan ko
men, waarbij hij uit don aard der zaak ver
schillende adviezen geeft en aangeeft hoe
z.i. de verdere organisatorische ontwikke
ling van het filiaalsystccm moet verloopen.
DE GEHEIME OORLOG OM DE
KATOEN, door Anton Zischka. Er
ven J. Bijleveld, Utrecht 1935.
Van Anton Zischka. den naam makenden
journalist-wereldreiziger, hebben we zeer
kort geleden in ons Zondagsblad een boei
end boek besproken.: „Oorlog in Ethiopië".
Reeds eerder schre'ven wij over Zisohka's
wereldverdwazing, dat een paar jaar gele
den verscheen.
Thans ligt weer een ander werk van de
zen schrijver voor ons, een boek, waarin hij
handelt over de beteekenis van „het witte
goud", de katoen, voor de wereld' conomic.
Zijn bedoeling is de schrikkelijke conse
quenties te tonnen van de planloosheid die
er in de wereld is, hoe de worsteling om de
katoenmarkten tusschen de verschillende
naties geleid heeft tot een onmetelijke ver
spilling van menschclijke energie, een
krankzinnige arbeidvoor niets.
Daartoe laat hij de geschiedenis èn het
heden spreken. En wel zóó, dat de oogen-
schijnlijk niet al te boeiende stof voor den
lezer gaat leven op een wijze dat hij liet
boek als in één adem uit'eest.
Zischka wil ons laten zien dat e«n meer
rationeele wereldhuishouding mogelijk is.
Helaas is hij hierin niet geslaagd. Zelf
geeft hij toe, dat de naties niet kunnen heen
komen over het schroffe eigenbelang dat
ben allen in knellende greep gevangen
houdt. Zischka overzag de conseqenties niet,
n.l. dat alleen een werelddictator hier red
ding kan brengen. Dat zou echter een kwade
ruil zijn. Vooralsnog geven we dan liever de
Anton Zischka
voorkeur aan een kapitalistisch systeej
met particulier initiatief waarvan met ii
sjmnning van alle krachten de excessc
kunnen en moeten worden weggenomen. Op
dat gaat langs een weg van veel tranen
leed, maar bereiken we hier op aarde oo
het ideaal?
Zischka is een uitstekend opmerker,
uiterst bekwaam journalist. Meesterlijk b
schrijft hij de strijd om de grondstof, maa
zijn boek mist tegenover de analyse d
synthese. Hij geeft den weg niet aan, hi
we uit de mi^ere kunnen komen.
Dit neemt niet wog dat we dit mooi
boeiende werk van Zischka van harte ti
lezing aanbevelen. Men .uijgt een intert
santé kijk op hetgeen achter de schermt
der internationale politiek gebeurt.
Bij de firma Bosch en Keunln.
Baarn verscheen in de „Opgang-Serie" e>
nieuwe roman van Jan Knape Mzn
Kneuterbocrtjes. Dit l*ock, dat bij het dooi
bladeren eon zeer goede indruk on ons maal
speelt zich eivenals „Polderland" af
Flakkee^che land.
Bij dezolfde firma verscheen in de Libe
lenserie: „De boer uit Tekoa", door Ds.
V e 1 d k a m p, alsmede „Job" door J.
Buskes Jr.
Anne Morrow Lindbergh, de eohl«
noo'e van den beroemden vlieger, heeft e
boek geschreven: „Om de Noord naar b
verre Oosten', dat thans in hei Hollands^,
ver&ehenen is bij de firma A. A M. S t
Maastricht en Brussel. Afgaande op de ink
ding, die A. V i r u 1 y setireef, moot hel bo«
alleszins lezenswaard zijn.
De N.V. Paul Bran d's Uitgeversbedrijf i
Hilversum gaf uit: „18 jaar Sovjet". Hoor 1
Boss o. waarin de ervaringen van Olga Df'
mitrievna in de Sovjel-gevaivgerussen en
ccntratie-kainpen verhaald worden.
„Een goede buur en andere opstellen c.-
Nederlandsche volkskunde" zijn een aanti
schetsen van Dr. P. W. J. van den Ber
Zij verschenen reeds eerdeir in enkele tiji'
schriften, maar zijn thans gebundeld uit^j*
geven door Neerbosch' boekha
en uitgeverij te Neerbosch.
„Van Java's Noordkust' door Dr. TI.
Prinsen Geerligs, verschenen bij o_
firma S. YV. Melchior ie Amersfoort
een tweede serie schetsen van het doen p
laten van de Europeesche maatschappij
Java's Noordkust.
Roel Houwink heeft een bloemlezing
het werk van Gerhard Ter stee gen b 0
werkt en vertaald, die onder den tiiel J
weg der waarheid" verschenen is bij J. 1
B r e d e's U. M. te Rotterdam. Prof Dr.
J. Aalder s schreef een woord vooraf.
Egoland is een eigenaardig hoek, ujtgegi"
ven door de Hollandi a-drukkerij N.V.
Baarn. Onder den titel leizen wij: Ongele
kend door Emily Lowetnan, mediamiek orijr-
vangen door haar vader van Camille Flam
marion.
Bij de Wed. G. van Soest te Amsle
dam verscheen „Alexandrine Tinne, bas.'
leven en reizen", door Wm. Sutherlan
Mr. H. L. A. Visser scheef een cullqu jb
T
studie in nieaw-Erasmiaansche geest: „Ove
drijving en derde mogelijkheid", die versch
nen is bij de N.V. K e rn i n k en Zoon
U t r e c h t.
In de serie „Bijbelsche monographiecu
die uitkomt bij J. J. Bomen en Zonen
Roermond-Maaseik is verschcnjjf'
„Opgravingen in Palestina" door Dr. J.
nions S.J.
Van de firma J. B. W o 11 e r s in G r o n i
gen ontvingen - wij: „Deutsche Epik",
aantal proza-tragmerrten ter vertaling, v
meld door: Des. J. Ka rsten; Werkboek
voor natuurlijke historie, deel I, Dierknnd^
door L. D o r sm an Czn., L. A. Gele yn
en G. J. H. Hul sine: „Nieuwe stijloefé1,
ningen" door Dr. E. Rij pma en Dr. F. e"
Sc h u r i n ga. Tweede deeltje, negende drufp.
Bij de N.V. N ij g h e n v. D i t pi a r te R o
ter dam verscheen een tweetal leerrijl |l]
werkjes: „Wat kunnen wij van métaal m 1
ken?" door J. Ko rn r ij en „Wat kunnen w
•an carton maken?" door N.Brnnink. Eefj
welkom geschenk, voor knutselaars!
De Administratieve Gids voor bijzondei''
scholen 1936 is weer verschenen bij de N.' in
Samsom te Al dhen a. d. Rijn.
Van do firma Samson ontvingen w
eveneens ,De Omzetbelasting" door W. 1
van den Berge en M-deVries, twecd('
herziene en vermeerderde druk.
alleen op de titel afgaande geen goede ver
wachting van heeft.
Wat zijn we toch vreeimde menschen! Een
bij dit maandschrift vergeleken lor moge
zich zeg Norma of Puck of zelfs Fidel of
iets anders doodgewoons noemen en als het
er wat aantrekkelijk uit ziet, doch het be
hoeft nog niet half zoo aantrekkelijk als deze
„Vriend des Huizes" te zijn, dan grijpt het
publiek er naar. Zonder het te kennen. Het
wordt een tijdlang veel gevraagd, doch be
gint soms reeds 6poedig een kwijnend be-
t staan te lijden en verdwijnt uit de belang-
deelten der H. Schrift, wel grond te vinden stelling van het publiek. Op de boekenstal
letjes kan men ze nog vinden en voor enkele
centen koopen.
De „Vriend des Huizes' met zijn niet pak
kende en toch zoo veelzeggende) naam
geen ééndags-vlinder. 't Is een blijver. .Een
„magazine", dat bij allen die het kennen be
langstelling heeft en houdt. Moet houden,
omdat het met de tijd meegaat en anderen
in vele opzichten voor is, ver voor.
Neom welk „magazine", welk maandtijd-
schrift ge wilt, neem dat met de meest klin
kende naam, neem' het op de perrons van
onze spoorwegstations meest gekochte, er is
geen, dat wat uitvoering, wat typografische
lithografische verzorging betreft ook maar
de schaduw kan staan van de „Vriend des
Huizes".
Dit maandschrift bestaat reeds meer dan
een halve eeuw. Al 52 jaar. Bewijs, dat het
geen ééndagsvlinder is zoo we reeds opmerk
ten. Het moet wel vrienden houden en vor
men. En zoo komen er hoe langer hoe meer
blijvende abonne's. Vandaar de gestadige
vooruitgang.
Wie dat blad inziet, eerst achteloos mis
schien, zal spoedig belangstelling toonen
oor de inhoud en voor de buitengewoon
fraaie verzorging. Zulke fraaie platen, ge
kleurde en ongekleurde en in zoo'n aantal,
treft men in ons land nergens in maand
schriften noch /nagazin es".
De lectuur die geboden wordt, is navenant
Bekende schrijvers en schrijfsters geven elke
maand weer novellen, interessante artike
len en een hoogstaand vervolgverhaal. De
inhoud wordt op hoog peil gehouden, dit is
duidelijk. De actueele maandoverzichten,
niet te lang en niet te zwaar, geven weer
wat in het teeken der belangstelling staat.
Elk nummer (ieder telt gemiddeld meer dan
80 pagina's) geeft voor ieder lid van het huis
gezin wat. Om te bekijken zoowel als om te
lezen, in elk geval om te genieten. En als
de jaargang compleet is heeft men een boek
werk van bijna 1000 pagina's van blijvende
waarde: men zal de alleveringen nicl ol heel
sporadisch op de boekenstalletjes vinden.
Technisch is elk nummer een juweeltje
zoowel wat druk, wat opmaak, wat illustra-
tiedruk, als wat bindwerk betreft.
De uitgeverij moet wel op het allermo
dernst ziin ingericht, dat ze zulk werk kan
leveren.
Wij willen nog een paar opvattingen, die
niet zuiver zijn, rechtzetten. Men meent wel
eens dat de „Vriend des Huizes" een Her
vormd tijdschrift is, omdat het uitgaat van
de Weczeninrichting Neerbosch. M?n meent
ook wel, dat het voor lief O.ooiate
ingesteld is op deze weesinrichting, wat d
inhoud aangaat. Dat is niet waar. De wee
inrichting zelf komt er slechts zelden in t»
6prake. En de medewerkers zijn uit alle ole!
thodoxe richtingen gerecruteerd.
Het is 'n algemeen Christelijk familiebla
dat als we een opmerking mogen make >n
misschien wat meer novellen moest geve j*
Verhalen worden, vooral tegenwoordig, mi ar
ze niet al te lang zijn, graag gelezen, me(^jr
dan beschrijvingen en beschouwingen, ho
leerzaam en interessant deze ook mogen zij cv
Wat natuurlijk nie>t zeggen wil, dat we dei ie
laatste geheel zouden willen missen.
DE LITERAIRE GIDS.
Januari 1936. p0l
De rede van Albert Helman over
tische decors in onze letter'cl
wordt onder de loupe genomen. Gewaai]
schuwd wordt tegen de meening, alsof onzj
literatuur wel op peil zou komen als ze zobb
gaan handelen over buitealandsche ondiid
werpen. .Aanleg voor schrijven, zich ba
heersen en leren waarnemen, levensinziclil
op doen en nog zo enkele dingen om tot eej
zuiver werkstuk te komen, zijn van meer g6 f
wicht dan wat in de mode raakt in schril'1
vende kringen; het is de at mos feel
vau de kunst zelf, die telt; zodat li«ü
décor, Barcelona of Bilthoven, er niets tof
doet".
Ernst Glaeser's Der Letzte Cvilisi
geeft een uitstekende karakteristiek van hel 7
Duitsche volk en de Duitsche toestanden vaf
de laatste jaren. Dit boek plaatst Glaesci
wiens J ahrgan g 1902 men zien uit ue tij
Ier oorlogsliteratuur nog wel herinnert, in d
voorste rij der Dqitsche romanciers.
Geeft Glaeser's werk een verrassende stiiD
ging te zien, dat van Fallada valt met M «i i[
chen vom Stad t schreibcr
veel lager plan terug.
Naar aanleiding van een Martin Luserkefc'
Hasko, dat het aandeel der Dultschcrliev
blad tot eenige voorzichtigheid tegenover
aan onze volksopstand behandeld, maant het
warme belangstelling, die onze Oostelijke biijj
ren, ook in de romankunst voor ons land l* r-
ginnen te toonen. Lanceert de uitgever val
Schendell's Wil he lm von Oranien dfcr
•boek niet als handelende over „den Duitschei
die Nederland zijn onafhankelijkheid
schonk"? Ku
De Vestdijk cultus wordt bestreden
Vestdijks groote tekort aan inhoud. Vol.
men gerechtvaardigde ertiiek wordt uit
bracht op de wonderlijke benoeming v„_
Anthonie Donker tot professor te AmslerdanP
„De vergissingen, onnauwkeurigheden en onï
juisthedon, die in de opstellen van dezé»
essayist optreden wijzen er op, dat zijn aai*
leg juist allerminst in wetenschappelijk?
richting gaat".